Sterfte in Drenthe. Sterfte over de periode

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sterfte in Drenthe. Sterfte over de periode 1999-2003"

Transcriptie

1 Sterfte in Sterfte over de periode 9-00

2

3 Sterfte in Sterfte over de periode 9-00 December 006 C.A. Bos, epidemioloog N. van Zanden, epidemioloog GGD Overcingellaan 90 LA tel

4

5 INHOUDSOPGAVE Samenvatting...5. Inleiding.... Aanleiding.... Achtergrond van sterfteregistratie.... Regionale sterfte.... De bevolking van...9. Sterfte.... Totale sterfte..... Totale sterfte in..... Totale sterfte in.... Sterfte naar doodsoorzaak..... Sterfte aan hart- en vaatziekten Sterfte aan subgroepen hart- en vaatziekten Sterfte aan nieuwvormingen (kanker) Sterfte aan subgroepen van kanker Sterfte aan ziekten van ademhalingsorganen Sterfte aan niet-natuurlijk doodsoorzaken... Bijlage...5

6

7 Samenvatting In totaal zijn gedurende de periode 9-00 in 8 vrouwen en 60 mannen overleden, dit komt neer op een gemiddelde sterfte van mannen en 80 vrouwen per jaar. De sterfte bij mannen ligt % onder het landelijk gemiddelde. Mannen in overlijden op een gemiddeld iets jongere leeftijd dan landelijk en de levensverwachting van mannen in is.5 jaar, tegen. jaar landelijk. De sterfte bij vrouwen in ligt significant onder het landelijk gemiddelde (%), terwijl ze overlijden op een gemiddeld significant latere leeftijd dan landelijk. Drentse vrouwen worden gemiddeld 80.5 jaren oud, tegen 9.5 jaar voor de se vrouwen. Een significant lagere sterfte gecombineerd met een hogere levensverwachting geeft aan dat in de toekomst geconfronteerd zal worden met, in vergelijking met, meer chronisch zieken en een grotere vraag naar zorg. Hart- en vaatziekten is qua omvang nog steeds de belangrijkste doodsoorzaak. Van de mannen in die gedurende de jaren 9-00 zijn overleden, stierf % aan hart en vaatziekten. Van de vrouwen stierf 5% aan hart en vaatziekten. Gemiddeld overleden er in gedurende de jaren mannen en 5 vrouwen per jaar aan hart- en vaatziekten. De sterfte aan hart- en vaatziekten in lag zowel bij de mannen als bij de vrouwen onder het landelijk gemiddelde. Kanker is qua omvang de op één na belangrijkste doodsoorzaak. Van de overleden mannen stierf % aan de gevolgen van kanker, van de overleden vrouwen 6%. Gemiddeld overlijden per jaar in 56 mannen en 56 vrouwen aan kanker. Longkanker is de meest voorkomende vorm van kwaadaardige kanker bij mannen. Ruim % van de totale sterfte bij mannen in wordt veroorzaakt door longkanker. De sterfte aan longkanker bij mannen ligt met 8% significant boven het landelijk gemiddelde. De sterfte aan longkanker bij vrouwen uit ligt 5% onder het landelijk gemiddelde. Bij de se mannen was een daling van de absolute sterfte aan longkanker te zien van 6589 mannen in 9 tot 656 mannen in 00, bij se vrouwen een stijging van 6 in 9 tot 0 vrouwen in 00. In zijn deze trends nog niet waar te nemen. Hier zijn twee mogelijke oorzaken voor aan te wijzen: ten eerste door de relatief kleine bevolkingsomvang van zijn jaarlijkse fluctuaties duidelijker zichtbaar dan bij de totale se bevolking. Daarnaast kan er sprake zijn van een naijleffect. De trend van daling van de bruto sterfte bij se mannen en de stijging van de bruto sterfte bij se vrouwen heeft nog niet bereikt. Een dergelijk fenomeen was ook te zien bij de sterfte aan hart- en vaatziekten in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw. De daling van de sterfte aan hart- en vaatziekten trad voor geheel een aantal jaren eerder op dan voor. Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Jaarlijks overlijden er in vrouwen aan borstkanker. Dit komt overeen met ongeveer 5% van de totale sterfte bij vrouwen uit. Gedurende de periode 9-00 zijn in mannen en vrouwen aan dikke darmkanker overleden. Deze sterfte ligt zowel bij mannen als bij vrouwen significant boven het landelijke gemiddelde, bij mannen 6%, bij vrouwen 8%. Oorzaak voor deze hogere sterfte moet mogelijk gezocht worden in voedingspatronen. Een hoge consumptie van verzadigd vet zou het risico op darmkanker verhogen, evenals consumptie van rood vlees en vleeswaren. Met uitzondering van de gemeenten en ligt in alle gemeenten de sterfte ten gevolge van wegverkeersongevallen boven het landelijk gemiddelde. Gedurende de 5-jaars periode 9-00 zijn in 65 mannen en 59 vrouwen overleden ten gevolge van wegverkeersongevallen. Voor de gehele provincie geldt dat de sterfte aan wegverkeersongevallen % boven het landelijk gemiddelde ligt

8 - 6 -

9 . INLEIDING. Aanleiding Op basis van de Wet collectieve preventie volksgezondheid dient elke gemeente inzicht te hebben in de gezondheidssituatie van de lokale bevolking, teneinde het lokale gezondheidsbeleid vorm te kunnen geven. Voor een goed gezondheidsbeleid is inzicht in de gezondheidssituatie van de lokale bevolking noodzakelijk, waarbij de gezondheidssituatie beschreven kan worden in termen van ziekten en gezondheidsproblemen. Met andere woorden: het gaat in feite om de ongezondheid van de bevolking. Met gezondheid wordt dan ook niet alleen ziek zijn bedoeld. In ruime zin kan ongezondheid ook het niet goed functioneren in zowel lichamelijke als geestelijke zin omvatten. Voor het wel of niet gezond zijn, zijn een groot aantal factoren verantwoordelijk. Over het algemeen worden de volgende factoren (ook wel determinanten van gezondheid genoemd) onderscheiden: - biologische factoren; - sociale en maatschappelijke omgeving; - leefstijl en leefwijze; - gezondheidszorgvoorzieningen Voor het beschrijven van de gezondheidssituatie van de bevolking is informatie over al deze aspecten van belang. Daarnaast kunnen gegevens over de regionale sterfte additionele informatie geven over de gezondheidssituatie van de lokale bevolking.. Achtergrond van sterfteregistratie Sinds het einde van de 9 e eeuw vindt een systematische registratie van doodsoorzaken plaats. Nadat iemand is overleden wordt de doodsoorzaak ingevuld op een formulier opgestuurd naar het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) te Den Haag. Aldaar worden de doodsoorzaken geclassificeerd volgens de BELDO-lijst. In de BELDO-lijst zijn doodsoorzaken door de World Health Organisation (WHO) ingedeeld in hoofdgroepen en 55 subgroepen. Naast de doodsoorzaak worden ook leeftijd, geslacht en woonplaats gecodeerd. Door het vastleggen van deze gegevens biedt de doodsoorzakenstatistiek een goede mogelijkheid voor het vaststellen van regionale gezondheidsverschillen, dit ondanks het feit dat de statistieken een aantal onzuiverheden kunnen bevatten. Bijvoorbeeld het vaststellen van de werkelijke oorzaak van overlijden is niet altijd eenvoudig. Een studie onder een aantal se huisartsen toonde aan dat bij twijfel vaak symptomen en onvolledig ziektebeelden als doodsoorzaak wordt aangegeven. De plaats waar een individu overlijdt kan ook van invloed zijn op de nauwkeurigheid van de doodsoorzakenstatistiek. Voor eenzelfde doodsoorzaak kunnen verschillende doodsoorzaken worden opgegeven indien het overlijden thuis plaats vindt, of in een regionaal ziekenhuis of een academisch ziekenhuis. Uit het bovenstaande blijkt dat om een aantal redenen in een doodsoorzakenstatistiek onzuiverheden kunnen voorkomen. Ook om een aantal andere redenen moet bij het interpreteren van sterftecijfers een aantal beperkingen in het oog worden gehouden: - sterftecijfers zeggen weinig over (chronische) niet-dodelijke ziekten - verschillen in sterftecijfers tussen twee bevolkingsgroepen zeggen relatief weinig over de oorzaak van deze verschillen Desondanks kunnen deze statistieken gebruikt worden bij de ontwikkeling van een regionaal gezondheidsprofiel. Ze moeten beschouwd worden als een grove maat om gezondheidsverschillen per regio op te sporen.. Regionale sterfte In is voor de drie toenmalige Drentse GGD-en voor het eerst een sterfteanalyse uitgevoerd. Het betrof een analyse van de sterftecijfers over de jaren De belangrijkste uitkomsten van deze analyses waren: - er was in over de jaren een oversterfte aan hart- en vaatziekten. In de regio Zuidwest lag de sterfte zowel bij mannen als bij vrouwen aan hart- en vaatziekten rond het landelijk niveau, in de regio Noord en Midden lag bij mannen de sterfte % boven het landelijk gemiddelde, bij vrouwen 9% boven het landelijk gemiddelde. In de regio Zuidoost lag bij mannen de sterfte aan hart- en vaatziekten ruim 0% boven het landelijk gemiddelde, bij vrouwen % boven het landelijk gemiddelde. - -

10 - Qua omvang waren kwaadaardige vormen van kanker, na de sterfte aan hart- en vaatziekten, de tweede belangrijkste doodsoorzaak, waarbij bij mannen de grootste sterfte plaats vond aan longkanker, bij vrouwen aan borstkanker. - Over de periode lag het sterftecijfer voor zelfdoding bij mannen in de regio s Noord en Midden en Zuidwest significant boven het landelijk gemiddelde. In Noord en Midden lag de sterfte aan zelfdoding bij mannen 56% boven het landelijk gemiddelde, in Zuidwest % boven het landelijk gemiddelde. Ook de sterfte voor zelfdoding bij vrouwen lag in beide regio s (niet significant) boven het landelijk gemiddelde (respectievelijk 8% en 0%). In de regio Zuidoost lag de sterfte aan zelfdoding onder mannen % boven het landelijk gemiddelde en bij vrouwen % onder het landelijk gemiddelde. In deze rapportage worden de sterftecijfers voor de Drentse gemeenten en geheel gegeven voor de 5-jaars periode Zoals beschreven staat in hoofdstuk. worden de doodsoorzaken ingedeeld in hoofdgroepen en 55 subgroepen. In hoofdstuk wordt de totale sterfte (de sterfte aan alle doodsoorzaken gezamenlijk) en de sterfte aan de vier kwantitatief belangrijkste doodsoorzaken beschreven. In de bijlage wordt de sterfte, op provinciaal niveau, aan alle hoofdgroepen gegeven en de sterfte aan een beperkt aantal subgroepen. Van een aantal hoofdgroepen en subgroepen worden ook gegevens op gemeentelijk niveau gepresenteerd. Cijfers over hoofdgroepen en subgroepen waaraan de sterfte klein is, zijn weggelaten vanwege de jaarlijkse en gemeentelijke fluctuaties

