De maribel in de sector ouderenzorg

Transcriptie

1 De maribel in de sector ouderenzorg Kamer ouderenzorg Informatiebrochure 1 2

2 VOORWOORD Moeilijke dingen eenvoudig uitleggen: het is niet eenvoudig. U bent vertrouwd met de basisprincipes van de maribel maar stoot in de praktijk nog vaak op onopgeloste vragen? U bent niet alleen, laat dat een geruststelling zijn. Daarom hopen we met deze brochure u een extra hulpmiddel aan te reiken om u het leven gemakkelijker te maken. Deze informatiebrochure is gebaseerd op het Koninklijk Besluit van 18 juli 2002 (over de sociale maribel) en de Collectieve Arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2007 (over de sociale maribel in het paritair comité 330), onder voorbehoud van eventuele latere wijzigingen van de regelgeving en/of beslissingen van het beheerscomité van de Kamer. Voor de basisversie van deze brochure brachten we alle ervaringen samen van de medewerkers voor de maribelfondsen binnen de overkoepelende vzw FE.BI. In onderliggende brochure vindt u de achtergrond en richtlijnen die van toepassing zijn op de sector ouderenzorg. Het sociaal maribelfonds 330, meer bepaald de kamer Ouderenzorg ( ) ondersteunt daarbij het beheerscomité en de instellingen. Hoewel deze brochure heel wat onderwerpen aansnijdt, blijft de informatie die u op de website vindt onontbeerlijk. Bijvoorbeeld om de meest recente versie van formulieren te downloaden, of om informatie over andere maatregelen dan de maribel op te zoeken. De website vindt u op volgend adres: (en daar klikt u op het fonds Werk ). Indien u aanvullingen, opmerkingen hebt met betrekking tot deze brochure, aarzel niet ze ons mee te delen, zodat we onze diensten nog verder kunnen verfijnen en afstemmen op uw behoeften. Mail ze naar info@fe-bi.org, of contacteer rechtstreeks de medewerkers van de kamer (zie website). Veel lees- en werkplezier, Directie vzw FE.BI 3 4

3 INHOUDSTAFEL 1. Wat is maribel? Algemeen De maribel in de sector ouderenzorg De Kamer ouderenzorg Wie kan genieten van maribel? 7 3. Hoe maribelmiddelen verkrijgen? Procedure: van aanvraagdossier tot toekenning Onderdelen van de toekenning Aanvraag functie- of baremawijziging 9 4. Hoe nieuw personeel aanwerven? De kandidaten De invulling van de functie Het arbeidscontract Vacante functies Termijn van aanwerving bij nieuwe toekenningen Welke zijn de in te dienen documenten? Arbeidscontract Trimestriële prestatiestaat Jaarrapport Meldingsplicht Hoe gebeurt de financiering? Hoeveel bedraagt de financiële tussenkomst vanwege de Kamer? Op welke tijdstippen betaalt de Kamer? Wat is de doelstelling? Evolutie van de tewerkstelling Algemeen principe: bijkomende tewerkstelling Het referentiejaar Daling van het arbeidsvolume Wat te doen bij herstructurering van de instelling? Wat is de overlegprocedure? Wat gebeurt er indien de procedures niet gerespecteerd worden? Wat is de maribel? 1.1. Algemeen De maribel is een tewerkstellingsmaatregel voor de non-profitsector met als voornaamste doelstellingen: de werkdruk op de werkvloer verminderen de kwaliteit van zorg en hulpverlening verbeteren en het comfort van patiënten optimaliseren Het maribelsysteem kan als volgt worden samengevat: per werknemer die minimaal halftijds werkt, geniet de sector van een forfaitaire bijdragevermindering van de werkgeversbijdragen in de sociale zekerheid. De globale opbrengst van deze vermindering is de maribeldotatie die wordt doorgestort aan het betreffende maribelfonds. Voor het paritair comité 330 voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten (PC 330) verdeelt een overkoepelend fonds, nl het Fonds Sociale Maribel 330 (FSM 330) deze middelen over de verschillende subsectoren via de verschillende Kamers. Het FSM 330 is onderverdeeld in Kamers en elke Kamer vertegenwoordigt een subsector. Vervolgens verdeelt elke Kamer de ontvangen dotatie onder de werkgevers die een aanvraag indienden, zodat de dotatie gebruikt wordt voor het creëren van nieuwe tewerkstelling(en). De forfaitaire bijdrage wordt berekend per kwartaal en per werknemer die minimaal halftijds werkt. Bij elke verhoging van de socialemaribelbijdrage spreekt men van een nieuwe socialemaribelfase: SOCIALEMARIBELFASE BIJDRAGEVERMINDERING VAN KRACHT VANAF SM1 80, SM2 161, SM3, 3bis 241, SM4 288, SMBD, SM SM6 354, * geen fase 371, SM7 384, SM8 391, SM9 440,

