Richtlijn Hypertensie INHOUDSOPGAVE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijn Hypertensie INHOUDSOPGAVE"

Transcriptie

1 INHOUDSOPGAVE Richtlijn Hypertensie VOORWOORD BIJ NIV RICHTLIJNEN CARDIOVASCULAIR RISICOMANAGEMENT...2 VERANTWOORDING...3 INLEIDING...3 Definitie en classificatie...3 Totaal Cardiovasculair risico en stratificatie...4 DIAGNOSTIEK...6 Bloeddrukmeting...6 Anamnese...7 Lichamelijk onderzoek...7 Laboratoriumonderzoek...8 BEHANDELING...9 Wanneer behandelen?...9 Doel behandeling:...10 Leefstijl of niet-medicamenteuze adviezen...10 Voordelen van bloeddrukverlagende therapie...10 Behandelingsstrategie...11 Keuze van het bloeddrukverlagende middel...13 Behandeling bij specifieke groepen...14 Follow-up...16 REFERENTIES , Nederlandsche Internisten Vereeniging

2 VOORWOORD BIJ NIV RICHTLIJNEN CARDIOVASCULAIR RISICOMANAGEMENT Cardiovasculair risicomanagement is een belangrijk bestanddeel van het dagelijks werk van veel internisten. In het kader van het EBRO (Evidence Based Richtlijn Ontwikkeling) programma heeft de NIV in 2001 dan ook besloten een richtlijn cardiovasculair risicomanagement te ontwikkelen. Tezelfdertijd werd onder auspiciën van het Kwaliteitsinstituut CBO de herziening van de bestaande Richtlijn Cholesterol ter hand genomen. Dit resulteerde in een project voor de ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn voor geïntegreerd cardiovasculair risicomanagement, waarin met name de risicofactoren hypertensie, hypercholesterolemie, diabetes mellitus en roken worden gewogen. Verder is eveneens onder auspiciën van het Kwaliteitsinstituut CBO een multidisciplinaire richtlijn voor diabetische complicaties in de maak. Met de ontwikkeling van zoveel richtlijnen tegelijk is het van belang dat deze richtlijnen met elkaar blijven sporen en dat goed gedefinieerd wordt voor welke categorie patiënten een bepaalde richtlijn geldt. De internist heeft te maken met een selectie uit de algemene populatie. Daarom heeft deze werkgroep zich ten doel gesteld in de eerste plaats een voor de internist relevante selectie van onderwerpen met betrekking tot cardiovasculair risicomanagement te behandelen. De NIV richtlijnen moeten daarbij worden gezien als een aanvulling op de nationale multidisciplinaire richtlijnen zoals die onder auspiciën van het Kwaliteitsinstituut CBO worden ontwikkeld, en die in principe voor de gehele bevolking gelden. In deze NIV Richtlijn worden enkele risicofactoren belicht die in de multidisciplinaire richtlijnen minder uitgebreid of niet aan de orde komen. Voor deze eerste versie betreft het hypertensie, obesitas, verminderde glucosetolerantie, roken en hyperhomocysteïnemie. Ten aanzien van homocysteïnemie conformeert de werkgroep zich aan de aanbevelingen verwoord in de publicatie Homocysteine en hart- en vaatziekten van de Nederlandse Hartstichting uit Ten aanzien van hypertensie heeft de NIV de Europese richtlijn onderschreven (European Guidelines for the management of arterial hypertension, 2003). Hiervan is een samenvatting in het Nederlands opgenomen. Cholesterol vormt naast bloeddruk de ruggengraat van de multidisciplinaire CBO richtlijn. Aan cholesterol hebben wij dan ook niet apart aandacht besteed. Aan dyslipidemie in ruimere zin heeft de Werkgroep evenmin apart aandacht geschonken, mede om te vermijden dat er een handboek over dyslipidemie uit de bus zou komen. Dyslipidemie komt zijdelings aan bod bij obesitas en verminderde glucosetolerantie. De Werkgroep is zich bewust van de beperkingen qua onderwerp, en van de beperkte houdbaarheid van een richtlijn over cardiovasculair risicomanagement. Zo heeft in juli 2004 het Amerikaanse National Cholesterol Education Program (NCEP) alweer een aanscherping gepubliceerd van de in 2000 verschenen ATP III (Adult Treatment Panel III) richtlijnen. De Werkgroep heeft gemeend de onderwerpen die zij tot nog toe behandeld heeft niet langer te bewaren maar te moeten bundelen voor een eerste versie van de Richtlijn Cardiovasculair Risicomanagement. De geldigheidsduur van een richtlijn is formeel gesteld op 5 jaar. Iedere 1 à 2 jaar zal worden beoordeeld of er ontwikkelingen zijn die een herziening van de richtlijn nodig maken. In die gevallen zal de validiteit van de richtlijn eerder komen te vervallen. Er zijn nog diverse onderwerpen die aan bod kunnen komen in een eventuele nieuwe, uitgebreidere, versie van de richtlijn. Samenstelling van de werkgroep Dr JD Banga, internist, voorzitter, UMC Utrecht Dr JJ Beutler, internist-nefroloog, Jeroen Bosch Ziekenhuis, loc GZG, Den Bosch Prof dr JBL Hoekstra, internist, AMC Amsterdam Dr AG Lieverse, internist, Maxima Medisch Centrum Eindhoven Dr AH Mudde, internist, Slingeland Ziekenhuis Doetinchem Mw ATM Jorna, internist, coördinator commissie Richtlijnontwikkeling NIV 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 2

3 RICHTLIJN HYPERTENSIE Richtlijn Hypertensie VERANTWOORDING De werkgroep heeft gekozen voor een Nederlandse vertaling van de samenvatting van de vorig jaar verschenen richtlijn 2003 European Society of Hypertension (ESH) - European Society of Cardiology (ESC); guidelines for the management of arterial hypertension [1]. Deze richtlijn geeft een uitstekend beeld van de huidige inzichten in diagnostiek en behandeling van hypertensie. In dezelfde periode is de zevende richtlijn Prevention, Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Pressure voor de Verenigde Staten gepubliceerd door de Joint National Committee (JNC 7) [2]. De richtlijn van de ESH-ESC genoot de voorkeur omdat de aanbevelingen toegespitst zijn op Europa, dat gekenmerkt wordt een redelijk homogene populatie met een hoge incidentie van hart- en vaatziekten. Recent spraken enkele Nederlandse deskundigen op het gebied van hypertensie ook hun voorkeur uit voor de therapeutische richtlijn van de ESH-ESC [3]. Met het opstellen van deze Europese richtlijn wordt tegemoet gekomen aan de oproep van World Health Organization - International Society of Hypertension tot het opstellen van aanbevelingen specifiek gericht op de eigen populatie [4]. De richtlijn van de ESH-ESC wordt dan ook onderschreven door de International Society of Hypertension [1], het Nederlands Hypertensie Genootschap, het Internistisch Vasculair Genootschap en de Nederlandse Vereniging voor Cardiologie. Deze richtlijn is door het Guidelines Committee van de ESH-ESC opgesteld op basis van het beste beschikbare bewijs voor alle belangrijke aanbevelingen. Naar de mening van de NIVwerkgroep behoefde de richtlijn geen naar aanleiding van 2 meta-analyses en een prospectieve trial die na april 2003 nog verschenen zijn [5-7]. Twee zeer recente prospectieve onderzoeken naar renoprotectieve effecten van ACE remmers en angiotensine blokkers bij diabetes mellitus type 2 hebben wel geleid tot een kleine bij de behandeling van hypertensie bij diabetes mellitus ( zie behandeling specifieke groepen). Voor overige referenties wordt verwezen naar de complete richtlijn gepubliceerd in de Journal of Hypertension [1] of toegankelijk op de website van de European Society of Hypertension, ( De Nederlandsche Internisten Vereeniging heeft een afzonderlijke richtlijn voor het beleid bij Hypertensieve crisis. INLEIDING Definitie en classificatie Zowel de systolische als de diastolische bloeddruk worden gebruikt om de bloeddruk te classificeren. Zie tabel I. De grootste meta-analyse ooit van observationele data bij meer dan 1 miljoen mensen in 61 onderzoeken, waarvan 70% in Europa, laat zien dat zowel de systolische als de diastolische bloeddruk onafhankelijke voorspellers zijn van CVA en overlijden door coronairlijden en dit beter doen dan de polsdruk [8]. Voorts ondersteunen gerandomiseerde studies over behandeling van geïsoleerde systolische [9,10] en diastolische hypertensie [11] het gebruik van de makkelijk te meten boven- en onderdruk om de bloeddruk te categoriseren en het daarbij behorende risico te schatten. 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 3

