De werking van het nemo-plusbeginsel bij vestiging van erfpacht/ opstal op een appartementsrecht
|
|
- Margaretha van Veen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Mr. P.C.M. Kemp* De werking van het nemo-plusbeginsel bij vestiging van erfpacht/ opstal op een appartementsrecht Over de beperkingen bij toepassing van artikel 5:118a BW In de onderhavige bijdrage staat artikel 5:118a lid 1 BW centraal. Dit artikel luidt als volgt: Een appartementseigenaar kan, ( ), een recht van erfpacht en, behoudens voor zover het betreft in de splitsing betrokken gebouwen, werken en beplantingen, een recht van opstal vestigen ( ). Wanneer een appartementsgerechtigde slechts een recht heeft verkregen uit een gesplitst erfpachtrecht en op grond van artikel 5:118a lid 1 BW een opstalrecht vestigt, ontstaat naar mijn mening een met het nemo-plusbeginsel strijdige constructie. Het tussenschuiven van een appartementsrecht maakt het immers mogelijk om de in Boek 5 opgenomen beperkte rechten kruislings te vestigen. Deze constructie staat haaks op het uit titel 7 volgende indirecte verbod van kruislingse vestiging van een opstalrecht op de onroerende zaak door de erfpachter en het in mijn optiek daaraan ten grond liggende beginsel dat men niet meer rechten kan verlenen dan dat men zelf heeft Inleiding Het indirecte verbod van kruislingse vestiging van een opstalrecht op de onroerende zaak door de erfpachter volgt uit een door de wetgever aangebrachte beperking van de bevoegdheden van de erfpachter. Artikel 5:93 lid 1 BW verleent de erfpachter immers enkel de bevoegdheid om op de onroerende zaak een recht van ondererfpacht te vestigen (Beekhuis-constructie). 2 Een erfpachter heeft derhalve niet de bevoegdheid om op de onroerende zaak een opstalrecht te vestigen. Indien men een appartementsrecht tussenschuift is het voor een appartementsgerechtigde wel mogelijk om middels het vestigen van een opstalrecht aan een derde het recht te verschaffen om in, op of boven een onroerende zaak gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben. In deze bijdrage wil ik graag aantonen dat de huidige wetssystematiek en legalistische benadering van het eigendomsbegrip, bij toepassing van voorgaande constructie, leiden tot een met het nemo-plusbeginsel strijdige situatie. De eerste stap van de in de eerste alinea besproken constructie begint met het splitsen van een recht van erfpacht in appartementsrechten op grond van artikel 5:106 lid 1 BW. De uit deze splitsing voortvloeiende appartementsrechten kwalificeren als zakelijke genotsrechten en zijn met nadruk geen beperkte rechten. Voorgaande kwalificatie volgt uit het gegeven dat bij splitsing van een recht van erfpacht in appartementsrechten de appartementsrechten geen belasting van het gesplitste erfpachtrecht vormen, maar de gezamenlijke appartementsrechten vormen te zamen het gesplitste erfpachtrecht. 3 Bij appartementsrechten kan dan ook geen vermenging optreden. Vermenging ziet per slot van rekening op de situatie dat een beperkt recht en moederrecht in één hand komen. Overigens ontstaan bij splitsing van een recht van erfpacht in appartementsrechten afzonderlijke appartementsrechten die twee onlosmakelijk aan elkaar verbonden rechten bevatten. Het eerste recht betreft het aandeel in de erfpacht en het tweede recht betreft een exclusief zakelijk gebruiksrecht van bepaalde gedeelten van gebouw en grond. In navolging van Pleysier heb ik er bewust voor gekozen om in het hiernavolgende bij een in appartementsrechten gesplitste erfpacht niet te spreken van een appartementseigenaar, maar van een mede-bloot-erfpachter. Een van de bezwaren bij het gebruik van de term appartementseigenaar is dat het verwarrend is om, in het geval van gesplitste erfpacht of opstal, van eigenaar te spreken. 4 Voorts gaat het in deze bijdrage specifiek om het in appartementsrechten gesplitste erfpacht. Ook om die reden heb ik ervoor gekozen om te spreken van een medebloot-erfpachter en niet van een appartementseigenaar of appartementsgerechtigde. De tweede stap bij de in de eerste alinea besproken constructie ziet op de mogelijkheid om op grond van artikel 5:118a lid 1 BW een opstalrecht, afhankelijk van een recht van erfpacht, op gebouwen, werken en beplantingen te * Mr. P.C.M. Kemp is advocaat bij Banning Advocaten. Het Romeinsrechtelijke beginsel: Nemo plus iuris ad alium transferre potest, quam ipse habet. Evenzeer als men bij onderhuur aanneemt dat de onderhuurder een recht heeft op de oorspronkelijke verhuurde zaak en niet op het recht van de hoofdhuurder, zou men ondererfpacht kunnen beschouwen als een recht, rechtstreeks rustend op de in erfpacht uitgegeven grond. G.E. van Maanen, Het eigen-aardige van het appartementsrecht, WPNR , p A.J.H. Pleysier, Gestapelde rechten in het nieuwe burgerlijk wetboek, WPNR , p. 299, voetnoot
2 vestigen. 5 Om vast te stellen dat voormelde toepassing van artikel 5:118a lid 1 BW leidt tot een met het nemoplusbeginsel strijdige constructie, wordt in de volgende paragraaf de vraag beantwoord of het erfpachtrecht wordt afgesplitst van het eigen recht of dat het erfpachtrecht wordt gevestigd op de (on)roerende zaak. Vervolgens is in de derde paragraaf uiteengezet dat het object van vestiging losstaat van de vraag uit welk recht de gerechtigde zijn bevoegdheden toebedeeld krijgt. Derhalve komt in de vierde paragraaf de doorbreking van de natrekkingsregel aan de orde. In de laatste paragraaf heb ik uitvoerig uiteengezet dat de strijdigheid met het nemo-plusbeginsel naar mijn mening het gevolg is van een stringente benadering van het eigendomsbegrip. 2. Object van vestiging Teneinde te bepalen wat het object van vestiging is van een Boek 5-gebruiksrecht in het algemeen en de erfpacht in het bijzonder, is als eerste artikel 3:1 BW van belang. Uit dit artikel volgt dat het begrip goed de overkoepelende aanduiding is voor zowel zaken als voor vermogensrechten. Uit artikel 3:8 BW kan vervolgens worden afgeleid dat een beperkt recht een van het moederrecht afgesplitst recht is dat met het desbetreffende beperkte recht is bezwaard. 6 In afwijking van voormelde algemene bepalingen geldt bij een recht van erfpacht en voor het opstalrecht dat het object van vestiging bij deze Boek 5- gebruiksrechten daarentegen de onroerende zaak is. Deze afwijking is opgenomen vanuit de gedachte dat er geen behoefte is aan het vestigen van een recht van erfpacht op vermogensrechten. 