Informatiebrochure 1.

Transcriptie

1 Informatiebrochure 1.

2 VOORWOORD Moeilijke dingen eenvoudig uitleggen: het is niet eenvoudig. U bent vertrouwd met de basisprincipes van de maribel maar stoot in de praktijk nog vaak op onopgeloste vragen? U bent niet alleen, laat dat een geruststelling zijn. Daarom, hopen we u met deze brochure een extra hulpmiddel aan te reiken om u het leven gemakkelijker te maken. Voor de basisversie van deze brochure brachten we alle ervaringen samen van de medewerkers voor de maribelfondsen binnen de overkoepelende vzw FE.BI. In onderliggende brochure vindt u de achtergrond en richtlijnen die van toepassing zijn op de federale en bicommunautaire socioculturele sector. Het sociaal maribelfonds ondersteunt daarbij de Raad van Bestuur en de organisaties. Hoewel deze brochure heel wat onderwerpen aansnijdt, blijft de informatie die u op de website vindt onontbeerlijk. Bijvoorbeeld om de meest recente versie van formulieren te downloaden, of om de recentste informatie over de maribel op te zoeken. De website vindt u op volgend adres: (klik op Nederlands en vervolgens op het fonds Werk ). Indien u aanvullingen, opmerkingen hebt met betrekking tot deze brochure, aarzel niet ze ons mee te delen, zodat we onze diensten nog verder kunnen verfijnen en afstemmen op uw behoeften. Mail ze naar info@febi.org of contacteer rechtstreeks de medewerkers van uw fonds. Veel lees- en werkplezier Jonathan Chevalier Directeur asbl FE.BI Deze informatiebrochure is gebaseerd op het Koninklijk Besluit van 18 juli 2002 (over de maribel), de Collectieve Arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2007 (over de maribel), de Collectieve Arbeidsovereenkomsten van 13 december 2002 en 28 november 2006 en het Koninkblijk Besluit van 1 juni 2016, onder voorbehoud van eventuele latere wijzigingen van de regelgeving en/of beslissingen van de Raad van Bestuur van het Fonds. Laatste aanpassingen: maart

3 INHOUDSTABEL VOORWOORD Wat is de Maribel? Algemeen Het maribelfonds Wie kan genieten van maribel? Hoe maribelmiddelen verkrijgen? Aanwerven en vervangen van werknemers? Termijn Functie en Barema Welke zijn de in te dienen documenten? Trimestrieel Jaarlijks... 7 De jaarlijk afrekening... 7 Het jaarrapport... 8 De meldingsplicht Bij indienstneming en in het geval van wijzigingen aan de gesubsidieerde maribelpost... 8 Formulier 1: Formulier 1 Verklaring op eer... 8 Formulier 2 : Aangifte maribelwerknemer... 8 Formulier 3 : Aanvraag wijziging maribeltoekenning... 9 Formulier 4 : verlegprocedure Specifieke wijzigingen die onmiddellijk en schriftelijk aan het Fonds moeten gemeld worden Hoe gebeurt de financiering? Hoeveel bedraagt de financiële tussenkomst vanwege het Fonds? Op welke tijdstippen betaalt het Fonds? De voorschotten per trimester Trimestriële prestatiestaat Handleiding bij de trimestriele prestatiestaat Wat is de doelstelling? Evolutie van de tewerkstelling Algemeen principe: bijkomende tewerkstelling

4 7.2. Het referentiejaar Daling van arbeidsvolume Que faire en cas de restructuration de l institution? Wat is de overlegprocedure? Wat gebeurt er indien de procedures niet gerespecteerd worden? Wetgeving

5 1. WAT IS DE MARIBEL? 1.1. ALGEMEEN De maribel is een tewerkstellingsmaatregel die werd opgestart om tegemoet te komen aan de noden in de non-profitsector. De voornaamste doelstellingen zijn: Het creëren van jobs om de werkdruk op de werkvloer te verminderen ; Het verhogen van de intensiteit en de kwaliteit van de verstrekte dienstverlening en het comfort van de doelgroep. Het sociale maribelsysteem kan als volgt worden samengevat: per werknemer die minimaal halftijds werkt, geniet de sector van een forfaitaire bijdragevermindering van de werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid. De globale opbrengst van deze vermindering is de socialemaribeldotatie die wordt doorgestort aan het betreffende maribelfonds. Vervolgens verdeelt elk fonds op basis van welbepaalde criteria de ontvangen dotatie onder de werkgevers die een aanvraag indienden, zodat de dotatie gebruikt wordt voor het creëren van nieuwe tewerkstelling(en). De forfaitaire bijdrage wordt berekend per kwartaal en per werknemer die minimaal halftijds werkt. Bij elke verhoging van de socialemaribelbijdrage spreekt men van een nieuwe maribelfase: Maribelfase Bijdragevermindering Van kracht vanaf MS 1 80,57 1/01/1997 MS 2 161,13 1/07/1998 MS 3, MS 3bis 241,70 1/07/1999 MS 4 288,18 1/07/2000 MS CDD, MS 5 332,00 1/07/2004 MS 6 354,92 1/01/ ,00 1/01/2007 MS7 371,23 1/01/2010 MS8 384,25 1/01/2011 MS9 391,87 1/01/2014 MS10 405,79 440,10 461,52 478,89 500,31 1/01/2016 1/04/2016 1/01/2018 1/01/2019 1/01/2020 Daarnaast, voorziet de economische herstelwet vanaf 2009 in een bijkomende financieringsbron door een verhoging van de vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing. Men noemt dit fiscale maribel. De middelen worden door de fiscus doorgestort aan de fondsen. Ze worden berekend op basis van de loonmassa en variëren dus maandelijks. Het budget van deze fiscale maribel dient hoofdzakelijk voor het creëren van bijkomende tewerkstelling. Een beperkt gedeelte mag gebruikt worden voor een verhoging van het loonplafond. Deze tewerkstellingen worden op dezelfde manier beheerd als deze gecreëerd via de sociale maribel. Wanneer we het in deze brochure hebben over de maribel bedoelen we sociale en 'fiscale' maribel. 5.

