WELSTANDSBEOORDELINGEN STADSBOUWMEESTER A M E R S F O O R T. Verslag d.d

Transcriptie

1 WELSTANDSBEOORDELINGEN STADSBOUWMEESTER A M E R S F O O R T weeknummer: 46 Verslag d.d Status: vastgesteld Aanwezig: Stadsbouwmeester: mevr. ir. L.L.M. Oudenaarde Ambtelijke ondersteuning: Secr. dhr. ing. P. Bal pagina 1 van 10

2 B E O O R D E L I N G E N : PRINCIPEPLANNEN: Dossiernr: Coelhorsterweg t.o. nr. 27 en 29 het bouwen van een woning Naar aanleiding van het advies van de stadsbouwmeester d.d is door de architect op een reactie gegeven op dat advies. Bij het advies van werd verwoord dat naar het oordeel van de stadsbouwmeester nog onvoldoende antwoord werd gegeven op de vragen en opmerkingen uit het advies van , maar werd ook om inzicht in de van toepassing zijnde plattegrond gevraagd. Inhoudelijk heeft het eerder ingediende plan met de nieuwe toelichting niet tot aanpassingen geleid. Wel is informatie toegevoegd over de plattegronden. De stadsbouwmeester is van oordeel dat ten onrechte in de reactie van de architect te veel waarde wordt toegekend aan het ontwerp en de stijl van woningen in de omgeving in dit buitengebied. Hieruit blijkt dat door de architect deze woning als een zelfstandig landhuis wordt aangemerkt. Zoals ook al in eerdere adviezen verwoord geldt hier een ander thema, namelijk een landgoed met hoofdgebouw aan de overzijde van de weg met daar omheen drie bijgebouwen. In dit concept zullen deze bijgebouwen weliswaar als woning worden ingevuld, maar binnen dit concept vraagt dit om een setting met per woning (in het thema van bijgebouw) een eenvoudige hoofdvorm als aan het hoofdgebouw ondergeschikt bouwwerk. Samengestelde volumes passen daar niet bij. Het ontwerp bevat daarbij nog steeds te veel verschillende elementen. Op grond van de ingediende gegevens is de stadsbouwmeester van oordeel dat het in het kader van een vooroverleg behandelde plan met toelichtende motivatie d.d , getoetst aan de door de gemeenteraad vastgestelde welstandscriteria en het voor dit landgoed benoemde thema, nog niet voldoende uitzicht biedt op een positieve welstandsadvisering. Principeplan niet aanvaardbaar Dossiernr: Vathorst, Project Houteveen, kavel 4 het bouwen van een vrijstaande woning Het voorstel betreft een principeplan voor de bouw van een vrijstaande woning in het deelgebied voor vijf vrije kavels in Houteveen in Vathorst, waarvoor de beeldkwaliteit en te hanteren uitgangspunten zijn vastgelegd in de brochure Riant wonen in Houteveen; 5 vrije kavels in Vathorst Amersfoort. Het plan gaat vergezeld van een supervisieadvies d.d van Ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV), waarin gesteld wordt dat de woning past in de beeldkwaliteit van het project Houteveen, waarbij nog een aantal aandachtspunten nader moeten worden uitgewerkt. Bij de ambtelijke toetsing is geconstateerd dat de erker dieper is dan op grond van het bestemmingsplan is toegestaan. De stadsbouwmeester is van oordeel dat de woning op deze kavel denkbaar is en conformeert zich daarbij aan het supervisieadvies van OBV. Hoewel in het supervisieadvies daarover geen melding wordt gemaakt is de stadsbouwmeester van oordeel dat de erker aan de voorgevel, die als hoofdgevel moet worden gezien, te fors van afmetingen is en meer ondergeschikt moet worden gemaakt aan de hoofdgevel. Om die reden adviseert de stadsbouwmeester om niet met een Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 2 van 10