7 Deze gedachte is echter ingehaald door de toenemende behoefte uit de praktijk om een ondererfpachtrecht te kunnen vestigen. 8 Teneinde de systematiek van de Boek 5-gebruiksrechten niet te doorbreken heeft de wetgever ervoor gekozen om aan de erfpachter de bevoegdheid toe te kennen om op de onroerende zaak een ondererfpachtrecht te vestigen. De constructie dat het erfpachtrecht direct op de onroerende zaak wordt gevestigd, is door de wetgever consequent doorgevoerd in artikel 5:118a lid 1 BW. Uit deze bepaling volgt dat een appartementsgerechtigde een recht van erfpacht kan vestigen op het gedeelte van de gebouwen, werken en beplantingen dat bestemd is om als afzonderlijk geheel door hem te worden gebruikt. 9 Deze constructie komt volgens de toelichting op artikel 5:118a lid 1 BW neer op een recht van ondererfpacht (vgl. artikel 5:93 lid 1 BW) dat op het gebouw met de daarbij behorende grond zelf rust. 10 Hieruit volgt dat de mede-blooterfpachter de bevoegdheid heeft om op de zaak een recht van erfpacht te vestigen. Toepassing van deze constructie leidt niet tot doorbreking van het nemo-plusbeginsel. De mede-bloot-erfpachter verleent immers niet meer rechten aan de erfpachter dan dat hij zelf heeft. Zoals in de inleiding is aangegeven, kan een mede-blooterfpachter ook een opstalrecht vestigen op het gedeelte van de gebouwen, werken en beplantingen dat bestemd is om als afzonderlijk geheel door hem te worden gebruikt. Een opstalrecht vertegenwoordigt echter een eigendomsrecht dat op grond van artikel 5:1 BW het meest omvattende recht is dat een persoon op een zaak kan hebben. Een recht van erfpacht behelst slechts de bevoegdheid om een zaak te houden en te gebruiken. Derhalve ben ik van mening dat de vraag dient te worden beantwoord of de erfpachter de bevoegdheden van de opstaller uit de zaak afsplitst of uit het recht van erfpacht. Deze vraag staat in mijn optiek los van de vraag naar het object van vestiging. Overigens zij opgemerkt dat bij deze constructie wel sprake is van een doorbreking van de in artikel 5:85 lid 1 BW neergelegde regel dat een recht van erfpacht op een onroerende zaak wordt gevestigd. Een mede-bloot-erfpachter kan immers een opstalrecht vestigen op zowel roerende als onroerende zaken, te weten gebouwen, werken en beplantingen. 3. Bevoegdheidstoedeling Voor de beantwoording van voormelde vraag zijn de algemene artikelen 3:8 en 3:81 lid 1 BW van belang. In de toelichting op deze artikelen staat vermeld dat het vestigen van een beperkt recht in de kern ziet op het afstaan van een deel van de bevoegdheden van de gerechtigde van het meeromvattende recht. 11 Deze systematiek vindt navolging in artikel 5:93 lid 1 BW inzake de vestiging van een ondererfpachtrecht. Uit artikel 5:93 lid 1 tweede zin BW volgt dat bij de vestiging van een ondererfpachtrecht de bevoegdheden van een erfpachter worden ingeperkt. Het recht van ondererfpacht beslaat namelijk (een deel van) de bevoegdheden van de erfpachter. 12 De opvatting dat bij vestiging van een ondererfpachtrecht een gedeelte van de bevoegdheden van het hoofderfpachtrecht wordt afgesplitst, wordt tevens onderbouwd door het tweede lid. Uit deze bepaling volgt dat het ondererfpachtrecht tenietgaat bij het einde van de erfpacht. De wetgever ziet derhalve het erfpachtrecht als moederrecht. Uit voorgaande overwegingen volgt dat het object van vestiging weliswaar de onroerende zaak is, maar dat de erfpachter een gedeelte van zijn bevoegdheden afsplitst en toedeelt aan de ondererfpachter. 13 In mijn optiek zal bij de vestiging van een recht van erfpacht of opstalrecht door een mede Kamerstukken II 2002/03, , nr. 3, p. 4. Ten aanzien van de in Boek 3 opgenomen beperkte zekerheidsrechten wordt artikel 3:8 BW aangevuld. Deze beperkte rechten kunnen op zowel de zaak als het vermogensrecht worden gevestigd. T.M., Parl. Gesch. Boek 5, Zakelijke rechten, p Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* 2010/227: Bijvoorbeeld wanneer een overheidsorgaan een stuk grond in erfpacht heeft uitgegeven aan een projectontwikkelaar en deze de grond wil verkavelen en bebouwen met bungalows. Een erfpachter is op grond van artikel 5:106 lid 7 BW slechts bevoegd tot splitsing in appartementsrechten na verkregen toestemming van de grondeigenaar. MvA II, Parl. Gesch. InvW 5, p Parl. Gesch. Boek 5, Zakelijke rechten, p. 92 en Parl. Gesch. Boek 5, Zakelijke rechten, p A. Slaski, Stapeling van beperkte rechten op onroerende zaken, WPNR Vgl. de faillissementssituatie: A. Slaski, Stapeling van beperkte rechten op onroerende zaken, WPNR , p
3 bloot-erfpachter tevens sprake zijn van een bevoegdheidsafsplitsing van het recht van de mede-bloot-erfpachter en niet van de zaak zelf. Indien men van mening is dat de bevoegdheid van de erfpachter om een ondererfpachtrecht op de zaak te vestigen tevens de bevoegdheid omvat om bevoegdheden ten aanzien van de zaak (toekomende aan de eigenaar) aan de ondererfpachter toe te delen, zou men het nemoplusbeginsel negeren. Daarbij zij opgemerkt dat een eigenaar op grond van zijn eigendomsrecht in voormeld geval zou kunnen optreden tegen de ondererfpachter. Het nemo-plusbeginsel is overigens bij het Boek 5-gebruiksrecht erfdienstbaarheid ook geen heilig huisje. In artikel 5:84 lid 1 BW is immers bepaald dat een erfpachter zijn dat wil zeggen: de in erfpacht uitgegeven zaak zelf met een erfdienstbaarheid kan belasten, alsof er geen nemo-plusbeginsel bestaat De natrekkingsregel ex artikel 5:20 BW In artikel 5:20 lid 1 BW is, kort gezegd, bepaald dat de eigendom van de grond omvat gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd en de met de grond verenigde beplantingen. In deze bepaling ligt de zogenoemde natrekkingsregel besloten. Het opstalrecht is het geëigende instrument om te voorkomen dat door natrekking de eigenaar van de grond tevens de eigenaar wordt van de gebouwen, werken en beplantingen. Uit de wettelijke regeling inzake de erfpacht en het opstalrecht volgt dat enkel de eigenaar van de grond en de hoofdopstaller een opstalrecht kunnen vestigen. In mijn optiek is het dan ook bijzonder dat een mede-bloot-erfpachter middels artikel 5:118a lid 1 BW niet alleen in strijd met het nemoplusbeginsel een opstalrecht kan vestigen, doch tevens kan voorkomen dat gebouwen, werken en beplantingen door de ondergrond worden nagetrokken in de zin van artikel 5:20 lid 1 BW. Deze strijdigheid vloeit mijns inziens voort uit de algemene opvatting dat het opstalrecht een eigendomsrecht vertegenwoordigt dat het meestomvattende recht is dat een persoon op een zaak kan hebben. Indien men deze premisse loslaat en kijkt naar het werkelijke effect van het opstalrecht en de daarin verdisconteerde eigenaarsbevoegdheden, is het mogelijk om te concluderen dat het vestigen van een opstalrecht door een medebloot-erfpachter niet in strijd is met zowel het nemoplusbeginsel als de natrekkingsregel. Hierbij ga ik ervan uit dat het opstalrecht niet altijd het volledige eigendom in de zin van artikel 5:1 lid 1 BW hoeft te verschaffen. 