Voorstudie MJA-3 UMC's

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voorstudie MJA-3 UMC's"

Transcriptie

1 Voorstudie MJA-3 UMC's Concentreren in netwerken Eindrapport, 1 december 2010 Aangevulde versie 24 juni

2 2

3 Samenvatting Kader De UMC's hebben in het kader van MJA-3 (1 juli 2008) afgesproken zich in te spannen om gemiddeld 30% energie-efficiency te bereiken in de periode Richting 2030 geldt een verdere ambitie om ten opzichte van % energie-efficiency te realiseren. Afgesproken is om voor de sector een lange termijnvisie te ontwikkelen. Ten behoeve van deze lange termijnvisie heeft de NFU een voorstudie laten uitvoeren door KplusV en TNO. Deze voorstudie maakt duidelijk waar wij als UMC's in 2030 staan, wat de energieopgaven van de toekomst zijn en waar de belangrijkste mogelijkheden voor besparing en innovatie liggen. Onze scope gaat verder dan procesoptimalisaties, de focus ligt op verdergaande energie-innovaties (transities) in de gehele keten. De voorstudie bestaat uit een omgevingsanalyse en toekomstverkenning en is via deskstudie en bilaterale interviews met hoofdzakelijk bestuursleden van de 8 UMC's tot stand gekomen. Voorafgaand aan vaststelling door het NFU-bestuur is de conceptversie op 12 november in een gezamenlijke bijeenkomst met alle bestuurders van de UMC s besproken. Voor u ligt de eindrapportage, die op basis van inhoudelijk commentaar van 29 april 2011 van AgentschapNL is aangevuld en aangescherpt. In deze rapportage hebbe wij ons plan van aanpak voor het vervolgtraject (opstelling van een routekaart) opgenomen. Wij staan gezamenlijk achter dit plan van aanpak. Veranderingen in zorgketen De zorgketen (voor definitie zie sheet 7) kent momenteel een grote dynamiek en er zijn majeure veranderingen gaande. In grote lijnen: Veranderende zorgvraag, onder meer meer ouderen met meerdere chronische aandoeningen. Zorg dichterbij de zorgvrager (zelfdiagnostiek, primaire zorgcentra in de buurt). Concentratie van laagcomplexe monodisciplinaire interventies in monodisciplinaire zelfstandige behandelcentra (ZBC s) of in deel van ziekenhuis. Concentratie van complexe multidisciplinaire hightech zorg in gespecialiseerde centra die geconcentreerd zijn rond ziektebeelden, de "nieuwe zuilen van de zorg". Concentratie van (complexe) acute zorg in regionale centra. De spoedeisende eerste hulp wordt georganiseerd tussen huisartenposten en primaire zorgcentra. Volgens Boer & Croon zal bij een volgende generatie curatieve zorg het algemene ziekenhuis in haar huidige vorm niet meer bestaan. Positie UMC's Wat betekent dit voor de posities van de UMC's in ? De interactie tussen de drie hoofdfuncties patiëntenzorg, onderzoek en opleiding blijft bestaan maar of de huidige organisatorische clustering hiervan in alle gevallen blijft bestaan is de vraag. Ontwikkelen UMC's zich door tot superspecialistische zorg en onderzoekscentra (centres of excellence) of halen ze juist de banden met de curatieve zorg en opleiding in de regio verder aan? Confrontatie op de variabelen concurrentie (vrije markt versus maximale samenwerking) en omgeving/oriëntatie (wereld versus regio) levert vier toekomstbeeldenop: Splendid isolation: hoogspecialistisch onderzoeks- en zorgcentrum, internationaal georiënteerd, hoogcompetitief, los van de basiszorg en basisopleiding. Gekoppeld via de basis: specialistisch centrum in de regio, nationaal/regionaal georiënteerd, met een voet in de basiszorg, concurrentie met andere medische centra op specialismen. UMC als netwerkorganisator: samenwerkingsverband van meerdere specialistische centra, internationaal georiënteerd, binding met algemene ziekenhuizen spitst zich toe op specialismen. UMC: Eén zorgketen, één organisatie: Allround UMC, keyplayer in de hele zorgketen, sterk locaal/regionaal georiënteerd. Dominante trends (geldig voor alle scenario s) zijn: Toenemende vraag naar zorg (groter aantal te behandelen patiënten, meer ouderen met chronische ziekten, voorspellen en voorkomen van ziektes). Tekort aan en competitie om personeel en schaars talent Verschuivende financiering/betaalbaarheid van de zorg De zorgsector wordt een steeds belangrijkere economische factor, verdergaande samenwerking met industrie en kennisinstellingen Internationalisering van medisch onderzoek en opleiding, internationale netwerken met intensieve data-uitwisseling, versterkte samenwerking met technische universiteiten Organisatie rond ziektebeelden in plaats van rond huidige specialismen. Nieuwe vragen rond preventief ingrijpen en de ontwikkeling van voorspellende en preventieve zorg. Technocratisering, voortschrijdende inzet van ICT (zelfdiagnostiek, digitale opleiding en training), nieuwe medische technologie en nieuwe onderzoekstechnieken. 3

4 Samenvatting vervolg Energieconsequenties Niet alle trends zijn even relevant met het oog op toekomstig energieverbruik. Het absolute energieverbruik van de UMC s neemt autonoom verder toe, omdat er sprake is van (1) volumegroei (meer op te leiden artsen en studenten, meer behandelingen en onderzoeken), (2) het gebruik van meer energieconsumerende medische apparatuur en (3) de toenemende eis op gebied van comfort en risicopreventie (meer eenpersoonskamers en meer volledig klimatiseren). Door concentratie van basisfuncties, efficiënter gebruik van gebouwen en m 2, en trainen en leren op afstand zal de absolute groei enigszins worden afgeremd maar niet worden omgebogen. Daarnaast zal een verschuiving van het energieverbruik naar voren in de zorgketen plaats gaan vinden. Het huidige energieverbruik bedraagt circa TJ (2009). Als het werkelijke energieverbruik zich blijft ontwikkelen zoals de afgelopen jaren het geval is geweest stijgt het energieverbruik met circa 2% per jaar naar 6450 TJ in 2020 en ruim 7400 TJ in Uitgangspunt is dat de energiebesparing op hetzelfde niveau blijft als de afgelopen periode het geval is geweest. Als er geen verdere energiebesparingmogelijkheden zouden worden doorgevoerd groeit het energieverbruik nog verder naar bijna 9000 TJ in 2030, bijna het dubbele van het energieverbruik in het referentiejaar In combinatie met stijgende energieprijzen gaan de energiekosten in de toekomst een dominantere rol spelen in bedrijfsvoeringkeuzes. Energiestrategie Om de energie-efficiencydoelen uit MJA-3 te kunnen halen zijn forse inspanningen nodig. 50% energie-efficiency in 2030 t.o.v betekent dat in totaal 2435 TJ bespaard moet worden. De 30% reductiedoelstelling voor 2020 komt neer op een te realiseren besparing van 1461 TJ. Per jaar zal circa TJ bespaard moeten worden om de doelen te halen. Dat is niet onmogelijk, maar omdat er steeds minder laaghangend fruit is, zullen de inspanningen omhoog moeten om het energiebesparingtempo op niveau te houden. Met een besparingtempo van 100 TJ per jaar wordt alleen een deel van de groei van het energieverbruik weggenomen. Om tot een absolute reductie van het energieverbruik te komen moet de energie-efficiency in de periode met minimaal 85% verbeteren. Voor zo n trendbreuk is een fundamenteel andere benadering nodig. De UMC s willen tot een sterkere gezamenlijke aanpak komen en er naar besparingen in de hele zorg- en onderzoeksketen gaan kijken. Door de ingrijpende maatschappelijke, technische en organisatorische ontwikkelingen gaan de systeemgrenzen schuiven; energie-effecten zullen zich ook meer naar voren in de zorgketen gaan verplaatsen. Een ketenaanpak is derhalve noodzakelijk om de juiste en meest efficiënte keuzes te maken en om tot werkelijke, in plaats van suboptimale, energiebesparing te komen. In deze voorstudie is een eerste verkenning gemaakt van de paden die naar verdergaande energiereductie kunnen leiden. Deze prestatiegebieden zijn als volgt geformuleerd: 1. Samen bedenken en zelf, per UMC, uitvoeren. Focus ligt op het versnellen van energiebesparing via slimme oplossingen, in energievoorziening, (w.o.duurzame energie) gedrag en techniek, buiten natuurlijke momenten als nieuwbouw en grootschalige renovatie om. 2. Samen bedenken en samen uitvoeren. Focus ligt op het bundelen van ondersteunende en basisfuncties zoals gezamenlijke opslagruimtes (biobanking), apotheken, diagnostische/klinische ruimtes én op Challenge for energy-efficiency (krachtenbundeling om energiezuinig productontwerp van medische apparaten en onderzoeksapparatuur te bevorderen). 3. Samen met derden bedenken en gezamenlijk uitvoeren. Focus in dit spoor ligt op het verduurzamen in de keten: participatie in regionale duurzame energieketens, CO 2- reductie via Cradle to Cradle (afval is grondstof) en energiebesparing in de keten (verschuiving van zorg naar de 1 e lijn, gebruik maken van ICT-mogelijkheden etc.) Vervolg In een routekaarttraject kunnen bovenstaande prestatiegebieden (verder worden uitgewerkt en verbonden worden in een lange termijn innovatie- en energiestrategie met een concreet en gezamenlijk actieprogramma. Ter onderbouwing verdient het aanbeveling verdiepend energieonderzoek uit te voeren om meer zicht te krijgen op het energieverbruik van de verschillende UMC-functies en activiteiten. Tevens zouden de UMC s het initiatief kunnen nemen om de energie-effecten van de toekomstige zorgketen in beeld te brengen (CO 2- footprint van de hele zorg keten) en daar samen met andere ketenpartijen een ketenaanpak voor te ontwikkelen. De routekaartaanpak is in het tweede deel van deze rapportage beschreven. 4

5 Leeswijzer Hoofdstukindeling Inleiding & Kader Huidige situatie & positie Trends in de sector* Toekomstige positie UMC s Energiestrategie en prestatiegebieden Conclusies & Advies Plan van aanpak routekaart * Bijlagenrapport Trends & Ontwikkelingen 5

6 Inleiding & Kader 6

7 Aanleiding en achtergrond MJA-3: 30% energie-efficiency UMC s vormen een MJA-sector Via routekaart naar een hogere ambitie: minimaal 50% energie-efficiencyverbetering in 2030 Voorstudie om mogelijkheden te verkennen Visionaire insteek ( hoe zien UMC s er in 2030 uit ), focus op transities Vanuit een brede toekomstverkenning (divergentie) focussen (convergentie) op energieefficiency in de totale zorgketen. Onder zorgketen wordt hier verstaan: de beschreven procesgang van een patiëntengroep binnen en tussen zorginstellingen en zorgverleners (gebaseerd op definitie in: ketenkwaliteit in academische ziekenhuizen, Willesheim, Ouwens). 7

8 Processchema Visie is in dit project als volgt gedefinieerd: De UMC s hebben binnen het zorgveld een, de eigen organisatie overstijgende functie. Zij voelen een grote verantwoordelijkheid voor de organisatie van de zorg in Nederland, op een zodanige wijze dat deze toegankelijk is, zoveel als mogelijk in de nabijheid van patiënten wordt verleend en betaalbaar blijft. Daarbij achten zij het wenselijk om de bedrijfsvoering op een duurzame basis in te richten zodat de doelstellingen van de MJA 3 kunnen worden gerealiseerd ( NFU van ) Deskstudie Visieonwikkeling & selectie focusgebieden Rapportage & plan van aanpak routekaart Indienen PvA bij Min. ELN commitment NFU-platform besluitvorming NFU-bestuur 8 bijeenkomsten stuurgroep / projectgroep