4 Daarnaast voorziet de economische herstelwet vanaf 2009 in een bijkomende financieringsbron door een verhoging van de vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing. Men noemt dit fiscale maribel. De middelen worden door de fiscus doorgestort aan de fondsen. Ze worden berekend op basis van de loonmassa en variëren dus maandelijks. Het budget van deze fiscale maribel dient hoofdzakelijk voor het creëren van bijkomende tewerkstelling. Een beperkt gedeelte mag gebruikt worden voor een verhoging van het loonplafond. Deze tewerkstellingen worden op dezelfde manier beheerd als deze via de sociale maribel. Wanneer we het in deze brochure hebben over de maribel bedoelen we sociale en fiscale maribel De maribel in de sector ouderenzorg Op 1 juli 1997 werd de maribel operationeel in de sector ouderenzorg. Voor de huidige toepassing van de maribel in o.a. de sector van de ouderenzorg, werd bij collectieve arbeidsovereenkomst (cao) op 8 oktober 2007 een fonds opgericht: het FSM 330. Om het beheer van dit fonds mogelijk te maken werd in dit fonds per subsector een Kamer opgericht. Voor de sector ouderenzorg is dit de Kamer ouderenzorg. Het FSM 330 ontvangt, controleert, beheert en verdeelt de dotatie van de maribel voor alle sectoren. De beslissingen van de Kamer moeten steeds bekrachtigd worden door het FSM De Kamer ouderenzorg Deze Kamer wordt beheerd door een paritair beheerscomité samengesteld uit 16 effectieve leden. Deze leden worden aangewezen door en onder de leden van het paritair comité 330 van de gezondheidsinrichtingen en -diensten. De helft van deze leden vertegenwoordigt de werkgeversorganisaties en de andere helft vertegenwoordigt de werknemersorganisaties. 2. Wie kan genieten van maribel? Om te kunnen genieten van de maribel moet de werkgever voldoen aan de volgende voorwaarden: Ressorteren onder het PC 330 voor de gezondheidsinrichtingen en -diensten en het personeel aangeven onder de gezondheidsinrichtingen en -diensten kamer Ouderenzorg zijnde de rustoorden voor bejaarden, rust- en verzorgingstehuizen, Assistentiewoningen, dagverzorgingscentra en centra voor dagopvang (cao 8/10/2007). 7 Een rsz-nummer hebben met als kengetal 311 of 330 (kengetal = de eerste drie cijfers van het rsz-nummer). 3. Hoe maribelmiddelen verkrijgen? 3.1. Procedure: van aanvraagdossier tot toekenning Per maribelfase bepaalt de Kamer de toekenningscriteria en de te volgen procedures. Vervolgens doet de Kamer een oproep naar kandidaten. Geïnteresseerde instellingen uit de sector moeten een aanvraagdossier indienen dat zowel door de werkgever als door de werknemersvertegenwoordigers ondertekend is (cf. collectieve arbeidsovereenkomst van 27 januari 2003, artikel 11, 2). De Kamer bepaalt het model van het aanvraagdossier. De Kamer verwerkt en onderzoekt alle aanvragen en kent in functie van de vastgestelde criteria al dan niet een tewerkstelling toe. Het FSM 330 bekrachtigt de toekenningen. De Kamer brengt schriftelijk alle instellingen op de hoogte van de beslissing. De toekenning is voor onbepaalde duur, tenzij uitdrukkelijk anders bepaald. De Kamer kan een einde maken aan de toekenning wanneer de werkgever zich niet houdt aan de vastgelegde regels en procedures. Ook de werkgever kan zijn toekenning geheel of gedeeltelijk stopzetten (schriftelijk te melden aan de Kamer) De onderdelen van de toekenning De goedkeuring van de toekenning door de Kamer betreft verschillende aspecten, waaraan men niets mag wijzigen zonder goedkeuring van de Kamer (zie 3.3. functie/baremawijziging). Aspecten van de toekenning: a) juridische werkgever b) tewerkstellingstijd c) functie en barema a) Juridische werkgever De Kamer kent de tewerkstelling toe aan één juridische werkgever. De tewerkstelling moet dan ook gebeuren met een arbeidscontract bij deze werkgever. Het is niet mogelijk om de maribelmiddelen op eigen initiatief ten dienste te stellen van een andere werkgever. Herstructureringen van organisaties (zie punt 8): moeten vooraf gemeld worden aan de Kamer. 8

