Transfusie bij kinderen
|
|
- Linda Kuiper
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 DISCLAIMER Protocollen geven aan hoe lokaal uitvoering wordt gegeven aan beroepskaders, -normen, standpunten en richtlijnen. Protocollen worden lokaal/plaatselijk vastgesteld, rekening houdend met de typische omstandigheden van de eigen praktijk en het ziekenhuis. Het opstellen van protocollen is een eigen verantwoordelijkheid van afdelingen en maatschappen anesthesiologie. De protocollen van de Sectie Kinderanesthesiologie van de NVA zijn een handvat om hieraan lokaal invulling te geven. Transfusie bij kinderen Overweging Deze richtlijn geeft een samenvatting van de huidige literatuur betreffende transfusie bij kinderen, toegespitst op de perioperatieve situatie. Bij specifieke aandoeningen en chronische transfusie indicatie is raadplegen van een kinderhematoloog zinvol. Uitgebreide achtergrond is terug te vinden in de CBO richtlijn bloedtransfusie Opzet Deze richtlijn geeft een overzicht van transfusie van erytrocytenconcentraat, plasma en trombocyten in de behandeling van acuut en/of massaal bloedverlies. Er wordt onderscheid gemaakt in kinderen jonger dan 4 maanden en kinderen vanaf 4 maanden oud. Ziektebeeld De voornaamste indicatie van een erythrocytentransfusie is het verbeteren van het zuurstoftransport en het herstellen van de weefseloxygenatie. Transfusie van trombocyten vindt plaats bij een trombocytopenie of pathie met bloedingsneiging. De voornaamste indicatie voor transfusie van plasma is een deficiëntie in de stollingsfactoren (congenitaal of verworven door bijvoorbeeld chirurgische bloeding en massale transfusie of trombotische processen). Omschrijving - Een adequate zuurstof afgifte aan de weefsels is nodig voor aeroob metabolisme. Een inadequate zuurstofvoorziening leidt tot weefselhypoxie en anaeroob metabolisme met productie van lactaat. - Een adequate zuurstofvoorziening is afhankelijk van de cardiac output en het arteriële zuurstofgehalte, waarbij het arteriële zuurstofgehalte wordt bepaald door de arteriële zuurstofconcentratie, het hemoglobine (Hb) en de partiële zuurstofspanning in het arteriële bloed. Trefwoorden Transfusie, kind, neonaat, bloedverlies. Pathofysiologie Het normale Hb bij een à-term geboren neonaat is 12 mmol/l, waarvan 60-80% foetaal hemoglobine (HbF) met een lagere affiniteit voor zuurstof dan volwassen hemoglobine. De switch naar adult Hb begint in de 32 e week na de conceptie en duurt tot een leeftijd van 6 maanden. De zuurstofdissociatiecurve van HbF is verschoven naar links waarbij de afgifte van zuurstof vanuit hemoglobine naar de weefsels is verminderd. Kinderen echter, hebben een verhoogd 2,3- difosfoglyceraat (2,3-DPG) resulterend in een lagere zuurstof affiniteit dat de zuurstofdissociatiecurve naar rechts doet verschuiven. Bij prematuur is het normale Hb bij geboorte lager (hoe korter de zwangerschapsduur, hoe lager het Hb). Bij een voldragen neonaat daalt het Hb (van ca 12 mmol/l) na de geboorte fysiologisch tot 6.8 mmol/l na circa 8 weken. Tussen de leeftijd van 6 maanden en 6 jaar is het Hb gemiddeld 7.4 ( ) mmol/l, dan van 6 tot 12 jaar gemiddeld 8 (6.8 10) mmol/l. Vanaf de puberteit wordt voor vrouwen een gemiddeld Hb van 8.6 (7.4 10) mmol/l gemeten en voor mannen 10 ( ) mmol/l. (1-2) Leeftijd Gemiddeld Hb mmol/l Voldragen neonaat 12 Ca 8 weken 6.8
2 6 mnd 6 jaar 7.4 ( ) Tot 12 jaar 8 (6.8-10) Vanaf pubertijd 8.6 (7.4-10) 10 ( ) Klinisch Beeld Bij kinderen is de mogelijkheid tot adaptatie aan acuut bloedverlies en normovolemische anemie verminderd ten opzichte van volwassenen. De hartfrequentie is hoger en bijna maximaal in de situatie waarbij nog geen acuut bloedverlies is opgetreden. Daarbij is er een hogere β adrenerge tonus waardoor hartfrequentie en cardiac output niet veel verder verhoogd kunnen worden. Het neonatale myocard functioneert op een nagenoeg maximaal niveau.(1) Bij bloedverlies wordt hypovolemie gecompenseerd door de infusie van kristalloïden en colloïden resulterend in een normovolemische anemie. Er worden dan verschillende compensatoire mechanismen geactiveerd om een adequate zuurstof voorziening van de weefsels te garanderen (10): Een verhoging van de bloedflow (tachycardie, toename cardiac output) en de extractie van zuurstof Redistributie van bloed van de nonvitale organen naar de hersenen en het hart Modificatie van de oxyhemoglobine dissociatiecurve met een afname van de affiniteit van hemoglobine voor zuurstof en een verhoogde erythropoetine productie Lukt het niet te compenseren dan ontstaat het klinisch beeld van een anemie met tachycardie, extra zuurstofbehoefte, met uiteindelijk apneu s en bradycardieën. Behandeling 1. Erytrocytentransfusies 1.1 Transfusietriggers bij kinderen < 4 maanden ( regel) bij acute normovolemische anemie. Betrouwbare aanbevelingen ten aanzien van optimale transfusietriggers bij neonaten zijn gezien de schaarste aan goede studies niet mogelijk. De CBO richtlijn bloedtransfusie 2011 geeft een overzicht van veel gebruikte transfusietriggers in de Nederlandse NICU s (2) en komt overeen met internationale richtlijnen voor transfusie bij neonaten en jonge kinderen (3-4): Transfusietriggers voor erytrocytenconcentraat bij kinderen < 4 maanden, streef Hb is: Hb > 4.5 mmol/l bij stabiele neonaten > 4 weken zonder symptomen van anemie (geen tachycardie of apneu) Hb > 6 mmol/l bij stabiele neonaten > 1 wk en neonaten < 4 weken met klinische verschijnselen van anemie (tachycardie, extra zuurstofbehoefte, apneu s en bradycardieen met name in de eerste vier levensweken kunnen anemie en weefselhypoxie tot apneu leiden) Hb > 7 mmol/l bij redelijk stabiele kinderen met cardiopulmonale afwijkingen (ODB, apneu s, BPD) en/of zuurstofbehoefte > 35%. Hb > 8 mmol/l bij alle beademde en ernstig zieke neonaten. Tevens alle pasgeborenen (< 1 wk) met klinische verschijnselen van anemie De dosering van transfusie van erytrocytenconcentraat voor neonaten bedraagt ml erytrocytenconcentraat/kg. Wanneer er hemodynamisch geen contra-indicaties zijn, zal liefst 20 ml/kg gegeven worden. Dit verhoogt het Hb met ongeveer 3 mmol/l. Bij neonaten tot de leeftijd van 3 maanden kan de bloedgroep niet definitief worden bepaald (vanwege zwakke ABO antigenen). Vandaar dat deze patiëntenpopulatie standaard erytrocytenconcentraat met bloedgroep O, Rhesus D positief of negatief krijgen toegediend. Eventuele IgG-antistoffen zijn veelal afkomstig van de moeder, daarom moet voor uitgifte van erytrocytenconcentraat gekruist worden met plasma van de moeder. 2