11 . DE BEVOLKING VAN DRENTHE In deze paragraaf wordt een aantal achtergrondkenmerken van de bevolking van de Drentse gemeenten en de totale provincie besproken. Deze kunnen een verklaring geven voor eventuele sterfteverschillen tussen en. Bevolkingsaantallen In 9 telde de provincie op januari 609 inwoners, op december 00 was dit aantal met,% toegenomen tot 85. Gedurende dezelfde periode nam het aantal inwoners van toe met,%. De grootste bevolkingsaanwas vond plaats in, gevolgd door. In deze gemeenten nam de bevolking met respectievelijk,9% en,9% toe. De gemeente kende de geringste bevolkingstoename in, nl.,%. Zoals blijkt uit tabel wijkt de bevolkingstoe- of afname in de verschillende leeftijdsgroepen in af van de landelijke cijfers. Procentueel gezien is de bevolkingsafname in bij 0-9 jarigen ruim 5% hoger dan landelijk. Mogelijke oorzaken hiervoor zijn het beperkt aantal hogere opleidingsmogelijkheden in en verschillen in de arbeidsmarkt tussen en geheel. Vanaf 65 jaar blijkt de bevolking van de afgelopen vijf jaar relatief forser te zijn gegroeid dan. Het aantal inwoners van 65 jaar en ouder steeg in met 8,%, tegen een stijging van 5,6% voor geheel. Tabel. Aanwezige bevolking naar leeftijd in en op januari 9 en december 00. jaren jan 9 dec 00 verschil jan 9 dec 00 Verschil ,% -5,6% 5,6% 6,%,% ,8% -,% 6,0%,9%,8% Etniciteit Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) rekent personen tot de groep allochtonen als tenminste één van de ouders in het buitenland is geboren. Allochtonen die zelf in het buitenland zijn geboren vormen de eerste generatie en allochtonen die in zijn geboren de tweede generatie. Het percentage eerste en tweede generatie allochtonen ligt in aanzienlijk onder de landelijke cijfers. 8,% van de Drentse bevolking was op december 00 een eerste of tweede generatie allochtoon. Dit percentage lag landelijk op 9,0%. Een ander belangrijk verschil tussen en is dat in verhoudingsgewijs veel meer westerse allochtonen en veel minder nietwesterse allochtonen wonen. Van de allochtonen die in wonen, is 6% een westerse allochtoon. Landelijk is % van de allochtonen een westerse allochtoon. Van de allochtonen in is 6% van niet-westerse afkomst, landelijk is meer dan de helft (5%) van niet-westerse afkomst

12 - -

13 . STERFTE In dit hoofdstuk wordt de sterfte van de belangrijkste doodsoorzaken in en de Drentse gemeenten beschreven over de periode 9 tot en met 00. In de bijlage worden cijfers gepresenteerd over alle doodsoorzaken. Op basis van de gegevens die het CBS verkrijgt over de overledenen kunnen de volgende sterftematen worden berekend: Absolute aantal overledenen: dit is het werkelijk aantal overledenen per tijdseenheid. De absolute sterfte is een maat voor de omvang van een bepaalde doodsoorzaak. Bruto sterfte: dit wordt gedefinieerd als het gemiddeld aantal overledenen per.000 inwoners gedurende een bepaalde periode. Door de sterfte te berekenen per.000 inwoners kunnen populaties van verschillende grootte, bijvoorbeeld en, met elkaar worden vergeleken. Doordat de bruto sterfte geen rekening houdt met de leeftijdsopbouw van de bevolkingen kan wel een vertekening ontstaan. Gestandaardiseerde sterfte: om de sterfte tussen bevolkingen met een verschillende leeftijdsopbouw te kunnen vergelijken, wordt de Standard Mortality Ratio (SMR) gebruikt. De SMR is een maat voor de sterfte in een bepaalde indexpopulatie (regio of gemeente) ten opzichte van een standaardpopulatie (in dit geval ). Bij het berekenen van de SMR wordt zowel gecorrigeerd voor verschillen in populatieomvang als leeftijdsopbouw tussen de index- en de standaardpopulatie. De SMR geeft aan of er sprake is van ondersterfte of oversterfte. Voor bedraagt waarde van de SMR altijd. Indien de SMR in of in een gemeente hoger is dan, dan is er sprake van oversterfte, is de SMR lager dan, dan is er sprake van ondersterfte. Bij een SMR in van 9 is de sterfte in % lager dan de sterfte in. Behalve de SMR, wordt ook het betrouwbaarheidsinterval van de SMR berekend. Met behulp van het betrouwbaarheidsinterval kan worden nagegaan of een verschil in SMR tussen bijvoorbeeld en berust op toeval of niet. Geeft het betrouwbaarheidsinterval aan dat het verschil kan berusten op toeval dan is het verschil niet-significant, geeft het betrouwbaarheidsinterval aan dat het verschil niet berust op toeval, dan noemen we dat verschil significant. De gestandaardiseerde sterfte van de doodsoorzaken 9-00 van de Drentse gemeenten worden weergegeven in een geografische kaart, opdat in één oogopslag verschillen tussen gemeenten en/of regio s kunnen worden gezien. De SMR s worden hierbij opgedeeld in een vijftal groepen, elk met een eigen specifieke kleur: <% onder het landelijk gemiddelde -% onder het landelijk gemiddelde ongeveer het landelijk gemiddelde ± % -% boven het landelijk gemiddelde >% boven het landelijk gemiddelde. Totale sterfte.. Totale sterfte in Per jaar overlijden er in ongeveer mannen en vrouwen. Het aantal sterfgevallen bij vrouwen is groter, omdat de bevolking meer vrouwen dan mannen telt. De meeste sterfgevallen vinden plaats op hogere leeftijden. In 00 was de leeftijd waarop de meeste mensen overleden 8 jaar. In de toekomst zal de absolute sterfte door de naoorlogse geboortegolf naar verwachting verder toenemen van ruim in 00 naar in 050. Deze toename heeft te maken met de groei en vergrijzing van de bevolking in. Er bestaan in aanzienlijke verschillen in gezondheid naar sociaal-economische status (SES). De SES is daarbij gemeten naar opleiding, inkomen of beroepsniveau. Lager opgeleide mannen en vrouwen leven gemiddeld respectievelijk.9 jaar en.6 jaar korter dan hoog opgeleiden. Het RIVM heeft berekend dat, na correctie voor leeftijdsverschillen, de sterfte onder mannen in de armste buurt van ruim % hoger is dan onder mannen in de rijkste buurt van het land. Voor vrouwen is de sterfte in de armste buurt % hoger dan in de rijkste buurt. - -

14 De sterfte onder Turkse, Surinaamse en Antilliaanse mannen is ongeveer 5% hoger dan onder autochtone mannen, na correctie voor leeftijdsverschillen tussen de populaties. Marokkaanse mannen daarentegen hebben een 5% lager sterfterisico dan autochtonen. Bij vrouwen zijn de verschillen kleiner. Alleen Surinaamse en Antilliaanse vrouwen lopen een groter sterfterisico. Deze verschillen worden deels veroorzaakt doordat allochtonen over het algemeen een lagere sociaal-economische status hebben. Fig.. Totale sterfte per provincie, 00, per.000 inwoners Zeeland Limburg Groningen Friesland Zuid-Holland Overijssel Gelderland NEDERLAND Noord-Holland Brabant Utrecht Flevoland Totale sterfte in Absolute en bruto sterfte Gedurende de vijfjaarsperiode 9-00 zijn in gemiddeld per jaar mannen en 80 vrouwen overleden. Totaal overleden gedurende deze periode 50 inwoners van. In tabel staat de gemiddelde absolute sterfte voor de Drentse gemeenten per jaar weergegeven. De bruto sterfte is het gemiddeld aantal overledenen per.000 inwoners gedurende een bepaalde periode. Omdat bij de bruto sterfte geen rekening wordt gehouden met verschillen in leeftijdsopbouw tussen populaties, ligt de bruto sterfte voor alle doodsoorzaken gezamenlijk zowel voor mannen als vrouwen in hoger dan in. De bruto totale sterfte van mannen in is 986, tegen 868 voor geheel. Voor Drentse vrouwen bedraagt de totale bruto sterfte 909. Voor se vrouwen bedroeg de totale bruto sterfte 868. Tabel. Jaarlijkse absolute totale sterfte van mannen en vrouwen 9-00 gemiddelde jaarlijkse absolute sterfte mannen vrouwen Midden

15 Gestandaardiseerde sterfte Voor het vergelijken van de sterfte in met de sterfte onder de se bevolking is de Standardized Mortality Ratio (SMR) gebruikt. Bij het berekenen van de SMR wordt gecorrigeerd voor verschillen in bevolkingsomvang en leeftijdsopbouw tussen en. Zoals blijkt uit tabel ligt de gestandaardiseerde totale sterfte onder vrouwen in gedurende de periode 9-00 % onder de landelijk sterfte. Bij de mannen ligt deze sterfte in % onder het landelijk cijfer. Tabel. Totale sterfte (SMR) in over de periode 9-00 SMR mannen vrouwen Midden- * * * significant afwijkend van 96 * Bij het berekenen van de SMR wordt geen rekening gehouden met de leeftijd van overlijden. Bij het concept van verlies aan levensjaren wordt het tijdstip van overlijden wel in de berekening betrokken. Het kenmerk van het verlies aan levensjaren is dat aan de sterfte op jongere leeftijd meer gewicht wordt toegekend dan aan sterfte op oudere leeftijd. Uit de analyses voor verlies aan levensjaren blijkt dat de sterfte van mannen in een iets hoger verlies aan levensjaren oplevert dan landelijk. Dit betekent dat mannen in gemiddeld op een iets jongere leeftijd overlijden dan landelijk. Rekening houdend met de leeftijd van overlijden kan ook de levensverwachting berekend worden. De levensverwachting voor mannen in is.5 jaar, tegen. jaar voor geheel. Het verlies aan levensjaren bij vrouwen in wijkt echter significant af van het landelijke cijfer. Gedurende de periode 9-00 zijn vrouwen in gemiddeld op een latere leeftijd overleden dan se vrouwen. De levensverwachting van vrouwen in is hoger dan landelijk. Drentse vrouwen worden gemiddeld 80.5 jaren oud, tegen 9.5 jaar voor de se vrouwen. Fig.. Totale sterfte bij mannen per Fig.. Totale sterfte bij vrouwen per gemeente in vergelijking met gemeente in vergelijking met