5 b) Tewerkstellingstijd De tewerkstellingstijd per werknemer is het aantal toegekende uren, uitgedrukt in voltijdse equivalenten (vte), zoals vermeld in de toekenningsbrief. Meestal worden halftijdse tewerkstellingen toegekend (19/38u). Een toekenning kan opgesplitst worden in schijven: 9,5u/week (9,5/38u, 19/38u of 28,5/38u). Enkel bij het nemen van 1/5 de tijdskrediet (7,6/38u of 3,8/19u) kan een uitzondering gemaakt worden op deze regel. c) Functie en barema In het aanvraagdossier bepaalt de werkgever in overleg met de werknemersvertegenwoordiging hoe de maribelmiddelen besteed zullen worden: in welke diensten en functies wordt aangeworven en met welk barema. In principe zijn alle functies mogelijk. Artikel 13 van het KB van 18 juli 2007 legt echter de verplichting op om slechts die jobs te financieren die wat hun maximale loonkost betreft op geen enkel ogenblik van de loopbaan het wettelijk plafond van ,84 1 overschrijden (pro rata bij deeltijdse tewerkstelling). Uitzondering: voor werknemers in dienst vóór 1 januari 2003 geldt een overgangsmaatregel: de werknemers mogen in dienst blijven, maar wanneer zij uit dienst gaan, kunnen zij enkel vervangen worden door een werknemer met een loonkost van minder dan ,84 op het einde van de loopbaan. Het maximum toegelaten barema is dat van een verpleegkundige A1 ( ) Aanvraag functie of baremawijzigingen Wanneer een instelling niemand kan aanwerven conform de toegekende functie of barema, kan deze een wijziging van de toekenning vragen aan de Kamer. Die aanvraag gebeurt schriftelijk, bevat een korte motivering en het bewijs van overleg (formulier op de website). Het beheerscomité oordeelt of de wijziging toegestaan wordt. De instelling wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing. Pas na akkoord van de Kamer kan de nieuwe functie ingevuld worden of het nieuwe barema toegepast worden. Wanneer de werkgever de Kamer niet voorafgaandelijk op de hoogte brengt van de wijziging kan de Kamer de subsidiëring van de nieuwe functie of barema weigeren. 4. Hoe nieuw personeel aanwerven? 4.1. De kandidaten a) Diploma- of werkloosheidsvoorwaarden Er zijn geen diploma -of werkloosheidsvoorwaarden voor de aan te werven werknemers. b) Statuut Volgens het Koninklijk Besluit van 18 juli 2002 zijn vanaf 2003 alle statuten mogelijk op voorwaarde dat alleen de effectieve loonkost wordt aangerekend aan de Kamer. De Kamer aanvaardt noch interim noch studentenovereenkomsten. Er mag geen dubbele financiering zijn voor de toegekende socialemaribeluren door middel van andere subsidies of verminderingen van bijdragen sociale zekerheid, of andere tewerkstellingsmaatregelen enz. c) Nieuw aangeworven werknemer of werknemer reeds in dienst Er zijn 3 mogelijkheden : De werknemer wordt nieuw aangeworven in de instelling; De werknemer werkt reeds deeltijds in de instelling en krijgt een verhoging van uren (per schijf van 9,5/38) in het kader van de maribel; De werknemer heeft een contract bepaalde duur of een vervangingscontract die ten einde loopt in de instelling en kan een contract onbepaalde duur tekenen. Een werknemer die reeds in de instelling werkt met een contract van onbepaalde duur kan niet doorgeschoven worden naar de maribel, want de nieuwe tewerkstelling moet een verhoging van het arbeidsvolume tot gevolg hebben (zie onder 7.1). De startdatum in de maribel moet ook de startdatum zijn van het contract De invulling van de toegekende functie De extra tewerkstelling dient te gebeuren met toepassing van de loon -en arbeidsvoorwaarden van het paritair comité 330 en overeenstemmen met de collectieve arbeidsovereenkomsten toepasselijk in de sector en de instelling. De job dient volledig overeen te stemmen met de toekenning. 1 Niet geïndexeerd bedrag zoals vermeld in het KB van 18 juli

