Project : G0378 Betreft : Beoordeling aanvraag vernieuwbouw RSG Ter Apel 16 december 2016

Transcriptie

1 Notitie Project : G0378 Betreft : Beoordeling aanvraag vernieuwbouw RSG Ter Apel 16 december 2016 (met uitzondering van posten: Techniek (financieel deel), sport & Bewegen, sloopkosten, tijdelijke voorzieningen en terrein) Datum : 1 februari 2017, aangepast 21 februari 2017 L.S., Op 16 december 2016 is door de RSG Ter Apel een aanvraag gedaan voor vernieuwbouw. Deze aanvraag dient door de gemeente Vlagtwedde te worden beoordeeld. De aanvraag bestaat uit: 1. de aanbiedingsbrief - 16 december 2016 met kenmerk JDW/gs/DIV16-870; 2. het masterplan RSG Ter Apel december 2016; 3. het planboek RSG Ter Apel december De RSG Ter Apel (RSG) vraagt de gemeente: 1. Verbouw en uitbreiding van de lesruimten voor techniek. Vernieuwing van het VMBO beroepsgericht ( vraagt om een andere indeling, uitbreiding en meer verdieping. Het ministerie van OC&W laat het uitstroomprofiel Techniek Breed per 1 augustus 2017 wettelijk vervallen. De verdiepende profielen BWI, M&T en PIE komen er voor in de plaats. Zonder verbouwing stopt het techniekonderwijs per 1 augustus 2017; 2. Vernieuwing van de gymzaal die inmiddels bijna 40 jaar oud is; 3. Nieuwbouw van het middendeel van de school waarin nieuwbouw voor science, creatieve vakken en maatschappijvakken wordt gerealiseerd; 4. Verbouw van enkele theorielokalen in het monumentale deel en restauratie van de scheikundelokalen; 5. Aanleg van een schoolplein/buitenvoorziening voor 1000 leerlingen; 6. Bouw van een adequate en het liefst overdekte fietsenstalling; 7. Een duurzaam gebouw met uitstraling. Beishuizen P&C is gevraagd om de aanvraag te beoordelen. In hoofdlijn zijn er bij elke aanvraag de volgende hoofdvragen: 1. Is de gemeente verantwoordelijk voor de betreffende onderwijsinstelling; 2. Voldoet de aanvraag aan de eisen zoals deze zijn vastgelegd in de Verordening Onderwijshuisvesting van de gemeente Vlagtwedde (verder: Verordening); 3. Is de noodzaak voldoende onderbouwd; 4. Is de gekozen oplossing te beschouwen als doelmatig; 5. Is de begroting realistisch;

2 6. Is het tijdspad passend bij het plan. Deze notitie gaat achtereenvolgens in op de genoemde punten en sluit af met een samenvatting en advies. NB: dit document gaat niet in op de voorwaarden die door de gemeente kunnen worden gesteld bij instemming met de bekostiging (aanbestedingsrichtlijnen, projectmanagement, contractvormen, duurzaamheidsbijdragen e.a.). Ook alternatieve planmogelijkheden komen niet in dit document terug. Hiervoor wordt verwezen nog samen te stellen notities. 1. Is de gemeente verantwoordelijk voor de betreffende onderwijsinstelling De verantwoordelijkheid van de gemeente is geregeld in de Verordening Onderwijshuisvesting. Ten aanzien van dit punt is de situatie als volgt:! De RSG is een school voor voortgezet onderwijs zoals benoemd in de Verordening;! In het verleden zijn tussen school en gemeente geen afkopen of lump sum bekostiging afgesproken waardoor de verantwoordelijkheid naar de school is gedelegeerd. Ten aanzien van de verantwoordelijkheid van de gemeente Vlagtwedde voor de onderwijshuisvesting van de RSG is geen discussie tussen gemeente en aanvrager. De gemeente is verantwoordelijk voor de huisvesting van de RSG. 2. Voldoet de aanvraag aan de eisen zoals deze zijn vastgelegd in de Verordening In de Verordening zijn de indieningsvereisten weergegeven. Specifiek zijn eisen gesteld aan de informatie die benodigd is om de nut en noodzaak van het bouwplan aan te tonen. Hierbij gaat het om:! Gegevens aanvrager;! Leerlingenprognoses;! Planning;! Bouwkundige rapportage bestaande gebouwdelen;! Begroting. Genoemde onderdelen maken onderdeel uit van de aanvraag. De aanvraag voldoet daarmee aan de minimum vereisten. 3. Is de noodzaak voldoende onderbouwd De RSG heeft in overleg met de gemeente Vlagtwedde gekozen voor een projectteam met eigen mensen en externe experts. De externe experts zijn:! Onderwijskundige visie: mevr. Irene Gerritzen, De Mevrouwen Architectuur: dhr. Foppe Hoekstra, dhr. Hylko Zwart, Van Manen & Zwart Architecten (na selectieproces) Huisvestingsadviseur: Lindhorst, dhr. Jan Drogt In opdracht van de RSG heeft de projectgroep vanuit de leerlingenaantallen, de onderwijsvisie en de bestaande situatie gewerkt aan een plan voor duurzame nieuwbouw voor de toekomst.

