1 Inleiding. Goederenrecht 7
|
|
- Annemie Sasbrink
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 I Goederenrecht 1 Inleiding Goederenrecht de naam zegt het al gaat over rechten op goederen. Het goederenrecht gaat over goederenrechtelijke rechten. Het goederenrecht maakt deel uit van het vermogensrecht in het burgerlijke recht. Het goederenrecht is voor een groot deel dwingend recht. Dat betekent dat de wettelijke begrippen, de regels en het systeem waarin die regels zijn geplaatst, van groot belang zijn voor een goed begrip. Bovendien hebben goederenrecht en de goederenrechtelijke rechten een aantal kenmerkende karakteristieken. In dit hoofdstuk wordt kort ingegaan op burgerlijk recht (nr. 2) en vermogensrecht (nr. 3). De plaats van het goederenrecht is dan helder. Daarna wordt ingegaan op het object van de goederenrechtelijke rechten: goederen. Goederen zijn zaken (nr. 4) of vermogensrechten (nr. 5). Goederenrechtelijke rechten hebben karakteristieken die bepalend zijn voor de rechtsgevolgen (nr. 6). Het goederenrecht vormt een gesloten stelsel (nr. 7) van goederenrechtelijke rechten (nr. 8) en de verkrijging daarvan (nr. 9). Goederenrechtelijke rechten op goederen kunnen beperkte rechten zijn (nr. 10) en sommige van die beperkte rechten zijn afhankelijke rechten (nr. 11). Meest omvattend is het eigendomsrecht. Juridisch is de term eigendom echter gereserveerd voor zaken (nr. 12). Goederenrecht 7
2 2 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Figuur 1 Burgerlijk recht Burgerlijk recht Personenrecht Vermogensrecht Algemeen deel (Boek 3) Bijv. rechtshandeling Personen- en familierecht (Boek 1) Bijv. huwelijk en gezag over minderjarigen Rechtspersonenrecht (Boek 2) Bijv. NV, BV en stichting Goederenrecht (Boek 3 en 5) Bijv. overdracht en zakelijke rechten Verbintenissenrecht (Boek 6) Bijv. onrechtmatige daad en overeenkomst Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling. Het burgerlijk recht werkt in een Europese en nationale constitutie, waarin burgerlijke vrijheden voor burgers worden gegarandeerd. Met name het vrij verkeer van goederen enerzijds, en de bescherming van individuele eigendom anderzijds kleuren ons goederenrecht fundamenteel. De belangrijkste kenbron en rechtsbron van ons objectieve burgerlijk recht is het Burgerlijk Wetboek (BW), maar ook 8 Boom Basics
3 rechtspraak, met name door de Hoge Raad, heeft in het goederenrecht een belangrijke rechtsvormende taak. Onderverdeling burgerlijk recht Ons burgerlijk recht is geordend in een systematiek die kenmerkend is voor de civiele of Romeinsrechtelijke traditie. Het burgerlijk recht in het BW begint met een uiteenzetting over deze burgers, rechtssubjecten, wier betrekkingen het burgerlijk recht behandelt: eerst over natuurlijke personen in het personen- en familierecht van Boek 1, dan over de rechtspersonen van Boek 2. In die boeken wordt bijvoorbeeld geregeld onder welke voorwaarden een natuurlijk persoon handelingsbekwaam is, welke rechtspersonen (zoals een besloten vennootschap) er zijn en welk orgaan van een rechtspersoon bevoegd is ten aanzien van zijn vermogen. Rechtssubjecten hebben een vermogen. Over dat vermogen handelt het vermogensrecht, in de Boeken 3 tot en met 8 van het BW. 3 Vermogensrecht Definitie en ordening Iemands vermogen omvat rechten, maar ook plichten, in economische termen: activa en passiva, of, in de terminologie van het BW: goederen en schulden. Het vermogensrecht reguleert die rechten en plichten op een systematische manier. Daarvoor zijn in het BW verschillende ordeningsmethoden gebruikt: een ordening van algemene naar bijzondere regels; het gebruik van schakelbepalingen zorgt voor efficiënte toepasselijkheid van regels op andere delen van het recht; er is in de regels gebruikgemaakt van open normen, zodat de rechter deze in het concrete geval nader moet invullen. Boek 3 geeft algemene regels van het vermogensrecht; Boek 4 geeft regels Goederenrecht 9
4 over de overgang van een geheel vermogen krachtens erfrecht. Boek 5 handelt over zakelijke rechten. Boek 6 over verbintenissenrecht in het algemeen, Boek 7 over bijzondere overeenkomsten en Boek 8 over vervoer. Waar is het vermogensrecht als rechtsgebied geregeld? Het vermogensrecht is in hoofdzaak geregeld in de Boeken 3 en volgende BW. Uitgangspunt is een rangschikking van de stof van algemeen naar bijzonder. Het BW kent een gelaagde struc- tuur. Boek 3 bevat in titel 1 afdeling 1 een algemeen deel waarin algemene bepalingen begripsbepalingen zijn opgenomen die voor het gehele vermogensrecht gelden. Het goederenrecht is vervolgens met name geregeld in de Boeken 3 (bepalingen voor alle goederen) en 5 (bepalingen met betrekking tot zakelijke rechten waarvan het object een zaak is). De gelaagde structuur komt in het BW op een aantal plaatsen naar voren. Daarbij wordt gebruikgemaakt van de zogenoemde schakelbepalingen die bijzondere regels van overeenkomstige toepassing verklaren op rechtsverhoudingen waarvoor zij niet specifiek zijn geschreven. Een voorbeeld van de gelaagde structuur van het BW biedt titel 9 van Boek 3. Afdeling 1 van titel 9 bevat algemene bepalingen betreffende de rechten van pand en hypotheek. Vervolgens zijn in de volgende afdelingen van genoemde titel specifieke bepalingen van pand, respectievelijk hypotheek ondergebracht. Deze specifieke bepalingen derogeren aan de algemene bepalingen. Een voorbeeld van een schakelbepaling is art. 3:98 BW. In dit artikel is bepaald dat hetgeen met betrekking tot overdracht van goederen in zijn 10 Boom Basics
5 algemeenheid geldt, van overeenkomstige toepassing is op de vestiging, overdracht en afstand van een beperkt recht op een zodanig goed (zie nr. 49). Een voorbeeld van een open norm is art. 3:108 BW. Hierin worden criteria gegeven voor de bepaling of iemand al dan niet bezitter is van een goed. Een van die criteria is de verkeersopvatting. Vermogensrecht: twee rechtsgebieden Het vermogensrecht wordt van oudsher in twee grote rechtsgebieden verdeeld: verbintenissenrecht en goederenrecht. Verbintenissenrecht heeft betrekking op persoonlijke rechten, het goederenrecht op goederenrechtelijke rechten. Het onderscheid tussen de beide rechtsgebieden wordt op twee manieren gekarakteriseerd. Enerzijds wordt gekeken op welk object het recht betrekking heeft, anderzijds jegens welke personen het kan worden geëffectueerd. Goederenrecht Het goederenrecht heeft betrekking op de rechtsverhoudingen tussen rechtssubjecten en goederen en is geregeld in de Boeken 3 en 5. Goederenrechtelijke rechten zijn rechten op bepaalde goederen. Goederenrechtelijke rechten kunnen jegens eenieder worden geëffectueerd het zijn absolute rechten. Het goederenrecht bevat daarom ook merendeels dwingend recht. Verbintenissenrecht Het verbintenissenrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen rechtssubjecten onderling en is in hoofdzaak geregeld in Boek 6. Persoonlijke rechten zijn rechten op een prestatie van een of meer bepaalde personen. Persoonlijke rechten kunnen alleen jegens de bepaalde verbonden personen worden geëffectueerd het zijn relatieve rechten. We spreken ook over vorderingsrechten. Het verbintenissenrecht bevat voornamelijk regelend recht. Goederenrecht 11
6 Figuur 2 Vermogensrecht: twee rechtsgebieden Vermogensrecht Goederenrecht Verbintenissenrecht Regels voor de verhouding tussen burgers en goederen Regels voor de verhouding tussen burgers onderling Een voorbeeld van een dwingendrechtelijke goederenrechtelijke regel is art. 5:3 BW; de eigenaar van een zaak is eveneens eigenaar van haar bestanddelen. Dat betekent dat de eigenaar van een fiets van rechtswege eigenaar is van de gehele fiets, inclusief zadel, stuur en trappers. Een voorbeeld van een regel uit het verbintenissenrecht is art. 6:27 BW: degene die een individueel bepaalde zaak moet afleveren, is verplicht zorg te dragen voor de aflevering van deze zaak zoals een zorgvuldig schuldenaar betaamt. De schuldeiser kan er jegens de schuldenaar aanspraak op maken dat laatstgenoemde deze verplichting ook daadwerkelijk nakomt. 4 Goederen, zaken en vermogensrechten in het Burgerlijk Wetboek Goederen Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten, definieert art. 3:1 BW. Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke 12 Boom Basics
