III. AFDELING UITKERINGEN

Transcriptie

1 1 III. AFDELING UITKERINGEN A. ALGEMENE REGELING 1. Algemene regeling - Primaire arbeidsongeschiktheid a. Verzekerden Tabel 1 - Aantal primaire uitkeringsgerechtigden - Stand op 31 december - Evolutie Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Totaal Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen Totaal Totaal Mannen Vrouwen Totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 1,56% 1,18%,98%,65%,87% Grafiek 1 - Aantal primaire uitkeringsgerechtigden - Stand op 31 december - Evolutie Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen Het aantal primaire uitkeringsgerechtigden stemt overeen met het aantal gerechtigden, verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid. Het betreft werknemers uit de privésector en werklozen. De uitkeringsgerechtigden die reeds erkend waren in invaliditeit worden hier niet hernomen. Tabel 1 en grafiek 1 tonen de evolutie van de primaire uitkeringsgerechtigden per sociale stand en geslacht. Tussen 27 en 211 zijn de verzekerden met 3,74% toegenomen. Per geslacht wordt een verhoging van 5,47% bij de vrouwen en 2,16% bij de mannen genoteerd. Het groeicijfer is ongeveer 2 keer meer gestegen bij de vrouwen dan bij de mannen. Deze tendens kan in het bijzonder uitgelegd worden door verschillende factoren zoals: - het toenemend aantal vrouwen op de arbeidsmarkt - de verhoging van de pensioenleeftijd voor vrouwen. Hoe ouder een uitkeringsgerechtigde is, hoe meer kans hij heeft om arbeidsongeschikt te worden. - de vergrijzing van de bevolking Tabel 2 - Aantal primaire uitkeringsgerechtigden per leeftijdsgroep en per geslacht - Stand op 31 december 211 Leeftijdsgroep Arbeiders Arbeiders Bedienden Bedienden Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Totaal < > Totaal

2 2 Grafiek 2 - Aantal primaire uitkeringsgerechtigden per leeftijdsgroep en per geslacht - Stand op 31 december < >64 Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen De tabel 2 en grafiek 2 tonen de uitkeringsgerechtigden per vijfjarige leeftijdsgroep, sociale stand (arbeiders en bedienden) en geslacht. b. Vergoede dagen en uitgaven Tabel 3 - Aantal vergoede dagen en bijhorende uitgaven (in euro) - Evolutie Vergoede dagen Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Regul. Totaal Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen Regul. Totaal Algemeen totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 1,48% 6,34% 2,99% 5,% 5,8% Uitgaven Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Regul Totaal Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen Regul Totaal verbeteringen vorige dienstjaren Algemeen totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 11,83% 1,91% 9,26% 6,21% 8,67% Gemiddelde uitkering (zonder regularisaties) Arbeiders Mannen 42,88 44,57 46,89 47,28 48,57 Arbeiders Vrouwen 3,77 32,17 34,1 34,54 35,55 Totaal 37,29 38,81 4,86 41,21 42,33 Bedienden Mannen 46,29 48,28 52,5 52,38 53,42 Bedienden Vrouwen 37,14 38,84 42,5 42,73 43,82 Totaal 39,6 41,33 44,72 45,26 46,33 Algemeen totaal 37,98 39,56 42,4 42,46 43,56 Evolutie t.o.v. vorig jaar 1,3% 4,16% 6,26% 1,% 2,6%

3 3 De eerste periode van arbeidsongeschiktheid wordt "primaire uitkeringsperiode" genoemd. Na één jaar ziekte komt de gerechtigde, die nog als arbeidsongeschikt erkend is, in een periode van invaliditeit (zie cijfers onder punt 3). Tabel 3 geeft het aantal dagen en bedragen weer dat werd uitgekeerd tussen 27 en 211 voor de perioden van primaire ongeschiktheid volgens de sociale stand en geslacht. Uit deze cijfers kan een gemiddelde uitkering worden berekend. Iedere tabel geeft eveneens de evolutie weer uitgedrukt in percentage tegenover het vorige dienstjaar. De verhoging van de gemiddelde uitkering met 2,6% tussen 21 en 211 kan verklaard worden door de aanpassing aan de gezondheidsindex op 1 mei 211 en door de verschillende maatregelen in 211 : - 1 januari 211: * Herwaardering van de ZIV-loongrens met,7% voor nieuwe gevallen vanaf 1 januari mei 211: * Overschrijding spilindex : aanpassing gezondheidsindex (+2%). - 1 september 211: * Herwaardering van uitkeringen "minimum regelmatig werknemer" met 2%. * Herwaardering van uitkeringen "minimum niet regelmatig werknemer" met 2%. * Herwaardering met 7,6% van de drempel (beroepsinkomens)voor samenwonenden die betaald worden als alleenstaanden. * Herwaardering met 2% van de drempel (vervangingsinkomens) voor samenwonenden die betaald worden als alleenstaanden. Grafiek 3 - Aantal dagen uitgekeerd aan primaire uitkeringsgerechtigden - Evolutie Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen In 211 werden van het totaal aantal vergoede dagen 36,1% aan mannelijke arbeiders en 33,18% aan arbeidsters uitgekeerd. Bij de bedienden bedragen deze percentages 8,8% voor de mannen en 22,73% voor de vrouwen. Met gemiddeld 6,12% per jaar steeg het aantal uitgekeerde dagen de voorbije 5 jaar het sterkst bij de vrouwelijke bedienden. c. Ziektegevallen Tabel 4 - Aantal beëindigde ziektegevallen volgens de duur van arbeidsongeschiktheid - Evolutie Duur in dagen 1-14 dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen Totaal Tabel 4 is een uittreksel uit de statistische documenten. Deze tabel verdeelt de in primaire ongeschiktheid uitgekeerde gevallen volgens de in dagen uitgedrukte totale duur van de erkende arbeidsongeschiktheid. Enkel de gevallen waarvan de arbeidsongeschiktheid een einde nam in de jaren 27 tot en met 211 mogen opgeteld worden in een categorie met bepaalde duur. De gevallen waarvan de duur van de arbeidsongeschiktheid niet verder reikt dan het gewaarborgd loon (veertien dagen voor de arbeiders en dertig dagen voor de bedienden) en die bijgevolg niet vergoed zijn door de uitkeringsverzekering, zijn niet opgenomen in deze cijfers. Indien de arbeidsongeschiktheid verder reikt dan het gewaarborgd loon, wordt het geval voor de ganse duur van de arbeidsongeschiktheid in aanmerking genomen. De gevallen met een duur van minder dan vijftien dagen zijn in de meeste gevallen werklozen. Zij zijn onmiddellijk ten laste van de uitkeringsverzekering. De periode van 338 tot 365 dagen bevat de ziektegevallen die een jaar duren en waarschijnlijk in invaliditeit treden.

