Meetinstrument valpreventie

Transcriptie

1 Vink steeds het voor jou meest passende antwoord aan. Slechts één antwoord is mogelijk. Indien meerdere antwoorden mogelijk zijn, wordt dit met * aangegeven. Indien stippellijnen, hierop invullen a.u.b. Vul deze lijst individueel in. Dank! Identificatienummer: Tijdstip van invullen:.. /.. / u... Demografische gegevens Geslacht: O M O V Leeftijd: O jonger dan 20j O 20-29j O 30-39j O 40-49j O 50-59j O 60j of ouder Hoogste opleidingsniveau: O secundair onderwijs O aanvullend secundair onderwijs O bachelor O master O doctoraat Professionele functie:* O animator O huisarts O ergotherapeut O geriater O kinesitherapeut O arts-specialist (exclusie geriater) O verpleegkundige HBO (vroeger A2) O gerontoloog O Bachelor in de verpleegkunde O psycholoog O zorgkundige/verzorgende O directie/ diensthoofd O student. O andere:. Tewerkstelling:* O thuiszorg O ziekenhuis, revalidatiecentrum O woonzorgcentrum O andere: Komt u in uw werksituatie in contact met valproblematiek? O ja, frequent O ja, sporadisch O neen Heeft u extra vorming gevolgd omtrent valproblematiek? O ja O neen Zo ja, Welke vorming? Wanneer gevolgd? O niet meer dan twee jaar geleden O tussen twee en vijf jaar geleden O meer dan vijf jaar geleden Aantal uren: u

2 Kennis Vink aan of je het oneens of eens bent met de stelling. Gebruik zo weinig mogelijk weet het niet. Algemeen Fout Juist Weet het niet A.1 Bijna 2 op de 5 ouderen in een woonzorgcentrum valt minstens twee keer per jaar. A.2 Bewoners van woonzorgcentra vallen meer dan thuiswonende ouderen. A.3 Er wordt meer gevallen op een afdeling waar ouderen met fysieke beperkingen verblijven, dan op een afdeling met dementerende ouderen. A.4Kinderen vallen vaker achterover, ouderen voorover. A.5 Een ouder persoon die het voorbije jaar minstens twee keer gevallen is, heeft een verhoogd valrisico. A.6 Om de lichaamsconditie van ouderen op peil te houden is drie keer tien minuten per dag matige bewegingsoefeningen doen, evenwaardig als één keer dertig minuten per dag matige bewegingsoefeningen doen. A.7 Bij ouderen met osteoporose is het aan te raden calcium in combinatie met vitamine D te nemen in het kader van fractuurpreventie. Valrisicofactoren B.1 Het opsporen van voetproblemen verlaagt de kans op vallen. B.2 De inname van calcium verlaagt het risico op vallen. B.3 Het gebruik van benzodiazepines (tranquilizers) heeft geen invloed op vallen.

3 Aanpak valproblematiek Fout Juist Weet het niet C.1 Preventief gerichte oefeningen doen heeft geen zin als de oudere nog nooit gevallen is. C.2 Om effectief en kosteneffectief te zijn, zijn zowel algemene, als persoonsgebonden woningaanpassingen noodzakelijk. C.3Kennis van de medische voorgeschiedenis van de ouderen is niet van toepassing om op maat aan valpreventie te doen. C.4 Bij één op de tien ouderen resulteert een valincident in een fysiek (mineur of majeur) letsel.

4 Attitude Vink aan wat voor jou het meest passend is. Gebruik niet van toepassing enkel indien je niet rechtstreeks in contact komt met oudere personen. oneens Mee oneens Mee eens eens Niet van toepassing D.1 Ik vind dat het opsporen van valrisicofactoren tot mijn takenpakket behoort. D.2 Een valpreventie campagne is belangrijk voor de populatie binnen het woonzorgcentrum. D.3 Ik vind het zinvol om valpreventie hoog op de agenda te zetten binnen het woonzorgcentrum. D.4 Ik vind dat het signaleren van valrisicofactoren tot mijn takenpakket behoort. D.5 Ik vind dat het registreren van valpartijen tot mijn takenpakket behoort. D.6 Ik vind dat het opsporen van valrisicofactoren tot mijn takenpakket behoort. D.7 Ik vind dat het wegwerken van valrisicofactoren tot mijn takenpakket behoort. D.8 Ik vind dat de follow-up van aangepakte valrisicofactoren tot mijn taak behoort. D.9 Weerstand bij de ouderen staat een goede valpreventie in de weg. D.10 Weerstand bij de hulpverleners staat een goede valpreventie campagne in de weg. D.11 Weerstand bij de familie staat een goede valpreventie in de weg. D.12 Ik voel mij verantwoordelijk voor het sensibiliseren van collega s aangaande valpreventie. D.13 Ik voel mij verveeld als ik, door omstandigheden, te weinig aandacht kan geven aan valpreventie. D.14 Door aandacht te besteden aan valpreventie kan ik valpartijen voorkomen. D.15 Door de oudere te activeren kan ik valpartijen voorkomen. D.16 Er is binnen het woonzorgcentrum onvoldoende aandacht voor valpreventie.

5 oneens Mee oneens Mee eens eens Niet van toepassing D.17 Ik wil meer aandacht besteden aan valpreventie dan op mijn dienst momenteel van toepassing is. D.18 Mijn collega s ervaren valpreventie minder belangrijk als ik. D.19 Collega s vinden dat er te veel tijd besteed wordt aan valpreventie. D.20 Ik bezit voldoende kennis om valrisicofactoren op te sporen. D.21 Ik bezit voldoende kennis om valrisicofactoren aan te pakken. D.22 Ik ben voldoende vaardig om een meting aangaande valrisicofactoren uit te voeren. D.23 Ik ben voldoende vaardig om valrisicofactoren aan te pakken. D.24 Ik ben voldoende assertief om collega s te wijzen op het belang van valpreventie. *enkel te gebruiken indien geen rechtstreeks contact met oudere personen