6 1.2. HET MARIBELFONDS Op 1 januari 1997 werd de maribel operationeel voor alle organisaties die behoren tot het paritair subcomité (psc) Het Fonds wordt beheerd door een paritaire Raad van Bestuur samengesteld uit vakbond- en werkgeversvertegenwoordigers uit de sector en een administratieve cel. Een regeringscommissaris woont de vergaderingen van de Raad van Bestuur bij met een raadgevende stem. 2. WIE KAN GENIETEN VAN MARIBEL? Om te kunnen genieten van de maribel moet de werkgever voldoen aan volgende voorwaarden: ressorteren onder het paritair subcomité Ter herinnering, het paritair comité 329 werd bij Koninklijk Besluit van 21 september 2004 opgesplitst in drie paritaire subcomités: : paritair subcomité voor de socioculturele sector van de Vlaamse gemeenschap : sous-commission paritaire pour le secteur socioculturel de la communauté française et de la région wallonne : paritair subcomité voor de federale en bicommunautaire socioculturele organisaties een rsz-nummer hebben met als kengetal: (vroeger 262): voor de organisaties ingeschreven in de Nederlandstalige taalrol; (vroeger 362): voor de organisaties ingeschreven in de Franstalige taalrol. Het kengetal = de drie eerste cijfers van het rsz-nummer. 3. HOE MARIBELMIDDELEN VERKRIJGEN? Per maribelfase, bepaalt het Fonds de toekenningscriteria en de te volgen procedures. Vervolgens doet het Fonds een oproep naar kandidaten. Geïnteresseerde organisaties uit de sector moeten een aanvraagdossier indienen dat zowel door de werkgever als door de werknemersvertegenwoordigers ondertekend is (cf. Collectieve Arbeidsovereenkomsten van 27 januari 2003, art 11, 2). Het Fonds bepaalt het model van het aanvraagdossier. Het Fonds verwerkt en onderzoekt alle aanvragen en kent in functie van de vastgestelde criteria al dan niet een tewerkstelling toe. Het Fonds brengt schriftelijk alle organisaties op de hoogte van de beslissing. De toekenning is voor onbepaalde duur, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald. Het Fonds kan een einde maken aan de toekenning wanneer de werkgever zich niet houdt aan de vastgelegde regels en procedures. Ook de werkgever kan zijn toekenning geheel of gedeeltelijk stopzetten (schriftelijk te melden aan het Fonds). 6.