9 Projectorganisatie Projectgroep F. de Bos NFU R. Travesari TNO H.G. Mogezomp KplusV Stuurgroep Herman Bol UMC Utrecht (vz) W. Wienk Agentschap NL E. Sonnemans St. Radboud R. Travesari TNO NFU NFU-platform Bestuurders van: AMC MUMC+ Erasmus MC LUMC UMCG UMC St Radboud UMC Utrecht VU Medisch Centrum 9

10 Huidige situatie & positie 10

11 Bijzondere positie UMC s UMC s behoren met circa medewerkers tot de grootste zorg- en kennisinstellingen van Nederland en vormen een belangrijk onderdeel van de topsector life sciences Combinatie van drie hoofdfuncties: patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs. De UMC s zijn de publieke kennisorganisaties voor de Nederlandse gezondheidsorganisaties waar de vertaalslag tussen nieuwe kennis en unieke expertise naar de toepassing in de zorgpraktijk wordt vormgegeven. UMC s dragen bij aan innovatie door: de zorg voor patiënten met zeldzame en complexe aandoeningen grensverleggend onderzoek naar het ontstaan en de behandeling van ziektes opleiding aan professionals binnen de zorg volgens de nieuwste inzichten 11

12 Positie en organisatie NFU De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) is het samenwerkingsverband van de 8 UMC s. de NFU heeft als algemene doelstelling het behartigen van de gezamenlijke belangen van de UMC s Daartoe ontwikkelt de federatie gemeenschappelijke beleidsvisies en standpunten op alle terreinen die de acht UMC s aangaan. Een van die terreinen is duurzaamheid en MVO. Recent is de NFU als brancheorganisatie toegetreden tot de MJA-3. Het bestuur van de NFU bestaat uit de voorzitters van de acht Raden van Bestuur van de UMC s. Het voorzitterschap wordt bekleed door de voorzitter van één van de acht UMC s en rouleert. Binnen de NFU bestrijken bestuurscommissies de aandachtsgebieden patientenzorg, onderwijs en onderzoek, economische en financiele zaken en arbeidsvoorwaarden. Het in Utrecht gevestigde bureau van de NFU (17 mensen) verzorgt de voorbereiding, coordinatie, begeleiding en uitvoering van de werkzaamheden. De NFU hecht grote waarde aan betrokkenheid en inbreng vanuit de UMC s. In de praktijk participeert een groot aantal medewerkers uitde UMC s op bestuurlijk, inhoudelijk en technisch gebied in NFU-activiteiten. Op bijvoorbeeld de gebieden duurzaam inkopen en energie-efficiency zijn UMC-brede werkgroepen actief. Voorstudie en routekaart zijn/worden in en door het NFU-bestuur vastgesteld. Individuele UMC s zijn daar automatisch aan gebonden. 12

13 Energieprofiel UMC s Het huidig energiegebruik bedraagt circa TJ* (2009). Door met name een stijging van het elektriciteitsverbruik vertoont het absolute energieverbruik een stijgende tendens. Het relatieve energieverbruik (energiegebruik per productie eenheid) vertoont een dalende trend. In die zin is sprake van een stijging van de energie-efficiency. De energiebesparingdoelen uit MJA2 zijn gehaald. Van 2005 tot 2008 wisten UMC s 375 TJ (10,7% energiegebruik in 1998) besparing te realiseren. Gerealiseerd is 428 TJ. Het grootste deel van de besparingen wordt gerealiseerd door procesefficiencymaatregelen. Maatregelen op het gebied van ketenefficiency en duurzame energie leveren een beperkte bijdrage. De totale directe energiekosten bedragen mln op jaarbasis (2% van de totale omzet). UMC's hebben een 100% leveringszekerheid (back-ups) en hebben veel complexe installaties, waardoor de investeringen en de kosten voor in stand houden van de energievoorziening relatief hoog zijn. UMC s hebben globaal inzicht in het energieverbruik gerelateerd aan functies (zie sheet 14). Bovendien zijn verschillen tussen de UMC s groot. De grootste energieverbruikers zijn: patiëntenbehandeling, diagnostiek en klinisch onderzoek. Het grote energieverbruik bij patiëntenzorg hangt samen met de grootte van het vloeroppervlak -waardoor relatief veel luchtbehandeling- en de hoeveelheid medische apparatuur. De verwachting is dat dit komende jaren verder zal toenemen (zie hierna). * TerraJoule. 1 TJ = 109 Joule 13

14 Diagnostiek Behandeling Fundamenteel onderzoek Klinisch onderzoek Onderwijs Opleiding Energiegebruik naar functies (globaal) Elektriciteit (2.493 TJ) Warmte (473 TJ) Aardgas (2.086 TJ) Overig (302 TJ) Patiëntenzorg 50%(omvang TJ) Onderzoek 35% (omvang TJ) Onderwijs 15% (omvang 803 TJ) 14

15 Stijgende trend* in energieverbruik UMC s, met name door toename elektriciteit TJ * trend op basis van de huidige koers voor energiebesparing, zonder aanvullende maatregelen - Vanwege de omvang is patiëntenzorg de grootste energieverbruiker (50%), gevolgd door onderzoek (35%) en onderwijs (15%). - Elektriciteitsverbruik stijgt komende jaren door toename van luchtbehandeling en medische apparatuur - Gasverbruik tbv gebouwverwarming blijft redelijk stabiel - Energiekosten verdubbelen richting 2030 door volumegroei en tariefstijgingen Elektriciteit Gas Totaal werkelijk Energiegebruik (Prognose vanaf 2009) 15

16 Stijging energieverbruik door volumegroei, per productie eenheid neemt de energie-efficiency toe TJ totaal werkelijk incl. besparing relatief gebruik per productieeenheid [%] (productie eenheid is omzet UMC s gecorrigeerd voor inflatie) 100% 90% 80% 70% 60% 50% Het relatief energiegebruik laat per productie-eenheid t.o.v een dalende trend zien Als 1998 als basisjaar wordt genomen wordt het beeld minder gunstig; t.o.v is sprake van een verslechtering van de EEI (zie MJA-2-rapport). 16

17 Verschillen in energieverbruik UMC s Verschillen in energiegebruik tussen UMC s zijn groot. Dit heeft o.a. te maken met verschillen in: Verhouding tussen categorieën gezondheidszorg, onderzoek en onderwijs Specialisatie binnen categorieën, zoals bijvoorbeeld de omvang van de afdeling intensive care of gespecialiseerde verpleging of het aantal en type laboratoria (zie diagram) Fysieke inrichting: aantal gebouwen, typologie van gebouw en verspreiding van functies. Sommige UMC s hebben gebouwen die gedurende bepaalde tijd zijn af te sluiten, waarbij luchtbehandeling op die tijden niet noodzakelijk is Keuze voor technieken: twin-coil systeem vs. Warmtewiel of conventionele installatie vs. WKO installatie Al dan niet eigen opwekking van energie en/of energie-uitwisseling met de directe omgeving 17 Een voorbeeld van het energieverbruik van een UMC op hoofdcategorieën treft u hierbij aan: Elektriciteit Klimatiseren 64% Verlichting 15% Kantoor- en röntgenapparatuur 7% Vriezers 4% Liften 4% Overige 6 % Het grote verschil in energieverbruik tussen UMC s hangt o.a. samen met verschil in ventilatiebehoefte (verplaatsing m 3 lucht/ uur) en is afhankelijk van de functie. In het volgende voorbeeld is het verschil in gemiddelde ventilatievoud voor enkele functies weergegeven: Aardgas Klimatiseren 74% Warm water 9% Leidingverlies 8% Apparatuur 5% Sterilisatie 4% Warmte Klimatiseren 90% Leidingverlies 8% Warm water 2% kantoren lab's verpleging normaal verpleging speciaal verpleging bijzonder

18 Trends in de sector 18

19 Dominante trends 1. Toenemende en veranderende zorgvraag: van paar mln patiënten naar 16 mln zorgvragers en meer aandacht voor voorspellend onderzoek en preventie ( langer gezond leven ) 2. Transparantie en verantwoording; verschuiving van trust me, proof me naar engage me 3. Internationalisering medisch onderzoek en opleiding 4. Economische betekenis zorgsector neemt verder toe: a. zonder trendbreuk is in % van de beroepsbevolking in de zorg werkzaam b. bepalende sector voor Nederland 5. Verschuivende financiering/betaalbaarheid zorg 6. Tekort aan en competitie om personeel en schaars talent 7. Technocratisering van de zorg (voortschrijdende diagnostische en interventie-technieken, ICTtoepassingen) 8. Veranderingen in de zorgketen: van instituten naar netwerken: a. basiszorg dichterbij huis b. specialistische zorg meer geconcentreerd c. georganiseerd rond de patient en ziektebeelden Bron: interviews KplusV/TNO en deskstudie. In het bijlagenrapport zijn de trends uitvoeriger en per hoofdfunctie beschreven. Hierin staat ook een overzicht van geraadpleegde bronnen en geinterviewde organisaties/personen. 19

20 Van instituten naar netwerken Bron: Boer & Croon Van Instituten naar netwerken 20

21 Toekomstige positie UMC s 21

22 Omgeving UMC s in 2030 Patiëntenzorg Opleiding Gezondheidszorg is in netwerken georganiseerd. Gebruik ICT en zelfdiagnose in 1 e lijn is sterk toegenomen. Het merendeel van de contacten met specialisten verloopt digitaal. Samenwerking tussen regionale ziekenhuizen en medische centra is fors toegenomen en de afbakening is duidelijker geworden: ziekenhuizen basiszorg en bepaalde (top)specialismen, de medische centra topspecialistische behandeling. Het beddenaantal in specialistische medische centra loopt terug. Laagcomplexe zorgdiensten met hoog volume worden geconcentreerd uitgevoerd in zelfstandige behandelcentra of delen van ziekenhuizen. Data-opslag, biobanking en laboratoria zijn op enkele plaatsen in het land geconcentreerd. Laagcomplexe en veel voorkomende ingrepen worden gestandaardiseerd en geautomatiseerd uitgevoerd in combinatie met gespecialiseerde verpleegkundigen. Nieuwe en uitontwikkelde navigatietechnieken hebben er via minimaal invasieve ingrepen voor gezorgd dat gemiddelde ligduur van patiënten verder gereduceerd is. Specialisten/ artsen zijn groot deel van tijd bezig met preventieve diagnoses en behandeling in een zeer vroeg stadium van de ontwikkeling van een ziektebeeld ("hartfilmpje via mobiele telefoon"), gentechnologie, ingrijpen op celniveau, et cetera. Sterk technologisch-specialistische opleidingen worden gevolgd op internationale opleidingscentra. Hierbij vormen ziektebeelden de basis in plaats van medische specialismen in de huidige vorm. Gebouwen en faciliteiten van medische centra worden ook in avonduren en in weekends gebruikt voor cursus, training en het up to date houden van de skills. Opleiding en nascholing en training van specialisten vindt plaats in de (internationale) medische centra. Basisopleidingen voor artsen vinden afhankelijk van de regionale context plaats in de medische centra en/of algemene ziekenhuizen. E-learning en geavanceerde digitale simulatietrainingen vormen een hoofdbestanddeel in opleidingsprogramma's. Onderzoek Wetenschappelijk en fundamenteel onderzoek op celniveau vormt de basis onder het medisch onderzoek. Er wordt intensief samengewerkt met Technische Universiteiten. Nieuwe diagnostische technieken maken het mogelijk om het ontstaan van ziektes in vroegste stadium (op celniveau) te herkennen. De focus ligt op voorspellend medisch onderzoek en het voorkomen van de verdere ontwikkeling van een ziektebeeld. Onderzoek is geconcentreerd rond ziektebeelden. Dat zijn de "nieuwe zuilen van de zorg". In of bij medische centra zijn in nauwe samenwerking met kennisinstellingen en medische faculteiten hooggespecialiseerde onderzoekscentra ontstaan. Ontwikkeling van nieuwe onderzoeksapparatuur vindt in nauwe samenwerking plaats met de industrie. Toponderzoekers functioneren hoofdzakelijk in internationale netwerken waar intensieve data-uitwisseling plaatsvindt Er wordt meer gekeken naar toepassingmogelijkheden van bestaande technologie in de medische wereld en omgekeerd. Voorbeelden hiervan zijn rapid prototyping, CERN, et cetera. Er ontstaan meer grote Europese onderzoeksinstituten met zeer hoogwaardige en dure faciliteiten, die door internatio nale samenwerkingsverbanden worden gerund. Bron: interviews en literatuur, zie bijlagerapport 22

