WELSTANDSBEOORDELINGEN STADSBOUWMEESTER A M E R S F O O R T. Verslag d.d

Transcriptie

1 WELSTANDSBEOORDELINGEN STADSBOUWMEESTER A M E R S F O O R T weeknummer: 20/2017 Verslag d.d Status: vastgesteld Aanwezig: Stadsbouwmeester: mevr. ir. L.L.M. Oudenaarde Ambtelijke ondersteuning: Secr. dhr. ing. P. Bal pagina 1 van 1

2 B E O O R D E L I N G E N : AANVRAGEN (inclusief wijzigen van eerder beoordeelde plannen): Dossiernr: Mahlerstraat 11 het uitbreiden van de woning aan de voorgevel Naar aanleiding van het advies van de stadsbouwmeester d.d is door aanvrager een aangepast bouwplan, ontvangen , ter beoordeling ingediend. In dit gewijzigde voorstel is de uitbouw aan de voorzijde 0,80 meter teruggehouden van de kopgevel (rechts). De toe te passen kozijnen beslaan de volledige hoogte, tot aan het boeiboord en tussen de kozijnen zal metslwerk aangebracht worden. Het dak van de uitbouw krijgt aan voor- en rechterzijde een dakoverstek met rondlopend boeiboord. Aan de linkerzijde zal de uitbouw gebouwd worden tot op de perceelgrens met de belendende woning aan de linkerzijde en om die reden is daar geen boeiboord voorzien. De stadsbouwmeester is van oordeel dat met de aanpassing van het bouwplan tegemoet gekomen is aan het advies van de stadsbouwmeester d.d , waardoor de uitbouw toch meer het beeld van een erker krijgt en zich daardoor beter voegt in het straatbeeld. Met het maken van een lichtstrook in de kopse zijde van de uitbouw als overgang wordt goed aangesloten op het metswerk van de bestaande voorgevel, waarin met verbijzonderingen in het metselwerk horizontale lijnen zijn voorzien. Het voorstel voor deze uitbouw aan de voorgevel is aanvaardbaar. De stadsbouwmeester onderkent de aanleiding om aan de linkerzijde (bij de aansluiting met nr. 13) geen overstek toe te passen omdat daarmee de perceelgrens zou worden overschreden, maar doet de aanbeveling aan aanvrager om hierover met de buren te overleggen om ook aan die zijde het overstek wel toe te passen. Dat zal het beeld verbeteren en behoeft geen belemmering te zijn om later ook bij nr. 13 een eventuele uitbouw te kunnen realiseren. Onderkend wordt dat aanvrager daarbij afhankelijk is van de instemming van de eigenaar van de belendende woning. Aanbeveling: zo mogelijk ook aan de linkerzijde bij de aansluiting bij nr. 13 een zelfde overstek toepassen als aan de voor- en rechterzijde. Dossiernr: Sanderijnhof 5 het plaatsen van een dakkapel op het voordakvlak van de woning De aanvraag betreft het plaatsen van een dakkapel op het voordakvlak van de woning ter vervanging van een bestaande, kleinere dakkapel. De woning Sanderijnhof 5 is een tussenwoning in het blok rijwoningen Sanderijnhof 1 (links) t/m 11. Op de woningen Sanderijnhof 7, 9 en 11 werden eerder al grotere dakkapellen geplaatst, in afwijking van de kleine dakkapellen bij nr. 1 en 5. De te plaatsen dakkapel heeft een breedte van 3,25 meter is daarmee gelijk aan de helft van de dakvlakbreedte van 6,50 meter van deze woning. Het beeld van deze dakkapel komt overeen met de eerder bij nr. 7 t/m 11 geplaatste dakkapellen (nr. 7 en 9: BVL d.d en nr. 11: BVL d.d ). Volgens aanvraag zullen kunststofkozijnen en ramen worden toegepast in de kleur RAL Ook de zijwangen zullen worden uitgevoerd in RAL De boeiboorden zullen worden uitgevoerd in RAL 5011 (staalblauw). Hoewel dat niet expliciet uit de tekeningen blijkt lijkt het kunststofkozijn te worden uitgevoerd met verdiepte profilering. Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 2 van 2

3 De stadsbouwmeester is van oordeel dat de te plaatsen dakkapel denkbaar is en aansluit bij de dakkapellen zoals die eerder al geplaatst werden bij de belendende woningen Sanderijnhof 7 t/m 11. De dakkapel voldoet met een breedte, gelijk aan de halve dakvlakbreedte, aan de uitgangspunten van dakkapellen volgens de gemeentelijke welstandsnota. Het blijkt niet specifiek uit de gegevens bij de aanvraag, maar de te plaatsen dakkapel zal even hoof en even hoog geplaatst moeten worden als genoemde dakkapellen bij nr. 7 t/m 11 en dat principe heeft prioriteit boven de op tekening aangegeven hoogtematen. De toe te passen kunststofkozijnen zullen moeten worden uitgevoerd met een verdiepte profilering, passend bij de detaillering van houten kozijnen. aan de loketcriteria voor dakkapellen van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan voldoet, mits uitgevoerd en geplaatst volgens de randvoorwaarden als genoemd in dit advies., mits even hoog en even hoog geplaatst als de dakkapellen van de belendende woningen Sanderijnhof 7 t/m 11 en de kunststofkozijnen zullen zijn uitgevoerd met een verdiepte profilering. Dossiernr: Rietzangerstraat 60 het plaatsen van een erfafscheiding De aanvraag betreft het aanpassen van de erfafscheiding bij het hoekperceel Rietzangerstraat 60, op de hoek Rietzangerstraat en Liendertseweg. Deze woning maakt deel uit van het recent gerealiseerde bouwplan voor het bouwen van 39 woningen, Liendertseweg, 2 e fase, dossier CRO Dit project is omsloten door Rietzangerstraat, Liendertseweg en Lijsterbesstraat. Bij het ontwerp van dit plan zijn bij de woningen op de uitwendige de situaties verbijzonderd door een mee-ontworpen bouwkundige erfafscheiding. Hierbij zijn de naar het openbaar gebied gerichte gedeelten van de erfafscheidingen uitgevoerd in een gevelsteen die aansluit bij de gevelsteen van de woningen van dit project, waarbij deze erfafscheiding is afgewerkt met een band van prefabbeton. Deze erfafscheidingen zijn aan de zijkant van de betreffende woningen ter hoogte van de achtertuin gerealiseerd in een hoge uitvoering en verspringen dan naast de woning in een gelijke materialisering naar een lage tuinmuur, die wisselend ook aan de voorzijde wordt doorgezet, behoudens bij de woningen aan de Rietzangerstraat. Volgens aanvraag zal bij de woning Rietzangerstraat, waar aan de naar de Liendertseweg gerichte zijkant en direct grenzend aan het openbaar gebied ook genoemde mee-ontworpen erfafscheiding werd geplaatst, deze erfafscheiding worden uitgebreid met een erfafscheiding, bestaanden uit een grenen schutting, waarvan de delen zullen worden opgesloten in betonnen staanders. De stadsbouwmeester constateert dat duidelijke informatie voor een goed beeld van hoe het gedeelte dat aan de bestaande erfafscheiding zal moeten worden toegevoegd aan de bestaande erfafscheiding ontbreekt, maar is van oordeel dat daaruit wel is af te leiden dat deze toevoeging sterk zal afwijken van wat bij de nieuwbouw werd gerealiseerd. Uit de aanvraag wordt opgemaakt dat de uitbreiding van de erfafscheiding geplaatst zal moeten worden op de bestaande betonrand, die als afdekking is aangebracht op het lage muurtje. De stadsbouwmeester is van oordeel dat de naar het openbaar gebied gerichte erfafscheidingen bij de woningen op de hoeken van het project onderdeel zijn van een zorgvuldig ontworpen bouwplan en mede bepalend zijn voor het stedenbouwkundige concept, zoals dat bij deze en andere fasen van de invullingen in dit gedeelte van Liendert is toegepast. Een uitbreiding van de bij de nieuwbouw gerealiseerde erfafscheidingen vraagt om een ontwerp dat daarop is afgestemd en zorgvuldig aansluit bij de gerealiseerde situatie. Dat is met het overigens nog te summier uitgewerkte voorstel niet het geval. Het voorstel is niet aanvaardbaar en is strijdig met de voor dit project beoogde beeldkwaliteit. Of er zal uitbreiding moeten plaats vinden volgens het uitgewerkte concept met de daarbij toegepaste materialisering of er zal gekozen moeten worden voor een contrastrijke oplossing die zorgvuldig aansluit bij de bestaande situatie. Dat zou bijvoorbeeld kunnen met een te begroeien Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 3 van 3