7 objecten, aldus art. 3:2 BW. Vermogensrechten worden gedefinieerd in art. 3:6 BW. Sommige goederen zaken en vermogensrechten zijn registergoederen. In het vermogen van een rechtssubject bevinden zich dus goederen: zaken en vermogensrechten. Goederen dienen voldoende bepaalbaar te zijn, als voorwaarde voor een overdracht of vestiging van een beperkt recht, aldus art. 3:84 lid 2 BW. Dat is het beginsel van specialiteit. Een uitwerking daarvan bij zaken is het vereiste van individualisering. Registergoederen Sommige goederen zijn registergoederen. Registergoederen zijn goederen waarvan voor de overdracht of vestiging van beperkte rechten op die registergoederen een inschrijving in de openbare registers noodzakelijk is (art. 3:10 BW). De belangrijkste registergoederen zijn onroerende zaken (art. 3:89 lid 4 BW), zoals een huis of een bedrijfsgebouw. Door de werking van de schakelbepaling van art. 3:98 BW worden ook beperkte rechten op registergoederen als registergoed gekwalificeerd, zoals een recht van erfpacht op een perceel grond, of een hypotheekrecht op een huis. Zaken Zaken zijn voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, aldus art. 3:1 BW. In deze definitie bevinden zich de volgende voorwaarden. Het moet gaan om een stoffelijkheid, met een zekere waarde. Om de zaak te kunnen beheersen is het nodig dat de zaak is geïndividualiseerd, een zekere eenheid heeft. Verder speelt impliciet nog een ethisch criterium mee. Goederenrecht 13
8 De stoffelijkheid van een zaak is niet alleen een natuurwetenschappelijke stoffelijkheid. Elektriciteit, dat als zaak in natuurwetenschappelijke zin kan worden gekwalificeerd, wordt ook als een zaak in strafrechtelijke zin gezien het kan worden gestolen maar is geen zaak in de zin van het burgerlijk recht. Een zaak moet tevens een zekere waarde vertegenwoordigen. Een brief, een haarlok, beide genoemd in de parlementaire geschiedenis, hebben slechts affectieve waarde, maar een dergelijke subjectieve niet-economische waardering is voldoende om te kunnen kwalificeren als zaak. De vatbaarheid voor menselijke beheersing maakt dat hemellichamen hoewel stoffelijk niet als zaak in juridische zin kwalificeren. Deze vatbaarheid voor beheersing sluit in zich het criterium van de individualisering. Een ander woord daarvoor is het beginsel van specialiteit. Voor we van een zaak in juridische zin kunnen spreken, moet er sprake zijn van een voldoende mate van afbakening van andere zaken. Dat criterium levert de meeste hoofdbrekens op, omdat het van feitelijke aard is. Door kwaliteit en hoeveelheid aan te duiden zaken olie, graan, fruit, spijkers en zo veel meer moeten geïndividualiseerd zijn aan te wijzen. Het menselijke lichaam kwalificeert om ethische redenen niet als zaak de mens is rechtssubject, geen object. Om dezelfde redenen is de kwalificatie als zaak van geïndividualiseerde delen van het menselijk lichaam niet onproblematisch. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg oordeelde ferm over menselijke embryo s, geparafraseerd: geen object van eigendom (in de zin van het artikel 1, Eerste Protocol EVRM) omdat die bepaling economische, vermogensrechtelijke belangen beoogt te beschermen, en daartoe kunnen embryo s niet worden gereduceerd (EHRM 17 augustus 2015 (Parrillo t. Italië). 14 Boom Basics
9 Eenvoudig is het bij de volgende klassieke voorbeelden. De lucht en de zee zijn als zodanig niet voor menselijke beheersing vatbaar. Wanneer lucht en water worden geïndividualiseerd door het in een container te verpakken, dan zijn het zaken in de zin van het vermogensrecht. Bij maat of gewicht aangeduide objecten zijn zaken zo gauw ze geïndividualiseerd zijn: deze container met 20 ton sinaasappelen; die kist met koffie; deze 10 balen meel; dit perceel grond. Sinds een wetswijziging d.d. 1 januari 2013 zijn dieren geen zaken meer. Wel zijn de bepalingen over zaken van toepassing, met inachtneming van de geschreven en ongeschreven beginselen en regels aldus geparafraseerd art. 3:2a BW. Zaken: roerend en onroerend Zaken zijn óf roerend óf onroerend. Onroerend zijn ingevolge art. 3:3 lid 1 BW de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen. Art. 3:3 lid 2 BW bepaalt vervolgens dat alle zaken die niet onroerend zijn, roerend zijn. Roerende zaken zijn bijvoorbeeld een computer, een fiets, een auto, een tafel, een stoel en dergelijke. Onroerende zaken zijn een huis, een fabrieksgebouw, steenkool die nog in de grond zit, een boom die in de grond wortelt, een groentekas die door middel van de fundering duurzaam met de grond is verenigd. Ingevolge HR 31 oktober 1997, NJ 1998, 97 (Portacabin) geldt het zogenoemde bestemmingscriterium bij de kwalificatie van een zaak als onroerend. Goederenrecht 15
10 Bij de beantwoording van de vraag of een gebouw duurzaam met de grond verenigd is, moet worden gelet op het feit of het gebouw naar aard en inrichting bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven. Deze bestemming dient naar buiten toe kenbaar te zijn in verband met het belang dat goederenrechtelijke verhoudingen voor derden kenbaar dienen te zijn. Bestanddeel Art. 3:4 BW regelt wat er onder bestanddeel moet worden verstaan; twee criteria worden gegeven: Bestanddeel krachtens verkeersopvatting Krachtens art. 3:4 lid 1 BW is al hetgeen krachtens verkeersopvatting onderdeel uitmaakt van een zaak, bestanddeel van de betreffende zaak. Zo zijn het zadel op een fiets en de wielen onder een auto bestanddeel krachtens verkeersopvatting van de fiets respectievelijk de auto. Voor de vraag of apparatuur in een gebouw naar verkeersopvatting tezamen als één geheel moeten worden gezien, geldt het volgende: indien gebouw en apparatuur in constructief opzicht specifiek op elkaar zijn afgestemd, is dit een aanwijzing voor bevestigende beantwoording van de hiervoor gestelde vraag. Hetzelfde heeft te gelden indien het gebouw uit oogpunt van geschiktheid als fabrieksgebouw bij ontbreken van de apparatuur als onvoltooid moet worden aangemerkt. Bij deze laatste maatstaf komt het niet aan op de functie die de apparatuur in het productieproces vervult; HR 15 november 1991, NJ 1993, 316 m.nt. WMK, onder 317 (Dépex/curatoren Bergel). Bestanddeel door middel van hechte fysieke verbinding Krachtens art. 3:4 lid 2 BW wordt een zaak die zodanig met een hoofdzaak is verbonden dat deze niet daarvan kan worden 16 Boom Basics
11 afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan één van beide zaken, bestanddeel van de hoofdzaak. De lak op een auto en een beschermende beits aangebracht op hout zijn bestanddeel van de auto respectievelijk het hout. Zij maken echter wel onderdeel uit van een eventueel pandrecht op bijvoorbeeld de auto. Een zaak die bestanddeel is geworden van een andere zaak verliest daardoor zijn juridische zelfstandigheid, dat wil zeggen dat bestanddelen als zelfstandige zaak tenietgaan, en dat betekent dat de goederenrechtelijke rechten die erop rustten ook tenietgaan. Als de in het vorige voorbeeld genoemde lak op de auto en beits op het hout van een ander waren ze waren bijvoorbeeld onder eigendomsvoorbehoud geleverd dan is dat eigendomsrecht op die lak en beits tenietgegaan. Er bestaat onduidelijkheid in de toepassing van art. 3:3 en 3:4 BW. Kan de kwalificatie als onroerend volgen uit art. 3:4 BW? Kan de kwalificatie als bestanddeel volgen op grond van art. 3:3 BW? Dat lijkt de conclusie te moeten zijn van HR 27 september 2013, BNB 2013, 248. Dat volgt echter niet uit een goede systematische analyse van de betreffende artikelen. Er is dan ook terecht kritiek op geleverd: P.J. van der Plank en M.E. Witting, Bestanddeelvorming op grond van art. 3:3 BW of onroerend in de zin van art. 3:4 BW?, NTBR 2014/17. Vermogensrechten Art. 3:1 BW onderscheidt naast zaken ook vermogensrechten. Goederenrecht 17