3 Er kan gebruik gemaakt worden van pedipacks (65 ml); hiervoor wordt een standaard eenheid erytrocytenconcentraat gesplitst in vier pedipacks. Op indicatie kunnen pedipacks worden bestraald (bij ernstig immuun gecompromitteerde patiënten ter voorkoming van een Graft-versus-Host reactie). Bij massale transfusies (> 80 ml/kg/dag of > 5 ml/kg/uur) dient er gebruik gemaakt te worden van een vers erytrocytenconcentraat (< 5 dagen oud). Langer dan 5 dagen bewaarde erytrocytenconcentraat zijn bij massale transfusie aan neonaten gevaarlijk vanwege de hoge kaliumconcentratie (na 5 dagen treedt lekkage op van kalium uit de cel) en de lage 2,3-DPG concentratie. (3) 1.2 Transfusies bij kinderen > 4 maanden Er zijn nauwelijks of geen studies die verschillende transfusietriggers van erytrocytenconcentraat voor kinderen ouder dan vier maanden met elkaar hebben vergeleken. Derhalve berusten de richtlijnen voor deze categorie kinderen grotendeels op empirie of zijn afgeleid van studies bij volwassenen. In Nederland wordt voor kinderen ouder dan 4 maanden vooralsnog hetzelfde beleid als voor volwassenen gehanteerd.(5) Transfusietriggers voor erytrocytenconcentraat bij kinderen (4-5-6 regel) bij acute normovolemische anemie, streef Hb is: Hb > 4 mmol/l bij acuut bloedverlies bij gezonde kinderen (ASA I), normovolemisch, bloedverlies op één locus Hb > 5 mmol/l in de volgende situaties: o bij acuut bloedverlies bij gezonde kinderen, normovolemisch, bloedverlies op meer loci (polytraumapatiënten) o preoperatief met een te verwachten bloedverlies van 10% van het geschatte bloedvolume (tabel 1) o koorts en stabiele sepsis o ASA II en ASA III Hb > 6 mmol/l in de volgende situaties: o ASA IV patiënten o Instabiele septische en toxische patiënt o Patiënt met een ernstige longziekte of cardiale aandoening 2. Transfusie fresh frozen plasma (FFP) Indien er sprake is van massaal bloedverlies met massale transfusies van erytrocytenconcentraat dan zal er suppletie van het plasma plaats moeten vinden door transfusie met fresh frozen plasma (FFP). De dosering van fresh frozen plasma bedraagt ml/kg. Dit verhoogt het niveau van stollingsfactoren met ongeveer 20% direct na transfusie. Dosering zal plaatsvinden op geleide van de labwaarden voor stolling en fibrinogeen of in een verhouding erytrocytenconcentraat/plasma/trombocyten van 3:3:1 indien er sprake is van massaal bloedverlies in een gedecompenseerde fase. (5) In Nederland wordt nog slechts één type plasma geleverd, namelijk quarantaine plasma, dat wordt verkregen middels aferese van een mannelijke donor zonder transfusie historie (pediplasma 75 ml, standaard unit 300 ml). Plasma bevat > 70% van alle stollingsfactoren en ongeveer 10 respectievelijk 40 ml citraat anticoagulans. Plasma verkregen middels aferese is Rhesus D veilig: vanwege het zeer lage aantal erytrocyten is er geen risico dat na transfusie van Rhesus D positief plasma aan Rhesus D negatieve personen anti-d antistoffen worden gevormd. Andere indicaties voor FFP zijn stollingsdeficiënties van diverse origine. 3. Trombocytentransfusies 3.1 Transfusietriggers voor trombocyten bij kinderen < 4 maanden (6-8) Stabiele neonaat, zonder bloedingsfocus; 20 x 10 9 /L Beademde en/of prematuur, zonder bloedingsfocus; 30 x 10 9 /L Neonaat met bloedverlies of bij interventie /operatieve ingreep; 50 x 10 9 /L 3
4 Hogere streefwaarden zijn mogelijk noodzakelijk bij medicatie die trombocytendysfunctie veroorzaakt zoals: indomethacine en ibuprofen Indien neurochirurgische ingreep; 100 x 10 9 /L De dosering bij trombocytentransfusie voor neonaten bedraagt 5-10 ml/kg. Het resultaat van trombocytentransfusies wordt door een groot aantal factoren beïnvloed en kan daardoor sterk variëren. Evaluatie dient op geleide van trombocyten aantallen, klinische bloedingsneiging en hemodynamische toestand plaats te vinden. Grofweg mag men uitgaan van een stijging van 50 x 10 9 /L voor iedere toegediende 10 ml/kg. Neonaten tot de leeftijd van 3 maanden worden getransfundeerd met trombocyten van 1 donor, verkregen via aferese (aferese trombocyten, 70 ml). 3.2 Transfusietrigger voor trombocyten bij kinderen > 4 maanden Indien bij een trombocytopenie het risico van een bloeding hoog wordt geschat dan wordt preventief voor een invasieve procedure een trombocytentransfusie gegeven. De data gebruikt om het bloedingsrisico te bepalen zijn afkomstig van retrospectieve studies van patiënten zonder koorts en met een trombocytopenie, maar geen trombocytopathie. Internationaal worden veelal de volgende triggers voor preventieve trombocytentransfusies gehanteerd, streef trombocytenaantal (2): Chirurgische ingrepen 50 x 10 9 /L Epidurale analgesie (10) 80 x 10 9 /L Neurochirurgische en oogheelkundige ingrepen 100 x 10 9 /L Endoscopische procedures 20 x 10 9 /L bij laag risico diagnostische procedures, 50 x 10 9 /L bij therapeutische procedures. Lumbaalpunctie (2-3) x 10 9 /L bij hematologische maligniteit, x 10 9 /L bij patiënt zonder hematologische maligniteit (met uitzondering van idiopathische trombocytopenische purpura) Beenmergaspiratie/-biopt 20 x 10 9 /L Grofweg wordt er een stijging van 50 x 10 9 /L verwacht voor iedere 10 ml/kg trombocyten. Indien een patiënt twee keer het circulerend volume heeft verloren dan is een trombocytenaantal van rond of onder de transfusietrigger (50 x 10 9 /L) zeer waarschijnlijk. Voor kinderen ouder dan 3 maanden die tussen de 10 kg en 30 kg wegen is er een gesplitste 5 donor trombocyteneenheid beschikbaar (150 ml). Bij een gewicht boven de 30 kg wordt standaard 5 donoren concentraat gegeven (a 300 ml). 4. Massaal bloedverlies Massaal bloedverlies wordt gedefinieerd als: het verlies van een of meerdere keren het circulerend volume in 24 uur verlies van 50% van het circulerend volume in 3 uur Het circulerend bloedvolume is gerelateerd aan de leeftijd en lichaamsbouw. Jongere patiënten hebben een hogere fractie van hun gewicht aan bloed, terwijl meer obese patiënten een lagere fractie hebben. (2) Geschat bloedvolume (EBV) o Neonaat ml/kg o Kind 1 jaar ml/kg o Kind 1 jaar 70 ml/kg o Obese kinderen 65 ml/kg Tabel 1 4
5 Als het geschatte circulerend bloedvolume (EBV) voor een patiënt is bepaald dan is hieruit het acceptabele bloedverlies te berekenen met behulp van de volgende formule: Acceptabel Bloedverlies = (EBV x (patiënt Hb laagst acceptabel Hb)) / gemiddelde Hb 5
6 Samenvatting aanbevelingen bij massaal bloedverlies volgens de CBO richtlijn 2011 (5) Bij massaal bloedverlies in een gecompenseerde fase (geen verbloedingsgevaar) wordt aanbevolen: Oorzaak bloedverlies stoppen Circulerend volume optimaliseren door middel van vochttoediening Zuurstofaanbod optimaliseren Normothermie nastreven (voorverwarmde infusievloeistoffen) Correctie hypocalciemie met calciumgluconaat (0.12 mmol/kg) bij infusie met citraat bevattende transfusieproducten Transfusiebeleid op geleide van de laboratoriumbepalingen voeren. Transfusiebeleid van Erytrocytenconcentraat gebaseerd op de regel bij kinderen < 4 maanden en regel bij kinderen > 4 maanden Streven naar een aptt en PT < 1.5 maal de normaalwaarde Streven naar trombocyten > 50 x 10 9 /l Streven naar fibrinogeen > g/l (toediening mg/kg) Overweeg bij een eerste fibrinogeenmeting < 1.5 g/l en nog groot te verwachten bloedverlies direct het fibrinogeengehalte te herstellen met plasma of een fibrinogeenpreparaat Bij acuut massaal bloedverlies en een gedecompenseerde situatie (dreigende