4 erfafscheiding van bijvoorbeeld een gaasafscheiding die geplaatst zou kunnen worden achter het bestaande tuinmuurtje, waardoor het effect van de bij de bouw gerealiseerde, gemetselde erfafscheiding in tact zal worden gelaten. In een uit te werken voorstel zal duidelijk moeten worden aangegeven tot waar met welke hoogte die erfafscheiding gerealiseerd zal worden. aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan niet voldoet. Niet aanvaardbaar Dossiernr: Tuinslak 2 het plaatsen van een dakopbouw op de woning Het bouwplan voor de bouw van een dakopbouw op de woning Tuinslak werd op door de stadsbouwmeester als aanvaardbaar beoordeeld. De opzet en materialisering van deze dakopbouw sloot naar het oordeel van de stadsbouwmeester aan bij de al gerealiseerde dakopbouwen op de woningen van dit blok. In verband met de eisen om te voldoen aan de benodigde isolatiewaarden van de gevels werd daarna door aanvrager een aangepast voorstel ter beoordeling ingediend voor een gewijzigde materialisering van de wanden, waarbij wordt voorgesteld de wanden uit te voeren in een opbouw van sandwichpanelen in een licht grijze kleur. De stadsbouwmeester is van oordeel dat met een uitvoering van de wanden in licht grijze sandwichpanelen, in afwijking van het eerder beoordeelde bouwplan met een gevelbekleding met rabatdelen, sterk wordt afgeweken van het heersende gevelbeeld met de bestaande dakopbouwen op deze woningen. Dat is niet aanvaardbaar. In het feit dat de wanden moeten voldoen aan een warmteweerstand volgens actuele normen kan geen aanleiding worden gezien om het voorgestelde, gewijzigde gevelmateriaal toe te passen. In een uitvoering met rabatdelen, zoals eerder voorgesteld, is dat ook zondermeer goed te realiseren. Op grond van de ingediende gegevens is de stadsbouwmeester van oordeel dat het plan met gewijzigde gevelmaterialen ten opzichte van het op beoordeelde bouwplan, getoetst aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan niet voldoet. Niet aanvaardbaar Dossiernr: Kraailandhof 3 het plaatsen van een podium met overkapping De aanvraag betreft het bouwen van een podium met overkapping op het schoolplein in de noordoosthoek van basisschool De Bieshaar aan Kraailandhof. Het podium met een zeshoekige plattegrond zal gericht zijn naar het plein en gebouwd worden in een houten constructie, met aan de achterzijde gedeeltelijk gesloten wanden houten in zwart geteerd potdekselwerk. De stadsbouwmeester is van oordeel dat het maken van een podium met overkapping op het schoolplein denkbaar is. Een dergelijke voorziening kan echt iets toevoegen aan het plein en de functie die dit voor de school kan vervullen en is aanvaardbaar. Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 4 van 4

5 Dossiernr: Utrechtseweg 389 het bouwen van een woning De aanvraag betreft het bouwen van een vrijstaande woning op kavel 389 binnen het project bouwen in het Bos Uyterlinde. De woning is onderdeel van het cluster woningen op de locatie van het voormalige kantoorgebouw Utrechtseweg 371. Ten behoeve van de ontwikkeling van deze woonbebouwing werd het Beeldkwaliteitplan 24 nieuwbouwwoningen Utrechtseweg 371 opgesteld. Ter bewaking van het proces naar realisatie van de woningen is door de ontwikkelende partij een eigen kwaliteitsteam gevormd, waarmee door de kopers van de kavels in het voortraject zorgvuldig moet worden afgestemd. In vervolg daarop is per kavel een kavelpaspoort opgesteld. De supervisor van het private kwaliteitsteam heeft te kennen gegeven van het plan kennis te hebben genomen, getoetst te hebben aan het beeldkwaliteitsplan en daarmee te kunnen instemmen. De stadsbouwmeester neemt kennis van het bouwplan en het advies van de particuliere supervisor voor dit project en is van oordeel dat het plan in overeenstemming is met de beschreven beeldkwaliteit voor dit gebied en conformeert zich aan het advies van de supervisor. De opzet van deze woning met de toe te passen overstekken en de voorgestelde materialisering past in het beoogde beeld. Het plan is aanvaardbaar. aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota en het voor dit gebied opgestelde beeldkwaliteitsplan, daaraan voldoet. Dossiernr: Bloeidaal, De Tabaksschuur 2, kavel Te het bouwen van een woning Het onder dossiernummer CVO geregistreerde principeplan werd op door de stadsbouwmeester als aanvaardbaar beoordeeld, waarbij gevraagd werd bij de verdere uitwerking aandacht te besteden aan de opmerkingen in het advies. Die opmerkingen betroffen met name de onderlinge aansluitingen en hoogteverschillen bij de geplande uitbouw en veranda aan de achterzijde. Inmiddels werd voor deze woning de aanvraag omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag voorziet in een vereenvoudigd voorstel waarbij geen sprake is van een uitbouw en een veranda aan de achtergevel. De hoofdopzet van de basiswoning is gelijk gebleven en nader uitgewerkt voor de nu ingediende aanvraag omgevingsvergunning. De stadsbouwmeester constateert dat met het nu ingediende bouwplan voor de aanvraag omgevingsvergunning er sprake is van een vereenvoudigd plan voor een basiswoning met rechthoekige plattegrond. Deze uitwerking is overeenkomstig het eerder als aanvaardbaar beoordeelde principeplan. Deze woning voldoet daarmee aan de uitgangspunten voor de beeldkwaliteit als vastgelegd bij informatie bij de uitgifte van de kavels voor Bloeidaal. Niet uitgesloten is dat eventuele latere uitbreidingen binnen de mogelijkheden voor vergunningsvrij bouwen nog aan de woning zullen worden toegevoegd, maar die vallen daarmee bij vergunningsvrij bouwen dan buiten verdere welstandsbeoordeling. Het bouwplan voor de woning zoals aangevraagd is aanvaardbaar. aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota en de voor het plangebied Bloeidaal beoogde en vastgelegde beeldkwaliteit, daaraan voldoet. Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 5 van 5