12 De term vermogensrechten wordt in dit verband gebruikt in de betekenis van subjectief recht: een specifiek recht dat aan een bepaald persoon toebehoort. Eerder spraken we al van het vermogensrecht ter aanduiding van het geheel van rechtsregels betreffende dit rechtsgebied, vermogensrecht in de betekenis van objectief recht, zoals bijvoorbeeld geregeld in Boek 3 of 5 BW. Vermogensrechten worden in art. 3:6 BW gedefinieerd als rechten die: hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht overdraagbaar zijn; of ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen; ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel. Deze criteria zijn alternatief bedoeld, dat wil zeggen als een recht aan een van de criteria voldoet, is dat voldoende om van een vermogensrecht te kunnen spreken. Vermogensrechten zullen meestal overdraagbaar zijn, maar dat hoeft niet en het is dus ook geen voorwaarde om van een vermogensrecht te kunnen spreken. Een voorbeeld van een vermogensrecht in subjectieve zin: A is eigenaar van een auto, het betreft een specifiek eigendomsrecht van A. Een ander voorbeeld van een vermogensrecht is het recht van hypotheek dat de bank heeft op de onroerende zaak van A. Vermogensrechten kunnen natuurlijk ook uit het verbintenissenrecht afkomstig zijn. A heeft aan B zijn auto verkocht, en heeft dan op grond van die overeenkomst jegens B een recht op betaling, preciezer omschreven: een (vorderings)recht op nakoming van de verbintenis tot betaling van de koopprijs. 18 Boom Basics
13 Een onoverdraagbaar vermogensrecht is bijvoorbeeld het beperkte zakelijke recht van gebruik en bewoning als bedoeld in art. 3:226 lid 2 respectievelijk lid 3 BW. Het is een vermogensrecht want het verschaft stoffelijk voordeel. Het recht kan echter niet worden vervreemd aan een ander worden overgedragen aldus art. 3:226 lid 4 BW. Belangrijk voor de rechtspraktijk is de mogelijkheid om vorderingsrechten bij beding onoverdraagbaar te maken. Als daarvan sprake is, dan zijn dergelijke vorderingsrechten niet meer over te dragen noch te bezwaren met beperkte rechten zie nr. 30. Figuur 3 Vermogensrechten Goederen (art. 3:1): Zaken Vermogensrechten Zaken (art. 3:2): Stoffelijke objecten Menselijke beheersing Vermogensrechten (art. 3:6): Stoffelijk voordeel Overdraagbaar, al dan niet in combinatie met ander recht Onroerende zaken (art. 3:3 lid 1): Grond Beplantingen Gebouwen en werken Roerende zaken (art. 3:3 lid 2): Alle zaken die niet onroerend zijn Vermogensrechten zijn bijvoorbeeld de goederenrechtelijke rechten eigendom, het meest omvattende recht dat op een zaak kan rusten (art. 5:1 lid 1 BW), vruchtgebruik, pand en hypotheek, erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en Goederenrecht 19
14 appartementsrecht, maar ook de uit het verbintenissenrecht afkomstige persoonlijke rechten kwalificeren als vermogensrecht, zoals het recht op betaling van de huur uit een huurovereenkomst, intellectuele eigendomsrechten zoals auteursrechten, en aandelen in een NV of BV. 5 Terminologie In het goederenrecht worden de personen die in een bepaalde betrekking tot een goed staan met een specifieke term aangeduid. Degene tot wiens vermogen het goed behoort, wordt aangeduid met de term rechthebbende. Met betrekking tot de verschillende goederen wordt de volgende terminologie gehanteerd: de rechthebbende van een zaak is eigenaar; de rechthebbende van een vorderingsrecht: crediteur; de rechthebbende van een beperkt recht: de beperkt gerechtigde. Figuur 4 Terminologie goederenrecht Rechthebbende: degene tot wiens vermogen het goed behoort Zaken: eigenaar Vorderingsrechten: crediteur Beperkte rechten: beperkt gerechtigde 20 Boom Basics
15 6 Karakteristieken en rechtsgevolgen van goederenrechtelijke rechten In het voorgaande kwamen al enkele karakteristieken zelfs: rechtsgevolgen van goederenrechtelijke rechten aan de orde. Drie karakteristieke rechtsgevolgen zijn de volgende ze zijn in ieder handboek goederenrecht te vinden. Karakteristieke rechtsgevolgen goederenrechtelijke rechten Aan de hoedanigheid van goederenrechtelijk recht is een aantal specifieke rechtsgevolgen verbonden. In de eerste plaats hebben goederenrechtelijke rechten absolute werking, dat wil zeggen dat zij werking hebben jegens eenieder en niet slechts tegen één of meer bepaalde personen. Deze absolute werking ligt ten grondslag aan de volgende karakteristieke rechtsgevolgen. Een tweede rechtsgevolg vloeit voort uit het eerste en betreft de exclusiviteit van het betreffende recht. Dit houdt in dat derden zich dienen te onthouden van gedragingen die de rechthebbende van een goed in diens genot, beheer of beschikking kunnen storen, zoals hij die heeft krachtens het betreffende goederenrechtelijke recht. Die werken immers jegens eenieder: absolute werking. Deze exclusiviteitsregel komt bijvoorbeeld het meest duidelijk tot uitdrukking bij het eigendomsrecht. In art. 5:1 lid 2 BW is bepaald dat het de eigenaar met uitsluiting van eenieder vrijstaat van de zaak gebruik te maken. Natuurlijk mag de rechthebbende met zijn uitoefening van zijn goederenrechtelijke rechten geen inbreuk maken op dwingende wettelijke voorschriften, of op rechten van anderen. Voor eigendom is dat in het tweede lid van art. 5:1 BW neergelegd. Goederenrecht 21
16 Een derde rechtsgevolg en ook dat vloeit voort uit de absolute werking betreft de prioriteitsregel. Deze regel houdt in dat een eerder gevestigd goederenrechtelijk recht voor een later gevestigd recht gaat. Gesproken wordt wel van de prior tempore-regel. Het oudste recht werkt immers ook jegens latere beperkt gerechtigden: absolute werking. Deze prioriteitsregel is van belang voor het geval er meer goederenrechtelijke rechten op eenzelfde goed zijn gevestigd. Zo is het in principe mogelijk om meer hypotheekrechten op een huis te vestigen. Een eerder gevestigd hypotheekrecht gaat in dat geval voor het later gevestigde en heeft om die reden een hogere prioriteit. Een vierde rechtsgevolg betreft het feit dat goederenrechtelijke rechten goederenrechtelijk gevolg hebben, ook wel droit de suite, volgrecht of in het geval van zaken zaaksgevolg genoemd. Dit wil zeggen dat het recht op het goed blijft rusten ongeacht wie het goed onder zich heeft. Ook dit vloeit uit de eerste absolute werking voort. Y is eigenaar van een fiets. Op zekere dag wordt deze fiets gestolen door X. Ondanks de diefstal is Y nog steeds eigenaar van de fiets; het eigendomsrecht blijft immers op de zaak rusten. Y is alleen de feitelijke heerschappij hier: het bezit over zijn fiets kwijtgeraakt aan X. Indien Y erachter komt dat X zijn fiets heeft gestolen, kan hij afgifte van de fiets vorderen. 22 Boom Basics
17 Figuur 5 Rechtsgevolgen van goederenrechtelijke rechten Rechtsgevolgen van goederenrechtelijke rechten Absoluutheid: werking jegens eenieder Exclusiviteit: rechthebbende is met uitsluiting van derden gerechtigd tot het goed Zaaksgevolg: rechthebbende kan zijn recht uitoefenen ongeacht wie het goed onder zich heeft Prioriteitsregel: eerder gevestigd goederenrechtelijk recht gaat voor later gevestigd goederenrechtelijk recht In geval een beperkt recht op een zaak rust, heeft ook dit beperkte recht zaaksgevolg. Indien een huis met het recht van vruchtgebruik is bezwaard en het huis wordt overgedragen, dan gaat het recht van vruchtgebruik van rechtswege mee over op de nieuwe eigenaar. De rechthebbende van het recht van vruchtgebruik kan zijn vruchtgebruik dus ook tegenover de latere eigenaar handhaven. Die latere eigenaar verkreeg immers een met vruchtgebruik bezwaard eigendomsrecht. Drie beginselen Deze absolute werking en de daarmee samenhangende rechtsgevolgen impliceren drie beginselen van het goederenrecht. Omdat Goederenrecht 23