7 4. AANWERVEN EN VERVANGEN VAN WERKNEMERS? 4.1. TERMIJN Wanneer een organisatie een maribelsubsidie van onbepaalde duur krijgt moeten de nieuwe aanwervingen en de toename van het arbeidsvolume gerealiseerd worden binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de dag van de betekening van de beslissing tot toekenning. De vervanging van de werknemers waarvan het contract geschorst of afgelopen is en waarvan de werkpost wordt gesubsidieerd voor onbepaalde duur, moet gebeuren binnen de zes maanden die volgen op het einde van het contract of op het begin van de schorsing. Op basis van een gemotiveerde aanvraag kan het Fonds uitzonderlijk een afwijking op deze termijnen toestaan FUNCTIE EN BAREMA In het aanvraagdossier bepaalt de werkgever in overleg met de werknemersvertegenwoordiging hoe de maribelmiddelen besteed zullen worden: in welke dienst en welke functie wordt aangeworven en welk barema. In principe zijn alle functies mogelijk. Artikel 13 van het KB van 18 juli 2002 legt echter de verplichting op om slechts die jobs te financieren die wat hun maximale loonkost betreft op geen enkel ogenblik van de loopbaan het wettelijk plafond van ,84 (niet geïndexeerd bedrag zoals vermeld in het KB van 18 juli 2002) overschrijden (pro rata bij deeltijdse tewerkstelling). Het maximum toegelaten barema is dat van een verpleegkundige A1 ( ). 5. WELKE ZIJN DE IN TE DIENEN DOCUMENTEN? 5.1. TRIMESTRIEEL L état trimestriel (voir point 6.3) JAARLIJKS DE JAARLIJK AFREKENING Op basis van de trimestriële prestatiestaten die u aan het Fonds bezorgt, berekent het Fonds jaarlijks het bedrag van de tussenkomst voor het vorig kalenderjaar. Het Fonds trekt van dit bedrag de voorschotten af om tot een saldo te komen: - een positief saldo wordt door het Fonds aan de organisatie betaald - een negatief saldo moet de organisatie aan het Fonds terugstorten of wordt door het Fonds in mindering gebracht bij een volgende betaling. Het Fonds bezorgt de jaarlijkse afrekening aan de organisatie eind maart-begin april van het volgende kalenderjaar. U moet de afrekening volledig controleren en ondertekend voor akkoord terugsturen naar het Fonds. Het Fonds bepaalt de uiterste indieningsdatum. Eventuele aanpassingen/verbeteringen meldt u schriftelijk aan het Fonds, u ontvangt dan een verbeterde afrekening die u ondertekend voor akkoord terugstuurt. 7.

8 HET JAARRAPPORT Elke werkgever die van de sociale maribelsubsidie geniet, is verplicht jaarlijks een verslag aan het Fonds te bezorgen. Dit document wordt u door het Fonds toegestuurd. De uiterste indieningsdatum aan het Fonds wordt in het begeleidend schrijven vermeld. Dit rapport moet gegevens bevatten betreffende het arbeidsvolume binnen de organisatie en betreffende de werknemers die de maribelsubsidie genoten het afgelopen jaar. Het Fonds zal nagaan of het arbeidsvolume lager is dan het arbeidsvolume van het jaar dat als referentiejaar wordt genomen. De organisatie moet in het jaarrapport elke conjuncturele daling t.o.v. het arbeidsvolume van referentiejaar verantwoorden. Elke structurele daling van het arbeidsvolume moet daarentegen vooraf aan het Fonds gemeld worden. Het behoud van het arbeidsvolume binnen de organisatie is een wettelijke vereiste. (Zie punt 7.3). Dit jaarrapport moet u ter goedkeuring voorleggen aan het overlegorgaan (ondernemingsraad, comité voor bescherming en preventie op het werk of de vakbondsafvaardiging) in uw organisatie. Het bewijs van overleg stuurt u samen met het jaarrapport naar het Fonds. Als uw organisatie niet beschikt over een overlegorgaan moet u het jaarrapport aangetekend of via mail versturen naar drie regionale secretarissen van de erkende vakbonden, die lid zijn van het paritair subcomité , en in geval van een aangetekende verzending het Fonds een bewijs van deze verzending bezorgen samen met het jaarrapport. DE MELDINGSPLICHT Vanaf 2003 geldt een meldingsplicht voor de maribelwerknemers. Jaarlijks, in april-mei ontvangt de werkgever een lijst van alle werknemers die gedurende het voorgaande kalenderjaar in dienst waren in het kader van de maribel. De werkgever kijkt de lijst na, verbetert indien nodig en bezorgt deze aan het Fonds BIJ INDIENSTNEMING EN IN HET GEVAL VAN WIJZIGINGEN AAN DE GESUBSIDIEERDE MARIBELPOST Het Fonds beschikt over 4 formulieren: FORMULIER 1: FORMULIER 1 VERKLARING OP EER in te vullen bij de eerste toekenning van een subsidie door het Fonds. elke wijziging van de op dit formulier vermelde gegevens (adres, rekeningnummer, contactpersoon) moet u onmiddellijk aan het Fonds doorgeven. FORMULIER 2 : AANGIFTE MARIBELWERKNEMER door te geven aan het Fonds in volgende gevallen: bij elke aanwerving van een maribelwerknemer: aanwerving met een contract van onbepaalde duur (of een aanwerving van bepaalde duur bij een toekenning van bepaalde duur) of een vervangingscontract en bij wijziging van de arbeidsovereenkomst. bij uitdiensttreding van een maribelwerknemer. onbetaalde schorsing van de arbeidsovereenkomst: voltijds tijdkrediet, vaderschapsverlof, zwangerschapsverlof, adoptieverlof, verlof zonder wedde (zelfs voor één dag), ziekteverlof (langer dan één maand) 8.

