Detail-uitwerking BCF evaluatie Stichting Welzijn Aa en Hunze

Transcriptie

1 Detail-uitwerking BCF evaluatie Stichting Welzijn Aa en Hunze Voor u ligt de gedetailleerde uitwerking van de BCF evaluatie van Stichting Welzijn Aa en Hunze. Deze evaluatie gaat in op de technische toepasbaarheid van het systeem BCF en of ten aanzien van de inhoud de doelstellingen van het beleid en de behaalde resultaten meetbaar zijn geformuleerd. Per prestatieveld van de WMO/onderdeel van de opdrachtformulering aan wordt dit schematisch weergegeven. De opbouw hiervan is als volgt. De bovenste rij laat de inhoudelijke vertaling zien. Eerst wordt het algemene maatschappelijke effect en de visie weergegeven. De visie en het effect worden vertaald naar beleidsdoelstellingen. Vervolgens worden resultaten en indicatoren gekoppeld aan de doelstellingen om deze meetbaar te maken. Als laatste worden de producten en/of activiteiten weergegeven die worden uitgevoerd om de doelen te bereiken. De onderste rij laat de evaluatie zien van de manier waarop de vertaling heeft plaatsgevonden. Eerst wordt aangegeven hoe de samenhang tussen het maatschappelijke effect en de visie is verwoord. De tweede stap brengt in kaart in hoeverre de doelstellingen SMART zijn geformuleerd. Vragen en criteria die bij SMART doelstellingen aan de orde komen zijn: o Specifiek: Wat willen we bereiken, wie zijn er bij betrokken, waarom willen we dit doel bereiken o Meetbaar: hoeveel gaan we doen, hoe kunnen we dat meten, wat is er als het af is, is er een systeem, methode en procedure om te bepalen in welke mate het doel op een bepaald moment bereikt is? o Acceptabel: is er draagvlak voor wat we doen en is het in overeenstemming met het beleid en de doelstellingen van de gemeente? o Realistisch: Is het doel haalbaar, is het een uitvoerbaar plan met aanvaardbare inspanningen, in hoeverre kunnen de betrokkenen de resultaten daadwerkelijk beïnvloeden? Eventueel opsplitsen in haalbare subdoelen. o Tijdgebonden: Wanneer is het doel bereikt? De derde stap gaat in op de indicatoren, of deze objectief, inhoudelijk goed en eenvoudig meetbaar zijn. Tot slot wordt kort aangegeven of het aanbod van producten aansluit bij de vraag. 1

2 Prestatie veld 1. Participatie en kwaliteit P: Afname voorzieningen en leefbaarheid in dorpen. D: Bevorderen sociale samenhang, samen met partners en inwoners behouden voorzieningen. Regie rol welzijnswerk, inzet vrijwilligers - Samenwerking lok. Organisaties, - bevorderen brede samenwerking, - stimuleren bewoners initiatieven - integrale aanpak leefbaarheid dorpen. - Via virtuele toepassingen wonen, werken, leren en zorg in dorpen organiseren. Speerpunten - Brede samenwerking - Herijking kern- en buurtgericht werken - Gebiedsgericht werken Beleidsdoelen - Handhaven communitywerk hoe? - Samenwerking 5 basisvoorzieningen lokaal niv. - Pva Brede samenwerking - 10% meer bewoners betrokken bij participatie. - Bewoners betrokken bij woon- en leef omgeving - Verbindingen tussen initiatieven in dorpen. - Participatie van bewoners bij act en vrijwilligerswerk - Signalen vanuit gemeenschap vroegtijdig opgepakt. Hoe? - Bereikte groepen bewoners - Aantal versch. activiteiten - Aantal sleutelfiguren /Activiteiten - Bevorderen participatie bewoners bij activiteit. - Begeleiden brede samenwerking proces. - Stimuleren samenwerking basis voorzieningen. - Leveren bijdrage gebruik DMA s - Bijdrage jaarlijkse act. - Uitvoering gebiedsgericht werken met concept Wegwiezers. - Cursussen vitaliteit en zelfredzaamheid. - De regie rol van het welzijnswerk kan nog sterker naar voren komen. - Overlap tussen maatschappelijk effect, doelen en resultaten. - Beleid zou meer richting kunnen geven en doelen concreter uitgewerkt. - Bijdrage van doelen aan resultaten en reden waarom bepaalde prioriteiten gesteld worden. - Tijdsaanduiding gegeven - Hoeveelheid/aantallen gegeven. - Specifieker verwoorden wat het doel inhoudt, hoe het bereikt gaat worden en wie er betrokken zijn. - Info over haalbaarheid en draagvlak van het doel. - Over de virtuele toepassingen en cursussen wordt weinig informatie gegeven. - Wanneer resultaten bereikt? - Hoe worden resultaten bereikt. - eenvoudig meetbaar. Beter effect beleid - Aantal bewoners initiatieven - Aantal vrijwilligers - Aantal bezoekers website/gebruikers digitale toepassingen. - Activiteiten brede samenwerking - Tevredenheidsonderzoek - Aantal voorzieningen - Aantal en inhoud van vragen. - Wat is precies de inhoud van de producten? - Meer informatie over de vraag vanuit de dorpen en hoe hieraan tegemoet komt? 2