18 de goederenrechtelijke rechten absolute werking hebben jegens derden werken moeten ze voor die derden ook kenbaar kunnen zijn. We spreken van het publiciteitsbeginsel. Omdat de goederenrechtelijke rechten een absoluut karakter hebben, exclusief zijn (anderen uitsluiten), en daarmee te effectueren zijn jegens latere gerechtigden (prioriteitsregel) of onder wie dan ook het goed onder zich heeft (goederenrechtelijk gevolg), is het duidelijk dat er over het object van het goederenrechtelijke recht het goed geen onduidelijkheid mag zijn. Het goed moet voldoende bepaald zijn in de wettelijke term. Een betere term is: specifiek. We spreken over: het specialiteitsbeginsel. Een zaak moet we zagen het al geïndividualiseerd zijn. Het specialiteitsbeginsel komt minder pregnant tot uitdrukking in de wettelijke bepalingen. Met het eenheidsbeginsel maakten we al kort kennis. Het eenheidsbeginsel zoals dat in art. 5:3 BW jo. art. 3:4 BW al ter sprake kwam met betrekking tot bestanddelen van een zaak kan als verschijningsvorm van dat specialiteitsbeginsel worden gezien. Wel heeft het eenheidsbeginsel ook een heel duidelijke economische ratio: de meerwaarde van het geheel dient behouden te blijven, en niet te worden opgeofferd aan het individuele eigendomsrecht, indien dat nog ten aanzien van een bestanddeel zou bestaan. Het publiciteitsbeginsel komt tot uitdrukking op vele plaatsen in het goederenrecht. Wie een zaak feitelijk onder zich heeft iedereen kan dat waarnemen kan kwalificeren als bezitter, en heeft daarmee aanspraak op een bescherming zie hoofdstuk 3. Wie een goed gaat overdragen, moet daarvoor dwingend recht een meestal naar buiten toe kenbare formaliteit vervullen: levering zie nr Boom Basics
19 Wie afgifte van zijn zaak, die hij leverde onder eigendomsvoorbehoud en niet betaald kreeg, wil vorderen zal dat alleen kunnen bewerkstelligen als die zaak geen bestanddeel is geworden van eens anders zaak. De machine kan bestanddeel geworden zijn van een gebouw; de motor kan bestanddeel geworden zijn van het schip. Wie afgifte van zijn vijf varkens of fietsen vordert, zal daarin niet slagen als hij die varkens niet individueel kan duiden te midden van vijftig andere varkens of fietsen van anderen. Omdat goederenrechtelijke rechten absoluut werken, is het niet verwonderlijk dat het van dwingendrechtelijke aard is. Het goederenrecht vormt zelfs een zogenoemd gesloten systeem, of numerus clausus. 7 Gesloten systeem van goederenrechtelijke rechten en van verkrijging van goederen Goederenrechtelijke rechten: gesloten systeem Met betrekking tot goederenrechtelijke rechten kent de wet een gesloten systeem (vgl. art. 3:81 en 3:84 lid 3 BW). Dit gesloten systeem bestaat uit een tweetal aspecten. Het eerste aspect betreft de door de wet voorgeschreven catalogus van goederenrechtelijke rechten. Alleen die rechten die de wet kent, kunnen worden gevestigd. Dat betekent dat partijen geen bevoegdheid hebben om buiten de wet om nieuwe goederenrechtelijke rechten te vestigen. Het contrast met het open stelsel van verbintenissen valt op: bij overeenkomst kunnen partijen die vorderingsrechten scheppen, die zij zinvol achten (contractsvrijheid). Het tweede aspect betreft de bevoegdheden of de inhoud van de goederenrechtelijke rechten. Ook als een van de Goederenrecht 25
20 beschikbare beperkte rechten wordt gevestigd, dan moeten de in dat beperkte recht gegeven bevoegdheden binnen de grenzen blijven zoals die door de wet worden bepaald. Soms is de wet minder dwingend, en laat zij aan betrokken partijen wel wat speelruimte. De ratio van een gesloten systeem is natuurlijk gelegen in de absolute werking van goederenrechtelijke rechten. Derden moeten kunnen vertrouwen op een kenbare feitelijke en juridische betrekking ten aanzien van goederen. Rechtszekerheid is hier van het grootste belang. Het gesloten systeem wordt sinds 1992 in de wet uitgedrukt. In het oude BW dat gold van 1838 tot aan 1992 was daarvan minder sprake. In het baanbrekende oude arrest Blaauboer/Berlips uit 1905 werd ons huidige gesloten stelsel in beide genoemde aspecten door de Hoge Raad scherp neergezet, en zo afgebakend van het verbintenissenrecht. In HR 3 maart 1905, W 8191 (Blaauboer/Berlips) werd een perceel grond overgedragen. Bij die overdracht waren verkoper en koper overeengekomen en dat stond ook in de transportakte dat de nieuwe eigenaar (Berlips) ten behoeve van het naastgelegen perceel een weg zou aanleggen. Berlips draagt vervolgens zijn perceel over. Wie is nu verplicht om de weg aan te leggen: Berlips, omdat die het was overeengekomen, of de eigenaar van het perceel, aan wie Berlips het had overgedragen? Berlips als contractspartij, zo volgt uit de uitspraak. Immers, er is geen wetsbepaling die een dergelijk goederenrechtelijk recht mogelijk maakt. Ook de inhoud van deze bevoegdheid van een eigenaar verlangen dat die op zijn eigen grond een weg aanlegt strookt niet met de mogelijkheden die de wet toelaat. Zouden we dit toelaten, dan vervaagt het onderscheid tussen persoonlijke en goederenrechtelijke rechten, tussen het verbintenissenrecht en het goederenrecht, aldus geparafraseerd de Hoge Raad. 26 Boom Basics
21 Dat betekent dat een verplichting (verbintenis) die is aangegaan door de eigenaar van een onroerende zaak die betrekking heeft op die zaak, bij overdracht van die zaak niet van rechtswege mee overgaat op de nieuwe eigenaar. Dat kan alleen maar als er een beperkt recht wordt gevestigd. Zie in dit specifieke verband met onroerende zaken de mogelijkheid van een kwalitatieve verplichting ex art. 6:252 BW, nr. 55. Dat betekent in het algemeen dat een bevoegdheid of verplichting die wordt overeengekomen ten aanzien van een goed alleen een goederenrechtelijk recht zal zijn en dus tegen derden zal werken als het ook in vorm en inhoud conform de in de wet geregelde goederenrechtelijke rechten eigendom en beperkte rechten zal zijn. Figuur 6 Gesloten systeem van goederenrechtelijke rechten Gesloten systeem van goederenrechtelijke rechten Geen goederenrechtelijke rechten buiten de wet In de wet geregelde goederenrechtelijke rechten: afwijking alleen indien uitdrukkelijk bepaald Verkrijging van goederen: gesloten systeem Ook de verkrijging van goederen vormt een gesloten systeem. Art. 3:80 BW geeft dwingend aan dat er een wettelijke grondslag voor Goederenrecht 27
22 verkrijging dient te zijn. Art. 3:80 BW maakt een onderscheid tussen verkrijging onder algemene titel en onder bijzondere titel. Het eerste handelt over de verkrijging van een geheel vermogen bijvoorbeeld door erfopvolging het tweede over de verkrijging van een specifiek goed (zie nr. 28 en 29 over het onderscheid). Verkrijging wordt ook onderscheiden in oorspronkelijke of originaire verkrijging en derivatieve of afgeleide verkrijging. We gaan met name in op de originaire verkrijging in hoofdstuk 2, nrs , en op de derivatieve wijze van verkrijging in hoofdstuk 4. 8 Beperkte rechten en moederrechten Beperkte rechten Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht. Dit meer omvattende recht is daarmee dat is een andere omschrijving waarmee hetzelfde is bedoeld ook bezwaard met datzelfde beperkte recht (art. 3:8 BW). Een beperkt recht is per definitie een afsplitsing van een moederrecht. De beperkte rechten zijn geregeld in de Boeken 3 en 5 BW. Boek 3 zie nr. 3 betreft de beperkte rechten die op alle goederen gevestigd kunnen worden; Boek 5 betreft de beperkte rechten die alleen op zaken gevestigd kunnen worden. Regeling beperkte rechten De in Boek 3 geregelde beperkte rechten zijn: vruchtgebruik; pand; en hypotheek. 28 Boom Basics
23 Zij kunnen worden gevestigd op goederen, derhalve op zowel zaken als vermogensrechten. In Boek 5 zijn geregeld de eigendom, het meest omvattende recht dat op een zaak kan rusten, en de volgende beperkte rechten: erfdienstbaarheid; erfpacht; opstal, en appartementsrechten. Het eigendomsrecht kent de eigenaar de meest omvangrijke bevoegdheden toe, de beperkte rechten alleen bepaalde specifieke bevoegdheden. Het in Boek 5 geregelde eigendomsrecht en de drie beperkte rechten kunnen alleen gevestigd worden op zaken, het eigendomsrecht is in die gevallen doorgaans het moederrecht. Echter: behalve eigendom kan ook een beperkt recht als moederrecht dienen, art. 3:8 BW spreekt immers van een meer omvattend recht waaruit een beperkt recht moet zijn afgeleid. De beperkte rechten komen aan bod in hoofdstuk V. Indien bijvoorbeeld A eigenaar is van een perceel grond met huis, kan hij dat perceel met huis om een lening te kunnen verkrijgen met hypotheek bezwaren. Het eigendomsrecht is in dit geval het moederrecht, dat is bezwaard met het beperkt recht van hypotheek; het recht van hypotheek is afgeleid uit het eigendomsrecht. Dat betekent dat de bevoegdheden van de hypotheekhouder zijn afgeleid uit de bevoegdheden van het eigendomsrecht. Eigenaar A kan echter ook een recht van erfpacht of opstal op perceel en huis vestigen ten behoeve van B. Op zijn beurt kan B dit erfpachtsrecht of opstalrecht, waarvan hij immers de beperkt gerechtigde is, bezwaren met een recht van hypotheek. Het recht van erfpacht of recht van opstal fungeert in dit geval als moederrecht Goederenrecht 29