9 bij verandering van het arbeidsstelsel van de maribelwerknemer (verhoging, vermindering, deeltijds tijdkrediet). Opgelet: Als het Fonds een voltijdse post financiert en de betrokken werknemer naar een deeltijdse tewerkstelling overgaat, zal het niet gebruikte gedeelte van de tussenkomst verloren gaan als u de middelen niet opnieuw binnen 6 maanden inzet. Er zijn drie mogelijkheden: - de toekenning wordt niet overgedragen naar een andere werknemer en is verloren na zes maanden - de toekenning wordt gedeeltelijk overgedragen naar een andere werknemer; - de toekenning wordt volledig overgedragen naar een andere werknemer De werknemer naar wie de toekenning (gedeeltelijk of volledig) wordt overgedragen is ofwel een nieuwe werknemer ofwel een deeltijdse werknemer die al in uw organisatie tewerkgesteld is en van wie het aantal werkuren wordt verhoogd. NB Omdat de maribeltussenkomst toegekend wordt voor de functie zoals omschreven in het aanvraagformulier, moet de toekenning worden overgezet naar een werknemer met een gelijkaardige functie. U kunt een afwijking vragen. De organisatie moet erop toezien dat het tijdskrediet niet leidt tot een structurele daling van het arbeidsvolume, tenzij in uitzonderlijke gevallen, die verantwoord moeten worden. FORMULIER 3 : AANVRAAG WIJZIGING MARIBELTOEKENNING Deze aanvraag tot wijziging moet op voorhand bij het Fonds voor akkoord worden ingediend en in de volgende gevallen: Een functiewijziging, aangezien de maribeltussenkomst is toegekend voor de functie zoals omschreven in het aanvraagformulier. Een statuutwijziging: van arbeider naar bediende of omgekeerd. Overdracht van een maribelsubsidie naar een andere werknemer binnen de organisatie. Overdracht van een maribelsubsidie naar een andere organisatie (die tot het paritair subcomité moet behoren): In uitzonderlijke gevallen (fusie, herstructurering, verandering van paritair (sub)comité, of op basis van een gemotiveerde aanvraag) kan een maribeltoekenning aan een andere organisatie die behoort tot het paritair subcomité overgedragen worden. Een structurele arbeidsvolumedaling. FORMULIER 4 : OVERLEGPROCEDURE In te dienen bij het Fonds bij het inleveren van kandidatuurstelling, jaarrapport, melding arbeidsvolumedaling en voor alle wijzigingen voorzien op formulier 3. Deze 4 formulieren kunt u downloaden via onze website SPECIFIEKE WIJZIGINGEN DIE ONMIDDELLIJK EN SCHRIFTELIJK AAN HET FONDS MOETEN GEMELD WORDEN Fundamentele wijzigingen die een weerslag kunnen hebben op de toekenning, zoals fusie, herstructurering, splitsing of ontbinding van uw organisatie, verandering van paritair comité. Aanvraag tot stopzetting van de toekenning. Elke wijziging in de identificatie van de organisatie. Eventuele fouten in het gegevensbeheer of de betalingen door het Fonds verricht zodat het Fonds onmiddellijk de nodige correcties kan doen. De totale brutoloonkosten van de maribelwerknemer overschrijden het plafond (zie formulier 1). 9.

10 6. HOE GEBEURT DE FINANCIERING? 6.1. HOEVEEL BEDRAAGT DE FINANCIËLE TUSSENKOMST VANWEGE HET FONDS? Het Fonds financiert enkel de loonkosten, d.w.z. het brutoloon van dewerknemer verhoogd met de rszwerkgeversbijdragen. Het brutoloon omvat het loon en alle vergoedingen en voordelen die aan de werknemer verschuldigd zijn door of krachtens de wettelijke en reglementaire bepalingen of krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het paritair (sub)comité 329 of Evolutie van de maximale maribeltussenkomst: - op 1 januari 2007: euro per jaar per vte (voltijds equivalent) - op 1 januari 2009: euro per jaar per vte - op 1 januari 2010: euro per jaar per vte - op 1 januari 2011: euro per jaar per vte - tijdelijke plafondverhoging van 1 juli 2014 tot en met 31 december 2014: euro per jaar per vte - vanaf 1 januari 2015: euro per jaar per vte - vanaf 1 januari 2016: euro per jaar per vte - vanaf 1 januari 2017: euro per jaar per vte 6.2. OP WELKE TIJDSTIPPEN BETAALT HET FONDS? DE VOORSCHOTTEN PER TRIMESTER Op basis van de contracten in het bezit van het Fonds wordt op het einde van de eerste maand van elk trimester een voorschot gestort voor het lopende trimester. De voorschotten worden berekend op basis van per voltijdse tewerkstelling per trimester (situatie vanaf 1 januari 2017). Tijdstip van de betalingen: Wordt betaald voorschot 1 ste trimester 30 januari voorschot 2 de trimester 30 april voorschot 3 de trimester 30 juli voorschot 4 de trimester 30 oktober De voorschotten worden betaald op voorwaarde dat al de nodige documenten (jaarrapport, trimestriële prestatiestaten, contracten, verklaringen op eer, ) tijdig aan het Fonds bezorgd worden TRIMESTRIËLE PRESTATIESTAAT De reële loonkost van de maribelwerknemers moet per kwartaal aan het Fonds worden doorgegeven via de door het Fonds ontworpen trimestriële prestatiestaten. De loonkostopgave wordt op eer van de werkgever of van zijn sociaal secretariaat aanvaard. 10.

