Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel Openbaar

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Vaststelling subsidieovereenkomst Gemeente Nijmegen/ROC Nijmegen e.o Programma / Programmanummer Onderwijs / 9520 BW-nummer Portefeuillehouder H. Beerten Samenvatting Voor 2010 is een subsidieovereenkomst afgesloten voor één jaar met het ROC Nijmegen e.o. ten behoeve van de verzorging van de Volwasseneneducatie. De duur van de overeenkomst is vastgesteld op telkens één jaar vanwege ontwikkelingen rond het Participatiebudget zoals bijvoorbeeld de datum van het aanbesteden van de volwasseneneducatie die nu in ieder geval niet is voorzien voor 1 januari Ook de hoogte van het budget staat ieder jaar ter discussie en zal volgend jaar verder worden verlaagd vanwege de uitname ten behoeve van rekenen en taal in het Middelbaar Beroepsonderwijs. Daarom sluiten wij voor een jaar het contract af Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. L120, Dolf Kutschenreuter, Datum ambtelijk voorstel 23 april 2011 Registratienummer Ter besluitvorming door het college 1. Bijgaande subsidieovereenkomst inclusief bijlagen als beleidskader productovereenkomst, productenoverzicht en kosten tabel voor 2011 vast te stellen; 2. In 2011 een budgetsubsidie van te verlenen aan het ROC Nijmegen e.o. onder de voorwaarden zoals opgenomen in de bijlage. 3. Het bedrag van euro ten laste te brengen van deelproductnummer waarna op deze post geen subsidiebudget meer resteert. 4. De Raad van onze voornemens in kennis te stellen door middel van bijgaande brief. Leidinggevende Programmamanager D. Leenders Paraaf akkoord Datum Voorstel om te besluiten door de Burgemeester: Wethouder Beerten volmacht te verlenen om bij de ondertekening van de subsidieovereenkomst de gemeente Nijmegen te vertegenwoordigen. Programmadirecteur M. Wetzels Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad Besluit B&W d.d. 31 mei 2011 nummer: 3.8 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Collegevoorstel.doc

2 Collegevoorstel Collegevoorstel.doc

3 Collegevoorstel 1 Probleemstelling In 2009 heeft het College van de gemeente Nijmegen ingestemd met het ondertekenen van een subsidieovereenkomst met het ROC Nijmegen e.o. in het bijzonder betreffende de besteding van de middelen Educatie in Deze middelen worden door het Rijk conform de wet Educatie Beroepsonderwijs aan de gemeente Nijmegen ter beschikking gesteld. Dit voorstel presenteert een nieuwe overeenkomst voor het jaar Beide partijen opteren voor wederom één jaar omdat een aantal beleidsmatige ontwikkelingen nog op gang moeten komen. Daar hoort onder meer bij de vrije aanbesteding van de Participatiemiddelen die niet eerder dan 1 januari 2013 zal plaatsvinden. Maar ook de hoogte van het budget wordt jaarlijks bijgesteld en volgend jaar weer verlaagd. Het ROC Nijmegen e.o. heeft in het afgelopen jaar 2010 de volgende activiteiten aangeboden die tot het educatiedomein van het participatiebudget behoren: - Opleidingen Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO, voorheen o.a. de moedermavo); - Cursussen basiseducatie waaronder niveauverhoging en -versterking NT2 (Nederlands als tweede taal; tweede taalverwerving en maatschappelijke activering om daarmee de weerbaarheid te vergroten); - Alfabetisering voor anderstaligen; - Laaggeletterdheid voor autochtonen of ingeburgerde allochtonen. Voor een deel zijn de middelen ingezet om te voldoen aan lopende verplichtingen aan de cursisten. Daarnaast zijn de middelen ingezet om nieuwe trajecten te starten. 2 Juridische aspecten Deze Subsidieovereenkomst past binnen het regime van de wet op het Participatiebudget waarbinnen de materiewet Educatie en Beroepsonderwijs van toepassing is. In het kader van de wet op het Participatiebudget is bepaald dat in ieder geval tot 1 januari 2013 het educatiedeel moet worden aanbesteed bij een ROC. 3 Doelstelling Het afsluiten van een nieuwe subsidie overeenkomst met het ROC Nijmegen e.o. voor het jaar 2011 ten behoeve van de inzet van middelen Educatie. 4 Argumenten Wij hebben deze overeenkomst vorig jaar voor de tweede keer afgesloten met het ROC. Dit jaar verlengen we deze overeenkomst met een jaar vanwege de onduidelijkheid over de vrije aanbesteding van deze middelen. Op dit moment wordt voorzien dat dit niet zal plaatsvinden voor 1 januari Tegelijkertijd wordt ook gesproken over het verstrekken van de VAVO middelen direct aan de ROC s. Wat het uiteindelijk effect zal zijn is nu nog niet te voorzien. Ook de hoogte van het budget is voor volgend jaar nog niet exact te voorzien. Om die reden sluiten wij ook nu het contract voor één jaar af. In deze overeenkomst zitten wel kleine wijzigingen ten opzichte van vorig jaar. Zo is het producten pakket vereenvoudigd en concentreert zich nu meer op laaggeletterdheid. Daarnaast wordt een deel van de middelen besteed aan de VAVO. Dat heeft zich de laatste jaren steeds meer ontwikkeld tot tweede kans onderwijs voor uitvallers in het regulier Voortgezet Onderwijs. Het accent leggen op schooluitval en laaggeletterdheid is in overeenstemming met datgene wat daarover in het coalitieakkoord is opgenomen.

4 Collegevoorstel Vervolgvel 3 Kortere cursusduur en betere Monitoring Door beperking van de duur van de cursussen laaggeletterdheid tot maximaal 3 jaar verwachten wij meer cursisten te kunnen helpen en is meer instroom mogelijk. De aantallen trajecten alfabetisering anderstaligen en het aantal staatsexamens nemen af om dat het aantal inburgeringstrajecten afneemt. Het ROC werkt aan het verbeteren van de managementrapportages zodat tijdig in overleg kan worden bijgestuurd. Voorrang Wij geven voorrang aan de volgende activiteiten voor de subsidieovereenkomst Educatie 2011: 1. Basisvaardigheden waaronder alfabetisering anderstaligen, de plustrajecten voor anderstaligen en laaggeletterdheid; 2. VAVO (Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs) - trajecten 3. Staats-examens A Overzicht van te besteden middelen en aantallen deelnemers in NIJMEGEN SOORT CURSUS basisvaardigheden geraamd budget Bereikte deelnemers 2010 Prognose deelnemers alfabetisering anderstaligen Doorlopende verplichtingen , Nieuwe instroom ,27 35 Totaal 95 2 plustrajecten anderstaligen 3 laaggeletterdheid Doorlopende verplichtingen ,00 1 Nieuwe instroom , Totaal 18 Doorlopende verplichtingen , Nieuwe instroom , Totaal 482 B VAVO , C Staatsexamen Totaal 110 Doorlopende verplichtingen ,38 18 Nieuwe instroom , Totaal 30 Prognose benutting , Het aantal kortdurende trajecten laaggeletterdheid neemt toe waardoor wij meer deelnemers bereiken in 2011.