3 Dit team van school en experts heeft naar haar mening een plan samengesteld wat een totaalaanpak levert voor de huisvesting van de RSG. Deze totaalaanpak is gericht op het aanbieden van modern onderwijs in de richtingen die voor de regio passend worden gevonden. Daarnaast is het aanbod complementair met wat er in de regio (Emmen, Stadskanaal, Winschoten) wordt aangeboden. Ook past het aanbod bij de huidige onderwijslicenties die de RSG heeft. Algemene beoordeling De noodzaak om te komen tot vervangende nieuwbouw wordt bepaald door het antwoord op de volgende vraag: Deelt gemeente de mening, dat het huidige onderwijsaanbod van de RSG waardevol is voor de regio en dat het onderwijs in een uitdagende leeromgeving aangeboden dient te worden? De bouwkundige rapportages geven inzicht in de bouwkundige staat van het gebouw. Conform de NEN is een belangrijk aspect hiervan de toets op functionele kwaliteit; eenvoudig gezegd: is het huidige gebouw geschikt voor het onderwijs van de toekomst? De uitgebreide onderwijskundige visie, die ten grondslag ligt aan het plan, geeft aan, dat delen van het complex functioneel (te maken) zijn. Een groot gebouwdeel vraagt echter een grootschalige opwaardering. Als de gemeente Vlagtwedde het standpunt deelt, dat de onderwijsvoorziening in de huidige omvang behouden dient te blijven voor de regio, dan is het door de RSG ontwikkelde bouwplan hiervoor een goede basis. Beoordeling op plandelen In de aanvraag zijn separate vragen voorgelegd aan de gemeente. Onderstaande plandelen worden in deze notitie beoordeeld: 1. Verbouw en uitbreiding van de lesruimten voor techniek (exclusief financiën); 2. Vernieuwing van de gymzaal; 3. Nieuwbouw van het middendeel van de school; Ten aanzien van het monument wordt de geadviseerde oplossing beschreven. Ten aanzien van de terreinvoorziening wordt verwezen naar een mede hiervoor samengestelde, separate notitie ( Beoordeling bijkomende plandelen d.d. 10 januari 2017). Ten aanzien van de duurzaamheid van het te realiseren gebouw is een separate notitie samengesteld, waarin tevens ingegaan wordt op het voorgestane ontwikkelmodel. Techniek De onderwijsfaciliteit voor techniek is in 2011 tot stand gekomen. De gewijzigde Wet op 1 De NEN2767: De norm beschrijft de methode waarbij de conditie van gebouwen, terreinen en installaties dient te worden beschreven.