16 . Sterfte naar doodsoorzaak Gedurende de vijfjaarsperiode 9-00 zijn in 0550 personen overleden. De belangrijkste doodsoorzaak was, zowel voor mannen als voor vrouwen, hart- en vaatziekten, gevolgd door nieuwvormingen (kanker en goedaardige tumoren). Van alle overleden mannen in stierf % aan hart- en vaatziekten en % aan kanker. Voor se vrouwen bedroegen deze percentages: 5% voor hart- en vaatziekten en 5% voor kanker. Van de 60 Drentse mannen die gedurende de vijfjaars periode 9-00 overleden, overleed % aan hart- en vaatziekten en % aan kanker. Van de 8 overleden Drentse vrouwen overleed 5% aan de gevolgen van hart- en vaatziekten en 6% aan kanker... Sterfte aan hart- en vaatziekten De hoofdgroep hart- en vaatziekten wordt onderverdeeld in drie subgroepen: - ziekten van de kransvaten (coronaire hartziekten). Acuut hartinfarct valt in deze subgroep; - overige hartziekten; - hersenvaatletsels (CVA, inclusief hersenbloeding en herseninfarct); Absolute sterfte Gedurende de vijfjaarsperiode 9-00 zijn in gemiddeld per jaar 9 mannen en 5 vrouwen overleden aan hart- en vaatziekten (tabel ). Landelijk zijn gedurende deze vijfjaarsperiode meer vrouwen dan mannen overleden aan hart- en vaatziekten. Tabel. Gemiddelde jaarlijkse absolute sterfte aan hart- en vaatziekten gemiddelde jaarlijkse absolute sterfte mannen vrouwen Midden Gestandaardiseerde sterfte Na correctie voor verschillen in leeftijdsopbouw blijken in verhoudingsgewijs minder mannen en minder vrouwen te overlijden aan hart- en vaatziekten dan landelijk. - -

17 Tabel 5. Sterfte (SMR) aan hart- en vaatziekten in over de periode 9-00 SMR mannen vrouwen Midden- * 86 * 9 * 9 80 * * * 90 * * 9 9 * significant afwijkend van 96 * Voor mannen in ligt de sterfte aan hart- en vaatziekten % onder het landelijk gemiddelde, bij vrouwen ligt de sterfte met % significant onder het landelijk gemiddelde. Zoals blijkt uit tabel 5 is bij mannen de sterfte aan hart- en vaatziekten in significant hoger dan landelijk, in de gemeenten en significant lager dan landelijk. Voor vrouwen in is er een significante oversterfte aan hart- en vaatziekten, in,, Midden en een significante ondersterfte aan hart- en vaatziekten. Fig.. Sterfte aan hart- en vaatziekten Fig. 5. Sterfte aan hart- en vaatziekten bij mannen in vergelijking met bij vrouwen in vergelijking met Sterfte aan subgroepen hart- en vaatziekten Bij de mannen was de sterfte aan de ziekten van de kransvaten de belangrijkste doodsoorzaak onder de hart- en vaatziekten. Bij de vrouwen was de sterfte aan hersenvaatletsels de voornaamste doods-oorzaak onder de hart- en vaatziekten. Absolute en bruto sterfte Gedurende de periode 9-00 zijn in jaarlijks 6 mannen overleden aan ziekten van de kransslagaderen, dit komt overeen met % van alle mannen die zijn overleden aan de gevolgen van harten vaatziekten. De gemiddelde jaarlijkse sterfte aan ziekten van de kransslagaderen bij vrouwen 5. Dit komt overeen met 0% van de totale sterfte aan hart- en vaatziekten

18 De ziekten van de kransslagaderen zijn onderverdeeld in een aantal subgroepen, waaronder acuut hartinfarct. Gemiddeld overleden er in per jaar 5 mannen en 0 vrouwen aan een acuut hartinfarct. Ruim 0% van de vrouwen in die overleden aan hart- en vaatziekten, overleden aan hersenvaatletsels. Dit percentage bedroeg voor mannen 0%. Zoals blijkt uit figuur 6 is in de bruto sterfte aan ziekten van de kransvaten gedurende de periode 9-00 bij zowel mannen als vrouwen afgenomen. Ook in is bij vrouwen een afname van de bruto sterfte aan ziekten van de kransvaten te constateren. De afname van de bruto sterfte bij vrouwen in komt overeen met de afname van de sterfte bij vrouwen in. De afname van de bruto sterfte van ziekten van de kransvaten van mannen in blijft echter achter bij de afname van deze sterfte van mannen in. Ondanks deze afname van de bruto sterfte aan ziekten van de kransvaten zal, uitgaande van alleen demografische ontwikkelingen, het absoluut aantal personen met een coronaire hartziekte tussen 000 en 00 met % stijgen. Figuur 6. Bruto sterfte aan ziekten van kransvaten Ned.man Ned.vrouw Dr. man Dr. vrouw Gestandaardiseerde sterfte Na correctie voor verschillen in leeftijdsopbouw blijken in verhoudingsgewijs meer mannen en minder vrouwen te overlijden aan ziekten van de kransslagaderen dan landelijk. Zowel voor mannen als vrouwen is het verschil ten opzichte van de landelijke cijfers niet significant. Wel significant is de oversterfte bij mannen aan acuut hartinfarct. Tabel 6. Sterfte (SMR) aan belangrijkste subgroepen hart- en vaatziekten in 9-00 zkt. v. kransslagaderen acuut hartinfarct hersenvaatletsels (CVA) mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen 98 8 * 98.. Sterfte aan nieuwvormingen (kanker) De hoofdgroep nieuwvormingen omvat zowel goedaardige als kwaadaardige vormen van kanker. De kwaadaardige vormen van kanker zijn de belangrijkste subgroep van nieuwvormingen. Van de mannen die aan kanker overlijden, overlijdt ruim 9% aan kwaadaardige vormen van kanker. Voor vrouwen bedraagt dit percentage 96%. Onder de kwaadaardige nieuwvormingen vallen 9 verschillende subgroepen. Kwantitatief de belangrijkste subgroepen zijn voor mannen longkanker, prostaatkanker en kanker aan de dikke darm, voor vrouwen borstkanker, longkanker en dikke darmkanker

19 Absolute sterfte Gedurende de vijfjaarsperiode 9-00 zijn in gemiddeld per jaar 56 mannen en 56 vrouwen aan kanker overleden. Van de mannen in die gedurende de periode 9-00 aan kanker zijn overleden, overleed % aan longkanker, % aan de gevolgen van prostaatkanker en 9% aan kanker van de dikke darm. Ruim 0% van de vrouwen in die overleden aan kanker, overleed aan borstkanker, % aan longkanker en eveneens % aan kanker van de dikke darm. Gestandaardiseerde sterfte Na correctie voor verschillen in leeftijdsopbouw tussen en blijken er verhoudingsgewijs in gedurende de periode 9-00 significant meer mannen te zijn overleden aan kanker dan in. De kankersterfte onder mannen ligt in % boven het landelijk gemiddelde. De gestandaardiseerde sterfte aan kanker onder vrouwen in lag gedurende deze periode % onder het landelijke cijfer. Tabel. Sterfte (SMR) aan kanker in over de periode 9-00 SMR mannen vrouwen Midden- 89 * * * * significant afwijkend van * 98 Fig.. Sterfte aan kanker Fig. 8. Sterfte aan kanker bij mannen in vergelijking met bij vrouwen in vergelijking met Bij de kankersterfte onder mannen in is het opvallend dat in de steden en de kankersterfte significant boven het landelijk gemiddelde ligt (respectievelijk % en % boven het landelijk gemiddelde), terwijl de kankersterfte onder mannen in met % onder het landelijk gemiddelde ligt. - -

20 ... Sterfte aan subgroepen van kanker In dit hoofdstuk wordt de sterfte aan de kwantitatief belangrijkste vormen van kanker weergegeven. De sterfte aan andere vormen van kanker wordt weergegeven in de bijlage, tabel B9. Longkanker Absolute en bruto sterfte Van de mannen in die overleden zijn aan kanker, overleden er ruim % aan longkanker. Jaarlijks overleden er in mannen en vrouwen aan longkanker. In bedroeg gedurende de periode 9-00 bij mannen de bruto sterfte aan longkanker per.000 mannen, tegen 80 mannen per.000 landelijk. Voor vrouwen bedroegen deze cijfers: 8 per.000 vrouwen in en 0 per.000 vrouwen in. Vanaf het midden van de jaren tachtig daalt het aantal nieuwe gevallen van longkanker onder mannen. De daling is het gevolg van een forse daling van het aantal rokers onder mannen in de periode Doordat meer vrouwen vanaf de jaren zestig zijn gaan roken, is het aantal nieuwe gevallen van longkanker bij vrouwen in de periode -00 gestegen. In 9 overleden 6 se vrouwen aan longkanker. Dit aantal was in 00 toegenomen tot 06. De sterfte per.000 vrouwen nam toe van in 9, tot in het jaar 00. Tabel 8. Absolute en bruto sterfte aan longkanker 9-00 mannen vrouwen mannen vrouwen absoluut bruto absoluut bruto absoluut bruto absoluut bruto Gestandaardiseerde sterfte Na correctie voor verschillen in leeftijdsopbouw tussen en blijken er verhoudingsgewijs in gedurende de periode 9-00 significant meer mannen te zijn overleden aan longkanker. Bij vrouwen lag de sterfte aan longkanker significant onder het landelijk gemiddelde. Fig.9. Sterfte aan longkanker Fig.. Sterfte aan longkanker bij mannen in vergelijking met bij vrouwen in vergelijking met