5 Collegevoorstel Vervolgvel 4 5 Financiën Voor het beleidsterrein is in 2011 een bedrag van beschikbaar. Dat is inclusief de verrekening die nu voor de tweede keer gaat plaatsvinden (35 miljoen landelijk) voor de uitname van rijkswege ten behoeve van versterkt reken- en taal onderwijs in het MBO De verwachting is dat het deel Educatie in het Participatiebudget in de komende twee jaar tot ongeveer 60% van het budget van 2009 zal worden teruggebracht. Dat komt uiteindelijk neer op een bedrag van ongeveer 8 euroton in Deze bezuinigingen zijn en worden stapsgewijs doorgevoerd. Dit wordt doorvertaald in subsidie afspraken met het ROC tot het moment dat vrije aanbesteding mogelijk wordt. Er is voldoende dekking aanwezig voor de subsidieverlening van op deelprodukt D.44105, waarna overigens op deze post geen subsidiebudget meer resteert. 6 Communicatie Met het ROC Nijmegen e.o. heeft uitvoerig overleg plaatsgevonden over deze nieuwe subsidieovereenkomst voor een jaar. Wij zullen het ROC van onze besluitvorming in kennis stellen door middel van bijgaande beschikking. 7 Uitvoering en evaluatie Bijgaande overeenkomsten en productoverzichten zijn in nauwe samenwerking met vertegenwoordigers van het ROC tot stand gekomen. Deze stukken zullen in een vergelijkbare vorm ook in de regiogemeenten worden besproken en vastgesteld door het ROC. 8 Risico Het educatiedeel van het Participatiebudget is gemaximeerd vastgesteld. Er zijn geen financiële risico s. Bijlage(n): - brief aan de gemeenteraad - subsidieovereenkomst met productenoverzicht, resultaten vorig jaar en nieuwe prognoses. - beschikking

6 Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording Aan de leden van de Raad Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus HG Nijmegen Datum 31 mei 2011 Ons kenmerk L120/ Contactpersoon Dolf Kutschenreuter Onderwerp Voortgang nieuwe subsidieovereenkomst met het ROC Datum uw brief Doorkiesnummer (024) In 2009 heeft het College van de gemeente Nijmegen ingestemd met het ondertekenen van een subsidieovereenkomst met het ROC Nijmegen e.o. in het bijzonder betreffende de besteding van de middelen Educatie in Deze middelen worden door het Rijk conform de wet Educatie Beroepsonderwijs aan de gemeente Nijmegen ter beschikking gesteld. In het door ons College vastgestelde voorstel wordt een nieuwe overeenkomst voor het jaar 2011 gepresenteerd. Beide partijen opteren voor wederom één jaar omdat een aantal beleidsmatige ontwikkelingen waaronder de vrije aanbesteding rond de Participatiemiddelen nu voorzien voor 1 januari 2013, nog echt op gang moeten komen. Ook zal het budget volgend jaar door het Rijk nog verder verlaagd worden. Het ROC Nijmegen e.o. heeft in het afgelopen jaar 2010 de volgende activiteiten aangeboden die tot het educatiedomein van het participatiebudget behoren: - Opleidingen Voortgezet Algemeen Volwassenen onderwijs (VAVO, voorheen o.a. de moedermavo) - Cursussen basiseducatie (niveauverhoging en -versterking NT2; dit is tweede taalverwerving en maatschappelijke activering om daarmee de weerbaarheid te vergroten) - Alfabetisering voor anderstaligen - Laaggeletterdheid voor autochtonen of ingeburgerde allochtonen Voor een deel zijn de middelen ingezet om te voldoen aan lopende verplichtingen aan de cursisten. Daarnaast zijn de middelen in het afgelopen jaar ingezet om nieuwe trajecten te starten. Ons College heeft deze overeenkomst vorig jaar voor de tweede keer afgesloten met het ROC. Dit jaar verlengen we deze overeenkomst met een jaar vanwege de onduidelijkheid over de vrije aanbesteding van deze middelen. Op dit moment wordt voorzien dat dit niet zal veranderen voor 1 januari Tegelijkertijd wordt ook gesproken over het verstrekken van de VAVO middelen direct aan de ROC s. Het uiteindelijk effect valt nu nog niet te voorzien. In deze overeenkomst zitten enkele kleine wijzigingen ten opzichte van vorig jaar. Zo is het producten pakket vereenvoudigd en concentreert deze overeenkomst zich nu meer op laaggeletterdheid. Daarnaast wordt een deel van de middelen besteed aan de VAVO. Dat heeft zich de laatste jaren steeds meer ontwikkeld tot tweede kans onderwijs voor uitvallers in het regulier Voortgezet Onderwijs. Brief aan de Raad.doc

7 Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording Vervolgvel 1 Dat ons College het accent legt op schooluitval en laaggeletterdheid is in overeenstemming met datgene wat daarover in het coalitieakkoord is opgenomen. Voorrang Wij geven voorrang aan de volgende activiteiten voor de subsidieovereenkomst Educatie 2011: 1. Basisvaardigheden waaronder alfabetisering anderstaligen, de plustrajecten voor anderstaligen en laaggeletterdheid; 2. VAVO (Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs) - trajecten 3. Staats-examens Door beperking van de duur van de cursussen laaggeletterdheid verwachten wij meer cursisten te kunnen helpen en is meer instroom mogelijk. De aantallen trajecten alfabetisering anderstaligen en het aantal staatsexamens nemen af vanwege de afname van het aantal inburgeringstrajecten. Ons college werkt samen met het ROC aan het verbeteren van de managementrapportages. Zodat tijdig in overleg kan worden bijgestuurd. Overzicht van te besteden middelen en aantallen deelnemers in NIJMEGEN SOORT CURSUS geraamd budget Bereikte deelnemers 2010 Prognose deelnemers A 1 basisvaardigheden alfabetisering anderstaligen Doorlopende verplichtingen ,00 60 Nieuwe instroom , plustrajecten anderstaligen 3 laaggeletterdheid Doorlopende verplichtingen ,00 1 Nieuwe instroom ,00 Doorlopende verplichtingen , Nieuwe instroom , B VAVO , Doorlopende C Staatsexamen verplichtingen ,38 18 Nieuwe instroom , Prognose benutting , Het aantal kortdurende trajecten laaggeletterdheid neemt toe waardoor wij meer deelnemers bereiken in Voor het beleidsterrein is in 2011 een bedrag van beschikbaar. Dat is inclusief de verrekening die nu voor de tweede keer gaat plaatsvinden (35 miljoen landelijk) voor de uitname van rijkswege ten behoeve van versterkt reken- en taal onderwijs in het MBO. Brief aan de Raad.doc