4 Er bestaat een continue lineaire tot zwak logaritmische relatie tussen de hoogte van de bloeddruk en het cardiovasculaire risico, zonder dat er een duidelijk afkappunt is waarbij deze relatie verandert [12,13]. De definitie van hypertensie is daarom variabel, afhankelijk van de omvang van het totale cardiovasculaire risico en de beschikbaarheid van werkzame en goed te verdragen medicamenten. Of zoals Evans en Rose het 30 jaar geleden verwoordden: Hypertensie zou gedefinieerd moeten worden als de bloeddruk waarboven onderzoek en behandeling meer goed dan kwaad doen [14]. Tabel I. Definitie en classificatie van de bloeddruk (mmhg) Categorie Optimaal <120 <80 Normaal <130 <85 Hoog-normaal Hypertensie - Graad 1: mild Subgroep: borderline Systolisch Diastolisch Graad 2: matig Graad 3: ernstig Geïsoleerde systolische hypertensie 140 < 90 Subgroep borderline <90 Totaal Cardiovasculair risico en stratificatie Een manier om te stratificeren voor het totale cardiovasculaire risico wordt weergegeven in tabel II. De termen laag, matig, hoog en zeer hoog komen overeen met een geschat absoluut 10-jaars cardiovasculair ziekterisico van < 15%, 15-20%, 20-30% en >30% (Framingham criteria), of een 10-jaars risico van een fatale cardiovasculaire aandoening van respectievelijk <4%, 4-5%, 5-8% en >8% (Europese SCORE criteria) [15] Tabel II. Risicostratificatie ter kwantificering van prognose [1] Andere risicofactoren en ziektegeschiedenis Normaal, SBD of DBD Bloeddruk (mmhg) Hoog normaal, SBD of DBD Graad 1 SBD of DBD Graad 2 SBD of DBD Graad 3 SBD 180 of DBD 110 Geen andere risicofactoren Gemiddeld risico Gemiddeld risico Laag Matig Hoog 1 2 risicofactoren Laag Laag Matig Matig Zeer hoog 3 of meer risicofactoren of EOS of diabetes GKC Matig Hoog Hoog Zeer hoog Hoog Zeer hoog Hoog Zeer hoog Zeer hoog Zeer hoog GKC: geassocieerde klinische condities; EOS;; eindorgaanschade; SBD: systolische bloeddruk; DBD: diastolische bloeddruk 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 4

5 Beslissingen aangaande de behandeling van patiënten met hypertensie dienen zelden alleen op basis van de bloeddruk genomen te worden maar zijn ook afhankelijk van de aan- of afwezigheid van andere risicofactoren, eindorgaanschade, diabetes, cardiovasculaire en renale aandoeningen en de persoonlijke, medische en sociale status van de patiënt. Zie tabel III. Tabel III. Factoren die van invloed zijn op de prognose [1] Risicofactoren voor cardiovasculaire ziekte te gebruiken voor de stratificatie Hoogte systolische en diastolische bloeddruk Man >55 jaar Vrouw >65 jaar Roken Dyslipidemie (totaal cholesterol >6,5 mmol/l, of LDL-cholesterol >4,0 mmol/l, of HDLcholesterol <1,0; <1,2 mmol/l) * Premature HVZ in familie Abdominale obesitas (buikomtrek 102, 88 cm) C-reactive protein 10mg/l Eindorgaanschade (EOS) Diabetes mellitus Geassocieerde klinische condities (GKC) Linker ventrikel hypertrofie (elektrocardiogram: Sokolow-Lyons (SV1 + RV5-6) >38 mm; Cornell >2440 mm x ms; echocardiogram: LVMI 125, 110 g/m 2 ) Met ultrageluid aangetoonde verdikking arteriële vaatwand (carotis IMT 0,9 mm) of atherosclerotische plaque Geringe verhoging serum creatinine ( , µmol/l) Microalbuminurie ( mg/24 uur; albumine-creatinine ratio 2,5 3,5 mg/mmol) Nuchter plasmaglucose >7,0 mmol/l Postprandiale plasmaglucose >11,0 mmol/l Cerebrovasculaire ziekte: ischaemische beroerte; cerebrale bloeding; transient ischaemic attack Hartziekten: myocardinfarct; angina; coronaire revascularisatie; hartfalen Nierziekten: diabetische nefropathie; nierinsufficiëntie (serum creatinine >133, >124 µmol/l) proteïnurie (>300 mg/24 uur) Perifere vaatziekte Ernstige retinopathie: bloedingen of exsudaten, papiloedeem LDL: low-density lipoprotein; HDL: high-density lipoprotein; LVMI: left ventricular mass index; IMT: intima-media dikte; HVZ: hart-en vaatziekte. * Lagere concentraties totaal- en LDL-cholesterol begrenzen een verhoogd risico, maar dit aspect is niet verwerkt in de stratificatie. Een groot nadeel van deze benadering, die uitgaat van absolute risico s op relatief korte termijn is dat de kans dat jong volwassenen, met name vrouwen, in aanmerking komen voor behandeling gering is, ondanks hun hoge relatieve risico in vergelijking met leeftijdsgenoten. Met name oudere mannen zullen voor behandeling in aanmerking komen terwijl zij in vergelijking met hun gezonde leeftijdsgenoten een gering verhoogd risico hebben. Het gevolg is dat de meeste aandacht en middelen uitgaan naar ouderen met een beperkte levensverwachting ondanks interventie, terwijl jongeren met een relatief hoog risico onbehandeld blijven, ondanks, in afwezigheid van interventie, een grotere voorspelde bekorting van hun potentieel langere levensverwachting [16,17]. Een eenvoudige oplossing om dit probleem van het niet meewegen van gewonnen potentiële levensjaren bij jongeren te omzeilen, is om voor die persoon niet uit te gaan van de eigen leeftijd maar te projecteren naar de leeftijd van 60 jaar [18,19]. Een alternatieve methode is om bij personen tot 60 jaar uit te gaan van het relatieve risico en bij personen van 60 jaar en ouder van het absolute risico [20]. 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 5

6 DIAGNOSTIEK Richtlijn Hypertensie De diagnostiek is gericht op het: 1. vaststellen hoogte van de bloeddruk; 2. identificeren van secundaire oorzaken van hypertensie; 3. diagnosticeren van andere risicofactoren, eindorgaanschade en aan hypertensie geassocieerde aandoeningen. Bloeddrukmeting Spreekkamer bloeddruk Standaardprocedure: - Meet de bloeddruk nadat de patiënt minimaal 2-5 minuten gerust heeft in zittende houding. - Gebruik een gevalideerde bloeddrukmeter, bij voorkeur een aneroïde manometer - Meet minimaal tweemaal met een tussenpauze van 1-2 minuten - Gebruik een standaard bloeddrukmanchet ( cm), en zonodig een langere bij grotere armen - Plaats de bloeddrukmanchet op harthoogte (halverwege het sternum) - Laat de druk in de manchet afnemen met 2 mmhg per hartslag - Meet de bloeddruk ook staand bij ouderen en bij mensen met diabetes mellitus Ambulante meting: wanneer toegepast? - Bij ongebruikelijke variatie in de spreekkamer bloeddruk - Discrepantie tussen spreekkamer- en thuismeting - Hoge spreekkamer bloeddruk in afwezigheid van eindorgaanschade - Verdenking slaap-apnoe syndroom Zelfmeting Voor: Meer informatie over de bloeddruk Verhoogt therapietrouw Tegen: Kan ongerustheid veroorzaken Kan aanleiding geven tot zelf van de behandeling Let op: drempelwaarde definitie hypertensie verschilt per methode - Spreekkamer bloeddruk: 140/90 mmhg - 24-uur ambulante meting: 125/80 mmhg - Zelfmeting: 135/85 mmhg Witte jassen hypertensie ( geïsoleerde spreekkamer hypertensie) - Spreekkamer bloeddruk continu verhoogd ( 140/90 mmhg) - Ambulante of zelfmeting lager dan respectievelijk < 125/80 mmhg en 135/85 mmhg 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 6

7 Het cardiovasculair risico bij personen met witte jassenhypertensie is lager dan bij personen met een verhoogde spreekkamer bloeddruk, ambulante bloeddruk, of zelf gemeten bloeddruk. Het risico is echter hoger dan bij volstrekt normale bloeddruk, hetgeen betekent dat deze personen wel nauwkeurig gevolgd dienen te worden. Anamnese Anamnese dient gericht te zijn op: 1. Duur en voormalige hoogte van de bloeddruk 2. Tekenen van secundaire hypertensie: - Familie anamnese voor nierziekten (cystennieren) - Nierziekten, urineweginfecties, hematurie en analgetica abusus (parenchymateuze nierziekten) - Medicijn- en genotmiddelengebruik: alcohol, drop, zoethout en daar van afgeleide producten, neusdruppels, cocaïne, amfetamines, steroïden, NSAID s, COX-2-remmers, erytropoëtine, cyclosporine en zwaardere orale anticonceptiva - Aanvallen van heftig transpireren, hoofdpijn, angst en palpitaties (feochromocytoom) - Perioden van spierzwakte en tetanie (hyperaldosteronisme) 3. Risicofactoren - Familie- en persoonlijke anamnese van hypertensie en hart- en vaatziekten - Familie- en persoonlijke anamnese van hyperlipidemie - Familie- en persoonlijke anamnese van diabetes mellitus - Rookgewoonten - Eetgewoonten - Overgewicht en hoeveelheid lichamelijke inspanning - Persoonlijkheid 4. Symptomen van orgaanschade: - Hersenen en ogen: hoofdpijn, duizelingen, verminderde visus, TIA s, sensorische en motorische uitval - Hart: palpitaties, angina pectoris, dyspnoe, oedemen - Nieren: dorst, polyurie, nycturie, hematurie - Perifere vaten: koude extremiteiten, claudicatio intermittens 5. Voorgaande antihypertensiva gebruik - Gebruikte medicatie, hun effectiviteit en bijwerkingen 6. Persoonlijke, familie en omgevingsfactoren die van invloed kunnen zijn op de bloeddruk, cardiovasculair risico en behandeling. Lichamelijk onderzoek Naast de bloeddrukmeting is het lichamelijk onderzoek gericht op additionele risicofactoren zoals overgewicht, tekenen die kunnen wijzen op secundaire hypertensie en op aanwijzingen voor orgaanschade. 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 7