23 Centre of excellence Centre of excellence Centre of excellence Centre of excellence Centre of excellence Centre of excellence Centre of excellence Centre of excellence Centre of excellence Centre of excellence Centre of excellence Centre of excellence Splendid isolation A Toekomstbeelden UMC s -De regionale context bepaalt in sterke mate de toekomstige ontwikkeling van een UMC -Kijkend naar de in gang gezette internationalisering lijken de toekomstbeelden A en B het meest waarschijnlijk -In de modellen A en C (sterke vrije markt, superspecialisatie) wordt de onderwijsfunctie losgekoppeld van de onderzoek- en topreferente zorgfunctie). De netwerkorganisator UMC B Basis zorg Wereld als directe omgeving Basis zorg Gekoppeld via de basis Vrije markt Gereguleerde concurrentie Eén zorgketen, één organisatie C Regio als directe omgeving UMC D Basis zorg Systeemgrens concurrentie Basis zorg (algemene ziekenhuizen) UMC-functie (huidige situatie) Centre of excellence Basis zorg 23

24 Individualisering Socialisering Splendid Isolation Algemeen: hoogspecialistisch onderzoeks- en zorgcentrum voor één ziektebeeld, internationaal georiënteerd, hoogcompetitief, los van de basiszorg. Er is mondiale concurrentie tussen de centres of excellence. Patiëntenzorg: maximale keuzevrijheid patiënt (bij niet acute behandelingen), veel internationale patiënten, patiënten betalen voor extra aandacht/comfort. Onderzoek: mondiale competitie om schaars talent, grote betrokkenheid industrie i.v.m. financiering onderzoek, nadruk op toegepast en specifiek fundamenteel onderzoek Opleiding: veel internationale assistenten, hoog-kwalitatieve en onderscheidende opleidingscentra (assistenten kiezen zelf waar ze opgeleid willen worden tot specialist); onderwijsfunctie is losgekoppeld van centre of excellence en bij faculteit (Universiteit) ondergebracht Sterke focus op kostenbeheersing, productiviteitsverhoging en, internationale profilering individuele energiestrategie, focus in EBP op eenvoudig uitvoerbare energie efficiency met korte terugverdientijden. Globalisering De netwerkorganisator Algemeen: Internationale netwerkorganisatie van meerdere specialistische centra, sterke binding met algemene ziekenhuizen voor regionale basiszorg spitst zich toe op specialismen. Gereguleerde mondiale concurrentie tussen de centres of excellence onderling. Patiëntenzorg: door sterke internationale samenwerking focus op telechirurgie, consult op afstand; internationale standaardisering (uniformeren van werkwijzen), veel aandacht voor preventieve zorg; Onderzoek: langlopend en fundamenteel onderzoek, excellente faciliteiten op onderling afgestemde locaties, volledige dekking onderzoeksveld Opleiding: opleiden voor de wereld als werkgebied (veel internationale assistenten), opleiding voor zowel basisarts als specialisatie, internationale samenwerkingsverbanden tussen medische faculteiten (geografische relatie met "eigen" universiteit) is minder van belang) "not for profit" gefinancierd. Naast zelfstandigheid in eigen bedrijfsvoering, centralisatie en samenwerking op ondersteunende functies (databeheer, biobanking) in individuele EBP's gezamenlijke energiestrategie met andere UMC's, blik op energie-innovaties in deel van de keten. Gekoppeld via de basis Algemeen: specialistisch centrum in de regio, nationaal/regionaal georiënteerd, met een voet in de basiszorg, concurrentie met andere medische centra op specialismen. Patiëntenzorg: patiënt houdt regie over eigen behandeling, regionale concurrentie tussen medische centra onderling en met algemeen ziekenhuis ("last resortfunctie ) Onderzoek: focus op toegepast onderzoek voor regionale/lokale markt, nationale competitie op talent, gericht op eigen kennisontwikkeling en toepassing (beperkte kennisuitwisseling) Opleiding: zowel basisopleidingen als specialisatierichtingen (medische centra) zijn hierin autonoom), nationale en regionale competitie om beste artsen aan centra te binden. Onderwijsfunctie is losgekoppeld van centre of excellence en bij faculteit (Universiteit) ondergebracht Autonome bedrijfsvoering met focus op efficiency en PR/uitstraling individuele energiestrategie, focus in EBP op eenvoudig uitvoerbare energie-efficiency met korte terugverdientijden. Participant in snel renderende energie-innovaties op regionaal niveau. Één zorgketen één organisatie Algemeen: Allround UMC, key-player in hele zorgketen, sterk lokaal/regionaal georiënteerd. Er is sterke concurrentie tussen de UMC s en de regionale ziekenhuizen. Het onderscheid tussen beide voor de basiszorg vervaagt. Patiëntenzorg: UMC heeft alles in huis, verzorging en verpleging thuis en in de wijk, bewaking via ICT, cultureel bepaalde zorg, ICT-omgeving (maximale uitwisseling patiënteninformatie) Onderzoek: onderzoek gekoppeld aan patiëntenzorg, sterke rol zorgverzekeraars bij onderzoeksagenda, beperkt gespecialiseerd onderzoek. Opleiding: bieden van een interessante woon- en werkomgeving (om schaars talent te binden), sterke binding met medische universiteit, regionale regisseur van opleiding van medisch personeel op alle niveaus. Sterke focus op samenwerking en afstemming in huisvesting en faciliteiten door ziekenhuizen en behandelcentra in de regio. Onderlinge concurrentie maakt dit niet eenvoudig gezamenlijke energiestrategie ketenbenadering. UMC is initiatiefnemer en trekker hiervan. Regionalisering 24

25 Rode draad in toekomstbeeld In alle gevallen doorontwikkeling naar een sector waarin: (U)MC blijft de plek voor hoogspecialistische zorg en onderzoek Concentratie (afstemming tussen verschillende UMC s) Vergaande samenwerking tussen (U)MC s Samenvoegen van basis- en ondersteunende functies (U)MC s zullen komende jaren een belangrijke rol in de keten blijven vervullen 25 25

26 Energiestrategie en prestatiegebieden Om tot een passende energiestrategie te komen is het noodzakelijk om: Goed inzicht te hebben in de energierelevantie en consequenties van de trends Een scherp beeld te hebben van de opgave (energie-efficiencydoelen) Inzicht te hebben in de prestatiegebieden (ontwikkellijnen waarlangs de doelen bereikt gaan worden) 26

27 Energierelevantie en -consequenties - Niet alle trends, zoals hiervoor geschetst op pagina 19, zijn even relevant voor het toekomstige energieverbruik. Hieronder is per trend in beeld gebracht wat de consequenties voor de UMC s zijn en wat de mogelijke energie-effecten daarvan zijn. Deze effecten zijn niet in alle gevallen eenduidig aan te geven, gepoogd is de invloed kwalitatief te duiden. - De effecten op het energieverbuik zijn binnen de huidige systeemgrenzen van de UMC s bekeken. Verschillende ontwikkelingen leiden echter tot een verschuiving van het energieverbruik in de keten. Daar waar dit speelt hebben we dit met een * aangegeven. In de netto-keteneffecten bestaat nog geen inzicht en kunnen op dit moment dus nog niet worden geduid. Trend Consequentie UMC's Duiding Maatschappelijk (vraagkant) 1. Toename en veranderende zorgvraag, meer focus op preventie en voorspellend Meer te behandelen patiënten, meer op te leiden artsen, meer studenten meer m 2 en faciliteiten ++++ onderzoek 2. Keuzevrijheid zorgvrager ("engage me") Patiënten en zorgverzekeraars maken in toenemende mate zelf keuze waar ze verzorgd en behandeld willen worden. Resulteert bij UMC's in noodzaak om te excelleren en toename van aandacht (onderscheidend vermogen) voor comfort en kwaliteit en PR energieconsequentie onduidelijk Sterke opkomst voorspellende medische zorg en onderzoek naar preventieve zorg voorkomt aan de ene kant ziektes, maar leidt aan de andere kant ook tot nieuwe vragen energieconsequentie onduidelijk?? 3. Internationalisering medisch onderzoek en opleiding 4. Economische betekenis zorgsector neemt toe 5. Verschuivende financiering / betaalbaarheid zorg Er ontstaan grote, kapitaal- en kennisintensieve onderzoeksinstituten door energie-intensieve faciliteiten zal dit een opwaarts effect hebben op het energieverbruik. Onduidelijk is of het aantal m 2 netto zal toenemen. Er vindt ook concentratie plaats. Versterkte samenwerking met Universiteiten, kennisinstellingen en bedrijfsleven energieconsequentie onduidelijk Belang van kostenreductie en efficiency in huisvesting neemt toe efficiënter gebruiken van ruimtes en faciliteiten, slimmer inkopen van energie. Concentratie van basisfuncties (klinisch lab, diagnostische centra, apotheek, biobanking) daling energieverbruik +? - 27

28 Energieconsequenties Trend Consequentie UMC's Duiding Personeel 6. Toename personeelstekort en competitie om personeel en schaars talent (zowel medisch als technisch personeel) Technologisch (technocratisering van de zorg*) HRM-beleid neemt verder in belang toe vooral de schaarste van kwalitatief technisch personeel heeft mogelijk een negatief effect op energiegebruik (minder aandacht en kennis) 7a. Toename diagnostiek & interventie Toepassing van innovatieve operatietechnieken, nieuwe radiodiagnostische technieken kapitaal- en energieintensievere apparaten 7b. Toename ICT Toename van gebruik toepassing front-office ICT ("hand held diagnostische apparatuur", zelfdiagnositiek) minder bezoeken aan UMC daling energieverbruik Toename digitaal onderwijs en training besparing op energieverbruik gebouwen en faciliteiten ** - 28