8 Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsrealisatie & verantwoording Vervolgvel 2 De verwachting is dat het deel Educatie in het Participatiebudget in de komende twee jaar tot ongeveer 60% van het budget van 2009 zal worden teruggebracht (dat is ongeveer 8 euroton). De verwachting is ook dat deze bezuinigingen stapsgewijs worden doorgevoerd. Marginaal kunnen we hierop verbeteringen realiseren door beter dan gemiddeld te scoren op de outputverdeelmaatstaven in het P-budget wanneer dit wordt ingevoerd. Wij vertrouwen er op u hiermee vooralsnog voldoende geïnformeerd te hebben over deze nieuwe subsidieovereenkomst in College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, mr. Th.C. de Graaf drs. B. van der Ploeg Aantal Bijlagen: 1 Brief aan de Raad.doc

9 Directie Inwoners Beleid en Realisatie Beleidsrealisatie en verantwoording Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon (024) Telefax (024) Het bestuur van de gemeente@nijmegen.nl Stichting ROC-Nijmegen e.o. Postbus GB NIJMEGEN Postadres Postbus HG Nijmegen Verzenddatum Onderwerp Gemeentesubsidie 2011 Datum uw brief Ons kenmerk L120/AEK Doorkiesnummer Aantal bijlagen 1 Geacht bestuur, Hierbij delen wij u mee dat het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen op besloten heeft u voor de periode tot en met een subsidie te verlenen. Het subsidiebedrag voor het jaar 2011 bedraagt maximaal De subsidie is bestemd voor: A. Basisvaardigheden waaronder: - alfabetisering anderstaligen ,27 95 traj. - plustrajecten voor anderstaligen 38955,00 18 traj. - laaggeletterdheid , traj. B. VAVO- trajecten , traj. C. Staatsexamens 51033,38 30 traj. Totaal Voorwaarden en verantwoording Voor de voorwaarden en verantwoording van deze subsidietoekenning verwijs ik naar de contracten die met u zijn afgesloten met betrekking tot dit onderwerp. Voor inhoudelijke vragen kunt u contact opnemen met de beleidsadviseur, dhr. D. Kutschenreuter, telefoon, bureau Maatschappelijke ontwikkeling. Bezwaar SV02 Budgetsubs.verlen.meerjr.(raad) ROCA01

10 Gemeente Nijmegen Directie Inwoners Beleid en Realisatie Beleidsrealisatie en verantwoording Vervolgvel Als u het niet eens bent met dit besluit, kunt u binnen zes weken, te rekenen vanaf de dag na die waarop deze beschikking is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen bij de raad van de gemeente Nijmegen, t.a.v. afdeling A300 Bestuurlijke Juridische Zaken, Postbus 9105, 6500 HG Nijmegen. Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6:5 van de Algemene wet bestuursrecht zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten: Uw naam en adres; De datum waarop u uw bezwaarschrift hebt geschreven; Een omschrijving van het besluit waar uw bezwaar zich tegen richt of een kopie van dit besluit; De gronden waarop uw bezwaar berust. Programmamanager Onderwijs Danielle Leenders SV02 Budgetsubs.verlen.meerjr.(raad) ROCA01

11 Bijlage 1 Beleidskader Educatie I De Wet Participatiebudget op hoofdlijnen De inhoud op hoofdlijnen Vóór de invoering van het Participatiebudget was er voor een gemeente sprake van drie geldstromen; voor re-integratie via de Wet Werk en Bijstand (WWB), voor inburgering via Wet Inburgering (Wi) en voor educatie via de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB). Om mensen gemakkelijker aan een baan te helpen en te ondersteunen op het gebied van re-integratie, inburgering en onderwijs, zijn per 1 januari 2009 de gemeentelijke middelen voor re-integratie, inburgering en volwasseneneducatie gebundeld in het Participatiebudget. De onderliggende materiewetten waaronder de Wet Educatie Beroepsonderwijs, zijn intact gebleven. Onder participatievoorzieningen worden re-integratievoorzieningen, inburgeringsvoorzieningen en educatievoorzieningen verstaan en de combinaties hiervan. De voorzieningen kunnen worden aangeboden aan één breed geformuleerde doelgroep, namelijk aan iedere Nederlander van 18 jaar en ouder. Daarnaast kan het ingezet worden voor specifieke groepen 16- en 17-jarigen. Door het Participatiebudget wordt het mogelijk om aan andere doelgroepen voorzieningen aan te bieden voor hun ondersteuning bij participatie. Zo is het eenvoudiger gemaakt de volgende groepen participatievoorzieningen aan te bieden: - de groep 16- en 17-jarigen die een ontheffing hebben voor de kwalificatieplicht en/of degenen die bedreigd worden met voortijdige schooluitval; - werkenden die met werkloosheid worden bedreigd; - niet-uitkeringsgerechtigden die niet langer ingeschreven hoeven te staan bij het Werkplein; - inwoners uit andere gemeenten; - genaturaliseerde inburgeraars. Overgangsregime Voor Nijmegen, als G31-gemeente, was het jaar 2009 een overgangsjaar waarin de middelen voor inburgering en educatie nog via de brede-doeluitkering worden overgemaakt. Per 1 januari 2010 zijn de rijksmiddelen volledig ontschot aan de gemeente overgemaakt. Verder is landelijk een overgangsregime voor het educatie-onderdeel vastgesteld. Deze houdt in dat de gemeente verplicht is de educatiemiddelen tot en met 2013 bij een Regionaal Onderwijs Centrum (hierna: ROC) te besteden aan educatievoorzieningen. De outputverdeelmaatstaven Het Rijk verdeelt het macrobudget via outputverdeelmaatstaven over gemeenten. Deze systematiek geldt alleen voor de budgetten inburgering en in de toekomst ook voor educatie. Voor het reintegratiebudget geldt dat de Wet werk en bijstand zelf (de wisselwerking tussen Inkomensdeel en het re-integratiebudget/werkdeel) al voldoende prikkels en sturing in zich heeft. De outputverdeelmaatstaven van inburgering en educatie zijn erop gericht gemeenten op de terreinen inburgering en educatie te sturen. Voor het inburgeringsdeel zijn de volgende maatstaven benoemd: Aantal personen ten behoeve van wie een inburgeringvoorziening is vastgesteld Aantal personen ten behoeve van wie een duale inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening is vastgesteld Aantal behaalde inburgeringexamens of Staatsexamen NT2 I of II Voor het educatiedeel zijn de volgende outputverdeelmaatstaven benoemd: Aantal ingekochte cursussen basisvaardigheden Aantal ingekochte VAVO-trajecten Aantal behaalde VAVO-diploma s Aantal behaalde certificaten Staatsexamen NT2 I of II 1