8 Tekenen die kunnen wijzen op secundaire hypertensie: - Tekenen van syndroom van Cushing - Stigmata van de huid of café au lait van neurofibromatosis (feochromocytoom) - Palpabele nieren (cystennieren) - Geruis in de bovenbuik (renovasculaire hypertensie) - Hartgeruisen (coarctatio aortae) - Verminderde en vertraagde pulsaties van de femoraal arterieen en een verlaagde bloeddruk aan de benen (coarctatio aortae) Tekenen van orgaanschade: - Hersenen: geruisen over de halsarteriën, neurologische uitvalverschijnselen - Retina: hypertensieve funduscopische afwijkingen - Hart: naar lateraal verplaatste en heffende ictus, ritme, ventriculaire galop, crepitaties en oedemen - Perifere arteriën: afwezige, verminderde of asymmetrische pulsaties, koude extremiteiten en ischaemische huidafwijkingen Laboratoriumonderzoek Ook het laboratorium onderzoek is gericht op aantonen van de aan- of afwezigheid van additionele risicofactoren, tekenen die kunnen wijzen op secundaire hypertensie en op aanwijzingen voor orgaanschade. In eerste aanzet valt te denken aan: - Nuchter plasma glucose - Totaal cholesterol, HDL en LDL-cholesterol, nuchter triglyceriden - Serum creatinine en kalium - Hemoglobine en hematocriet - Urinescreening, bij hematurie urinesediment - ECG Eventueel extra onderzoek: 1 - Echocardiogram - Echografie carotis, femoralis - C-reactive proteine - Micro-albuminurie (bij diabetes essentieel) - Eiwituitscheiding in de 24-uurs urine kwantificeren indien screening positief - Funduscopie bij ernstige hypertensie Uitgebreide analyse (in bijzondere gevallen): - Bij gecompliceerde hypertensie eventueel nader onderzoek naar hart, nieren, hersenen - Bij verdenking secundaire hypertensie zonodig specifiek onderzoek 1 De werkgroep is van mening dat een aantal van de hier genoemde onderzoeken niet alle algemeen beschikbaar zijn en ook niet algemeen aanbevolen kunnen worden, maar op individuele indicatie toepasbaar zijn. 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 8

9 Onderzoek naar eindorgaanschade - Orgaanschade is belangrijk bij vaststellen van het totale cardiovasculaire risico (zie tabel II) - Bij twijfel over behandeling kan nadere diagnostiek naar aan- of afwezigheid van linkerventrikelhypertrofie, atherosclerose van de carotiden en microalbuminurie behulpzaam bij het nader classificeren van totale cardiovasculaire risico en de beslissing over behandeling BEHANDELING Wanneer behandelen? Starten van de behandeling (zie tabel IV) is afhankelijk van: - Hoogte van het cardiovasculair risico. Zie tabel II - Hoogte van de systolische en diastolische bloeddruk. Zie tabel I. Tabel IV Wanneer aanvang antihypertensieve therapie Andere risicofactoren en ziektegeschiedenis Normaal, SBD of DBD Hoog normaal, SBD of DBD Bloeddruk (mmhg) Graad 1 SBD of DBD Graad 2 SBD of DBD Graad 3 SBD 180 of DBD 110 Geen andere risicofactoren 1 2 risicofactoren 3 of meer risicofactoren of EOS of diabetes GKC Geen BD interventie Aanpassingen Aanpassingen Medicatie en Geen BD interventie Aanpassingen Medicatie en Onmiddellijk medicamenteuze behandeling en Aanpassingen gedurende enkele maanden,daarna medicatie indien geprefereerd Aanpassingen gedurende enkele maanden,daarna medicatie Medicatie en Onmiddellijk medicamenteuze behandeling en Aanpassingen gedurende enkele maanden,daarna medicatie Aanpassingen gedurende enkele maanden,daarna medicatie Medicatie en Onmiddellijk medicamenteuze behandeling en Onmiddellijk medicamenteuze behandeling en Onmiddellijk medicamenteuze behandeling en Onmiddellijk medicamenteuze behandeling en Onmiddellijk medicamenteuze behandeling en GKC: geassocieerde klinische condities; EOS;; eindorgaanschade; SBD: systolische bloeddruk; DBD: diastolische bloeddruk 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 9

10 In tegenstelling tot voorgaande richtlijnen gelden deze aanbevelingen ook voor patiënten met hoog-normale bloeddrukken. Bewijs hiervoor komt voort uit de PROGRESS [21], HOPE [22], ABCD-Normotensive trial [23] en de Framingham Heart Study [24]. Voor personen jonger dan 60 jaar, zie ook Inleiding- Totaal Cardiovasculair risico en stratificatie Doel behandeling: - Maximale reductie van het totale cardiovasculaire risico - Behandel alle behandelbare risicofactoren (roken, dislipidemie, diabetes, vermindering alcoholinname,, gewichtsreductie, beperking zoutinname, gezonde voeding etc) en aan hypertensie geassocieerde aandoeningen naast de behandeling van de bloeddruk - Verlaag de bloeddruk tot waarden lager dan 140/90 mmhg en lager indien dit getolereerd wordt - Streef bij diabetes mellitus naar waarden lager dan 130/80 mmhg - Het bereiken van een systolische bloeddruk lager dan 140 mmhg kan bij ouderen subjectieve en objectieve bezwaren opleveren (denk aan orthostatische klachten, verstoring van vocht- en electrolytenbalans bijv. afhankelijk van buitentemperatuur Indien dit het geval is, dient de laagst getolereerde bloeddruk aangehouden te worden. Leefstijl of niet-medicamenteuze adviezen Niet-medicamenteuze maatregelen moeten altijd worden aanbevolen, ook aan personen met normale en hoog-normale bloeddruk met additionele risicofactoren en aan allen die medicamenteuze behandeling behoeven. Het doel is de bloeddruk te verlagen en het beheersen van andere risicofactoren. Leefstijladviezen die de bloedruk of het cardiovasculaire risico verlagen zijn: Stoppen met roken Vermindering lichaamsgewicht Vermindering alcoholgebruik Lichamelijke inspanning Vermindering natriumgebruik Verhoging fruit- en groentegebruik Vermindering gebruik van verzadigde vetten en totale vetinname Voordelen van bloeddrukverlagende therapie Vele onderzoeken hebben aangetoond dat bloeddrukverlagende middelen in vergelijking met placebo (zie Tabel V en figuur 1) geleid hebben tot een vermindering van: - Cardiovasculaire en totale mortaliteit - CVA - Acute coronaire syndromen Gunstige efffecten zijn aangetoond bij: Patienten met systolische-diastolische hypertensie Ouderen met geïsoleerde systolische hypertensie 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 10

11 Deze gunstige effecten zijn aangetoond in placebo gecontroleerde onderzoeken met de belangrijkste klassen van antihypertensiva: Diuretica Bètablokkers Calciumantagonisten Angiotensine-converting enzyme (ACE) remmers Angiotensine receptor antagonisten Tabel V. Relatieve risicoreductie van fatale en gecombineerd fatale en niet-fatale gebeurtenissen bij patiënten op antihypertensieve behandeling vs placebo of geen behandeling Systolische-diastolische hypertensie Geïsoleerde systolische hypertensie Risico reductie P Risico reductie P Mortaliteit Alle oorzaken - 14% < 0,01-13% 0,02 Cardiovasculair - 21% < 0,001-18% 0,01 Niet-cardiovasculair - 1% NS NS Fatale en niet fatale gebeurtenissen cerebrovasculair - 42% < 0,001-30% < 0,001 coronair - 14% < 0,01-23% < 0,001 Behandelingsstrategie Grondbeginselen medicamenteuze therapie Begin geleidelijk en probeer stapsgewijs de streefbloeddruk te halen Om de streefbloeddruk te bereiken zal een groot deel van de patiënten combinatietherapie nodig hebben De behandeling kan begonnen worden met lage dosis van één middel of met lage dosis combinatietherapie met twee middelen (zie figuur 2) 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 11

12 Combinatietherapieën met twee middelen die effectief en goed te verdragen waren staan weergegeven in figuur 3. De meest rationele combinaties zijn weergegeven door dikke lijnen. De omkaderde medicamenten zijn de klassen die bewezen effectief gebleken zijn in gecontroleerde onderzoeken. Figuur 3 Mogelijke combinaties van verschillende klassen antihypertensiva 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 12