5. Eigendom Artikel 5:118a BW doorbreekt enerzijds niet de systematiek van artikel 5:85 lid 1 BW en artikel 5:93 lid 1 BW door te bepalen dat een mede-bloot-erfpachter enkel een beperkt recht op de zaak kan vestigen en niet op het vermogensrecht. Anderzijds kan een mede-bloot-erfpachter op grond van artikel 5:118a BW, in strijd met het nemoplusbeginsel, een recht van opstal vestigen op een onroerende zaak. De strijdigheid van voormelde constructie met het nemo-plusbeginsel volgt, kort gezegd, uit het gegeven dat het opstalrecht een eigendomsrecht vertegenwoordigt en een recht van erfpacht slechts een bevoegdheid om een onroerende zaak van een ander te houden en te gebruiken. Ten aanzien van de blote eigendom van de in erfpacht uitgegeven zaak is de erfpachter detentor oftewel houder, dat wil zeggen houder voor een ander als bedoeld in artikel 3:108 BW. 15 Voorts volgt uit artikel 5:90 lid 1 BW dat houden tevens de bevoegdheid omvat om de vruchten te plukken. Artikel 5:89 lid 1 BW geeft het begrip gebruiken weer. In dit artikel is bepaald dat een erfpachter in beginsel hetzelfde genot heeft als de eigenaar. Het genieten van hetzelfde genot omvat in mijn visie niet de bevoegdheid om eigenaarsbevoegdheden van de zaak af te splitsen. Dit geldt mijns inziens evenmin voor het begrip houden. Gelet op het gegeven dat de praktijk behoefte lijkt te hebben aan een flexibel instrumentarium alsmede het gegeven dat de wetgever strikt genomen de vestiging van een opstalrecht door de medebloot-erfpachter niet onmogelijk heeft gemaakt, 16 is op dit punt in mijn optiek een discussie gewenst. Allereerst is het van belang om op te merken dat de algemene opvatting is dat het recht van opstal ex artikel 5:101 lid 1 BW een onbeperkt en volledig eigendomsrecht van de opstallen inhoudt. 17 Uit de toelichting op dit artikel volgt echter dat het recht van opstal en het eigendomsrecht op de opstallen onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. Dit brengt volgens de toelichting enerzijds met zich mee dat wanneer het opstalrecht door overdracht of op andere wijze op een ander overgaat, de nieuwe gerechtigde van rechtswege de eigendom van de opstallen verwerft en anderzijds dat de opstaller geen beschikkingen kan treffen over het eigendomsrecht op de opstallen van het opstalrecht. 18 Men kan betogen dat deze toelichting tot gevolg heeft dat de eigendom van de opstaller als een van het opstalrecht afhankelijk recht moet worden gezien in de zin van artikel 3:7 BW. Het opstalrecht is in deze visie het moederrecht en kan derhalve wegens de systematiek van de Boek 5-gebruiksrechten niet worden bezwaard met een beperkt recht. Het opstalrecht is per slot van rekening geen onroerende zaak. Gelet op het gegeven dat de eigendom van de opstallen een van het opstalrecht afhankelijk recht is, kan de eigendom ook niet worden bezwaard. 19 Hieruit volgt mijns inziens dat een opstaller geen onbeperkt en volledig eigendomsrecht heeft van de opstallen. Heyman is daarbij van mening dat de wetgever het recht van de opstaller evenals als de erfpacht als een beperkt recht ziet en niet als de eigendom van een onroerende zaak. Dit leidt Heyman af uit de door de wetgever opgenomen uitzonderingsconstructie voor het vestigen 14. F.J. Vonck, Groene Serie Zakelijke rechten, Bezwaren bij: Burgerlijk Wetboek 5, Titel 7 Erfpacht, nr F.J. Vonck, Groene Serie Zakelijke rechten, Inzicht bij: Burgerlijk Wetboek 5, artikel 5:85 BW, nr H.W. Heyman, Kan een opstalrecht worden gevestigd door een erfpachter of een appartementseigenaar?, WPNR , p. 53, r.k. 17. H.W. Heyman, Kan een opstalrecht worden gevestigd door een erfpachter of een appartementseigenaar?, WPNR , p. 53 en T.M., Parl. Gesch. Boek 5, Zakelijke rechten, p. 355 en H.W. Heyman, Het mysterie van het eigendomsrecht van de opstaller, in: W.G. Huijgen e.a., 2000 jaar eigendom en beperkte rechten (Ars Notariatus 129), Deventer: Kluwer 2005, p
4 van een ondererfpacht- en onderopstalrecht op de onroerende zaak. 20 De opvatting dat de eigendom van een opstaller niet kan worden gekwalificeerd als het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben, wordt ondersteund door de toelichting op de mogelijkheid van een opstaller om een erfdienstbaarheid op de zaak te vestigen: Aangezien de opstalgerechtigde met betrekking tot de grond slechts beperkte bevoegdheden heeft, welke in beginsel niet uitsluiten dat ook de eigenaar gebruiksrechten ten aanzien van die grond kan uitoefenen, moet hier de beperking gelden, dat de opstaller de grond slechts met een erfdienstbaarheid kan belasten, voor zover de erfdienstbaarheid verplicht tot niet-uitoefenen van bevoegdheden die de opstaller toekomen. 21 Indien men het opstalrecht wel als een eigendomsrecht kwalificeert, zou dat ertoe leiden dat na de vestiging van een opstalrecht er geen bevoegdheden meer overblijven voor de eigenaar. Heyman onderbouwt deze gevolgtrekking met een verwijzing naar artikel 3:8 BW waarin is bepaald dat een beperkt recht wordt afgeleid uit een meeromvattend recht. Aangezien artikel 5:1 BW eigendom omschrijft als het meest omvattende recht, blijft na vestiging van een opstalrecht niets meer over aan bevoegdheden in het geval men ervan uitgaat dat opstal gelijk is aan eigendom. 22 In artikel 5:89 lid 1 BW is bepaald welk genot van de zaak aan de erfpachter toekomt. Deze bepaling laat partijen vrij om te bepalen tot welk gebruik van de zaak een erfpachter bevoegd zal zijn. Het meest beperkte en het meest uitgebreide genot kunnen dus beide de inhoud van het erfpachtrecht zijn. 23 In dezelfde lijn betoogt Struycken dat de omvang van het eigendomsrecht van een opstaller afhankelijk is van de omvang van het beperkte recht waaruit het opstalrecht is afgesplitst. Het opstalrecht omvat in die zin nooit meer dan het moederrecht. 24 Pleysier betoogt dan ook dat een erfpachter wel een opstalrecht kan vestigen, maar dat deze opstaller niet meer verkrijgt dan het erfpachtrecht. 