11 HANDLEIDING BIJ DE TRIMESTRIELE PRESTATIESTAAT PERIODE DUIDELIJK AANGEVEN: Jaar + trimester GEGEVENS OVER DE WERKGEVER Identificatie van de werkgever: naam vzw, adres en een duidelijke vermelding van het dossiernummer bij het Fonds Vermelding of u al dan niet aangesloten bent bij een sociaal secretariaat GEGEVENS OVER DE WERKNEMERS GEFINANCIERD DOOR HET FONDS SOCIALE MARIBEL Identificatie van de werknemer(s): naam (op alfabetische volgorde), voornaam, rijksregisternummer Enkel in te vullen indien van toepassing nl: Bij een nieuwe indiensttreding: de begindatum vermelden Bij een uitdiensttreding: de einddatum vermelden Bij een schorsing van de arbeidsovereenkomst: de begin- en/of einddatum vermelden Tewerkstellingstijd ten laste van het Fonds: enkel het arbeidsvolume (in voltijds equivalent) ten laste van het Fonds vermelden Voorbeeld: een werknemer heeft een voltijds contract (38/38 ste ) waarvan 28,5/38 ste gefinancierd wordt in het kader van de Sociale Maribel en 9,5/38 ste ten laste is van de werkgever: dan moet u in deze kolom 28,5/38 ste vermelden en mag u op deze prestatiestaat slechts die loonkost opgeven die overeenkomt met een tewerkstelling aan 28,5/38 ste. Bij een wijziging van het aantal uren ten laste van het Fonds: datum van wijziging vermelden. PRESTATIES EN LOONKOSTEN U moet alle kolommen (2 tot 8) voor alle werknemers invullen (indien van toepassing). Als het Fonds niet alle gegevens heeft, kan het de tussenkomst voor de betreffende werknemer(s) niet berekenen, kan de jaarlijkse afrekening niet worden opgemaakt en moeten de betaalde voorschotten voor die werknemer(s) worden terugbetaald. KOLOM 1: vermeld het nummer van de werknemer dat moet overeenstemmen met de gegevens vermeld in de eerste tabel op de trimestriële prestatiestaat (cf. supra gegevens over de werknemers). KOLOM 2: noteer de bezoldigde uren, opgesplitst in Effectieve vergoede prestaties Gelijkgestelde vergoede prestaties Daar er op geen enkel ogenblik een dubbele financiering mag zijn zal in het geval dat er voor dezelfde periode een gewaarborgd loon opgegeven wordt en ook prestaties van de vervanger, slechts één van beide door het Fonds in aanmerking worden genomen. Voor de arbeiders mogen de vakantie uren opgegeven worden als gelijkgestelde vergoede prestaties Jeugdvakantie en seniorvakantie: de opgenomen vakantie uren mogen opgegeven worden als gelijkgestelde vergoede prestaties. 11.

12 KOLOM 3 TOT EN MET 8: gaan over de loonkosten ten laste van het Fonds. Herleid de cijfers voor de kolommen 3 tot 8 dus naar de toegekende periode en het toegekende arbeidsvolume (in voltijds equivalent; VTE) ten laste van het Fonds. Onder loonkost wordt verstaan: het brutoloon van de werknemer verhoogd met de werkgeversbijdragen voor de Sociale Zekerheid. Het brutoloon omvat het loon alsook alle vergoedingen en voordelen die aan de werknemer verschuldigd zijn door of krachtens de wettelijke of reglementaire bepalingen alsook deze verschuldigd krachtens collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten binnen het paritair orgaan waaronder de werkgever ressorteert. (KB 18/7/2002 art 12 2). Kosten die niet vermeld mogen worden zijn: de kosten voor groepsverzekering de kosten voor arbeidsongevallenverzekering of de arbeidsgeneeskundige dienst de kosten voor het sociaal secretariaat onkostenvergoedingen voordelen voorzien door cao s op instellingsniveau, zoals hospitalisatieverzekering, groepsverzekering... een eventuele ontslagvergoeding Opgelet: in het kader van de Sociale Maribel mag er op geen enkel ogenblik een dubbele financiering zijn. Loonkosten die door derden vergoed (kunnen) worden, zoals: tussenkomst educatief verlof (vanwege de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg) loonkosten gedekt door de premie in het kader van CAO 26 gewaarborgd loon bij een arbeids(weg)ongeval moeten dus in mindering gebracht worden. KOLOM 3: Het brutoloon, overeenstemmend met de tewerkstellingstijd die door het Fonds ten laste wordt genomen: alle lonen inclusief eventuele haard- en standplaatsvergoeding, toeslagen voor onregelmatige prestaties. KOLOM 4: Alle vergoedingen waarop RSZ is verschuldigd (cfr art.12 KB 18/7/2002) (met uitzondering van de bedragen reeds vermeld in kolom 3): eindejaarspremie attractiviteitspremie feestdagloon na uitdiensttreding, indien effectief betaald... KOLOM 5: RSZ werkgever: het totaal van de reëel verschuldigde RSZ (dus, na aftrek van de eventuele rszverminderingen en exclusief de RSZ op een eventuele ontslagvergoeding). KOLOM 6: Belastbare en niet belastbare vergoedingen bij wet vastgelegd waarop geen RSZ verschuldigd is: tussenkomst woon-werkverkeer werkgeversaandeel in de maaltijdcheques vakantiegeld vergoeding 3 de dag 4 de vakantieweek vertrekvakantiegeld in voorkomend geval, eventuele attesten van vorige werkgever voor in mindering te brengen vakantiegeld (als negatief bedrag verrekenen)

