december Theater Dordrecht. Onderzoek Theater- en fïlmcomplex (meerzalencomplex, model fase 2) Werknummer bbn Datum. 25 pagina's Versie

Transcriptie

1 Theater Dordrecht RAADSGRIFFIE DORDRECHT Ontvangen: \_ö/( Gemeenteraad Presidium Commissie Griffie DiV team 2 Griffier: U {fu[? Onderzoek Theater- en fïlmcomplex (meerzalencomplex, model fase 2) Werknummer bbn Datum december 2003 Rapportnummer 002 Tekstgedeelte 25 pagina's Versie 003 Aantal bijlagen separaat Status Definitief Bestandsnaam rapport fase 2 definitief Opgesteld door ir. J. van der Horst j.van.der.horst@bbn.nl Doorkiesnummer (030) Faxnummer (030) Internet

2 3. ONTWERPSTUDIE Het hierna volgende hoofdstuk is opgesteld door het Architectenforum. Theater Dordrecht fase 2 Versie 003 pagina 7 van 25 2 december 2003 bbn adviseurs

3 h et architectenforum ONTWERPSTUDIE De studie naar de gewenste beeldkwaliteit is uitgevoerd door het Architectenforum in overleg met o.a. Schouwburg Kunstmin en bureau Palmboom en van den Bout. 3.1 STADSWERVEN Maquettefoto stedenbouwkundige verkenning (Palmboom en van den Bout) Locatie Het gebied Stadswerven heeft de potentie om een waardevolle aanvulling op Dordrechts historische binnenstad te vormen. Een nieuwe schouwburg zal ongetwijfeld bijdragen aan de ontwikkeling van het gebied tot een aantrekkelijk deel van de stad. De stedenbouwkundige studie van Palmboom en van den Bout biedt twee mogelijke locaties: Grenzend aan een nieuw park op de punt van Stadswerven. In een combinatiegebouw tussen de nieuwe brug en de Wantijhaven. het architectenforum bv. keizersgracht GD amsterdam t f info@architectenforum.nl handelsregister amsterdam

4 h e t architectenforum Een situering bij het 'Puntpark' biedt de volgende voordelen: Gezien vanuit Dordrecht en de regio (Papendrecht, Zwijndrecht) is dit de meest zichtbare locatie. Binnen Stadswerven wordt het theater één van de twee polen of 'trekkers' aan de centrale as door het gebied, aan weerszijden van de huidige Maasstraat. Het theater profiteert van de unieke ligging bij de punt, in een park met een panoramisch uitzicht op het rivierenlandschap.» Het nieuwe gebouw kan zich onderscheiden van de aangrenzende woonbebouwing door zijn positie (vrij in de ruimte)en vormgeving (als een 'bijou' in het park). De punt, zicht op Dordrecht

5 h et architectenforum Uitzicht vanaf de locatie

6 h et architectenforum 3.2 UITGANGSPUNTEN SITUERING Publieksruimten De hoofdentree bevindt zich aan de zuidzijde, grenzend aan een plein bij de brug over het Wantij. Het theatercafé grenst aan het park, met een terras op het zuidwesten.» De gevels van de foyers zijn zeer transparant, zodat het leven in het gebouw naar buiten uitstraalt en de bezoekers een schitterend uitzicht wordt geboden. Logistiek 'De brede noordelijke kade biedt voldoende manoeuvreerruimte voor lange vrachtauto's (trailers tot 20 meter). Een inpandige laadruimte voor maximaal drie auto's, geeft gelijkvloerse toegang tot de tonelen van de grote en de kleine zaal. Situatietekening 1 Puntpark 2 Plein 3 Nieuwe brug 4 Wantijhaven 5 Maasstraat 6 Lange Wantijkade

7 h et architectenforum NIVO / O 1000-/ O NIVO NIVO Plattegronden

8 h et architectenforum Grote zaal - klassieke opstelling (ca. 850 pi.) Een 'klassieke' theaterzaal met balkon, lijsttoneel en orkestbak Gebogen rijen en warm materiaal- en kleurgebruik maken dit tot een karakteristieke ruimte Techniek blijft waar mogelijk uit het zicht 1 Theater aan de Schie, Schiedam (De Architectengroep) 2 Glyndebourne opera house (Michael Hopkins) Grote zaal? vlakke vloer opstelling (ca. 400 plaatsen) Een 'neutrale' ruimte, flexibel te gebruiken, met zeer goede zichtlijnen Geen nadrukkelijke vormgeving Techniek (zaalbruggen, regiecabine etc.) in het zicht 1-2 De Toneelschuur Haarlem (Swarte / Mecanoo)