24 van het recht van hypotheek. De bevoegdheden van het recht van hypotheek zijn dan afgeleid uit het erfpachtsrecht of opstalrecht. Stel dat de hypotheekhouder dan van zijn bevoegdheden uit dat hypotheekrecht gebruik moet maken B is in gebreke met zijn betalingsverplichting dan mag hij het erfpachtsrecht of opstalrecht vervreemden. Het eigendomsrecht van A wordt daardoor echter niet geraakt. Figuur 7 Rechten op goederen Rechten op goederen Volledige rechten: Beperkte rechten Eigendom Evt. beperkt recht Op goederen (Boek 3) Hypotheek Pand Vruchtgebruik Op zaken (Boek 5) Erfdienstbaarheid Erfpacht Opstal 9 Genotsrechten en zekerheidsrechten Wat verstaat men onder genotsrechten en zekerheidsrechten? De beperkte rechten worden onderscheiden in zogenoemde genotsrechten en zekerheidsrechten. Een genotsrecht geeft de beperkt gerechtigde een recht op feitelijk gebruik van het goed waarop het betreffende genotsrecht rust. Genotsrechten zijn de rechten van: 30 Boom Basics
25 vruchtgebruik; erfdienstbaarheid; erfpacht; opstal; en appartementsrecht. X is eigenaar van een appelboomgaard. X heeft aan Y het recht van vruchtgebruik verleend. Y heeft als vruchtgebruiker bijvoorbeeld het recht om de appels te plukken en te verkopen of te verwerken tot appelmoes (art. 3:207 lid 1 BW). X is eigenaar van perceel grond met huis. X kan een recht van opstal vestigen op zijn huis ten behoeve van Y. Y is dan als houder van het opstalrecht gerechtigd het huis te gebruiken. In de definitie van het opstalrecht (art. 5:101 BW) staat dat Y dat als eigenaar doet. Dat is een merkwaardige constructie: een eigendomsrecht afgeleid uit een eigendomsrecht? Eigenlijk zorgt het opstalrecht ervoor dat het huis als zelfstandige zaak gekwalificeerd kan worden, en dat het dus niet een deel van het perceel grond is wat het volgens art. 5:20 BW zou zijn. Zekerheidsrechten zijn rechten die ertoe strekken om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot betaling van een geldsom bij voorrang boven andere schuldeisers te verhalen. Art. 3:227 BW geeft deze heldere en goed te begrijpen definitie. Pand en hypotheek zijn dus beperkte rechten die op goederen worden gevestigd, met het doel om daarmee bij de verschaffing van krediet een grotere zekerheid te hebben dat de uitgeleende geldsom wordt terugbetaald. De bevoegdheden die aan de pandof hypotheekhouder worden gegeven, zijn dus bevoegdheden om het bezwaarde goed over te dragen en uit de opbrengst de geldvordering te voldoen, indien de debiteur van de geldvorde- Goederenrecht 31
26 ring zijn verbintenissen uit de overeenkomst van geldlening niet nakomt. Zekerheidsrechten zijn de rechten van: pand; en hypotheek. Hypotheek kan alleen worden gevestigd op registergoederen, pand op alle overige goederen (zie art. 3:227 BW). Registergoederen zijn goederen waarvoor in geval van overdracht of vestiging van een beperkt recht daarop inschrijving in de daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is (art. 3:10 BW). A heeft bij een bank geld geleend om een huis te kopen. Tot zekerheid van de aflossing van deze lening heeft de bank een recht van hypotheek verkregen op het huis van A. Indien A de lening niet meer aflost, is de bank gerechtigd het huis van A te verkopen en uit de opbrengst hiervan haar vordering te voldoen (art. 3:227 lid 1 BW). Figuur 8 Beperkte rechten Beperkte rechten (art. 3:8 BW): afgeleid uit meer omvattend recht Genotsrechten, rechten op feitelijk gebruik goed: Erfdienstbaarheid Erfpacht Opstal Vruchtgebruik Zekerheidsrechten, strekken tot verhaal van vorderingsrecht: Pand Hypotheek 32 Boom Basics
27 10 Afhankelijke rechten Afhankelijke rechten Een afhankelijk recht is een recht dat in zodanige verbinding staat met een ander recht dat het niet zonder dat andere recht kan bestaan (art. 3:7 BW). In de literatuur spreekt men ook wel van accessoir recht. Kenmerk van een afhankelijk recht is dat het geen zelfstandig goederenrechtelijk bestaan kan leiden het hoort bij het andere recht het wordt zelden gezegd, maar het is vergelijkbaar met het eenheidsbeginsel bij zaken. Een afhankelijk recht kan niet zonder het andere recht bestaan, en bovendien volgt het ook het recht waaraan het is verbonden (art. 3:82 BW). Een afhankelijk recht kan niet zelfstandig worden overgedragen. Als het andere recht tenietgaat, dan gaat ook het afhankelijke recht teniet. Welke rechten zijn afhankelijke rechten in de zin van art. 3:7 BW? Afhankelijke rechten zijn bijvoorbeeld de rechten van pand en hypotheek. Zekerheidsrechten zijn afhankelijk van een vorderingsrecht. In de definitie van een zekerheidsrecht in art. 3:227 BW kunnen we het al lezen: het zekerheidsrecht bestaat om een geldvordering bij voorrang te kunnen verhalen zie nr. 52. Het recht van erfdienstbaarheid is afhankelijk van de eigendom van het heersende erf. Het recht van erfdienstbaarheid bestaat ten behoeve van een heersend erf de eigenaar van het heersende erf heeft door het recht van erfdienstbaarheid de mogelijkheid om over het heersende erf naar een openbare weg te rijden. X heeft een bepaald bedrag geleend van Y. Tot zekerheid van de aflossing van deze lening heeft X aan Y een pandrecht op zijn auto verleend. Indien Y Goederenrecht 33
28 zijn vordering op X overdraagt aan R gaat het pandrecht van rechtswege, dat wil zeggen zonder dat daarvoor een nadere rechtshandeling is benodigd, mee over op R. Indien X zijn lening geheel heeft afgelost aan Y, is de vordering tot betaling van een geldsom door betaling tenietgegaan en daarmee ook het pandrecht. Figuur 9 Afhankelijke rechten Afhankelijke rechten (art. 3:7), kunnen niet zelfstandig bestaan Pand en hypotheek, afhankelijk van vorderingsrecht Erfdienstbaarheid, afhankelijk van eigendom heersend erf 34 Boom Basics
Inhoud. Bevoegdheden eigenaar Misbruik van bevoegdheid. Eigendomsverkrijging Inbezitneming Vinderschap Schatvinding Natrekking.
Inhoud I 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 II 11 12 13 14 15 16 17 18 19 Goederenrecht Inleiding Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Vermogensrecht Goederen, zaken en vermogensrechten in het Burgerlijk Wetboek
Nadere informatieCollege 1: Algemene inleiding:
College 1: Algemene inleiding: Het vak goederenrecht omvat veel stof; deze kan vanwege de beschikbare tijd niet uitvoerig in de lessen behandeld worden. Ook de jurisprudentie zal niet uitvoerig aan de
Nadere informatieInleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht
I Inleiding 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht Burgerlijk recht Het burgerlijk recht, ook wel aangeduid als privaatrecht of civiel recht, regelt de juridische betrekkingen tussen burgers onderling.
Nadere informatieSubjectieve rechten vloeien voort uit het objectieve recht. Subjectieve rechten kunnen worden onderverdeeld in de volgende subcategorieën 1.
Introductie In dit document vind je onze uitwerking van probleem 1. Wij hopen met deze uitwerking te laten zien dat onze samenvattingen volledig en gestructureerd zijn. Daarnaast willen wij laten zien
Nadere informatieCopyright Lawbooks 2015. Voorbeeld samenvatting Inleiding Privaatrecht
Copyright Lawbooks 2015 Voorbeeld samenvatting Inleiding Privaatrecht Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt een voorbeeld samenvatting van het vak Inleiding Privaatrecht. Dit stuk is gebaseerd op de
Nadere informatieDe formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.