3 afwijking van het bestemmingsplan de voorgestelde diepte van de erker mogelijk te maken, maar om de randvoorwaarden vanuit het bestemmingsplan hiervoor als maximum te hanteren. Op grond van de ingediende gegevens is de stadsbouwmeester van oordeel dat het in het kader van een vooroverleg behandelde plan, getoetst aan de door de gemeenteraad vastgestelde welstandscriteria en de in de brochure Riant wonen in Houteveen beschreven beeldkwaliteit, voldoende uitzicht biedt op een positieve welstandsadvisering, mits de afmetingen van de erker aan de voorgevel in overeenstemming wordt gebracht met het bestemmingsplan. Principeplan aanvaardbaar, mits de afmetingen van de erker zullen voldoen aan de randvoorwaarden uit het bestemmingsplan (max. 1,50 meter voor de voorgevel). Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 3 van 10

4 AANVRAGEN (inclusief wijzigen van eerder beoordeelde plannen): Dossiernr: Paladijnenweg 52 het plaatsen van een dakkapel op het voordakvlak van de woning De aanvraag betreft het plaatsen van een dakkapel op het voordakvlak van de woning. De woning is de rechter hoekwoning van het blok woning Paladijnenweg 44 t/m 52, waarbij op het voordakvlak van de woningen nr. 46, 48 en 50 een dakkapel aanwezig is. Voor de dakkapellen bij nr. 48 en 50 werden op vergunningen verleend voor een dakkapel. Volgens eerste aanvraag werden de dakkapellen voor nr. 48 en 50 aangevraagd voor een breedte van 3,46 meter, maar de vergunning werd verleend voor een maximale breedte van 3,30 meter. De breedte was daarmee breder dan 3,25 meter, zijnde de helft van de dakvlakbreedte. De aanwezige dakkapel bij nr. 46 gold daarvoor als trendsetter. Aanvrager geeft aan bij nr. 50 dezelfde dakkapel te willen plaatsen als geplaatst werden bij nr. 48 en 50 en heeft daarvan de tekening bij de aanvraag gevoegd; echtre nog steeds gebaseerd op een breedte van 3,46 meter! De tekening is echter niet gebaseerd op een eindwoning. De dakkapel zal op grond van de welstandsnota bij een eindwoning minimaal 50cm uit de dakrand aan de rechterzijde moeten staan. Volgens aanvraag is de maat tot aan de stramienlijn 50cm en daarmee zal de afstand tot aan de rand van het dak dus meer dan 50cm bedragen. De dakkapel zal in detaillering en kleurstelling gelijk zijn aan de dakkapellen van nr. 48 en 50. De stadsbouwmeester constateert dat de te plaatsen dakkapel bij nr. 50 gelijk is aan de dakkapellen van nr. 48 en 50 die als trendsetter kunnen worden aangemerkt, mits de breedte maximaal 3,30 meter zal zijn. Tevens zal de dakkapel voldoende afstand houden tot aan de rand van het dak (minimaal 50cm). aan de loketcriteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan voldoet, mits maximaal 3,30 meter breed. Aanvaardbaar, mits de breedte van de dakkapel maximaal 3,30 meter zal zijn. Dossiernr: Vinkenbaan 15 het plaatsen van een dakopbouw op de woning De aanvraag betreft het plaatsen van een dubbelzijdige dakopbouw met nokverhoging. De woning is een tussen woning in het blok woningen Merelstraat 23-Vinkenbaan 9 t/m 19. Op dit blok woningen werd nog niet eerder een dakopbouw of dakkapel gerealiseerd. De dakopbouw zal gerealiseerd worden over de volledige breedte van de woning, waarbij de bestaande gemetselde schoorsteenkanalen in verband met de dakopbouw zullen worden opgehoogd. De dakopbouw is in opzet gelijk aan dakopbouwen zoals die bij dit type woningen in deze wijk al eerder werden gerealiseerd. In de aanvraag (tekening ) is onduidelijk of nu houten of kunststofkozijnen zullen worden toegepast. De getekende schoorstenen in gevel en plattegrond stemmen nog niet volledig overeen, hoewel er bij de beoordeling van uitgegaan is dat de schoorstenen ook behoren bij de belendende woningen en daarmee in de kopgevels van de dakopbouw zichtbaar zullen zijn, zoals getekend in de geveltekening. De stadsbouwmeester constateert dat de nok van de dakopbouw meer dan 1 meter hoger ligt dan de oorspronkelijk nok van de woning. De dakopbouw is daarmee formeel strijdig met de objectcriteria voor dakopbouwen uit de gemeentelijke welstandsnota. De maatvoering van de dakopbouw is echter afgestemd op eerder in deze wijk gerealiseerde dakopbouwen en de hoogte wijkt daarbij slechts beperkt af van de richtlijnen die voor dakopbouwen op basis van het bestemmingsplan worden gesteld: goothoogte van de dakopbouw niet hoger dan de oorspronkelijke nok van de Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 4 van 10