6 4.3. Het arbeidscontract Het contract moet minstens volgende gegevens vermelden : naam en voornaam van de werknemer plaats van tewerkstelling naam van de werkgever functie barema statuut (arbeider of bediende) duur van het contract (onbepaalde duur of vervangingscontract) datum in dienst Meteen na het afsluiten van het contract, dient de Kamer een kopie te ontvangen. Het contract moet aan alle wettelijke voorwaarden voldoen. In het contract hoeft niet vermeld te staan dat het gaat om een tewerkstelling in het kader van maribel. De aangeworven werknemer krijgt een schriftelijke arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur. Contracten van bepaalde duur worden enkel aanvaard als het gaat over een toekenning bepaalde duur (wordt uitdrukkelijk vermeld in de toekenningsbrief). Vervangingen dienen te gebeuren met een vervangingscontract. De Kamer kan voor de 2 laatste gevallen uitzonderlijk afwijkingen toestaan. Deze moeten voorafgaandelijk, gemotiveerd en schriftelijk gevraagd worden Vacante functies Bij het beëindigen van een contract, dient de werkgever de Kamer onmiddellijk schriftelijk op de hoogte te brengen met vermelding van de laatst betaalde werkdag van de werknemer. Bij een schorsing van een contract moet de datum van de laatste dag gewaarborgd loon doorgegeven worden. Indien er onmiddellijk voorzien wordt in een vervanging moet de laatst gepresteerde dag opgegeven worden. In beide gevallen moet de maribelwerknemer zo vlug mogelijk vervangen worden, zodat er voldaan is aan de verplichting met betrekking tot het behoud van het arbeidsvolume Termijn van de aanwerving Bij een nieuwe toekenning moet de aanwerving gebeuren binnen de termijn vastgesteld door de reglementering, het fonds of de kamer (cfr. toekenningsbrief). Bij een uitdiensttreding of vervanging is de termijn 1 maand. 5. Welke zijn de in te dienen documenten? 5.1. Arbeidscontract/bijlage aan arbeidscontract/ beëindiging arbeidscontract Zodra een werknemer aangeworven wordt in het kader van de maribel, dient een kopie van de arbeidsovereenkomst zo spoedig mogelijk aan de Kamer bezorgd te worden. Wanneer de tewerkstelling op welke manier ook gewijzigd wordt, moet de Kamer hiervan zo vlug mogelijk op de hoogte worden gesteld. Enkele voorbeelden van wijzigingen: wijziging van het aantal uren ten laste van de maribel, wijziging barema, vervanging werknemer wegens ziekte of zwangerschap, 5.2. Trimestriële prestatiestaat Zie onder 6.2.b 5.3. Jaarrapport / Semestrieel overzicht Elk jaar dient de werkgever een rapport in te vullen, volgens het door de Kamer opgesteld model. In juli van elk jaar zal er een semestrieel overzicht verstuurd worden naar de instellingen met de opsomming van de toekenningen en invullingen. Indien nodig kan de Kamer bijkomende informatie opvragen bij de werkgever. Het dient geattesteerd te zijn door de werkgever en door de ondernemingsraad, bij ontstentenis door de leden van het comité preventie en bescherming op het werk, of bij ontstentenis door de syndicale afvaardiging, of bij ontstentenis verzonden worden naar 3 regionale secretarissen. Ten gepaste tijde ontvangen de instellingen die genieten van een maribeltoekenning, een blanco-exemplaar van dit rapport. Uiterlijke indieningsdata van het rapport : Semestrieel overzicht jaarrapport Eind September eind april 11 12