Korte handleiding bijeenkomst 5. Overdracht van goederen. 3:83 en volgende BW Definitie overdracht: rechtsovergang van het ene rechtssubject naar het andere op basis van een een levering. Overdracht is
Nadere informatieARW 1 HC 6A, , Burgerlijk recht: goederenrecht
ARW 1 HC 6A, 8-10-2018, Burgerlijk recht: goederenrecht Inleiding In het Sleepboot Egbertha-arrest heeft Van Gelderen een nieuwe motor nodig voor zijn boot. Hij gaat naar het bedrijf Stork en ziet een
Nadere informatieBeperkte rechten en het stapelen ervan
Pagina 16 HOOFDARTIKEL VASTGOED Mr. M.E. (Mervyn) Odink en mevrouw mr. R.H. (Romy) Brandriet' Beperkte rechten en het stapelen ervan 2019-0056 Nederland verduurzaamt! Er wordt geïnvesteerd in steeds groenere
Nadere informatieGeschiedenis, systematiek en begrippen
I Geschiedenis, systematiek en begrippen 1 Wet op belastingen van rechtsverkeer Belastingheffing over transacties met onroerende zaken kent een lange geschiedenis. Een voorloper van de overdrachtsbelasting
Nadere informatieSTANDAARDANTWOORDEN THEORIE WEEK 1/1A
STANDAARDANTWOORDEN THEORIE WEEK 1/1A 1. Het begrip vermogen wordt in meerdere betekenissen gebruikt. In het spraakgebruik wordt veelal gedoeld op iemands activa of al zijn geld. In het privaatrecht betekent
Nadere informatie3.1 Goederenrecht. Kay Horsch 18 januari 2011
3.1 Kay Horsch 18 januari 2011 Taak 1 Verbintenissenrecht 1. Absoluut (!!!) 2. Exclusief 3. Zaaksgevolg (Droit de Suite) 4. Prioriteit 5. Separatisme Boek 3, Titel 1, Afdeling 1 Bijvoorbeeld Goederen :
Nadere informatieANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2
ANTWOORDEN PROEFTENTAMEN GOEDERENRECHT 2 Onderstaande puntenverdeling per vraag is een indicatie. Bij concrete toekenning van punten is mede bepalend in hoeverre een juiste, logisch weergegeven formulering
Nadere informatieZakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten
Zakenrecht en zakelijke zekerheidsrechten INLEIDING...1 HET ZAKENRECHT GESITUEERD BINNEN HET VERMOGENSRECHT...1 HET BELANG VAN HET ZAKENRECHT...2 BEGRIPPEN ZAAK GOED VERMOGEN...3 HOOFDSTUK 1: DE LEER VAN
Nadere informatieHOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00
VII Inhoudsopgave VOORWOORD 00 INLEIDING 00 HOOFDSTUK I: DE LEER VAN DE INDELING VAN DE GOEDEREN 00 Afdeling 1 Roerende en onroerende goederen 00 1/ Belang van deze indeling 00 2/ Onroerende goederen 00
Nadere informatie1 Inleiding. 1.1 Vermogen en vermogensrecht
1 Inleiding 1.1 Vermogen en vermogensrecht 1 Vermogen. Dit boek gaat over het vermogensrecht. De jurist verstaat onder vermogen : het geheel van op geld waardeerbare althans in de economische sfeer liggende
Nadere informatie1 Inleiding. 1.1 Vermogen en vermogensrecht
1 Inleiding 1.1 Vermogen en vermogensrecht 1 Vermogen. Dit boek gaat over het vermogensrecht. De jurist verstaat onder vermogen : het geheel van op geld waardeerbare althans in de economische sfeer liggende
Nadere informatieHypothecair Planner (LHP)
OPLEIDING Hypothecair Planner (LHP) LEERGANG HYPOTHECAIRE PLANNING - 1 - RECHT IFK, september 2011 Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie,
Nadere informatieSTUDIE Rechtsgeleerdheid. VAK Goederen- en Insolventierecht. ONDERDEEL Voorbeeldverslag
STUDIE Rechtsgeleerdheid VAK Goederen- en Insolventierecht ONDERDEEL Voorbeeldverslag Jaar: 2017 Periode: Blok 5 Uitgifte: Februari 2017 2 Voorwoord Wij van EasyLecture willen het graag easy houden, daarom
Nadere informatieEnige aspecten van de kwalitatieve verbintenis
Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis Proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen op gezag van de rector magnificus prof. mr. S.C.J.J. Kortmann, volgens
Nadere informatieVERMOGENSRECHT. Tekst & Commentaar
VERMOGENSRECHT Tekst & Commentaar INHOUD Voorwoord Auteurs Lijst van afkortingen V VII XVII BOEK 3. VERMOGENSRECHT IN HET ALGEMEEN 1 Titel 1. Algemene bepalingen (art. 1-31) 3 Afdeling 1. Begripsbepalingen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 876 Regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten, aandelen en giraal
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 70 Wet van 25 februari 2008, houdende regeling van het conflictenrecht betreffende het goederenrechtelijke regime met betrekking tot zaken, vorderingsrechten,
Nadere informatieBespreking van het preadvies van dr. Rosalie Koolhoven, LLM
Gebouwen en hun bestanddelen in een meer circulair goederenrecht Bespreking van het preadvies van dr. Rosalie Koolhoven, LLM Hans Heyman VBR Jaarvergadering - 7 december 2018 - Twitter en Sli.do: #VBR18
Nadere informatieInhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv
Inhoud Inleiding 13 1 Enige grondbeginselen 15 1.1 Rechtsregels 16 1.1.1 Publiekrecht en privaatrecht 16 1.1.2 Dwingend en aanvullend (regelend) recht 17 1.1.3 Materieel en formeel recht 18 1.1.4 Objectief
Nadere informatieBENOEMDE OVEREENKOMSTEN
BENOEMDE OVEREENKOMSTEN 1. Koop De koop is een overeenkomst waarbij een partij (de verkoper) zich ertoe verbindt dat de eigendom van een zaak over te dragen aan een andere partij (de koper), die zich op
Nadere informatieKorte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.
Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten. Situaties: 1. Overdracht onder voorwaarde 2. Overdracht onder eigendomsvoorbehoud 3. Overdracht toekomstige goederen 4. Overdracht onder tijdsbepaling
Nadere informatieBeperkte absolute rechten(die op zaken en rechten kunnen rusten): - Vruchtgebruik art. 3:201 BW
Samenvatting Vermogensrecht Sharon 25-11-17 H8 Erfdienstbaarheid, erfpacht, opstal en vruchtgebruik Het eigendomsrecht is het meest omvattende absolute recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Nu
Nadere informatieII. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11
INHOUD I. VERMOGENSRECHTEN / 1 1.1. Inleiding / 1 1.1.1 Goed, zaak, registergoed / 1 1.2. Eigendom en vorderingsrecht / 2 1.2.1 Absolute en relatieve rechten / 2 1.2.2 Zakelijke en persoonlijke rechten
Nadere informatieBestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
Diplomalijn Examen Niveau Juridisch Vermogensrecht hbo Versie 1.0 Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 28-08-2012 Vastgesteld door Veronderstelde voorkennis Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE
ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE 1-1-2010 Bij deze algemene voorwaarden horen: - Koopovereenkomst Grond voor eengezinshuizen, versie 1-1-2010 Definities
Nadere informatieBeleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014
Beleidsregel Krediethypotheek en pandovereenkomst 2014 De wettelijke grondslag van de beleidsregel Gelet op artikel 34 en artikel 50 van de Wet werk en bijstand is het verstrekken van een krediethypotheek
Nadere informatieINHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN... 3. Inleiding... 3
INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT.... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN.... 3 Inleiding.... 3 Hoofdstuk I. Onderscheid der goederen.... 4 Afdeling I. Belangrijkste indelingen.... 4 Afdeling II. Roerende en
Nadere informatieEasyLecture. STUDIE Rechtsgeleerdheid. VAK Inleiding Privaatrecht. ONDERDEEL Samenvattingen week 1 (Goederenrecht)
EasyLecture STUDIE Rechtsgeleerdheid VAK Inleiding Privaatrecht ONDERDEEL Samenvattingen week 1 (Goederenrecht) Jaar: Bachelor 1 Periode: Blok 2 Uitgifte: - 2 Voorwoord Wij van EasyLecture willen het graag
Nadere informatieHoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding
Hoofdstuk 21 Verbintenis en rechtshandhaving 21.1 Inleiding In hoofdstuk 5 was het verschil tussen absolute en relatieve rechten aan de orde. Absolute rechten zijn rechten die tegenover iedereen werken.
Nadere informatieLandsverordening regeling gebruik in deeltijd van onroerende zaken enaanpassing appartementsrecht
Zoek regelingen op overheid.nl Nederlandse Antillen Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl! LANDSVERORDENING van de 27ste april 2005 tot wijziging van de Boeken 5 en
Nadere informatie1 Inleiding: plaats van verbintenissenrecht
1 Inleiding: plaats van verbintenissenrecht 1.1 De opzet en doel van het boek In het dagelijks leven gaan we tal van verplichtingen aan of worden ons juist door het recht verplichtingen opgelegd. We sluiten
Nadere informatieAanloop tot wetswijziging
De nieuwe Opstalwet FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding Wet van 10 januari 1824 over het recht
Nadere informatieHoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1
INHOUDSOPGAVE Uitgebreide inhoudsopgave Enige Afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 - Vermogensrechten 1 1 Vermogensrechten in het algemeen 1 Hoofdstuk 2 - Onderscheidingen van vermogensrechten
Nadere informatieRecht P2 Auteur: Lydia Janssen
Recht P2 Auteur: Lydia Janssen Ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid Eenmanszaak Maatschap VOF (CV) Ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid (2:3 BW) BV NV (vereniging, coöperatie, OWM, stichting)
Nadere informatiegewijzigd j/n Koop is de overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te geven en de ander om daarvoor een prijs in geld te betalen.