6 Dossiernr: Hogeweg / Wiekenweg het bouwen van een bedrijfsverzamelgebouw Het bouwplan (tekening BA-02 d.d ) voor de bouw van een bedrijfsverzamelgebouw op een kavel tussen Hogeweg en Wiekenweg werd op door de stadsbouwmeester als aanvaardbaar beoordeeld. Daarbij werd gevraagd voor dit plan een integraal voorstel voor de reclamevoering in te dienen. Door aanvrager is een aangepast bouwplan d.d tre beoordeling ingediend, waarbij ook de opzet voor reclamevoering aan het plan is toegevoegd. Met de wijziging van het plan d.d is door aanvrager teruggegaan naar een eerdere opzet van het plan met zes gelijke bedrijfsunits met in het beeld van de oostgevel weer zes gelijke aanzichten van deze units. De bij het vorige plan d.d aangegeven glaspuien in de laatste drie stramienen tussen de assen 6 en 9 zijn daarbij weer vervallen. In het plan is verder aangegeven dat het de opzet is om aan de gebruikers/huurders van de units toe te staan dat reclame-uitingen gerealiseerd zullen moeten worden door op de ramen aan te brengen logo s. Deze uitingen maken nu geen deel uit van de ingediende aanvraag omgevingsvergunning. De logo s zijn in het voorstel alleen indicatief aangegeven en nog niet nader uitgewerkt. De stadsbouwmeester is van oordeel dat de bouwkundige wijziging in de oostgevel van het bouwplan aanvaardbaar is. Daarmee is het plan in overeenstemming met een opzet van het plan zoals dat eerder als principeplan ter beoordeling werd voorgelegd (dossier CVO / ; advies d.d ). De stadsbouwmeester onderkent dat het in dit stadium nog niet goed mogelijk is al concrete voorstellen voor de reclamevoering in te dienen omdat er ook zicht op gebruikers moet zijn. Het voorstel om met logo s op de ramen te voorzien in reclamevoering is denkbaar en het is goed dat hiermee door de eigenaar/ontwikkelaar een richting wordt gegeven aan reclamevoering die zal worden toegestaan om het geheel niet te laten verrommelen. Uitgangspunt hiervoor zijn de reclamerichtlijnen uit de welstandsnota. Het aantal toe te passen logo s moet beperkt blijven en voor de positie van de aan te brengen logo s moet worden uitgegaan van de gevelopeningen van de begane grond en dus niet van de verdieping. Een formele beoordeling van de reclame-uitingen valt buiten deze aanvraag en daarmee formeel ook nog buiten verdere beoordeling. Het gebouw met de aangepaste oostgevel volgens het ontwerp d.d is aanvaardbaar. Een later in te dienen aanvraag met uitwerking van de reclame-uitingen zal moeten voldoen de welstandsnota en de in dit advies benoemde aandachtspunten. Dossiernr: Bloeidaal,De Tabaksschuur, kavel Tf het bouwen van een woning De hoofdopzet van het onder dossiernummer CVO geregistreerde principeplan voor de bouw van een vrijstaande woning op kavel Tf aan De Tabaksschuur in Bloeidaal werd op als aanvaardbaar beoordeeld, waarbij aandacht gevraagd werd voor een zorgvuldige detaillering. Inmiddels is voor deze vrijstaande woning de aanvraag omgevingsvergunning ingediend, waarbij het bouwplan nader is uitgewerkt, inclusief detaillering. Deze uitwerking is gebaseerd op het eerder beoordeelde principeplan, waarbij de opzet van deze woning refereert aan de tabaksschuren, zoals die destijds in dit gebied aanwezig zijn geweest. Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 6 van 6

7 De stadsbouwmeester constateert dat de uitwerking van het bouwplan voor de ingediende omgevingsvergunning gebaseerd is op het concept van een hoofdopzet zoals die op als aanvaardbaar werd beoordeeld. De verdere uitwerking is daarmee in overeenstemming. De hoofdvorm met een relatief lage goot en de toe te passen materialen, zoals keramische dakpannen voor dak en achtergevel, hout en glas passen in de uitgangspunten voor de beeldkwaliteit voor het gebied Bloeidaal. Er is kennis genomen van de voor dit bouwplan uitgewerkte detaillering. De stadsbouwmeester heeft waardering voor het ontwerp van de woning in een niet alledaagse opzet die refereert aan historische bebouwing. aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota en de voor het plangebied Bloeidaal beoogde beeldkwaliteit, daaraan voldoet. Dossiernr: Bloeidaal, De Belschuur 7, kavel Bm het bouwen van een woning De hoofdopzet voor het onder dossiernummer CVO geregistreerde principeplan werd op door de stadsbouwmeester als aanvaardbaar beoordeeld, waarbij voor de nadere uitwerking van het bouwplan ten behoeve van de in te dienen aanvraag omgevingsvergunning aandacht werd gevraagd voor de vormgeving en compositie van de gevels. Inmiddels is voor deze woning de aanvraag omgevingsvergunning ingediend en is het bouwplan nader uitgewerkt, waarbij door een teken- en adviesburo meer uitwerking is gegeven aan het bouwplan, waaronder aan de compositie van de gevels (bouwplan d.d ). De stadsbouwmeester constateert dat de uitwerking van het bouwplan overeenkomt met de hoofdopzet van het bouwplan zoals dat op als aanvaardbaar werd beoordeeld. De hoofdvorm wordt bepaald door de in hoogte verspringende dakvlakken met bij de onderlinge aansluiting daarvan een bovenlicht, zoals bij het principeplan was voorgesteld. De garage is inpandig in het volume van de woning en daarop aansluitend is onder het doorlopende dak een carport gesitueerd. Dit is conform de uitgangspunten die eerder als aanvaardbaar werden beoordeeld. Het bouwplan is nu verder uitgewerkt en gedetailleerd. De gevels zijn hierbij verder uitgewerkt en de compositie van die gevels is samenhangend en aanvaardbaar, alsmede de daarbij toe te passen materialisering. aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota en de voor dit plangebied Bloeidaal beoogde en vastgelegde beeldkwaliteit, daaraan voldoet. Dossiernr: Kleefkruid 11 het vergroten en wijzigen van de voorzijde van de garage De aanvraag betreft het wijzigen van de voorzijde van de inpandige garage. De garagedeur is geļntegreerd in een aan de rechterzijde doorlopende betimmering. De woningen in dit blok kennen wat onderlinge verschillen en de voordeur van de woning is bij de woning in het aansluitende gedeelte geplaatst in het naar voren springende gedeelte. Uit de informatie bij de aanvraag, waarbij een duidelijke overzichtstekening van de voorgevel ontbreekt, blijkt dat achter de garagedeuren inmiddels een nieuwe pui met dubbele glasdeuren werd geplaatst. Hoewel de Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 7 van 7