29 Energieconsequenties Trend Consequentie UMC's Duiding 8a. Basiszorg dichterbij huis Uitbreiding van 1 e lijn met diagnositiek, preventie en voorlichting, chronische zorg, lichte revalidatie beperkte afname van gebruik /druk op UMC Kleinere beddenhotels en ontwikkeling van zorghotels (door toename dagbehandeling en zorg dichtbij huis) ligduur patiënten in UMC's verder omlaag daling energieverbruik -** -** 8b. Specialistische zorg meer geconcentreerd 8c. Georganiseerd rond de patiënt en ziektebeelden Monodisciplinaire interventieklinieken verspreid over het land: -> (in beperkte mate) afstoten van deze diensten door UMC's Hoewel de transportafstand toeneemt zal het totale verbruik aan energie bij deze trend dalen Er ontstaan nieuwe multidisciplinaire themacentra en instituten, versterkte samenwerking tussen UMC's (UMC.nl) energieconsequentie is onduidelijk -**? * indeling naar Boer & Croon ** kan in frontoffice tot toename van energieverbruik leiden, vraag is wat netto-effect in totale zorgketen zal zijn. 29

30 Toename productie Eigen keuze Preventie Intenationalisering Samenwerking Efficientie verbetering Concentratie Competitie om personeel Innovatieve apparatuur Zelfdiagnose e-learning Uitbereiding 1ste lijn Zorg dicht bij huis Zefstandige interventieklinieken Thema centra Afname Toename Relatief effect van de trends op het energiegebruik Energieconsequenties van de trends 30

31 Samenvattend: stijgend netto-effect Netto-effect: absolute stijging van het energieverbruik Dominante verklarende factoren voor absolute stijging energieverbruik zijn: toename van de volumedruk: er moeten (veel) meer patiënten worden behandeld, meer studenten en artsen opgeleid kapitaal- en energie-intensiever worden van medische apparatuur (nieuwe, meer energieconsumerende apparaten) Toename van het aantal m 2 per patiënt: meer hang naar comfort (strengere eisen aan binnenklimaat) en privacy (toename van het aantal eenpersoonskamers) Concentratie van basisfuncties, efficiënter gebruik van beschikbare m 2, en trainen en leren op afstand etc. heeft dempend effect maar kan netto-effect van stijgend energieverbruik UMC's niet stoppen. Scheidslijnen tussen 1 e, 2 e en 3 e lijn curatieve zorg vervagen in de toekomst. Het ontstaan van nieuwe vormen en netwerken betekent ook dat er verschuivingen in energieverbruik binnen de zorgketen gaan plaatsvinden. Anders gezegd: een besparing op het energieverbruik bij een UMC of Algemeen Ziekenhuis kan gepaard gaan met een stijgend energieverbruik in de basiszorg of bij de patiënt thuis. Inzicht in de netto-energie-effecten in de hele keten ontbreekt. 31

32 Effecten van de MJA3 en het routekaarttraject op het toekomstige energiegebruik TJ Ontwikkeling zonder maatregelen -30% = 1461 TJ in % = 2435 TJ in Ontwikkeling met MJA 3 maatregelen Ontwikkeling met MJA 3 maatregelen + routekaart 32

33 Ambitie UMC s Ten opzichte van 2005: minimaal 30% (1.461 TJ) energie-efficiency in 2020 en 50% (2.435 TJ) energie-efficiency in Tussen 2005 en 2008 is al 428 TJ bespaard. Doorlopende inzet op procesefficiency en energiezorg levert circa de helft op (afvlakking doordat laaghangend fruit op gegeven moment geplukt is) Activiteiten uit de routekaart leveren minimaal de andere helft op, mogelijk zelfs meer (routekaart+-scenario). Hoeveel meer wordt duidelijk tijdens routekaarttraject CONSTATERINGEN De inzet tot dusverre lag hoofdzakelijk op procesefficiency en energiezorgmaatregelen Om het besparingstempo op het huidige niveau te houden zullen steeds grotere inspanningen moeten worden gedaan, het laaghangend fruit is op een gegeven moment geplukt Autonoom en rekening houdend met huidig energiebesparingstempo zal het absolute energieverbruik blijven stijgen tot circa 6400 TJ in 2020 en 7400 TJ in 2030 (zie pagina 9). Om het absolute energieverbruik bij de verwachte volumegroei te laten dalen is een reductie met circa 90% nodig (2030 t.o.v. 2005). Dit betekent een verdubbeling van het jaarlijkse besparingstempo naar 188 TJ. Om dit te kunnen halen zijn vergaande keten- en systeeminnovaties vereist. Een routekaarttraject kan duidelijk maken in hoeverre deze mogelijkheden er zijn

34 Focus m.n. op keten- en systeeminnovaties Met derden bedenken, gezamenlijk uitvoeren Samen bedenken, samen uitvoeren Focus m.n. op procesefficiency Samen bedenken, zelf uitvoeren Prestatiegebieden Ontwikkelpaden / strategische lijn Intensiveren gebruik (vastgoedstrategie) efficiënter gebruiken (optimaal aansluiten bij zorgpaden) dubbel gebruiken (meervoudig en flexibel ruimtegebruik) langer gebruiken (avonduren, weekends, bedrijfstijd verlenging) samen gebruiken gezamenlijke opleidings- en trainingsruimtes Versnellen energiebesparing:/efficiency Slimme oplossingen en energiebewust gedrag Inspelen op nieuwe Europese normen t.a.v. energieprestatie-eisen op gebiedsniveau (bijv. ontwikkelingen op het gebied van passief bouwen) Ontwerpen van energieconcept van de toekomst: beperken energievraag, meer duurzame energie, optimaliseren WKK, warmteterugwinning en mogelijk zelf opwekken van energie Samenvoegen basis- en/of ondersteunende functies: data-opslag biobanking apotheken diagnostische klinische centra Challenge for energy-effciency: inkoopeisen meedenken in / prikkelen tot duurzaam productontwerp medische en onderzoeksapparatuur Verduurzamen in de keten Regionale en lokale oplossingen: gebruik van restwarmte; duurzame energie bronnen in/ uit de omgeving Beperken energievraag en energiebesparing in de zorgketen: moderne ICT-toepassingen (zelfdiagnose, digitale arts-patiënt-relaties en ingrepen) CO 2 -reductie via oplossingen uit andere branches (toepassing nieuwe materialen voor bedlinnen, ziekenhuiskleding e.d.; crossover met routekaarttraject textielverzorgingsbedrijven) Resultaat / indicator Betere benutting ruimtes / # m 2 per hoofdfunctie NB. Efficiënter gebruik is een realistische optie. UMC heeft voor een gelijke functie nu 1,5 tot 2 keer zoveel oppervlakte beschikbaar als een normaal ziekenhuis. Individuele uitwerking in EBP s Energieverbruik per m 2 gebouw Aantal m 2 dat aan energieprestatie-eisen voor nieuwbouw voldoet Gezamenlijke aanpak via routekaart (samen bedenken, zelf uitvoeren) Efficiënter gebruik voorzieningen, lagere huisvesting- /facilitaire kosten / # m 2 per ondersteunende en basisfunctie Gezamenlijke aanpak via routekaart (samen bedenken en samen uitvoeren) Vernieuwende en energiezuinige medische apparaten / energie-efficiency apparaten Gezamenlijke aanpak via routekaarttraject (samen bedenken en samen uitvoeren) Ketenefficiency: energie-efficiency per zorg- /onderzoeksproduct Aandeel duurzame energie in energievoorziening Gebruik restwarmte in PJ / mate van inpassing in lokale energievoorziening Hoeveelheid afval, % recycling Waterverbruik (liter per patiënt) Gezamenlijke aanpak via routekaart (samen met derden bedenken, gezamenlijk uitvoeren) 34

35 Motivering keuze Overwegingen / criteria bij selectie prestatiegebieden: Sluiten goed aan bij dominante trends (rode draden in toekomstbeeld, zie sheet 25) Samenwerking op deze gebieden tussen UMC s een vereiste is of duidelijke meerwaarde oplevert Er (op deze gebieden) sprake is van een aanzienlijk energiebesparingpotentieel ( zie sheets energieprofiel) Er sprake is van een uitstralingseffect breder in de keten, onder meer naar reguliere ziekenhuizen Onderwerpen die individueel door UMC s opgepakt kunnen worden zijn niet als focusgebied voor een routekaarttraject geselecteerd. Dit betreft onder meer: Procesefficiency en good housekeepingmaatregelen zoals optimalisatie van de WKK / WKO Gebouwmaatregelen in kader van nieuwbouw of cyclische renovatie/verbouw Met individuele EBP s wordt minimaal de helft van de doelstelling van 50% energie-efficiënter in 2030 ingevuld. 35

36 Conclusies & Advies 36

37 Conclusies Het speelveld rond de UMC s verandert ingrijpend. De vraag naar specialistische zorg en onderzoek neemt toe. De scheidslijnen tussen 1e, 2e en 3e lijn in de curatieve zorg verdwijnen. Onderzoek wordt steeds internationaler Het energieverbruik in medische centra stijgt de komende jaren verder door volumegroei en door toename van gebruik van meer energieconsumerende apparaten. Een gedetailleerd inzicht in het energieprofiel van UMC s is noodzakelijk. Een deel van de 30% en 50% besparingdoelstellingen in resp en 2030 kan naar verwachting met procesefficiency en energiezorgmaatregelen worden ingevuld. Krachtenbundeling tussen UMC s en energiebesparing in de keten zijn echter noodzakelijk om verdergaande besparingen te kunnen realiseren Als gevolg van de organisatorische veranderingen zal het energieverbruik in de keten verschuiven. Inzicht in de netto-keteneffecten én een ketenaanpak is nodig om een bruikbare lange termijn energiestrategie te kunnen opstellen en tot verdergaande energiereductie te komen. 37

38 Hoe verder? Advies: 1. Continueer aanpak en inzet via individuele energiebesparingplannen (EBP s) 2. Ga als UMC s (verder) gezamenlijk aan de slag met een routekaart om: energiebesparing te versnellen slimme oplossingen te ontwikkelen (met de omgeving, in de keten) en het aandeel duurzame energie te vergroten; 3. Betrek alle UMC s (diverse afdelingen en geledingen) en ketenpartijen bij opstelling van de routekaart 4. Voorzie de routekaart van een concreet actieprogramma, draag zorg voor commitment voor de implementatie Ad 2: Waarom deze onderwerpen? Deze onderwerpen zijn actueel Er zijn veel verschillende meningen over de effecten van deze routes Gezamenlijk onderzoek heeft nog niet plaatsgevonden Aanzienlijk besparingspotentieel door gezamenlijke aanpak (financieel, organisatorisch, energetisch) Ad 3: Nut en meerwaarde Routekaart Maakt het mogelijk extra stappen te zetten in verdergaande energie- en kostenbesparing in de hele keten Levert waardevolle input voor visie en strategie en structuur- en positieversterking medische centra Sluit aan op en versterkt lopende ontwikkelingen en NFU-trajecten Profiteren van een standaard aanpak en aangeboden facilitering AgentschapNL Zie Plan van aanpak Routekaart 38

39 Plan van Aanpak Routekaart Inhoud Context Doel en resultaat Focus en onderzoeksvragen Stappen en activiteiten Projectorganisatie en interactie Planning Begroting 39

