Ingenieursbureau Dordrecht. Schouwburg Kunstmin / Filmhuis Cinode jaar.

Transcriptie

1 Ingenieursbureau Dordrecht Schouwburg Kunstmin / Filmhuis Cinode jaar. projectnummer: datum: 4 december 2003

2 Ingenieursbureau Dordrecht Ingenieursbureau Dordrecht Postbus AA Dordrecht J. M. Katsman Telefoon Pagina 2 van 6

3 Inhoudsopgave Inleiding 4 1. Kosten voor 25 jaar gebruik van Schouwburg Kunstmin Bouwkundige staat cascoconstructie vóór het toneel Bouwkundige staat cascoconstructie toneeltoren Bouwkundige staat interieur Installaties Arbo-eisen Brandveiligheidsmaatregelen Conclusies 5 2. Kosten herbouw Filmhuis Cinode 6 Bijlagen In bijlagenbundel 1 Overzicht bouwkundige staat casco - vóór het toneel 2 Overzicht bouwkundige staat casco - toneeltoren 3 Overzicht bouwkundige staat - interieur 4 Overzicht installaties 5 Overzicht kosten Risico-Inventarisatie en -Evaluatie 6 Overzicht kosten brandveiligheidsmaatregelen 7 Studie en advies omtrent huidige status en toekomstige verwachtingen van de klimaatinstallaties - Krimpen's adviesbureau Energique 8 Risico-Inventarisatie en -Evaluatie 9 Stichtingskostenraming + 25 jaar Schouwburg Kunstmin 10 Kostenraming herbouw Filmhuis Cinode - Bouwhaven Consultants 11 Foto's. Pagina 3 van 6

4 Inleiding. Naar aanleiding van de ontwerpstudie naar de mogelijkheden van ver-/nieuwbouw van Schouwburg Kunstmin door architect Erik Knippers uit oktober 2002, zijn bij diverse instanties vragen gerezen over de toekomstmogelijkheden van Schouwburg Kunstmin en Filmhuis Cinode in de huidige staat. In dit rapport worden de volgende vragen beantwoord: 1. Wat zijn de kosten om Schouwburg Kunstmin de komende 25 jaar als theater te laten functioneren, indien alleen de noodzakelijke ingrepen worden uitgevoerd? Bij deze ingrepen wordt gedacht aan Arbo en fundamentenonderzoek e.d; 2. Wat zijn de kosten om Filmhuis Cinode in de huidige vorm op een andere plaats te herbouwen? Deze vraag is van belang indien de toneeltoren uitgebouwd wordt, zoals voorgesteld in de ontwerpstudie van Erik Knippers in oktober Om deze vragen te beantwoorden is onderzoek gedaan door J. Katsman, bouwkundige bij het Ingenieursbureau Dordrecht, in samenwerking met H. Veenker, hoofd techniek van Schouwburg Kunstmin. Om de eerste vraag te beantwoorden is het gebouw en de functie (theater) vanuit verschillende uitgangspunten (arbo, installaties e.d.) beoordeeld op het voldoen aan bestaande regels en normen. Wanneer er niet aan wordt voldaan, is gezocht naar een oplossing, waarvan de kosten worden gekaamd. De verbeteringsvoorstellen zijn onder voorbehoud van goedkeuring door Monumentenzorg Dordrecht en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Het gebouw Kunstmin is namelijk een rijksmonument. De verbeteringsvoorstellen worden verdeeld in de volgende categorieën: A: Maatregelen noodzakelijk voor het behoud van het gebouw. De huidige situatie voldoet niet aan de hedendaagse eisen of de technische levensduur is voorbij; B: Maatregelen noodzakelijk voor het gebruik van het gebouw Kunstmin als theater. De huidige situatie voldoet niet aan de hedendaagse eisen of de economische/technische levensduur is voorbij; C: Maatregelen wenselijk voor het gebruik van het gebouw Kunstmin als theater: de huidige situatie is niet bedrijfseconomisch, verbetering van de werkomstandigheden van de gebruikers, aandachtspunten voor efficiënt functioneren, verbetering service en comfort voor bezoekers en omwonenden, energiebesparende maatregelen e.d. Opgemerkt wordt dat de bedragen in de B- en C-categorie meerkosten zijn t.o.v. A resp. B. Wanneer besloten wordt de noodzakelijke maatregelen voor het gebruik als theater uit te voeren (B), dienen de maatregelen voor het gebouw (A) ook uitgevoerd te worden! De genoemde bedragen zijn directe kosten, exclusief BTW, begeleidings- of omslagkosten, kosten voor vervangende ruimten of noodvoorzieningen en dergelijke. 1. Kosten voor 25 jaar gebruik van Schouwburg Kunstmin 1.1. Bouwkundige staat cascoconstructie vóór het toneel Voor dit deel van het onderzoek is uitgegaan van het bouwkundig onderzoek dat is uitgevoerd voor de studie naar de mogelijkheden van ver-/nieuwbouw van Schouwburg Kunstmin van architect Erik Knippers in oktober Het bouwkundig onderzoek is, waar nodig, aangepast aan de huidige kennis van zaken. Het resultaat is in tabelvorm te vinden in bijlage 1. De installaties worden in paragraaf 1.4 behandeld en de arbo-onderdelen zijn in paragraaf 1.5 verwerkt. A. Kosten voor behoud van het gebouw: ,-, dat is inclusief de funderingsmaatregelen van ,-; B. Kosten noodzakelijk voor het gebruik als theater: ,- C. Kosten maatregelen voor een efficiëntere bedrijfsvoering: , Bouwkundige staat cascoconstructie toneeltoren In de studie naar de mogelijkheden van ver-/nieuwbouw van Schouwburg Kunstmin van Erik Knippers in oktober 2002 is uitgegaan van nieuwbouw van de toneeltoren. Het toenmalig niet noodzakelijk bouwkundig onderzoek van de toneeltoren is nu alsnog gedaan. Het resultaat is in tabelvorm te vinden in bijlage 2. Bouwkundig is er echter weinig aan te merken op de toneeltoren, uitgezonderd de fundering, die in paragraaf 1.1 is meegenomen, en het schilderwerk. De installaties worden in paragraaf 1.4 behandeld en de arbeidsomstandigheden in paragraaf 1.5. Pagina 4 van 6