verbloeding/shock) wordt aanbevolen: Resuscitatie starten volgens het Advanced Pediatric Life Support (APLS)-principe. Accepteer zo mogelijk een zogenaamde permissive hypotension Oorzaak bloedverlies stoppen Overweeg damage control chirurgie en eventueel radiologische interventie Normothermie, adequate oxygenatie en vermijden van acidose nastreven Corrigeer hemostase met multicomponent transfusies (erytrocyten/plasma/trombocyten; 3:3:1) Overweeg in extreme situaties vroeg fibrinogeenpreparaten (30-50 mg/kg iv) Overweeg tranexaminezuur (20-25 mg/kg iv, onderhoud 1-2 mg/kg/u) Overweeg Novoseven (rfviia 90 mcg/kg bolus, evt herhalen na 2 uur) Correctie hypocalciemie met calciumgluconaat (0.12 mmol/kg) bij infusie met citraat bevattende transfusieproducten Transfusiereacties Er worden diverse transfusiereacties beschreven. Middels hemovigilantie wordt systematisch de bijwerkingen en nadelige incidenten in de gehele transfusieketen van donor tot patiënt gemonitord. Bij elke transfusiereactie dienen eerst de volgende algemene maatregelen getroffen te worden. Daarna volgen per reactie een aantal extra behandelstappen: Transfusie staken en het product afkoppelen Schoon infuussysteem met NaCl 0.9% Bloedafname voor hemolyse onderzoek (lithiumheparine buis voor bilirubine, LDH en haptoglobine), kruisproef (EDTA buis) en bij > 2 C temperatuurstijging ook bloedkweek Transfusiereactie melden bij transfusielaboratorium Donoreenheid met transfusiesysteem en ingevulde donorkaart naar transfusielab sturen Perioperatief kunnen de volgende transfusiereacties optreden: Acute hemolytische transfusiereactie (AHTR) Reactie < 24u na transfusie veroorzaakt door hemolyse, door: 6
7 Symptomen Therapie ABO incompabiliteit Irregulaire bloedgroepantistoffen Bacteriële contaminatie met hemolyse-veroorzakende bacteriën (Yersinia) Gehemolyseerde erytrocyten concentraten Mechanische beschadiging van erytrocyten koorts, pijnlijke infusie, onrust, donkere urine, geen of geringe Hb stijging (of onverwachte Hb daling), dyspnoe, shock, acuut nierfalen, DIS. bij bewezen hematurie: infundeer 10 ml/kg natriumbicarbonaat 4.2% in 1 uur en waarborg urineproductie > 2 ml/kg/u middels NaCl 0.9%, mannitol 20% of furosemide. Post-transfusie bacteriemie/sepsis Overweeg start of aanpassing antibiotische therapie Anafylactische reactie Symptomen Oorzaak Therapie jeuk, roodheid, urticaria, in- en expiratoire stridor, bloeddrukdaling, misselijkheid/braken meest voorkomende oorzaak is anti-iga antistoffen bij de patiënt gericht tegen IgA van de donor. Bij bewezen anafylactische reacties ten gevolge van antistoffen tegen IgA dienen in het vervolg gewassen erytrocytenconcentraten en plasma/trombocyten transfusies van IgA deficiënte donoren te worden toegediend. Noteer dit altijd duidelijk in de patiënten status. Transfusion Related Acute Lung Injury (TRALI) Verschijnselen van acute longbeschadiging, ontstaan tijdens of binnen 6 uur na transfusie, met bilaterale fijn vlekkige afwijkingen op de X-thorax. Het beeld valt niet te onderscheiden van een IRDS met andere pathogenese. Symptomen Oorzaak Therapie Longoedeem met dyspnoe (ernstige hypoxie), hypotensie, tachycardie, aritmie Immuun gemedieerd proces meestal veroorzaakt door HLA en/of granulocyt specifieke antistoffen in het bloedproduct. De met antistoffen bedekte granulocyten hechten zich preferentieel in de pulmonale capillairen. De cytokines die door de leukocyten worden uitgescheiden beschadigen het endotheel waardoor eiwitrijke vloeistof naar de alveolaire ruimte lekt en longoedeem ontstaat. transfusie staken en ondersteuning ademhaling, zo nodig middels mechanische ventilatie. ABO bloedgroepen compatibiliteit Bloedgroep A B AB O Antigenen op erytrocyt A-antigenen B-antigenen A- en B- antigenen Geen A- en geen B-antigenen Antistoffen in plasma Anti-B antistoffen Anti-A antistoffen Geen anti-a of anti-b antistoffen Anti-A en anti-b antistoffen Kan A en O B en O A, B, AB en O O erytrocytenconcentraat ontvangen van Kan plasma AB en A AB en B AB A, B, AB en O ontvangen van Kan trombocyten ontvangen van Is afhankelijk van patiënt specifieke factoren; niet eenduidig in schema te plaatsen. 5. Transfusie in bijzondere situaties 5.1 Anemie bij chronische ziekten 7
8 Bij chronische anemie (anemie die niet het gevolg is van acuut bloedverlies) is er door een rechtsverschuiving van de zuurstofdissociatiecurve een lagere transfusiedrempel. Hierdoor is er zelden een transfusie indicatie bij een Hb > 5.0 mmol/l. 5.1 Sikkelcelziekte, transfusie in acute situaties Transfusies bij sikkelcelziekte worden overwogen met twee doelen: - het verbeteren van het zuurstoftransport en - het verbeteren of voorkomen van orgaanschade door het verlagen van het aantal circulerende sikkelcellen. Patiënten met homozygote sikkelcelziekte hebben onder normale omstandigheden meestal een Hb tussen de 4.0 en de 6.0 mmol/l en deze waarden vormen geen transfusie-indicatie op zichzelf. Acute bloedtransfusie is bij patiënten met sikkelcelziekte alleen geïndiceerd bij (dreigende) cardiale of respiratoire klachten. Er is geen specifieke Hb-trigger voor het geven van een bloedtransfusie, maar patiënten dienen in elk geval niet boven een Hb van 6.5 mmol/l getransfundeerd te worden in verband met hyperviscositeit. Ondanks het ontbreken van prospectieve gerandomiseerde studies valt te overwegen bij sikkelcelpatiënten die een operatie moeten ondergaan met een intermediair risico (abdominale chirurgie, appendectomie, splenectomie of orthopedische chirurgie), preoperatief een bloedtransfusie toe te dienen tot een maximaal Hb van 6.5 mmol/l ten einde de incidentie van sikkelcel gerelateerde complicaties (oa acute chest syndrome) te minimaliseren. 5.2 Thalassemie Beta-thalassemie is een autosomaal recessieve stoornis van de hemoglobine productie, waardoor een ineffectieve erytropoëse ontstaat met als gevolg een ernstige anemie. Met name bij de homozygote beta-thalassemie is er vaak al op jonge leeftijd een chronische transfusie indicatie. Bij de chronische transfusietherapie wordt er gestreefd naar een Hb van mmol/l wat leidt tot een goede klinische verbetering en minder ijzerstapeling dan bij een hypertransfusieschema. Ook perioperatief lijkt dit een adequate streefwaarde. 6. Preoperatief beleid bij een kind met een bekende stollingsstoornis Het is niet bewezen dat algemene screening op stollingsproblemen patiënten met een verhoogde kans op postoperatieve nabloeding kan identificeren. Indien er sprake is van het voorkomen van frequent recidiverende epistaxis/tandvleesbloedingen, het ontstaan van spontane hematomen zonder adequaat voorafgaand trauma of de aanwezigheid van nabloedingen bij eerdere ingrepen of tandextracties, kan dat een reden zijn de preoperatieve stollingsstatus te beoordelen. De diagnostiek naar het bestaan van een eventuele coagulopathie kan bestaan uit een laboratoriumonderzoek inclusief een volledig bloedbeeld, trombocytengetal en bloedingstijd, de geactiveerde partiële tromboplasminetijd (APTT), de protrombinetijd (PT) en partiële protrombinetijd (PTT) en in sommige gevallen het fibrinogeengehalte. 