25 Voorts is Heyman van mening dat het nemo-plusprobleem kan worden uitgeschakeld als men aanvaardt dat een opstalrecht, verkregen van een mede-bloot-erfpachter of erfpachter, alleen die eigenaarsbevoegdheden omvat die in de erfpacht besloten liggen en dat het opstalrecht in zijn (voort)bestaan daarvan afhankelijk blijft. 26 Daarenboven heeft een erfpachter met een eeuwigdurend recht van erfpacht en vaste canon de facto de eigendom. Volgens Pleysier is de eigendom bij eeuwigdurend erfpacht met een vaste canon dan ook praktisch een lege huls. 27 Struycken legt daarbij meer de nadruk op de functie van het opstalrecht dan op het beweerdelijke rechtsgevolg dat aan de opstaller de eigendom van de opstal wordt verschaft. In de visie van Struycken is de functie van het opstalrecht het voorkomen van natrekking ten gunste van de moedergerechtigde. Indien de erfpachter over de bevoegdheid zou beschikken om een onderopstalrecht te vestigen, wordt voorkomen dat het opstalrecht natrekking bewerkstelligt ten gunste van de erfpachter die anders jegens de erfverpachter aanspraak zou kunnen maken op de vergoedingswaarde. Deze aanspraak komt toe aan de opstaller en daarmee is ook het belang van de opstaller gegeven. Struycken geeft daarbij aan dat naar zijn mening de opstaller in dergelijke gevallen een rechtstreekse aanspraak op de erfverpachter heeft Conclusie Op grond van artikel 5:118a lid 1 BW is het voor een mede-bloot-erfpachter mogelijk om een opstalrecht te vestigen op de in erfpachtrecht uitgegeven gebouwen, werken en beplantingen. Deze constructie doorbreekt het indirecte verbod van kruislingse vestiging van beperkte rechten en het daarmee samenhangende nemo-plusbeginsel. Hetgeen tot gevolg heeft dat een erfpachter met een tussengeschoven appartementsrecht een opstalrecht kan vestigen. Het object van vestiging is bij het ondererfpachtrecht en bij de vestiging van een recht van erfpacht door een medebloot-erfpachter de zaak en niet het beperkte recht zelf. In het geval een mede-bloot-erfpachter een opstalrecht wil vestigen dan kan hij dat enkel doen op gebouwen, werken en beplantingen. Een ondererfpachter en een mede-bloot-erfpachter kunnen mitsdien een beperkt recht vestigen op de (on)roerende zaak van een derde. Derhalve rijst de vraag of de mede-bloot-erfpachter gerechtigd is bevoegdheden uit de zaak zelf af te splitsen of enkel bevoegdheden van zijn eigen recht kan afsplitsen. Uit zowel de parlementaire geschiedenis als de literatuur volgt dat bij het ondererfpachtrecht sprake is van een afsplitsing van de bevoegdheden van de ondererfpachter. Ik acht het dan ook goed verdedigbaar dat door enkel het tussenschuiven van een appartementsrecht op grond van artikel 5:118a lid 1 BW daar niets aan verandert bij de vestiging van een opstalrecht door een mede-bloot-erfpachter. Vervolgens dient de vraag te worden beantwoord in hoeverre een mede-bloot-erfpachter voldoende bevoegdheden heeft om eigenaarsbevoegdheden aan een opstaller H.W. Heyman, Het mysterie van het eigendomsrecht van de opstaller, in: W.G. Huijgen e.a., 2000 jaar eigendom en beperkte rechten (Ars Notariatus 129), Deventer: Kluwer 2005, p. 21. T.M., Parl. Gesch. Boek 5, Zakelijke rechten, p H.W. Heyman, Het mysterie van het eigendomsrecht van de opstaller, in: W.G. Huijgen e.a., 2000 jaar eigendom en beperkte rechten (Ars Notariatus 129), Deventer: Kluwer 2005, p. 24. Parl. Gesch. Boek 5, Zakelijke rechten, p T.H. Struycken, De numerus clausus in het goederenrecht (Serie onderneming en recht, deel 37), Deventer: Kluwer 2007, p A.J.H. Pleysier, Een geheimzinnige eigendomsvorm bij het opstalrecht, De Notarisklerk 1991, 1283, p. 131 en 133. W.M. Kleijn, JBN 1997, nr. 91. A.J.H. Pleysier, Waardedaling van de canon geen onvoorziene omstandigheid, JBN , nr. 21. T.H. Struycken, De numerus clausus in het goederenrecht (Serie onderneming en recht, deel 37), Deventer: Kluwer 2007, p
5 toe te delen. Bij een legalistische benadering van het eigendomsbegrip is sprake van een spanning met dan wel doorbreking van het nemo-plusbeginsel. Een mede-blooterfpachter heeft immers enkel de bevoegdheid om de onroerende zaak van een ander te gebruiken en te behouden en niet het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. De wetgever heeft het ondanks deze spanning met het nemo-plusbeginsel nodig geacht om het mogelijk te maken dat een appartementseigenaar met enkel een aandeel in een recht van erfpacht, een opstalrecht kan vestigen. Voorts heeft de vestiging van een mede-bloot-erfpachter van een opstalrecht op grond van artikel 5:118a lid 1 BW tot gevolg dat de werking van de natrekkingsregel ex artikel 5:20 lid 1 BW wordt beperkt indien men ervan uitgaat dat het opstalrecht het meest omvattende recht is dat een persoon op een zaak kan hebben. Indien men echter aanvaardt dat de essentie van het opstalrecht niet per definitie is de verkrijging van de volle eigendom van de opstallen, maar ervan uitgaat dat een mede-bloot-erfpachter of een erfpachter over voldoende eigenaarsbevoegdheden kan beschikken om een opstalrecht te vestigen op een (gedeelte van de) onroerende zaak, blijft het nemo-plusbeginsel bij toepassing van artikel 5:118a BW intact. 140
Beperkte rechten en het stapelen ervan
Pagina 16 HOOFDARTIKEL VASTGOED Mr. M.E. (Mervyn) Odink en mevrouw mr. R.H. (Romy) Brandriet' Beperkte rechten en het stapelen ervan 2019-0056 Nederland verduurzaamt! Er wordt geïnvesteerd in steeds groenere
Nadere informatieHet opstalrecht en erfpachtrecht als instrumenten voor meervoudig ruimtegebruik
Het opstalrecht en erfpachtrecht als instrumenten voor meervoudig ruimtegebruik Boek 5 BW Gestapeld bouwen heeft de laatste decennia een vlucht genomen. Niet alleen vanwege grondschaarste, maar ook vanwege
Nadere informatieAanloop tot wetswijziging
De nieuwe Opstalwet FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Wet van 10 januari 1824 over het recht
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 614 Wijziging van titel 5.9 (Appartementsrechten) van het Burgerlijk Wetboek Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatie8 Een Amsterdams project
8 Een Amsterdams project Van: Aan: Vorm: M.E. Odink F.C.E. Schoordijk Advies aan cliënt OPDRACHT U bent werkzaam als kandidaat-notaris, en samen met de notaris betrokken bij een groot project in Amsterdam-Nieuw
Nadere informatieVoor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden.