21 Prostaatkanker Leeftijd speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van prostaatkanker. Prostaatkanker komt vooral voor bij mannen boven de zestig. Voor het vijftigste levensjaar is prostaatkanker zeldzaam. Jaarlijks overleden er gemiddeld in 85 mannen aan prostaatkanker, dit komt overeen met een bruto sterfte van 6 per.000 mannen. Vergeleken met landelijke cijfers lag de sterfte aan prostaatkanker in % boven het landelijk gemiddelde. Uitgaande van alleen demografische ontwikkelingen zal het absoluut aantal nieuwe gevallen van prostaatkanker tussen 005 en 05 met 56% stijgen. Kanker van de dikke darm Darmkanker komt het meest voor bij personen ouder dan 60 jaar. In de periode -00 is het aantal nieuwe gevallen (incidentie) van darmkanker licht gestegen. Over genoemde periode overleden er in gemiddeld 65 mannen en 6 vrouwen per jaar aan kanker van de dikke darm. De gecorrigeerde sterfte (SMR) ligt voor mannen 6% en voor vrouwen 8% boven het landelijk gemiddelde. Fig.. Sterfte aan dikke darmkanker Fig.. Sterfte aan dikke darmkanker bij mannen in vergelijking met bij vrouwen in vergelijking met Omdat het voorkomen van endeldarm- en dikke darmkanker toeneemt met de leeftijd zal vergrijzing en groei van de bevolking een groot effect hebben op het voorkomen in de toekomst: op grond van alleen demografische ontwikkelingen is de verwachting dat het absoluut aantal nieuwe patiënten met darmkanker in de periode zal toenemen met %. Borstkanker Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In de periode is het absolute aantal vrouwen dat per jaar borstkanker krijgt, gestegen van circa.900 tot circa.00. Deze toename is toe te schrijven aan een verbeterde diagnose door invoering van het bevolkingsonderzoek op borstkanker en door de groei en de vergrijzing van de bevolking. In overleden er jaarlijks gemiddeld vrouwen aan de gevolgen van borstkanker

22 Fig.. Sterfte aan borstkanker bij vrouwen in vergelijking met 9-00 Op basis van alleen demografische ontwikkelingen, is de verwachting dat de absolute incidentie van borstkanker bij vrouwen in de periode met ongeveer 8% zal stijgen. Gestandaardiseerde sterfte Tabel 9 geeft de SMR s voor de subgroepen van kanker. In komt dikke darmkanker en longkanker bij mannen significant meer voor dan landelijk, terwijl longkanker bij vrouwen in significant minder voorkomt dan landelijk. Tabel 9. Sterfte (SMR) aan longkanker, prostaatkanker, borstkanker en kanker van de dikke darm (9-00) longkanker prostaat borstkanker dikke darmkanker kanker mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen 8* 85* 6* 8* * significant afwijkend van.. Sterfte aan ziekten van ademhalingsorganen De hoofdgroep ziekten van ademhalingsorganen bestaat uit ziekten van de luchtwegen en van de longen. Longkanker valt niet onder deze hoofdgroep, maar onder de hoofdgroep nieuwvormingen. Belangrijke subgroepen onder de ziekten van de ademhalingsorganen zijn longontsteking, griep en astma en COPD. Deze laatste twee aandoeningen vormden vroeger samen de subgroep chronische aandoeningen van de onderste luchtwegen (CARA). De belangrijkste determinant voor ziekten van de ademhalingsorganen is roken. Absolute en bruto sterfte Gedurende de jaren 9-00 overleden er in mannen en 98 vrouwen aan aandoeningen van de ademhalingsorganen, dit komt neer op gemiddeld 9 mannen en 89 vrouwen per jaar, oftewel 6 mannen per.000 mannen en 9 vrouwen per.000 vrouwen. Bij de mannen wordt 56% van de sterfte aan ziekten van de ademhalingsorganen veroorzaakt door sterfte door aan astma of COPD (CARA), bij vrouwen is dit %. Gestandaardiseerde sterfte Na correctie voor verschillen in leeftijdsopbouw tussen en blijken er verhoudingsgewijs in gedurende de periode 9-00 significant minder vrouwen te zijn overleden aan ziekten van de ademhalingsorganen. De sterfte aan de hoofdgroep ziekten van de ademhalingsorganen ligt bij vrouwen in 9% onder het landelijk gemiddelde, terwijl de sterfte aan de subgroep astma en COPD bij vrouwen % onder het landelijk gemiddelde ligt

23 Bij mannen komt de sterfte aan zowel ziekten van de ademhalingsorganen als aan astma en COPD ongeveer overeen met het landelijk cijfer. Tabel. Sterfte (SMR) aan ziekte van de ademhalingsorganen in over de periode 9-00 SMR Midden- mannen * 8 5 * vrouwen 58 * 68 * * 9 8 * 98 6 * significant afwijkend van 98 9 * - -

24 Fig.. Sterfte aan ziekten van Fig. 5. Sterfte aan ziekten van ademhalingsorganen bij ademhalingsorganen bij mannen in vergelijking met vrouwen in vergelijking met Sterfte aan niet-natuurlijk doodsoorzaken Belangrijke subgroepen van de hoofdgroep niet-natuurlijke doodsoorzaken zijn ongevallen, moord en zelfdoding. Binnen de subgroep ongevallen is een onderverdeling gemaakt, waarbij vervoers-ongevallen één van de onderdelen is. Onder deze laatste groep valt ook de sterfte aan wegverkeersongevallen. Absolute sterfte Gedurende de jaren 9-00 zijn in 8 personen overleden aan een niet-natuurlijke doodsoorzaak. Gemiddeld overlijden per jaar mannen en 6 vrouwen een niet-natuurlijke dood. Het aantal sterfgevallen ten gevolge van de subgroep ongevallen bedroeg 9 per jaar, waarvan 5 overleden ten gevolge van wegverkeersongevallen. Jaarlijks overlijden er in 50 personen ten gevolge van zelfdoding. Van diegene die overleden zijn aan zelfdoding is 0% van het mannelijke geslacht. Gestandaardiseerde sterfte De gestandaardiseerde sterfte aan de hoofdgroep niet-natuurlijke doodsoorzaken ligt bij mannen in 9% significant boven het landelijke gemiddelde. Bij vrouwen ligt de gestandaardiseerde sterfte aan niet-natuurlijke dood 5% onder het landelijk gemiddelde. Ook de sterfte aan de subgroep ongevallen ligt bij mannen uit significant boven het landelijk gemiddelde en bij vrouwen uit nietsignificant onder het landelijk gemiddelde. De subgroep ongevallen is weer onderverdeeld in een aantal subsubgroep, waaronder wegverkeerongevallen. In vergelijking met ligt de sterfte aan de sub(sub)groep wegverkeersongevallen, zowel bij mannen als bij vrouwen, ruim % boven het landelijk gemiddelde. De SMR van zelfdoding ligt zowel bij mannen als bij vrouwen niet-significant boven het landelijk gemiddelde. Tabel. Sterfte (SMR) aan hoofdgroep niet-natuurlijke doodsoorzaken en de subgroepen ongevallen, zelfdoding en subsubgroep wegverkeersongevallen (9-00) niet-natuurlijke ongevallen wegverkeersongevallen zelfdoding doodsoorzaak mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen mannen vrouwen 9* * 90 * * * significant afwijkend van - -

25 Fig.6. Sterfte aan niet-natuurlijke dood Fig.. Sterfte aan niet-natuurlijke dood bij mannen in vergelijking met bij vrouwen in vergelijking met

26 - -

27 Bijlage Sterfte mannen in Sterfte vrouwen in Infectieuze en parasitaire ziekten...8. Nieuwvormingen (kanker)...8. Slokdarmkanker Maagkanker Dikke darm kanker Kanker van long en luchtpijp Borstkanker....6 Prostaatkanker.... Andere subgroepen van kwaadaardige vormen van kanker.... Endocriene, voedings- en stofwisselingsziekten en immuniteitsstoornissen.... Psychische stoornissen Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Ziekten van het hartvaatstelsel Ziekten van kransslagaderen Acuut hartinfarct Overige hartziekten Hersenvaatletsels (CVA) Ziekten van de ademhalingsorganen Ziekten van spijsverteringsstelsel Ziekten van urinewegen en geslachtsorganen...8. Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden...9. Niet-natuurlijke doodsoorzaken...9. Wegverkeersongevallen Zelfdoding... 0 Alle doodsoorzaken

28 Sterfte mannen in 9-00 Mannen (9-00) Infectieuze en parasitaire ziekten Nieuwvormingen - w.o. kwaadaardige nieuwvormingen - slokdarmkanker - maagkanker - dikke darm kanker - kanker van long en luchtpijp - borstkanker - prostaatkanker Endocriene, voedings- en stofwisselingsziekten Ziekten van bloed en bloedbereidende organen Psychische stoornissen Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Ziekten van hart en vaatstelsel - ziekten van kransslagaderen - acuut hartinfarct - overige hartziekten - hersenvaatletsels (CVA) Ziekten van het ademhalingsstelsel - CARA Ziekten van spijsverteringsstelsel Ziekten van urinewegen en geslachtsorganen Ziekten van huid en onderhuids bindweefsel Ziekten van het bewegingsstelsel en bindweefsel Aangeboren afwijkingen Aandoeningen ontstaan in de perinatale periode Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Niet-natuurlijke doodsoorzaken - ongevallen - wegverkeersongevallen - zelfdoding absoluut aantal aandeel (%) < bruto sterfte SMR 8 * 5 * 8 6 * 8 * * 90 * * * 9 * * * Totaal 60 - bruto sterfte is de sterfte per.000 inwoners - SMR gestandaardiseerde sterfte: = - * (vet gedrukt): significant afwijkend van