8 aanvraag daar geen duidelijk uitsluitsel over geeft is het kennelijk de bedoeling dat na het gereedkomen van die nieuwe pui de bestaande garagedeuren definitief zullen worden verwijderd. Uit de informatie kan niet worden afgeleid hoe de gevel dan wel de volledige pui er na verwijdering van de deuren zal uitzien en wat er van de gevelbetimmering rechts van de garagedeuren gehandhaafd zal blijven. De stadsbouwmeester is van oordeel dat met de verstrekte informatie met een onvolledig beeld niet goed kan beoordeeld kan worden of de nieuwe situatie zal voldoen aan redelijke eisen van welstand. Voor een goede beoordeling is meer en aanvullende informatie noodzakelijk. In afwachting van die informatie wordt een advies met betrekking tot deze aanvraag aangehouden. Aangehouden Dossiernr: Coelhorsterweg 25A het vervangen van twee gevels De aanvraag betreft het wijzigen van een loods op het adres Coelhorsterweg 25a. Aan de linkerzijde van de loods is een bestaande overkapping aangebouwd. Het plan voorziet in het vernieuwen van de voor- en de rechterzijgevel door het aanbrengen van nieuwe gevelpanelen; sandwichelementen, mat zwart met aan de buitenzijde een ribbel: type ribbel 1060 WB. In de voorgevel zal daarbij een nieuwe bedrijfsdeur worden geplaatst, met toepassing van een deurkader in de kleur eiken begrijsd. Hoewel de tekening de volgens de luchtfoto s bestaande bebouwing aan de linker zijgevel niet weergeeft, wordt er kennelijk wel van uitgegaan dat dit aanwezig is en behouden blijft, omdat die gevel niet gewijzigd zal worden. De stadsbouwmeester is van oordeel dat de wijzigingen aan deze bedrijfsruimte in de voorgestelde materialisering op deze plek in het buitengebied denkbaar zijn. De loods blijft in opzet verder ongewijzigd. Dossiernr: Lancelotpad 32 het vernieuwen en vergroten van de dakkapel De aanvraag betreft het vervangen en vergroten van de dakkapel op het voordakvlak van de woning. De woning is de linker hoekwoning van het blok rijwoningen Lancelotpad 32 t/m 42. Deze woningen hebben voor een lage goot en achter een hoge goot en daarmee een a-symmetrische kap. OPhet voordakvlak van al de woningen, Lancelotpad 32 t/m 42, is een dakkapel aanwezig in het lage gedeelte van het dakvlak, ter hoogte van de eerste verdieping. Vermoedelijk werden deze dakkapellen bij de bouw van deze woningen gerealiseerd. Er is in ieder geval een herkenbare eenheid in de afmetingen en positie van deze dakkapellen. De aanvraag voorziet in een nieuwe bredere en hogere dakkapel. De stadsbouwmeester constateert dat de tekeningen nog redelijk onduidelijk zijn met betrekking tot de feitelijke plaats van de dakkapel. Hierdoor is niet goed te beoordelen hoe deze dakkapel nu feitelijk zal komen te staan ten opzichte van de bestaande dakkapellen bij de andere woningen. De tekening suggereert dat de dakkapel lager geplaatst zal worden, dus lager in het dak, en ook hoger Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 8 van 8

9 zal worden dan de belendende dakkapellen. Met een wijziging in de tekening d.d (blad 2) wordt getekend dat de dakkapel aan de bovenzijde aansluit op de verdiepingsvloer en dat dit in zowel de bestaande als de nieuwe situatie gelijk zal zijn. De geveltekeningen geven echter een ander beeld. De dakkapel zal bovendien een breedte krijgen van 3,40 meter en is daarmee breder dan de helft van de dakvlakbreedte. Dat is in strijd met de loketcriteria voor dakkapellen. Bij deze breedte van het dakvlak mag de uitwendige breedte van de dakkapel niet breder zijn dan 3,30 meter. Door de lagere plaatsing in het dak zal de dakkapel bovendien niet meer in één lijn staan met de andere dakkapellen op dit blok woningen. Dat is eveneens in strijd met de welstandsnota en niet aanvaardbaar. Hoewel de dakkapel aantoonbaar in strijd is met de loketcriteria uit de welstandsnota geven de tekeningen ook nog onvoldoende informatie over de juiste plaatsing van de dakkapel en zal moeten worden aangetoond dat een grotere en bredere dakkapel even hoog zal zijn als de bestaande dakkapellen en even hoog geplaatst, waardoor deze in één lijn in het dakvlak zullen staan. aan de loketcriteria voor dakkapellen van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan niet voldoet. Niet aanvaardbaar Dossiernr: Utrechtseweg 5 A t/m H en 5 J t/m N het realiseren van 13 wooneenheden in een deel van het kantoorpand De aanvraag betreft het verbouwen van een gedeelte van een kantoorpand tot wooneenheden. Het kantoorpand Utrechtseweg 3 vormt één complex met het aangebouwde gedeelte Snouckaertlaan 2 t/m 24, met bedrijfsruimten op de begane grond met daarboven woningen. Het bouwdeel Utrechtseweg 3 voorziet in vier bouwlagen kantoorruimten. Met de aanvraag wordt voorgesteld een gedeelte van het kantoorgebouw te transformeren naar woningen, namelijk op de tweede en derde verdieping, de bovenste twee bouwlagen. Hier zullen 12 appartementen gerealiseerd worden; zes per bouwlaag. Om de woningen te kunnen voorzien van een buitenruimte zullen ter plaatse van twaalf posities verdeeld over voor-, achter- en zijgevel van de tweede en derde verdieping ter plaatse van u bestaande gevelopeningen met gevelkozijnen inpandige balkons worden gerealiseerd. De stadsbouwmeester constateert dat voor de transformatie naar woningen van de bovenste twee bouwlagen aan het uiterlijk van het gebouw alleen de inpandige balkons zullen worden toegevoegd. Deze passen in de structuur van de gevel omdat daar nu bestaande gevelkozijnen zitten. De mengvorm van wonen en bedrijven past ook goed in het straatbeeld. De transformatie naar wonen van de bovenste twee bouwlagen is goed inpasbaar en aanvaardbaar. Dossiernr: Watertor 13 het vervangen van het stucwerk van de zijgevel van de woning De aanvraag betreft het wijzigen van de dakopbouw op de woning Watertor 13. De woning Watertor 13 is een tussenwoning in een blok rijwoningen Waterspin 3/Watertor 1 t/m 23. Bij deze woningen, met een vanaf beide zijden naar binnen hellend dak, zijn enkele dakopbouwen gerealiseerd. Dat betreft o.a. Watertor 5, 13, 15 en 23. Bij Watertor 13 en 15 gaat om de dakopbouwen bij twee woningen die aan elkaar gebouwd zijn en een eenheid zijn gaan vormen. De dakopbouwen staan in het midden van het dak, in gelijke maat terugliggend ten opzichte van de voor- en de achtergevel. De dakopbouwen zijn uitgevoerd met een gladde gestucte gevel in een witte kleur, dat kenmerkend Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 9 van 9