6.1 Ziekte van Von Willebrand De ziekte van Von Willebrand (VWD) is met een prevalentie van % de meest voorkomende congenitale stollingsstoornis bij kinderen. Het kwantitatief of kwalitatief tekort aan het stollingseiwit von Willebrandfactor (vwf) leidt tot een adhesiestoornis van de trombocyten aan het endotheel en hierdoor zullen eventuele (chirurgische) bloedingen makkelijker aanhouden. Er zijn meerdere erfelijke typen VWD te onderscheiden waarbij de klinische symptomen wisselend zijn van aard. In zijn algemeenheid staan slijmvliesbloedingen, hematomen en postoperatieve nabloedingen op de voorgrond. Bij VWD wordt gekeken naar de hoeveelheid en werkzaamheid van de vwf en de factor VIII-activiteit. Er is sprake van een verlengde bloedingstijd en APTT en over het algemeen een normale PT en trombocytengetal. In overleg met de kinderhematoloog kan preoperatief de stollingsstatus medicamenteus geoptimaliseerd worden middels intraveneus stollingsfactorconcentraat of desmopressine (DDAVP). Daarnaast kan tranexaminezuur voorgeschreven worden. Tevens kan er specifiek worden gekozen voor vwf/factor VIII concentraat (Haemate P), bereid uit vers plasma van humane bloeddonoren. 6.2 Hemofilie A en B Hemofilie is een X-chromosomaal recessieve aandoening en de op een na meest voorkomende pediatrische coagulopathie. Hemofilie A (deficiëntie stollingsfactor VIII) komt bij 1 op jongens 8
9 voor, hemofilie B (deficiëntie stollingsfactor IX) komt bij 1 op levend geboren jongens voor. Hemofilie patiënten ontwikkelen spontane bloedingen in met name de gewrichten. Bij hemofilie is er ook sprake van een normaal aantal trombocyten en een normale PT, de APTT is meestal verlengd, maar kan normaal zijn bij een milde hemofilie. De hoeveelheid factor VIII of IX dient bepaald te worden. In overleg met de kinderhematoloog kan ook bij hemofilie patiënten preoperatief de stollingsstatus geoptimaliseerd worden middels DDAVP. Bij ernstige vormen van hemofilie A en bij alle vormen van hemofilie B kan het factordefect gecorrigeerd worden door toediening van factor VIII- respectievelijk factor IX-concentraat. Literatuur & bronnen 1. Nelson Textbook of Pediatrics, 18 th edition, Chapter 447 The Anemias 2. Bissonette, Pediatric Anesthesia, 2011, Chapter 53 Transfusion for the Pediatric Patient. 3. Intraoperative pediatric blood transfusion therapy: a review of common issues. Part I: hematologic and physiologic differences from adults: metabolic and infectious risks. Barcelona SL et al, Pediatric Anaesth. 2005;15: Transfusion in pediatrics. Desmet L et al, Crit Care Clin. 2004;20: CBO richtlijn bloedtransfusie Bloedtransfusiebeleid UMC Utrecht, locatie WKZ, maart Guidelines for assessing appropriateness of pediatric transfusion. Roseff et all, Transfusion 2002; 42: Transfusion guidelines for neonates and older children. Gibson BE et al, British Journal of Haematology 2004, 124, Clinical and laboratory aspects of platelet transfusion therapy. Yuan S et al, UpToDate febr The risk of spinal haematoma following neuraxial anaesthesia or lumbar puncture in thrombocytopenic individuals. Van Veen JJ et al, Br J Haematol 2010;148: Safety of lumbar puncture for adults with acute leukemia and restrictive prophylactic platelet transfusion. Vavricka SR et al, Ann Hematol 2003;82: Optimal preprocedural platelet transfusion threshold for central venous catheter insertions in patients with thrombocytopenia. Zeidler et al, Transfusion 2011;51: Circulating blood volumes: A Review of Measurement Techniques and a Meta-Analysis in Children. Riley AA et al, ASAIO Journal 2010; 56: Massive transfusion and blood product use in the pediatric trauma patient. Dehmer et al, Seminars in Pediatric Surgery 2010;19: Management of bleeding and coagulopathy following major trauma: an updated European guideline. Spahn et al, 16. Guidelines from the European Society of Anaesthesiology: Management of severe perioperative bleeding. Eur J Anaesthesiol 2013; 30: Auteur I.L. Post, anesthesioloog, (voorheen) fellow kinderanesthesiologie WKZ Utrecht Medebeoordelaars Nicky J. Smeulers, anesthesioloog, Franciscus Ziekenhuis, Roosendaal Sibylla M.H.J. Nooijen, anesthesioloog, Deventer Ziekenhuis, Deventer Jacqueline Vernooij, anesthesioloog / simulatietrainer ASAP, Rijnstate, Arnhem Hannie Megens, anesthesioloog, Wilhelmina Kinderziekenhuis UMCU, Utrecht Bouwe Molenbuur, anesthesioloog, Beatrix Kinderziekenhuis - UMCG, Groningen Datum accordering SKA april
Trombocytentransfusies bij kinderen. 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze
Trombocytentransfusies bij kinderen 11 de Pediatrisch Transfusiesymposium 14 september 2011 Annemieke Willemze Inhoud Trombocytopenie en bloeden Trombocytentransfusietriggers Verschillende trombocytenconcentraten
Nadere informatieBloed en bloedproducten. Eelkje Huvenaars Acute zorg
Bloed en bloedproducten Eelkje Huvenaars Acute zorg Leerdoelen Benoemen ABO rhesus systeem Gebruik infusievloeistoffen, (contra)indicaties Welke bloedproducten toedienen Indicaties bloedproducten Verpleegkundige
Nadere informatieTransfusieproblematiek en hemovigilantie bij kinderen. Yolanda de Rijke, klinisch chemicus TRIP 12 november 2009
Transfusieproblematiek en hemovigilantie bij kinderen Yolanda de Rijke, klinisch chemicus TRIP 12 november 2009 Onderwerpen die aan de orde komen Meldingen vanuit SHOT Veiligheidsmanagementsysteem en procesanalysemethoden
Nadere informatieProtocol massale bloedtransfusie op de SEH
Spoedeisende hulp Protocol massale bloedtransfusie op de SEH J.Rebel, 9/9/2013 OLVG Oosterpark 9 1091AC Amsterdam T (020) 5999111 F (020)5992996 Jasper_rebel@hotmail.com www.olvg.nl Doel: Beschrijving
Nadere informatieBloedtransfusie. Dr. Peter A.W. te Boekhorst
Bloedtransfusie Dr. Peter A.W. te Boekhorst Disclosure belangen Peter A.W. te Boekhorst (potentiële) belangenverstrengelingen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld
Nadere informatieIn & Outs van Trombocytentransfusies
In & Outs van Trombocytentransfusies Het trombocytenproduct: de Inhoud en de Vorm Jacques Wollersheim, transfusiearts UTG J.Wollersheim@Sanquin.nl Regionale Themamiddag Bloedtransfusie 4/1/2014 1 Product:
Nadere informatieRationeel gebruik van rode bloedcel concentraat tijdens en na operatie
Rationeel gebruik van rode bloedcel concentraat tijdens en na operatie G. B. Eindhoven MD Anesthesioloog en arts Mobiel Medisch Team, Afdeling Anesthesiologie, Universitair Medisch Centrum Groningen. 2-10-2011
Nadere informatieHoofdstuk 9. Indicatiestelling en aanvraag van bloedproducten
ragenlijst audit, Hoofdstuk 9. Indicatiestelling en aanvraag van bloedproducten, HPZO versie 1.2/09-2010 H9-18 Hoofdstuk 9. Indicatiestelling en aanvraag van bloedproducten Norm: De richtlijnen voor het
Nadere informatieMassaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie. Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie
Massaal Bloedverlies en Acute Traumatische Coagulopathie Rob Zwinkels AIOS Anesthesiologie Trauma en verbloeding Mondiaal: jaarlijks 6,5 miljoen trauma sterfgevallen In Nederland: Meest voorkomende oorzaak
Nadere informatieBloedtransfusies op PICU : Wanneer wel? Wanneer niet? 2014 Universitair Ziekenhuis Gent
Bloedtransfusies op PICU : Dr. Evelyn Dhont Intensieve Zorgen Pediatrie UZ Gent Inleiding Eerste bloedtransfusies beschreven rond 1600 Van dier naar dier / dier naar mens /mens naar mens Vanaf 1900 succesvolle,
Nadere informatieEen vreedzame vorm van bloedvergieten: De Transfusie! Ann Tegethoff Oncologisch Congres, Oostkamp 06/02/2016
Een vreedzame vorm van bloedvergieten: De Transfusie! Inhoud: Historie Bloedgroepen Indicaties voor transfusie Verpleegkundige aandachtspunten bij transfusie Cijfergegevens Historie: Oudheid: bloedbaden
Nadere informatieMassaal bloedverlies kinderen
Massaal bloedverlies kinderen Elise Huisman Kinderarts-hematoloog TRIP-NVB congres mei 2019 Introduc@e Massaal bloedverlies bij kinderen Periopera@ef verwacht onverwacht Trauma hips://www.volksgezondheidenzorg.info/ranglijst/ranglijst-ziekten-op-basis-van-sterne
Nadere informatieNascholing Hematologie 2015 Bloedtransfusie. Michaela van Bohemen, hemovigilantieconsulent Dr. Peter te Boekhorst, hematoloog/transfusiespecialist
Nascholing Hematologie 2015 Bloedtransfusie Michaela van Bohemen, hemovigilantieconsulent Dr. Peter te Boekhorst, hematoloog/transfusiespecialist Inleiding Casus Mw. P., 38 jr, AML, 2e k, dag 10 VG: auto
Nadere informatieBloedbesparende Technieken
Bloedbesparende Technieken Bloedbesparende Technieken September 2007: publicatie van Notitie Bloedbesparende Technieken op website www.tripnet.nl TRIP bereidt pilot voor om in 2008 transfusiereacties en
Nadere informatieDe verpleegkundig specialist
De verpleegkundig specialist In de transfusie keten Simone van der Linden Verpleegkundig Specialist, Erasmus MC S.vanderlinden@erasmusmc.nl Nurse practitioner (NP) = Verpleegkundig Specialist (VS) Ontstaan
Nadere informatieIdentieke of compatibele transfusie van trombocyten: voorkeur en mogelijkheden
Identieke of compatibele transfusie van trombocyten: voorkeur en mogelijkheden Marian van Kraaij Unitdirecteur Transfusiegeneeskunde Sanquin Bloedbank Compatibel/ incompatibel / identiek transfunderen
Nadere informatieCasus. Judith Lie, hemovigilantiefunctionaris Erik Beckers, internist-hematoloog Kennisplatform ZO 04-04-2013
Casus Judith Lie, hemovigilantiefunctionaris Erik Beckers, internist-hematoloog Kennisplatform ZO 04-04-2013 Melding Transfusiereactie 09-11-2012 (vrij): vrouw 34 jaar Tijdens plasmaferese met FFP als
Nadere informatie- Bloed - Samenstelling en functie - Bloedgroepen en resusfactor
BLOED - Bloed - Samenstelling en functie - Bloedgroepen en resusfactor - Bloedtransfusie - Bloedproducten - Wet inzake bloedvoorziening - Voorraad en levering - Het geven van bloedproducten - Het ontvangen
Nadere informatieKorte en lange termijn (bij) werkingenen van transfusie Vorderingen van de herziening richtlijn bloedtransfusie 29 november 2017
Korte en lange termijn (bij) werkingenen van transfusie Vorderingen van de herziening richtlijn bloedtransfusie 29 november 2017 Dr. Erik AM Beckers Internist-Hematoloog/Transfusiespecialist 2 Inleiding
Nadere informatieNB. Op klinische indicatie kan een hogere grens gehanteerd worden. *Bij zuigeling valt te overwegen om grens hoger te houden nl > 5.
8 Transfusie beleid en bloedingen Algemeen: er dienen 2 bloedgroep bepalingen te geschieden van 2, onafhankelijk van elkaar afgenomen, bloedmonsters. De laatste bloedgroep/irregulaire antistofscreening
Nadere informatieImplementatie van een massaal transfusie protocol. Harry Naber Anesthesioloog Isala Zwolle
maart 20, 2013 Implementatie van een massaal transfusie protocol Harry Naber Anesthesioloog Isala Zwolle ATLS Primo non nocere Gaat uit van Golden standards, Zelden van onderzoek Niet van evidence Niveaus
Nadere informatieTransfusion related acute lung injury (TRALI)
Transfusion related acute lung injury (TRALI) MDO bespreking 3 september 2014 Michelle Oude Alink TRALI Op intensive care regelmatig bloedproducten Risico op transfusion related lung injury bij bloedproducten
Nadere informatieRichtlijn behandeling van ernstige sepsis en septische shock. Medische protocollencommissie Intensive Care
Titel Richtlijn behandeling van ernstige sepsis en septische shock Datum vaststelling: 04-2008 Datum revisie: 04-2010 Verantwoording: Bron document: Medische protocollencommissie Intensive Care Surviving
Nadere informatieBijlage III. Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter
Bijlage III Wijzigingen in de relevante rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Opmerking: De relevante rubrieken van de Samenvatting van de productkenmerken en de bijsluiter
Nadere informatieInfuusbeleid op recovery
Infuusbeleid op recovery Is vullen in of uit?? Sander van den Heuvel Anesthesioloog Stellingen Dagbehandelingspatiënten mogen best wat meer vocht krijgen Een krap vochtbeleid verbetert de resultaten bij
Nadere informatiebeleid bij pre-operatieve stollingsstoornissen
beleid bij pre-operatieve stollingsstoornissen Prof. Dr. Cees Th. Smit Sibinga, FRCP Edin, FRCPath ID Consulting for International Development of Transfusion Medicine (IDTM) University of Groningen, NL
Nadere informatieAnesthesiologisch beleid bij heupfracturen. Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon
Anesthesiologisch beleid bij heupfracturen Vrijdagochtendkrans 26/09/2014 Sarah Cornelis DrP Van Loon Anesthesie en heupfracturen Inleiding Pre-operatieveaandachtspunten Pre-operatiefmanagement Intra-operatief
Nadere informatieDe onderdelen van het bloed.
Bloedtransfusie Universitair Medisch Centrum Groningen Bij de behandeling die u of uw kind binnenkort ondergaat kan de toediening van bloed nodig zijn. In deze folder wordt uitgelegd welke bloedproducten
Nadere informatieHIT. MDO-onderwijs d.d Claire Slegers Fellow Intensive Care
HIT MDO-onderwijs d.d. 01-12-2014 Claire Slegers Fellow Intensive Care Casus Man 68 RvO: Dag 1 TAAA - Buisprothese VG: o.a. 97 AAA - Buisprothese, ACS wv. ASA Postoperatief start LMWH (nadroparine 1dd2850
Nadere informatieBloed serieus. H.E.Polak Anesthesie-assistent
Bloed serieus H.E.Polak Anesthesie-assistent Risico s van bloedtransfusie Transfusie reacties Overdracht van infecties Menselijke fouten bij codering / toediening Vorming van irregulaire antistoffen Geringe
Nadere informatieTransfusie van plasma
Transfusie van plasma Marjolein Peters Kinderarts-hematoloog Emma Kinderziekenhuis AMC, Amsterdam Inhoud presentatie 1. Uit welke bestanddelen bestaat plasma? 2. De huidige producten (kwantiteit, veiligheid,
Nadere informatieTransfusiereakties: hoe te handelen
Transfusiereakties: hoe te handelen Karin Fijn van Draat Kinderhematoloog EmmaKinderziekenhuis/AMC & KCD Sanquin Watvoor transfusie reakties - TR - zijn er? Hoekomen ze tot stand? Watis eraan te doen?