Bijlage bij DB/ AB-voorstel project Duikwrak Grevelingen In de vergadering van 1 juli 2010 heeft het DB van het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen kennis genomen van de voortgang van het project
Nadere informatieLandsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht
Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27ste april 2005 tot wijziging van de Boeken 5 en
Nadere informatieGeschiedenis, systematiek en begrippen
I Geschiedenis, systematiek en begrippen 1 Wet op belastingen van rechtsverkeer Belastingheffing over transacties met onroerende zaken kent een lange geschiedenis. Een voorloper van de overdrachtsbelasting
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/93073
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2004 2005 28 614 Wijziging van titel 5.9 (Appartementsrechten) van het Burgerlijk Wetboek A GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 7 oktober 2004 Wij Beatrix, bij de
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/157037
Nadere informatieHET RECHT VAN ERFPACHT HEEFT DRIE ESSENTIELE KENMERKEN:
RECHT VAN ERFPACHT BEGRIP Het recht van erfpacht is het recht om het volle genot te hebben van een onroerend goed, dat aan iemand anders toebehoort, gedurende een periode van minimaal 27 jaar tot maximaal
Nadere informatieOpstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik
Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik Opstal en erfpacht als juridische instrumenten voor meervoudig grondgebruik mr. B.C. Mouthaan s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN
Nadere informatieGemeente Utrecht mevrouw mr. M.C. Don prof. dr. R.N.G. van der Paardt - belastingadviseur. fiscale aspecten omzetten erfpacht naar vol eigendom
Memorandum AAN T. A. V. VAN D A T U M 3 juli 2015 Gemeente Utrecht mevrouw mr. M.C. Don prof. dr. R.N.G. van der Paardt - belastingadviseur B E T R E F T fiscale aspecten omzetten erfpacht naar vol eigendom
Nadere informatieOnderverdeling van zakelijke rechten
nr. 5 HOOFDSTUK II a. Algemene opmerkingen [5] Het Burgerlijk Wetboek onderscheidt goederen, zaken en vermogensrechten. Zie art. 3:1 BW, art. 3:2 BW en art. 3:6 BW. Goederen zijn de bestanddelen waaruit
Nadere informatieWijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de regeling van opzegging van erfpacht te verbeteren (Wet verbetering opzegging erfpacht)
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de regeling van opzegging van erfpacht te verbeteren (Wet verbetering opzegging erfpacht) ONTWERP VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods,
Nadere informatieTERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN
TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ONROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN TERBESCHIKKINGSTELLING VAN ON- ROERENDE GOEDEREN. GRONDIGE ANALYSE VAN ENKELE RECHTSFIGUREN N. VANDEBEEK Advocaat
Nadere informatieBeperkte absolute rechten(die op zaken en rechten kunnen rusten): - Vruchtgebruik art. 3:201 BW
Samenvatting Vermogensrecht Sharon 25-11-17 H8 Erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en vruchtgebruik Het eigendomsrecht is het meest omvattende absolute recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Nu
Nadere informatieErfpacht, recht van opstal en vruchtgebruik
Erfpacht, recht van opstal en vruchtgebruik Hoe maakt u optimaal gebruik van deze constructies? Kizzy WANDELAER Executive Director Familiebedrijven KPMG Belastingconsulenten Estate planning practice Belgium-Holland
Nadere informatieAppartementsrecht Feiten over uw positie in het appartementsrecht. Deze brochure is een uitgave van de advocaten Toon Kool en Paul Veerman
Appartementsrecht Feiten over uw positie in het appartementsrecht Deze brochure is een uitgave van de advocaten Toon Kool en Paul Veerman 1087 CE AMSTERDAM T 020 398 01 50 E ERFRECHT@KBGADVOCATEN.NL WWW.
Nadere informatieNijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp
Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november
Nadere informatieErfpacht in de inkomstenbelasting In Nederland en Duitsland
Erfpacht in de inkomstenbelasting In Nederland en Duitsland Naam: Marjelle Hoek Studentnummer: 423291 Studie: Fiscaal Recht Faculteit: Rechtsgeleerdheid Onder begeleiding van: Mevr. prof. mr. I.J.F.A.
Nadere informatieVastgoed Fiscaal & Civiel 2016(6) Opzeggingsperikelen bij erfpacht
VGFC 2016/6 Opzeggingsperikelen bij erfpacht Vastgoed Fiscaal & Civiel 2016(6) Opzeggingsperikelen bij erfpacht Opzeggingsperikelen bij erfpacht Over de opzeggingsmogelijkheden van erfpacht is inmiddels
Nadere informatieRecht van erfpacht Opstal Natrekking
Recht van erfpacht Opstal Natrekking Algemeen - 1 - Gaan samenwonen, een woning kopen, een eigen zaak starten of een erfenis voorbereiden? Belangrijke stappen in uw leven waar u best op voorhand goed over
Nadere informatieCollege 1: Algemene inleiding:
College 1: Algemene inleiding: Het vak goederenrecht omvat veel stof; deze kan vanwege de beschikbare tijd niet uitvoerig in de lessen behandeld worden. Ook de jurisprudentie zal niet uitvoerig aan de
Nadere informatieF.J. Vonck, De zakelijke werking van erfpachtvoorwaarden, WPNR 6717 (2007), p. 598-603. Mr. F.J. Vonck **
F.J. Vonck, De zakelijke werking van erfpachtvoorwaarden, WPNR 6717 (2007), p. 598-603 (598) De zakelijke werking van erfpachtvoorwaarden * Mr. F.J. Vonck ** 1. Inleiding Bij het geven van inhoud aan een
Nadere informatieSTUDIE Rechtsgeleerdheid. VAK Goederen- en Insolventierecht. ONDERDEEL Voorbeeldverslag
STUDIE Rechtsgeleerdheid VAK Goederen- en Insolventierecht ONDERDEEL Voorbeeldverslag Jaar: 2017 Periode: Blok 5 Uitgifte: Februari 2017 2 Voorwoord Wij van EasyLecture willen het graag easy houden, daarom
Nadere informatieINHOUD. Enige afkortingen. Verkort aangehaalde literatuur. Hoofdstuk I - Inleidende opmerkingen / 1
INHOUD Enige afkortingen Verkort aangehaalde literatuur Hoofdstuk I - Inleidende opmerkingen / 1 Hoofdstuk II - Onderverdeling van zakelijke rechten / 9 a. Algemene opmerkingen / 9 b. Opsomming van de
Nadere informatieBeperkte rechten in de overdrachtsbelasting
Beperkte rechten in de overdrachtsbelasting Hoe worden rechtshandelingen met betrekking tot beperkte rechten in de heffing van overdrachtsbelasting betrokken? Mike Rib, studentnummer 5933382 Scriptie master
Nadere informatieZakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten
Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN
Nadere informatieWijziging van het Burgerlijk Wetboek ter verbetering van de regeling van mandeligheid (Wet verbetering mandeligheid)
Wijziging van het Burgerlijk Wetboek ter verbetering van de regeling van mandeligheid (Wet verbetering mandeligheid) ONTWERP VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden,
Nadere informatieINHOUD. Voorwoord...v
INHOUD Voorwoord...v Ondergrondse constructies in het Belgische goederenrecht Vincent Sagaert...1 1. Inleiding...1 2. Veelheid aan wettelijke regelingen in de ondergrond...2 2.1. Regelgeving in verband
Nadere informatieRAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN
RAAD VAN TOEZICHT VERZEKERINGEN U I T S P R A A K Nr. i n d e k l a c h t nr. 028.00 ingediend door: hierna te noemen 'klager', tegen: hierna te noemen verzekeraar'. De Raad van Toezicht Verzekeringen
Nadere informatieCONCEPT-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKELIJK RECHT VAN OPSTAL
Blad 1 van 6 CONCEPT-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKELIJK RECHT VAN OPSTAL 1. Stichting Het Zuid-Hollands Landschap, gevestigd te Rotterdam en kantoorhoudende
Nadere informatieHC 7A, , Appartementsrecht
HC 7A, 09-01-2017, Appartementsrecht Appartementsrecht Het appartementsrecht is een jong recht (ongeveer 70 jaar). Het appartementsrecht is een goederenrechtelijk recht. Bij eigendom heeft de eigenaar
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301
Nadere informatieWie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering?
Wie is inningsbevoegd bij verpanding van een door pandrecht gesecureerde vordering? Mr. S.C.W. ter Hart* Inleiding Op 2 september 2014 heeft het Hof Den Bosch tussen Aannemersbedrijf Marell B.V. (hierna:
Nadere informatie11. Beperkte rechten op goederen algemeen
11. Beperkte rechten op goederen algemeen Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meeromvattend recht, hetwelk met dat beperkte recht is bezwaard (zie artikel 3:8 BW). Beperkte rechten kunnen
Nadere informatieDe verkeersopvatting als leidend criterium voor bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 BW
De verkeersopvatting als leidend criterium voor bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 BW Auteur: Mw. mr. P.J. van der Plank, Als docent Notarieel Recht en Goederenrecht werkzaam aan het Molengraaff
Nadere informatieECLI:NL:RBARN:2007:BB1598
ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 13-08-2007 Zaaknummer 153406 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie
Nadere informatieVoorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20011 2500EA Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500EA Den Haag Uw kenmerk 2018Z03461
Nadere informatieTaxatie-instructie Koopgarant
Taxatie-instructie Koopgarant 1 december 2018 Inleiding Deze taxatie-instructie is met name afgestemd op de situatie dat de woningcorporatie of ontwikkelaar eigenaar is van de grond en ten behoeve van
Nadere informatieCONCEPT-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKELIJK RECHT VAN OPSTAL
Blad 1 van 5 CONCEPT-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKELIJK RECHT VAN OPSTAL 1. Stichting Het Zuid-Hollands Landschap, gevestigd te Rotterdam en kantoorhoudende
Nadere informatieMODEL-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKE- LIJK RECHT VAN OPSTAL betreffende een WONING.
KEUZEBLOK INVULBLOK MODEL-OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFPACHTRECHT MET EEN ERFPACHTAFHANKE- LIJK RECHT VAN OPSTAL betreffende een WONING. Partij 1, hierna aangeduid als grondeigenaar Partij
Nadere informatie: Trip Advocaten & Notarissen mr. M.Th.J.H. Straatman, kandidaat-notaris
MEMO Aan : N.V. Waterleidingmaatschappij Drenthe t.a.v. de directie Van : Trip Advocaten & Notarissen mr. M.Th.J.H. Straatman, kandidaat-notaris Inzake Onzeref : erfpacht Noorderdierenpark Emmen : Datum
Nadere informatieSubjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1.
Introductie In dit document vind je onze uitwerking van probleem 1. Wij hopen met deze uitwerking te laten zien dat onze samenvattingen volledig en gestructureerd zijn. Daarnaast willen wij laten zien
Nadere informatieVerticale splitsing van erfpacht uitgespit
RODE DRAAD POSTRELATIONELE SOLIDARITEIT 12. Tot slot Op de fiscale behandeling van verrekening van pensioenrechten waarop de Wet VPS van toepassing is, is wat mij betreft vanuit fiscaaltheoretisch oogpunt
Nadere informatieAdvies A: voor de raad
Advies A: voor de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 16-10-2012 Nummer voorstel: Voor commissievergadering: 16-10-2012 Agendapunt: 8 Onderwerp: Garantstelling
Nadere informatieDe erfpachter als derde-belanghebbende. Ir. Michiel de Koe, RICS Registerd Valuer Rentmeester/grondzakendeskundige Buitenpromovendus RUG
De erfpachter als derde-belanghebbende Ir. Michiel de Koe, RICS Registerd Valuer Rentmeester/grondzakendeskundige Buitenpromovendus RUG Inhoud Inleiding. Pseudo-onteigening. Informatiebronnen. Waarde van
Nadere informatieDe grond onder uw woning is óók geld waard! Grondvermogen van Finquiddity
De grond onder uw woning is óók geld waard! Grondvermogen van Finquiddity De grond onder uw woning is óók geld waard! Uw woning vertegenwoordigt waarschijnlijk een groot deel van uw vermogen. Dat vermogen
Nadere informatieCommissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 2 : Opstalrecht
Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 2 : Opstalrecht Prof. dr. Stijn Goeminne, Vakgroep Public Governance, Management & Finance, Universiteit Gent. De
Nadere informatieA. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.
C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieWanneer ontstaat een nieuw recht van erfpacht en welke gevolgen heeft dat?
Wanneer ontstaat een nieuw recht van erfpacht en welke gevolgen heeft dat? BW, Wet BRV, Uitv.besl. BRV Het komt regelmatig voor dat erfpachtvoorwaarden wijzigen. Afhankelijk van de inhoud van de wijziging
Nadere informatieA. Vruchtgebruik. Vruchtgebruik - Naakte eigendom
CBN advies 162-2 - Verwerking van verrichtingen voor de verwerving of verkoop van een recht op vruchtgebruik of van naakte eigendom op materiële vaste activa in de boekhouding van de vruchtgebruiker (de
Nadere informatieINLEIDING DUOKOOP WANNEER EN WAARVOOR WORDT ER GETAXEERD? TAXATIEOPDRACHT WELK MODEL TAXATIERAPPORT WORDT ER GEBRUIKT?