4 het Voortgezet onderwijs is van kracht geworden per 1 augustus 2016, waardoor de RSG is geconfronteerd met nieuwe exameneisen. De RSG heeft ervoor gekozen om de uitstroomprofielen die in het verlengde liggen van Techniek Breed aan te blijven bieden. Afbouw van het aantal opleidingsrichtingen zal naar stellige verwachting leiden tot het verminderen van de instroom van leerlingen. Dit vormt een risico in het voortbestaan van de RSG als geheel. Op basis van de voorgestelde uitstroomprofielen is de ruimtebehoefte bepaald. Deze is niet vastgelegd in Wettelijke normen. Derhalve is 1:1 toetsing niet mogelijk. Op de geleverde onderbouwing zijn echter geen opmerkingen. Als de gemeente het standpunt deelt, dat de onderwijsvoorziening voor wat betreft Techniek in stand zal moeten blijven, dan moet hierbij de consequentie (i.e. het investeren in extra ruimte) worden aanvaard. Sport en bewegen Bij het ontwikkelen van de totale huisvestingsvisie is gezocht naar een samenhangend ontwerp. Hierbij is ervoor gekozen om de gymzaal te slopen om ruimte te maken voor de nieuwbouw. Ter vervanging van de gymzaal heeft de RSG een aanvraag gedaan om aanpalend aan het campusdeel Techniek een gymzaal te realiseren. Bij de beoordeling van de noodzaak van herbouw van de gymzaal is gekeken naar voorzieningen in de omgeving. Hierbij lijkt het met het oog op de afstand tussen de RSG en de sporthal logisch om te kijken of deze als vervangende capaciteit kan dienen. Volgens informatie vanuit de gemeente is in de omgeving onvoldoende capaciteit (klokuren) aanwezig. Ook uitbreiding op de Heemker Akkerstraat 6 (sporthallocatie) is binnen het door de RSG voorgestane tijdpad niet mogelijk c.q. verbonden met kostenverhogende factoren. Het is een doelmatige oplossing om 1 gymzaal op de locatie van de RSG te handhaven. Nieuwbouw van het middendeel van de school De noodzaak van nieuwbouw wordt onderbouwd door de onderwijsvisie. Met de nieuwbouw ontstaat echter ook de kans om kwaliteit toe te voegen aan de school:! Een logische en veilige toegang;! Lage exploitatielasten door goede isolatie en onderhoudsarme materiaaltoepassingen;! Een gezond binnenklimaat ( De gemeente heeft in eerdere contacten met de RSG gevraagd om een integraal huisvestingplan. Het huidige plan is ingrijpend en is een sprong vooruit. Is een dergelijke investering noodzakelijk? De RSG en de gemeente Vlagtwedde hebben gezamenlijk gedurende een lange periode gekozen voor kleinschalige aanpassingen aan de verschillende gebouwdelen. Hierdoor ontbreekt een natuurlijk moment vanuit gebouwperspectief om tot sloop over te gaan. De veranderingen in het onderwijs en het bieden van een aantrekkelijke leeromgeving voor de leerling lijken op termijn niet haalbaar binnen het bestaande casco. Het is niet zozeer de vraag OF er op enig moment tot nieuwbouw van gebouwdelen overgegaan zou moeten worden. De vraag is eerder WANNEER moet tot nieuwbouw worden overgegaan. Implementatie van vernieuwingen in het onderwijs is een continue proces en de huidige bebouwing zal in de loop der jaren alleen maar meer gaan knellen. Daarnaast zullen ook onderhouds- en energie- en andere exploitatielasten stijgen.

5 Overigens moet worden opgemerkt, dat de gebouwen technisch gezien nog voldoen. De staat van de gebouwen wordt in de aanvraag als volgt beschreven: technisch in gemiddeld redelijke onderhoudsconditie met enkele gebreken 2. De onderhoudslasten van deze gebouwdelen zijn wel hoger dan de benchmark. Afbeelding met gebouwleeftijd per gebouwdeel uit rapportage Lindhorst. Samengevat: Met de ambitie om goed, modern, betaalbaar en uitdagend onderwijs te kunnen bieden is de aanvraag van de RSG voor een gedeeltelijke nieuwbouw logisch en op enige termijn noodzakelijk. Ten aanzien van het moment waarop deze investering zal moeten worden gepleegd, wordt behandeld onder de paragraaf planning. Revitalisatie monument Het monumentale deel van het complex is in 1922 gebouwd door de rechtsvoorgangers van de gemeente Vlagtwedde en de RSG. Sinds die tijd is het gebouw in functie geweest als schoolgebouw. Feitelijk heeft de school daarmee al bijna 100 jaar gefunctioneerd terwijl voor de meeste scholen geldt, dat zijn na jaar zouden moeten gaan tot nieuwbouw (werkelijk is na ca. 69 jaar 3 ). De school heeft de functionaliteit van het monument onderzocht en is tot de conclusie 2 Bron: Lindhorst Rapportage te slopen gedeelte RSG d.d. 20 oktober Bron: Schoolgebouwen in het primair en voortgezet onderwijs in de praktijk gecheckt, Algemene Rekenkamer, 26 januari 2016.