4 4 Grafiek 4 - Aantal in 211 beëindigde ziektegevallen volgens de duur van arbeidsongeschiktheid Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen N.B. : De eerste periode bevat slechts veertien dagen, terwijl de rest er ongeveer achtentwintig telt. Men stelt vast dat 28,28% van de gevallen een ziekteduur tussen 15 en 42 dagen hebben en 17,94% tussen 43 en 7 dagen. Daarna daalt het aantal gevallen tot het laatste duurtijdsinterval die de gerechtigden, wiens ziekteduur een jaar bereikt, groepeert. Deze gerechtigden gaan met grote waarschijnlijkheid over naar het tweede ziektejaar en treden op dat moment in invaliditeit. Over het algemeen kunnen we stellen dat het aantal ziektegevallen afneemt bij stijgende ziekteduur. Enkel de categorie van 338 tot en met 365 dagen is met 11,25% de 3de grootste categorie. Tabel 5 - Aantal beëindigde ziektegevallen per leeftijdsgroep - Evolutie Leeftijdsgroep < > Totaal Tabel 6 - Aantal in 211 beëindigde ziektegevallen per leeftijdsgroep, sociale stand en geslacht Leeftijdsgroep Arbeiders Arbeiders Bedienden Bedienden Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Totaal < > Totaal

5 5 Grafiek 5 - Aantal in 211 beëindigde ziektegevallen per leeftijdsgroep < >64 Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen Tabel 5, tabel 6 en grafiek 5 geven het aantal uitgekeerde gevallen per leeftijdsgroep weer. Tabel 7 - Gemiddelde uitkeringsduur per geval en gemiddeld aantal ziektegevallen per 1 gerechtigden Evolutie Gemiddelde uitkeringsduur per geval Arbeiders Mannen 6,89 63,5 68,8 68,31 69,2 Vrouwen 68,31 71,34 75,2 77,6 79,43 Bedienden Mannen 71,18 71,44 73,66 75,41 74,38 Vrouwen 7,24 72,34 73,92 76,37 77,98 Totaal Mannen 62,49 64,35 69,1 69,51 7,8 Vrouwen 69,8 71,74 74,68 76,77 78,83 Gemiddeld aantal ziektegevallen per 1 gerechtigden Arbeiders Mannen 126,29 131,9 133,43 129,28 132,73 Vrouwen 158,4 168,12 171,45 17,7 174,7 Bedienden Mannen 4,14 41,42 41,71 44,19 46,1 Vrouwen 69,33 72,9 75,7 79,31 81,58 Totaal Mannen 94,83 98,1 99,45 97,62 1,44 Vrouwen 14,78 11,67 113,28 115,35 118,5 De tabel 7 geeft enerzijds de gemiddelde uitkeringsduur per ziektegeval in de periode van primaire ongeschiktheid en anderzijds het gemiddeld aantal ziektegevallen per 1 gerechtigden. Alleen de uitgekeerde dagen die buiten de periode van het gewaarborgd loon vallen zijn in rekening gebracht.

6 6 2. Algemene regeling - Moederschap a. Vergoede dagen en uitgaven Tabel 8 - Aantal vergoede dagen en bijhorende uitgaven (in euro) - Evolutie Vergoede dagen Periode van moederschapsrust Arbeidsters Bedienden Totaal Periode van werkverwijdering Arbeidsters Bedienden Totaal Totaal ten laste van de ZIV (1) (2) Vaderschapsverlof Adoptieverlof Algemeen totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 1,84% 3,4% -,17% 4,9% 2,61% Invaliditeit (1) Aantal dagen ten laste van de ZIV na aftrek van de dagen die uiteindelijk door het Fonds voor BeroepsZiekten worden uitgekeerd. (2) Vanaf 1 januari 21 worden de gevallen van werkverwijdering als gevolg van zwangerschap, die tot dan onder de bevoegdheid van het Fonds voor Beroepsziekten (FBZ) vielen, overgenomen door het RIZIV. Algemeen genomen,ontvangen de zwangere werkneemsters die van het werk verwijderd zijn vanaf deze datum een daguitkering gelijk aan 78,237% van hun gederfde loon (beperkt tot het ZIV plafond). Opgemerkt dient te worden dat deze maatregel enkel de werkverwijdering als gevolg van zwangerschap betreft en dat de gerechtigden die van het werk verwijderd zijn door borstvoeding een uitkering aan 6% van het gederfd loon ontvangen (beperkt tot het ZIV plafond). Uitgaven Periode van moederschapsrust Arbeidsters Bedienden Regul Totaal Periode van werkverwijdering Arbeidsters Bedienden Regul Totaal Vaderschapsverlof Adoptieverlof verbeteringen vorige dienstjaren Algemeen totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 4,1% 8,12% 3,2% 9,7% 9,64% Invaliditeit Gemiddelde Uitkering (zonder regularisaties) Periode van moederschapsrust Arbeidsters 42,22 44, 45,6 45,52 46,19 Bedienden 57,58 6,24 62,41 63,6 64,99 Totaal 51,84 54,2 56,2 56,73 58,25 Periode van werkverwijdering Arbeidsters 37,39 38,69 39,13 46,11 48,93 Bedienden 46,23 48,22 49,6 57,25 6,4 Totaal 43,71 45,56 46,33 54,3 57,24 Vaderschapsverlof 85,16 87,93 9,62 91,17 93,38 Adoptieverlof 75,6 76,96 79,8 81,59 82,3 Algemeen totaal 51,57 53,92 55,64 57,58 59,42 Evolutie t.o.v. vorig jaar 2,17% 4,56% 3,18% 3,5% 3,2% Invaliditeit 43,53 45,18 46,94 48,39 49,99