29 Sterfte vrouwen in 9-00 Vrouwen (9-00) Infectieuze en parasitaire ziekten Nieuwvormingen - w.o. kwaadaardige nieuwvormingen - slokdarmkanker - maagkanker - dikke darm kanker - kanker van long en luchtpijp - borstkanker - prostaatkanker Endocriene, voedings- en stofwisselingsziekten Ziekten van bloed en bloedbereidende organen Psychische stoornissen Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Ziekten van hart en vaatstelsel - ziekten van kransslagaderen - acuut hartinfarct - overige hartziekten - hersenvaatletsels (CVA) Ziekten van het ademhalingsstelsel - CARA Ziekten van spijsverteringsstelsel Ziekten van urinewegen en geslachtsorganen Ziekten van huid en onderhuids bindweefsel Ziekten van het bewegingsstelsel en bindweefsel Aangeboren afwijkingen Aandoeningen ontstaan in de perinatale periode Symptomen en onvolledig omschreven ziektebeelden Niet-natuurlijke doodsoorzaken - ongevallen - wegverkeersongevallen - zelfdoding absoluut aantal aandeel (%) bruto sterfte SMR * 85 * * 6 * 96 * * 9 * 8 * 89 * 66 * * Totaal 8 - bruto sterfte is de sterfte per.000 inwoners - SMR gestandaardiseerde sterfte: = - *(vet gedrukt): significant afwijkend van * - -

30 . Infectieuze en parasitaire ziekten Deze hoofdgroep omvat ziekten die in het algemeen als besmettelijk of overdraagbaar worden beschouwd en enkele ziekten met een onbekende, maar mogelijk infectieuze oorsprong. Belangrijke subgroepen zijn nekramp, tuberculose, virale hepatitis en AIDS. Diverse aandoeningen met infectieuze etiologie zijn in andere hoofdgroepen ondergebracht, zoals bijvoorbeeld acute luchtweginfecties. Deze infecties zijn in de hoofdgroep ziekten van de ademhalingsorganen ondergebracht. Preventie, onder andere vaccinaties, speelt een belangrijke rol bij de bestrijding van infectieziekten. Tabel B. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan infectieuze en parasitaire ziekten voor mannen en vrouwen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden- < < < * 8 85 * significant afwijkend van Nieuwvormingen (kanker) De hoofdgroep nieuwvormingen omvat zowel goedaardige als kwaadaardige vormen van kanker. Ongeveer 9% van alle vormen van kanker behoren tot de groep kwaadaardige kankers. Onder de kwaadaardige vormen van kanker vallen 9 verschillende subgroepen. Kwantitatief de belangrijkste subgroepen zijn voor mannen longkanker, prostaatkanker en kanker aan de dikke darm. Voor vrouwen zijn borstkanker, longkanker en dikke darmkanker de kwantitatief belangrijkste subgroepen. Een deel van de kwaadaardige vormen van kanker kan worden voorkomen door een gezonde leefstijl. Tabel B. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan kwaadaardige vormen van kanker voor mannen en vrouwen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden * * * * * significant afwijkend van * - 8 -

31 . Slokdarmkanker Het ontstaan van slokdarmkanker in verband gebracht met overmatig alcoholgebruik en roken. Aangenomen wordt dat alcohol het effect van andere kankerverwekkende stoffen (bijvoorbeeld tabak) kan versterken. Rokers van 0 of meer sigaretten per dag hebben naar schatting een à 8 keer verhoogd risico op het krijgen van slokdarmkanker. Aan de consumptie van (verse) groenten en fruit wordt over het algemeen een beschermende rol toegekend aan het ontstaan van slokdarmkanker. Tabel B. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan slokdarmkanker voor mannen en vrouwen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden- < < < < < < < < * significant afwijkend van Maagkanker Het is waarschijnlijk dat voedingsfactoren het optreden van maagkanker kan beïnvloeden. Het is echter nog niet duidelijk om welke stoffen het precies gaat en hoe het effect tot stand wordt gebracht. Het nuttigen van gerookte en gezouten voedingsmiddelen verhoogt mogelijk het risico. Het eten van groenten en fruit beschermt mogelijk tegen maagkanker. Ook een infectie met de bacterie Heliobacter pylori wordt in verband gebracht met het ontstaan van maagkanker. Tabel B. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan maagkanker voor mannen en vrouwen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden- 9 < * * significant afwijkend van

32 . Dikke darm kanker Erfelijke aanleg is verantwoordelijk voor ongeveer tot 5% van alle darmkankergevallen. Voedingsfactoren zouden het ontstaan van darmkanker negatief en positief kunnen beïnvloeden. Een hoge consumptie van verzadigd vet zou het risico op darmkanker verhogen, terwijl een hogere inname van bepaalde onverzadigde vetzuren in vis (omega--vetzuren) het risico op darmkanker verlaagt. Consumptie van rood vlees en vleeswaren verhogen het risico op darmkanker, terwijl consumptie van een aantal koolsoorten en groene bladgroenten het risico op darmkanker verlagen. Overmatig alcoholgebruik en het roken van sigaretten verhoogt het risico op dikke darm- en endeldarmkanker. Tabel B5. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan dikke darmkanker voor mannen en vrouwen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden * * * * significant afwijkend van * 8 *. Kanker van long en luchtpijp Ruim 85% van alle gevallen van longkanker kan worden toegeschreven aan het gebruik van tabak, net name sigaretten. Het kankerverwekkende effect van tabaksrook is toe te schrijven aan een zeer groot aantal (ruim veertig) kankerverwekkende stoffen in de tabaksrook. De kans op longkanker neemt toe met het aantal gerookte sigaretten. Rokers van - sigaretten per dag hebben een vijf maal hoger risico om aan longkanker te overlijden dan niet-rokers. Voor rokers van 0 of meer sigaretten per dag is dit risico -5 maal groter. Het aantal jaren dat men rookt is van invloed. Matige rokers ( tot 5 sigaretten per dag) hebben na 0 jaar roken een,5 maal hoger risico op longkanker. Bij zware rokers (meer dan 5 sigaretten per dag) is dit na 0 jaar roken het geval. De leeftijd waarop men met roken begint is bepalend voor het risico op longkanker. Rokers die op 5-jarige leeftijd zijn begonnen, hebben na 50 jaar roken een maal verhoogd risico op longkanker ten opzichte van niet-rokers

33 Tabel B6. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan longkanker voor mannen en vrouwen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden * * * * significant afwijkend van * 85 * - -

34 .5 Borstkanker Genetische factoren spelen mogelijk een rol bij het ontstaan van borstkanker. Een vrouw met één eerstegraads familielid met borstkanker heeft een ongeveer tweemaal verhoogd risico. Vrouwen die borstkanker hebben gehad, hebben een drie- à viermaal verhoogd risico om ook kanker in de andere borst te krijgen. Dit betekent dat bij 5 à 0% van de vrouwen die borstkanker overleven, binnen 0 jaar voor de tweede keer borstkanker wordt gediagnosticeerd. Bij vrouwen die nooit zwanger zijn geweest, is het risico op borstkanker ongeveer tweemaal zo groot als bij vrouwen die wel kinderen hebben. Borstvoeding heeft een beschermende werking tegen premenopauzale borstkanker. Ook overgewicht is een risicofactor voor het verkrijgen van borstkanker, met name bij vrouwen na de menopauze. Daarnaast hebben vrouwen die regelmatig lichamelijk actief zijn naar schatting 0 tot 0% minder kans op borstkanker dan vrouwen die weinig lichamelijk actief zijn. Ook mannen kunnen overlijden aan borstkanker. Dit is echter relatief zeldzaam. Jaarlijks overlijden er in 9 mannen aan de gevolgen van borstkanker. Tabel B. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan borstkanker 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden- < < < < < < < < < < < < * 5 * 9 < 9 * significant afwijkend van 6.6 Prostaatkanker De enige determinanten die een verband vertonen met prostaatkanker zijn veroudering, etnische achtergrond en seksueel gedrag. Voor dit laatste is een verband gevonden bij mannen die meerdere seksuele partners hebben gehad en/of op jonge leeftijd seksueel actief zijn geworden. Tabel B8. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan prostaatkanker voor mannen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen mannen Midden * * significant afwijkend van - -

35 Mannen met een eerstegraads familielid met prostaatkanker hebben een twee tot vier keer verhoogd risico op prostaatkanker. Voeding die rijk is aan verzadigd vet zou het risico op prostaatkanker verhogen. Over de betekenis van hormonen als determinant van prostaatkanker is nog veel onduidelijkheid.. Andere subgroepen van kwaadaardige vormen van kanker Tabel B9. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte aan andere subgroepen van kwaadaardig kanker mannen en vrouwen 9-00 gestandaardiseerde sterfte SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen lymfatisch weefsel alvleesklierkanker kanker van lip, keel, mond kanker van endeldarm leverkanker kanker van galblaas kanker van strottenhoofd melanomen baarmoederhalskanker kanker van eierstok nierkanker kanker van urineblaas * significant afwijkend van * Endocriene, voedings- en stofwisselingsziekten en immuniteitsstoornissen Deze hoofdgroep omvat enerzijds aandoeningen van hormoonproducerende organen zoals schildklier, alvleesklier en anderzijds stofwisselingsziekten en immuniteitsstoornissen. De belangrijkste subgroep in de hoofdgroep is diabetes mellitus. Overgewicht is een belangrijke risicofactor voor diabetes mellitus type. Tabel B. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte endocriene, voedings- en stofwisselingsziekten en immuniteitsstoornissen mannen en vrouwen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden * * significant afwijkend van

36 . Psychische stoornissen Binnen deze hoofdgroep vallen psychosen, persoonlijkheidsstoornissen en overige niet-psychotische stoornissen. Belangrijke aandoeningen in deze hoofdgroep zijn depressie, angststoornissen, dementie, afhankelijkheid van alcohol en/of drugs. In de praktijk is het vaak moeilijk het verband te leggen tussen het overlijden en het hebben van een psychische stoornis. Tabel B. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan psychische stoornissen voor mannen en vrouwen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden * 5* * 8* 8* * 59* 9* 5 6 9* 9* 6* * significant afwijkend van 8 * 5. Ziekten van zenuwstelsel en zintuigen Deze hoofdgroep omvat ziekten van de hersenen, het ruggenmerg, de zenuwen en de zintuigen. Belangrijke subgroepen zijn ziekte van Parkinson, hersenvliesontsteking en multiple sclerose. Tabel B. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan ziekten van zenuwstelsel en zintuigen voor mannen en vrouwen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden * * * * significant afwijkend van 9 6* - -