W oek 7 estaande Tekst na wijziging 28746 jo 31065 t/m NvW 5 Tekst na wijziging 28746 jo 31065 t/m amendementen Tekst na wijziging 32426 (nr. 2) urgerlijk Wetboek oek 7, ijzondere overeenkomsten urgerlijk
Nadere informatieNijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp
Mr. P.H.A.M. Peters Hoff van Hollantlaan 5 Postbus 230 5240 AE Rosmalen Nijmegen, 9 maart 2010 Betreft: aanvullend advies inzake erfdienstbaarheid Maliskamp Geachte heer Peters, Bij brief van 12 november
Nadere informatieAndere kenmerken: (in principe) voortdurende uitoefening, elasticiteit.
Korte handleiding bijeenkomst 3. Eigendom en overig toebehoren. Eigendom. Eigendom is in tijd, ideologie en naar streek bepaald, zowel qua periode als qua betekenis. (vergelijk eigendom nutsbedrijven/spoorwegen
Nadere informatie7,2. Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Hoofdstuk 1
Samenvatting door een scholier 1410 woorden 9 april 2005 7,2 36 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Hoofdstuk 1 Het Nederlands recht kent een driedeling: * Burgerlijk recht (civiel recht, privaatrecht):
Nadere informatie1 Verbintenissenrecht: plaatsbepaling
1.1 Inleiding Het onderwerp van dit boek is het verbintenissenrecht. Als beginnend rechtenstudent hoeft de term verbintenissenrecht je nog niet bekend te zijn. Toch ben je in je leven al vele verbintenissen
Nadere informatieBijlage * Modelakte derde recht van hypotheek 2014 HYPOTHEEK
HYPOTHEEK Heden, *, verschenen voor mij, *, notaris te *: 1. * hierna te noemen: hypotheekgever; 2. * hierna te noemen: hypotheekhouder. De verschenen personen, handelend als gemeld, verklaarden als volgt:
Nadere informatieInhoud. 1.5 Materieel en formeel recht 16 1.6 Samenvatting 17
Inhoud 1 Basisbegrippen in het burgerlijk recht 13 1.1 Inleiding 13 1.2 De plaats van het burgerlijk recht 13 1.3 Bronnen van het burgerlijk recht 15 1.4 Burgerlijk Wetboek en Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Nadere informatieInleiding Privaatrecht voor niet-juristen
Inleiding Privaatrecht voor niet-juristen *** Een korte introductie in het privaatrecht voor niet juridisch geschoolde professionals en andere geïnteresseerden *** W.J. Brakenhoff BRAKENHOFF Juridische
Nadere informatieBeleidsregel krediethypotheek en pandrecht
Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht Vaststelling: College van B&W 3 november 2008 Bekendmaking: De Trompetter 11 november 2008 Inwerkingtreding: 1 januari 2009 Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht
Nadere informatieLeerarrangement 6Ai Juridische checkpoints. Jeroen Dusseldorp Studentnummer:
Leerarrangement 6Ai Juridische checkpoints Jeroen Dusseldorp Studentnummer: 0241664 27-2-2014 Zekerheden Omschrijving en inschatting financieel belang van de zekerheid Inschatting feitelijke en juridische
Nadere informatieAandeelhouders STAK LOM
Memo Van : Joris de Leur Aan : Roelof van der Wielen (Uno Bedrijfsadviseurs) Datum : 16 februari 2017 Betreft : Realisatie LEM/LOM structuur Referentie : 225340/JL 1. Structuur 1.1. Uitgaande van een scheiding
Nadere informatieVermogensrechten HOOFDSTUK I. 1.1 Inleiding
HOOFDSTUK I Vermogensrechten 1.1 Inleiding A heeft een fiets, een spaartegoed van 200 en een welluidende achternaam: Atema. Het burgerlijk recht omvat twee onderdelen: personen- en familierecht enerzijds
Nadere informatieBEGRIPPENLIJST BIERCONTRACTEN
BEGRIPPENLIJST BIERCONTRACTEN Dit document bevat een lijst van begrippen zoals u die kunt tegenkomen in de verschillende contracten en uitingen van de brouwerijen richting horecaondernemers. Omwille van
Nadere informatie11. Beperkte rechten op goederen algemeen
11. Beperkte rechten op goederen algemeen Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meeromvattend recht, hetwelk met dat beperkte recht is bezwaard (zie artikel 3:8 BW). Beperkte rechten kunnen
Nadere informatieVoorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )
stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159
Nadere informatieVoor de beantwoording van deze vraag is het van belang om het privaatrecht van het publiekrecht te onderscheiden.
Bijlage bij DB/ AB-voorstel project Duikwrak Grevelingen In de vergadering van 1 juli 2010 heeft het DB van het Natuur- en Recreatieschap De Grevelingen kennis genomen van de voortgang van het project
Nadere informatieSamenvatting Inleiding Privaatrecht
Samenvatting Inleiding Privaatrecht Open Universiteit R02132 (c) Copyright 2005 Jos Visser Inleiding vermogensrecht... 3 Goederenrechtelijke rechten en persoonlijke rechten... 5 Goederen
Nadere informatieDeel 0 ALGEMEEN RECHT 13
7 Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Wat is recht? 15 1.2 Indelingen van het recht 16 A Privaatrecht publiekrecht 16 B Enkele andere indelingen 17 1.3 De bronnen van het recht 18 A Wetgeving
Nadere informatieBeleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015
Beleidsregel krediethypotheek en pandrecht 2015 Artikel 1 Begripsomschrijving 1. In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. (Krediet)hypotheek: een te vestigen recht ter meerdere zekerheid op registergoeden;
Nadere informatie1 Basisbegrippen van het goederenrecht
11 1 Basisbegrippen van het goederenrecht 1.1 Goederen, zaken en vermogensrechten 1.2 Roerende en onroerende zaken 1.3 Hoofdzaak en bestanddeel 1.4 Registergoederen en niet-registergoederen 1.5 Natuurlijke
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 5 OKTOBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie B / 10
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 5 OKTOBER 2015 09.00-11.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 10 2015 NGO-ENS B / 10 Opgave 1 (19 punten) Vraag 1 Nee Vader van een kind
Nadere informatieBart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE
77, Gulden Vlieslaan 1060 Brussel Tel 02 290 04 00 Fax 02 290 04 10 info@vdelegal.be 19 / 03 / 2009 Bart VAN HYFTE Gauthier ERVYN Laurent DELMOTTE Johan VANDEN EYNDE Inleiding - Uitgangspunt : o valorisatie
Nadere informatieWOORD VOORAF. S.C.J.J. Kortmann februari 2017 N.E.D. Faber
WOORD VOORAF Beperkte rechten vormen een belangrijk onderdeel van het goederenrecht. De wet regelt het ontstaan van beperkte rechten alsmede het tenietgaan van beperkte rechten. In art. 3:81 lid 2 BW wordt
Nadere informatie14.1 Verhaal en voorrang algemeen Niet voor uitwinning vatbare goederen. Voorrang. Onderlinge rangorde voorrechten.
14.1 Verhaal en voorrang algemeen Een schuldeiser wiens vordering niet betaald wordt kan zijn vordering verhalen op de goederen van zijn schuldenaar (artikel 3:276 e.v. BW). Voor verhaal is een geldvordering
Nadere informatieOnderverdeling van zakelijke rechten
nr. 5 HOOFDSTUK II a. Algemene opmerkingen [5] Het Burgerlijk Wetboek onderscheidt goederen, zaken en vermogensrechten. Zie art. 3:1 BW, art. 3:2 BW en art. 3:6 BW. Goederen zijn de bestanddelen waaruit
Nadere informatieALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM
ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN DOOR DE GEMEENTE BEDUM Bedingen die van toepassing zijn op de verkoop van alle onroerende zaken. HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 :
Nadere informatieNIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD
pandrecht NIEUWE REGELS voor de RECHTSTREEKSE VORDERING EN HERVORMING van het EIGENDOMSVOORBEHOUD De regels omtrent de zakelijke zekerheden* zijn lang achterhaald. Door het groot aantal voorrechten werd
Nadere informatieWijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen:
Korte handleiding bijeenkomst 4. Wijzen waarop goederen (zaken en vermogensrechten) worden verkregen: Onder algemene titel (opvolging in een geheel vermogen of een deel hiervan): erfopvolging, boedelmenging
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 633 Wet van 15 december 1995, houdende wijziging van de inkomstenbelasting en de vermogensbelasting (belastingheffing in geval van tijdelijke
Nadere informatieINHOUD. Enige afkortingen. Verkort aangehaalde literatuur. Hoofdstuk I - Inleidende opmerkingen / 1
INHOUD Enige afkortingen Verkort aangehaalde literatuur Hoofdstuk I - Inleidende opmerkingen / 1 Hoofdstuk II - Onderverdeling van zakelijke rechten / 9 a. Algemene opmerkingen / 9 b. Opsomming van de
Nadere informatieDe Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht
De Nieuwe Pandwet: Het pand, het eigendomsvoorbehoud & het retentierecht FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be
Nadere informatieEXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau.
EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Eamen Vermogensrecht niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-09-17
Nadere informatieSoftware en continuïteit
Software en continuïteit Jaarvergadering Orde van Advocaten 25 september 2009 Presentatie van de Vereniging Informaticarecht Advocaten (VIRA) Polo G. van der Putt, voorzitter VIRA Agenda VIRA Wat is (de
Nadere informatieHét Juridisch Archief
Op veler verzoek maakt Wolters Kluwer de oude drukken van 135 belangrijke boeken én het archief van 25 tijdschriften online beschikbaar! Binnen Navigator, Legal Intelligence of Rechtsorde heeft u nu al
Nadere informatieMandaat en delegatie. mr. M.C. de Voogd
Mandaat en delegatie mr. M.C. de Voogd Artikel 1:1 Awb 1. Onder bestuursorgaan wordt verstaan: a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, of b. een ander persoon of college,
Nadere informatieALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE
ALGEMENE VERKOOPVOORWAARDEN bloot eigendom van gronden GEMEENTE 'S-GRAVENHAGE Blad 1 INHOUD Art. 1. Art. 2. Art. 3. Art. 4. Art. 5. Art. 6. Art. 7. Art. 8. Art. 9. Art. 10. Art. 11. Art. 12. Art. 13. Art.
Nadere informatieSPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 19 DECEMBER UUR
SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel INLEIDING RECHT MAANDAG 19 DECEMBER 2016 14.30-16.30 UUR Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal
Nadere informatieZaaknummer : S Datum uitspraak : 15 mei 2018 Plaats uitspraak : Zeist
Zaaknummer : S21-101 Datum uitspraak : 15 mei 2018 Plaats uitspraak : Zeist in het geschil tussen: de heer G.W. W mevrouw K. W wonende te Vlissingen verder te noemen: W c.s. tegen: Bindend Advies de Vereniging
Nadere informatieAlgemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008
Algemene Bepalingen voor de verkoop en levering van bloot eigendom van gronden der gemeente s-gravenhage 2008 Verkoopvoorwaarden bloot eigendom: Vastgesteld door burgemeester en wethouders van s-gravenhage
Nadere informatieArtikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83
Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE. Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken
nr. INHOUDSOPGAVE Enige afkortingen Lijst van verkort aangehaalde werken Hoofdstuk 1 Inleiding /1 1. Introductie / 1 2. Hoofdregels verhaal; gehele vermogen van de schuldenaar en gelijkheid van schuldeisers
Nadere informatieBurgerlijk recht 4 BURGERLIJK RECHT 4 (CJU16.4/CREBO:56178)
BURGERLIJK RECHT 4 (CJU16.4/CREBO:56178) sd.cju16.4.v1 ECABO, Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze,
Nadere informatieBELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT
BELEGGINGSFONDSEN NAAR BURGERLIJK RECHT EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID PROEFSCHRIFT TER VERKRIJGING VAN DE GRAAD VAN DOCTOR AAN DE RADBOUD UNIVERSITEIT NIJMEGEN OP
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus EA DEN HAAG
1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Juridischee Zaken Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301
Nadere informatieAdvies A: voor de raad
Advies A: voor de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 16-10-2012 Nummer voorstel: Voor commissievergadering: 16-10-2012 Agendapunt: 8 Onderwerp: Garantstelling
Nadere informatieINBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal)
Blad 1 INBRENG IN de besloten vennootschap: UNIVÉ HET ZUIDEN BEMIDDELING B.V. gevestigd te Wouw (gemeente Roosendaal) Heden, ***, verscheen voor mij, mr. **, notaris te **: **, te dezen handelend als schriftelijk
Nadere informatieInhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13
5 WOORD VOORAF 3 Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13 1 ALGEMENE INLEIDING 15 1.1 Verantwoording 15 1.2 Het begrip recht 16 1.2.1 Algemeen 16 1.2.2 Een geheel van algemeen geldende normatieve regels 17 1.2.3
Nadere informatieAKTE VAN VESTIGING HYPOTHEEK EN PANDRECHTEN
1 AKTE VAN VESTIGING HYPOTHEEK EN PANDRECHTEN Heden, +, verschenen voor mij, mr. Jan Wim Weggemans, notaris in de gemeente Bellingwedde: HYPOTHEEKGEVER 1. de heer KOENO NOMDEN, wonende te 9566 PK Veelerveen,
Nadere informatieInleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. Inleiding... 1
iii Inhoudstafel Inleiding bij de Bibliotheek Burgerlijk Recht en Procesrecht Larcier.. i Inleiding............................................... 1 Hoofdstuk I. Wanneer bestaat een dienstbaarheid ten
Nadere informatieActio Pauliana en onrechtmatige daadvordering. Mr. drs. KP. van Koppen
Actio Pauliana en onrechtmatige daadvordering Mr. drs. KP. van Koppen Kluwer - Deventer - 1998 Voorwoord V Gebruikte afkortingen XV Algemene inleiding en verantwoording 1 Verantwoording 1 2 Een körte schets
Nadere informatieSaxionstudent.nl Blok1
Wat is recht? Het geheel van rechtsregels gericht op het voorkomen, beheersen en oplossen van conflicten; geven van een rechtsverhouding tussen partijen. Deze regels zijn vastgesteld en afdwingbaar. Indelingen
Nadere informatieAlgemeen juridische beroepsvorming 4 ALGEMEEN JURIDISCHE BEROEPSVORMING 4 (CJU01.4/CREBO:50109)
ALGEMEEN JURIDISCHE BEROEPSVORMING 4 (CJU01.4/CREBO:50109) sd.cju01.4.v3 ECABO, Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in
Nadere informatieBurgelijk wetboek Boek 8. Verkeersmiddelen en vervoer
Burgelijk wetboek Boek 8. Verkeersmiddelen en vervoer Titel 1. Algemene bepalingen Artikel 1 1. In dit wetboek worden onder schepen verstaan alle zaken, geen luchtvaartuig zijnde, die blijkens hun constructie
Nadere informatieREACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI)
REACTIE OP "HET FISCALE BODEMRECHT" VAN MR. R. ROSARIA IN AJV-NIEUWSBRIEF NO. 1, 2016 (JANUARI) mr. R.M. Bottse* I n AJV-Nieuwsbrief no.1, 2016 (januari) verscheen een bijdrage van de hand van mr. R. Rosaria
Nadere informatieH4 Verkrijging van goederen
Samenvatting Vermogensrecht Sharon. D 15-10-17 H4 Verkrijging van goederen Er is een verschil in het verkrijgen van goederen, zo kun je goederen verkrijgen onder algemene titel en goederen verkrijgen onder
Nadere informatieBurgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen;
Burgemeester en wethouders onderscheidenlijk de burgemeester van Hoogeveen; Gelet op afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht; BESLUITEN: vast te stellen Het Besluit mandaat, volmacht en machtiging
Nadere informatieAlgemene voorwaarden Opstalrechten
Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene Voorwaarden ter zake van Opstalrechten die ter zake van een hierna bedoeld Werk zijn gevestigd ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieEigendom van roerende en onroerende zaken
pag.: 1 van 6 Eigendom van roerende en onroerende zaken Wat is eigendom? Art. 5:1 BW omschrijft eigendom als volgt: eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. We beschrijven
Nadere informatieDe Minister van Economische Zaken, Gelet op de artikelen 93, derde lid, van de Elektriciteitswet 1998 en 85, derde lid, van de Gaswet;
CONCEPT Regeling van de Minister van Economische Zaken van, nr. WJZ, houdende nadere regels met betrekking tot het verlenen van instemming met wijzigingen ten aanzien van de eigendom van elektriciteitsnetten
Nadere informatieAlgemene voorwaarden Opstalrechten
Algemene voorwaarden Opstalrechten Algemene Voorwaarden ter zake van Opstalrechten die ter zake van een hierna bedoeld Werk zijn gevestigd ten behoeve van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieZakelijke zekerheden. Joke Baeck Docent Universiteit Gent
Zakelijke zekerheden Joke Baeck Docent Universiteit Gent Contrast Law Seminar Knipperlichten 2015 Vrijdag 9 mei 2014 Hervorming zekerheidsrecht 1. Wet van 11 juli 2013 Datum inwerkingtreding: nog te bepalen
Nadere informatie