40 Context Uit de voorstudie blijkt dat het speelveld rond de UMC s ingrijpend verandert, dat er sprake is van een autonome stijgende trend in het energieverbruik en dat de energieffecten als gevolg van maatschappelijke, organisatorische en technische ontwikkelingen zich meer naar voren in de zorgketen gaan verplaatsen. Uit de voorstudie blijkt ook dat er een forse energiebesparingsopgave ligt richting 2020/2030, waarbij samenwerking tussen UMC s en een ketenaanpak noodzakelijk zijn om ambitieuze energie-efficiencydoelen te kunnen realiseren. De UMC s nemen een belangrijke positie in de zorgketen en het medisch onderzoek in en zijn in die zin een logische partij om het voortouw te nemen in een routekaart voor verdergaande energiebesparing. Er ontstaat daardoor een belangrijk signaal en handelingsperspectief bij overige partijen in de zorgketen. Dat de samenwerking en afstemming tusssen UMC s als gevolg van het veranderende speelveld en de grote maatschappelijke opgaven (opvangen van de stijgende en veranderende zorgvraag en het betaalbaar houden van de zorg) verder wordt geintensiveerd en dat een routekaarttraject hier goed op aansluit. Duurzaamheid een belangrijke pijler is geworden in de strategie en bedrijfsvoering van UMC s en dat een gezamenlijk routekaarttraject daar een logisch gevolg van is. 40

41 Doel en resultaat Doel Routekaart moet UMC s verder brengen bij realisatie van verdergaande energiebesparing. De routekaart brengt concreet in kaart hoe de doelen voor 2020 /2030 gerealiseerd kunnen gaan worden. Doel is dat via het routekaarttraject minimaal 50% van de totale energie-efficiencydoelstelling voor 2020 (750 TJ) en 2030 (1220 TJ) gerealiseerd gaat worden. De andere helft wordt via individuele EBP s ingevuld. Naast de energetische doelstelling dient de routekaart ook bij te dragen aan andere doelen: het verhogen van de kostenefficiency, de ontwikkeling naar hoogwaardige zorg en structuur- en positieversterking van de UMC s. Resultaat De routekaart bestaat uit een gezamenlijke innovatie- en energiestrategie en focust op een versnelling van energiebesparing langs drie lijnen: Innovaties en besparingsopties die samen worden bedacht en individueel (per UMC) worden uitgevoerd Innovaties en besparingsopties die samen worden bedacht en gezamenlijk uitgevoerd; Innovaties en besparingsopties die samen met derden (ketenpartijen en buren ) worden bedacht en gezamenlijk uitgevoerd Per prestatiegebied vindt een uitwerking plaats naar SMART-doelen, prestatie-eisen en indicatoren. Het routekaarttraject resulteert in een actieprogramma, dat vastgesteld wordt door het NFU-bestuur en het commitment heeft van de 8 UMC s 41

42 Focus en onderzoeksvragen Routekaart minimaal1220 TJ besparing in 2030 (andere helft MJA 3 traject) 50% 40% > 10% Samen bedenken, zelf uitvoeren Hoe kan het efficiëntst en op duurzame wijze (zelf) energie worden opgewekt? Waar liggen de belangrijkste aanknopingspunten voor energiebesparing (gedrag, techniek, energievoorziening etc.) en wat zijn de oorzaken van dit verbruik? In hoeverre is een versnelling via slimme oplossingen (organisatorisch, technologisch en qua gedrag), buiten de "grote klappers" van natuurlijke momenten als nieuwbouw en grootschalige renovatie mogelijk? Welk van de aansprekende realistische scenario s leiden tot handelingsperspectief op een termijn van 5-10 jaar? Wat zijn de energetische effecten en globale consequenties van deze transitieopties? Hoe kunnen deze slimme oplossingen daadwerkelijk worden gerealiseerd, wat is daarvoor nodig? 42 Samen bedenken, samen uitvoeren Bij welke basis en/of ondersteunende functies is concentratie interessant (bijv. data-opslag, biobanking, apotheken en/of diagnostische klinische centra)? En bij welke niet? Hoe ver moet de concentratie worden doorgevoerd? Wat is vanuit kwaliteit, logistiek en energetisch oogpunt optimaal (aantal locaties en waar?) Wat zijn per functie de energie-effecten en de belangrijkste voor- en nadelen van concentratie (kwalitatief en kwantitatief)? Gezamenlijk inkoopspecificaties aan de markt voorleggen voor medische apparatuur en de markt laten meedenken in/ prikkelen tot duurzaam productontwerp ( Energy Challange ) Samen met derden bedenken, gezamenlijk uitvoeren In hoeverre is in de omgeving van UMC's restwarmte beschikbaar of zijn er duurzame energiebronnen beschikbaar? In het geval die er zijn: in hoeverre kunnen UMC's daar dan gebruik van maken? Welke veranderingen treden in de organisatie van zorg op als gevolg van meer zelfdiagnose in de 1 e lijn (zelfdiagnose) en meer digitale consults en behandelingen? Wat zijn de twee meest waarschijnlijke organisatorische scenario's en wat zijn de globale effecten op het energiegebruik? Welke effecten hebben vergaande preventie maatregelen op het voorkomen en het vroegtijdig ingrijpen van ziektebeelden op het energiegebruik. In hoeverre kan energie worden bespaard als gevolg van maatregelen in andere branches?

43 Energie-efficiency Onderbouwing besparingsdoelen 50% energie-efficiency (610 TJ) door samen bedenken en zelf uitvoeren : Meer inzicht in energieverbruik op detailniveau Vraaggestuurde (energiezuinige) ventilatie (minder wanneer kan en meer wanneer moet) Versnelde renovatie- en vervangingswerkzaamheden van installaties 40% energie-efficiency (488 TJ) door samen bedenken en samen uitvoeren : Samenvoegen functies (laboratoria, apotheek, etc.) levert een jaarlijkse besparing op van plusminus 5% (125 TJ) Centrale opslag 50% reductie op apparatuur/koelkasten (50 TJ) Intensiveren van het aantal m 2 levert naar schatting 5% reductie op het totaal (125 TJ) Afstoten van gebouwen/ ruimten/ m 2 Gezamenlijke acties op gebied van klimatisering (bijvoorbeeld experimenten met het verlagen van het bevochtigingsniveau) Centraal inkopen 10% energie-efficiency (122 TJ) door met derden bedenken en gezamenlijk uitvoeren : Energiebehoefte (lokaal) afstemming tussen sectoren/ duurzame energiebronnen benutten Duurzaamheidcriteria in de keten / meedenken aan de voorkant / meeontwikkelen (partnership) Met good housekeeping en efficiency alleen komen we er niet. Nieuwe doorbraken en concepten zijn noodzakelijk om de doelstelling van 50% energie-efficiency in 2030 te kunnen realiseren (zie figuur) Optimaliseren processen nieuwe doorbraken (transities)

44 Stappenplan 1. Start & voorbereiding - startbijeenkomsten - werkplannen Werkplan & afbakening Werkplan & afbakening 2a. Samen bedenken en uitvoeren ( bundelen ) IST: bepalen nulsituatie: functieanalyse Inkoopbeleid en -prestaties Energie-experts Verkennen versnellingsop ties (duurzame bronnen, top 10 ) SOLL: schets ideale situatie: samenvoeging functies energychallen ge apparatuur Expertmeeting Versnellingsscenario s: - energievoorziening - gedrag - techniek Deelrapportage: - betekenis voor UMC s - energie - kosten - logistiek 2b. Samen bedenken en zelf uitvoeren ( versnellen ) Deelrapportage: resultaten en effecten Visualisering 3a. Innovatieen energiestrategie 3b. Actieprogram ma + eindrapport Energie-experts Expertmeetings Brainstormsessies 2c. Samen met derden bedenken en gezamenlijk uitvoeren ( verduurzamen ) Programmering Werkplan & afbakening Gebieds- en ketenanalyse: restwarmte en duurzame bronnen in omgeving energieverbruik in de zorgketen Keten- en organisatiescenario s + effectbeoordel ing Deelrapportage: resultaten en effecten Deelonderzoeken Expertmeetings Onderzoeksfase Keuzefase

45 Projectorganisatie NFU trekt namens UMC s het proces van de routekaart. NFU stelt capaciteit ter beschikking voor invulling trekkers- en opdrachtgeverrol. Voor procesbegeleiding en inhoudelijke coördinatie worden KplusV resp. TNO ingeschakeld. AgentschapNL financiert. Per prestatiegebied (3x) wordt een werkgroep samengesteld, aangestuurd/getrokken door een bestuurder van een UMC, daarbij ondersteund door KplusV of TNO. In de werkgroepen participeren verder inhoudsverantwoordelijken (op managementniveau) vanuit de verschillende UMC s. Bij de uitwerking van acties zullen vanuit de werkgroep ook lijntjes worden gelegd naar andere betrokkenen binnen de betreffende afdelingen of te onderzoeken functies. De precieze projectorganisatie wordt in de start- en voorbereidingsfase van het project bepaald en ingevuld. Op diverse momenten in het proces worden via werksessies en bilaterale contacten ook externe experts, stakeholders en ketenpartijen (vertegenwoordigers 1 e en 2 e lijn) in het proces betrokken. Ter bewaking van het gehele proces begeleidt een stuurgroep de ontwikkeling van de routekaart. In deze stuurgroep participeren: de procestrekker van NFU, AgentschapNL, 3 bestuurders (de werkgroeptrekkers), procesbegeleider KplusV en inhoudelijk coördinator TNO. 45

MJA-Sectorrapport 2012 Universitair Medische Centra

MJA-Sectorrapport 2012 Universitair Medische Centra MJA-Sectorrapport 2012 Universitair Medische Centra Colofon Projectnaam: MJA-monitoring Universitair Medische Centra Datum: 14 mei 2013 Status: Eindversie Kenmerk: 1235678/223/BHW/AB/157007 Contactpersoon:

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport 2014 Universitair Medische Centra

MJA-Sectorrapport 2014 Universitair Medische Centra MJA-Sectorrapport 2014 Universitair Medische Centra Het AMC had in 2014 de grootste bijdrage aan de energiebesparing bij procesefficiency maatregelen in de sector. Colofon Projectnaam: MJA-monitoring

Nadere informatie

Managementsamenvatting. Routekaart UMC s

Managementsamenvatting. Routekaart UMC s Managementsamenvatting Routekaart UMC s Colofon Opdrachtgever: Agentschap NL Projectleider: TNO Procesbegeleiding: KplusV organisatieadvies Branche-organisatie: NFU 1. Aanleiding en ambitie De Nederlandse

Nadere informatie

Integrale energiestrategie UU. Fréderique Houben, Universiteit Utrecht

Integrale energiestrategie UU. Fréderique Houben, Universiteit Utrecht Integrale energiestrategie UU Fréderique Houben, Universiteit Utrecht Integraal en Samen! 2 3-10-2017 Integrale energiestrategie UU Universiteit Utrecht Opgericht in 1636 30.000 studenten en 7.500 medewerkers

Nadere informatie

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA UPDATE 2016 SAMENVATTING STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA Opdrachtgever Gemeente Breda Afdeling Mobiliteit en Milieu Opdrachtnemer Evert

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs MJA-Sectorrapport 2012 Wetenschappelijk onderwijs Colofon Projectnaam: MJA-monitoring Wetenschappelijk onderwijs Datum: 16 mei 2013 Status: Eindversie Kenmerk: 1235678/223/BHW/AB/157005 Contactpersoon:

Nadere informatie

e Sectorrapport 2015 Universitair Medische Centra

e Sectorrapport 2015 Universitair Medische Centra e Sectorrapport 2015 Universitair Medische Centra UMCG had in 2015 het beste procesefficiency besparingsproject. Colofon Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Universitair Medische Centra Datum: 1

Nadere informatie

Samen Beter. Op weg naar 2020

Samen Beter. Op weg naar 2020 Samen Beter Op weg naar 2020 Ambitie BovenIJ ziekenhuis 2020 Op weg naar 2020 wil het BovenIJ ziekenhuis met en voor alle bewoners van Amsterdam-Noord e.o. bijdragen aan een betere gezondheid en een betere

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs

MJA-Sectorrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs MJA-Sectorrapport 2013 Wetenschappelijk onderwijs Colofon Projectnaam: MJA-monitoring Wetenschappelijk onderwijs Datum: 24 juni 2014 Status: Definitief Kenmerk: 1235678/U&W/WJW/MS/157005 Locatie: Utrecht

Nadere informatie

2009 over de Universit Feiten en cijfers air Medische Centra

2009 over de Universit Feiten en cijfers air Medische Centra In één oogopslag Feiten en cijfers over de Universitair Medische Centra 2009 Bronvermelding: voor deze uitgave zijn de meest recente gegevens gebruikt van Prismant, Price Waterhouse Coopers, VSNU en NFU.