9 h e t architectenforum 3.5 ONTWERPTHEMA'S Bijou Het gebouw is een vrijstaand object Elegant en lichtvoetig, als een UFO geland in het park Uitgevoerd met een hoogwaardige afwerking Referentiebeelden 1 Congrescentrum, Tours (Jean Nouvel) 2 Museum, Yatsushiro (Toyo Ito) 3 'Tower of winds', Yokohama (Toyo Ito) Transparant Het gebouw is open en uitnodigend 's Avonds vormt het een lichtend baken op de punt van de Stadswerven Referentiebeelden 1 Sibelius Hall, Lahti (Palo, Tikka) 2 Laban Centre, Londen (Herzog, de Meuron)

10 h e t architectenforum 3.6 VARIANT A Gebaseerd op de stedenbouwkundige verkenning van Palmboom en van den Bout Ovale plattegrond met overstekend dak, entreezijde volledig transparant Ruimtelijke foyers grenzend aan plein en park Hoofdentree gezien vanaf de zuidzijde Uitzicht vanaf Lange Wantijkade

11 h et architectenforum 3.7 VARIANT B1» 'Gestroomlijnde' vormgeving van het totale volume» De toneeltoren is opgenomen binnen de contour van het gebouw Interessant beeld naar alle zijden Hoofdentree gezien vanaf aanlanding nieuwe brug, (park aan linkerzijde) Uitzicht vanaf de punt

12 h e t architectenforum 3.8 VARIANT B2 Sculpturaal vormgegeven dak» De toneeltoren valt binnen de contour van het gebouw Transparante gevels, open en uitnodigend Interessant nachtbeeld Hoofdentree gezien vanaf brug Uitzicht vanaf Lange Wantijkade

13 . tarchitectenforum net 3.9 Materialisering Ten behoeve van het vaststellen van een kostenniveau, wordt voorgesteld de onderstaande zaken mee te nemen in de kostenraming. Zuidgevel hoofdvolume 80% glas, adequate zonwering Overige gevels hoofdvolume 40%glas, Gevel toneeltoren opgenomen binnen het hoofdvolume Daken metaal, deels gebogen/dubbelgekromd Interieur foyers grenzend aan de gevel zorgvuldig afgewerkt» kleedruimten en kantoren eenvoudig Zalen In principe een normaal afwerkingsniveau. Ruimte voor bijzondere stoelen of een bijzondere afwerking van de wanden/plafonds in de grote zaal.

14 : > / ^ 4. KOSTENRAMING Bij het opstellen van de investeringskostenraming en de bouwkostenraming zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: 4.1. ALGEMEEN De uitgangspunten zoals deze zijn benoemd in de voorgaande hoofdstukken: Globaal Programma van Eisen en vlekkenplan; Ontwerpstudie, uitgangspunten beeldkwaliteit UITGANGSPUNTEN KOSTENRAMINGEN De uitgangspunten zijn voor relevante onderdelen gelijk gehouden aan de uitgangspunten voor de kostenraming voor de renovatie van Schouwburg Kunstmin en voor de kostenraming voor het theatercomplex (theater, model fase 1), opdat een vergelijkbaar beeld ontstaat. Grondkosten De grond is eigendom van de gemeente Dordrecht. Er is van uitgegaan dat er geen grondkosten in rekening worden gebracht op het project. Mede voor de vergelijkbaarheid met het renovatiemodel, zijn in de investeringskostenraming daarom geen grondkosten opgenomen. Stortkosten vervuilde grond Er zijn in de investeringskostenraming geen stortkosten opgenomen voor vervuilde grond. Aangenomen is dat de locatie bouwrijp zal worden opgeleverd en dat een eventueel noodzakelijke bodemsanering zal worden uitgevoerd in het kader van de ontwikkeling van het plangebied als geheel. Archeologie Momenteel zijn er geen gegevens bekend over mogelijke archeologische vondsten. Er zijn in de investeringskostenraming daarom geen kosten opgenomen voor archeologische vondsten. Explosievenonderzoek Momenteel zijn er geen gegevens bekend over mogelijke explosieven in de bodem. Er zijn in de investeringskostenraming daarom geen kosten opgenomen voor het verwijderen van explosieven. Rentekosten Er is uitgegaan van een oplevering van het project uiterlijk l januari De rentekosten tot l januari 2007 zijn opgenomen in de investeringskosten. Er is uitgegaan van een kapitaalrente van 5,5%. Theater Dordrecht fase 2 pagina 21 van 25 2 december 2003 Versie 003 bbn adviseurs