7 7 Tabel 8 bevat de uitgaven betreffende de moederschapsverzekering. Deze uitgaven betreffen de invaliditeitsgerechtigden in moederschapsrust en andere gerechtigden in moederschapsrust. In deze laatste categorie komen de meeste uitgaven voor. Er zijn twee soorten uitgaven in deze laatste rubriek : enerzijds de uitkeringen betreffende de vijftien weken moederschapsrust en anderzijds de uitgaven betreffende de periode waarin de zwangere gerechtigde uit haar werk verwijderd is omwille van zwangerschap of borstvoeding. De tabel geeft ook het aantal uitgekeerde dagen en bedragen weer in het kader van het vaderschapsverlof en het adoptieverlof. Het vaderschapsverlof bestaat uit een verlof van 1 dagen waarvan de 3 eerste worden vergoed door de werkgever en de 7 laatste door de uitkeringsverzekering. De adoptie geeft recht op een verlof van maximum 6 weken als het kind minder dan 3 jaar is en maximum 4 weken als het kind tussen 3 en 8 jaar oud is. Deze perioden worden verdubbeld wanneer het kind mindervalide is. De 3 eerste dagen worden ook vergoed door de werkgever en de rest door de invaliditeitsverzekering. De grote stijging van de totale uitgaven met 8,12% vastgesteld in 28 ten opzichte van 27, kan enerzijds verklaard worden door de drie indexaanpassingen die in de loop van het jaar 28 plaatsvonden, anderzijds blijkt het aantal gevallen in moederschap met 2,32% te zijn gestegen. De stijging tussen 29 en 21 (9,7%) is hoofdzakelijk toe te wijzen aan de maatregel die genomen is inzake werkverwijdering. De bevoegdheden van FBZ inzake werkverwijdering werden vanaf 1 januari 21 overgeheveld naar het RIZIV (zie 2). De uitgaven stegen in 211 met +9,64% door de stijging van het aantal uitgekeerde dagen enerzijds (+13,41%) en door een significante daling van het bedrag van de regularisaties ten laste genomen door het FBZ (-88,27%). Naast de dagen en de uitgekeerde bedragen werd een gemiddelde uitkering per sociale stand berekend. Tenslotte werd een percentage, dat de evolutie tegenover het vorige dienstjaar weergeeft, berekend. Grafiek 6 - Aantal dagen uitgekeerd tijdens de moederschapsrust - Evolutie Moederschapsrust :Bedienden Werkverwijdering : Bedienden Moederschapsrust : Arbeidsters Werkverwijdering : Arbeidsters b. Gevallen Tabel 9 - Aantal beëindigde gevallen van moederschapsrust per leeftijdsgroep (zonder de invaliditeitsgerechtigden in moederschapsrust) - Evolutie Leeftijdsgroep < > Totaal Evolutie t.o.v. vorig ja,77% 2,32%,12%,35% -,9% Tabel 9 is een uittreksel uit de statistische documenten en geeft de verdeling van de moederschapsgevallen volgens de leeftijdsgroep.

8 8 Tabel 1 - Aantal in 211 beëindigde gevallen van moederschapsrust per leeftijdsgroep en sociale stand Leeftijdsgroep Arbeiders Bedienden Totaal < > 49 Totaal Grafiek 7 - Aantal in 211 beëindigde gevallen van moederschapsrust per leeftijdsgroep < > 49 Arbeiders Bedienden De tabel 1 en Grafiek 7 tonen het aantal beëindigde moederschapsgevallen volgens sociale stand en leeftijdsgroep. De bediendes vormen 64,59% van het totaal aantal beëindigde moederschapsgevallen wat overeenkomt met hun proportie in de totale vrouwelijke bevolking. D e meeste beëindigde gevallen van moederschapsrust bevinden zich, voor arbeidsters en bediendes, in de leeftijdscategorie jaar. Het geboortecijfer (berekend op basis van de primair uitkeringsgerechtigde vrouwen tot 45 jaar) is gelijk aan 6,31 bij de arbeidsters en 7,25 bij de bediende s. 3. Algemene regeling - Invaliditeit a. Ledentallen Tabel 11 - Aantal invaliden op 31 december - Evolutie Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Totaal Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen Totaal Totaal Mannen Vrouwen Totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 3,64% 3,79% 5,62% 5,19% 4,48%