5 woning. De dakopbouw is daarmee in overeenstemming met dakopbouwen bij dit type woningen in deze wijk, die daarmee als trendsetter voor zowel welstandsnota als bestemmingsplan kunnen worden aangemerkt. Hiermee is er aanleiding om in afwijking van de welstandsnota in te stemmen met het voorstel voor deze dakopbouw. Hoewel de aanvraag daarop nog niet consequent is uitgewerkt is de toepassing van kunststofkozijnen denkbaar, mits daarvoor kozijnen met een verdiepte profilering zullen worden toegepast, passend bij de detaillering van houten kozijnen. aan de objectcriteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan voldoet. Aanvaardbaar, mits bij toepassing van kunststofkozijnen verdiepte profielen zullen worden toegepast. Dossiernr: Dollardstraat 124 het plaatsen van een dakopbouw en een dakkapel op de woning De aanvraag betreft het vergroten van de woning door het bouwen van een vergroting van de uitbouw van de eerste verdieping tot aan de kopgevel, het bouwen van een opbouw op het platte dak van de eerste verdieping aansluitend op het zadeldak van de woning en het plaatsen van een dakkapel op het (nieuwe) achterdakvlak. De opbouw ter hoogte van de zolderverdieping sluit aan de al bestaande opbouw bij de belendende woning Dollardstraat 126. Aanvrager refereert bij deze aanvraag aan de eerder gerealiseerde uitbreiding bij de woning Dollardstraat 152. De woning Dollardstraat 124 is een hoekwoning, gelegen op de hoek Dollardstraat en Hunzestraat; de woning Dollardstraat 152 is de linker hoekwoning van een tussengelegen blokje woningen. De stadsbouwmeester constateert dat bij de woningen aan de Dollardstraat aan de achterzijde op verschillende wijzen uitbreidingen werden gerealiseerd. Een vergelijkbare situatie is inderdaad de woning Dollardstraat 152. Bij de woningen Dollardstraat 148 en 150 is een soortgelijke uitbreiding van de zolderverdieping gerealiseerd, maar dan zonder dakkapel. De dakopbouw houdt daarbij meer afstand tot de rand van het dak. De stadsbouwmeester is van oordeel dat het principe van de uitbreiding van de woning denkbaar is. De situatie is daarbij vergeleken met de gerealiseerde situatie bij Dollardstraat 152, maar geconstateerd moet worden dat de situatie bij Dollardstraat 124 als woning op de hoek van twee aansluitende straten anders is dan bij het tussengelegen blok ter plaatse van Dollardstraat 152. Dit vraagt er toch om dat de dakopbouw op het platte dak van de eerste verdieping en aansluitend op de kap van de zolderverdieping iets meer afstand houdt van de rand van het dak aan de zijde van de kopgevel. De uitbreiding is denkbaar indien de dakopbouw hier ca. 2 dakpannen breed/ca. 50 cm afstand houdt van de rand van het dak. Hierdoor zal het profiel van de oorspronkelijke kap beter tot uitdrukking komen. aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan niet voldoet, tenzij het plan aangepast wordt aan de gemaakte opmerkingen. Niet aanvaardbaar, tenzij de dakopbouw ter hoogte van de zolderverdieping met een strook ter breedte van minimaal twee dakpannen dan wel ca. 50cm wordt vrijgehouden van de rand van het dak. Dossiernr: Aidastraat 18 het plaatsen van een dakkapel op het voordakvlak van de woning De aanvraag betreft het plaatsen van een dakopbouw op het voordakvlak van de woning. De woning Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 5 van 10