6 gekomen, dat het voor een deel, voor lange termijn, functioneel te maken is. De beoordeling van de situatie omtrent het monument is in een businesscase uitgewerkt. In deze notitie een aantal bijzonderheden ten aanzien van het monumentale gebouwdeel:! Het monument is voor 38% van het oppervlak functioneel te maken;! De onderhoudslasten zijn ruim bovengemiddeld;! Het vinden van een economische invulling van het monument (bijv. Hotel, Appartementen) is niet realistisch omdat ook het interieur van het gebouw de status beschermd Rijksmonument heeft;! Als de school het monument niet meer gebruikt, dan vervalt de school aan de gemeente en is de gemeente verantwoordelijk voor de totale onderhouds- en exploitatielasten;! Onderwijstechnisch en exploitatietechnisch is het voor de RSG aantrekkelijker om te opteren voor totale nieuwbouw;! Het behouden van het monument en voor zover mogelijk inzetten voor onderwijsfuncties lijkt de meest economische oplossing voor de gemeente Vlagtwedde. 4. Is de gekozen oplossing te beschouwen als doelmatig De aanvraag is onderbouwd met een leerlingenprognose ( en waarbij rekening gehouden is met krimp van het leerlingenaantal tot ca Op basis hiervan is een analyse gemaakt van de beschikbare en benodigde ruimte (ist-soll-analyse). Er is gekozen voor een campus-opzet waarbij samenhangende vakken een profielen in een gebouwdeel zijn geplaatst. Hierin wordt de kern van het gebouw gevormd uit een flexibel indeelbaar gebouwdeel. Gezien de beschikbare (recente en monumentale) gebouwdelen is dit een rationele keuze. Ook bij veranderingen in het onderwijs in de komende decennia is het nieuwe hoofdvolume door de gekozen gebouwopzet aanpasbaar en zijn de campusdelen zorg&welzijn, techniek en talen passend bij hun functie. Het is wel van belang om deze flexibiliteit bij de uitwerking van het bouwplan zichtbaar te blijven maken. Ten aanzien van het ambitieniveau op duurzaam gebied is door de school een hoog ambitieniveau aangehouden. Deze gaat uit boven de Wettelijke eisen, maar past wel binnen de gemeentelijke beleidslijnen. Ten aanzien van de bekostiging van de meerinvesteringen wordt door de school een businesscase-model voorgesteld, waarbij meerinvesteringen worden gedragen door de partij die daar in exploitatie voordeel bij heeft i.e. de RSG 4. Bij de toetsing is gebruik gemaakt van het Kwaliteitskader Huisvesting (werkversie April 2016, verder Kwaliteitskader) zoals deze op dit moment in bewerking is door Ruimte-OK. Ruimte-OK is een samenwerking tussen de VNG en de VO-Raad 5. Samengevat: de te plegen investeringen hebben ten doel een leeromgeving te realiseren die uitkomt op een gebouw met een kwaliteit in overeenkomstig het kwaliteitskader huisvesting-ok. Het is een samenhangend doelmatig plan gericht op de toekomst. 4 Bron: Pagina 23 Masterplan RSG. 5 Voor verder informatie over het Kwaliteitskader wordt verwezen naar

7 5. Is de begroting realistisch Als onderdeel van de aanvraag is door de RSG een begroting verstrekt per deelproject. Deze is in vergelijking tot de minimumvereisten van de Verordening ver uitgewerkt voor de bouwkundige delen. Ten aanzien van de installatietechnische delen is het plan uitgewerkt op hoofdlijnen. Techniek, Sport & Bewegen De kosten en de beoordeling voor de delen Techniek en Sport & Bewegen zijn beschreven in de notitie bijkomende plandelen Nieuwbouw (niet monumentaal) De investeringskosten voor nieuwbouw zijn op projectniveau beoordeeld. Er ligt weliswaar een gedetailleerde begroting, maar in de uitwerking van het plan zijn wellicht nog keuzes te maken die enerzijds kostenverhogend kunnen zijn (bijvoorbeeld