Nadere informatie

onze strategische koers

onze strategische koers onze strategische koers o n ze s t ra t e g i s c h e ko e rs Leidraad voor denken en doen Dit is onze strategische koers, ons kompas dat richting geeft aan de keuzes die we maken en de activiteiten die

Nadere informatie

Helmonds Energieconvenant

Helmonds Energieconvenant Helmonds Energieconvenant Helmondse bedrijven slaan de handen ineen voor een duurzame en betrouwbare energievoorziening. Waarom een energieconvenant? Energie is de drijvende kracht Energie is de drijvende

Nadere informatie

Visiedocument Franciscus Ziekenhuis Boerhaavelaan AE Roosendaal (0165)

Visiedocument Franciscus Ziekenhuis Boerhaavelaan AE Roosendaal (0165) 1968 2003 2010 Visiedocument 2020 Franciscus Ziekenhuis Boerhaavelaan 25 4708 AE Roosendaal (0165) 58 80 00 www.franciscusziekenhuis.nl Inhoudsopgave Voorwoord 3 1 Trends en ontwikkelingen 4 2 Missie Franciscus

Nadere informatie

Strategisch document Ambulancezorg Nederland

Strategisch document Ambulancezorg Nederland Strategisch document Ambulancezorg Nederland 1 Inleiding: relevante ontwikkelingen 2 Missie en visie AZN 3 Kernfuncties: profiel en kerntaken AZN 4 Strategische agenda AZN vastgesteld: woensdag 23 mei

Nadere informatie

Hoe gaan zorginstellingen om met het energievraagstuk?

Hoe gaan zorginstellingen om met het energievraagstuk? Hoe gaan zorginstellingen om met het energievraagstuk? Conclusies nav onderzoek in Opdracht van agentschap NL Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Dit rapport is bestemd voor de organisatie

Nadere informatie

INDIVIDUELE PROFILERING

INDIVIDUELE PROFILERING INDIVIDUELE PROFILERING EN ACTUELE THEMA S IN DE MEDISCHE VERVOLGOPLEIDING Op weg naar de specialist van de toekomst Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 4 1.1 Gezondheidszorg in verandering 4 1.2 Vakoverstijgende

Nadere informatie

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen

Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen Door: Vincent Damen Ninja Hogenbirk Roel Theeuwen 31 mei 2012 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Totale resultaten... 4 1.1 Elektriciteitsverbruik... 4 1.2 Gasverbruik... 4 1.3 Warmteverbruik... 4 1.4 Totaalverbruik

Nadere informatie

Meerjarenplan Energie-efficiency Nederlandse Universiteiten 2013-2016. Samenvatting van de universitaire Energie Efficiency Planne n

Meerjarenplan Energie-efficiency Nederlandse Universiteiten 2013-2016. Samenvatting van de universitaire Energie Efficiency Planne n Meerjarenplan Energie-efficiency Nederlandse Universiteiten 2013-2016 Samenvatting van de universitaire Energie Efficiency Planne n Context Vanaf 1992 heeft de overheid in het kader van het energiebesparingsbeleid

Nadere informatie

ICT-sector. Inhoud. Interviews. Algemeen. MEE-sectoren. MJA Industrie MJA VGI. MJA Diensten. MJA Vervoer. Begrippenlijst.

ICT-sector. Inhoud. Interviews. Algemeen. MEE-sectoren. MJA Industrie MJA VGI. MJA Diensten. MJA Vervoer. Begrippenlijst. ICT-sector Deelnemende bedrijven: 38 Beschouwde bedrijven in dit rapport: 38 Toetreders: 5 Uittreders: 0 Energiegebruik 2013: 16.164 TJ Procesefficiëntieverbetering 2013 t.o.v. 2012: 5% (17% t.o.v. basisjaar

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie. Zicht op de toekomst. 22 september 2014

Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie. Zicht op de toekomst. 22 september 2014 Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie 22 september 2014 Inhoud 1. Inleiding en aanleiding 2. Strategische outline 3. De markt en de vereniging 4. Strategische domeinen 5. Beweging 1. Inleiding en

Nadere informatie

Energiebesparing in Nederlandse Universitaire Medische Centra

Energiebesparing in Nederlandse Universitaire Medische Centra Energiebesparing in Nederlandse Universitaire Medische Centra Een benadering van het optimale energiemanagement Ilse Schoenmakers Het onderzoek 1.0 Duurzaamheid krijgt weinig aandacht in de zorgsector.

Nadere informatie

Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie. Regio West Friesland

Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie. Regio West Friesland Transitieopgave in het kader van de Regionale Energiestrategie Regio West Friesland 7-2-2019 Voor wie? Regio, gemeenten, woningbouwcorporaties in Noord-Holland Voor wat? Aardgasvrij, en energiebesparing

Nadere informatie

Verslag en conclusie conferentie positieve gezondheid 4 april 2016

Verslag en conclusie conferentie positieve gezondheid 4 april 2016 Verslag en conclusie conferentie positieve gezondheid 4 april 2016 Op de conferentie waren vertegenwoordigers aanwezig van verschillende ketenpartners in de zorg: Adelante (revalidatie), Cohesie (huisartsen),

Nadere informatie

Vereenvoudigde aanpak MJA

Vereenvoudigde aanpak MJA Vereenvoudigde aanpak MJA Nekovri congres 10-11-2015 Jac van Trijp Inhoud Introductie MJA Resultaten uit het verleden Vereenvoudiging van de aanpak Vooruitblik EEP-ronde 2017-2020 Introductie MJA Meerjarenafspraken

Nadere informatie

Samenwerken aan Zorgcoördinatie

Samenwerken aan Zorgcoördinatie Samenwerken aan Zorgcoördinatie Springplankprojecten HAP+RAV Ambulancezorg Nederland InEen April 2017 Achtergrond Huisartsenposten en regionale ambulancevoorzieningen werken nauw samen. Om deze samenwerking

Nadere informatie

WERKSTRUCTUUR VOOR DE ONDERWIJS-EN OPLEIDINGSREGIO NOORD-EN OOST NEDERLAND

WERKSTRUCTUUR VOOR DE ONDERWIJS-EN OPLEIDINGSREGIO NOORD-EN OOST NEDERLAND WERKSTRUCTUUR VOOR DE ONDERWIJS-EN OPLEIDINGSREGIO NOORD-EN OOST NEDERLAND Wie niet kan delen, kan niet vermenigvuldigen Het eerste concept voor de werkstructuur werd verspreid in juni 2006. In de afgelopen

Nadere informatie

MJA Routekaart ICT 2030 en SER Energieakkoord

MJA Routekaart ICT 2030 en SER Energieakkoord MJA Routekaart ICT 2030 en SER Energieakkoord Jeroen van der Tang Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT 30 januari 2014 Introductie Nederland ICT Nederland ICT is de branchevereniging van ICT-bedrijven

Nadere informatie

KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN

KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN KWALITEITSSTANDAARDEN VOOR VERPLEEGKUNDIGEN EN VERZORGENDEN Patiënten en cliënten hebben het recht om kwalitatief goede zorg te ontvangen. Daarom stimuleert V&VN verzorgenden, verpleegkundigen en verpleegkundig

Nadere informatie

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?...

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?... ebook Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?... Voortschrijdende vergrijzing, de daarmee samenhangende complexiteit van de zorgvraag en de te verwachten schaarste aan verpleegkundig en

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport 2012 Textielservicebedrijven

MJA-Sectorrapport 2012 Textielservicebedrijven MJA-Sectorrapport 2012 Textielservicebedrijven Colofon Projectnaam: MJA-monitoring Textielservicebedrijven Datum: 5 juni 2013 Status: Definitief Kenmerk: 1235678/223/PVDB/AB/156012 Locatie: Utrecht Contactpersoon:

Nadere informatie

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl

WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl WKO in duurzame gebiedsontwikkeling case Westland Ir. Marion Bakker SenterNovem 030 2393677 m.m.c.bakker@senternovem.nl 12-11-2007Sheet nummer 1 Ontwikkelingen wereldwijd Heeft de Al Gore film impact?

Nadere informatie

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory.

Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Groen? Het is te doen! Audit.Tax.Consulting.Financial Advisory. Een uitdagend klimaat 20 20 2020 In 2020 moet de uitstoot van CO 2 in de EU met 20% zijn teruggebracht ten opzichte van het 1990 niveau.

Nadere informatie

Zorginnovatie bij CZ

Zorginnovatie bij CZ Zorginnovatie bij CZ Het zorglandschap verandert snel, innovatie is nodig CZ groep wil de zorg nu en op lange termijn breed toegankelijk, goed en betaalbaar houden. Wij voelen een grote verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Zorg dat het goed komt. ENGIE Healthcare

Zorg dat het goed komt. ENGIE Healthcare Zorg dat het goed komt ENGIE Healthcare 2 Zorg & ICT Energymanagement & Exploitatie Design Build Finance Maintain Operate (DBFMO) Publiek Private Samenwerking (PPS) Integrale diensten en services Slimmer

Nadere informatie

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE

Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Prof.dr. Henk W. Volberda Rotterdam School of Management, Erasmus University Wetenschappelijk directeur INSCOPE Bevindingen Erasmus Innovatiemonitor Zorg Eindhoven, 5 oktober 2012 TOP INSTITUTE INSCOPE

Nadere informatie

HAN DUURZAAM. Focus bedrijfsvoering 1995-2013-2016 Accent EnergieEfficientyPlan EEP. Presentatie 31januari 2013 voor Surf door Wim van Pelt

HAN DUURZAAM. Focus bedrijfsvoering 1995-2013-2016 Accent EnergieEfficientyPlan EEP. Presentatie 31januari 2013 voor Surf door Wim van Pelt HAN DUURZAAM Focus bedrijfsvoering 1995-2013-2016 Accent EnergieEfficientyPlan EEP Presentatie 31januari 2013 voor Surf door Wim van Pelt Opbouw presentatie Even de HAN voorstellen Wat is een MeerJarenAfspraak

Nadere informatie

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?...

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?... ebook Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?... Voortschrijdende vergrijzing, de daarmee samenhangende complexiteit van de zorgvraag en de te verwachten schaarste aan verpleegkundig en

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012

VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012 Energy Services Verhoef BV VOORTGANGSRAPPORTAGE ONTWIKKELING ENERGIE-EFFICIENTIE IN DE SUPERMARKTSECTOR OVER HET JAAR 2012 Concept, 21 mei 2013 Opgesteld door Energy Services Verhoef BV in opdracht van

Nadere informatie

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?...