10 is voor deze dakopbouwen. Door aanvrager wordt gemeld dat er problemen zijn met het stucwerk en om die reden wil men dit vervangen door een bekleding met horizontale kunststof rabatdelen van het merk SteMexx in een witte kleur. Volgens de aanvraag zal dit alleen worden uitgevoerd bij de dakopbouw van woning Watertor 13. De stadsbouwmeester constateert dat in deze situatie sprake is een gecombineerde dakopbouw voor Watertor 13 en 15 en dat blijkbaar de aanpassing alleen voorzien is voor nr. 13. De uitvoering van de dakopbouwen bij nr. 5, 13, 15 en 23 op dit blok is vooralsnog gelijk, met strakke witte gevels van de dakopbouw, aansluitend bij het beeld van de woningen. Het wijzigen van de gevelbekleding bij alleen nr. 13 zal leiden tot een afwijkend beeld ten opzichte van de overige dakopbouwen en zeker ook ten opzichte van de direct aansluitende dakopbouw van nr. 15. Dit zal het totaalbeeld verstoren en is niet aanvaardbaar. Naar het oordeel van de stadsbouwmeester is niet aangetoond dat een herstel van de bestaande situatie met het stucwerk niet tot een goed resultaat zal kunnen leiden aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan niet voldoet. Niet aanvaardbaar Dossiernr: Paladijnenweg 101 het intern verbouwen van een schoolgebouw Op werd onder dossiernummer CRO een omgevingsvergunning verleend voor het intern verbouwen van het schoolgebouw. Bij de beoordeling van die aanvraag waren ook naamsaanduidingen en andere reclame-uitingen aan de orde, maar in overleg met aanvrager zijn op dat moment de voorstellen daarvoor buiten de aanvraag gelaten en daarmee ook verder buiten beoordeling gebleven. Wel werd toen gevraagd toen om informatie gevraagd om het geheel van de reclame-uitingen integraal te kunnen beoordelen, waarbij gekeken zou moeten worden naar het totaal van bestaande en nieuwe uitingen en waarbij gekeken zou moeten of voor de bestaande uitingen eerder vergunningen werden verleend. Het advies werd toen aangehouden. Om de procedure voor de vergunning voor de interne verbouwing daardoor niet op te houden werd het onderdeel reclame-uitingen toen buiten de aanvraag gelaten. Door aanvrager wordt dit aspect nu weer onder de aandacht gebracht en is een voorstel d.d ter beoordeling ingediend. Dit voorstel is vooralsnog geregistreerd onder het dossier van de verleende vergunning voor de interne verbouwing, maar het voorstel moet hiermee in feite als een principeplan worden beschouwd. Het voorstel voorziet in nieuwe uitingen die hun aanleiding vinden in het bouwplan voor de verbouwing, maar uit het bijbehorende beeldmateriaal blijkt ook de aanwezigheid van bestaande uitingen, al dan niet met vergunning gerealiseerd. De stadsbouwmeester constateert dat in het advies van gevraagd om een integraal uitgewerkt voorstel met vermelding van de bestaande en nieuw te plaatsen uitingen, waarbij de uitgangspunten van de reclamerichtlijnen uit de gemeentelijke welstandsnota richtinggevend zouden moeten zijn. Bovendien zou duidelijk moeten worden voor welke bestaande uitingen wel of geen vergunning werd verleend. Uit het ingediende voorstel blijkt dat niet. Zo zijn in het voorstel ook spanframes voorzien die niet voldoen aan de geldende afmetingen uit de welstandsnota en bovendien veelal de uitstraling hebben van tijdelijke voorzieningen. Gelet op de veelheid van reclame-uitingen in de diverse posities is in principe sprake van een niet aanvaardbare situatie. Het verdient aanbeveling het geheel goed te verkennen en in beeld te brengen opdat een goed beeld kan worden gegeven en de haalbaarheid van de diverse onderdelen kan worden beoordeeld. Van belang is daarom het eindbeeld goed in beeld te brengen en bij de inventarisatie te betrekken voor welke uitingen eerder al een vergunning werd verleend. Het is denkbaar dat uitingen die nu zijn toegevoegd in relatie tot de gerealiseerde verbouwing tot de mogelijkheden behoren, maar daarbij is ook het totaal aan uitingen van invloed. Het getoonde totaalbeeld is in principe niet aanvaardbaar, maar gelet op de gevraagde nadere inventarisatie en onderbouwing wordt een advies met betrekking tot dit principeverzoek vooralsnog Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 10 van 10