12 De wegingsfactoren per maatstaf zijn in bijlage I opgenomen. Het effect van de outputverdeelmaatstaven is dat gemeenten die beter scoren op die maatstaven voor een groter deel van het macrobudget in aanmerking komen. Het totaal van het macrobudget blijft dus gelijk, maar de verdeling van het budget kan ten gevolge van een positievere score gunstiger uitvallen voor die gemeente. Naar verwachting zal de eerste meting zal plaatsvinden in Het effect van deze meting zal in het budget voor 2013 merkbaar worden. In concreto betekent dit wanneer een gemeente wil inzetten op het verkrijgen van een groter deel van het landelijke participatiebudget in 2013, moet nagaan of de huidige inzet voldoende is of dat er geïntensiveerd moet worden. In 2009 moeten daarom al initiatieven ingezet worden ten gunste van het resultaat op de onderstaande maatstaven, opdat de positieve effecten in 2010/11 meetbaar worden. De outputverdeelmaatstaven gelden alleen voor de beleidsterreinen educatie en inburgering (samen circa 20 % van het participatiebudget). Voor educatie is de verwachting dat in % van het educatiebudget wordt verdeeld op basis van de prestaties op educatie in Vanaf 2013 wordt 50% verdeeld op basis van de outputverdeelmaatstaven. De rest van het educatiebudget wordt ook na 2013 nog steeds door objectieve criteria zoals aantal inwoners en werklozen, bepaald. Dat ligt anders bij het inburgeringsbudget. Daar worden de prestaties in 2011 gemeten voor 100 % meegewogen bij het bepalen van het budget van II Huidig Nijmeegs educatiebeleid Doelstelling Het programma Onderwijs zet in op het bevorderen van ontwikkelingskansen van kinderen en volwassenen. De doelstellingen zijn het bestrijden van analfabetisme en laaggeletterdheid en het bevorderen dat jongvolwassenen een startkwalificatie halen. Met het onderdeel volwasseneneducatie streven we na, dat Nijmeegse burgers in maatschappelijk opzicht actiever kunnen participeren in hun directe leefomgeving en/of op de arbeidsmarkt. Doelgroep Volwasseneducatie richt zich binnen Nijmegen op diverse doelgroepen. Het gaat veelal om volwassenen die geen initiële opleiding hebben kunnen afronden en daardoor basisvaardigheden missen die noodzakelijk zijn om maatschappelijk te participeren. Activiteiten Het programma Onderwijs biedt via het ROC Nijmegen de volgende activiteiten aan die tot het educatiedomein van het participatiebudget behoren: opleidingen voortgezet algemeen volwassenen onderwijs (VAVO); cursussen basiseducatie (niveauverhoging en -versterking NT2, maatschappelijke activering en Staatsexamen) alfabetisering voor anderstaligen; laaggeletterdheid voor autochtonen of goed ingeburgerde allochtonen. Financieel kader Voor het beleidsterrein is in 2011 circa 1 miljoen beschikbaar. Voor een volledig beeld kunnen hier de Rutte Gelden nog bij worden opgeteld. III De Nijmeegse benadering van participatie in de overgangssituatie Keuzen in het participatiebeleid Nijmegen heeft als uitgangspunt genomen dat het beleid inzake het participatiebudget gericht is op het bevorderen van economische en sociaal maatschappelijke zelfredzaamheid van de Nijmeegse burgers. 2

13 De Nijmeegse benadering van participatie bestrijkt de domeinen re-integratie, inburgering en educatie. De domeinen van het participatiebudget zijn vooralsnog niet uitgebreid met aanpalende terreinen zoals de Wmo en de Wsw. De focus van het beleid ligt op de doelgroep bijstandsgerechtigden, waardoor het belang van het vergroten van de uitstroom uit de Wwb en instroombeperking in de Wwb wordt onderstreept. De gemeente heeft verder de groep niet-uitkeringsgerechtigde allochtone vrouwen als prioritaire groep aangemerkt. Dit vanwege het belang van het vergroten van de sociaal maatschappelijke en/of economische zelfredzaamheid, het vergroten van de eigen effectiviteit bij de opvoeding van de kinderen als ook vanwege de verruiming van het aantal maatschappelijke contacten. Nijmegen wil de voorzieningen zo integraal mogelijk aan de belanghebbenden aanbieden. Naast de insteek op volumebeperking van het Wwb-bestand zet de gemeente in op het maximaal benutten van de mogelijkheden van de outputverdeelmaatstaven. Dat houdt in dat het relatief beter scoren op de zeven maatstaven in 2011 er toe kan leiden dat Nijmegen in 2013 een hoger budget ontvangt. Met een hoger budget kan de gemeente vervolgens de ambities op het terrein van participatie verder realiseren dan wel verbreden. Dit uitgangspunt brengt het volgende met zich mee: een kwantitatieve inspanning op inburgering en educatie; waarvan ook de vormgeving kwalitatief goed moet zijn om een maximale score te behalen. Vanwege de economische crisis staat het Inkomensdeel onder druk. Dit maakt de urgentie om de reintegratiemiddelen effectief in te zetten met het doel om uitstroom uit de bijstand te realiseren alleen maar groter. Uitgaande van de bovenstaande doelen en uitgangspunten, levert dit vooralsnog het volgende op: De gemeente Nijmegen zet in op economische en sociaal maatschappelijke zelfredzaamheid van haar inwoners. De bevordering van economische zelfredzaamheid is het primaire doel bij de doelgroep bijstandsgerechtigden. De hiervoor beschikbare middelen bestaan uit de re-integratiemiddelen. De bevordering van sociaal maatschappelijke zelfredzaamheid is het primaire doel bij de doelgroep van de Wet Inburgering en de Wet Educatie Beroepsonderwijs. Gezien de breedte van deze doelgroep is de keuze gemaakt prioriteit te leggen bij de doelgroepen zoals genoemd in de Nijmeegse inburgeringsagenda. De hiervoor beschikbare middelen bestaan uit de inburgeringsmiddelen. Voor het educatieterrein is de keuze gemaakt te streven naar inzet van educatievoorzieningen voor de prioritaire doelgroepen op het re-integratie- en inburgeringsdomein. Bij deze visie op participatie gaat het om inzetten van de beperkte menskracht en middelen voor prioritaire doelgroepen en doelen, waarbij Nijmegen eveneens goed wil scoren op de outputverdeelmaatstaven. Om die reden worden de middelen ingezet op een behoorlijk aantal inburgeringstrajecten (die duaal en goed van niveau zijn), alsook op NT-2 en de inzet van VAVOtrajecten en basisvaardigheden. De Nijmeegse participatiebenadering hebben we in onderstaand schema geconcretiseerd naar de inzet van participatievoorzieningen ten behoeve van specifieke doelgroepen. Bij het schema moet worden benadrukt dat de voorbeelden niet uitputtend zijn. Het schema dient ter verduidelijking om te illustreren hoe ten aanzien van de (potentiële) klanten de instrumenten ook gekoppeld kunnen worden ingezet: Participatievisie en effect op groepen Participatievoorzieningen Re-integratie Met inzet van reintegratievoorzieningen economische Inburgering Met inzet van inburgeringsvoorzieningen sociaal maatschappelijke Educatie Met inzet van educatievoorzieningen sociaal 3