13 Keuze van het bloeddrukverlagende middel Richtlijn Hypertensie De voornaamste effecten zijn het gevolg van bloeddrukverlaging per se Echter, de betreffende categorieën van bloeddrukverlagende middelen kunnen verschillen in sommige effecten of bij speciale groepen De middelen zijn niet vergelijkbaar voor wat betreft bijwerkingen bij de individuele patiënt De belangrijkste klassen antihypertensiva (diuretica, bètablokkers, calciumantagonisten, ACE-remmers en angiotensine receptor blokkers) zijn geschikt voor zowel aanvangs- als onderhoudsbehandeling Nadruk op één categorie antihypertensiva als voorkeur bij initiële behandeling is achterhaald door de noodzaak tot het gebruik van de combinatie van twee of meer middelen om de streefwaarden te bereiken De keuze van het middel wordt bepaald door vele factoren, zoals: o Voorgaande ervaringen van de patiënt met bloeddruk verlagende middelen o Kostenoverwegingen (die niet ten koste mogen gaan van individuele effectiviteit en verdraagbaarheid) o Risicoprofiel, eindorgaanschade, cardiovasculair en renaal lijden en diabetes mellitus o Voorkeur van de patiënt Maak gebruik van langwerkende middelen die 24-uur werkzaam zijn bij een eenmaal daagse dosering De voorschrijvend arts zou de keuze van het middel af moeten stemmen op de individuele patiënt, daarbij alle bovengenoemde factoren in ogenschouw moeten nemen, tezamen met voorkeur van de patiënt (zie tabel VI voor specifieke indicaties en contra-indicaties) Tabel VI Indicaties en contra-indicaties voor de belangrijkste klassen antihypertensiva Klasse Bij voorkeur bij Contra-indicaties Dwingend Diuretica (thiaziden) Hartfalen; ouderen; negroïden; Jicht geïsoleerde systolische hypertensie Diuretica (lis) Verminderde nierfunctie; hartfalen Diuretica (anti-aldosteron) Hartfalen; post-myocard infarct Nierinsufficiëntie; hyperkaliëmie Bètablokkers Angina pectoris; post-myocard infarct; Astma; COPD; A-V blok hartfalen (optitratie); zwangerschap; (graad 2 of 3) tachyaritmieën Calciumantagonisten (dihydropyridinen) Calciumantagonisten (verapamil, diltiazem) Angiotensin-converting enzyme (ACE)remmers Angiotensine II receptor antagonisten (AT 1- blokkers) Alfablokkers Oudere patiënten; geïsoleerde systolische hypertensie; angina pectoris; perifere vaatziekte; carotis atherosclerose; zwangerschap Angina pectoris; carotis atherosclerose; supraventriculaire tachycardie Hartfalen; LV disfunctie; post-myocard infarct; non-diabetische nefropathie; proteïnurie Type 2 diabetische nefropathie; diabetische micro-albuminurie; proteïnurie; LVH; hoesten door ACEremmer Benigne prostaat hyperplasie (BPH); hyperlipidemie A-V blok (graad 2 of 3); hartfalen Zwangerschap; hyperkaliëmie; bilaterale nierarteriestenose Zwangerschap; hyperkaliëmie; bilaterale nierarteriestenose Orthostatische hypotensie Relatief Zwangerschap Perifere vaatziekte; glucose intolerantie; atleten en fysiek actieve patiënten Tachyaritmieën; hartfalen Hartfalen 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 13

14 Specifieke aandacht moet gegeven worden aan bijwerkingen, zelfs subjectieve klachten omdat deze een belangrijke oorzaak zijn van therapieontrouw. Hiernaar moet altijd navraag gedaan worden en zonodig dient de medicatie of dosering aangepast te worden. Behandeling bij specifieke groepen Ouderen Bloeddrukverlaging reduceert het aantal cardiovasculaire aandoeningen, ook bij oudere patiënten met geïsoleerde systolische hypertensie Verlaag de bloeddruk stapsgewijs Meet de bloeddruk ook staande om na te gaan of er sprake is van orthostatische hypotensie Behandel ook eventuele bijkomende risicofactoren (vaak aanwezig bij ouderen) Maak zonodig gebruik van 2 of meer middelen Voor mensen ouder dan 80 jaar is weinig bewijs voorhanden van het nuttig effect van bloeddrukverlagende behandeling Diabetes mellitus Adviseer over leefmaatregelen, zoals gewichtsreductie en verminderde zoutinname aan mensen met diabetes mellitus type 2 Streefbloeddruk is < 130/80 mmhg Bijna altijd is combinatietherapie noodzakelijk Alle soorten antihypertensiva kunnen gebruikt worden, gewoonlijk in combinatie Renoprotectieve effecten kunnen verwacht worden indien een ACE-remmer bij patiënten met diabetes type 1 en een angiotensine blokker en zeer waarschijnlijk ook een ACE remmer bij patiënten met diabetes type 2 deel uitmaken van de combinatie [25,26] Microalbuminurie dient gemeten te worden bij patiënten met diabetes mellitus type 1 en 2. Het is een indicatie voor antihypertensiva, met name voor middelen die interfereren met het renine-angiotensine systeem, ongeacht de bloeddruk Patiënten met doorgemaakte cardio- en cerebrovasculaire aandoeningen Patiënten die in het verleden een TIA of CVA hebben doorgemaakt hebben een verlaagde recidiefkans hierop indien zij behandeld worden met antihypertensiva ( diuretica en ACE-remmers) zelfs als hun bloeddruk normaal of hoog-normaal is Of de bloeddruk behandeld dient te worden in de acute fase van een CVA staat nog steeds ter discussie (zie ook richtlijn Hypertensive crisis voor drempelwaarde behandeling) Meerdere antihypertensiva hebben bewezen nut na een doorgemaakt myocardinfarct Bij hartfalen zijn diuretica, aldosteronblokkers, ACE-remmers en angiotensineblokkers bewezen effectief gebleken 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 14

15 Patiënten met gestoorde nierfunctie Richtlijn Hypertensie Zowel bij diabetische als bij niet-diabetische nefropathie dient een bloeddruk < 130/80 mmhg te worden nagestreefd Proteïnurie dient verlaagd te worden tot normale waarden of anders naar zo laag mogelijk Om de proteïnurie te verlagen is het gebruik van een ACE-remmer of een angiotensine blokker, of de combinatie van deze twee middelen, noodzakelijk Om de streefwaarden te bereiken zal men meestal combinatietherapie nodig hebben. Toegevoegd kunnen worden diuretica, calciumantagonisten en andere antihypertensiva Overweeg een geïntegreerde behandeling bestaande uit antihypertensiva, statines, plaatjesaggregatieremmers etc Hypertensie in de zwangerschap Voor zwangeren met preëxistente hypertensie gelden de volgende aanbevelingen o Niet-medicamenteuze behandelingen bij bloeddrukken tussen de /90-99 mmhg o Lichaamsgewichtsvermindering is gecontra-indiceerd (gaat gepaard met een verlaagd neonataal gewicht) o Lage dosis acetylsalicylzuur bij vrouwen met pre-eclampsie in het verleden Drempel waarden voor start antihypertensiva zijn: o Systolische bloeddruk 140 mmhg of een diastolische bloeddruk 90 mmhg bij zwangerschapshypertensie of pre-existente hypertensie met eindorgaanschade o Drempelwaarde is 150/95 mmhg in alle andere gevallen o Systolische bloeddruk 170 of een diastolische bloeddruk 110 mmhg moet beschouwd worden als een spoedgeval (opname noodzakelijk) o Methyldopa, labetalol, calciumantagonisten en, hoewel minder effectief, ook betablokkers, zijn de middelen van keuze Refractaire hypertensie Definitie: wanneer adviezen en de combinatie van op zijn minst 3 soorten antihypertensiva in adequate doseringen niet geleid hebben tot voldoende daling van de bloeddruk Oorzaken: o Onverwachte secundaire oorzaken o Therapieontrouw o Gelijktijdig gebruik van bloeddrukverhogende (genot)middelen (steroïden, NSAID s, OAC, drop, cocaine etc) o Falen (gewichtstoename, alcoholabusus) o Overvulling (te lage dosering diuretica, nierinsufficiëntie, hoge zoutinname) o Slaap-apnoesyndroom o Pseudo-hypertensie (bijvoorbeeld te kleine manchet, geïsoleerde spreekkamerhypertensie of witte jassen hypertensie) 2004, Nederlandsche Internisten Vereeniging 15

16 Behandeling van bijkomende risicofactoren Richtlijn Hypertensie Statines zijn geïndiceerd bij: Hypertensieve patiënten met of zonder cardiovasculaire aandoeningen met een geschat 10-jaars cardiovasculair risico 20% (hoog en zeer hoog risico in tabel 2) en een totaal cholesterol > 3.5 mmol/l, met het doel dit risico met ongeveer 30% te verlagen Plaatjesaggregatieremmers Geef plaatjesaggregatieremmers bij hypertensieve patiënten ouder dan 50 jaar met een milde nierinsufficiëntie (serum creatinine > 115 µmol/l) of met een 10-jaars cardiovasculair risico 20% (hoog en zeer hoog risico in Tabel 2) Voorafgaande hieraan dient de bloeddruk adequaat gereguleerd te zijn Follow-up Frequentie van de controlebezoeken is afhankelijk van het totale cardiovasculaire risico en de hoogte van de bloeddruk. Patiënten zonder medicamenteuze therapie dienen na 3-12 maanden opnieuw beoordeeld te worden ten aanzien van hun bloeddruk en risicofactoren Bij patiënten waarbij de streefwaarden eenmaal bereikt zijn kan volstaan worden met een controlefrequentie van eens per 6 maanden Bij het instellen van therapie is, afhankelijk van de uitgangsbloeddruk, twee- tot vierwekelijkse controle aangewezen tot de streefwaarden bereikt zijn REFERENTIES 1. Guidelines Committee European Society of Hypertension European Society of Cardiology. Guidelines for the management of arterial hypertension 2003 J Hypertens 2003;21: Chobanian A, Bakris G, Black H, Gushman WC, Green LA, Izzo jr JL et al. The Seventh Report of the National Committee on Prevention, Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Pressure: the JNC 7 report. JAMA 2003;289: Zwieten PA van, Struijker Boudier HAJ, Leeuw de PW. Onlangs gepubliceerde Europese en Amerikaanse richtlijnen voor hypertensiediagnostiek en behandeling. Ned Tijdschr Geneeskd 2004;148: Guidelines Sub-committee World Health Organization International Society of hypertension. Guidelines for the management of hypertension. J Hypertens 1999;17: Blood Pressure Lowering Treatment Trialists Collaboration. Effects of different bloodpressure-lowering regimens on major cardiovascular events: results of prospectively-designed overviews of randomized trials. Lancet 2003;362: Psaty BM, Lumley T, Furberg CD, Schellenbaum G, Pahor M, Aldermann MH, Weiss NS. Health outcomes associated with various antihypertensiva therapies used as first-line agents. A network meta-analysis. JAMA 2003;289: Julius S, Kjeldsen SE, Weber M, Brunner HR, Ekman S, Hansson L, Hua T, Laragh J, McInnes GT, Mitchlell L, Plat F, Schork A, Smith B, Zanchetti A, for the VALUE trial group. Outcomes in hypertensieve patients at high cardiovascular risk treated with regimens based on valsartan or amlodipine: the VALUE randomised trial. Lancet 2004;363: Prospective Studies Collaboration. Age-specific relevance of usual blood pressure to vascular mortality: a meta-analysis of individual data for one million adults in 61 prospective studies. Lancet 2002;360: , Nederlandsche Internisten Vereeniging 16