11 aangehouden. Aangehouden Dossiernr: Lage Boog 21 het plaatsen van een balkonbeglazingssysteem op het balkon De aanvraag betreft het aanbrengen van een afsluitbare balkonbeglazing op het balkon van een woning op de tweede verdieping van woongebouw Lage Boog 5 t/m 55. De woningen hebben een uitkragend balkon met een bestaande glazen balkonafscheiding. Het voorstel voorziet in het aanbrengen van een balkonbeglazing in een schuif-/draaisysteem van Metalura, waarbij de glazen wand kan worden weggeschoven door deze te vouwen en in gevouwen stand te parkeren. Het systeem is alleen aan de onder- en bovenzijde voorzien van een profiel in de kleur van het hekwerk dan wel schilderwerk, waardoor de glazen wand in gesloten toestand een transparant beeld geeft. Gelijktijdig met deze aanvraag is voor de er boven gelegen woning op de derde verdieping, Lage Boog 29, een aanvraag ingediend voor een zelfde balkonbeglazing van hetzelfde systeem. De balkons zijn gelegen aan de zuid-oostgevel van het woongebouw. De stadsbouwmeester is van oordeel dat deze toevoeging van een afsluitbare balkonbeglazing hier toepasbaar is. Het gekozen systeem voorziet in gesloten toestand in een volledig beeld van transparant glas en voegt zich daarbij in het gevelbeeld van de balkons van het woongebouw, waarbij al een glazen borstwering werd toegepast. Dossiernr: Lage Boog 29 het plaatsen van een balkonbeglazingssysteem op het balkon De aanvraag betreft het aanbrengen van een afsluitbare balkonbeglazing op het balkon van een woning op de derde verdieping van woongebouw Lage Boog 5 t/m 55. De woningen hebben een uitkragend balkon met een bestaande glazen balkonafscheiding. Het voorstel voorziet in het aanbrengen van een balkonbeglazing in een schuif-/draaisysteem van Metalura, waarbij de glazen wand kan worden weggeschoven door deze te vouwen en in gevouwen stand te parkeren. Het systeem is alleen aan de onder- en bovenzijde voorzien van een profiel in de kleur van het hekwerk dan wel schilderwerk, waardoor de glazen wand in gesloten toestand een transparant beeld geeft. Gelijktijdig met deze aanvraag is voor de er onder gelegen woning op de tweede verdieping, Lage Boog 21, een aanvraag ingediend voor een zelfde balkonbeglazing van hetzelfde systeem. De balkons zijn gelegen aan de zuid-oostgevel van het woongebouw. De stadsbouwmeester is van oordeel dat deze toevoeging van een afsluitbare balkonbeglazing hier toepasbaar is. Het gekozen systeem voorziet in gesloten toestand in een volledig beeld van transparant glas en voegt zich daarbij in het gevelbeeld van de balkons van het woongebouw, waarbij al een glazen borstwering werd toegepast. Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 11 van 11

12 Dossiernr: Bergstraat 18 1 het bouwen van een appartementengebouw De hoofdopzet van het onder dossiernummer CVO geregistreerde principeplan werd op door de stadsbouwmeester als aanvaardbaar beoordeeld. Inmiddels werd dit bouwplan nader uitgewerkt en is hiervoor de aanvraag omgevingsvergunning ingediend, uitgewerkt op basis van het eerder beoordeelde principeplan. Het bouwplan voorziet in bebouwing op het perceel Bergstraat 18. Op het perceel Bergstraat 18 staat aan de linkerzijde een kantoorvilla met het adres Bergstraat Tussen deze villa en de eerstvolgende bebouwing Bergstraat 20 is een open ruimte in de bebouwing. Daaraan wordt bebouwing toegevoegd met ook een ontsluiting aan de zijde van Weltevreden. In opzet is het bouwplan hiermee tweezijdig en de voor- en achterzijde zijn met elkaar verbonden door een open verbindingsgang. Tussen de bebouwing aan de voor- en achterzijde is een patio voorzien, waarin een trapopgang naar de verdieping is geplaatst. De uitvoering van deze trap is in het definitieve bouwplan gewijzigd naar een spiltrap. De opzet van het plan is verder ongewijzigd gebleven, nader uitgewerkt en ook de detaillering is hiervoor uitgewerkt. De stadsbouwmeester constateert dat dit definitieve bouwplan inderdaad is uitgewerkt overeenkomstig het op beoordeelde principeplan volgens de toen als aanvaardbaar beoordeelde hoofdopzet. De nadere uitwerking is naar het oordeel van de stadsbouwmeester aanvaardbaar. De ambities van het eerder getoonde plan worden hiermee in tact gelaten. De bebouwing is een goede invulling voor dit gat in de bestaande bebouwing en sluit goed aan bij de omgeving en zorgt ook voor een verbinding met het achter gelegen Weltevreden. Dossiernr: Govert Flinckstraat 64A t/m H en J het wijzigen van het gebruik van het pand t.b.v. wonen De aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een voormalig bedrijfspand met voor het grootste gedeelte een transformatie naar wonen. Het bedrijfspand is gelegen aan de Govert Flinckstraat en maakte eerder ook onderdeel uit van het perceel met de woning Everard Meysterweg. In de achterliggende jaren werd dit opgesplitst van genoemde woning en bleef gehandhaafd als bedrijfsruimte, ontsloten vanaf de Govert Flinckstraat. Gedeeltelijk zal het gebouw vergroot worden door het rondom te verhogen met een met dakpannen gedekte kap tot een hoogte van 6 meter en dan overgaand in een plat dak. Het gedeelte aan de binnenplaats blijft één laag en zal voorzien zijn van dakterras voor de bovenwoningen. Op de begane grond blijft het gedeelte van de bedrijfshal, gelegen achter de woningen Govert Flinckstraat 58 t/m 64, in gebruik als bedrijfsruimte. In het pand komen op de begane grond vier kleine woningen en de bedrijfsruimte en op de verdieping vier kleine woningen. De gevels van het pand zullen worden gewijzigd waarvoor in drie gevels verticaal boven elkaar gevelopeningen voor de beneden- en bovenwoningen zullen worden aangebracht. Bij de bovenwoningen worden dit soort uitgebouwde dakkapellen met franse balkons. De stadsbouwmeester is van oordeel dat het transformeren van dit voormalige bedrijfsgebouw naar grotendeels woningen denkbaar is. Geconstateerd wordt het dat wel om kleine woningen gaat, maar daar is mogelijk voldoende vraag naar en dat is op zich geen welstandsvraag. Met de wijzigingen aan dit voormalige bedrijfsgebouw ontstaat wel een gebouw dat voldoende uitstraling krijgt voor wonen. Het gebouw is op zich gelegen in een omgeving met een eenvoudige opzet en een straatje Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 12 van 12