7 5.4. Meldingsplicht Vanaf 2003 geldt een meldingsplicht voor de maribelwerknemers. Jaarlijks, met de afrekening, ontvangt de werkgever een lijst van alle werknemers die gedurende het voorgaande kalenderjaar in dienst waren in het kader van de maribel. De werkgever kijkt de lijst na, verbetert indien nodig manueel en bezorgt deze aan de kamer. 6. Hoe gebeurt de financiering? 6.1. Hoeveel bedraagt de financiële tussenkomst vanwege de Kamer? De tussenkomst van de Kamer in de jaarloonkost van de bijkomend aangeworven tewerkstelling bedraagt maximaal per bijkomend voltijds arbeidsvolume, of de toepasselijke pro rata daarvan (situatie vanaf 1 januari 2014). a) Wat wordt beschouwd als loonkost? Het brutoloon van de werknemer (overeenkomstig de sectorale baremieke loonschalen en de loonvoorwaarden voor de uitgeoefende functies); De werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid; Alle vergoedingen en voordelen aan de werknemer verschuldigd door of krachtens de wettelijke of reglementaire bepalingen, alsook de vergoedingen en voordelen overeengekomen in de cao binnen het PC waarvan de werkgever deel uitmaakt. De tussenkomst is beperkt tot de bezoldigde effectieve prestaties of ermee gelijkgestelde prestaties. Kosten die niet vermeld mogen worden: Kosten voor groepsverzekering; Kosten voor arbeidsongevallenverzekering of de arbeidsgeneeskundige dienst; Kosten voor het sociaal secretariaat; Onkostenvergoedingen; Voordelen voorzien door cao s op instellingsniveau, zoals hospitalisatieverzekering, groepsverzekering... Een eventuele ontslagvergoeding. b) Loonplafond: maximaal per voltijdse per jaar (situatie vanaf 1 januari 2014) Dit bedrag wordt niet automatisch aangepast aan de indexering van de lonen; Dit bedrag wordt niet automatisch aangepast aan anciënniteitverhogingen; Dit plafond kan verhoogd worden bij unanieme beslissing door het beheerscomité en indien de budgettaire toestand dit toelaat. c) Combinatie loonkost maribel met andere middelen Algemene regel: de loonkost voor de werknemers aangeworven in het kader van de maribel mag in principe uitsluitend gedragen worden door de maribelmiddelen. Uitzondering: Loonkosten die door derden vergoed (kunnen) worden, zoals: Tussenkomst educatief verlof; Loonkosten gedekt door de premie in het kader van de VOP; Gewaarborgd loon bij een arbeids(weg)ongeval;. moeten in mindering gebracht worden op de trimestriële prestatiestaat (zie onder 4.1.b). In bepaalde situaties is het mogelijk dat de maribel slechts voor een gedeelte van de loonkost tussenkomt zoals: de werknemer die méér kost dan het loonplafond, de werknemer die naast zijn maribeluren bijkomende uren presteert, 6.2. Op welke tijdstippen betaalt de Kamer? a) Voorschotten per trimester Op basis van de contracten in het bezit van de Kamer wordt op het einde van elk trimester een voorschot gestort voor het lopende trimester. Tijdstip van de betalingen: voorschot 1 ste trimester eind maart voorschot 2 de trimester eind juni WORDT BETAALD voorschot 3 de trimester eind september voorschot 4 de trimester eind december 13 14