9 9 Grafiek 8 - Aantal invaliden op 31 december - Evolutie Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen De gerechtigden die meer dan één jaar arbeidsongeschikt zijn en erkend zijn door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit van het RIZIV, komen in een periode van invaliditeit. De evolutie van het aantal invaliden genoteerd op 31 december van de jaren 27 tot en met 211, wordt weergegeven volgens de sociale stand en het geslacht. De vrouwelijke bedienden namen met gemiddeld 7,21% per jaar toe terwijl het aantal invalide arbeidsters met 6,93% verhoogde. Bij de mannelijke invaliden steeg het effectief met 2,19% (bedienden) en 2,51% (arbeiders). De evolutie van het ledental vrouwelijke invaliden is vooral toe te schrijven aan de verhoging van de pensioenleeftijd en aan de toenemende participatiegraad van de vrouwen op de arbeidsmarkt. Tabel 12 - Aantal invaliden per leeftijdsgroep - Stand op 31 december 211 Leeftijdsgroep Arbeiders Arbeiders Bedienden Bedienden Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Totaal < > Totaal Grafiek 9 - Aantal invaliden per leeftijdsgroep - Stand op 31 december < >64 Arbeiders Arbeiders Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen Men kan uit tabel 12 en grafiek 9 afleiden dat het aantal invaliden verhoogt met de leeftijd.

10 1 Grafiek 1 - Aantal invaliden aan wie uitkeringen werden verleend in 211 volgens hun gezinslast Met gezinslast Alleenstaanden Samenwonenden Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen Uit grafiek 1 blijkt dat bij de mannelijke arbeiders en bedienden het aantal invaliden gelijklmatig is verdeeld over de 3 verschillende categorieën van gezinssamenstelling. De meerderheid van de vrouwelijke invaliden ontvangen (57,48%), ongeacht de sociale stand, een uitkering als samenwonenden. Tabel 13 - Aantal invaliden per ziektegroep op 31 december - Evolutie Ziektegroep 1 Besmettelijke en parasitaire ziekten Gezwellen Endocriene, voedings-en stofwisselingsziekten Ziekten van het bloed en bloedvormende organen Psychische stoornissen Ziekten van het zenuwstelsel en de zintuigen Ziekten van het hartvaatstelsel Ziekten van de ademhalingswegen Ziekten van het spijsverteringsstelsel Ziekten van het urogenitaalsysteem Complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed Ziekten van de huid en de celweefsels Ziekten van het bewegingsstelsel en het bindweefsel Congenitale afwijkingen Aandoeningen met oorsprong in de perinatale periode Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Ongevalsletsels en vergiftigingen Niet bepaald TOTAAL Het aantal invaliden op 31 december van de voorbije 5 jaar wordt weergegeven volgens de ziektegroep waarin de invalide erkend is. De belangrijkste ziektegroepen zijn de groepen 5, 13 en 7. De percentages van invaliden in deze belangrijkste ziektegroepen bedragen op 31 december 211 respectievelijke 34,47%, 27,53% et 7,25%. Grafiek 11 - Aantal invaliden per ziektegroep en per geslacht op 31 december Mannen Vrouwen

11 11 Tabel 14 - Aantal invaliden op 31 december 211 per beginjaar ziekte Arbeiders Arbeiders Bedienden Bedienden Totaal Beginjaar ziekte Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen 1988 en vóór Totaal In tabel 14 wordt het aantal invaliden op 31 december 211 bekeken volgens het aanvangsjaar van de ziekte. De gevallen die dateren van voor 1988 werden samengevoegd. Het aantal invaliden dat in het jaar 211 in invaliditeit is getreden, is het aantal invaliden met als beginjaar ziekte 21. De aantallen die vermeld staan in de andere ziektejaren omvatten het resterend deel, rekening houdend met de uittredens (werkhervatting, pensioen, overlijden,...). b. Vergoede dagen en uitgaven Tabel 15 - Aantal vergoede dagen en bijhorende uitgaven (in euro) - Evolutie Vergoede dagen Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Totaal Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen Totaal Subtotaal Allerlei Algemeen totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 3,57% 3,89% 5,4% 5,63% 4,98% Uitgaven Arbeiders Mannen Arbeiders Vrouwen Totaal Bedienden Mannen Bedienden Vrouwen Totaal Subtotaal Allerlei Algemeen totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 5,51% 9,73% 8,55% 9,35% 8,79% Gemiddelde uitkering Arbeiders Mannen 38,85 41,1 42,39 43,81 45,3 Arbeiders Vrouwen 31, 33,3 34,31 35,62 37,19 Totaal 35,62 37,64 38,88 4,18 41,63 Bedienden Mannen 41,2 42,86 44,31 46,6 47,37 Bedienden Vrouwen 33,7 35,15 36,55 38,12 39,72 Totaal 35,56 37,5 38,82 4,37 41,83 Algemeen totaal 35,6 37,61 38,86 4,23 41,69 Evolutie t.o.v. vorig jaar 1,88% 5,62% 3,34% 3,52% 3,62%