14 Voorkomen instroom van zelfredzaamheid bevorderen. i.s.m.uwv-werk - bedrijf: met urgentie bemiddelen, van werk naar werk, naar tekortsectoren; korte scholingstrajecten en/of economische zelfredzaamheid bevorderen. maatschappelijke zelfredzaamheid bevorderen. -Voor (risico)jongeren zorgdragen voor goede leerarrangementen voortgezet onderwijs (VAVO) -Voor met werkeloosheid bedreigden: Op maat versterken met educatie aanbod basisvaardigheden (alfabetiseringstraject en voor anderstaligen, NT2 niveauverhoging en versterking en maatschappelijke activering, cursussen voor laaggeletterden, Nieuwe instroom Wwb Snel bemiddelen, ondersteunen met reintegratievoorziening. Bestand Wwb tot 3 jaar Zittend bestand Wwb vanaf 3 jaar Uitleg: Ondersteunen met reintegratievoorziening. Ondersteunen met reintegratievoorziening. Nietuitkeringsgerechtigden Ondersteunen met specifieke reintegratievoorziening. Eventueel versterken met behulp van inburgering en taallessen voor laaggeletterden, en bij werk in de avonduren Inburgering voor degenen met een taalachterstand. Inburgering voor degenen met een taalachterstand. Inburgering voor degenen met een taalachterstand. Eventueel versterken met taallessen voor laaggeletterden, VAVO, etc Educatie voor degenen met een behoefte aan taalonderwijs, specifieke behoefte aan basisvaardigheden etc. Dit geldt bij een gezinsuitkering voor de gezinsleden. Educatie voor degenen met een behoefte aan taalonderwijs, specifieke behoefte aan basisvaardigheden etc. Dit geldt bij een gezinsuitkering voor de gezinsleden Educatie voor degenen met een behoefte aan taalonderwijs, specifieke behoefte aan basisvaardigheden etc. Gemeente treedt in contact met UWV-WERKbedrijf; maakt eventuele afspraken rondom inzet van middelen. Primair zijn dit de middelen van het UWV-WERKbedrijf. 4

15 Middelen worden ingezet ten dienste van snelle uitstroom. Eventuele versterking van vaardigheden, kennis en kunde kan nodig zijn. Inzet is economische zelfredzaamheid. Inzet van educatieve voorzieningen hebben veelal ook het uiteindelijke doel economische zelfredzaamheid. Voor deze groep kunnen re-integratie-, educatie- of inburgeringsvoorzieningen worden ingezet. Daarnaast wordt er actief gebruik gemaakt van diverse reeds bestaande voorzieningen in de stad. Veelal gaat het om voorzieningen die tot één van de prestatievelden van de Wmo behoren. Inzet van re-integratievoorziening is economische zelfredzaamheid, inzet van inburgerings- en educatievoorziening is sociaal maatschappelijke zelfredzaamheid. In een bepaalde mate worden middelen ingezet tbv nuggers, waaronder allochtone vrouwen. Het kan gaan om sociaal maatschappelijke of economische zelfredzaamheid. Nadere overwegingen De doelstellingen van het aanbod Basiseducatie worden het best gehaald als het aanbod fysiek zo dicht mogelijk bij de doelgroep(en) wordt aangeboden. Dat onderstreept het belang van wijkgericht werken en pleit theoretisch voor een uitbreiding van het aantal wijkleerplaatsen. De wijze van uitvoering laten wij daarbij overigens ter beoordeling aan de uitvoerende instanties. Voor hen is de afweging met welke instrumenten zij tegen lage kosten een zo goed mogelijk resultaat kunnen bereiken. Bij de uitvoering van cursussen moet rekening gehouden worden met een evenwichtige verdeling tussen allochtone en autochtone deelnemers, anders haken de autochtonen af. Werving van deelnemers wordt bevorderd door de mond tot mond reclame van deelnemers aan eerdere cursussen. Ook kan het inhoudelijke aanbod daardoor beter worden afgestemd op de vraag. Bij de regio gemeenten is gebleken, dat een breed aanbod van korte, op concrete doelen gerichte cursussen de kans biedt om naast het behalen van het doel van de cursus ook te werken aan taal- en rekenvaardigheid. Deze cursussen zijn leveranciers van klanten voor het aanbod laaggeletterdheid. Laaggeletterdheid bij autochtone en allochtone burgers blijft een groot en wijdverbreid probleem. De huidige aanpak zoals die wordt gepraktiseerd met ambassadeurs die proberen het taboe te doorbreken blijkt succesvol. Grote aandacht blijft de komende jaren nodig voor werving, ook via het aanbieden van activeringscursussen. Dit zou gerealiseerd kunnen worden middels aanvullende projectsubsidie zoals ESF-subsidie. Bij allochtone burgers wordt de vraag sterker naar een grotere taalvaardigheid. Velen zijn niet verder dan A2 op het moment dat inburgeringsexamen wordt gedaan. Dit is een niveau dat op zichzelf nog niet hoog is en dat inzakt naarmate de Nederlandse taal minder gepraktiseerd wordt in het alledaagse leven. Behoefte ligt naar verwachting vooral bij schrijven en spreken. Een deel van deze doelgroep kan didactisch samen met autochtonen bedient worden, een deel heeft specifiek aanbod nodig (NT2- plus). Basiseducatie werkt aan sociale en economische zelfredzaamheid door de ontwikkeling van taalreken- en digitale vaardigheid en is een radertje in het grotere geheel van het ROC-aanbod van alfabetisering NT2, inburgeren, NT2 niveaubehoud en niveauversterking, MBO taalbeleid, beroepseducatie ook voor zwakkere groepen, en ondersteuning van reïntegratietrajecten. De kracht van afzonderlijke onderdelen is gelegen in de samenhang en ook het maatwerk voor de klant. Doelstellingen: Nieuwe en oude instroom laaggeletterdheid indammen, liefst reduceren (taalbeleid MBO). Meer mensen geletterd maken, dus maatschappelijk weerbaarder. Van de 13% volwassen laaggeletterden in Nijmegen (cijfer Cinop), in aantal dus ongeveer mensen, bereikt het ROC slechts 1%. Intensivering is geboden. Wanneer je ervan uitgaat dat iemand gemiddeld 3 jaar nodig heeft zijn handicap te overwinnen, is nog 40 jaar nodig om het hele bestand aan te pakken. Daarbij gaan we ervan uit dat de totale groep niet groeit. Dat gebeurt echter wel. Nu zijn 6% van de middelbare schoolverlaters laaggeletterd. De verschuiving in middelen van het educatiebudget naar het MBO-onderwijs moet dit mogelijk maken (50 milj in 2010 en 35 milj in 2011). Wijkplaatsen kunnen een zinvol middel vormen om de klant te bereiken en te onderwijzen. Of dit middel kostentechnisch ook het meeste geeigend is laten wij aan de uitvoerende instelling over. Verdere ontwikkeling wijkleerplaatsen door het ROC: Er zijn in 2011 wijkleerplaatsen in: 5