3 Prestatie veld 2. Ondersteu ning Jeugdigen en ouders Jongeren, ontmoeting en overlast. P: Overlast door jongeren/subjectieve beleving overlast door omwonenden. Geen signalering problemen bij jongeren. 20 ongereguleerde ontmoetingsplaatsen. D: Bevorderen van ontmoeting en ondersteuning jongeren. Terugdringen overlast. - Meer gereguleerde JOAPS creëren en in stand houden (incl. jeugdsozen). - Vermindering jongeren met (subjectieve) overlast en grensoverschrijdend gedrag. - Meer frequent contact tussen communitywerk en jongeren in ontmoetingsplaatsen. - Snellere doorleiding jongeren naar ondersteuning en activiteiten. - De rol van in contact met en doorleiding jongeren kan nog sterker naar voren komen. - Overlap tussen maatschappelijk effect, doelen en resultaten. - Bijdrage van doelen aan resultaten. - Wat te doen met de 20 ongereguleerde ontmoetingsplekken? - Afname overlast niet genoemd in beleidsplan. Speerpunten - Beleidsdoelen 2010: - Realiseren 4 gereguleerde JOAPS. - 5% afname van subjectieve overlast en aantal jongeren met grensoverschrijdende gedragingen. - Tijdsaanduiding gegeven - Hoeveelheid/aantallen gegeven. - Specifieker verwoorden hoe het bereikt gaat worden. - Info over haalbaarheid en draagvlak van het doel. - Over de bemiddeling bij overlastsituaties wordt in de doelen geen informatie gegeven. - Overleg met jongeren en soort activiteiten in JOAPS - In kernen Rolde, Annen en Gasselternijveen 4 JOAPS in overleg met jongeren. - Vermindering overlast meldingen met 5%. - In 10% vd overlastsituaties bemiddeling en afspraken tussen jongeren en bewoners. - Aantal gebruikers JOAPS - Percentage grensoverschrijdende gedragingen - Hoe worden resultaten bereikt. - eenvoudig meetbaar. - Aantal en soort doorverwijzingen? - Onderzoek beleving overlast door bewoners. - Tevredenheid jongeren met JOAPS. - % gebruikers JOAPS van totale % jongeren. - Zorgen voor ondersteunen en begeleiden jongerensozen in dorpen met voldoende draagvlak. - Bieden van begeleiding en ondersteuning bij uitvoering van div. activiteiten. - Uitvoeren van ambulant jongeren werk en doorleiden naar hulpverlening indien nodig. - Het in stand houden en uitbreiden van JOAPS. - Bij wat voor en hoeveel act. wordt ondersteund? - Wat is precies de inhoud van de producten? - Uitvoering ambulant jongeren werk: om hoeveel cliënten of contactmomenten gaat het? 3

4 Centra voor Jeugd en Gezin P: Jeugdigen niet voldoende geïnformeerd over risico s en niet voldoende weerbaar. Geen vroegtijdige signalering en afstemming in hulpverlening zodat problemen kunnen escaleren. D: Jeugdigen geïnformeerd over risico s en weerbaar. Kunnen zich ontwikkelen. Juiste signalering en verwijzing naar hulpverlening. Voorkomen van achterstand, escalatie en aanspraak op curatieve jeugdzorg. - Jongeren (en hun ouders) geïnformeerd zijn over risico s. - Jongeren zijn weerbaar. - Het netwerk van hulpverleningsorganisaties sluit op elkaar aan. - Meer vroegtijdige signalering van jongeren met problemen. - Afname van aantal zelfmelders (89,73 %) bij bureau jeugdzorg. - Samenhang tussen doelen en maatschappelijke effecten. - Vroegtijdige signalering van jongeren kan nog concreter worden beschreven. - Bijdrage van doelen aan resultaten en reden waarom bepaalde prioriteiten gesteld worden. - Invulling en coördinatie van functies binnen CJG: - A: Jeugdgezondheidszorg/ Consultatiebureaus en GGD. - B: de 5 WMO functies. - Schakel bureau JZ en ZAT. - Ketenpartners melden zorgsignalen in DVI en matches geven 1 gezin 1 plan. - 1 fysiek CJG, 5 basisfuncties en samenwerking partners. - 50% jeugd geïnformeerd over risico s. Eind 2011 is dit 100% % bekendheid CJG. - Alle jongeren met hulpvraag worden bereikt. - Samenwerking is sluitende keten en afname aantal zelfmeldingen met 50%. - Hoe worden sluitende keten en alle jongeren met hulpvraag bereikt? - Doelstellingen SMART geformuleerd. - Meer informatie over haalbaarheid en draagvlak van het doel. in 2010: - Ontwikkelen bedrijfsplan CJG met 5 basisfuncties en uitwerking voorwaarden organisatie. Is beschikbaar. - Realiseren inloopfunctie en 1 fysieke locatie CJG. - Jongeren en ouders kennen aanbod CJG, route ernaar toe en gebruiken aanbod. - Aantal (afgewikkelde) matches DVI. - Aantal gebruikers CJG. - eenvoudig meetbaar. Beter effect beleid - Tevredenheid/bekendheid gebruikers CJG. - % gebruikers CJG van totale % jongeren. - Afname zelfmelders Jeugdzorg. - minder specifiek geformuleerd dan doelen. - Bieden van eerstelijns hulpverlening aan (groepen) jeugdigen en evt doorverwijzing. - Aanbieden van trainingen, gericht op gedragsverandering en vergroten van kennis. - Bij doorverwijzing zitten jongeren in max. 2 stappen op de juiste plek. - Wat voor hulpverlening/training wordt geboden? - Hoe bereiken dat ze in twee stappen op juiste plek zitten? Verder concreet. 4