37 6. Ziekten van het hartvaatstelsel De hoofdgroep ziekten van het hartvaatstelsel omvat onder anderen de volgende subgroepen: - ziekten van de kransvaten (ischemische hartziekten), inclusief de sub(sub)groep acuut hartinfarct - overige hartziekten - hersenvaatletsels (CVA, inclusief hersenbloeding en herseninfarct) Tabel B. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan ziekten van het hartvaatstelsel 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden * 86* 9* 9 80* * 9 9 9* 90* * * significant afwijkend van * 6. Ziekten van kransslagaderen Leefstijlfactoren spelen een belangrijke rol bij het ontstaan van coronaire hartziekten, met name voeding, roken en bewegen. Deze factoren beïnvloeden lichamelijke eigenschappen zoals serum- cholesterol, bloeddruk, overgewicht, diabetes mellitus en bloedstolling. Daarnaast is het bekend dat hartziekten vaker voorkomt bij groepen met een lage sociaal-economische status. Tabel B. Gemiddelde jaarlijkse sterfte en gestandaardiseerde sterfte (SMR) aan subgroep ziekten van kransslagaderen 9-00 gemiddelde jaarlijkse sterfte gestandaardiseerde sterfte (SMR) mannen vrouwen mannen vrouwen Midden * * 96 6 * significant afwijkend van

Levensverwachting en sterfte

Levensverwachting en sterfte Levensverwachting en sterfte Tabel 1 Levensverwachting Utrecht bij geboorte, 4-jaarsgemiddelde 2005-2008 en 2007-2010 (Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS) TOTAAL GESLACHT WIJK Man Vrouw West

Nadere informatie

Sterfte. Aantal sterfgevallen (per jaar) in Utrecht over de periode , uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en wijk (Bron: CBS)

Sterfte. Aantal sterfgevallen (per jaar) in Utrecht over de periode , uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en wijk (Bron: CBS) Sterfte Tabel 1 Aantal sterfgevallen (per jaar) in Utrecht over de periode 2007-2010, uitgesplitst naar leeftijd, geslacht en wijk (Bron: CBS) totaal mannen vrouwen TOTAAL 1839.25 854.50 984.75 LEEFTIJD

Nadere informatie

CBS: Steeds minder mensen overlijden aan een acuut hartinfarct

CBS: Steeds minder mensen overlijden aan een acuut hartinfarct CBS: Steeds minder mensen overlijden aan een acuut hartinfarct Het aantal mensen dat overlijdt aan een acuut hartinfarct is in 2014 met 7 procent gedaald tot 5,3 duizend. Dit zijn er bijna 400 minder dan

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M.

Regionale VTV 2011. Levensverwachting en sterftecijfers. Referent: Drs. M.J.J.C. Poos, R.I.V.M. Regionale VTV 2011 Levensverwachting en sterftecijfers Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Levensverwachting en sterftecijfers Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting.

Feiten en cijfers. Beroerte. Aantal nieuwe patiënten met een beroerte. Definitie. Uitgave van de Nederlandse Hartstichting. Feiten en cijfers Uitgave van de Nederlandse Hartstichting November 211 Beroerte Definitie Beroerte (in het Engels Stroke ), ook wel aangeduid met cerebrovasculaire aandoeningen/accidenten/ziekte (CVA),

Nadere informatie

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009

Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar de speerpuntennotitie lokaal gezondheidsbeleid Boxmeer 2009 2011: Speerpunten voor Boxmeer?? Esther Hendriks 24 september 2009 Op weg naar speerpuntennotitie? Wat doen/deden we al? Welke gezondheidsproblemen

Nadere informatie

Sterfte en ziekte in Utrecht

Sterfte en ziekte in Utrecht RAPPORT Sterfte en ziekte in Utrecht Analyse van de sterftecijfers (1985-1999) en ziekenhuisontslagdiagnosecijfers (1999) Sabine Quak, Erik van Ameijden, Eddy Mazurkiewicz, Jaap Toet Mei 2004 GEMEENTELIJKE

Nadere informatie

STERFTECIJFERS 2015 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 2017

STERFTECIJFERS 2015 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 2017 Sterftecijfers 25 15.12.27 STERFTECIJFERS 25 Cijfers Zorg en Gezondheid 15 December 27 > Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 20 (registratiejaar

Nadere informatie

Zorg voor geest kost nog steeds het meest

Zorg voor geest kost nog steeds het meest Zorg voor geest kost nog steeds het meest Publicatiedatum: 28-11-2013 In is 19,6 miljard euro uitgegeven voor de behandeling van psychische stoornissen, 22% van de totale uitgaven voor zorg en welzijn

Nadere informatie

Doodsoorzaak: Daling sterfte als gevolg van hart-en vaatziekte en stijging sterfte als gevolg van kwaadaardige kanker

Doodsoorzaak: Daling sterfte als gevolg van hart-en vaatziekte en stijging sterfte als gevolg van kwaadaardige kanker 61 4 62 Volksgezondheid Jaarlijks een huisarts erbij Op 1 januari 2004 zijn er 41 huisartsen in de gevestigd. Sinds 2000 komt er gemiddeld elk jaar een huisarts bij. Het aantal tandartsen en specialisten

Nadere informatie

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN

INFOKAART OUDEREN EN ROKEN INFOKAART OUDEREN EN ROKEN Roken Roken is de risicofactor die de meeste sterfte en het meeste gezondheidsverlies met zich brengt en zodoende ook zorgt voor veel verlies aan kwaliteit van leven (1). Vijftien

Nadere informatie

Sterfte aan diabetes. Anouschka van der Meulen

Sterfte aan diabetes. Anouschka van der Meulen Anouschka van der Meulen Met de huidige stijgende trend in overgewicht bij de Nederlandse bevolking zal het aantal diabetespatiënten naar verwachting sterk gaan toenemen. Dit zal uiteindelijk ook zichtbaar

Nadere informatie

Doodsoorzaak: Langzame daling van het aantal overledenen aan kanker of hart-en vaatziekte; in 2003 nog bijna 60%

Doodsoorzaak: Langzame daling van het aantal overledenen aan kanker of hart-en vaatziekte; in 2003 nog bijna 60% 61 4 62 Volksgezondheid Aantal patiënten van huisartsen boven norm Op 1 januari 2004 zijn er 39 huisartsen in de gevestigd, één minder dan een jaar daarvoor. De gemiddelde praktijkgrootte wordt daardoor

Nadere informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie 61 4 62 Volksgezondheid Ruim 2.000 inwoners op 1 huisarts Op 1 januari 2008 zijn er in Hengelo 39 huisartsen gevestigd, 2 minder dan vorig jaar. Dit betekent dat er per 2.079 inwoners 1 huisarts actief

Nadere informatie

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011

cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 2011 cijfers en feiten Hart- en vaatziekten bij vrouwen en mannen Uitgave van de Nederlandse Hartstichting februari 211 Sterfte bij vrouwen en mannen Hart- en vaatziekten zijn een belangrijke oorzaak van overlijden

Nadere informatie

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald

Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald PERSMEDEDELING VAN JO VANDEURZEN, VLAAMS MINISTER VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN 4 oktober 2012 Risico op sterfte door hart- en vaatziekten in 10 jaar tijd met 25 procent gedaald De kans dat Vlamingen

Nadere informatie

61 Statistisch Jaarboek 2003 volksgezondheid volksgezondheid 4 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo

61 Statistisch Jaarboek 2003 volksgezondheid volksgezondheid 4 Onderzoek & Statistiek gemeente Hengelo 61 4 62 Volksgezondheid Meer huisartsen Per 1 januari 2003 telde Hengelo 40 huisartsen, drie meer dan een jaar eerder. Het gemiddeld aantal inwoners per huisarts is hierdoor met 163 gedaald tot 2.040 per

Nadere informatie

Sterfte aan dementie. Anouschka van der Meulen en Ingeborg Keij-Deerenberg

Sterfte aan dementie. Anouschka van der Meulen en Ingeborg Keij-Deerenberg Anouschka van der Meulen en Ingeborg Keij-Deerenberg Naarmate mensen steeds ouder worden, treedt dementie steeds veelvuldiger op. Van de vrouwen in de sgroep vanaf 9 jaar heeft ruim een kwart een vorm

Nadere informatie

volksgezondheid, hygiëne STATISTISCH JAARBOEK

volksgezondheid, hygiëne STATISTISCH JAARBOEK 55 STATISTISCH JAARBOEK 2002 4 volksgezondheid hygiëne 56 Volksgezondheid en hygiëne Gezondheidsvoorzieningen: meer specialisten Het aantal apothekers, huisartsen, tandartsen en orthodontisten en verloskundigen

Nadere informatie

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013

Samenvatting Twente. 2 van 6 Kernboodschappen Twente. Versie 2, oktober 2013 Samenvatting Twente Versie 2, oktober 2013 Twente varieert naar stad en platteland In Twente wonen 626.500 mensen waarvan de helft woont in één van de drie grote steden. Tot 2030 zal de Twentse bevolking

Nadere informatie

Diversiteit en Gezondheid: Geslacht, SES, Etniciteit

Diversiteit en Gezondheid: Geslacht, SES, Etniciteit Diversiteit en Gezondheid: Geslacht, SES, Etniciteit Prof. Dr. Walter Devillé Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg UvA Vluchtelingen en Gezondheid OMGEVING POPULATIE KENMERKEN GEZONDHEIDS-

Nadere informatie

Wijkgericht werken: doel of middel?

Wijkgericht werken: doel of middel? Wijkgericht werken: doel of middel? Pim Assendelft Hoogleraar Huisartsgeneeskunde Afdeling Eerstelijnsgeneeskunde 13 juni 2017 Generalisme is ons specialisme Lichamelijke activiteit Overgewicht en obesitas

Nadere informatie

Sterfte in Den Haag in de periode 1996-2002

Sterfte in Den Haag in de periode 1996-2002 2 epidemiologisch bulletin, 2006, jaargang 41, nummer 4 Sterfte in Den Haag in de periode 1996-2002 M.P.H. Berns, E.A. van Lier De ontwikkeling van sterftecijfers is een belangrijke indicator voor de volksgezondheid.