16 Neerbosch Willemskwartier Meijhorst Lindenholt Hatert Oud West En er is een stadsleerplaats op de Marterstraat in de Hazenkamp. Bovendien verzorgt het ROC ook een aanbod laaggeletterdheid aan deelnemers van TRIAS (geestelijk gehandicapten). De start van een wijkleerplaats begint met folderen en werven bij sleutelfiguren en organisaties, aanbieden van korte activeringscursussen, zoeken naar kandidaten voor aanpak laaggeletterdheid en langdurende cursussen. Voor een deel van deze activiteiten is aanvullende projectsubsidie noodzakelijk naast de WEB-middelen. Op basis van de geprioriteerde doelgroepen, de activiteiten op het terrein van educatie en bovenstaande overwegingen is in overleg met het ROC een subsidieovereenkomst inclusief productenovereenkomst samengesteld. Deze documenten zijn als bijlage 3 bijgevoegd. 6

17 Bijlage 2: Weging van uitstroomindicatoren De verwachting is dat de verdeling van het macrobudget over gemeenten met ingang van 2013, voor wat betreft een deel van de ingebrachte educatie- en inburgeringmiddelen (circa 20 procent van het Participatiebudget), gebaseerd is op een aantal zogenaamde outputverdeelmaatstaven: I Educatie Voor het educatiedeel geldt dat het ministerie van OCW het budget als volgt inbrengt. In 2013 ligt voor de verdeling van het educatiedeel de verhouding op 75 procent objectief en 25 procent op basis van output. Vanaf 2014 geldt de verhouding 50 procent objectief en 50 procent op basis van output. Tot en met 2013 gelden de objectieve verdeelcriteria. Vanaf 2013 ligt de stimulans op de volgende output verdeelmaatstaven: 2014: 30 procent); Aantal ingekochte VAVO-trajecten (2013: weging 3,75 procent, vanaf 2014: 7,5 procent); Aantal behaalde VAVO-diploma s (2013: weging 3,125 procent, vanaf 2014: 6,25 procent); Aantal behaalde certificaten Staatsexamen NT2 I of II (2013: weging 3,125 procent, vanaf 2014: Aantal ingekochte cursussen basisvaardigheden (2013: weging 15 procent, vanaf 6,25 procent) II Inburgering Tot 2012 zal de inburgeringcomponent in het Participatiebudget volledig worden bepaald door objectieve verdeelmaatstaven. Met ingang van 2012 zullen outputverdeelmaatstaven de budgetverdeling volledig bepalen: Aantal personen ten behoeve van wie een inburgeringvoorziening is vastgesteld(weging 20 procent) Aantal personen ten behoeve van wie duale inburgeringsvoorzieningen of een taalkennisvoorziening is vastgesteld (weging 30 procent) Aantal behaalde inburgeringexamens of Staatsexamen NT2 I of II (weging 50 procent) III Re-integratie De prestatiestimulans zal voor het beleidsterrein re-integratie vooral liggen op de inzet van middelen vanuit het Participatiebudget met als doel een daling van de verstrekte uitkeringen. Het bedrag dat het ministerie van SZW inbrengt, wordt vanaf 2011 geheel verdeeld op basis van het bestaande verdeelmodel voor het WWB W-deel, dus op basis van objectieve criteria. In 2009 en 2010 wordt deels nog verdeeld op basis van een historische verdeling. 7

18 Bijlage 3: Verlenging Subsidieovereenkomst en Productenovereenkomst 2011 SUBSIDIEOVEREENKOMST GEMEENTE NIJMEGEN EN R.O.C. NIJMEGEN MET BETREKKING TOT DE INKOOP VAN EDUCATIE 2011 Ondergetekenden: De gemeente Nijmegen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door dhr. H. Beerten, wethouder, handelende ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen, hierna te noemen opdrachtgever; en R.O.C. Nijmegen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevr. drs. J.C.J.M. Berben, voorzitter College van Bestuur, hierna te noemen opdrachtnemer; overwegende: dat artikel 2.1. van de Wet Participatiebudget - bepaalt dat de Minister financiële middelen aan de opdrachtgever verstrekt ten behoeve van de kosten van participatievoorzieningen, niet zijnde gemeentelijke uitvoeringskosten, voor de doelgroep als bedoeld in artikel 3 tweede lid van die wet; dat artikel 3.4.a van de Wet Particpatiebudget bepaalt dat voor zover het College een opleiding educatie aanbiedt, de Wet Educatie en Beroepsonderwijs van toepassing is; dat artikel Wet Educatie en Beroepsonderwijs WEB - bepaalt dat de financiële middelen die de Minister ten behoeve van de daar bedoelde educatie aan de opdrachtgever toekent, door de opdrachtgever vervolgens toegekend moeten worden aan één of meer in de Wet bedoelde instellingen en dat deze toekenning en beschikbaarstelling moeten berusten op een door de opdrachtgever met de opdrachtnemer gesloten overeenkomst; dat de overeenkomst krachtens artikel en artikel Web ten minste betrekking moet hebben op de in dat artikel genoemde onderwerpen; dat de opdrachtgever het in het kader van zijn beleid met betrekking tot de educatie wenselijk acht, dat er educatief aanbod zoals bedoeld in de Web wordt verzorgd, afgestemd op de specifieke behoeften van de door de opdrachtgever aangewezen doelgroepen; dat de opdrachtnemer in staat en bereid is dit aanbod te verzorgen onder de hieronder nader overeen te komen voorwaarden; dat de Productenovereenkomst Educatie periode 2011 (als bijlage aan deze overeenkomst toegevoegd), onderliggend de basis vormt voor deze subsidieovereenkomst; dat deze subsidieovereenkomst de subsidieovereenkomst vervangt, die door partijen werd overeengekomen voor Komen het volgende overeen: 8