17 9. SHEP Colloborative Research Group. Prevention of stroke by antihypertensiva drug treatment in older persons with isolated systolic hypertension: final results of the Systolic Hypertension in the Elderly Program (SHEP). JAMA 1991;265: Staessen JA, Fagard R, Thijs L, Celis H, Arabidze GG, Birkenhager WH et al. for the Systolic Hypertension in Europe (Syst-Eur) Trial Investigators. Randomised double-blind comparison of placebo and acive treatment for older patients with isolated systolic hypertension. Lancet 1997;350: Collins R, Peto R, MacMahon S, Herbert P, Fieback NH, Eberlein KA et al. Blood pressure, stroke, and coronary heart disease. Part 2, Short-term reductions in blood pressure: overview of randomized drug trials in their epidemiological context. Lancet 1990;335: MacMahon S, Peto R, Cutler J, Collins S, Sorlie P, Neaton J, et al. Blood pressure, stroke, and coronary heart disease. Part 1, Prolonged differences in blood pressure: prospective observational studies corrected for the regression dilution bias. Lancet 1990;335: Vasan RS, Larson MG, Leip EP, Evans JC, O Donnell CJ, Kannel WB, Levy D. Impact of high-normal blood pressure on the risk of cardiovascular disease. N Engl J Med 2001;345: Evans JG, Rose G. Hypertension. Br Med Bull 1971;27: Conroy RM, Pyörälä K, Fitzgerald AP, Sans S, Menotti A, De Backer G et al. on behalf of the SCORE project group. Prediction of ten-year risk of fatal cardiovascular disease in Europe; the SCORE project. Eur Heart J 2003;24(11): Simpson FO. Guidelines for antihypertensiva therapy: problems with a strategy based on absolute cardiovascular risk. J Hypertens 1996;14: Zanchetti A. Antihypertensive therapy. How to evaluate the benefits. Am J Cardiol 1997;79: Pyörälä K, De Backer G, Graham I, Poole-Wilson P, Wood D. Prevention of coronary heart disease in clinical practice. Recommendations of the Task Force of the European Society of Cardiology, European Atherosclerosis Society and European Society of Hypertension. Eur Heart J 1994;15: Wood D, De backer G, Faergeman O, Graham I, Mancia G, Pyörälä K. Prevention of coronary heart disease in clinical practice. Recommendations of the Second Joint Task Force of European and other Societies om Coronary Prevention. Eur heart J 1998;19: Menotti A, Lanti M, Puddu PE, Carratelli L, Mancini M, Motolese M et al. An Italian chart for cardiovascular risk prediction. Its scientific basis. Ann Ital Med Int 2001;16: PROGRESS Collaborative Study Group. Randomised trial of perindopril based blood pressure-lowering regimen among 6108 individuals with previous stroke or transient ischaemic attack. Lancet 2001;358: The Heart Outcomes Prevention Evaluation Study Investigators. Effects of an angiotensinconverting-enzyme inhibitor, ramipril, on cardiovascular events in high-risk patients. N Engl J Med 2000;342: Schrier RW, Estacio RO, Esler A, Mehler P. Effects of aggressive blood pressure control in normotensive type 2 diabetic patients on albuminurie, retinopathy and stroke. Kidney Int 2002;61: Vasan RS, Larson MG, Leip EP, Evans JC, O`Donnell CJ, Kannel WB, Levy D. Impact of high-normal blood pressure on the risk of cardiovascular disease. N Engl J Med 2001;345: Ruggenenti P, Fassi A, Parvanova Ilieva A et al. Preventing microalbuminuria in Type 2 diabetes. N Engl J Med 2004 ;351 : Barnett AH, Bain SC, Bouter P et al. Angiotensin- receptor blockade versus convertingenzyme inhibition in Type 2 diabetes and nephropathy. N Engl J Med 2004;351: , Nederlandsche Internisten Vereeniging 17

Hypertensie. Dirk Devroey. Vakgroep Huisartsgeneeskunde VUB. Dit is geen cursus maar bevat een aantal aantekeningen bij de les.

Hypertensie. Dirk Devroey. Vakgroep Huisartsgeneeskunde VUB. Dit is geen cursus maar bevat een aantal aantekeningen bij de les. Hypertensie Dirk Devroey Vakgroep Huisartsgeneeskunde VUB Dit is geen cursus maar bevat een aantal aantekeningen bij de les. Classificatie van hypertensie Arteriële hypertensie wordt in de meest recente

Nadere informatie

Les Arteriële Hypertensie

Les Arteriële Hypertensie Les Arteriële Hypertensie Dirk Devroey Centrum voor Huisartsgeneeskunde VUB 22 februari 2005 Doelstelling van de les Hoe bloeddruk meten Risicobepaling Welke e onderzoeken Hoe hoge bloeddruk behandelen

Nadere informatie

Hypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013

Hypertensie. Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013 Hypertensie Huug van Duijn Spiegelavond 15 april 2013 Waarom bloeddruk? Bloeddruk: niet te laag Bloeddruk: niet te hoog Het verband tussen bloeddruk en cardiovasculaire complicaties heeft als drempel

Nadere informatie

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist

Hypertensie. Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Presentatie door G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist Hypertensie Primaire of essentiële (95%) Secundaire (5%) G.J. Knot-Veldhuis, verpleegkundig specialist, jan. 2012 2 Bloeddruk

Nadere informatie

HYPERTENSIE. Introductie

HYPERTENSIE. Introductie HYPERTENSIE Introductie 1 HYPERTENSIE bloeddruk: niet zo maar een getal PRESENTATIE DOOR MARTIE DE GROOT VERPLEEGKUNDIG SPECIALIST VASCULAIRE GENEESKUNDE IKAZIA ZIEKENHUIS MEER OVER HYPERTENSIE HYPERTENSIE

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 13 ALGEMENE ASPECTEN DEEL II SECUNDAIRE HYPERTENSIE

Inhoud. Voorwoord 13 ALGEMENE ASPECTEN DEEL II SECUNDAIRE HYPERTENSIE Inhoud Voorwoord 13 DEEL I ALGEMENE ASPECTEN Hoofdstuk 1 Ambachtelijke en geautomatiseerde methoden van bloeddrukmeting 17 Inleiding 17 1 Conventionele sfygmomanometrie 18 2 Ambulante niet-invasieve automatische

Nadere informatie

Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose. prof dr Danny Schoors

Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose. prof dr Danny Schoors Symposium 2015 Geïsoleerde systolische hypertensie bij jonge volwassenen: betekenis en prognose prof dr Danny Schoors Arteriële hypertensie Epidemiologische studies Duidelijke relatie tussen bloeddruk

Nadere informatie

Inhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3

Inhoud Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 INHOUD I Inhoud Hoofdstuk 1 Klinische aspecten van hypertensie 1 1. Voorkomen en definitie 1 2. Over risico en risicoreductie 3 3. Klinische manifestaties 9 4. De bloeddrukmeting 10 A. De bloeddrukmeting

Nadere informatie

Hypertensie bij ouderen

Hypertensie bij ouderen Medisch Symposium: Geriatrie voor Huisartsen 01/10/2011 Hypertensie bij ouderen Em. Prof. R. Fagard Afdeling Hypertensie en Cardiovasculaire Revalidatie KU Leuven SBP and DBP (mmhg) Bloeddruk vs leeftijd

Nadere informatie

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten

Nadere informatie

Arteriële Hypertensie

Arteriële Hypertensie Arteriële Hypertensie Fysiopathologie Screening secundaire hypertensie B. Maes Definitie European Societies of Hypertension and Cardiology 2007 systolisch (mm Hg) Optimaal

Nadere informatie

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io

CVRM kwetsbare ouderen. Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io CVRM kwetsbare ouderen Rotterdam maart 2015 AJ Arends, klinisch geriater en klinisch farmacoloog io Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan?

Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Lipiden behandelen bij de oudere patiënt: starten, stoppen of doorgaan? Dr. Mike Peters Internist VU medisch centrum Amsterdam mjl.peters@vumc.nl Ouderen passen niet in een richtlijn 1. Dhr S, 89 jaar,

Nadere informatie

Richtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam

Richtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam Richtlijn CVRM 2011 Miriam Cohen Kaderhuisarts hart- en vaatziekten te Amsterdam Sanne van Wissen internist-vasculair geneeskundige Onze Lieve Vrouwe Gasthuis Stellingen Stelling 1: Niet elke diabeet heeft

Nadere informatie

Behandeling van hypertensie

Behandeling van hypertensie NECF onderwijsbijeenkomst 19 juni 2014 Farmacotherapie bij 80+ers: Waar zijn we eigenlijk mee bezig? Behandeling van hypertensie Evelien Lutke Schipholt, apotheker externe instellingen, CWZ Gerard Rongen,

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

Therapieresistente Hypertensie. Dr Paul Dendale

Therapieresistente Hypertensie. Dr Paul Dendale Therapieresistente Hypertensie Dr Paul Dendale Wat is hypertensie? Categorie Systolisch Diastolisch Optimaal Normaal Hoog normaal Graad 1 hypertensie (licht) Graad 2 hypertensie (matig) Graad 3 hypertensie

Nadere informatie

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich.