8 De voorschotten worden betaald, op voorwaarde dat al de nodige documenten (jaarrapport, trimestriële prestatiestaten, ) tijdig aan de Kamer bezorgd worden. De voorschotten worden berekend op basis van per voltijdse tewerkstelling per trimester (situatie vanaf 1 januari 2011). b) Trimestriële prestatiestaat De reële loonkost van de maribelwerknemers moet per kwartaal aan de Kamer worden doorgegeven via de door de Kamer ontworpen trimestriële prestatiestaten. De loonkostopgave wordt op eer van de werkgever of van zijn sociaal secretariaat aanvaard. Dit document wordt ten laatste op volgende data aan de Kamer bezorgd c) De jaarlijkse afrekening maribel ZONDER SOCIAAL SECRETARIAAT 1 ste kwartaal 15 mei 15 juni MET SOCIAAL SECRETARIAAT 2 de kwartaal 15 augustus 15 september 3 de kwartaal 15 november 15 december 4 de kwartaal 15 februari eind februari Op basis van de trimestriële prestatiestaten van het volledige kalenderjaar wordt de eindafrekening gemaakt. De Kamer controleert het aantal gepresteerde en gelijkgestelde uren. Een voltijds equivalent komt overeen met minstens 1976 uren per jaar. De Kamer bepaalt per maribelwerknemer de gesubsidieerde uren en de gesubsidieerde loonkost. De tussenkomst van het RIZIV in het kader van het derde luik wordt in mindering gebracht. De kamer zal de tussenkomst beperken tot het maximale loonplafond. Vervolgens wordt nagekeken hoeveel reeds aan voorschotten betaald werd en wordt het saldo berekend. Het document afrekening maribel wordt door de Kamer eind maart begin april aan de instelling bezorgd. De jaarlijkse afrekening dient ter informatie voorgelegd te worden aan het overlegorgaan in de instelling. Van zodra de eindafrekening voor akkoord ondertekend is, kunnen geen correcties meer gevraagd worden. Een positief saldo wordt na ondertekening van de afrekening uitbetaald aan de instelling, een negatief saldo moet teruggestort worden aan de kamer Wat is de doelstelling? Evolutie van de tewerkstelling 7.1. Algemeen principe: bijkomende tewerkstelling Wie geniet van de maribel, onderschrijft het principe dat de toegekende maribelmiddelen worden aangewend voor bijkomende tewerkstelling, bovenop het bestaande personeelsbestand. De werkgever engageert zich tot een evenredige groei van het arbeidsvolume in verhouding tot de toegekende maribeltewerkstelling. Bijvoorbeeld: een halftijdse toekenning betekent één persoon extra in dienst en 0,5 voltijds equivalent meer arbeidsvolume. Wanneer een deeltijdse werknemer, reeds in dienst bij de werkgever, extra uren presteert via de maribel met een bijkomend contract of een bijlage aan het contract met verhoging van uren, zal er geen extra persoon aangeworven worden. Enkel de toename van het arbeidsvolume zal aantoonbaar zijn. Opmerking: een werknemer reeds tewerkgesteld bij de werkgever kan vanaf de toekenning maribel voor dezelfde uren niet worden ten last genomen in het kader van de maribel. De werkgever mag de loonkost van deze werknemer niet doorschuiven naar de maribel. Aangezien het hier niet om extra tewerkstelling gaat, zal de Kamer deze loonkost niet subsidiëren. De bijkomende tewerkstelling en de groei van het arbeidsvolume moeten verwezenlijkt worden op het niveau van: de sector; elke instelling die via financiële middelen van de Kamer tewerkstelling realiseert Het referentiejaar De groei van de tewerkstelling wordt gemeten ten opzichte van het gemiddelde arbeidsvolume in het referentiejaar, rekening houdend met de toegekende maribeltewerkstelling. Vanaf 2006 is het referentiejaar voor alle werkgevers 2005, ongeacht wanneer ze voor het eerst een maribeltoekenning kregen. De bevoegde ministers bepalen het gemiddelde arbeids- volume op basis van tewerkstellingsgegevens van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en op basis van de informatie van de fondsen. 16