6 is de rechter woning van de dubbele woning Aidastraat 16/18. Op de linker woning Aidastraat 16 is al een bestaande, relatief smalle dakkapel aanwezig. Hoewel de uitwendige breedte van de dakkapel in de aanvraag niet is gespecificeerd, kan uit de informatie wel worden achterhaald dat de dakkapel niet breder zal zijn dan de helft van het betreffende dakvlak. De stadsbouwmeester is van oordeel dat een dakkapel met de voorgestelde breedte in principe denkbaar is op dit dakvlak. De te plaatsen dakkapel staat echter relatief dicht op de rand van het dak aan de rechterzijde. Dat is minder dan 50cm. Een dakkapel moet een toevoeging zijn aan het dakvlak en daaraan ondergeschikt zijn. Dit houdt in dat de dakkapel moet zijn aangeven door voldoende dakvlak. Daarom is in de welstandsnota als randvoorwaarde gesteld dat de dakkapel minimaal 50cm uit de rand van het dak moet worden geplaatst. Daaraan wordt niet voldaan en is de dakkapel strijdig met de welstandsnota. Verder zal de dakkapel in hoogte en hoogteplaatsing in het dak gelijk moeten zijn aan de al bestaande dakkapel op het aangrenzende dakvlak van de woning Aidastraat 16. Overeenkomstig de welstandsnota zullen de zijwangen moeten worden uitgevoerd in een gedekte kleur en daarmee ook moeten aansluiten bij de dakkapel van nr. 16, waarbij de zijwangen een enigszins gedekte kleur hebben en niet wit zijn uitgevoerd als nu wordt voorgesteld voor nr. 18. De toepassing van kunststofkozijnen is denkbaar, mits daarvoor verdiepte profielen zullen worden toegepast, passend bij de detaillering van houten kozijnen. aan de loketcriteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan niet voldoet tenzij bij de uitwerking rekening gehouden wordt met de aandachtspunten in dit advies. Niet aanvaardbaar, tenzij: - de dakkapel minimaal 50cm vrij zal worden gehouden van de rand van het dakvlak aan de rechterzijde, - kunststofkozijnen zullen worden toegepast met een verdiepte profilering, - de zijwangen zullen worden uitgevoerd in een gedekte kleur, aansluitend bij de dakkapel van nr. 16, - de hoogte en hoogteplaatsing van de dakkapel gelijk zal zijn aan de dakkapel van nr. 16. Dossiernr: Drontermeer 10 het plaatsen van een dakkapel op het voordakvlak van de woning De aanvraag betreft het plaatsen van een dakkapel op het voordakvlak van de woning. De woning is de linker hoekwoning van het blokje woningen Drontermeer 6, 8 en 10. Dit betreft blok 20 van het bouwplan voor het bouwen van 47 woningen, waarvoor op onder dossiernummer CRO een omgevingsvergunning werd verleend. Uit de geveltekening van dit blok blijkt dat hiervoor bij die vergunning geen vergunning werd verleend voor een dakkapel. Aanvrager verwijst in de aanvraag naar een dakkapel bij woningen in dit project, wat herleidt kan worden naar de woning Drontermeer 4. De woning Drontermeer 10 is vergelijkbaar met de woning Drontermeer 2 (blok 19). Bij deze woningen ligt de voorgevel iets naar voren en loopt het dak verder door, waardoor sprake is van een lagere goot. Bij deze woningen wordt de goot onderbroken door een dakkapel die geļntegreerd is in het ontwerp. De stadsbouwmeester is van oordeel dat dakkapellen bij woningen in dit project denkbaar zijn. In specifieke situaties, zoals bij de woningen Drontermeer 2 en 10, is echter sprake van een situatie waarbij in het dakvlak ten gevolge van de dakvorm en hoogteligging van de goot, al sprake is van een dakkapel in het dakvlak. Hierdoor zal er door toevoeging van een dakkapel in het hoger gelegen dak ten behoeve van de zolderverdieping sprake zijn van dakkapellen boven elkaar in hetzelfde dakvlak wat op grond van de welstandsnota niet is toegestaan. Deze dakkapellen gaan visueel met elkaar conflicteren. aan de loketcriteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan niet Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 6 van 10