19 1 begripsbepalingen In deze overeenkomst wordt verstaan onder: a. educatie onderwijs met het doel als omschreven in artikel 1.2.1, eerste lid Web; b. opleiding opleidingen educatie als bedoeld in artikel Web; c. educatieve activiteiten activiteiten op het terrein van educatie; d. eindtermen als zodanig omschreven kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, met het oog op het maatschappelijk functioneren dient te beschikken en die in voorkomende gevallen betekenis hebben voor de doorstroming naar vervolgonderwijs; e. de Minister de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen; f. instelling de instelling als bedoeld in artikel Web; g. bevoegd gezag het bestuur van de rechtspersoon als bedoeld in artikel w.1 en w.2 Web; h. deelnemer de deelnemer aan onderwijs als bedoeld in artikel Web, die met de instelling een overeenkomst heeft gesloten als bedoeld in artikel Web ten behoeve van opleidingen educatie bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, Web; i. overeenkomst deze overeenkomst en de productovereenkomst; j. productovereenkomst nadere schriftelijke uitwerking als bedoeld in artikel 3 van deze subsidieovereenkomst; k. onderwijsovereenkomst de overeenkomst tussen de deelnemer en het bevoegd gezag, als bedoeld in artikel Web. 2 doel van de overeenkomst 2.1 Deze subsidieovereenkomst heeft tot doel: a. Het vastleggen van eenjarige afspraken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, gericht op het verzorgen van educatieve activiteiten door opdrachtnemer tegen overeen te komen prijs en kwaliteit; b. Het expliciteren van de wederzijdse rechten en verplichtingen; c. Het reguleren van het overleg tussen partijen. 2.2 Deze overeenkomst dient met het oog op de toekenning van de op grond van artikel 4.1, 4.2, 4.3 en 4.4 van deze subsidieovereenkomst beschikbaar te stellen middelen volledig Uitgewerkt te worden in een productovereenkomst, die onderdeel uitmaakt van deze overeenkomst. 3 productovereenkomst 3.1 In een productovereenkomst zullen tenminste de volgende onderwerpen worden geregeld: a. de aard van de educatieve activiteiten; b. het aantal deelnemers, in voorkomende gevallen onderscheiden naar doelgroepen; c. de periode waarvoor een productovereenkomst wordt aangegaan; d. de omvang van de middelen aan opdrachtnemer, dan wel de wijze waarop dit berekend wordt; e. de wijze waarop de middelen, zoals door opdrachtgever vastgesteld op grond van artikel 4, ter beschikking worden gesteld; 9

20 f. de wijze waarop verantwoording jegens de opdrachtgever wordt afgelegd over onder meer bereikte resultaten, uit- en doorstroom, uitval e.d.; g. de afspraken over de mogelijkheden voor deelnemers om hun aangevangen educatieve activiteiten af te ronden; h. Afspraken met betrekking tot werving en toeleiding van deelnemers. 3.2 In een productovereenkomst wordt voorts bepaald onder welke voorwaarden de middelen, zoals bepaald in artikel 4, ter beschikking worden gesteld. 3.3 Een productovereenkomst heeft de werking van één kalenderjaar, tenzij daarin anders is bepaald. 4 ter beschikking te stellen middelen 4.1 Opdrachtgever en opdrachtnemer komen overeen gedurende de looptijd van deze overeenkomst de rijksbijdrage educatie beschikbaar te stellen welke aan opdrachtgever door de Minister op grond van artikel lid 1 Web ter beschikking wordt gesteld voor een vooraf vastgesteld uurtarief onder voorbehoud van het bereiken van overeenstemming over de productovereenkomst voor 2011; 4.2. Opdrachtgever kan onverminderd het hiervoor gemelde naast de in artikel 4.1, genoemde rijksbijdragen andere of extra middelen aan opdrachtnemer ter beschikking stellen. 4.3 Opdrachtgever zal rijksmaatregelen die een verandering in de rijksbijdrage als gevolg hebben per direct doorberekenen door middel van een wijziging van de middelen die aan opdrachtnemer ter beschikking worden gesteld. 4.4 Opdrachtgever stelt de in artikel 4.1 en 4.2, bedoelde middelen aan opdrachtnemer beschikbaar op basis van een productovereenkomst als bedoeld in artikel 3. De in deze productovereenkomst genoemde prognoses kunnen gedurende de looptijd van deze overeenkomst op basis van evaluatieve voortgangsoverleggen tussen opdrachtgever en opdrachtnemer aangepast worden. 5 duur van de subsidieovereenkomst Deze subsidieovereenkomst wordt gesloten voor de duur van één jaar. De ingangsdatum van de subsidieovereenkomst is op 1 januari De subsidieovereenkomst eindigt op 31 december Gemeente en ROC Nijmegen hebben de intentie de subsidieovereenkomst te verlengen tot eind verplichtingen van partijen 6.1 Beide partijen verplichten zich hun informatiestromen zodanig te regelen dat de uit deze overeenkomst voortvloeiende verplichtingen geverifieerd kunnen worden. 6.2 Beide partijen dragen er zorg voor dat zij beschikken over geordende gegevens, voor zover artikel Web daartoe verplicht. 6.3 Opdrachtgever verplicht zich: a. het bepaalde in de artikelen en Web in acht te nemen; b. zijn takken van dienst zo veel mogelijk te doen samenwerken ten behoeve van het bepalen van de educatieve activiteiten. 6.4 Opdrachtnemer verplicht zich: a. zorg te dragen voor inrichting en beschrijving van de educatieve activiteiten volgens artikelen 7.3.1, 7.3.2, en Web; 1

21 b. door de Minister bepaalde eindtermen te gebruiken, voor zover partijen dit overeenkomen in een productovereenkomst; c. eindtermen die niet door de Minister bepaald zijn te ontwikkelen en te gebruiken voor door opdrachtgever gevraagde educatieve activiteiten, voor zover partijen dit overeenkomen in een productovereenkomst; d. onderwijsovereenkomsten af te sluiten met de deelnemers conform artikel Web; e. de geldende voorschriften van de Wet op Persoonsregistraties toe te passen. 7 regulier overleg 7.1 Partijen verplichten zich een regulier overleg te onderhouden over zaken die deze overeenkomst betreffen. 7.2 Het regulier overleg komt tenminste twee keer per jaar bijeen. 7.3 Partijen komen voorts bijeen wanneer een der partijen hiertoe de wens te kennen geeft. 7.4 De agenda voor een bijeenkomst wordt opgesteld onder verantwoordelijkheid van opdrachtgever. De agenda wordt tenminste een week van tevoren aan alle deelnemers aan het regulier overleg toegestuurd. 8 evaluatie 8.1 Partijen zullen de uitvoering en werking van deze overeenkomst evalueren. 8.2 Partijen kunnen besluiten dat een verslag wordt opgemaakt door een commissie. Elke partij benoemt 1 lid van die commissie. 9 geschillenregeling 9.1 Ieder geschil ter zake van het bepaalde bij of krachtens deze overeenkomst wordt voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter. 9.2 Er is sprake van een geschil over deze overeenkomst indien een der partijen dit als zodanig benoemt. 10 wijziging omstandigheden 10.1 Indien zich ten aanzien van een partij onvoorziene omstandigheden voordoen welke van dien aard zijn dat de wederpartij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst niet mag verwachten, zullen partijen onderling overleg plegen teneinde te bezien of zij tot overeenstemming kunnen komen omtrent een wijziging van de overeenkomst met het oog op die omstandigheden Indien dit overleg niet binnen 3 maanden tot overeenstemming heeft geleid, is er sprake van een geschil. 11 overige bepalingen 11.1 Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing Wijzigingen en aanvullingen van deze overeenkomst kunnen slechts rechtsgeldig geschieden door een door alle partijen ondertekende schriftelijke aanvulling, welke aan deze overeenkomst wordt gehecht en geacht wordt daarvan deel uit te maken. 1