Bij de behandeling en begeleiding van CVRM neemt de diëtist als zorgaanbieder binnen de zorgketen de dieetadvisering 1 op zich. Bijlage 1: samenwerkingsafspraken diëtisten binnen DBC CVRM GHC Uitgangspunten Cardio Vasculair Risico Management (CVRM) staat voor de diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor hart-

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM

Fries Wisselprotocol CVRM Fries Wisselprotocol CVRM Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding waaronder zoutbeperking (tot 5 gram/dag) o stoppen roken o voldoende lichamelijke activiteiten

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels

Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Fries Wisselprotocol CVRM Auteurs: Wim Brunninkhuis, Martinus Fennema en Froukje Ubels, November 2014 Beheerder: Froukje Ubels Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding

Nadere informatie

Transmurale afspraken interne <-> huisartsen

Transmurale afspraken interne <-> huisartsen Transmurale afspraken interne huisartsen dr. D.R. Faber, internist-vasculair geneeskundige A. van Essen-Rubingh, huisarts 18-03-2014 Casus Hypertensie Vrouw, 44 jaar, belaste familie anamnese, was

Nadere informatie

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige

Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij diabetes mellitus: lager of toch niet? Erik Serné Internist- vasculair geneeskundige Bloeddrukstreefwaarden bij patiënten met type 2 diabetes? A. Huidige richtlijn CVRM is achterhaald

Nadere informatie

Dokter wat heb ik. Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011

Dokter wat heb ik. Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011 Dokter wat heb ik Casuïstiek workshop over de Multidisciplinaire richtlijn CVRM 2011 Pretoets Zijn de volgende stellingen juist of onjuist? 1. De risicotabel geeft een schatting van het 10-jaarsrisico

Nadere informatie

Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten

Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten Landelijk Diabetes Congres Diabetes en hart- en vaatziekten Joke Lanphen, kaderhuisarts hart en vaatziekten Inhoud presentatie 1 Voorkomen van HVZ bij DM type 2 2 NHG standaard CVRM en diabetes 3 Metingen

Nadere informatie

Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan

Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte

Nadere informatie

Fries Wisselprotocol CVRM

Fries Wisselprotocol CVRM Fries Wisselprotocol CVRM Basis Educatie Leefstijloptimalisatie: o matig alcoholgebruik o bewuste voeding waaronder zoutbeperking (tot 5 gram/dag) o stoppen roken o voldoende lichamelijke activiteiten

Nadere informatie

De nieuwste richtlijnen (2007) voor de aanpak van hypertensie volgens de Europese verenigingen voor hypertensie en cardiologie

De nieuwste richtlijnen (2007) voor de aanpak van hypertensie volgens de Europese verenigingen voor hypertensie en cardiologie Tijdschr. voor Geneeskunde, 63, nr. 22, 2007 doi: 10.2143/TVG.63.22.2000194 1077 STATE OF THE ART De nieuwste richtlijnen (2007) voor de aanpak van hypertensie volgens de Europese verenigingen voor hypertensie

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING In de Westerse wereld vormen hart- en vaatziekten de belangrijkste oorzaken van ziekte en overlijden. Bij het ontstaan van hart- en vaatziekten speelt atherosclerose (slagaderverkalking)

Nadere informatie

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters.

Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Bijlage III Wijzigingen van de samenvattingen van productkenmerken en bijsluiters. Opmerking: deze wijzigingen van de samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter waren geldig ten tijde van het

Nadere informatie

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE

CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE CARDIOVASCULAIR RISICO MANAGEMENT BIJ DEMENTIE PROF DR MAJON MULLER INTERNIST OUDERENGENEESKUNDE DISCLOSURE POTENTIAL CONFLICTS OF INTEREST GEEN POTENTIËLE BELANGENVERSTRENGELING 1 Myocard Infarct Hart

Nadere informatie

Cardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus

Cardiovasculair risicomanagement. Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus Cardiovasculair risicomanagement Patrick Schrömbges Kaderhuisarts Diabetes Mellitus Inhoud eerste uur Risicoprofilering Anamnese Lichamelijk Onderzoek Aanvullende diagnostiek Evaluatie en risicoschatting

Nadere informatie

Behandeling na een acuut coronair syndroom

Behandeling na een acuut coronair syndroom Behandeling na een acuut coronair syndroom Een nieuwe uitdaging in de ketenzorg CVRM Nascholing Stedelijke werkgroep Amsterdam 9 en 14 juni 2010 A.L.M. Bakx, cardioloog, BovenIJ Ziekenhuis SECUNDAIRE PREVENTIE

Nadere informatie

Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. Dia 2. Dia 3. Vet in Historisch Perspectief. simpele vetopstapelingsziekte

Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement. Dia 2. Dia 3. Vet in Historisch Perspectief. simpele vetopstapelingsziekte Dia 1 Lipiden, Diabetes en Cardiovasculair Risicomanagement 17 januari 2013, Utrecht Dr. Janneke Wittekoek, Cardioloog Stichting Actief Preventie Plan Dia 2 Vet in Historisch Perspectief simpele vetopstapelingsziekte

Nadere informatie

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN

HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN HET EFFECT VAN DE CVRM ZORGSTRAAT OP DE BLOEDDRUK EN HET LIPIDENSPECTRUM VAN PATIËNTEN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK Berdien Oosterveld Begeleiding: Job van der Palen Peter van der Lugt Mirella Nijmeijer Wetenschapsavond

Nadere informatie

DE NIEUWSTE RICHTLIJNEN VOOR DE AANPAK VAN HYPERTENSIE VOLGENS DE EUROPESE VERENIGINGEN VOOR HYPERTENSIE EN CARDIOLOGIE

DE NIEUWSTE RICHTLIJNEN VOOR DE AANPAK VAN HYPERTENSIE VOLGENS DE EUROPESE VERENIGINGEN VOOR HYPERTENSIE EN CARDIOLOGIE Tijdschr. voor Geneeskunde, 60, nr. 20, 2004 DE PRAKTIJK DE NIEUWSTE RICHTLIJNEN VOOR DE AANPAK VAN HYPERTENSIE VOLGENS DE EUROPESE VERENIGINGEN VOOR HYPERTENSIE EN CARDIOLOGIE R. FAGARD 1, 5, R. LINS

Nadere informatie

Bloeddrukregeling: hoger? lager?

Bloeddrukregeling: hoger? lager? www.hhzhlier.be 1 h.-hartziekenhuis vzw Bloeddrukregeling: hoger? lager? Dr. L. Nestor Geriater www.hhzhlier.be 2 To fall or not to fall HYPERTENSIE BIJ BEJAARDEN: How to treat? That s the question! Bloeddrukregeling

Nadere informatie

Nierinsufficiëntie en voeding

Nierinsufficiëntie en voeding Nierinsufficiëntie en voeding Kirsten Berk Voeding bij CVRM en diabetes - 2013 Inhoud: Gewichtsreductie Natriumbeperking Eiwitbeperking Kalium Praktisch: dieetinzicht Gewichtsreductie Overgewicht -> vergrote

Nadere informatie

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013

Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma februari 2013 Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Uw brief van Uw kenmerk Datum 21 januari 2013 Farma-3151398 11 februari 2013 Ons kenmerk Behandeld door Doorkiesnummer

Nadere informatie

Hypertensie. Nascholing NVHVV 12 maart 2019

Hypertensie. Nascholing NVHVV 12 maart 2019 Hypertensie Nascholing NVHVV 12 maart 2019 Mohamed Ahdi, internist-vasculair geneeskundige Met dank aan Dr. Edith Beishuizen, internist-vasculair geneeskundige Hypertensie Wat is hypertensie? Hoe meten

Nadere informatie

ESC GUIDELINES BEHANDELING DYSLIPIDEMIEEN

ESC GUIDELINES BEHANDELING DYSLIPIDEMIEEN ESC GUIDELINES BEHANDELING DYSLIPIDEMIEEN DR SELLESLAGH ST JOZEF ZIEKENHUIS BORNEM 20/09/2012 BRUSSEL - Het aantal patiënten dat cholesterolverlagende middelen neemt, is in vijf jaar tijd met de helft

Nadere informatie

Behandeling van patiënten met een TIA of herseninfarct met angiotensine II (AII)-antagonisten ter voorkoming van vasculaire complicaties

Behandeling van patiënten met een TIA of herseninfarct met angiotensine II (AII)-antagonisten ter voorkoming van vasculaire complicaties Behandeling van patiënten met een TIA of herseninfarct met angiotensine II (AII)-antagonisten ter voorkoming van vasculaire complicaties J. Boiten, A.A. Voors De belangrijkste behandelbare risicofactor

Nadere informatie

De ESH 2018 Hypertensie Richtlijnen

De ESH 2018 Hypertensie Richtlijnen De ESH 2018 Hypertensie Richtlijnen Wat is nieuw? Tine De Backer UZ Gent-UGent 1. Bloeddrukmeting Bredere toepassing van ambulante BD meting met ABPM en/of HBPM, in het bijzonder HBPM, als optie om de

Nadere informatie

Inleiding 11 INLEIDING. Aanleiding. Onderwerp en doel

Inleiding 11 INLEIDING. Aanleiding. Onderwerp en doel Inleiding Aanleiding In 2006 verschenen de eerste Nederlandse multidisciplinaire richtlijn cardiovasculair risicomanagement (CVRM) en de daarvan afgeleide NHG-Standaard. Gezien de constante stroom van