Nadere informatieBloedtransfusie. Informatiebrochure
Bloedtransfusie Informatiebrochure Inhoudstafel INHOUDSTAFEL... 3 1 WAAROM EEN BLOEDTRANSFUSIE?... 4 2 WAARUIT BESTAAT BLOED?... 4 3 HOE VINDEN WE PASSEND BLOED?... 5 4 HOE GEBEURT EEN BLOEDTRANSFUSIE?...
Nadere informatieInformatiebrochure. Bloedtransfusie
Informatiebrochure Bloedtransfusie 2 Tijdens uw opname in ons ziekenhuis bestaat de kans dat u bloed, plasma of bloedplaatjes toegediend moet krijgen (= bloedtransfusie). In deze brochure trachten wij
Nadere informatieTRANSFUSIEBELEID EN ZWANGERSCHAP. Versie 1.0
TRANSFUSIEBELEID EN ZWANGERSCHAP Versie 1.0 Datum Goedkeuring 18-04-2002 Methodiek Evidence based Discipline Monodisciplinair Verantwoording NVOG Omschrijving van het probleem Een bloedtransfusie bij een
Nadere informatieBloedtransfusie Informatie voor patiënten
Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Klinisch laboratorium Een bloedtransfusie wordt door uw arts voorgeschreven. Dit gebeurt met uw toestemming, tenzij er sprake is van een acute levensbedreigende
Nadere informatieBLOEDSERIEUS de toediening van bloedproducten aan neonaten versus volwassenen
BLOEDSERIEUS de toediening van bloedproducten aan neonaten versus volwassenen Carla van Ginkel-Brunke Disclosure Ik heb geen belangenconflict Onderwerp Reguliere transfusie, bekeken vanuit het verpleegkundig
Nadere informatieJehovah s getuigen en bloed
Jehovah s getuigen en bloed Als u als Jehova s Getuige geen bloed, bloedproducten en dergelijke wilt krijgen, moet u vóór de operatie bepaalde beslissingen nemen. Deze folder is bedoeld om u te informeren
Nadere informatieCASE STUDY MASSAAL BLOEDVERLIES NA REVISIE HEUP ASTRID NOOR CIRCULATION PRACTITIONER I.O.
CASE STUDY MASSAAL BLOEDVERLIES NA REVISIE HEUP ASTRID NOOR CIRCULATION PRACTITIONER I.O. INLEIDING VOORSTELLEN CASUS VOORGESCHREVEN BEHANDELING PARAMETERS EN LABUITSLAGEN HEMOSTASE BELEMMERENDE FACTOREN
Nadere informatieAnemie op de Intensive Care
Anemie op de Intensive Care Fellowonderwijs Opleiding Intensive Care UMC St Radboud, Nijmegen Incidentie ABC CRIT TRICC NTBIG (N = 3524) (N = 4892) (N = 5298) (N = 1247) Opname Hb 7.0 ± 1.4 6.8 ± 1.5 6.1
Nadere informatieBloedtransfusie Informatie voor patiënten
Bloedtransfusie Informatie voor patiënten Klinisch laboratorium In deze folder vindt u informatie over een bloedtransfusie. Een bloedtransfusie schrijft uw arts voor als dat voor de behandeling noodzakelijk
Nadere informatieInhoud Wat is een bloedtransfusie
Bloedtransfusie Binnenkort zult u een behandeling of ingreep ondergaan, waarbij er een kans is dat u bloed toegediend moet krijgen: bloedtransfusie. Of u krijgt binnenkort een bloedtransfusie vanwege bloedarmoede.
Nadere informatieINFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN
Bloedtransfusie INFORMATIEFOLDER VOOR PATIËNTEN WAAROM EEN BLOEDTRANSFUSIE? Bloed is samengesteld uit rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma. Rode bloedcellen (erythrocyten) vervoeren
Nadere informatieEen druppel teveel. Perioperatief vochtbeleid bij kinderen. Pediatric Autumn Seminar, 29 november 2014, Nieuwegein Gersten Jonker, anesthesioloog
Een druppel teveel Perioperatief vochtbeleid bij kinderen Pediatric Autumn Seminar, 29 november 2014, Nieuwegein Gersten Jonker, anesthesioloog Disclaimer Ingangsvragen Wat weet jij ervan? - Lees de vraag
Nadere informatiePlaats van de collageen binding analyse in de VWD diagnostiek?
Plaats van de collageen binding analyse in de VWD diagnostiek? Van Aelst Sophie Prof. Dr. M. Jacquemin 08/03/2016 INLEIDING Ziekte van Von Willebrand (VWD) Meest voorkomende erfelijke bloedingsziekte Prevalentie
Nadere informatieBloedtransfusie: randvoorwaarden
Bloedtransfusie: randvoorwaarden It is important that a good and open channel of communication exists between the blood providers and blood prescribers that shall ensure an effective clinical interface
Nadere informatieTRIP en TRIX: Potentieel vermijdbare incidenten en transfusiereacties
TRIP en TRIX: Potentieel vermijdbare incidenten en transfusiereacties NVB 26 mei 2016 Pauline Zijlker Jo Wiersum Geen belangenverstrengeling Landelijke database: Transfusie Register Irregulaire antistoffen
Nadere informatieEen ieder betrokken bij de toediening van remifentanil PCA (arts en klinisch verloskundige) is opgeleid en heeft kennis van:
DISCLAIMER Protocollen geven aan hoe lokaal uitvoering wordt gegeven aan beroepskaders, -normen, standpunten en richtlijnen. Protocollen worden lokaal/plaatselijk vastgesteld, rekening houdend met de typische
Nadere informatieSnel handelen bij sepsis
Snel handelen bij sepsis Februari 2014 PRESENTATIE GEMAAKT DOOR ROB ZEEGERS Doel van deze presentatie Wat is SIRS? Wat is Sepsis? Inzicht diagnostisch onderzoek Waarom snel handelen? Waarom deze klinische
Nadere informatieEen sikkelcelpatënt in crisis, wat nu?
Een sikkelcelpatënt in crisis, wat nu? Anja Mäkelburg Internist hematoloog-transfusiespecialist Dhr. M, 19 jaar Afkomstig uit Angola, sinds 4 e LJ in Nederland Homozygote sikkelcelziekte HbSS Gevaccinieerd
Nadere informatieWat is de beste keuze voor het klinisch gebruik van Virus Veilig Plasma?
Wat is de beste keuze voor het klinisch gebruik van Virus Veilig Plasma? Dr. Martin Schipperus, internist-hematoloog Directeur Landelijk Hemovigilantie Bureau TRIP Inhoud presentatie Indicaties toediening
Nadere informatieValiditeit van bloedtransfusies in een groot perifeer ziekenhuis: een interne toetsing van het transfusiebeleid
6 Validiteit van bloedtransfusies in een groot perifeer ziekenhuis: een interne toetsing van het transfusiebeleid Validity of blood transfusions in a large hospital: an audit in transfusion medicine practise
Nadere informatieDIENST LABORATORIUMGENEESKUNDE
DIENST LABORATORIUMGENEESKUNDE TRANSFUSIEHANDBOEK: INDICATIES VAN BLOED EN BLOEDPRODUCTEN Opgesteld door: Barbara Cauwelier Beoordeeld door: Medisch diensthoofd - laboratoriumdirecteur, Operationeel diensthoofd,
Nadere informatieDisclosure slide J Wiersum-Osselton
Stichting Trainingen Infectie Preventie Disclosure slide J Wiersum-Osselton (potentiële) belangenverstrengeling Werkaanstelling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of
Nadere informatieInfobrochure. Bloedtransfusie. mensen zorgen voor mensen
Infobrochure Bloedtransfusie mensen zorgen voor mensen 2 Waaruit bestaat bloed? Bloed bestaat voor ongeveer 55% uit een gele vloeistof: plasma. De andere 45% zijn verschillende soorten bloedcellen: Rode
Nadere informatieRichtlijn wisseltransfusie 1
RICHTLIJN WISSELTRANSFUSIE BARTrial Inhoud Aanbevelingen wisseltransfusie Wisseltransfusie achtergrond informatie 1. Inleiding 1.1 wisseltransfusie 2. Bloedproduct 3. Werkwijze 3.1 push en pull of isovolumetrisch
Nadere informatieTransfusiereacties n.a.v. 4 casus
Transfusiereacties n.a.v. 4 casus Koorts tijdens of < 4 uur na transfusie Transfusiereactie? Patient-1 57 jarige man Transfusie 2 PC i.v.m. Hb 4.7 Tijdens 2 e PC temp 37.3 38.7 0 C Patient-2 67 jarige
Nadere informatieBloedtransfusie. Inleiding. Waarom een bloedtransfusie?