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?... ebook Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?... Voortschrijdende vergrijzing, de daarmee samenhangende complexiteit van de zorgvraag en de te verwachten schaarste aan verpleegkundig en

Nadere informatie

Zorgvastgoed innovatief en financieel verantwoord. Fred Bisschop

Zorgvastgoed innovatief en financieel verantwoord. Fred Bisschop Zorgvastgoed innovatief en financieel verantwoord Fred Bisschop Financiering op basis van de businesscase De businesscase beslaat een lange periode en wordt door verschillende actoren bepaald Financiers

Nadere informatie

CO2 prestatieladder niveau 5

CO2 prestatieladder niveau 5 CO2 prestatieladder niveau 5 Ordina vindt duurzaam ondernemen belangrijk. Dit betekent dat Ordina in de eigen bedrijfsvoering streeft naar een goed evenwicht tussen economische, ecologische en sociale

Nadere informatie

CO2 prestatieladder niveau 5

CO2 prestatieladder niveau 5 CO2 prestatieladder niveau 5 Ordina vindt duurzaam ondernemen belangrijk. Dit betekent dat Ordina in de eigen bedrijfsvoering streeft naar een goed evenwicht tussen economische, ecologische en sociale

Nadere informatie

Duurzame Ontwikkeling

Duurzame Ontwikkeling Duurzame Ontwikkeling Korte toelichting op het begrip Praktische invulling - in bedrijven - technologie Invulling in het onderwijs J. Venselaar 17 november Duurzame ontwikkeling in het onderwijs 1 Duurzaam..

Nadere informatie

CO 2 -uitstootrapportage 2011

CO 2 -uitstootrapportage 2011 Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding

Nadere informatie

Doel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017

Doel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017 1 Doel van deze presentatie is : Akkoord op het energiemanagement actieplan voor 2017 Inhoud Samenvatting 1. Inleiding 2. Footprint 2016 3. Gerealiseerde reductie 4. Trends en ontwikkelingen 5. KPI 2017

Nadere informatie

Nationale Energieverkenning 2014

Nationale Energieverkenning 2014 Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare

Nadere informatie

Over strategische personeelsplanning in een veranderend ziekenhuislandschap en de rol van OR

Over strategische personeelsplanning in een veranderend ziekenhuislandschap en de rol van OR Over strategische personeelsplanning in een veranderend ziekenhuislandschap en de rol van OR Medezeggenschapsdag StAZ Driebergen, 12 november 2015 Chris-Jan van Leeuwen Onno Verbaas PFZW HR Advies 1 CAO

Nadere informatie

The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl

The Netherlands of 2040. www.nl2040.nl The Netherlands of 2040 www.nl2040.nl 1 Tijden veranderen 2 Tijden veranderen 3 Nieuwe CPB scenario studie Vraag Waarmee verdienen we ons brood in 2040? Aanpak Scenario s, geven inzicht in onzekerheid

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport 2012 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie

MJA-Sectorrapport 2012 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie MJA-Sectorrapport 2012 Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie Colofon Projectnaam: MJA-monitoring Kalkzandsteen- en cellenbetonindustrie Datum: 5 juni 2013 Status: Definitief Kenmerk: 1235678/223/BW/AB/156009

Nadere informatie

Ga in de Businesscase ook in op het bredere economisch/financieel perspectief en denk daarbij aan:

Ga in de Businesscase ook in op het bredere economisch/financieel perspectief en denk daarbij aan: In deze toelichting vindt u een handreiking voor een businesscase specifiek gericht op innovatie (met uitsluiting van fieldlabs) (1) of fieldlabs (2) of koolstofarme economie (3). 1. Voor Innovatie: Het

Nadere informatie

Energieke Zorgbouw. 5 oktober 2011. Wijnanda Willemse (Agentschap NL) Stefan van Heumen (TNO)

Energieke Zorgbouw. 5 oktober 2011. Wijnanda Willemse (Agentschap NL) Stefan van Heumen (TNO) Energieke Zorgbouw 5 oktober 2011 Wijnanda Willemse (Agentschap NL) Stefan van Heumen (TNO) Introductie Wijnanda Willemse adviseur NL Energie & Klimaat - Agentschap NL Voorheen SenterNovem Energiebesparing

Nadere informatie

Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2

Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2 Totale uitstoot in 2010: 14.000 kiloton CO 2 Industrie Welke keuzes en wat levert het op? Huidig beleid 1% besparing op gas en elektra per jaar. Totaal is dat 8 % besparing in 2020. Opbrengst: 100 kiloton.

Nadere informatie

CO2 prestatieladder. Ordina stoot in 2020 ten opzichte van 2010 20% minder CO2 uit.

CO2 prestatieladder. Ordina stoot in 2020 ten opzichte van 2010 20% minder CO2 uit. CO2 prestatieladder Ordina vindt duurzaam ondernemen belangrijk. Dit betekent dat Ordina in de eigen bedrijfsvoering streeft naar een goed evenwicht tussen economische, ecologische en sociale belangen.

Nadere informatie

MJA3 ICT-sector. Jeroen van der Tang. Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT

MJA3 ICT-sector. Jeroen van der Tang. Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT MJA3 ICT-sector Jeroen van der Tang Manager Duurzaamheid & Milieu Nederland ICT Duurzaamheid @ Nederland ICT Resultaten en initiatieven Nederland ICT op energiebesparing & milieu» MJA3 energie-efficiëntie

Nadere informatie

Regiovisie huisartsenzorg in Nijmegen e.o Van regioplan naar de wijken en de praktijken

Regiovisie huisartsenzorg in Nijmegen e.o Van regioplan naar de wijken en de praktijken Regiovisie huisartsenzorg in Nijmegen e.o. 2011-2015 Van regioplan naar de wijken en de praktijken 1 Regiovisie huisartsenzorg in Nijmegen e.o. 2011-2015 Van regioplan naar de wijken en de praktijken Ten

Nadere informatie

Visie op zorg: marktwerking anno nu

Visie op zorg: marktwerking anno nu Visie op zorg: marktwerking anno nu 5 juni 2014 Stelling: Zonder samenwerking geen verandering in de zorg Agenda Visie op ziekenhuiszorg Aanpak transitie Toekomst: innovatie en preventie 2 Visie op ziekenhuiszorg

Nadere informatie

AT OSBORNE. Practice what you preach: Hoofdkantoor AT Osborne 3 jaar later. 19 september 2012. Gerhard Jacobs Directeur Huisvesting & Vastgoed

AT OSBORNE. Practice what you preach: Hoofdkantoor AT Osborne 3 jaar later. 19 september 2012. Gerhard Jacobs Directeur Huisvesting & Vastgoed AT OSBORNE www.atosborne.nl Practice what you preach: Hoofdkantoor AT Osborne 3 jaar later Gerhard Jacobs Directeur Huisvesting & Vastgoed 19 september 2012 AT Osborne Huisvesting en Vastgoed Infrastructuur

Nadere informatie

Pilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis. Abe Meininger UMCG

Pilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis. Abe Meininger UMCG Pilot nieuwe functie: Het concept ziekenhuisarts Het belang van generalisten in het ziekenhuis Abe Meininger UMCG Vergrijzing, multimorbiditeit en chronische zorg Zorgcomplexiteit neemt toe Te hoge kosten,

Nadere informatie

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?...

Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?... ebook Toekomstbestendige zorgondersteuning, bent u al klaar?... Voortschrijdende vergrijzing, de daarmee samenhangende complexiteit van de zorgvraag en de te verwachten schaarste aan verpleegkundig en

Nadere informatie

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed

Verduurzaming gemeentelijk vastgoed Verduurzaming gemeentelijk vastgoed Toelichting op de aanpak van de gemeente Breda Marcel van Embden (projectleider afdeling Vastgoedbeheer) Inhoud Klimaatnota gemeente Breda Wat is de insteek bij het

Nadere informatie

3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2015(1) Ter Riele

3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2015(1) Ter Riele Datum: 11-09- Versie: 2 3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 (1) Ter Riele A.J.J ter Riele Directeur 1. Inleiding Middels deze rapportage wil Ter Riele B.V. (Ter Riele) de voortgang op de CO 2 reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Themabijeenkomst SEH. Centrum voor acute zorg: integratie als toekomstbeeld. Presentatie NVZ Utrecht, 9 februari 2007 Inleiding Harry Woldendorp

Themabijeenkomst SEH. Centrum voor acute zorg: integratie als toekomstbeeld. Presentatie NVZ Utrecht, 9 februari 2007 Inleiding Harry Woldendorp Themabijeenkomst SEH Centrum voor acute zorg: integratie als toekomstbeeld Presentatie NVZ Utrecht, 9 februari 2007 Inleiding Harry Woldendorp De urgentie tot integratie Omgevingsanalyse Toekomst verwachtingen

Nadere informatie

KRACHTEN BUNDELING SMART MOBILITY O K TO B E R

KRACHTEN BUNDELING SMART MOBILITY O K TO B E R KRACHTEN BUNDELING SMART MOBILITY O K TO B E R 2 0 1 8 Wij Rijk, provincies, G5, metropoolen vervoerregio s kiezen ervoor om onze krachten te bundelen om met Smart Mobility maximale impact te hebben. Om

Nadere informatie

Te behandelen onderwerpen. Disclosure statement. Bereidingen en Doorlevering. Bereidingen Doorlevering Geen conflicterende belangen

Te behandelen onderwerpen. Disclosure statement. Bereidingen en Doorlevering. Bereidingen Doorlevering Geen conflicterende belangen Symposium Bereidingen en Kinderen Bereidingen en Doorlevering András Vermes 14 september 2016 Maarsbergen Disclosure statement Geen conflicterende belangen Te behandelen onderwerpen Bereidingen Doorlevering

Nadere informatie

Duurzaamheid & energiebesparing KISS-bijeenkomst, 7 juli 2011

Duurzaamheid & energiebesparing KISS-bijeenkomst, 7 juli 2011 Duurzaamheid & energiebesparing KISS-bijeenkomst, 7 juli 2011 Joram Nauta 1 Onderwerpen Een heldere en concrete ambitie over duurzaamheid Energiebesparing en de zorgsector Hoe stroomt de energie bij u?