7 voldoet. Niet aanvaardbaar Dossiernr: Wijersstraat 1 het wijzigen van de gevelreclame De aanvraag betreft het aanbrengen van reclame-uitingen aan de gevels van het bedrijfspand; een uiting aan de zijde van de Stationsstraat en een uiting aan de zijde van het Smallepad (spoorzijde). Bij dit pand ik kennelijk sprake van meerdere gebruikers, want eerder werd al vergunning verleend voor reclame-uitingen van een andere organisatie (Philadelphia). De reclame-uiting op de gevel aan de zijde van het Smallepad is hoger dan de helft van de betreffende borstweringshoogte. Aan de zijde van de Stationsstraat zullen op twee opvolgende borstweringen na plaatsing de uitingen van twee organisatie/bedrijven aanwezig zijn. De stadsbouwmeester is van oordeel dat reclame-uitingen voor Optimo denkbaar zijn, maar de toevoegingen aan de bestaande zorgen wel voor een druk beeld. Het reclamebeleid is er op gericht om een verwijzing te zijn naar het ter plaatse gevestigde bedrijf of organisatie en niet naar producten die geleverd worden. Om tot een evenwichtig beeld te komen met betrekking tot de reclamevoering voor meerdere bedrijven of organisaties is het daarom van belang dat de reclamevoering zich beperkt tot de aanduiding van bedrijf of organisatie. Dit geldt met name voor de gevel aan de zijde van de Stationsstraat. De ondertekst met HRM /PAYROLL/ERP is niet wenselijk in deze situatie. Bij de gevel aan de zijde van het Smallepad is de hoogte van het totaal van de reclame-uiting hoger dan de helft van de betreffende borstweringshoogte, wat strijdig is met het reclamebeleid volgens de gemeentelijke welstandsnota. In beide situaties, aan de zijde van de Stationsstraat en de zijde van het Smallepad zijn de reclameuitingen denkbaar, mits de ondertekst zal worden weggelaten. Na weglating van de ondertekst kunnen de reclame-uitingen meer gecentreerd in het betreffende vlak worden geplaatst. aan de reclamerichtlijnen van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan niet voldoet. Niet aanvaardbaar, tenzij in beide reclame-uitingen de ondertekst zal worden weggelaten en de tekst lager op de borstwering wordt geplaatst. Dossiernr: Stadsring 15 en Smallepad 28 het wijzigen van het gebruik van het pand t.b.v. wonen/restaurant Naar aanleiding van het advies van de stadsbouwmeester is door de architect op aanvullende informatie ter beoordeling ingediend. Zoals gevraagd zijn de gevels met de toegevoegde berlijnse dozen verder in perspectief uitgewerkt en is meer inzicht gegeven in de uitwerking van de buitenruimten aan de achterzijde met privé en gemeenschappelijke ruimten, het (geluid)scherm tussen Stadsring 15 en Smallepad 28 en de opzet van de dakterrassen met de ligging van de vloerafscheidingen ten opzichte van de dakrand. De stadsbouwmeester constateert dat door de architect met een duidelijke presentatie is ingegaan op de bij het advies van gestelde vragen, waarmee een beter inzicht wordt gegeven in de uitwerking van het plan. Uit deze presentatie blijkt de gemaakte keuze om het metselwerk van het gebouw Smallepad 28 ongewijzigd te laten. Uit de presentatie en de daarbij gegeven toelichting Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 7 van 10