Nadere informatie

5. Sterfte en herkomst

5. Sterfte en herkomst 5. Sterfte en herkomst Voor niet-westerse allochtonen geldt, gemiddeld genomen, een hoger sterfterisico dan voor autochtonen. Binnen dit gemiddelde bestaan echter aanzienlijke verschillen naar leeftijd,

Nadere informatie

STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014

STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014 Dia 1 STERFTECIJFERS 2012 Cijfers Zorg en Gezondheid 13 november 2014 Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 2005 (registratiejaar 2003)

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking

Regionale VTV Bevolking. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking Regionale VTV 2011 Bevolking Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Bevolking Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor Brabant Drs. S. van de

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

Sterfte aan hart- vaatziekten in dertig jaar gehalveerd Minder sterfte vooral door betere diagnostiek en behandeling

Sterfte aan hart- vaatziekten in dertig jaar gehalveerd Minder sterfte vooral door betere diagnostiek en behandeling Forse daling sterfte Trends in sterfte en ziekenhuisopnamen Meer ziekenhuisopnamen Sterfte neemt af 12 Meer kankerpatiënten Meer nieuwe gevallen, minder sterfte Grootste sterfte door longkanker Sterke

Nadere informatie

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep

Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep Nota: Invaliditeit Aantal en verdeling volgens ziektegroep Men valt in het stelsel van invaliditeit na één jaar primaire arbeidsongeschiktheid. De erkenning van invaliditeit geldt voor een bepaalde periode

Nadere informatie

Overlijdensrisico s naar herkomstgroep: daling en afnemende verschillen

Overlijdensrisico s naar herkomstgroep: daling en afnemende verschillen Joop Garssen en Anouschka van der Meulen Dit artikel gaat in op de verschillen in sterfterisico tussen autochtonen en de belangrijkste niet-westerse herkomstgroepen in Nederland. De gegevens hebben betrekking

Nadere informatie

Factsheet gezondheid van vrouwen en mannen

Factsheet gezondheid van vrouwen en mannen Factsheet gezondheid van vrouwen en mannen Aandeel vrouwen en mannen dat in het afgelopen jaar last heeft gehad van de 10 meest voorkomende langdurige aandoeningen/ziekten bij vrouwen*, 2011/2012 1 migraine

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

deelrapport Levensverwachting en sterfte

deelrapport Levensverwachting en sterfte deelrapport Levensverwachting en sterfte Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning Zeeland 2012 Inhoud Kernboodschappen 3 Inleiding 4 Levensverwachting en sterfte in Zeeland 5 Wat brengt de toekomst?

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden. Samenvatting In hoofdstuk 1 hebben we het belang en het doel van het onderzoek in dit proefschrift beschreven. Wereldwijd vormen hart- en vaatziekten (HVZ) de belangrijkste oorzaak van sterfte. Volgens

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg

Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg Cultuur-sensitieve aspecten in de zorg Toegespitst op kankerzorg dr. Mohamed Boulaksil Cardioloog i.o. Pharos Utrecht, 18 juni 2013 Indeling Definitie van begrippen Epidemiologische verschillen migrant

Nadere informatie

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen

Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Samenvatting Noaberkracht Dinkelland Tubbergen Versie 1, oktober 2013 Bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Noaberkracht Dinkelland Tubbergen In Noaberkracht Dinkelland Tubbergen wonen 47.279

Nadere informatie

Gezondheid in Friesland

Gezondheid in Friesland Inhoud Pagina 1-22 1. Levensverwachting Pagina 1 1.1 Gezonde levensverwachting Pagina 2 2. Sterfte in Friesland Pagina 3-5 2.1 Sterfte naar leeftijd Pagina 5 2.2 Sterfte in het eerste levensjaar Pagina

Nadere informatie

Dikke darm kanker is een veelvoorkomende vorm van kanker. Enkele feiten op een rij:

Dikke darm kanker is een veelvoorkomende vorm van kanker. Enkele feiten op een rij: COLOgen-Test Dikke darmkanker Prof Dr. B. Weber Laboratoires Réunis Risico s in kaart De COLOgen test biedt u de mogelijkheid uw persoonlijk risico en predispositie op dikke darmkanker te bepalen. In deze

Nadere informatie

matige alcohol consumptie gezondheid

matige alcohol consumptie gezondheid matige alcohol consumptie positief voor gezondheid R e s u l t a t e n v a n 3 j a a r w e t e n s c h a p p e l i j k o n d e r z o e k Matige en regelmatige alcoholconsumptie heeft overall een positief

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

1894 zelfdodingen in 2016

1894 zelfdodingen in 2016 1894 zelfdodingen in 2016 Het aantal zelfdodingen neemt elk jaar toe, maar gerelateerd aan de bevolkingsopbouw blijft het zelfdodingscijfer sinds 2013 op hetzelfde niveau. Dit meldt het CBS op basis van

Nadere informatie

Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten. Dung Ngo MSc 15 december 2010

Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten. Dung Ngo MSc 15 december 2010 Toekomstbestendige zorg in Noord-Brabant: Voorlopige resultaten Dung Ngo MSc 15 december 2010 Achtergrond van het onderzoek Levensverwachting in NL laatste jaren met >2 jaar toegenomen Echter, vergeleken

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht

Nadere informatie

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Publicatiedatum CBS-website: 16 juli 2007 Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet Centraal Bureau voor de Statistiek Samenvatting Op 1 januari 2006 is de nieuwe Zorgverzekeringswet inwerking getreden,

Nadere informatie

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström

1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström 1 Epidemiologie van multipel myeloom en de ziekte van Waldenström Dr. S.A.M. van de Schans, S. Oerlemans, MSc. en prof. dr. J.W.W. Coebergh Inleiding Epidemiologie is de wetenschap die eenvoudig gezegd

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Ziekten in de toekomst. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst

Regionale VTV 2011. Ziekten in de toekomst. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst Regionale VTV 2011 Ziekten in de toekomst Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Ziekten in de toekomst Auteurs: Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen, GGD Hart voor

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Urk 19-11-2013

Omgevingsanalyse Urk 19-11-2013 Omgevingsanalyse Urk 19-11-2013 Programma Onderdeel Tijd Presentatie omgevingsanalyse 18.00-18.45 Interactief deel in twee groepen 18.45-19.30 Plenaire terugkoppeling 19.30-19.45 Afsluiting 19.45-20.00

Nadere informatie

Kankerclusteronderzoek in het gebied rondom Vliegbasis Leeuwarden

Kankerclusteronderzoek in het gebied rondom Vliegbasis Leeuwarden Kankerclusteronderzoek in het gebied rondom Vliegbasis Leeuwarden 1 Kankerclusteronderzoek in het gebied rondom Vliegbasis Leeuwarden 6 november 2017 GGD Fryslân In opdracht van de Werkgroep Uitstoot Vliegbasis

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale

Nadere informatie

Gezondheidsverklaring

Gezondheidsverklaring Gezondheidsverklaring Geef een juist en volledig antwoord op alle vragen. Dit is erg belangrijk. Hiermee kunt u later problemen voorkomen. Noem al uw gezondheidsklachten. Ook als u denkt dat deze niet

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Wetenschappelijke onderbouwing Nederlandse voedingsrichtlijnen

Wetenschappelijke onderbouwing Nederlandse voedingsrichtlijnen Wetenschappelijke onderbouwing Nederlandse voedingsrichtlijnen Prof Daan Kromhout Gezondheidsraad Gezondheidsraad 1 De commissie Wat zijn Richtlijnen goede voeding? Geïntegreerde boodschappen gebaseerd

Nadere informatie

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1

Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Factsheet Indicatie zorgvraag Amsterdam 2030 Prognoses van functioneren en chronische aandoeningen 1 Inleiding Hoe functioneren mensen en welke chronische aandoeningen hebben ze? Wat willen ze? Wat kunnen

Nadere informatie

Gezondheidsprofiel Groningen 2010

Gezondheidsprofiel Groningen 2010 Tabellenboek Gezondheidsprofiel Groningen 2010 Eemsmond De Marne Winsum Loppersum Delfzijl Bedum Appingedam Ten Boer Zuidhorn Grootegast Leek Marum Groningen Haren Slochteren Hoogezand- Sappemeer Menterwolde

Nadere informatie

Artikelen. Sterftekansen en doodsoorzaken van niet-westerse allochtonen. Joop Garssen 1), Vivian Bos 2), Anton Kunst 2) en Anouschka van der Meulen 1)

Artikelen. Sterftekansen en doodsoorzaken van niet-westerse allochtonen. Joop Garssen 1), Vivian Bos 2), Anton Kunst 2) en Anouschka van der Meulen 1) Artikelen Sterftekansen en doodsoorzaken van niet-westerse Joop Garssen 1), Vivian Bos 2), Anton Kunst 2) en Anouschka van der Meulen 1) Niet-westerse lopen op de meeste leeftijden een groter risico om

Nadere informatie

De sterftecijfers voor het jaar 2013 worden vandaag gepubliceerd.

De sterftecijfers voor het jaar 2013 worden vandaag gepubliceerd. Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid verwerkt zelf de sterftecertificaten van het Vlaams Gewest. Sinds 2005 (registratiejaar 2003) wordt de nieuwe statistiek van de doodsoorzaken jaarlijks op de website

Nadere informatie

10. Veel ouderen in de bijstand

10. Veel ouderen in de bijstand 10. Veel ouderen in de bijstand Niet-westerse allochtonen ontvangen 2,5 keer zo vaak een uitkering als autochtonen. Ze hebben het vaakst een bijstandsuitkering. Verder was eind 2002 bijna de helft van

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers

Gezondheidsindicatoren 2005 Vlaams Gewest. Algemene sterftecijfers Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers.aspx - oktober 2007 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning Inhoudsopgave...

Nadere informatie

Samenvatting Volwassenen en hun gezondheid

Samenvatting Volwassenen en hun gezondheid Samenvatting Volwassenen en hun gezondheid Deel IV Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Volwassenen en hun gezondheid in de regio Nieuwe Waterweg Noord Vergelijking

Nadere informatie

Mortaliteitsstatistieken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Mortaliteitsstatistieken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES Mortaliteitsstatistieken in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 23-24 2 8 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie

Nadere informatie

Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen in de Westerse wereld. Daarom moeten we werk maken van:

Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen in de Westerse wereld. Daarom moeten we werk maken van: Hart- en vaataandoeningen zijn de belangrijkste doodsoorzaak bij vrouwen in de Westerse wereld. Daarom moeten we werk maken van: 1 CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE BIJ VROUWEN. 2 SENSIBILISATIE van de vrouw

Nadere informatie

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven

INFOBLAD. Meeste invloed. Gezond leven GEWICHT, VOEDING, BEWEGEN EN ALCOHOL INFOBLAD Ongeveer 30% van kanker zou voorkomen kunnen worden. Een garantie om kanker te voorkomen is er niet. Je kan wel het risico op kanker verkleinen door een gezonde

Nadere informatie

Feiten en Fabels. over risicofactoren voor kanker. Dr.ir. A. Pijpe, epidemioloog Afd. Psychosociaal onderzoek en Epidemiologie

Feiten en Fabels. over risicofactoren voor kanker. Dr.ir. A. Pijpe, epidemioloog Afd. Psychosociaal onderzoek en Epidemiologie Feiten en Fabels over risicofactoren voor kanker Dr.ir. A. Pijpe, epidemioloog Afd. Psychosociaal onderzoek en Epidemiologie (tevens werkzaam bij de Gezondheidsraad, Den Haag) 15 oktober 2015 Voorkomen

Nadere informatie

V OEDING. De juiste keuzes. om de risico s te verminderen EN KANKER

V OEDING. De juiste keuzes. om de risico s te verminderen EN KANKER V OEDING EN KANKER De juiste keuzes om de risico s te verminderen Een studie van het Documentatie- en Informatiecentrum van de Tiense Suikerraffinaderij I N H O U D Waarom kanker? Wat is kanker eigenlijk?