13 met een smal profiel, maar deze functie is hier als aanvulling op de bestaande bebouwing wel denkbaar. Wel wordt geconstateerd dat de tweede woning op de begane grond, in de doorgang naar het binnenterrein, het minst bedeeld is als het gaat om woonklimaat. Deze woning heeft alleen buitenramen gericht naar deze doorgang en niet naar bijvoorbeeld de straat of het binnenterrein. In dit concept is dit echter een gegeven, maar wel aanvaardbaar voor deze woonvorm. Al met al is de stadsbouwmeester van oordeel dat het concept van deze transformatie aanvaardbaar is. Dossiernr: Daltonstraat 16 het verhogen van de nok van de woning Naar aanleiding van het advies van de stadsbouwmeester d.d en de voorafgaande adviezen is door aanvrager een aangepast voorstel d.d ter beoordeling ingediend. Zoals bij het voorafgaande plan is daarbij ook de dakopbouw voor Daltonstraat 18 uitgewerkt en aangepast. In het plan is er nu in voorzien dat de bestaande gemetselde schoorstenen gehandhaafd blijven, geļntegreerd worden in de dakopbouwen en vanwege de dakopbouwen verhoogd zullen worden. De dakopbouw voor nr. 18 wordt gerealiseerd tot op de scheiding met nr. 20, waarmee de dakopbouw daarbij aansluit op het hart van het te verhogen gemetselde kanaal. Bij nr. 16 zal de dakopbouw aan de linker zijde (bij de kopgevel) zo worden aangesloten aan het bestaande en te verhogen gemetselde schoorsteenkanaal zodat daar geen vrije ruimte tussen dakopbouw en schoorsteenkanaal zal ontstaan, maar de dakopbouw toch nog in voldoende mate kan worden teruggehouden van de kopgevel. De stadsbouwmeester is van oordeel dat met het gewijzigde voorstel de dakopbouwen voor Daltonstraat 16 en 18 denkbaar zijn. Met de nu voorgestelde uitwerking is het voorstelbaar dat ook bij de andere twee woningen in dit blok, bij nr. 20 en 22, in de toekomst nog dakopbouwen op dezelfde wijze kunnen worden geplaatst. De dakopbouwen voor nr. 16 en 18 zullen daarvoor dan de trendsetters zijn. Met het handhaven en aanpassen van de gemetselde schoorsteenkanalen wordt ook de ritmiek hiervan in het gevelbeeld in stand gelaten. De toe te passen kunststofkozijnen en kleur van de keralit geveldelen van de zijwangen werden al benoemd in het advies van en als aanvaardbaar beoordeeld. Hoewel de tekeningen in bouwkundige zin nog wat vragen oproepen, zoals de aanwezigheid van de gemetselde kanalen in de plattegronden en de te plaatsen trappen naar de zolderverdieping, zal dat niet van invloed hoeven te zijn op het uiterlijk aanzien van de dakopbouwen. Op grond van de ingediende gegevens is de stadsbouwmeester van oordeel dat het uiterlijk aanzien van de dakopbouwen, getoetst aan de objectcriteria voor dakopbouwen van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan voldoet. Dossiernr: Daltonstraat 18 het plaatsen van een verhoogde nok op de woning Naar aanleiding van het advies van de stadsbouwmeester d.d en de voorafgaande adviezen is door aanvrager een aangepast voorstel d.d ter beoordeling ingediend. Zoals bij het voorafgaande plan is daarbij ook de dakopbouw voor Daltonstraat 16 uitgewerkt en aangepast. In het plan is er nu in voorzien dat de bestaande gemetselde schoorstenen gehandhaafd blijven, geļntegreerd worden in de dakopbouwen en vanwege de dakopbouwen verhoogd zullen Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 13 van 13

14 worden. De dakopbouw voor nr. 18 wordt gerealiseerd tot op de scheiding met nr. 20, waarmee de dakopbouw daarbij aansluit op het hart van het te verhogen gemetselde kanaal. Bij nr. 16 zal de dakopbouw aan de linker zijde (bij de kopgevel) zo worden aangesloten aan het bestaande en te verhogen gemetselde schoorsteenkanaal zodat daar geen vrije ruimte tussen dakopbouw en schoorsteenkanaal zal ontstaan, maar de dakopbouw toch nog in voldoende mate kan worden teruggehouden van de kopgevel. De stadsbouwmeester is van oordeel dat met het gewijzigde voorstel de dakopbouwen voor Daltonstraat 16 en 18 denkbaar zijn. Met de nu voorgestelde uitwerking is het voorstelbaar dat ook bij de andere twee woningen in dit blok, bij nr. 20 en 22, in de toekomst nog dakopbouwen op dezelfde wijze kunnen worden geplaatst. De dakopbouwen voor nr. 16 en 18 zullen daarvoor dan de trendsetters zijn. Met het handhaven en aanpassen van de gemetselde schoorsteenkanalen wordt ook de ritmiek hiervan in het gevelbeeld in stand gelaten. De toe te passen kunststofkozijnen en kleur van de keralit geveldelen van de zijwangen werden al benoemd in het advies van en als aanvaardbaar beoordeeld. Hoewel de tekeningen in bouwkundige zin nog wat vragen oproepen, zoals de aanwezigheid van de gemetselde kanalen in de plattegronden en de te plaatsen trappen naar de zolderverdieping, zal dat niet van invloed hoeven te zijn op het uiterlijk aanzien van de dakopbouwen. Op grond van de ingediende gegevens is de stadsbouwmeester van oordeel dat het uiterlijk aanzien van de dakopbouwen, getoetst aan de objectcriteria voor dakopbouwen van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan voldoet. Dossiernr: Roerstraat 19 het plaatsen van een dakopbouw voorzien van een dakraam en twee dakkapellen op het vooren achterdakvlak van de woning De aanvraag betreft het vergroten van de kap van de woning overeenkomstig de gerealiseerde uitbreidingen bij de belendende woningen Roerstraat 17 en 15, waarbij Roerstraat 15 als laatste werd gerealiseerd (dossier CRO ; vergunning d.d ). Bij deze uitbreiding van de kap wordt het voor- en het achterdakvlak naar buiten geplaatst en ontstaat er een afgeplatte nok. Aan de voorzijde wordt in het dakvlak een dakkapel geplaatst. Aan de achterzijde wordt een dakkapel achtige dakopbouw gerealiseerd in een opzet overeenkomstig Roerstraat 15 en met een soort Frans balkon. Deze vorm van dakkapel zal zijn omgeven met een passe-partout van dakpannen, ook aan de onderzijde, en kan daarom als welstandsvrije dakkapel worden aangemerkt. De dakkapel op het voordakvlak is in breedte niet gemaatvoerd. Randvoorwaarde van de welstandsnota is dat de breedte niet meer mag bedragen dan de helft van de dakvlakbreedte. De stadsbouwmeester is van oordeel dat de vergroting van de kap aansluit bij de eerder gerealiseerde uitbreidingen bij de woningen Roerstraat 15 en 17. Hiermee wordt de ontwikkeling doorgezet naar een blok met grotere woningen met een grotere kap. Dat is een ontwikkeling die hiermee in gang gezet werd en is aanvaardbaar. De te plaatsen dakkapel op het voordakvlak zal even hoog moeten zijn en even hoog geplaatst moeten worden als de bestaande dakkapel bij de belendende woning Roerstraat 17. In principe zal de dakkapel niet breder mogen zijn dan de helft van de dakvlakbreedte. Informatie daarover ontbreekt in het voorstel. Gevraagd wordt de breedte van de dakkapel in de aanvraag nog te laten specificeren. aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan voldoet mits de te plaatsen dakkapel op het voordakvlak zal voldoen aan de in dit advies benoemde aandachtspunten., mits: - de dakkapel even hoog zal zijn en even hoog geplaatst als de dakkapel op de belendende Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 14 van 14