8 door de architect blijkt dat de berlijnse dozen in de onderste woonlaag zullen aansluiten op de aansluitende vloer aan de buitenzijde, die in hoogte varieert. Hiermee wordt voorkomen dat er onduidelijke en ongewenste ruimten onder de naar buiten uit stekende berlijnse dozen zullen ontstaan. Ook uit de uitwerking van de buitenruimten en de inpassing van de terrassen op het dak blijkt de zorgvuldigheid van het ontwerp. De perspectieven geven een goed beeld van de inpassing van de berlijnse dozen en bevestigen het beeld met een vast ritme van deze toevoegingen. De getoonde beelden zijn naar het oordeel van de stadsbouwmeester overtuigend en er is waardering voor de wijze waarop deze presentatie invulling krijgt. aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota,daaraan voldoet. Aanvaardbaar Dossiernr: De Houtmanstraat 24 het plaatsen van een nokverhoging op het voor- en achterdakvlak van de woning De aanvraag betreft het plaatsen van een dubbelzijdige dakopbouw met nokverhoging op de woning De Houtmanstraat 24. De woning De Houtmanstraat 24 is een tussenwoning in het blokje woningen De Houtmanstraat 22 t/m 26. Aan De Houtmanstraat staan aan weerszijden van de straat enkele blokken woningen van hetzelfde type, nr. 2 t/m 26 en nr. 1 t/m 21. Op deze woningen werden nog niet eerder dakopbouwen gerealiseerd. Bij soortgelijke woningen in Kruiskamp en Liendert komen soortgelijke dakopbouwen al regelmatig voor. De dakopbouw zal gerealiseerd worden van bouwmuur tot bouwmuur, waardoor eventuele toekomstige dakopbouwen op belendende woningen hierop kunnen aansluiten. De bestaande schoorsteen in het midden van de woning is niet meer functioneel en zal worden verwijderd. Het principe van deze dakopbouw is passend binnen de uitgangpunten van het bestemmingsplan (afwijkingenbeleid) en de objectcriteria voor dakopbouwen uit de welstandsnota. De stadsbouwmeester is van oordeel dat een dakopbouw als voorgesteld denkbaar is. Voor het gevelbeeld is het wenselijk dat wordt aangesloten bij het beeld van de gevel van de betreffende woning, maar ook bij het beeld van dakopbouwen zoals die al regelmatig gerealiseerd zijn. Enige variatie in de indeling van de kozijnen van de dakopbouw is denkbaar, maar de uitwerking vraagt om een iets geslotener beeld aan de beide uiteinden aan weerszijden. Dat kan bereikt worden door zowel aan de voor- als de achterzijde aan weerszijden een gesloten strook van 30 tot 50cm breed te maken, waardoor het geheel een robuuster beeld zal opleveren. aan de objectcriteria voor dakopbouwen van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan in opzet voldoet, mits de uiteinden aan weerszijden gesloten zullen worden uitgevoerd met een strook van 30 tot 50 cm breed. Aanvaardbaar, mits aan de voor- en achterzijde aan weerszijden de gevel van de dakopbouw over een strook met een breedte van 30 tot 50cm gesloten zal worden uitgevoerd. Dossiernr: Bernulfusstraat 36 het realiseren van een dakopbouw Gasten dhr. H. van Löben-Sels, architect Naar aanleiding van het advies van de stadsbouwmeester d.d , waarbij het ingediende voorstel als niet-aanvaardbaar werd beoordeeld tenzij de buis als onderdeel van de borstwering achterwegen gelaten zal worden, werd door de architect om een overleg met de stadsbouwmeester Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 8 van 10

9 gevraagd. De architect stelt daarbij de vraag, hoewel het advies d.d wordt begrepen, of dit onderdeel aanleiding moet zijn tot een afwijzing van voorstel. De situatie wordt nader toegelicht, waarbij benadrukt wordt dat het de wens is om vanuit zitpositie toch over de rand van de borstwering te kunnen kijken. De hoogte van de borstwering is ontworpen op 1,00 meter boven de terrasvloer. De stadsbouwmeester licht het advies van toe en deelt nogmaals mee van oordeel te zijn dat de toevoeging van de buis boven de rand van het pannendakje afbreuk doet aan het geheel. Na enig overleg wordt voorgesteld en gezamenlijk besloten om conform de mogelijkheden van het Bouwbesluit de hoogte van de borstwering aan te houden op 0,90 meter boven de terrasvloer en de aan te brengen buis van de leuning enigszins naar binnen te plaatsen waardoor deze vanaf straatniveau nauwelijks zichtbaar zal zijn en waarmee zowel uit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit als vanuit