9 7.3. Daling van arbeidsvolume Werkgevers die te maken hebben met arbeidsvolumedaling moeten de kamer voorafgaandelijk verwittigen en een akkoord verkrijgen. Zoniet, handelt hij in strijd met de maribel. Hij kan de toekenning verliezen en moet eventueel reeds ontvangen subsidies terugstorten. Werkgevers die hun arbeidsvolume ten opzichte van het referentiejaar niet (kunnen) handhaven, dienen de Kamer hiervan vooraf op de hoogte te stellen per aangetekende brief. Zij moeten een dossier samenstellen dat minstens volgende elementen bevat: De vermindering van het arbeidsvolume uitgedrukt in voltijdse equivalenten gedurende een volledig kalenderjaar; De datum vanaf dewelke de vermindering ingang vindt; De fases van deze vermindering; De redenen die de vermindering van het arbeidsvolume veroorzaken. De Kamer kan u een formulier voor deze aanvraag bezorgen. De leden van het beheerscomité beoordelen het dossier, nemen een beslissing en brengen de werkgever op de hoogte. 8. Wat te doen bij herstructurering van de instelling? Het kan gebeuren dat een werkgever zelf beslist of verplicht wordt om personeel over te dragen naar een andere organisatie, personeel over te nemen, te fuseren, te splitsen, de vzw te ontbinden en te vervangen door een nieuwe vzw, enz. Meestal hebben deze operaties invloed op het maribeldossier. Indien de herstructurering een arbeidsvolumedaling tot gevolg heeft moet de werkgever de procedure beschreven onder 7.3 volgen. Werkgevers die herstructureren, moeten dat vooraf en schriftelijk melden aan de Kamer. Zij moeten in overleg met de administratief verantwoordelijke van de Kamer, een dossier samenstellen. Naargelang de situatie, kan het dossier volgende elementen bevatten: Een duidelijke formulering van de probleemstelling; Overzicht van de werknemers voor en na de herstructurering (in VTE en aantal hoofden); De leden van het beheerscomité beoordelen het dossier, nemen een beslissing en brengen de werkgever op de hoogte Wat is de overlegprocedure? DE INSTELLING BESCHIKT OVER EEN OVERLEGORGAAN De kandidatuurstelling/ het jaarrapport en semestrieel overzicht / melding arbeidsvolumedaling/ aanvraag functiewijziging/ moet vergezeld zijn van het unaniem akkoord van de ondernemingsraad of, bij ontstentenis van het comité preventie en bescherming op het werk of, bij ontstentenis, van de syndicale afvaardiging. Opgelet: het verslag waarin deze aanvraag wordt besproken moet aan de Kamer worden bezorgd. DE INSTELLING BESCHIKT NIET OVER EEN OVERLEGORGAAN Kandidatuurstelling: De kandidatuurstelling moet worden uitgehangen gedurende een periode van 14 dagen op een voor alle personeelsleden toegankelijke plaats en voor akkoord worden getekend door minstens 50% van de personeelsleden zoals vermeld op de dmfa-aangifte van het kwartaal voorafgaand aan dit van de indiening van de kandidatuurstelling. Het personeel kan eventuele bezwaren desgevallend kenbaar maken via een gewestelijke vakbondssecretaris van een representatieve werknemersorganisatie die in het paritair comité is vertegenwoordigd. De kandidatuurstelling wordt, in voorkomend geval samen met de opmerkingen van de werknemers, via verstuurd naar drie regionale secretarissen van de erkende vakbonden (één per representatieve vakbond). Opgelet: het bewijs van mail moet aan dit aanvraagformulier worden toegevoegd. Dit kan door het rapport via mail te sturen naar de Kamer en de drie secretarissen in CC te zetten. Na verloop van de periode van uithangen van 14 dagen en bij ontstentenis van geformuleerde bezwaren wordt de kandidatuurstelling aan de Kamer sociale maribel doorgestuurd. 18

10 Jaarrapport / melding arbeidsvolumedaling / aanvraag functiewijziging: Het rapport/ de melding/ de aanvraag wordt, in voorkomend geval samen met de opmerkingen van de werknemers, via verstuurd naar drie regionale secretarissen van de erkende vakbonden (één per representatieve vakbond). Opgelet: het bewijs van de mail moet aan het rapport / de melding / de aanvraag worden toegevoegd. 10. Wat gebeurt er indien de procedures niet gerespecteerd worden? Het niet tijdig voldoen aan de verplichtingen, procedures en termijnen opgelegd door de Kamer kan de opschorting van verdere betalingen tot gevolg hebben en eventueel het terugvorderen van reeds uitbetaalde bedragen. NOTITIES: 19 20

11 21 22

12 Contactgegevens Fonds sociale maribel Kamer ouderenzorg Sainctelettesquare Brussel Fax: 02/ Nathalie Tas Administratief verantwoordelijk Tel: 02/ Pia Van Robaeys Administratief medewerker Tel: 02/ Dit Fonds wordt gecoördineerd door: vzw FE.BI Sainctelettesquare Brussel FE.BI vzw, de Vereniging van Federale en Bicommunautaire Fondsen van de non-profitsector, heeft o.a. tot doel promotie te maken en acties te ontwikkelen voor projecten die worden opgezet door Fondsen voor bestaanszekerheid behorende tot volgende subsectoren: Privéziekenhuizen Ouderenzorg Thuisverpleging Autonome revalidatiecentra Overige Gezondheidsinrichtingen en -diensten Bicommunautaire Opvoedings- en Huisvestingsinrichtingen Federale Socioculturele sector 23 V.U. FE.BI Sainctelettesquare Brussel 24