15 woning Roerstraat 17, de dakkapel niet breder zal zijn dan de helft van de dakvlakbreedte van de woning en de breedte nog nader gespecificeerd zal worden. Dossiernr: Sint Ansfridusstraat 53 het plaatsen van een dakkapel op het achterdakvlak van de woning De aanvraag betreft het verbouwen van de zolderverdieping van de woning en het daarbij plaatsen van een dakkapel op het voor- en achterdakvlak van de woning. Op het achterdakvlak werd recent al een dakkapel zonder vergunning geplaatst. In het kader van handhavend optreden werd de inmiddels gerealiseerde situatie op onder dossiernummer INI om advies voorgelegd aan de stadsbouwmeester. Hoewel de dakkapel direct onder de nokvorst aansluit aan het dak is daarvan geconstateerd dat hier in het beeld toch sprake is van een dakkapel die als zodanig ervaren zal worden en is gesteld dat daarmee deze dakkapel op het achterdakvlak als welstandsvrij kan worden aangemerkt. Het bouwplan voorziet ook in een dakkapel aan de voorzijde. De voorgevel van deze woning is samen met de woning Sint Ansfridusstraat 51 zo opgetrokken dat hierdoor haaks op de langskap een mansarde dwarskap is gerealiseerd. Links van deze dwarskap, boven de voordeur, is in het eerste dakvlak een dakkapel aanwezig. Volgens informatie zal de dakkapel op het voordakvlak even hoog geplaatst worden als de al geplaatste dakkapel aan de achterzijde, dus direct onder de nok en daarmee op minder dan 50cm onder de nok. Gerefereerd wordt aan een overeenkomstige situatie op het voordakvlak bij de woningen Sint Ansfridusstraat 33 en 35, aan het begin van de straat. De stadsbouwmeester constateert dat de dakkapel op het achterdakvlak als welstandsvrij kan worden aangemerkt, zoals werd vastgesteld met het advies d.d onder dossier INI De dakkapel op het voordakvlak is in strijd met de randvoorwaarden voor dakkapellen op het voordakvlak uit de gemeentelijke welstandsnota. De dakkapel komt te dicht onder de nok en te dicht op de kilkeper (minder dan 50cm) van de dakvlakken van langs- en dwarskap. Bovendien is hiermee sprake van een tweede dakkapel in (het tweede dakvlak van) de mansardekap. Het geheel geeft daarmee een gedrongen beeld, wat ook wordt bevestigd door het beeld van de situatie bij nr. 33 en 35. Gelet op het feit dat deze dakkapel hiermee op meerdere punten strijdig is met de randvoorwaarden voor een dakkapel uit de welstandsnota en het bij genoemde adressen gaat om een relatief al oudere situatie, kan hier het afwijken van de nota om redenen van een trendsetter niet gehanteerd worden. De te plaatsen dakkapel op het voordakvlak is daarmee niet aanvaardbaar. aan de loketcriteria voor dakkapellen van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan niet voldoet. Niet aanvaardbaar Dossiernr: Nijverheidsweg-Noord 49 het verbouwen en vergroten van het pand Gasten dhr. S. Bakr, eigenaar/opdrachtgever dhr. Evers, ontwerper Naar aanleiding van het advies van de stadsbouwmeester d.d is door aanvrager en ontwerper om een overleg met de stadsbouwmeester gevraagd om de mogelijkheden voor een welstandshalve aanvaardbare uitwerking van het bouwplan nader af te stemmen, waarbij het met name gaat om de oplossing aan de voorzijde en het feit dat gevraagd is om met de richting van de voorgevel aan te sluiten bij de belendende panden en bovendien haaks op de lengterichting van het pand zelf. Door aanvrager wordt benadrukt dat het voor zijn bedrijfsvoering van groot belang is om Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 15 van 15

16 voldoende herkenbaar te zijn in het straatbeeld. Verder wordt aangevoerd dat verderop langs de Nijverheidsweg de panden ook niet deze gebouwrichting en verkaveling hebben, en dat dit zijns inziens het belang van deze richting relativeert. Aanvrager toont foto s van situaties langs de Nijverheidsweg en geeft toelichting op de bedrijfsvoering en ligging ten opzichte van de belendende bedrijfspanden. De stadsbouwmeester is van oordeel dat weliswaar de richting van de verkaveling alleen in dit gedeelte van de Nijverheidsweg zo is, maar dat dit voor dit gebied wel een feit is en daarmee bepalend voor de beoordeling van deze situatie. Het te vergroten pand staat immers tussen de andere panden met deze verkavelingsrichting. Die stedenbouwkundige situatie vraagt er om dit ook in de architectuur tot uitdrukking te laten brengen. Na bespreking van deze situatie en afweging van de diverse aspecten die hierbij spelen wordt voorgesteld om de rechthoekige plattegrond voor de begane grond als uitgangspunt te nemen en daarmee de voorgevel dus schuin te plaatsen ten opzichte van de Nijverheidsweg en dus haaks op de lengterichting. Naar het oordeel van de stadsbouwmeester is het wel denkbaar om met de bovenbouw, de verdieping, wel een gebaar te maken en dat zou kunnen door hiermee een overbouwing te realiseren die dan wel de richting van de Nijverheidsweg zou kunnen volgen. Mogelijk kan dan aan de voorzijde, onder de overbouwing, ruimte geboden worden voor parkeren, wat een positief effect kan hebben de beleving en de herkenbaarheid van het pand. Gevraagd wordt om indien aanvrager voor deze oplossingsrichting kiest het plan daarop bouwkundig uit te werken, maar daarbij ook een goede en zorgvuldige terreininrichtingstekening te overleggen met informatie hoe de terreininrichting zal aansluiten op het aansluitende openbare gebied en hoe het gebouw daarin geplaatst zal zijn. Er is nog geen sprake van een aangepast plan. Voor het nog geldende plan binnen de aanvraag geldt dat dit niet aanvaardbaar is. Omdat een wijziging op het bouwplan wordt toegezegd wordt het advies met betrekking tot dit bouwplan vooralsnog aangehouden. Aangehouden Amersfoort, 29 mei 2017 de secretaris, P. Bal Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 16 van 16