12 12 Tabel 15 geeft de uitgaven betreffende de invaliditeit weer. Naast de dagen en de uitgekeerde bedragen wordt ook een gemiddelde uitkering per sociale stand berekend. Uit deze cijfers blijkt duidelijk dat het aantal dagen dat uitgekeerd is in invaliditeit de laatste jaren een constante groei kent. Deze trend kan als volgt worden verklaard: - de verhoging van de pensioenleeftijd van de vrouwen. De betrokken gerechtigden blijven langer in invaliditeit of kunnen tot op latere leeftijd in invaliditeit treden. Bovendien verhoogt het aantal invaliden met de leeftijd zoals aangetoond in tabel 4 en grafiek 1. - de groei van de participatiegraad van vrouwen op de arbeidsmarkt. - de vergrijzing van de bevolking. De verhoging van de gemiddelde uitkering met 3,62% tussen 21 en 211 kan in het bijzonder uitgelegd worden door de verschillende maatregelen die in voege zijn getreden gedurende het jaar 211: - 1 januari 211: * Herwaardering van de ZIV-loongrens met,7% voor nieuwe gevallen vanaf 1 januari mei 211: * Overschrijding spilindex : aanpassing gezondheidsindex (+2%). * Introductie inhaalpremie van 2 EUR (Bedrag in voege op 1 mei 211). Deze inhaalpremie wordt elk jaar (N) uitbetaald in de maand mei aan invaliden wiens duur van de incapaciteit ten minste 1 jaar bedraagt op 31 december van het voorgaande jaar (N-1) - 1 september 211: * Herwaardering met 2% (minima uitgesloten) voor de uitkeringen van de gerechtigden voor wie de invaliditeit is begonnen vanaf 1 januari 25 en ten laatste op 31 december 25 * Herwaardering van uitkeringen "minimum regelmatig werknemer" met 2%. * Herwaardering van uitkeringen "minimum niet regelmatig werknemer" met 2%. * Herwaardering van 7,6% van de drempel (beroepsinkomens) voor samenwonenden die betaald worden als alleenstaanden * Herwaardering van 2% van de drempel (vervangingsinkomens) voor samenwonenden die betaald worden als alleenstaanden Grafiek 12 - Aantal dagen uitgekeerd tijdens de periode van invaliditeit - Evolutie Arbeiders Mannen Bedienden Mannen Arbeiders Vrouwen Bedienden Vrouwen Het aantal uitgekeerde dagen volgt de evolutie van het aantal invaliden.

13 1 B. REGELING ZELFSTANDIGEN 1. Regeling zelfstandigen - Primaire arbeidsongeschiktheid a. Verzekerden Tabel 1 - Aantal primaire uitkeringsgerechtigden - Situatie op 31 december - Evolutie Zelfstandigen & Mannen Meehelpende echtgenoten Vrouwen Totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar -,35% 5,1%,91% -,8%,46% Het aantal uitkeringsgerechtigden stemt overeen met het aantal verzekerde gerechtigden in primaire ongeschiktheid. In 211 stijgt het effectief met (+,46%) ten opzichte van het jaar 21. Grafiek 1 - Aantal primaire uitkeringsgerechtigden - Situatie op 31 december - Evolutie Mannen Vrouwen Het aantal zelfstandige uitkeringsgerechtigden is gestegen met 5,1% tussen 27 en 28. Deze stijging is zichtbaar op de grafiek in het bijzonder voor de mannelijke uitkeringsgerechtigden. De evolutie verloopt verder stabiel tot en met 211. Tabel 2 - Aantal primaire uitkeringsgerechtigden per leeftijdsgroep en per geslacht - Stand op 31 december 211 Leeftijdsgroep Mannen Vrouwen Totaal < > Totaal

14 2 Grafiek 2 - Aantal primaire uitkeringsgerechtigden per leeftijdsgroep en per geslacht - Stand op 31 december < >64 Mannen Vrouwen Tabel 2 en Grafiek 2 tonen de primaire uitkeringsgerechtigden per vijfjarige leeftijdsgroep. De cijfers worden gegeven per geslacht. b. Vergoede dagen en uitgaven Tabel 3 - Aantal vergoede dagen en bijhorende uitgaven (in euro) - Evolutie Vergoede dagen Zelfstandigen Mannen Vrouwen Regul. Totaal Meehelpende echtg. Mannen Bedienden Vrouwen Regul. Totaal Algemeen totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar,88% 2,91% 7,3% 2,35% 3,16% Uitgaven Zelfstandigen Mannen Vrouwen Regul Totaal Meehelpende echtg. Mannen Bedienden Vrouwen Regul Totaal Verbeteringen vorige dienstjaren Algemeen totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 15,8% 12,26% 12,6% 5,91% 7,25% Gemiddelde uitkering (zonder regularisaties) Zelfstandigen Mannen 3,29 33,51 34,98 36,1 37,38 Vrouwen 27,57 3,51 32,9 33,37 34,74 Totaal 29,5 32,66 34,12 35,28 36,57 Meehelpende echtg. Mannen 28,2 3,1 31,84 32,94 33,81 Bedienden Vrouwen 27,36 29,86 31,8 32,25 33,89 Totaal 27,41 29,88 31,13 32,3 33,89 Algemeen totaal 29,34 32,46 33,94 35,1 36,41 Evolutie t.o.v. vorig jaar 12,7% 1,65% 4,54% 3,42% 3,73%