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015

Chronische nierschade A. van Tellingen. Smeerolie voor de poli 2015 Chronische nierschade A. van Tellingen Smeerolie voor de poli 2015 Wie dient verwezen te worden? 52-jarige vrouw met diabetische nefropathie: MDRD 62 ml/min/1.73m 2 en albuminurie 28 mg/l? 68-jarige man:

Nadere informatie

InEen/NHG Indicatoren DM-COPD-CVRM

InEen/NHG Indicatoren DM-COPD-CVRM InEen/NHG Indicatoren DM-COPD-CVRM De zorggroep heeft hard gewerkt om de Indicatoren sets van InEen en NHG gelijk te trekken. Na veel overleg met NHG en InEen is dit gelukt. Hieronder is een artikel te

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

Wat is mijn cardiovasculair risicoprofiel? 27 september 2016 Herbert De Raedt Dienst cardiologie Onze Lieve Vrouw Ziekenhuis Aalst

Wat is mijn cardiovasculair risicoprofiel? 27 september 2016 Herbert De Raedt Dienst cardiologie Onze Lieve Vrouw Ziekenhuis Aalst Wat is mijn cardiovasculair risicoprofiel? 27 september 2016 Herbert De Raedt Dienst cardiologie Onze Lieve Vrouw Ziekenhuis Aalst Waarover Epidemiologie Pathofysiologie Risicofactoren Take home message

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift richt zich op statinetherapie in type 2 diabetespatiënten; hiervan zijn verschillende aspecten onderzocht. In Deel I worden de effecten van statines op LDLcholesterol en cardiovasculaire

Nadere informatie

Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management

Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management Regionale transmurale afspraak, regio Oss-Uden-Veghel Cardiovasculair risico management Deze regionale transmurale afspraak (RTA) CVRM is tot stand gekomen na overleg tussen de maatschappen interne geneeskunde

Nadere informatie

Beyond blood pressure monitoring Terpstra, Willem Fopke

Beyond blood pressure monitoring Terpstra, Willem Fopke Beyond blood pressure monitoring Terpstra, Willem Fopke IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check the document version

Nadere informatie

Walma EP, Thomas S, Prins A, Grundmeyer HGLM, Van der Laan JR, Wiersma Tj. Huisarts Wet 2003;46(8):435-49

Walma EP, Thomas S, Prins A, Grundmeyer HGLM, Van der Laan JR, Wiersma Tj. Huisarts Wet 2003;46(8):435-49 NHG-Standaard Hypertensie (derde herziening) Walma EP, Thomas S, Prins A, Grundmeyer HGLM, Van der Laan JR, Wiersma Tj. Huisarts Wet 2003;46(8):435-49 De standaard en de onderbouwing zijn geactualiseerd

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Cardiovasculaire Beoordeling na Hypertensieve Afwijkingen van de Zwangerschap Hypertensieve zwangerschapscomplicaties rondom de uitgerekende datum zijn veelvoorkomende complicaties.

Nadere informatie

Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten. Biology speaks loudest!

Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten. Biology speaks loudest! Hypertensiebehandeling bij de alleroudsten Biology speaks loudest! 1 VITAAL Versus KWETSBAAR Bevolkingsopbouw Suriname en Nederland verschilt (nu) 20.000 > 65 jaar hebben hypertensie HYPERTENSIE PREVALENTIE

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen bij hypertensie, beleid en medicatie

Nieuwe ontwikkelingen bij hypertensie, beleid en medicatie Continuing Nursing Education (CNE) Nieuwe ontwikkelingen bij hypertensie, beleid en medicatie Sanne van Wissen 22 maart 2016 Utrecht @svanwissen Inhoud Bloeddruk en is er een optimale bloeddruk? Rol van

Nadere informatie

NHG-Standaard Hypertensie (derde herziening)

NHG-Standaard Hypertensie (derde herziening) NHG-Standaard Hypertensie (derde herziening) Walma EP, Thomas S, Prins A, Grundmeyer HGLM, Van der Laan JR, Wiersma Tj. Huisarts Wet 2003;46(8):435-49. De standaard en de onderbouwing zijn geactualiseerd

Nadere informatie

Workshop hypertensie op jonge leeftijd

Workshop hypertensie op jonge leeftijd Workshop hypertensie op jonge leeftijd Monika Hollander, kaderhuisarts HVZ Bert-Jan van den Born, internist-vasc. geneeskundige, AMC Doel workshop Consensus tav diagnostiek en behandeling van jonge patienten

Nadere informatie

Bloeddruk: hoe lager hoe beter?

Bloeddruk: hoe lager hoe beter? Bloeddruk: hoe lager hoe beter? Zijn de SPRINT en andere studies van nut voor met name de oudere type 2 patiënten? Dr. K.J.J. (Hans) van Hateren Huisarts & onderzoeker Geen Conflicts of interest Number

Nadere informatie

Medicatie bij atherosclerose. Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG

Medicatie bij atherosclerose. Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG Medicatie bij atherosclerose Yvette Henstra Verpleegkundig Specialist Vasculaire Geneeskunde OLVG Wat heeft de patiënt? Cerebrovasculair lijden Perifeer arterieel vaatlijden Coronairlijden Inhoud Trombocytenaggregatieremmers

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

Kent u de cijfers van uw hart?

Kent u de cijfers van uw hart? Kent u de cijfers van uw hart? CHOLESTEROL? GEWICHT/ BUIKOMTREK? UW? BLOEDDRUK? SUIKERGEHALTE? V.U.: Dr Freddy Van de Casseye - Elyzeese-Veldenstraat 63-1050 Brussel Belgische Cardiologische Liga www.cardiologischeliga.be

Nadere informatie

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF)

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Highlights Ziekenhuizen 2017 Hans Ros, ziekenhuisapotheker Inhoud Wat is AF? Hoe ontstaat een CVA (beroerte)? Behandeling AF: 4 peilers Orale antistolling 1 2016 ESC Guidelines

Nadere informatie

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines.

KGBN. Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. KGBN Zin en onzin van statines bij de hoogbejaarde patiënt. De neuroloog & statines. A/ ISCHEMIC STROKE / TIA & geen CHD : Heart Protection Study : Subgroep stroke antec. gerandomiseerd naar simvastatine

Nadere informatie

Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie

Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie Bevolkingsonderzoek Familiaire Hypercholesterolemie Casuïstiek Mw. K, slanke en sportieve 30 jarige vrouw wordt verwezen voor behandeling van haar verhoogde cholesterol. Haar vader kreeg op 57 jarige leeftijd

Nadere informatie

24 uurs Bloeddruk meting (ABPM)

24 uurs Bloeddruk meting (ABPM) 24 uurs Bloeddruk meting (ABPM) Nationaal Hypertensie Congres 7 februari 2014 Dr. G. vanmontfrans, Vasculair internist AMC Dr. T. Tumkaya, kaderhuisarts HVZ Waarom ABPM? Gegevens over 30-60 metingen ipv

Nadere informatie

Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum. Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning

Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum. Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning Indicaties voor inspannings ECG Evaluatie van patienten met pijn op de

Nadere informatie

EUROPESE AANBEVELINGEN VOOR DE

EUROPESE AANBEVELINGEN VOOR DE EUROPESE AANBEVELNGEN VOOR DE AANPAK VAN ARTERËLE HYPERTENSE 2018 Guidelines for the Management of Arterial Hypertension 6 nieuwe concepten Bloeddrukmeting Bredere toepassing van ambulante BD meting met

Nadere informatie

Streefwaarden en Behandeling van Hypertensie bij Chronische Nierschade (CNS)

Streefwaarden en Behandeling van Hypertensie bij Chronische Nierschade (CNS) Aris Prins, Openbaar Apotheker Apotheek Poeldijk Streefwaarden en Behandeling van Hypertensie bij Chronische Nierschade (CNS) Prataap Chandie Shaw Internist-nefroloog Haaglanden Medisch Centrum Leerdoelen

Nadere informatie

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld

Workshop voor apothekers en huisartsen. Altijd een statine bij hart- en. t Voorbeeld Workshop voor apothekers en huisartsen Altijd een statine bij hart- en vaatziekten en type-2-diabetes? t Voorbeeld Programma Maken van de ingangstoets Bespreking leerdoelen en inleiding Presentatie ti

Nadere informatie

24 september 2015. Van harte welkom!