13 KOLOM 7: Vermeld in deze kolom: debetbericht jaarlijkse vakantie voor arbeiders: 10,27 % op de tijdens het vakantiedienstjaar uitbetaalde lonen aan 108% (10,27% op kolom 3+4) deze kolom mag u eveneens gebruiken voor het vermelden van bedragen die in mindering moeten gebracht worden (loonkost vergoed door derden, vb: betaald educatief verlof, CAO 26,...) KOLOM 8: De totaalsom van de bedragen vermeld in de kolommen 3 tot en met 7 ONDERTEKENING EN INDIENING BIJ HET FONDS Stuur de trimestriële prestatiestaat, volledig ingevuld én ondertekend, ten laatste door op volgende data: Periode prestaties Geen lid Sociaal Secretariaat Lid Sociaal Secretariaat 1 ste trimester 15 mei 15 juni 2 de trimester 15 augustus 15 september 3 de trimester 15 november 15 december 4 de trimester 15 februari van het volgend jaar 15 februari van het volgend jaar Naar: Het Fonds Sociale Maribel voor federale en bicommunautaire socioculturele organisaties t.a.v. Maria De Smet Diego Slabbaert hetzij per post: Sainctelettesquare Brussel hetzij per maria.desmet@fe-bi.org of diego.slabbaert@fe-bi.org Uit zorg voor het milieu, is het dus niet nodig de staat nog per post te versturen indien u hem al per mail verstuurd heeft. Gelieve ieder trimester het oorspronkelijke blanco document (beschikbaar bij de downloads op onze website) zelf aan te passen. U dient het document als basismodel te gebruiken. U mag wel een gelijkaardig document bv. vanwege uw sociaal secretariaat gebruiken. BEHANDELING DOOR HET FONDS Indien nodig, kan het Fonds voor elke werknemer bijkomende informatie opvragen ter controle van de gegevens. Die extra controle kan eventueel aanleiding geven tot vertraging bij de afrekening. 7. WAT IS DE DOELSTELLING? EVOLUTIE VAN DE TEWERKSTELLING 7.1. ALGEMEEN PRINCIPE: BIJKOMENDE TEWERKSTELLING Wie geniet van de maribel, onderschrijft het principe dat de toegekende maribelmiddelen worden aangewend voor bijkomende tewerkstelling, bovenop het bestaande personeelsbestand. De werkgever engageert zich tot een evenredige groei van het arbeidsvolume in verhouding tot de toegekende maribeltewerkstelling. 13.