duurzaamheidsmaatregelen), anderzijds kostenverlagend kunnen zijn (keuze gevelopbouw, terreininrichting e.a.). Dit is uiteindelijk een opgave voor het ontwerpteam. Het is aan de gemeente om te beoordelen of de kostenraming past bij het programma en de ambitie. Het Kwaliteitskader signaleert een groot verschil tussen de vergoedingen voor nieuwbouw zoals deze zijn vastgelegd in de normvergoeding van het VNG en de werkelijke kosten om een gebouw conform het Bouwbesluit te realiseren. Dit wordt voor een groot deel bepaald door de aanscherping van de Bouwbesluit-eisen in Vanwege het feit, dat het Bouwbesluit de status van Wetgeving heeft, is voor de toetsing het plan naast de bouwkosten zoals deze verwacht mogen worden op Bouwbesluitniveau. Aanvullende (duurzame) investeringen zijn separaat beschouwd. De beoordeling van het gevraagde budget is weergegeven in bijlage 2. Revitalisatie monument. In voorgaande jaren is door RSG uitgebreid onderzoek gedaan naar de te verwachten onderhoudslasten voor het monument. Deze zijn door Lindhorst uitgewerkt in een meerjarenonderhoudsplan (MJOP). Bij de inventarisatie is per onderwerp afstemming geweest met Monumentenzorg. Door de optelling van de te verwachten onderhoudslasten ontstaat het beeld, dat de verhouding tussen gebruikskwaliteit, onderhoudslasten en historische waarde onder spanning staat. De RSG geeft aan, dat een deel van het onderhoud naar latere jaren kan worden verschoven, maar daarmee worden per saldo de exploitatielasten niet lager. In de separate notitie over het monument wordt dit onderwerp ook beschreven. Voor wat betreft het monument is het advies om als volgt te werk te gaan:! Zet het monument langjarig in voor de onderwijsfuncties zoals deze door de school voorgesteld zijn;! Stel namens gemeente + RSG een project-architect aan als aanspreekpunt voor Monumentenzorg. NB: voorwaarde is, dat de projectarchitect uit

8 referentiewerk kan aantonen eerder met het bijltje te hebben gehakt. Gezien de samenhang met de nieuwbouw lijkt het logisch om (met inachtneming van het inkoopbeleid van de gemeente in gesprek te gaan met de projectarchitect van de school (Van Manen & Zwart);! Geef de projectarchitect de opdracht om met Monumentenzorg te komen tot een onderhouds- en aanpassingsplan waarbij recht gedaan wordt aan de monumentale waarde. Ter beperking van de kans op verval moet in het plan rekening worden gehouden met de economische haalbaarheid van de voorgestane maatregelen;! Onderzoek de mogelijkheden tot een gehele of gedeeltelijke herbestemming als daar vanuit de gemeente(-raad) behoefte aan bestaat. Hiervoor is een Rijkssubsidie beschikbaar;! Optie: maak de nieuwbouw geschikt om op termijn de last van een extra bouwlaag te kunnen dragen, zodat uitbreiding van het bouwplan op korte of lange termijn mogelijk is. De meerkosten van deze investering zijn naar verwachting zeer beperkt. Reden om deze aanpak te suggereren is, dat deze in lijn ligt met de gekozen aanpak om te komen tot het nieuwbouwplan. De architect is in staat geweest om in samenspraak met Welstand te komen tot een plan wat ontwerpvrijheid opleverde. De integrale planvorming en het aantonen van de urgentie heeft hierbij een rol gespeeld. Doelstelling van deze integrale aanpak voor het monumentale deel zou zijn:! Het zo optimaal mogelijk functioneel maken van het gebouw. Functionaliteit in het gebouw is immers de kostendrager voor de instandhouding;! Het beperken van de onderhoudslasten naar de toekomst;! Het beperken van de initiële investering op het gebouw weer bij de tijd te krijgen. Gezien de volgtijdelijkheid in de het uitvoeringsplan lijkt er