Nadere informatie

Van business eisen naar een. De keuzes en realisatie van een zeer groen datacenter. 18 Januari 2012 - drs. Erwin van den Heuvel

Van business eisen naar een. De keuzes en realisatie van een zeer groen datacenter. 18 Januari 2012 - drs. Erwin van den Heuvel Van business eisen naar een minimale datacenter footprint De keuzes en realisatie van een zeer groen datacenter 18 Januari 2012 - drs. Erwin van den Heuvel Even voorstellen Versie 1.0 Het UMC Utrecht Het

Nadere informatie

Inhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot

Inhoud. Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot Onderzoek naar potentiële besparingen van innovatieve complexe wondzorg September 2014 Transform to the power of digital Inhoud Doel en uitgangspunten Aanpak en gegevensverzameling Resultaten Tot slot

Nadere informatie

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager

Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager Zonder investeren besparen 10 tips en vragen voor de facilitair manager Als facilitair manager bent u verantwoordelijk voor de huisvesting. Daarmee ook voor het energiegebruik van de huisvesting. In deze

Nadere informatie

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE

STRATEGISCH BELEID EFFICIËNT EN ZICHTBAAR NAAR EEN CENTRUM VOOR REVALIDATIE STRATEGISCH BELEID 2013 2014 NAAR EEN EFFICIËNT EN ZICHTBAAR CENTRUM VOOR REVALIDATIE UMCG Centrum voor Revalidatie Strategisch beleidsplan 2013-2014 Vastgesteld op 1 november 2012 Vooraf Met het strategisch

Nadere informatie

MJA-Sectorrapport 2015 Wetenschappelijk onderwijs. Beste energiebesparingsproject 2015 Gebouw Helix, TU Eindhoven

MJA-Sectorrapport 2015 Wetenschappelijk onderwijs. Beste energiebesparingsproject 2015 Gebouw Helix, TU Eindhoven MJA-Sectorrapport 2015 Wetenschappelijk onderwijs Beste energiebesparingsproject 2015 Gebouw Helix, TU Eindhoven Colofon Projectnaam: MJA-monitoring 2015 Sector: Wetenschappelijk onderwijs Datum: 26-09-2016

Nadere informatie

Energie beoordelingsverslag februari 2017

Energie beoordelingsverslag februari 2017 Energie beoordelingsverslag 2016 15 februari 2017 Datum:... Paraaf directie:... Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Bedrijf 4 2.1 Activiteiten 4 2.2 Bedrijfsonderdelen 4 2.3 Factoren die het energieverbruik

Nadere informatie

Visie document Zelfstandige behandelcentra zijn de logische speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen

Visie document Zelfstandige behandelcentra zijn de logische speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen Visie document Zelfstandige behandelcentra zijn de logische speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen Leidschendam februari 2011 Zelfstandige behandelcentra als speler naast gezondheidscentra en ziekenhuizen

Nadere informatie

MEE-Sectorrapport 2011 METALLURGISCHE INDUSTRIE. Datum: 24 augustus 2012

MEE-Sectorrapport 2011 METALLURGISCHE INDUSTRIE. Datum: 24 augustus 2012 MEE-Sectorrapport 2011 METALLURGISCHE INDUSTRIE Datum: 24 augustus 2012 Status: definitief Colofon Projectnaam: Locatie: Contactpersoon: Kenmerk: MEE-monitoring Metallurgische Industrie Utrecht Jobert

Nadere informatie

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument

Strategische Personeelsplanning. Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument Strategische Personeelsplanning Basisdocument SPP als pijler van hr-beleid Om als organisatie in een dynamische omgeving met veel ontwikkelingen en veranderingen

Nadere informatie

Zorglandschap 2016 - De rol van IT bij gedwongen verandering

Zorglandschap 2016 - De rol van IT bij gedwongen verandering Zorglandschap 2016 - De rol van IT bij gedwongen verandering Zorgorganisaties worden uitgedaagd tot het leveren van betere zorg voor minder geld. De vraag naar zorg neemt toe, als gevolg van de vergrijzing

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatie nieuwe impuls Steller M. Mulder De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 60 97 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6044570 Datum 23-11-2016 Uw brief van Uw

Nadere informatie

Programmalijnen. Stichting izovator:

Programmalijnen. Stichting izovator: Programmalijnen Stichting izovator 2014 Stichting izovator, 27 november Stichting izovator: Oude Amersfoortseweg 121 1212 AA Hilversum E-mailadres: info@izovator.nl Website: www.izovator.nl 1 1. Context

Nadere informatie

Van energiebeleid naar duurzaamheidsbeleid

Van energiebeleid naar duurzaamheidsbeleid Van energiebeleid naar duurzaamheidsbeleid Duurzaamheidsbeleid van de Gemeente Goeree-Overflakkee 2016 Inhoud Introductie: Wat verstaan we onder duurzaamheid? 2 Aanleiding; Waarom een actualisatie van

Nadere informatie

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013

FACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 FACTSHEET Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 De spoedeisende hulp (SEH) staat volop in de belangstelling van het beleid. Het aantal SEH-locaties,

Nadere informatie

Vraag en antwoord. 1. Wat typeert straks de nieuwe organisatie?

Vraag en antwoord. 1. Wat typeert straks de nieuwe organisatie? Vraag en antwoord 1. Wat typeert straks de nieuwe organisatie? 2. Maasduinen en Zorggroep Elde hebben de kwaliteit op orde en zijn financieel gezond. Waarom gaan zij samenwerken? 3. Wie is Maasduinen en

Nadere informatie

Economische scenario s West-Friesland

Economische scenario s West-Friesland Economische scenario s West-Friesland 24 april 2014 Opzet presentatie 1. Economische ontwikkeling West-Friesland 2. SWOT economie 3. Trends en ontwikkelingen 4. Prognose economische ontwikkeling 5. Scenario

Nadere informatie

3.C.1 Voortgangrapportage CO H1 Ter Riele

3.C.1 Voortgangrapportage CO H1 Ter Riele Datum: 17-08-2016 Versie: 1 3.C.1 Voortgangrapportage CO 2 2016 H1 Ter Riele A.J.J ter Riele Directeur 1. Inleiding Middels deze rapportage wil Ter Riele B.V. (Ter Riele) de voortgang op de CO 2 reductiedoelstellingen

Nadere informatie

Routekaartrapport UMC's. Opdrachtgever Agentschap NL

Routekaartrapport UMC's. Opdrachtgever Agentschap NL Referentie Rapport Van Postbus 60055, 6800 JB Arnhem Velperplein 8, 6811 AG Arnhem Telefoon (026) 355 13 55 Fax (026) 355 13 99 info@kplusv.nl www.kplusv.nl Routekaartrapport UMC's Opdrachtgever Agentschap

Nadere informatie

Lindenhove. Renovatie & Transformatie. Informatie vanuit Renovatieteam Lindenhove

Lindenhove. Renovatie & Transformatie. Informatie vanuit Renovatieteam Lindenhove Lindenhove Renovatie & Transformatie Informatie vanuit Renovatieteam Lindenhove ' Duurzaam & Comfortabel Met slimme combinaties van energiebesparende maatregelen en opwekking van duurzame energie komen

Nadere informatie

Het creëren van een innovatieklimaat

Het creëren van een innovatieklimaat Het creëren van een innovatieklimaat Bertholt Leeftink Directeur- Generaal Bedrijfsleven & Innovatie Inhoud 1. Waarom bedrijven- en topsectorenbeleid? 2. Verdienvermogen en oplossingen voor maatschappelijke

Nadere informatie

Metamorfose van de medische staf? Veranderende rol/positie van medisch specialisten i.r.t. het ziekenhuis

Metamorfose van de medische staf? Veranderende rol/positie van medisch specialisten i.r.t. het ziekenhuis Metamorfose van de medische staf? Veranderende rol/positie van medisch specialisten i.r.t. het ziekenhuis Maart 2013 Inhoud Aanleiding en urgentie Drie rapporten: - De medisch specialist 2015 - Gezond

Nadere informatie

Energievoorziening Rotterdam 2025

Energievoorziening Rotterdam 2025 Energievoorziening Rotterdam 2025 Trends Issues Uitdagingen 9/14/2011 www.bollwerk.nl 1 Trends (1) Wereld energiemarkt: onzeker Toenemende druk op steeds schaarsere fossiele bronnen Energieprijzen onvoorspelbaar,

Nadere informatie

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk

Hart voor je patiënt, goed in je vak, trots op je werk Visie Verpleging & Verzorging VUmc 2015 Preventie Zorg plannen Pro-actief State-of-the-art zorg Samen Zorg uitvoeren Gezamenlijk verant wo or de lijk Screening & diagnostiek Efficiënt Zinvolle ontmoeting

Nadere informatie

Zorg voor energie en comfort

Zorg voor energie en comfort Zorg voor energie en comfort Roberto Traversari TNO Bouw en Ondergrond De symptomen De behandeling De preventie 2 Veel installaties zijn ziek! Is uw installatie een onbehandelde patiënt? 3 Uit onderzoek

Nadere informatie

Wie doet het met wie. Hylke Kingma.

Wie doet het met wie. Hylke Kingma. Wie doet het met wie Hylke Kingma kingma.hylke@kpmg.nl / @hylkekingma www.wiedoethetmetwie.nl 6 jaar onderzoek naar allianties in de zorg welke allianties zien we ontstaan nieuwe allianties toekomstige

Nadere informatie

Geachte collega's, beste studenten,

Geachte collega's, beste studenten, College van Bestuur Geachte collega's, beste studenten, Na de hectische weken met de bezetting van het Bungehuis en het Maagdenhuis, hebben we een moment van bezinning ingelast. Wij hebben tijd genomen

Nadere informatie

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch

CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch CO2-monitor 2013 s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Maart 2013 2 Samenvatting In deze monitor staat de CO2-uitstoot beschreven in de gemeente s-hertogenbosch. Een gebruikelijke manier om de

Nadere informatie

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers

AgriFood Capital Monitor Belangrijkste feiten en cijfers AgriFood Capital Monitor 2018 Belangrijkste feiten en cijfers Inleiding AgriFood Capital Monitor In dit boekje presenteren wij de feiten en cijfers van de AgriFood Capital Monitor 2018*. De Monitor geeft

Nadere informatie

Alliantie Regionale TopZorg. Drie ziekenhuizen werken samen aan topzorg in Gelderland

Alliantie Regionale TopZorg. Drie ziekenhuizen werken samen aan topzorg in Gelderland Alliantie Regionale TopZorg Drie ziekenhuizen werken samen aan topzorg in Gelderland Inhoud Alliantie Regionale TopZorg Drie ziekenhuizen werken samen aan topzorg in Gelderland De kwaliteitswinst van samenwerking

Nadere informatie

MEE-Sectorrapport 2013 Metallurgische industrie

MEE-Sectorrapport 2013 Metallurgische industrie MEE-Sectorrapport 2013 Metallurgische industrie Colofon Projectnaam: MEE-monitoring Metallurgische industrie Datum: 16 juni 2014 Status: Definitief (V12b) Kenmerk: TG/MLI/156013 MEE Locatie: Utrecht Contactpersoon:

Nadere informatie

Oefencase Gupta Strategists

Oefencase Gupta Strategists Oefencase Gupta Strategists Versie: juli 2012 Inleiding De oefencase in dit document helpt je om te begrijpen wat je van een case-interview kan verwachten. Er zijn zeker verschillende soorten case-interviews,

Nadere informatie

Bedrijfsvoering voor Rotterdam en Amsterdam. Directeurennetwerk Shared Services Bedrijfsvoering 31 maart 2015

Bedrijfsvoering voor Rotterdam en Amsterdam. Directeurennetwerk Shared Services Bedrijfsvoering 31 maart 2015 Bedrijfsvoering voor en Directeurennetwerk Shared Services Bedrijfsvoering 31 maart 2015 ! Kern en overeenkomsten Opbouw! Maatschappelijke ontwikkelingen! Organisatorische context in en in! Interventies

Nadere informatie

Westvoorne CO 2 - uitstoot

Westvoorne CO 2 - uitstoot Westvoorne CO 2 - uitstoot De grafiek geeft de CO 2-uitstoot verdeeld over de hoofdsectoren over de jaren 2010 tot en met 2013. Cijfers zijn afkomstig uit de Klimaatmonitor van RWS. Cijfers over 2014 zijn

Nadere informatie

MVI Verklaring Leverancier - Alliander

MVI Verklaring Leverancier - Alliander MVI Verklaring Leverancier - Alliander Subtitel Eventueel logo leverancier en/of ketenpartners Datum Auteurs: Doel: Duidelijke omschrijving van het doel van deze MVI Verklaring. Onderstaande tekst kan

Nadere informatie