Bloedtransfusie Inleiding U ondergaat binnenkort een behandeling in VieCuri Medisch Centrum. Hierbij bestaat de kans dat u bloed toegediend moet krijgen: dit heet bloedtransfusie. In deze brochure vindt
Nadere informatieInformatie over een bloedtransfusie
Informatie over een bloedtransfusie Bij het tot stand komen van deze folder is gebruik gemaakt van de volgende folders: Bloedtransfusie voor patiënten - Stichting Sanquin Bloedvoorziening. Bloedtransfusie
Nadere informatieHemodynamische op/malisa/e op de IC. Jasper van Bommel Intensive Care - Erasmus MC Rotterdam
Hemodynamische op/malisa/e op de IC Jasper van Bommel Intensive Care - Erasmus MC Rotterdam Circulatoir falen Definitie SHOCK! Levensbedreigende toestand waarin te weinig bloed met zuurstof naar de organen
Nadere informatieBloedtransfusie ALGEMEEN. Toedienen van bloedproducten
ALGEMEEN Bloedtransfusie Toedienen van bloedproducten Bij een bloedtransfusie worden bloed of bloedproducten via een infuus toegediend. Indien het voor uw behandeling noodzakelijk is, schrijft uw behandelend
Nadere informatieBloedgasanalyse. Doelstelling. Bloedgasanalyse. 4 mei 2004 Blad 1. Sacha Schellaars IC centrum UMC Utrecht. Zuur base evenwicht Oxygenatie
Bloedgasanalyse Sacha Schellaars IC centrum UMC Utrecht Doelstelling De student kan de 4 stoornissen in het zuurbase evenwicht benoemen. De student kan compensatiemechanismen herkennen en benoemen. De
Nadere informatieVan sepsis tot orgaanfalen
Van sepsis tot orgaanfalen Hoe een infectie uit de hand kan lopen in neutropene patiënten 21 januari 2015 J.C. Regelink, internist hematoloog 4 th Nursing Symposoim Inhoud Historie Begrippen Sepis en orgaanfalen
Nadere informatiePatient 56 Jaren, Vrouw /
IC 24-05-2016 Patient 56 Jaren, Vrouw / 24-8-1959 Bloedplaatjestransfusie ivm tr 7 x 10*9/L (tgv chemotherapie) en hematurie Na inlopen KR en temp 37*7-39*7/L tachycardie maar circulatoir stabiel Geen
Nadere informatieEvaluatie van de aangepaste flexinorm in ziekenhuis Bernhoven
Evaluatie van de aangepaste 4-5-6-flexinorm in ziekenhuis Bernhoven Auteurs Trefwoorden N.C.J. de Wit en J.D. Oosting 4-5-6-flexinorm, evaluatie transfusiegegevens, hemovigilantie, transfusiebeleid, transfusieprotocol
Nadere informatieTransfusiereacties bij trombocyten
Transfusiereacties bij trombocyten aantal meldingen TR aantal bp 600000 500000 400000 300000 2008-2015 200000 TR bij ery's 100000 trombo's Totaal 136990 2032 522 383 148 16784 2008 2009 2010 2011 2012
Nadere informatieCasuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole. SKS symposium 30 oktober 2008 Ad Castel Ton van den Besselaar
Casuïstiek stiek en externe kwaliteitscontrole SKS symposium 30 oktober 008 Ad Castel Ton van den Besselaar Conclusies uit 006: De indicatie tot, en de interpretatie van laboratoriumonderzoek zijn wezenlijke
Nadere informatieHemolytische ziekte van de pasgeborene. 11e Pediatrisch transfusiesymposium Natasja Dors, kinderarts hematoloog/oncoloog CZE
Hemolytische ziekte van de pasgeborene 11e Pediatrisch transfusiesymposium Natasja Dors, kinderarts hematoloog/oncoloog CZE Inleiding Hemolytische ziekte van de pasgeborene In dit verhaal: Casus Differentiaal
Nadere informatieTransfusiereacties : een klinische en een immuunlaboratorium benadering
Transfusiereacties : een klinische en een immuunlaboratorium benadering 1/ Een klinische benadering L.Noens Bloedbank UZG Murphy s Law Likelihood of a serious ABO HTR, shown as a pyramid whose base represents
Nadere informatieVergelijking vers bevroren plasma en solvent/detergent gepoold plasma op basis van klinische gebruik, effectiviteit, en veiligheid in Nederland Ir.
Vergelijking vers bevroren plasma en solvent/detergent gepoold plasma op basis van klinische gebruik, effectiviteit, en veiligheid in Nederland Ir. Nicholas Saadah PhD student LUMC/Sanquin CCTR/TRIP Indicaties
Nadere informatieTRIP rapport 2012. Hemovigilantie. Incidenten
TRIP rapport 0 Hemovigilantie Incidenten 3. Toelichting op de categorieën meldingen 3. Incidenten in de transfusie keten Verkeerd bloedproduct toegediend (VBT) Alle gevallen waarin de patiënt werd getransfundeerd
Nadere informatieHemolyse na transfusie, wie is de boosdoener?
27 maart 2014 Hemolyse na transfusie, wie is de boosdoener? CENTRAAL DIAGNOSTISCH LABORATORIUM transfusielaboratorium, Yvonne Henskens en Sandra Rouwette Vrouw, 55 jaar Blanco voorgeschiedenis 5 dagen
Nadere informatieTRIP rapport 2012. Hemovigilantie. Algemene beschouwing, conclusies en aanbevelingen
TRIP rapport 2012 Hemovigilantie Algemene beschouwing, conclusies en aanbevelingen 4. Algemene beschouwing, conclusies en aanbevelingen 4.1 Het tiende TRIP hemovigilantierapport: zijn er veiligheidsverbeteringen
Nadere informatieDr. Leo Jacobs Klinisch chemicus in opleiding
Dr. Leo Jacobs Klinisch chemicus in opleiding April 2012 71 jarige man Hoge koorts en frequent braken en dyspnoe Geen bloed of slijm bij ontlasting, geen hematurie. CRP = 63 mg/l en HB = 6.1 mmol/l Relevante
Nadere informatieVraag screenend laboratorium hemostase onderzoek. 2. pas maar op dat die bloedneus niet gaat groeien. 3. Griekenland, 32 C en een Hermes schotel
Vraag 1 Een corpulente minister van financiën stapt met een koffertje op het vliegtuig naar Griekenland en is geheel toevallig bij terugkomst enige kilo s bagage kwijt. Tevens heeft hij bij terugkomst
Nadere informatieTransfusie van erytrocytenproducten. Rianne Koopman, internist-transfusiearts
Transfusie van erytrocytenproducten Rianne Koopman, internist-transfusiearts Inhoud Achtergronden Historie bloedtransfusie Sanquin Bloedvoorziening Standaardproduct / veiligheid Indicaties / transfusietriggers
Nadere informatieIs het een transfusiereactie? Hoe komen we tot een diagnose?