functionele overwegingen voldoende effect kan worden bereikt om de leuning minder prominent in beeld te laten zijn. Op grond van de ingediende gegevens is de stadsbouwmeester van oordeel dat het plan met toegezegde aanpassing van de plaatsing van de leuning en waarvan nog details aan de aanvraag zullen worden toegevoegd, getoetst aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan voldoet. Aanvaardbaar, mits de leuning 10cm lager zal worden geplaatst en meer naar binnen zal worden geplaatst ten opzichte van de bovenzijde van de dakpannen/dakrand. Dossiernr: Rondeelstraat 75 het vervangen van de raamkozijnen Naar aanleiding van het advies van de stadsbouwmeester d.d is door aanvrager om een heroverweging van dit advies gevraagd, met als reden dat naar het oordeel van aanvrager bij woningen aan de Wessel Ilckenstraat overeenkomstige gevelaanpassingen werden gerealiseerd dan wel toegestaan. De stadsbouwmeester neemt kennis van deze situatie en de aangedragen feiten. De Wessel Ilckenstraat ligt in het wijkje ten noorden van de Sara Burgerhartsingel. De woning Rondeelstraat 75, onderdeel van het wijkje ten zuiden van de Sara Burgerhartsingel, behoort inderdaad tot hetzelfde type woningen als aan de andere zijde van de Sara Burgerhartsingel. Het wijkje ten noorden van de Sara Burgerhartsingel werd op grond van het raadsbesluit van de gemeente Amersfoort onderdeel gemaakt van een pilot in het kader van welstandsvrij bouwen, waarbij welstandsbeoordeling gedurende de pilot buiten beschouwing blijft. Dit om te onderzoeken wat de invloeden zijn of kunnen zijn van welstandsvrij bouwen. Binnen het pilotgebied kunnen zich dus ontwikkelingen voordoen die niet trendsettend kunnen zijn voor situaties buiten dit pilotgebied. Er zijn ook nog geen uitspraken gedaan die richting geven aan het wel of niet continueren van welstandsvrij bouwen. Hierdoor zijn vergelijkingen tussen het gebied ten noorden en ten zuiden van de Sara Burgerhartsingel niet goed te maken. Wel werd geconstateerd dat het concept van het ontwerp van de woningen ten zuiden van de Sara Burgerhartsingel nog redelijk goed in tact is gebleven, wat aanleiding was tot het advies van de stadsbouwmeester d.d De stadsbouwmeester handhaaft derhalve het advies van dat het plan, getoetst aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan niet voldoet. Niet aanvaardbaar Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 9 van 10

10 Overig/Handhaving Dossiernr: Afrikaring 17 kozijnen vervangen zonder vergunning Naar aanleiding van een klacht over het feit dat bij de woning Afrikaring 17 het houten kozijn op de eerste verdieping zonder vergunning werd vervangen door een kunststofkozijn is van de gerealiseerde situatie vanuit Toezicht en handhaving een foto gemaakt en is deze gerealiseerde ter beoordeling voorgelegd aan de stadsbouwmeester. De stadsbouwmeester constateert dat de foto een goed beeld toont van de feitelijke situatie. Hierbij is het nieuwe kunststofkozijn goed vergelijkbaar met het bestaande houten kozijn van de belendende woning. De stadsbouwmeester is van oordeel dat de indeling van het kozijn met een tussenstijl en een tussendorpel goed aansluit bij het bestaande gevelbeeld en dat daarbij er ook naar gestreefd is om ook in kleur goed aan te sluiten bij de bestaande situatie. De verschillen die ontstaan door het verschil in materiaal van deze kozijnen leiden niet tot een verstoring in het gevelbeeld. Op grond van de overgelegde gegevens is de stadsbouwmeester van oordeel dat de gerealiseerde situatie, getoetst aan de criteria van de door de gemeenteraad vastgestelde welstandsnota, daaraan voldoet. Aanvaardbaar Amersfoort, 16 november 2016 de secretaris, P. Bal Verslag beoordelingen Stadsbouwmeester d.d vastgesteld pagina 10 van 10