15 3 Het eerste jaar arbeidsongeschiktheid wordt "primaire uitkeringsperiode" genoemd. Na één jaar ziekte komt de gerechtigde, die nog als arbeidsongeschikt erkend is, in een periode van invaliditeit. Deze tabel geeft het aantal dagen en bedragen weer dat werd uitgekeerd in de jaren voor de periode van primaire ongeschiktheid volgens de sociale stand en het geslacht. In 211 neemt, ten opzichte van 21, het aantal vergoede dagen toe met (+ 3,16%). In de categorie zelfstandigen is een stijging merkbaar van vergoede dagen (+ 3,16%). De categorie meehelpende echtgenoten kent ook een verhoging van dagen (+ 3,2%). De stijging in 27 van de gemiddelde uitkering met 12,7% is in het bijzonder te wijten aan de verhoging van de uitkeringen voor zelfstandigen door de koppeling van de uitkeringen aan het minimum pensioen zelfstandigen voor de gerechtigden met gezinslast en alleenstaanden. Ook in 28 vindt er een relatief grote stijging van 1,65% plaats. De oorzaak hiervan kan gevonden worden in drie aanpassingen aan de gezondheidsindex en twee verhogingen van de forfaits voor gerechtigden in primaire arbeidsongeschiktheid. De verhoging vastgesteld in 211 is enerzijds veroorzaakt door de aanpassing van prestaties aan de gezondheidsondex op 1 mei 211 en anderzijds aan de diverse maatregelen in mei 211: * Grafiek Overschrijding 3 - Aantal spilindex vergoede : aanpassing dagen - Evolutie gezondheidsindex (+2%). - 1 september 211: * Verhoging van de toegekende forfaits aan gerechtigden in primaire arbeidsondgeschiktheid en aan invaliden zonder stopzetting van de o nderneming + 2,11 % voor de gerechtigden met gezinslast + 2,37 % voor de alleenstaande gerechtigden + 2, % voor de samenwonende gerechtigden * Herwaardering met 7,6% van de drempel (beroepsinkomens)voor samenwonenden die betaald worden als alleenstaanden Zelfstandigen Mannen Zelfstandigen Vrouwen Meeh. Echt. Mannen Meeh. Echt. Vrouwen In 211 stijgt het aantal uitgekeerde dagen in de categorie zelfstandigen met 3,16% en in de categorie van meehelpende echtgenoten stijgt het met 3,2%. c. Ziektegevallen Tabel 4 - Aantal beëindigde ziektegevallen volgens de duur van arbeidsongeschiktheid - Evolutie Duur in dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen dagen Totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar -,97% -1,26% 5,21% 2,26% 2,83% Tabel 4 is een uittreksel uit de statistische documenten. Deze tabel heeft tot doel de uitgekeerde gevallen in primaire ongeschiktheid te verdelen volgens de totale duur van de erkende arbeidsongeschiktheid uitgedrukt in dagen. Enkel de gevallen waarvan de arbeidsongeschiktheid een einde nam in het desbetreffende jaar mogen opgenomen worden in de categorie met bepaalde duur. De gevallen waarvan de duur van de arbeidsongeschiktheid de carensperiode van één maand niet overtreft, worden niet opgenomen in de cijfers. Indien de ongeschiktheid langer duurt dan de carensperiode, welke niet ten laste valt van de uitkeringsverzekering, wordt het geval opgenomen voor de totale duur van de ongeschiktheid. De periode van 338 tot 365 dagen bevat de ziektegevallen die een jaar duren en die waarschijnlijk in invaliditeit treden.

16 4 Grafiek 4 - Aantal ziektegevallen (geëindigd in 211) volgens de duur van arbeidsongeschiktheid Mannen Vrouwen Men stelt vast dat 19,94% van de gevallen een ziekteduur tussen 29 en 7 dagen hebben en 1,96% tussen 71 en 98 dagen. Daarna daalt het aantal gevallen tot en met het laatste duurtijdsinterval. Ongeveer 3,81% van de gerechtigden bevinden zich in het laatste tijdsinterval. Het betreft hier de gerechtigden wiens ziekteduur een jaar ongeschiktheid bereikt. Deze gerechtigden treden dan in het tweede ziektejaar in invaliditeit. N.B. : De eerste periode bevat 41 dagen terwijl de rest er ongeveer 28 telt. Tabel 5 -Aantal ziektegevallen onderverdeeld per leeftijdsgroep - Evolutie Leeftijdsgroep < > Totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar -,97% -1,26% 5,21% 2,26% 2,83% Tabel 5 geeft de evolutie van het aantal uitgekeerde gevallen weer, opgesplitst per leeftijdsgroep. In 211 stellen we een stijging vast met 2,83%. De tendens lijkt opnieuw te stijgen terwijl er in 27 en 28 een lichte vermindering werd vastgesteld. Grafiek 5 - Aantal in 211 beëindigde ziektegevallen onderverdeeld per leeftijdsgroep < >64 Mannen Vrouwen