voldoende tijd om dit plan van aanpak te doorlopen. Samengevat De investeringskosten zijn beoordeeld per fase. Voor techniekhal is de beoordeling positief. Voor de gymzaal is separaat beoordeeld (notitie bijkomende plandelen). Het investeringsniveau van de techniekhal past, met inachtneming van gemaakte opmerkingen, bij het bouwplan en levert een goed/flexibel gebouwdeel. Voor de nieuwbouw is het advies om het budget voor de bouwkosten te refereren aan het Kwaliteitskader. Voor het monument geldt, dat de bouwplannen met bijbehorende investeringskosten en exploitatielasten verder dienen te worden uitgewerkt voordat tot een beoordeling kan worden gekomen. 6. Is het tijdspad passend bij het plan. De aanvraag maakt onderscheid in verschillende bouwfasen. Techniek Voor de Technische uitstroomprofielen geldt een tijdspad wat ingegeven is door nieuwe Wetgeving. Behandeling en besluitvorming in de Raad van maart 2017 is passend binnen

9 het door RSG voorgelegde tijdspad. Uitstel van besluitvorming op dat moment zal leiden tot de consequentie dat de RSG de licentie verliest om voor de Technische uitstroomprofielen examens af te nemen in Dit zal naar verwachting sterk negatieve gevolgen hebben voor de instroom van nieuwe leerlingen en een bedreiging vormen voor de continuïteit. Gemeentelijke besluitvorming over dit plandeel zou bij sterke voorkeur moeten plaatsvinden in maart Sport en Bewegen Uitgangspunt is dat ten aanzien van Sport en Bewegen kan gedurende de bouw maar ook nadien gebruik worden gemaakt van voorzieningen in de nabijheid. Dit maakt het besluit om tot vervangende nieuwbouw van gymzaal weliswaar tot een losstaand besluit. Bouwtechnisch en economisch is dit besluit echter gekoppeld aan het moment van verbouw van Techniek omdat dit feitelijk 1 ontwerp betreft. Dit besluit dient derhalve op hetzelfde moment te worden genomen als het besluit over Techniek. Nieuwbouw De keuze voor de nieuwbouw is mede afhankelijk van de ambitie van school en gemeente. Wordt gekozen voor nieuwbouw, dan zal nog moeten worden bepaald in welk tijdspad dit tot stand dient te komen. Wordt gekozen voor het tijdspad van de RSG, dan zijn hierbij de volgende factoren van belang: 1. Hoe snel is formele toestemming mogelijk voor de gevraagde investeringen in het kader van Wet Arhi Wordt de visie van de gemeente Vlagtwedde op nut en noodzaak van de investering ook gedragen door de fusiepartner (red. Gemeente Bellingwedde). 3. Kan binnen de begroting de investeringsruimte worden gevonden voor de investering. Dit geldt uiteraard ook voor de andere plandelen, maar wordt bij dit punt expliciet benoemd gezien de omvangrijke investering die wordt verlangd. Uitgesteld tijdspad Gezien de gebouwkwaliteit van de te slopen gebouwdelen is het mogelijk om een aangepast tijdspad te kiezen. Hiervoor zijn een aantal argumenten mogelijk: 1. De dekking voor de totale investering kan mogelijk (nog) niet worden gevonden, maar is op een later tijdstip wellicht wel realiseerbaar ( ?); 2. Vanwege de herindeling is het netter om dergelijke grote investeringsbeslissingen te nemen na installatie van de nieuwe Raad c.q. de Raad van de gemeente Westerwolde; 3. De gebouwen zijn niet afgeschreven en lenen zich ervoor om het onderwijs in de huidige vorm nog een aantal jaren voort te zetten. Dit uitgestelde tijdspad neemt ook een aantal risico s met zich mee. In de afweging dienen ook deze risico s een plaats te krijgen: 1. De huidige rente bij de BNG bedraagt voor een 30 jarige lening ca. 1,5 %. De huidige marktrente geeft een lichte stijging weer. De BNG-rente over 2-5 jaar is 6 Arhi: Wet Algemene Regels Herindeling.