22 11.3 Indien een bepaling van deze overeenkomst nietig is of door rechtelijke uitspraak wordt vernietigd, zullen de overige bepalingen van deze overeenkomst van kracht blijven. Partijen zullen over de bepalingen van deze overeenkomst welke nietig zijn of vernietigd worden overleg plegen teneinde een vervangende regeling te treffen De in deze overeenkomst genoemde kantooradressen van partijen gelden als de adressen aan welke partijen rechtsgeldig jegens elkaar kennisgevingen richten Aan de opschriften boven de artikelen komt geen zelfstandige betekenis toe. Aldus overeengekomen op te Nijmegen. opdrachtgever, opdrachtnemer, Dhr. H. Beerten Wethouder Educatie gemeente Nijmegen drs. J.C.J.M. Berben Voorzitter College van Bestuur Bijlagen: -Productovereenkomst met betrekking tot de inkoop van Educatie in Beleidskader Subsidieovereenkomst

23 Bijlage 4: PRODUCTOVEREENKOMST MET BETREKKING TOT DE INKOOP VAN EDUCATIE IN 2011 Ondergetekenden: De gemeente Nijmegen, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door wethouder van Educatie H. Beerten, handelend ter uitvoering van het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen hierna te noemen de opdrachtgever, en ROC Nijmegen, te dezen vertegenwoordigd door mevr. drs. J.C.J.M. Berben, voorzitter van het College van Bestuur, hierna te noemen de opdrachtnemer, overwegende: dat onderhavige productovereenkomst met betrekking tot de inkoop van educatie 2011 deel uitmaakt van de subsidieovereenkomst 2011 van de gemeente Nijmegen dat de bijlage onlosmakelijk deel uitmaakt van de overeenkomst; dat op onderhavige productovereenkomst de voorwaarden van de subsidieovereenkomst van toepassing zijn, voor zover in de subsidieovereenkomst niet anders blijkt en voor zover daarvan in deze productovereenkomst niet uitdrukkelijk wordt afgeweken; dat partijen tot nadere afspraken willen komen over te verrichten educatieve activiteiten en de voorwaarden waaronder deze verzorgd worden; komen het volgende overeen: - Begripsbepalingen De begripsbepalingen zijn conform de begripsbepalingen in de met deze productovereenkomst verbonden subsidieovereenkomst 2011 aangevuld met de volgende begrippen: DPO: Een Direct Productief Onderwijsuur: dit verwijst naar een uitvoerend onderwijsklokuur. In de kostprijs van een DPO zijn opgenomen: uitvoering/werving/intake/individuele/voortgangsoverleg en trajectbegeleiding/examens/huisvesting/administratie en overhead. Educatieve categorieën: De hoofdcategorieën waaronder educatieve activiteiten zijn geclusterd en die overeenkomen met de door het Rijk benoemde outputverdeelmaatstaven bij Educatie te weten: Basisvaardigheden, VAVO en Staatsexamen NT I en II. Clusters: Een inhoudelijke verfijning van de educatieve categorieën in het bijzonder van toepassing op de categorie basisvaardigheden Producten: De educatieve activiteiten die onder een cluster uitgevoerd worden. Financiele verantwoording in DPO s is gekoppeld aan productrealisatie. 1

24 Module; Een onderwijsorganisatorische eenheid die verwijst naar een op zichzelf staand onderdeel van een product waaraan een certificaat verbonden is. In de toekomst zal de door het Rijk gevraagde informatie over outputverdeelmaatstaven middels deze modules verantwoord worden. - Duur Deze productovereenkomst als onderdeel van de subsidieovereenkomst wordt gesloten voor de duur van één jaar. De ingangsdatum van de productovereenkomst is 1 januari De productovereenkomst eindigt op 31 december Gemeente en ROC Nijmegen hebben de intentie de subsidieovereenkomst te verlengen tot eind Product 3.1. Het ROC zal gedurende de looptijd van deze productovereenkomst de producten verzorgen zoals in de bijlage vermeld Op basis van het door de gemeente toegekende budget educatie geeft het ROC uitvoering aan direct productieve onderwijsuren. In het direct productieve onderwijsuur zijn de kosten opgenomen die samenhangen met de uitvoering van het onderwijs, administratie, begeleiding, werving, intake, examens en huisvesting Het aantal direct productieve onderwijsuren kent de in de bijlage vermelde verdeling over de educatieve categorieën: Basisvaardigheden, VAVO en Staatsexamen NT I en II en de daarvan afgeleide clusters en producten. Teneinde deelname aan het maatschappelijke verkeer te bevorderen en taalachterstanden te bestrijden voert het ROC het landelijke programma Aanvalsplan Laaggeletterdheid uit. - Doelgroepen en doelstellingen 4.1. Ten aanzien van de te bereiken doelstellingen en doelgroepen bij de uitvoering van de producten wordt aangesloten bij de subsidieovereenkomst De doelgroepen voldoen aan de toelatingscriteria van de WEB Uitgangspunt voor de programmering van het educatieve aanbod in 2011 vormen de gemeentelijke uitgangspunten zoals genoemd in de subsidieovereenkomst Uitgegaan wordt van de in de bijlage genoemde prognose met betrekking tot het aantal deelnemers in Op de afgesproken evaluatiemomenten wordt de afgesproken prognose in onderling overleg bijgesteld. - Overleg 5.1. Conform het bepaalde in artikel 7 lid 7.2.van de subsidieovereenkomst wordt twee maal per jaar, overleg gevoerd over het verloop van de werkzaamheden, het bereik van de deelnemers en over door de gemeente Nijmegen mogelijk gewenste aanpassingen van het opleidingenaanbod gedurende de looptijd van deze productovereenkomst en de daarop volgende jaren Het ROC draagt twee weken voorafgaand aan het overleg zorg voor adequate schriftelijke informatie ten behoeve van de voorbereiding van het overleg. - Voorwaarden 6.1. Uitgangspunten zoals genoemd in de subsidieovereenkomst vormen leidraad voor de uitvoering van educatie in Het ROC draagt zorg voor de werving van voldoende deelnemers ingeval door de gemeente ingekocht aanbod onvoldoende benut wordt. 1