17 5 Tabel 6 - Gemiddelde uitkeringsduur per geval en gemiddeld aantal ziektegevallen per 1 gerechtigden - Evolutie Gemiddelde uitkeringsduur per geval Mannen 14,26 141,82 142,34 145,86 141,83 Vrouwen 143,4 14,9 142,36 142,6 142,9 Totaal 141,32 141,51 142,35 144,75 142,2 Evolutie t.o.v. vorig jaar 1,14%,14%,59% 1,69% -1,76% Gemiddeld aantal ziektegevallen per 1 gerechtigden Mannen 2,3 18,76 19,55 19,73 19,97 Vrouwen 21,28 2,13 21,1 22,13 23,14 Totaal 2,44 19,2 2,2 2,48 2,97 Evolutie t.o.v. vorig jaar -,61% -6,6% 4,27% 2,34% 2,36% Tabel 6 toont de gemiddelde uitkeringsduur per geval in de periode van primaire ongeschiktheid. Bij analyse van deze cijfers moet men rekening houden met de carensperiode van een maand die niet vergoed wordt. Verder toont deze tabel het gemiddeld aantal ziektegevallen per 1 gerechtigden. Zo zien we dat er in 211 per 1 zelfstandige gerechtigden 2,97 ziektegevallen werden geregistreerd. Bij de mannelijke zelfstandige gerechtigden zijn er 19,97 ziektegevallen per 1 zelfstandigen terwijl er bij de vrouwelijke gerechtigden 23,14 ziektegevallen zijn. 2. Regeling zelfstandigen - Moederschap a. Aantal gevallen en uitgaven Tabel 7 - Aantal vergoede gevallen en bijhorende uitgaven (in euro) - Evolutie Gevallen Primaire periode Zelfstandigen Meehelpende echtg Totaal Invaliditeit Zelfstandigen Meehelpende echtg. 2 Totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar -2,8% 3,8%,22%,75%,2% Adoptieverlof Zelfst. + Meehel. echtg Evolutie t.o.v. vorig jaar 88,% -29,79% 6,61% -35,85% Primaire periode Uitgaven Zelfstandigen Meehelpende echtg Totaal Moederschap bij invaliden Zelfstandigen Meehelpende echtg Totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 6,54% 27,3% 2,15% 3,71% 3,51% Adoptieverlof Zelfst. + Meehel. echtg Evolutie t.o.v. vorig jaar 89,37% -29,55% 54,19% -27,98% Primaire periode Gemiddelde uitkering Zelfstandigen 2.244, , ,1 2.88, ,25 Meehelpende echtg , , , ,28 3.3,59 Totaal 2.244, , , , ,22 Moederschap bij invaliden Zelfstandigen 1.669, , , , ,84 Meehelpende echtg.,,,, 3.66, Totaal 1.494, , , , ,52 Evolutie t.o.v. vorig jaar 9,61% 22,38% 1,92% 2,94% 3,31% Adoptieverlof Zelfst. + Meehel. echtg , , , ,15 Evolutie t.o.v. vorig jaar,34% -3,99% 12,27%

18 6 Tabel 7 bevat het aantal gevallen en de uitgaven betreffende de moederschapsverzekering. Deze uitgaven betreffen de invaliditeitsgerechtigden in moederschapsrust en gerechtigden in moederschapsrust uit de primaire periode. In deze laatste categorie komen de meeste uitgaven voor. In 211 stelt men een verhoging van het aantal gevallen vast van,2% ten opzichte van 21. De gemiddelde uitkering van moederschapsrust tijdens de primaire arbeidsongeschiktheid is gestegen met 22,38% tussen 27 en 28. Deze sterke stijging wordt hoofdzakelijk verantwoord door de nieuwe maatregel die sinds 1 juli 27 van kracht is. Tot en met 3 juni 27 was de periode van moederschapsrust 6 weken (+ 1 week in geval van een meerling). Vanaf 1ste juli 27 tot en met 31 december 28 bestond de moederschapsrust uit een een periode van 8 weken rust, maar kon, volgens de keuze van de gerechtigde, beperkt worden tot 6 of 7 weken (+ 1 week in geval van een meerling) Vanaf 1 juli 29 is het tijdvak van moederschapsrust een verplichte periode van 3 weken (1 vóór en 2 na de bevalling).de overige weken zijn, per blok van één of meerdere weken, facultatief op te nemen (max: 8 weken). Dit tijdvak is met een week verlengd in geval van een geboorte van een meerling. De stijging van de gemiddelde uitkering vastgesteld tussen 21 en 211 bedraagt 3,31%. Het adoptieverlof telt 34 gevallen in 211. Grafiek 6 - Aantal gevallen - Evolutie Zelfstandigen Meehelpende Echtgenoten Tabel 8 - Aantal beëindigde gevallen van moederschapsrust per leeftijdsgroep (zonder de invaliditeitsgerechtigden in moederschapsrust) - Evolutie Leeftijdsgroep < Totaal Tabel 8 is een uittreksel uit de statistische documenten en geeft een opsplitsing van de moederschapsgevallen per leeftijdsgroep die in een bepaalde jaar werden beëindigd.

19 7 3. Regeling zelfstandigen - Invaliditeit a. Ledentallen Tabel 9 - Aantal invaliden. Stand op 31 december - Evolutie Zelfstandigen Mannen Zelfstandigen Vrouwen Totaal Meeh. Echtgenoten Mannen Meeh. Echtgenoten Vrouwen Totaal Totaal Mannen Vrouwen Totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 2,62%,82% 4,89% 3,48%,89% De gerechtigden die meer dan 1 jaar arbeidsongeschikt zijn en erkend zijn door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit van het RIZIV komen in een periode van invaliditeit. Het aantal invaliden op 31 december, wordt in Tabel 9 weergegeven volgens de sociale stand en het geslacht. De pensioensgerechtigde leeftijd voor vrouwen is in 29 verhoogd van 64 naar 65 jaar en is dus gelijk geworden aan diegene die van toepassing is voor de mannen. Het aantal invalide meehelpende echtgenoten is bij de vrouwen i n 211 met 1,12% gestegen. Grafiek 7 - Aantal invaliden. Stand op 31 december - Evolutie Zelfst. Mannen Meeh. Echtg. Mannen Zelfst.Vrouwen Meeh. Echtg.Vrouwen Tabel 1 - Aantal invaliden per leeftijdsgroep en per geslacht - Stand op 31 december 211 Leeftijdsgroep Zelstandigen Zelstandigen Meehelpende echtg. Meehelpende echtg. Mannen Vrouwen Mannen Vrouwen Totaal < > Totaal