INLEIDING Deze taxatie-instructie is bedoeld voor taxateurs die in opdracht van de koper van een koopwoning een taxatierapport opstellen ten behoeve van de aankoop van het te vestigen erfpachtrecht (of
Nadere informatieEigendom in het algemeen; eigendom van digitale inhoud (titel 1) Over digitale inhoud als zaak 23 Prof. mr. J.H.M. van Erp en mr. W.
I Algemene inleiding 15 Prof. mr. L.C.A. Verstappen II Eigendom in het algemeen; eigendom van digitale inhoud (titel 1) Over digitale inhoud als zaak 23 Prof. mr. J.H.M. van Erp en mr. W. Loof 1 Inleiding
Nadere informatieInhoudstafel. dossier. 1. Uw vennootschap als volle eigenaar... 1. 2. Uw vennootschap als mede-eigenaar... 16
Inhoudstafel 1. Uw vennootschap als volle eigenaar... 1 1.1. Wat is het?... 1 1.1.1. Volle eigendom... 1 1.1.2. Hoe wordt uw vennootschap volle eigenaar?... 1 1.1.3. Wat zijn de belangrijkste regels voor
Nadere informatieTaxatie-instructie Koopgarant
Taxatie-instructie Koopgarant 1 juni 2019 Inleiding Deze taxatie-instructie is met name afgestemd op de situatie dat de woningcorporatie of projectontwikkelaar eigenaar is van de grond en ten behoeve van
Nadere informatieBESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:
Nederlandse Mededingingsautoriteit BESLUIT Nummer 6494_1/309; 6836_1/220 Betreft zaak: Limburgse bouwzaken 1 en 2 / de heer [A] Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
Nadere informatie3 BESTEMMING EN GEBRUIK
ALGEMENE BEPALINGEN VOOR DE VESTIGING VAN DE ZAKELIJKE RECHTEN VAN ERFPACHT EN OPSTAL IN HET BUNGALOWPARK STILLE WILLE TE OOST-, WEST-, EN MIDDELBEERS (GEMEENTE OIRSCHOT) De Erfpachtbepalingen vastgesteld
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN
COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Verenigingen en Stichtingen Verwerving door de erfpachthouder van het met een erfpacht bezwaard onroerend goed (verwerving tréfonds) Hereniging
Nadere informatieIntitulé : LANDSVERORDENING bevattende de tekst van de titels 5.6 tot en met 5.9 voor een nieuw Burgerlijk Wetboek van Aruba
Intitulé : LANDSVERORDENING bevattende de tekst van de titels 5.6 tot en met 5.9 voor een nieuw Burgerlijk Wetboek van Aruba Citeertitel: Geen Vindplaats : AB 2000 no. 66 (AB 2001 no. 138) Wijzigingen:
Nadere informatiePDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen
PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/176003
Nadere informatieAndere kenmerken: (in principe) voortdurende uitoefening, elasticiteit.
Korte handleiding bijeenkomst 3. Eigendom en overig toebehoren. Eigendom. Eigendom is in tijd, ideologie en naar streek bepaald, zowel qua periode als qua betekenis. (vergelijk eigendom nutsbedrijven/spoorwegen
Nadere informatieC. OVEREENKOMST TOT HET VERLENEN VAN ERFPACHT EN VESTIGING AFHANKELIJK RECHT VAN OPSTAL 1. Eigenaar en erfpachter hebben een overeenkomst gesloten,
C. OVEREENKOMST TOT HET VERLENEN VAN ERFPACHT EN VESTIGING AFHANKELIJK RECHT VAN OPSTAL 1. Eigenaar en erfpachter hebben een overeenkomst gesloten, waarbij eigenaar zich heeft verbonden om aan erfpachter
Nadere informatieBURGERLIJK WETBOEK BW 5 De wettelijke bepalingen in zake het appartementsrecht, zijn als volgt in de wet neergelegd: Afdeling 1: Algemene bepalingen Artikel 106: splitsing in appartementsrechten Artikel
Nadere informatieUitgiftebeleid eeuwigdurende erfpacht 2016
Uitgiftebeleid eeuwigdurende erfpacht 2016 Vastgesteld door de gemeenteraad van Amsterdam bij zijn besluit van 22 juni 2016, nummer 187/664. Uitgiftebeleid eeuwigdurende erfpacht 2016 blz. 1 van 6 De gemeenteraad
Nadere informatieNadere bestudering van de juridische merites en jurisprudentie leert, dat aan dit vraagstuk nogal wat haken en ogen zitten.
FINANCIERING VAN GROOT ONDERHOUD In de praktijk komt het regelmatig voor, dat een ouder appartementengebouw dringend aan renovatie en/of groot onderhoud toe is. In die gevallen doet de Vergadering van
Nadere informatieCommissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 1 : Vruchtgebruik
Commissie publiceert overzichtsadvies over zakelijke rechten op onroerende goederen Deel 1 : Vruchtgebruik Prof. dr. Stijn Goeminne, Vakgroep Public Governance, Management & Finance, Universiteit Gent.
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024
ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024 Instantie Datum uitspraak 04-07-2007 Datum publicatie 06-07-2007 Zaaknummer KG 07/518 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank 's-gravenhage Civiel recht
Nadere informatieREACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)
REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria
Nadere informatieGEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude
Op 21 januari heeft het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude de navolgende beleidsregels met betrekking tot de heffing en invordering van de gemeentelijke
Nadere informatieConcept Besluit uitgifte in erfpacht (voor sport, dierenweide en speeltuinen)
Concept Besluit uitgifte in erfpacht (voor sport, dierenweide en speeltuinen) nr. Partijen: 1. De gemeente Oldebroek, gevestigd te Oldebroek, Raadhuisplein 1, 8096 CP of postadres Postbus 2, 8096 ZG Oldebroek.
Nadere informatiede besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TAF B.V., gevestigd te Eindhoven, hierna te noemen Aangeslotene.
Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-344 d.d. 26 november 2013 (mr. R.J. Verschoof, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en mr. B.F. Keulen, leden en mr. M. van Pelt, secretaris)
Nadere informatieONROERENDE LEASING. Dirk Demunter. Head Real Estate Lease Belfius Lease Trainer Febelfin Academy
ONROERENDE LEASING Dirk Demunter Head Real Estate Lease Belfius Lease Trainer Febelfin Academy Definitie Financieringsmethode voor gebouwde onroerende goederen waarbij de leasinggever op aanwijzing van
Nadere informatieVAN ERFPACHT. over twee regels PARTICULIERE WONINGBEZITTERS
VAN ERFPACHT NAAR hier staat EIGENDOM de kop over twee regels PARTICULIERE WONINGBEZITTERS VAN ERFPACHT NAAR EIGENDOM PARTICULIERE WONINGBEZITTERS 1. Aanleiding 4 2. Wat is erfpacht? 5 3. Wat is blote
Nadere informatieInhoud. Bevoegdheden eigenaar Misbruik van bevoegdheid. Eigendomsverkrijging Inbezitneming Vinderschap Schatvinding Natrekking.