24 september 2015. Van harte welkom! 24 september 2015 Van harte welkom! Programma 20.00: Welkom Wendy de Valk, verpleegkundig specialist cardiologie 20.10: Het vrouwenhart. Is er verschil tussen mannen en vrouwen? Mw. A. Lubbert-Verberkmoes,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66121 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Voskamp, P.W.M. Title: Prepare; before starting dialysis : outcomes in patients

Nadere informatie

ESH richtlijnen voor bloeddruk meten. Dr. Willem Verberk

ESH richtlijnen voor bloeddruk meten. Dr. Willem Verberk ESH richtlijnen voor bloeddruk meten Dr. Willem Verberk Inleiding Spreekkamer bloeddrukmeting Thuis bloeddrukmeting Ambulante bloeddrukmeting Spreekkamer bloeddrukmeting (SBDM) Variabiliteit van bloeddruk

Nadere informatie

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra

Workshop chronische nierschade. Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Workshop chronische nierschade Adry Bakker Diepenbroek Bettie Hoekstra Mevr. Muis 73 jaar Voorgeschiedenis: diabetes mellitus type 2 hartfalen regelmatig urineweginfecties, 2x pyelonefritis aspecifieke

Nadere informatie

Nadere uitwerking (medische) behandeling en streefwaarden

Nadere uitwerking (medische) behandeling en streefwaarden Nadere uitwerking (medische) behandeling en streefwaarden Streefwaarden Met HVZ RR systole RR diastole RR systole > 75 jaar Totaal Cholesterol LDL Nuchter Glucose Kalium Creatinine < 140 mmhg < 90 mmhg

Nadere informatie

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4)

Ervaring Aantal ouderen bestudeerd in Randomized Controlled Trials (RCTs) 196 patiënten, gemiddelde leeftijd 67 jaar.(4) Fosinopril C09AA09, januari 2018 Indicatie Hypertensie en hartfalen. Standpunt Ephor In het rapport over de ACE-remmers van december 2017 wordt fosinopril door Ephor als behandeling van hypertensie niet

Nadere informatie

Cerebrovasculaire aandoeningen. Patricia Halkes 19-03-2013

Cerebrovasculaire aandoeningen. Patricia Halkes 19-03-2013 Cerebrovasculaire aandoeningen Patricia Halkes 19-03-2013 Wat is een CVA? CerebroVasculair Accident CerebroVasculair Accident CerebroVasculair Accident CerebroVasculair Accident Oftewel in goed Nederlands

Nadere informatie

Klinische gevallen. BHC symposium 07-03-2015. H.Heuten, T.De Backer

Klinische gevallen. BHC symposium 07-03-2015. H.Heuten, T.De Backer Klinische gevallen BHC symposium 07-03-2015 H.Heuten, T.De Backer Casus Man, 48 jaar, roker, BMI 29 kg/m² Voorgeschiedenis: Lumbo-ischialgie Geen cardiovasculaire voorgeschiedenis FA: Vader plots overleden

Nadere informatie

Sekse en gender in hart- en vaatziekten: Implementatie in de praktijk

Sekse en gender in hart- en vaatziekten: Implementatie in de praktijk Sekse en gender in hart- en vaatziekten: Implementatie in de praktijk Dr Jeanine Roeters van Lennep Internist, Vascular Medicine Erasmus MC Rotterdam, The Netherlands email:j.roetersvanlennep@erasmusmc.nl

Nadere informatie

BSD september 2014. Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler

BSD september 2014. Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler BSD september 2014 Huisarts: Pauline Heijstee Meggy van Kruijsdijk Nefroloog: Watske Smit Jaap Beutler Casuïstiek chronische nierschade Wat kan de huisarts Wanneer consultatie nefroloog Wanneer verwijzing

Nadere informatie

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 2 Inhoud Overzicht indicatoren... 2 Populatiegegevens... 2 Bloeddruk...

Nadere informatie

Bepalingenclusters CVRM

Bepalingenclusters CVRM Bepalingenclusters CVRM Onderstaande clusters zijn afkomstig uit de HIS-tabel Bepalingenclusters en zijn in verschillende HIS en ingebouwd. De clusters zijn opgebouwd uit bepalingen uit de HIS-tabel diagnostische

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief?

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Dr. R.M. van den Berg-Vos, neuroloog Vergroot endovasculaire behandeling de kans op een goed

Nadere informatie

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010

Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis. 30 september 2010 Transmurale Afspraak Nierfunctiestoornis 30 september 2010 Onderwerpen 1. Definitie 2. Prevalentie 3. Richtlijnen 4. Diagnostiek 5. Preventie nierfunctieverlies 6. Behandeling metabole complicaties 7.

Nadere informatie

Stadia chronische nierschade

Stadia chronische nierschade Factsheet Nieren en nierschade deel 3 Nierschade vraagt om continue alertheid en aandacht van de behandelaar Nierfunctie en eiwitverlies: voorspellers van complicaties Stadia chronische nierschade Nierschade

Nadere informatie

Medicatie, Consequenties voor dieetadviezen

Medicatie, Consequenties voor dieetadviezen Cardiovasculair risicomanagement Medicatie, Consequenties voor dieetadviezen Marjon Achterberg en Jan Dirk Banga CVRM in de eerste lijn 19 juni 2014 De Eenhoorn, Amersfoort Uitgangspunt: de richtlijn 2011

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Hart- en vaatziekten zijn de meest voortkomende ziekten in ontwikkelde landen en veroorzaken het hoogste sterftepercentage. De term hart- en vaatziekten omvat alle klinische uitingen van slagaderverkalking

Nadere informatie

Diabetes en hart- en vaatziekten. CVRM nieuwe stijl. Nieuwe richtlijn CVRM 2011 14-6-2013. Risicostratificatie. Wanneer risicostratificatie?

Diabetes en hart- en vaatziekten. CVRM nieuwe stijl. Nieuwe richtlijn CVRM 2011 14-6-2013. Risicostratificatie. Wanneer risicostratificatie? Diabetes en hart- en vaatziekten CVRM nieuwe stijl ~65% van alle sterfgevallen bij DM als gevolg van HVZ CVRM bij diabetes mellitus Karin Kaasjager Langerhansdagen 2013 Dood door HVZ 2- to 4-verhoogd Cardiovasculaire

Nadere informatie

Hoe hartfalen te herkennen. Mark Valk, huisarts onderzoeker

Hoe hartfalen te herkennen. Mark Valk, huisarts onderzoeker Hoe hartfalen te herkennen Mark Valk, huisarts onderzoeker vroegdiagnostiek hartfalen Leusden 24 april 2012 2 Disclosure Geen belangenverstengeling Komt het vaak voor? 0,8% tussen de 55 en 64 jaar 3% tussen

Nadere informatie

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011

Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties. Haffner, NEJM 1998 UKPDS. T2DM, HbA1c, en HVZ 12-7-2011 Doel behandeling bij DM: verhinderen/vertragen complicaties Haffner, NEJM 998 microvasculaire afwijkingen nefropathie retinopathie neuropathie macrovasculaire afwijkingen coronaire hartziekten cerebrovasculaire

Nadere informatie

Samen zorgen. Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct

Samen zorgen. Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct Samen zorgen Samen zorgen wij voor de beste zorg bij een acuut hartinfarct Goof Zonneveld, huisarts in Sint Pancras en kaderhuisarts HVZ Secundaire preventie Verbinding tussen 2 e en 1 e lijn NVVC-Connect

Nadere informatie

HART EN VAATZIEKTEN PROTOCOL CELLO

HART EN VAATZIEKTEN PROTOCOL CELLO HART EN VAATZIEKTEN PROTOCOL CELLO Leiden Augustus 2011 Inleiding Dit protocol omvat diagnostiek, preventie en behandeling van hart- en vaatziekten (HVZ) en dient als hulpmiddel voor het opzetten en houden

Nadere informatie

Hypertensie. Laila Niamut, internist nefroloog. 27 januari 2012

Hypertensie. Laila Niamut, internist nefroloog. 27 januari 2012 Hypertensie Laila Niamut, internist nefroloog 27 januari 2012 Inleiding Wat is hypertensie en wat zijn de gevolgen van hypertensie? Richtlijn CVRM (herziening 2011): * risicotabel * behandeling * bloeddrukthuismeting,24

Nadere informatie

10-2-2015. Thuis bloeddrukmeten. Indeling presentatie

10-2-2015. Thuis bloeddrukmeten. Indeling presentatie Thuis bloeddrukmeten Anna van Ittersum, verpleegkundig specialist Afd. Interne Geneeskunde, Bronovo Den Haag Wilko Spiering, internist-vasculair geneeskundige Afd. Vasculaire Geneeskunde, UMC Utrecht Disclosure

Nadere informatie

THERAPIERESISTENTE HYPERTENSIE IN DE EERSTE LIJN. Nadenken of doorverwijzen?

THERAPIERESISTENTE HYPERTENSIE IN DE EERSTE LIJN. Nadenken of doorverwijzen? THERAPIERESISTENTE HYPERTENSIE IN DE EERSTE LIJN Nadenken of doorverwijzen? Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring

Nadere informatie

HERZIENING RICHTLIJN HOGE BLOEDDRUK

HERZIENING RICHTLIJN HOGE BLOEDDRUK HERZIENING RICHTLIJN HOGE BLOEDDRUK KWALITEITSINSTITUUT VOOR DE GEZONDHEIDSZORG CBO In samenwerking met: Institute for Medical Technology Assessment Nederlandsche Internisten Vereeniging Nederlandse Hartstichting

Nadere informatie

Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten)

Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten) Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten) Inleiding U bent door uw behandelend arts verwezen naar de vaatrisicopolikliniek omdat u een vaatziekte heeft en/of vanwege risicofactoren voor het

Nadere informatie

NIEUWE CVRM RICHTLIJN 2018 (concept)

NIEUWE CVRM RICHTLIJN 2018 (concept) NIEUWE CVRM RICHTLIJN 2018 (concept) Spiegelbijeenkomst Zorggroep Flevoland, 23 mei 2018 Dr J.E. Heeg, internist vasculaire geneeskunde Isala ziekenhuis, Zwolle Conflicts of interest dr J.E. Heeg, internist,

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

CVRM addendum (kwetsbare) ouderen

CVRM addendum (kwetsbare) ouderen CVRM addendum (kwetsbare) ouderen Prof. Dr. Majon Muller Internist-OUDGNK Hoofd sectie OUDGNK Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties

Nadere informatie

Tips en trics voor de nefrologie anno 2015. Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen

Tips en trics voor de nefrologie anno 2015. Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen Tips en trics voor de nefrologie anno 2015 Dr. I.C. van Riemsdijk Drs. M.Wabbijn Internist-nefrologen Disclosures Dr. I.C. van Riemsdijk None Drs. M. Wabbijn None Inleiding Algemeen: wat is nierfunctie

Nadere informatie