14 Bijvoorbeeld: de instelling krijgt een halftijdse maribeltewerkstelling. Om deze tewerkstelling te realiseren heeft de werkgever 2 mogelijkheden: ofwel 0,5 voltijds equivalent meer arbeidsvolume en 1 extra werknemer. Dit resulteert in een toename van het arbeidsvolume en van het aantal werknemers ofwel 0,5 voltijds equivalent meer arbeidsvolume door het verhogen van de tewerkstellingstijd van een werknemer reeds in dienst. In dit geval is er enkel een toename van het arbeidsvolume. Opmerking: een werknemer reeds tewerkgesteld bij de werkgever kan dus op het ogenblik van de maribeltoekenning niet voor dezelfde uren worden ten laste genomen in het kader van de maribel. De werkgever mag de loonkost van deze werknemer niet doorschuiven naar de maribel aangezien het hier niet om extra tewerkstelling gaat. De bijkomende tewerkstelling en de groei van het arbeidsvolume moeten verwezenlijkt worden op het niveau van de sector; en van elke instelling die via financiële middelen van het Fonds tewerkstelling realiseert HET REFERENTIEJAAR De groei van de tewerkstelling wordt gemeten ten opzichte van het gemiddelde arbeidsvolume in het referentiejaar, rekening houdend met de toegekende maribeltewerkstelling. Vanaf 2006 is het referentiejaar voor alle werkgevers 2005, ongeacht wanneer ze voor het eerst een maribeltoekenning kregen. De bevoegde ministers bepalen het gemiddelde arbeidsvolume van 2005 op basis van tewerkstellingsgegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en op basis van de informatie van de fondsen. Vanaf 2016 wijzigt het referentiejaar: Het KB van 18 juli 2002 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de nonprofit sector werd gewijzigd bij ontwerp van het KB goedgekeurd door de ministerraad op 5 februari Een belangrijke wijziging werd aangebracht in het kader van het referentiejaar voor de controle van het arbeidsvolume. Art bepaalt: het beheerscomité vergelijkt jaarlijks (N) per werkgever het gemiddelde van de arbeidsvolumes uit het jaar (N-3) en (N-2) met het arbeidsvolume van het jaar van de laatste Maribeltoekenning van onbepaalde duur DALING VAN ARBEIDSVOLUME Werkgevers die te maken hebben met een structurele arbeidsvolumedaling moeten het Fonds op voorhand verwittigen en een akkoord verkrijgen. Zoniet handelt de werkgever in strijd met de maribel. Hij kan de toekenning verliezen en moet eventueel reeds ontvangen subsidies terugstorten. STRUCTURELE DALING WAARVAN DE WERKGEVER VOORAFGAANDELIJK OP DE HOOGTE IS T.O.V. HET REFERENTIEJAAR A. De aanvraag om afwijking moet verplicht vóór de daling worden overgemaakt aan het Fonds door middel van een aangetekend schrijven. Elke laattijdige vraag kan resulteren in een sanctie die door de Raad van Bestuur zal worden beslist. Eveneens het verzuimen door de werkgever om het Fonds in te lichten over een mogelijke volumedaling kan worden gesanctioneerd. B. De afwijkingsaanvraag dient volgende gegevens te bevatten: 14.

15 de vermindering van het arbeidsvolume uitgedrukt in voltijdse equivalenten gedurende een volledig kalenderjaar datum vanaf wanneer de volumedaling zich voordoet de verschillende fases binnen de daling een motivatie voor de reden van deze daling volgen van de overlegprocedure: - akkoord van de Ondernemingsraad, het Comité voor Preventie en Bescherming op het werk, de syndicale delegatie. - Indien de organisatie niet beschikt over een overlegorgaan wordt de aanvraag (via mail of aangetekend) doorgestuurd naar drie regionale secretarissen van de erkende vakbonden. C. Belangrijkste criteria voor de aanvaarding van een dossier volumedaling door de Raad van Bestuur in geval van een belangrijke interne reorganisatie. Enkele voorbeelden: Een werkgever beslist om een deel (of het geheel) van zijn activiteiten stop te zetten of over te hevelen naar een dienst waar de werknemers onder een ander paritair comité ressorteren; Een werkgever ziet zich genoodzaakt zijn organisatie te herstructureren, waardoor tegelijk het arbeidsvolume zal verminderd worden Een werkgever bevindt zich in financiële moeilijkheden waardoor hij beslist het arbeidsvolume te verminderen Een overheid vermindert een deel (of het geheel) van de subsidies, waardoor de werkgever werknemers moet laten afvloeien Een overheid trekt een toelating tot het uitoefenen van een deel (of het geheel) van bepaalde activiteiten in Een overheid verplicht werkgevers in samenwerkingsverbanden te stappen waardoor tegelijk arbeidsplaatsen bij de individuele werkgevers verloren gaan EEN NIET-STRUCTURELE (CONJUNCTURELE) VOLUMEDALING T.O.V. HET REFERENTIEJAAR In de loop van de maand oktober van elk jaar ontvangt het Fonds van de overheid de cijfers (van het voorbije kalenderjaar) die de evolutie van het arbeidsvolume aantonen voor elke organisatie uit de sector. Wanneer er zich een volumedaling voordoet t.o.v. het referentiejaar zal het Fonds de betrokken organisaties vragen om een motivatie binnen de maand. De Raad van Bestuur zal de ingediende motivatie bespreken en al dan niet aanvaarden. In geval de verantwoording niet aanvaard wordt, zal het Fonds overgaan tot de terugvordering van de ten onrechte ontvangen subsidies. De meest efficiënte procedure is dat de werkgever zo vlug mogelijk het Fonds verwittigt van een daling binnen het personeelsbestand. Voorbeelden van motivering: - een volumedaling heeft zich nadien rechtgezet - moeilijkheden bij het vinden van het juiste personeel op de arbeidsmarkt. 15.