Inhoud I 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Goederenrecht Inleiding Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Vermogensrecht Goederen, zaken en vermogensrechten in het Burgerlijk Wetboek
Nadere informatieTaxatie-instructie Koopstart
Taxatie-instructie Koopstart 1 december 2018 1. Inleiding Deze instructie is bestemd voor de situatie dat de woningcorporatie of projectontwikkelaar eigenaar is van de grond en ten behoeve van Koopstart
Nadere informatieBancaire richtlijn financierbaarheid erfpachtrechten (te vestigen) vanaf 1-1-2013
Bancaire richtlijn financierbaarheid erfpachtrechten (te vestigen) vanaf 1-1-2013 Voorblad Dit document bevat de bancaire richtlijn voor de hypothecaire financiering van woningen voor zover deze particuliere
Nadere informatieBart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE
77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel 02 290 04 00 Fax 02 290 04 10 info@vdelegal.be 19 / 03 / 2009 Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE Inleiding - Uitgangspunt : o valorisatie
Nadere informatie1 Inleiding. Goederenrecht 7
I Goederenrecht 1 Inleiding Goederenrecht de naam zegt het al gaat over rechten op goederen. Het goederenrecht gaat over goederenrechtelijke rechten. Het goederenrecht maakt deel uit van het vermogensrecht
Nadere informatie2009 -- Overdrachtsbelasting -- Deel 1
Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object
Nadere informatie10. Beleid tegemoetkoming canonverhoging bij canonherziening einde tijdvak of overstap einde tijdvak
10. Beleid tegemoetkoming canonverhoging bij canonherziening einde tijdvak of overstap einde tijdvak Onderwerp Beleid tegemoetkoming canonverhoging bij canonherziening einde tijdvak of overstap einde tijdvak
Nadere informatieEr komt pas een overeenkomst tot stand na een collegebesluit en ondertekening door de burgemeester
Er komt pas een overeenkomst tot stand na een collegebesluit en ondertekening door de burgemeester concept-overeenkomst tot gewijzigde uitgifte onroerende zaak in erfpacht Ondergetekenden: 1. De gemeente
Nadere informatieAlgemene voorwaarden Opstalrechten
Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene Voorwaarden ter zake van Opstalrechten die ter zake van een hierna bedoeld Werk zijn gevestigd ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieAlgemene voorwaarden Opstalrechten
Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene Voorwaarden ter zake van Opstalrechten die ter zake van een hierna bedoeld Werk zijn gevestigd ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieWOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann februari 2017 N.E.D. Faber
WOORD VOORAF Beperkte rechten vormen een belangrijk onderdeel van het goederenrecht. De wet regelt het ontstaan van beperkte rechten alsmede het tenietgaan van beperkte rechten. In art. 3:81 lid 2 BW wordt
Nadere informatieOverdrachtsbelasting -- Deel 1
Overdrachtsbelasting les 1 programma Inleiding overdrachtsbelasting Verkrijgingen Maatstaf van heffing Verandering in beperkt recht Hoe bij gezamenlijk eigendom Vrijstellingen Heffing en teruggaaf Object
Nadere informatieDe Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet;
CONCEPT Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, houdende nadere regels met betrekking tot het verlenen van instemming met wijzigingen ten aanzien van de eigendom van elektriciteitsnetten
Nadere informatieAan Datum 30 juli 2015 Remco van Essen Mickey Don. Doorkiesnummer
Postadres Postbus 8406, 3503 RK Utrecht Telefoon 030-286 03 40 www.utrecht.nl memo Aan Datum 30 juli 2015 Van Remco van Essen Mickey Don Onderwerp Omzetting appartementsrechten naar vol eigendom Doorkiesnummer
Nadere informatieOVEREENKOMST TOT HET VESTIGEN VAN HET RECHT VAN ERFPACHT EN OPSTAL
OVEREENKOMST TOT HET VESTIGEN VAN HET RECHT VAN ERFPACHT EN OPSTAL Ondergetekenden 1. de gemeente Stein, zetelende te xxxx, ingevolge artikel 171 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door xxxx, burgemeester
Nadere informatieMODEL AKTE VAN WIJZIGING SPLITSING
MODEL AKTE VAN WIJZIGING SPLITSING (MET TOELICHTING) Heden, *, verscheen voor mij, *, notaris te *: Hier worden de comparanten vermeld, zijnde de eigenaars van alle appartementsrechten het gebouw. Gegevens
Nadere informatieTaxatie-instructie Koopgarant
Taxatie-instructie Koopgarant 1 oktober 2016 1. Inleiding Deze taxatie-instructie is met name afgestemd op de situatie dat de woningcorporatie of ontwikkelaar eigenaar is van de grond en ten behoeve van
Nadere informatieOverdrachtsbelasting.
Overdrachtsbelasting. Vanuit de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) zijn vragen gesteld over de tijdelijke verlaging van het tarief van de overdrachtsbelasting voor woningen (zie het besluit
Nadere informatieINLEIDING DUOWONEN WANNEER EN WAARVOOR WORDT ER GETAXEERD? TAXATIEOPDRACHT WELK MODEL TAXATIERAPPORT WORDT ER GEBRUIKT?
INLEIDING Deze taxatie-instructie is bedoeld voor taxateurs die in opdracht van de eigenaar van een koopwoning een taxatierapport opstellen ten behoeve van een verkoop (of eventuele terugkoop) met Duowonen.
Nadere informatieKMA / 7 Overdracht zakelijke rechten Bergum Drachten 807 (Liander Nadine)
Blad 1 van 14 KMA - 20113083 / 7 Overdracht zakelijke rechten Bergum Drachten 807 (Liander Nadine) - 1 Vandaag, tweeëntwintig december tweeduizend en veertien, verscheen voor mij, mr. Johan Jozef Henry
Nadere informatieThans staat nog niet vast of koper in de toekomst zal overgaan tot verkrijging van 'fase 2' (blok 73), terwijl die blokken bouwkundig op elkaar
BIJLAGE 7: DEZE BIJLAGE BEVAT HET ONTWERP VAN DIVERSE 'LASTEN EN BEPERKINGEN' INZAKE DE FLAT KLEIBURG. HET ONTWERP IS BESCHIKBAAR GESTELD ONDER VOORBEHOUD VAN AANVULLINGEN EN WIJZIGINGEN DOOR VERKOPER.
Nadere informatieNederlandse Aardolie Maatschappij B.V.
Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. ALGEMENE VOORWAARDEN Betreffende het huren van terreinen-tweeduizend en twaalf (A.V.T.-2012). I. ALGEMEEN A. Definities Artikel 1 In deze Algemene Voorwaarden betreffende
Nadere informatieHOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00
VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00
Nadere informatie