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

Gezondheidsindicatoren 2004-2005 Vlaams Gewest. Kanker en andere nieuwvormingen

Gezondheidsindicatoren 2004-2005 Vlaams Gewest. Kanker en andere nieuwvormingen Vlaams Gewest Gepubliceerd op: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers/ziekten/cijfers-over-kanker/ - december 2008 Door: Cloots Heidi, De Kind Herwin, Kongs Anne, Smets Hilde Afdeling Informatie & Ondersteuning

Nadere informatie

Demografische gegevens ouderen

Demografische gegevens ouderen In dit hoofdstuk worden de demografische gegevens van de doelgroep ouderen beschreven. We spreken hier van ouderen indien personen 55 jaar of ouder zijn. Dit omdat gezondheidsproblemen met name vanaf die

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

Regionale VTV 2011. Roken. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Roken

Regionale VTV 2011. Roken. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Roken Regionale VTV 2011 Roken Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011 Hart voor Brabant Deelrapport Roken Auteurs: Drs. I.H.F. van Veggel, GGD Hart voor Brabant Dr. M.A.M. Jacobs-van der Bruggen,

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Wierden

Kernboodschappen Gezondheid Wierden Wierden Twente Nederland Kernboodschappen Gezondheid Wierden De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Wierden epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Wierden en de factoren

Nadere informatie

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe 2015

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe 2015 19999003 Meerdere dagbehandelingen bij Een infectieziekte 15B928 3.886,92 19999004 Maximaal 5 verpleegligdagen bij Een infectieziekte 15B929 2.889,91 19999005 Onderzoek of behandeling op de polikliniek

Nadere informatie

Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht

Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Sterftecijfers (HSMR & SMR) 2012 Albert Schweitzer ziekenhuis Dordrecht Sterftecijfers Het sterftecijfer (ook wel de mortaliteit genoemd) is één van de middelen (of indicatoren) om onderlinge verschillen

Nadere informatie

Deel II: Gezondheidstoestand

Deel II: Gezondheidstoestand Deel II: Gezondheidstoestand 1. De inschatting van de eigen gezondheid De inschatting van de eigen gezondheid is een begrip dat zowel het welzijn als de gezondheid in de ruime zin van het woord omvat [1]

Nadere informatie

Langdurige werkloosheid in Nederland

Langdurige werkloosheid in Nederland Langdurige werkloosheid in Nederland Robert de Vries In 25 waren er 483 duizend werklozen. Hiervan waren er 23 duizend 42 procent langdurig werkloos. Langdurige werkloosheid komt vooral voor bij ouderen.

Nadere informatie

Declaratiecode Zorgproductcode Lekenomschrijving Totaal bedrag 15A066 020109023 Diagnostiek bij Prostaatkanker 1.070,00 15A077 020109034 Behandeling

Declaratiecode Zorgproductcode Lekenomschrijving Totaal bedrag 15A066 020109023 Diagnostiek bij Prostaatkanker 1.070,00 15A077 020109034 Behandeling 15A066 020109023 Diagnostiek bij Prostaatkanker 1.070,00 15A077 020109034 Behandeling of onderzoek op de polikliniek of dagbehandeling bij Prostaatkanker 570,00 15A130 020110010 Diagnostiek waarbij een

Nadere informatie

8. Werken en werkloos zijn

8. Werken en werkloos zijn 8. Werken en werkloos zijn In 22 is de arbeidsdeelname van allochtonen niet meer verder gestegen. Onder autochtonen is het aantal personen met werk nog wel licht toegenomen. De arbeidsdeelname onder Surinamers,

Nadere informatie

samenvatting de belangrijkste vraagstellingen van dit proefschrift zijn:

samenvatting de belangrijkste vraagstellingen van dit proefschrift zijn: Samenvatting Hodgkin lymfoom en zaadbalkanker zijn beide zeldzame maligniteiten die voornamelijk bij jong-volwassenen voorkomen. Beide ziekten hebben tegenwoordig een uitstekende prognose, o.a. door de

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Oldenzaal epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Oldenzaal en de factoren die hierop

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom

Nederlandse samenvatting. Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom Nederlandse samenvatting Tweede primaire tumoren en excessieve sterfte na retinoblastoom Retinoblastoom is een kwaadaardige oogtumor die ontstaat in het netvlies. Deze vorm van oogkanker is zeer zeldzaam

Nadere informatie

Tarieven 2014 Antoni van Leeuwenhoek Ingangsdatum: 1 april 2014

Tarieven 2014 Antoni van Leeuwenhoek Ingangsdatum: 1 april 2014 Tarieven 2014 Antoni van Leeuwenhoek Ingangsdatum: 1 april 2014 DBCzorgproductcode 19999007 6 tot maximaal 28 verpleegligdagen bij Een infectieziekte 15B932 11.286,44 10.283,87 1.002,57 20107006 Operatie

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Borne Kernboodschappen Gezondheid Borne De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Borne epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Borne en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Spreekbeurt Nederlands Kanker

Spreekbeurt Nederlands Kanker Spreekbeurt Nederlands Kanker Spreekbeurt door een scholier 1834 woorden 12 januari 2011 7 12 keer beoordeeld Vak Nederlands 1. Wat is kanker eigenlijk? Kanker komt heel veel bij ouderen voor, het is zelfs

Nadere informatie

Samenvatting en beschouwing

Samenvatting en beschouwing Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (MW van der Linden, GP Westert, DH de Bakker, FG Schellevis. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie

socio-demografie 2.597.232 jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

socio-demografie 2.597.232 jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie FACTSHEET: socio-demografie Hoeveel jongeren zijn er eigenlijk in Nederland? Wonen er meer jongeren in Limburg of in Zeeland? Wat zijn de cijfers rondom geslacht, afkomst, opleidingsniveau en religie?

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen

Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen Kernboodschappen Gezondheid Haaksbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Haaksbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Haaksbergen en de factoren die hierop

Nadere informatie

oerdijk fir v6v tm oernff nte RAADSINFORMATIEBRIEF

oerdijk fir v6v tm oernff nte RAADSINFORMATIEBRIEF tm oernff nte oerdijk RAADSINFORMATIEBRIEF Van Aan Onderwero Nummer griffie Zaaknummer Documentnummer College van burqemeester en wethouders de leden van de oemeenteraad Resultaten qezondheidsonderzoek

Nadere informatie

Kanker. Inleiding. 1. Wat is kanker eigenlijk? 2. Verschillende soorten kanker

Kanker. Inleiding. 1. Wat is kanker eigenlijk? 2. Verschillende soorten kanker Kanker Inleiding Mijn spreekbeurt gaat over kanker patiënten. Ik hou mijn spreekbeurt hier over omdat er veel kinderen zijn die niet precies weten wat kanker nou eigenlijk is en omdat kanker heel veel

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten

Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten Zorg in de G4; Verschillen tussen zorg in de G4 en daarbuiten September 2013 Door: N. Rosendaal Introductie Amsterdam (A), Den Haag (DH), Rotterdam (R), en Utrecht (U) vormen samen de vier grootste steden

Nadere informatie

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald 7. Vaker werkloos In is de arbeidsdeelname van niet-westerse allochtonen gedaald. De arbeidsdeelname onder rs is relatief hoog, zes van de tien hebben een baan. Daarentegen werkten in slechts vier van

Nadere informatie

Hart en Vaataandoeningen, Leefstijlziektes? of! Leo Schrijvers Cardioloog

Hart en Vaataandoeningen, Leefstijlziektes? of! Leo Schrijvers Cardioloog Van harte welkom! Hart en Vaataandoeningen, Leefstijlziektes? of! Leo Schrijvers Cardioloog CONFUCIUS: Chinees wijsgeer circa 500 voor Christus Het is niet moeilijk om het goede te herkennen, maar wel

Nadere informatie

Voeding en gezondheid

Voeding en gezondheid Voeding en gezondheid Diëtistenpraktijk Meierijstad Stephan van Rooij 31 jaar Diëtist bij - Dietistenpraktijk Meijerijstad - Schijndel (Avantilaan 7) - Sint Oedenrode (Ollandseweg 86) Aandachtsvelden:

Nadere informatie

Rapport ziekte en sterftegegevens regio Dessel,-Mol-Retie. Dr. Vera Nelen Provinciaal Instituut voor Hygiëne, Antwerpen

Rapport ziekte en sterftegegevens regio Dessel,-Mol-Retie. Dr. Vera Nelen Provinciaal Instituut voor Hygiëne, Antwerpen Rapport ziekte en sterftegegevens regio Dessel,-Mol-Retie Dr. Vera Nelen Provinciaal Instituut voor Hygiëne, Antwerpen 3xG Studiegroep Februari 2011 2 Inhoud 1. Inleiding... 4 2. Overlijdensgegevens...

Nadere informatie

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe Tarieven per 1 januari 2013

Passantentarieven Medisch Centrum de Veluwe Tarieven per 1 januari 2013 019999003 Meerdere dagbehandelingen bij Een infectieziekte 15B928 3.343,25 3.060,85 282,40 019999004 Maximaal 5 verpleegligdagen bij Een infectieziekte 15B929 3.816,23 3.540,83 275,40 019999005 Onderzoek

Nadere informatie

Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016

Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016 Rapport Maastricht UMC+ HSMR 2016 februari 2018 Inleiding Dit rapport is het verslag van het onderzoek van het Maastricht UMC+ naar aanleiding van de HSMR-cijfers in 2016. Deze HSMR-cijfers gaan over de

Nadere informatie