Is het een transfusiereactie? Hoe komen we tot een diagnose? Disclosure belangen spreker bijeenkomst Onderwijsbijeenkomst 22 maart 2018 Kennisplatform Transfusiegeneeskunde Zuidoost Naam: E.C.M. van Pampus
Nadere informatieTRANSFUSIEGIDS. samengesteld op basis van de CBO Richtlijn Bloedtransfusie
TRANSFUSIEGIDS samengesteld op basis van de CBO Richtlijn Bloedtransfusie 2011 Initiatief: Landelijke Gebruikersraad Sanquin Organisatie: Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg (CBO) Redactie: prof.
Nadere informatieNaam richtlijn Erytrocytentransfusie op de Intensive Care bij niet-bloedende euvolemische patiënten
Naam richtlijn Erytrocytentransfusie op de Intensive Care bij niet-bloedende euvolemische patiënten Type richtlijn Preventie/behandeling Trefwoorden Erytrocytenconcentraat, packed cells, anemie Toepassingsgebied
Nadere informatieConsortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016
Consortium Transfusiegeneeskundig Onderzoek: Najaarssymposium 2016 Samenwerken in het optimaliseren van de bloedtransfusieketen Deel II: Ontwikkelen van nieuw transfusie gerelateerd onderzoek Dr. Erik
Nadere informatiehoofdstuk één hoofdstuk twee
Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar hemolytische foetale bloedarmoede en foetale hydrops. Hemolytische foetale bloedarmoede ontstaat door afbraak van rode bloedcellen. Foetale hydrops betreft het
Nadere informatieFFP bewaarprocedure Zet de dooi door?
Yvonne Henskens Kennisplatform 4-4-2013 FFP bewaarprocedure Zet de dooi door? Yvonne Henskens Klinisch chemicus Hemostase en Transfusie Centraal diagnostisch laboratorium A Yvonne Henskens Kennisplatform
Nadere informatieDe ervaringen uit de praktijk bij gebruik van Bellovac ABT en Eprex bij THP en TKP.
De ervaringen uit de praktijk bij gebruik van Bellovac ABT en Eprex bij THP en TKP. Hemovigilantie: Mw. A.M. van den Boogaard van de Maat Mw. R. Geelen Geboers Klinische chemie: Dr. J.L.P. van Duijnhoven
Nadere informatieEvaluatie van de HLA- en HNA-antistofscreening in donors betrokken bij (mogelijke) TRALI
Evaluatie van de HLA- en HNA-antistofscreening in donors betrokken bij (mogelijke) TRALI Claudia Weller Transfusiearts in opleiding Unit Transfusiegeneeskunde 19 mei 2017 1 No disclosures 19 mei 2017 2
Nadere informatieEen verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals)
Een verwittigd klinisch bioloog is er twee waard? Kathleen Deiteren (klinisch bioloog, UZA) Glenn Van Den Bosch (klinisch bioloog, AZ Herentals) Kliniek dag 0 Een zwangere vrouw van 36j (A-) wordt opgenomen
Nadere informatieRichtlijn behandeling van ernstige sepsis en septische shock volwassenen. Medische protocollencommissie Intensive Care
Titel Richtlijn behandeling van ernstige sepsis en septische shock volwassenen Datum vaststelling: 02-2013 Datum revisie: 02-2015 Verantwoording: Bron document: Medische protocollencommissie Intensive
Nadere informatiehoofdstuk 2 Hoofdstuk 3
In Nederland ontvangen jaarlijks vele mensen een bloedtransfusie. De rode bloedcellen (RBCs) worden toegediend om bloedarmoede, veroorzaakt door ernstig bloedverlies of een probleem in de bloedaanmaak,
Nadere informatieBloedmanagement bij Orthopedische ingrepen. Tergooi ziekenhuis Hilversum 10 november 2007
Bloedmanagement bij Orthopedische ingrepen Tergooi ziekenhuis Hilversum 10 november 2007 Agenda Anemie Transfusies Ervaring Epoëtine alfa in orthopedie Conclusies Is er een probleem met anemie? Anemie
Nadere informatieHet bloed kruipt waar het niet gaan kan; wat te doen?
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan; wat te doen? dhr. B. Santbergen, internist-hematoloog, mw. dr. E.A. Kemper, klinisch chemicus, en mw. A.R. Bharos, huisarts, HA praktijk Rozenburcht, Capelle a/d
Nadere informatieKinderen. Bloedtransfusie. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk
Kinderen Bloedtransfusie T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont
Nadere informatieBloedmanagement. state of the art
Bloedmanagement. state of the art Dr. AWMM Koopman-van Gemert anesthesioloog-intensivist ASz Casus Vrouw, 80 jaar, gepland voor een THP VG: HT, CVA 1997 Medicatie: captopril, ASA II 70 KG Uitgangs-Hb 7.6
Nadere informatieTRANSFUSIEGIDS. Samengesteld op basis van de CBO Richtlijn Bloedtransfusie. Landelijke Gebruikersraad Sanquin
TRANSFUSIEGIDS Samengesteld op basis van de CBO Richtlijn Bloedtransfusie 2011 Initiatief: Landelijke Gebruikersraad Sanquin Organisatie: Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg (CBO) Redactie: Prof.
Nadere informatieDexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten. Vrijdagochtendkrans 10/04/2015
Dexamethasone Indicaties en potentiële neveneffecten Vrijdagochtendkrans 10/04/2015 Inhoud Indicaties: 1) Postoperative nausea & vomiting (PONV) preventie 2) Verlengen perifeer zenuwblock 3) Multimodale
Nadere informatieAANDOENINGEN van het BLOED. H.H. TAN, arts 2015
AANDOENINGEN van het BLOED H.H. TAN, arts 2015 BLOED 2 RODE BLOEDCELLEN (ERYTROCYTEN ; 4,5-5,5 x 10 12 /ltr, 4-5 x 10 12 /ltr) * Vervoeren O 2 naar het weefsel * Voeren CO 2 af * Levensduur: 120 dagen
Nadere informatiestolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog 15 maart 2019
stolling en trombose Dr Marieke J.H.A. Kruip internist-hematoloog m.kruip@erasmusmc.nl 15 maart 2019 Wat ga ik bespreken? Hoe werkt de stolling ook alweer?? Wat is trombose en waardoor ontstaat het? Hoe
Nadere informatieProcedures bloedsparende technieken juli
Hemovigilantie bij gebruik van machinale en niet machinale autotransfusie, andere vormen van bloedsparende technieken, Extra Corporeel Circuit en specifieke autologe bloedproducten Procedures bloedsparende
Nadere informatieDe risico s van bloedbesparende technieken. Dr. AWMM Koopman van Gemert anesthesioloog intensivist ASZ
De risico s van bloedbesparende technieken Dr. AWMM Koopman van Gemert anesthesioloog intensivist ASZ Methoden Verminderen bloedverlies anesthesiologische maatregelen chirurgische maatregelen Autologe
Nadere informatieParoxysmale Nachtelijke Hemoglobinurie Oftewel: Plan Niet Haalbaar? Annegeet van den Bos Kennisplatform 6 december 2018
Paroxysmale Nachtelijke Hemoglobinurie Oftewel: Plan Niet Haalbaar? Annegeet van den Bos Kennisplatform 6 december 2018 PNH Oorzaak: mutatie PIG-A gen (codeert voor Glycosyl-Phosfatdyl-Inosytol) Gevolg:
Nadere informatieOverzicht van transfusiereacties bij patiënten tot 21 jaar in 2018
Overzicht van transfusiereacties bij patiënten tot 21 jaar in 2018 Joop Heijnen 1 J.C. Wiersum-Osselton 1, A.J.W. van Tilborgh-de Jong 1, E.J. Huisman 2, A.G. Bokhorst 1 1 TRIP Nationaal bureau voor hemo-
Nadere informatieOverige aanvraagpaden HILA
1. ZWANGERSCHAP- EN TRANSFUSIE-GERELATEERDE PATHOLOGIE... 2 1.1. Alloimmune neonatale neutropenie (staalname bij moeder) (9535/M_035)... 2 1.2. Chronische neutropenie (staalname bij patiënt) (9536/M_0351)...
Nadere informatie