20 8 Grafiek 8 - Aantal invaliden opgesplitst per geslacht en leeftijdsgroep - Stand op 31 december < >64 Mannen Vrouwen Zoals uit tabel 1 en grafiek 8 blijkt, stijgt het aantal invaliden met de leeftijd. Tabel 11 - Aantal invaliden per ziektegroep op 31 december - Evolutie Ziektegroep 1 Besmettelijke en parasitaire ziekten Gezwellen Endocriene, voedings-en stofwisselingsziekten Ziekten van het bloed en bloedvormende organen Psychische stoornissen Ziekten van het zenuwstelsel en de zintuigen Ziekten van het hartvaatstelsel Ziekten van de ademhalingswegen Ziekten van het spijsverteringsstelsel Ziekten van het urogenitaalsysteem Complicaties van zwangerschap, bevalling en kraambed Ziekten van de huid en de celweefsels Ziekten van het bewegingsstelsel en het bindweefsel Congenitale afwijkingen Aandoeningen met oorsprong in de perinatale periode Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Ongevalsletsels en vergiftigingen Onbekend Totaal Op basis van het aantal invaliden vermeld op 31 december maakt men een opsplitsing volgens de ziektegroep waarin de invalide erkend is. De belangrijkste ziektegroepen zijn 13, 5 en 7. Op 31 december 211 bedragen de percentages van invaliden in deze belangrijkste ziektegroepen respectievelijk 28,95%, 19,59% et 12,21%.

21 9 Grafiek 9 - Aantal invaliden per ziektegroep en per geslacht op 31 december Onbekend Mannen Vrouwen Tabel 12 - Aantal invaliden op 31 december 211 per beginjaar ziekte Beginjaar ziekte Zelfstandigen Zelfstandigen Meehelpende Meehelpende Totaal Mannen Vrouwen Echtg. Mannen Echtg. Vrouwen 1988 en vóór Totaal In Tabel 12 zijn het aantal invaliden op 31 december 211 verdeeld volgens het aanvangsjaar van de ziekte. De gevallen die dateren van vóór 1988 werden samengebracht in het jaar Het aantal invaliden dat in het jaar 211 in invaliditeit is getreden, is het aantal invaliden met als beginjaarziekte 21. De aantallen die vermeld staan in de andere ziektejaren omvatten het resterend deel, rekening houdend met de uittredens (werkhervatting, pensioen, overlijden,...)

22 1 b. Vergoede dagen en uitgaven Tabel 13 - Aantal vergoede dagen en bijhorende uitgaven (in euro) - Evolutie Vergoede dagen Zelfstandigen Mannen Vrouwen Totaal Meeh. Echtgenoten Mannen Vrouwen Totaal Onbekend 53 Algemeen totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 2,55% 2,% 3,77% 4,1% 2,36% Uitgaven Zelfstandigen Mannen Vrouwen Totaal Meeh. Echtgenoten Mannen Vrouwen Totaal Onbekend Algemeen totaal Evolutie t.o.v. vorig jaar 11,62% 8,87% 7,26% 7,68% 6,94% Gemiddelde uitkering Zelfstandigen Mannen 34,72 37,6 38,37 39,54 41,21 Vrouwen 3,83 33, 34,25 35,97 37,65 Totaal 33,56 35,84 37,9 38,39 4,5 Meeh. Echtgenoten Mannen 3,56 34,91 35,31 33,48 4,85 Vrouwen 28,85 31,18 31,93 33,1 35,24 Totaal 28,95 31,4 32,14 33,12 35,56 Algemeen totaal 33,35 35,6 36,8 38,6 39,76 Evolutie t.o.v. vorig jaar 8,85% 6,73% 3,36% 3,44% 4,47% Tabel 13 geeft de vergoede dagen en de uitgaven betreffende de invaliditeit weer. Buiten de dagen en de uitgekeerde bedragen werd er een gemiddelde uitkering per sociale stand berekend. De uitgekeerde dagbedragen zijn forfaitaire bedragen die worden toegekend naargelang de familiale toestand en naar gelang de evolutie van de gezondheidsindex. In 27 stijgen de uitgaven met 11,62% ten opzichte van 26 door de koppeling van de uitkeringen aan het minimum pensioen voor de gerechtigden met gezinslast en alleenstaanden (minimum pensioen loontrekkenden voor de invaliden die hun bedrijf stopgezet hebben en minimum pensioen voor zelfstandigen voor de invaliden die hun bedrijf niet stopgezet hebben). Een categorie "samenwonenden" is ook geïntroduceerd op 1 januari 27. De trend zet zich in 28, 29, 21 en 211 voort met een stijging van respectievelijk 8,87%, 7,26%, 7,68% en 6,94%. Deze kan onder meer verklaard worden door aanpassingen aan de gezondheidsindex, alsook verhogingen van de forfaits in 28, 29, 21 en 211 en de toename van het aantal invaliden. - 1 mei 211: *Overschrijding spilindex : aanpassing gezondheidsindex (+2%). * Introductie inhaalpremie van 2 EUR (Bedrag in voege op 1 mei 211). Deze inhaalpremie wordt elk jaar (N) uitbetaald in de maand mei aan invaliden wiens duur van de incapaciteit ten minste 1 jaar bedraagt op 31 december van het voorgaande jaar (N -1) - 1 september 211: * Verhoging van de toegekende forfaits met 2% voor invaliden met stopzetting van de onderneming * Verhoging van de toegekende forfaits aan gerechtigden in primaire arbeidsondgeschiktheid en aan invaliden zonder stopzetting van de o nderneming + 2,11 % voor de gerechtigden met gezinslast + 2,37 % voor de alleenstaande gerechtigden + 2, % voor de samenwonende gerechtigden * Herwaardering met 7,6% van de drempel (beroepsinkomens)voor samenwonenden die betaald worden als alleenstaanden. * Herwaardering met 2% van de drempel (vervangingsinkomens) voor samenwonenden die betaald worden als alleenstaanden.