16 8. QUE FAIRE EN CAS DE RESTRUCTURATION DE L INSTITUTION? Het kan gebeuren dat een werkgever zelf beslist of verplicht wordt om personeel over te dragen naar een andere organisatie, personeel over te nemen, te fuseren, te splitsen, de vzw te ontbinden en te vervangen door een nieuwe vzw, enzovoort. Meestal hebben deze operaties invloed op het maribeldossier. Indien de herstructurering een arbeidsvolumedaling tot gevolg heeft, moet de werkgever de procedure beschreven onder 7.3 volgen. Werkgevers die herstructureren moeten dat vooraf en schriftelijk melden aan het Fonds en in overleg met de administratief verantwoordelijke van het Fonds een dossier samenstellen. Naargelang de situatie, kan het dossier volgende elementen bevatten: een duidelijke formulering van de probleemstelling overzicht van de werknemers voor en na de herstructurering (in vte en aantal hoofden) De leden van het beheerscomité beoordelen het dossier, nemen een beslissing en brengen de werkgever op de hoogte. 9. WAT IS DE OVERLEGPROCEDURE? De instelling beschikt over een overlegorgaan: De kandidatuurstelling / het jaarrapport / de melding van een arbeidsvolumedaling / de aanvraag voor een functiewijziging, maribeldoorschuiving moet vergezeld zijn van het unaniem akkoord van de ondernemingsraad of bij ontstentenis, van het comité preventie en bescherming op het werk of bij ontstentenis, van de syndicale afvaardiging. Opgelet: het verslag waarin deze aanvraag wordt besproken moet aan het Fonds worden bezorgd. De instelling beschikt NIET over een overlegorgaan: Kandidatuurstelling: De kandidatuurstelling moet worden uitgehangen gedurende een periode van 14 dagen op een voor alle personeelsleden toegankelijke plaats en voor akkoord worden getekend door minstens 50% van de personeelsleden zoals vermeld op de dmfa-aangifte van het kwartaal voorafgaand aan dit van de indiening van de kandidatuurstelling. Het personeel kan eventuele bezwaren desgevallend kenbaar maken via een gewestelijke vakbondssecretaris van een representatieve werknemersorganisatie die in het paritair comité is vertegenwoordigd. Na verloop van de periode van uithangen van 14 dagen wordt de kandidatuurstelling, in voorkomend geval samen met de opmerkingen van de werknemers, aangetekend of via verstuurd naar het Fonds en tegelijkertijd naar drie regionale secretarissen van de erkende vakbonden (één per representatieve vakbond). Opgelet: Indien de zending gebeurt via aangetekend schrijven, moet het bewijs van de aangetekende zendingen aan dit aanvraagformulier worden toegevoegd. Jaarrapport/melding arbeidsvolumedaling: Het rapport / de melding wordt, in voorkomend geval samen met de opmerkingen van de werknemers, aangetekend of via verstuurd naar het Fonds en drie regionale secretarissen van de erkende vakbonden (één per representatieve vakbond). Opgelet: Indien de zending gebeurt via aangetekend schrijven, moet het bewijs van de aangetekende zendingen aan het rapport /de melding toegevoegd. 16.

17 Aanvraag functiewijziging/maribeldoorschuiving: De aanvraag moet voor akkoord worden getekend door minstens 50% van de personeelsleden zoals vermeld op de dmfa-aangifte van het kwartaal voorafgaand aan dit van de indiening van de aanvraag. Opgelet: de aanvraag wordt samen met de handtekeningen en in voorkomend geval de opmerkingen van de werknemers- doorgestuurd naar het Fonds via of post. 10. WAT GEBEURT ER INDIEN DE PROCEDURES NIET GERESPECTEERD WORDEN? Het niet tijdig voldoen aan de verplichtingen, procedures en termijnen opgelegd door het Fonds kan de opschorting van verdere betalingen tot gevolg hebben en eventueel het terugvorderen van reeds uitbetaalde bedragen. 11. WETGEVING Het koninklijk besluit van 18 juli 2002, de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2007 en andere kunt u raadplegen en downloaden via onze website. 17.

18 NOTITIES: 18.

19 Het Fonds Sociale Maribel voor de federale en bicommunautaire socioculturele organisaties wordt gecoördineerd door: vzw FE.BI EOLISgebouw Sainctelettesquare Brussel 02/ / FE.BI vzw, de Vereniging van Federale en Bicommunautaire Fondsen van de non-profitsector, heeft o.a. tot doel promotie te maken en acties te ontwikkelen voor projecten die worden opgezet door Fondsen voor bestaanszekerheid behorende tot volgende subsectoren: Privéziekenhuizen Ouderenzorg Thuisverpleging Autonome revalidatiecentra Overige Gezondheidsinrichtingen en -diensten Opvoedings- en Huisvestingsinrichtingen van het PC 319 Federale Socioculturele sector (PSC ) MARIA DE SMET RESPONSABLE ADMINISTRATIVE DIEGO SLABBAERT COLLABORATEUR ADMINISTRATIF TEL: TEL: E. R. Jonathan Chevalier FE.BI Square Sainctelette Bruxelles 19.