10 onvoorspelbaar, maar zal naar verwachting niet substantieel lager liggen dan de huidige 1,5 %. Een open deur, maar een reëel risico: mocht de BNG rente stijgen naar 2,2% dan stijgt de rentecomponent in de kapitaalslasten substantieel. 2. Concurrerende scholen in Emmen, Stadskanaal en Winschoten werven ook potentiële leerlingen die tussen de vestigingsplaatsen wonen en zijn inmiddels voorzien van moderne huisvesting. De omliggende scholen hebben de afgelopen jaren sterk geïnvesteerd in de leeromgeving. De kans bestaat, dan de leerlingenaantallen van de RSG verder zullen dalen dan de leerlingenprognoses als deze scholen leerlingen weg gaan trekken. Hiermee kan het bestaansrecht van de school in gevaar komen. 3. Als de start van de nieuwbouw na 2020 zal plaatsvinden, dan zal het gebouw (bijna) energieneutraal gebouwd moeten worden. De verplichting is afkomstig uit de Richtlijn 2010/31/EU 7. Consequentie hiervan is dat het daarmee geen gegeven meer is, dat De RSG voor deze investering als cofinancier zal optreden. 4. Als gekozen wordt voor een vertraagde uitvoering, dat moet in overleg worden getreden met de RSG en inspectie om het gebruik van de natuur- en scheikundelokalen voor langere tijd te gedogen. Echter: als er geen harde einddatum is, dan is het onwaarschijnlijk, dat dit haalbaar is. Dit staat los van de vraag of het wenselijk is om meer jaren dan nodig onderwijs te blijven geven in lokalen die ARBO-technisch zijn afgekeurd. Deze constructie vraagt helderheid over de ligging van de (bestuurs-)aansprakelijkheid bij ongevallen. Naar verwachting zal bij uitstel van het nieuwbouwplan een aanvraag volgen voor de (tijdelijke?) nieuwbouw van de natuur- en scheikundelokalen. De weging van de argumenten zal gebaseerd moeten worden op de ambitie als het gaat om het Voortgezet Onderwijs in Ter Apel. Monument In het monument dient onderhoud te worden gepleegd en dienen een aantal aanpassingen te worden gedaan. Hiervoor is voorgesteld een aanpak te kiezen waarbij de projectarchitect namens de gemeente en de RSG handelt. De onderhoudswerkzaamheden staan deels los van de overige bouwwerkzaam. De gebouwaanpassingen zijn gepland na de nieuwbouw. Dit levert tijd voor een zorgvuldige uitwerking waarbij ook op kosten kan worden gestuurd. Samenvatting en advies: De RSG heeft conform de vraag van de gemeente Vlagtwedde een totale huisvestingsvisie ontwikkeld. Dit resulteert in een kans om een toekomstbestendige school te realiseren. De investeringskosten voor het plan zijn substantieel en komen voor het grootste deel ten laste van de gemeente. De investeringen vallen uiteen in Techniek, Gymzaal, nieuwbouw, monument en buitenruimten. Deze lijken los te staan maar tussen gymzaal en Techniek alsmede tussen nieuwbouw en monument is sterke samenhang. Aan de plannen ligt een gedegen visie ten grondslag die gebaseerd is op onderwijs, 7

11 leerlingenaantal en technische uitvoerbaarheid. Er is geen reden om deze visie ter discussie te stellen. De investeringskosten in nieuwbouw zijn vergeleken met de maatstaven van Ruimte-OK. Deze referentiegetallen liggen boven de normvergoedingen van het VNG. De investeringen in het plan liggen boven de getallen van Ruimte-OK. Advies is om het deel vervangende nieuwbouw nu op te nemen in het programma tegen kosten volgens de berekeningsmethode van Ruimte OK en richting RSG aan te geven, dat dit budget taakstellend is. Ten aanzien van dit plandeel lijkt het raadzaam om in overleg met de RSG het bouwheerschap nog te bespreken. Het is in elk geval raadzaam om als gemeente gedurende het ontwikkel en uitvoeringstraject vertegenwoordigd te zijn in het projectteam en de bouw- c.q. voortgangsvergaderingen. Ten aanzien van het monument komt een deel van de kosten van instandhouding voor rekening van de gemeente omdat deze kosten redelijkerwijs niet door de RSG kunnen worden gedragen zonder dat dit ten kosten gaat van onderwijs. Advies is een verdere uitwerking van het plan in opdracht van de gemeente en de RSG te laten plaatsvinden door de architect. Dit zou moeten leiden tot een samenhangend plan met op basis van een economisch haalbare grondslag. Uiteraard met inachtneming van de Erfgoedwet. Vertouwend hiermee de bouwaanvraag van de RSG te hebben voorzien van commentaar en advies, Met vriendelijke groet, Namens Beishuizen P&C Drs. ing. Minze Beishuizen Projectmanager Groningen, 21 januari 2017