5 A. Kosten voor behoud van het gebouw: ,- B. Kosten noodzakelijk voor het gebruik als theater: O,-, exclusief de funderingsmaatregelen, zie paragraaf 1.1. C. Kosten maatregelen voor een efficiëntere bedrijfsvoering: O, Bouwkundige staat interieur De in het interieur benodigde maatregelen betreffen voornamelijk een verbetering van de bedrijfsvoering en ruimtegebruik: meer opslagmogeiijkheden, meer toiletten e.d. Een overzicht hiervan is te vinden in bijlage 3. A. Kosten voor behoud van het gebouw: ,- B. Kosten noodzakelijk voor het gebruik als theater: ,- C. Kosten maatregelen voor een efficiëntere bedrijfsvoering: , Installaties Voor het bepalen van de noodzakelijke maatregelen wat betreft de klimaatinstallaties is in juli/augustus 2003 een onderzoek uitgevoerd door Krimpen's adviesbureau Energique. Het rapport van dit onderzoek is opgenomen in bijlage 7. De conclusies van dit onderzoek zijn meegenomen in het maatregelenoverzicht in bijlage 4. A. Kosten voor behoud van het gebouw: n.v.t. B. Kosten noodzakelijk voor het gebruik als theater: ,- C. Kosten maatregelen voor een efficiëntere bedrijfsvoering: , Arbo-eisen Voor het bepalen van de noodzakelijke maatregelen, die te maken hebben met de arbeidsomstandigheden in Schouwburg Kunstmin, werd een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RIE) uitgevoerd door het hoofd techniek van de schouwburg, de heer Veenker. Deze RIE is opgenomen in bijlage 8. De conclusies hiervan zijn meegenomen in het kostenoverzicht in bijlage 5. A. Kosten voor behoud van het gebouw: n.v.t. B. Kosten noodzakelijk voor het gebruik als theater: ,- C. Kosten maatregelen voor een efficiëntere bedrijfsvoering: , Brandveiligheidsmaatregelen In maart 2003 heeft de gemeente Dordrecht haar 'beleid bestaande bouw' bepaald. Aan deze regels dienen alle bestaande gebouwen van Dordrecht te voldoen om een nieuwe gebruiksvergunning te kunnen ontvangen. Hiervoor worden in 2003 en 2004 alle gebouwen in het bezit van de gemeente geïnspecteerd op de benodigde brandveiligheidsmaatregelen. Op 13 november 2003 is zo'n inspectie uitgevoerd in Schouwburg Kunstmin. Het rapport hiervan is als basis genomen voor het bepalen van de kosten van de benodigde brandveiligheidsmaatregelen. Deze kosten staan weergegeven in bijlage 6. A. Kosten voor behoud van het gebouw: ,- B. Kosten noodzakelijk voor het gebruik als theater: ,- C. Kosten maatregelen voor een efficiëntere bedrijfsvoering: , Conclusies Totaal directe kosten voor het behoud van het gebouw: ,-; Totaal directe kosten, noodzakelijk voor het gebruik van het theater: ,- Totaal directe kosten voor een efficiëntere bedrijfsvoering: ,- Genoemde kosten zijn directe kosten, exclusief honoraria (ca 15%), bijkomende kosten (verhuizingen, noodvoorzieningen e.d.), interne kosten, prijsstijgingen, rente en onvoorzien (10%). Wanneer dit meegenomen wordt, komen de stichtingskosten, exclusief BTW, op: - voor behoud van het gebouw: ,- (A); - noodzakelijk voor behoud van gebouw en voor het gebruik als theater: ,- (A+B). De totale stichtingskosten, inclusief efficiëntere bedrijfsvoering, komen op: ,- (A, B en C). In bijlage 9 is de opbouw van deze stichtingskosten weergegeven. Pagina 5 van 6

6 2. Kosten herbouw Filmhuis Cinode Bij de berekening van de kosten voor de herbouw van de Filmhuis Cinode is uitgegaan van het volgende: - het Filmhuis Cinode wordt herbouwd op een fictieve plaats in Dordrecht; - herbouw in hetzelfde ontwerp en materialen als het bestaande Filmhuis Cinode, volgens de tekeningen uit 1993; - hergebruik van het projectiescherm; - inclusief algemene kosten, winst en risico van de aannemer; Niet meegenomen zijn: - sloopkosten van het bestaande filmhuis; - aanhelingen aan de gevel van het gebouw Kunstmin; - grondaankoop; - overige stichtingskosten (vergunningen, aansluitkosten, verhuiskosten, honoraria adviseurs, toezicht e.d.); - kosten van verbouw van een bestaand pand tot Filmhuis Cinode. Er kan van worden uitgegaan dat een verbouw van een bestaand pand tot filmzaal NIET goedkoper zal zijn dan volledige nieuwbouw. De kostenraming voor herbouw van de Filmhuis Cinode is opgenomen in bijlage 10. De bouwkosten zullen ongeveer ,- exclusief BTW bedragen. Pagina 6 van 6