15 f \» ' J Prijsstijgingen Er is uitgegaan dat de oplevering van het project uiterlijk l januari 2007 zal plaatsvinden. De te verwachten prijsstijgingen tot l januari 2007 zijn opgenomen in de investeringskosten. Er is uitgegaan van 3% bouwkostenstijging per jaar. Ontwikkelingskosten Er is van uitgegaan dat de gemeente Dordrecht de opdrachtgever wordt van het nieuwe theater. Daarom is er geen winst en risico gerekend voor een projectontwikkelaar. Interne kosten gemeente Dordrecht/Schouwburg Kunstmin Door de medewerkers van de gemeente Dordrecht en van Schouwburg Kunstmin moeten werkzaamheden worden verricht ten aanzien van het project. De kosten hiervan zullen waarschijnlijk deels niet, maar waarschijnlijk ook deels wel, ten laste worden gebracht van het project. Vooralsnog is een bedrag van ,-- opgenomen in de investeringskostenraming. Presentatie, communicatie en promotie In de investeringskostenraming is een bedrag van ,-- opgenomen voor presentatie, communicatie en promotiekosten. Kunst In de investeringskostenraming is de 1% regel toegepast, dit wil zeggen dat er 1% van de bouwkosten wordt besteed aan kunst. Afwerkingsniveau Er is uitgegaan van het in hoofdstuk 3 geformuleerde ambitieniveau. Voor de theatertechnische installaties is rekening gehouden met de wensen die in een vooroverleg zijn opgegeven door Schouwburg Kunstmin. Duurzaam bouwen Er is uitgegaan van de duurzaam bouwen voorzieningen die tegenwoordig bij nieuwbouw al min of meer standaard worden toegepast (bijvoorbeeld warmteterugwinning). Energieopslag in de bodem is hier niet meegenomen; het ligt voor de hand dat, indien hiervoor wordt gekozen, een dergelijke voorziening voor een groter gebied (de Stadswerven) centraal zal worden toegepast. Onvoorzien/meer- en minderwerk In de investeringskostenraming is 8,5% van de bouwkosten en honoraria opgenomen aan onvoorzien (inclusief meer- en minderwerk tijdens de bouw). Dit percentage is bij het renovatiemodel hoger, omdat een renovatie relatief meer onvoorziene zaken met zich mee brengt. Theater Dordrecht fase 2 pagina 22 van 25 2 december 2003 Versie 003 bbn adviseurs

16 Regelgeving In de bouwkostenraming is uitgegaan van de regelgeving ten tijde van het opstellen van de raming (november 2003). Alle extra kosten die voortvloeien uit gewijzigde regelgeving na dit tijdstip, zullen moeten worden opgeteld bij de ramingen. Theater Dordrecht fase 2 pagina 23 van 25 2 december 2003 Versie 003 bbn adviseurs

17 5. RESULTATEN / CONCLUSIE 5.1. RESULTATEN KOSTENRAMING THEATER- EN FILMCOMPLEX (meerzalencomplex, model fase 2) Op basis van de voorgaande uitgangspunten zijn een bouw- en een investeringskostenraming berekend. Deze zijn opgenomen als bijlagen 3 en 4. Het resultaat is als volgt: De stichtingskosten voor een nieuw theater- en filmcomplex (meerzalencomplex, model fase 2) bedragen ,-. NB dit bedrag is exclusief BTW VERSCHILLEN TEN OPZICHTE VAN KOSTENRAMING THEATERCOMPLEX (theater, model fase 1) De investeringskosten voor het theater- en filmcomplex zijn ten opzichte van het theatercomplex circa 9,5 miljoen hoger. Deze meerkosten zijn het gevolg van: een groter bruto vloer oppervlak: een grotere bezoekerscapaciteit (meer stoelen in grote zaal en een groter foyeroppervlak); grotere afmetingen van toneeltoren en achtertoneel;. toevoeging van twee filmzalen met bijbehorende foyerruimte; toevoeging van een studio met bijbehorende ruimtes; de stedenbouwkundige situatie vraagt om een bijzondere gebouwvorm (extra volume) en een hoge afwerkingskwaliteit; meer theatertechnische voorzieningen (achtertoneel grote zaal, hefvloer kleine zaal, technische faciliteiten filmzalen en studio) INBEDDING IN TOTAAL VAN ONDERZOEKEN Dit deelonderzoek naar een theater- en filmcomplex maakt, zoals in de inleiding reeds is gemeld, deel uit van een groter geheel aan onderzoeken. De resultaten dienen dan ook te worden gezien in samenhang met de resultaten van de overige deelonderzoeken. Een uiteindelijke afweging is verwoord in een eindadvies, opgesteld door de Sector Cultuur. Theater Dordrecht fase 2 pagina 24 van 25 2 december 2003 Versie 003 bbn adviseurs

18 DE BIJLAGEN ZIJN OPGENOMEN IN EEN SEPARAAT BIJLAGENBOEK Theater Dordrecht fase 2 pagina 25 van 25 2 december 2003 Versie 003 bbn adviseurs