5 Peuter Speel Zalen. P: Het aantal kinderen per gezin neemt af. Minder ontwikkelingskansen en vroegtijdige signalering van achter standen en uitwisseling van informatie tussen instanties. Hierdoor zijn achterstanden lastiger in te halen. D: Veilige en uitdagende omgeving voor kinderen. Vroegtijdige signalering van achterstanden en doorverwijzing. Zodat achterstand wordt bijgewerkt. - Alle kinderen met ontwikkelingsachterstand volgen VVE programma. - Aanbod peuterspeelzalen is dichtbij - Alle kinderen hebben ontwikkelingsmogelijkheden. - Peuterspeelzalen financieel beter toegankelijk voor kinderen van alleenverdieners. - Bij peuterspeelzalen eerdere signalering van achterstanden in ontwikkeling bij het kind. - Samenhang in beleidsdoelen en uitwerking van doelen. Niet alle doelen uitgewerkt, zoals dat peuterspeelzalen dicht bij zijn en financieel beter toegankelijk zijn. - Deelname aan peuterspeelzalen is 10% hoger dan de autonome daling % van de kinderen is benaderd die niet naar opvang gaan. - Bij overgang naar basisonderwijs is overdrachtsrapportage 50%. - 80% van de peuters met achterstand binnen 6 mnd gesignaleerd en doorgeleid. - Doelstellingen zijn concreet geformuleerd alleen er is niet aangegeven op welke manier dit gerealiseerd gaat worden. - Zijn de doelstellingen voldoende acceptabel en realistisch? in 2010: - Alle ouders met kinderen van 2-4 jr. bekend met aanbod peuterspeelzaalwerk. - Bij 100% vd kinderen wordt unaniem overdrachtformulier naar basisonderwijs gebruikt. - Er wordt gewerkt met een peutervolgsysteem. - 70% vd achterstanden start binnen maand met ontwikkelingsaanbod in individueel peuterplan. - Aantal bereikte ouders - Aantal overdrachtsrapportages. - Aantal ontwikkelingstoetsen - Aantal individuele peuterplannen. - bijna het zelfde geformuleerd als doelstellingen - goed meetbaar en sluiten ook aan bij de inhoud. - Interessant om ook nog te weten of de ontwikkelingsachterstand afneemt door deze acties. - Zo groot mogelijke spreiding peuterspeelzalen binnen Aa en Hunze. - Weinig informatie 5

6 Prestatie veld 3. Weg wiezers P: Inwoners met zorgvraag worden niet bereikt, zorgaanbod sluit niet aan bij de vraag. Niet gebruik van voorzieningen. D: Zelfredzaamheid inwoners wordt bevorderd door laagdrempelige informatievoorziening en samenwerking met organisaties. Op lokale informatiepunten kunnen inwoners met en zonder concrete zorgvraag terecht. - Beter bereik van inwoners met zorgvraag. - Beter benutten van voorzieningen. - Organisaties kunnen beter vraaggerichte zorg bieden. - Burgers benutten en waarderen Wegwiezers meer. - Uitbreiding aantal samenwerkingspartners in Wegwiezers. - Borging Wegwiezerconcept op alle niveaus. - Daling aantal zorgmijders via goede dienstverlening in Wegwiezer. - Goede doelen om te bereiken en een uitdaging om deze specifieker te verwoorden en te meten. - Klant tevredenheidonderzoek naar dienstverlening WW. - Overzicht vraag en aanbod. - Toename van 25% in dienstverlening WW - Doelstellingen kunnen specifieker en meetbaarder worden geformuleerd. - Vertaling vanuit beleid niet voldoende uitgewerkt. Formulering van resultaten in 2010: - Uit het Klant tevredenheidonderzoek blijkt dat de mate waarin het aanbod aansloot op de vraag met 5% toeneemt. - Organisatie van representatieve behoefte inventarisatie bij/door samenwerkende partners - Opzetten gebruikerspanel WW, in 2011 operationeel. - Alle organisaties communiceren met (potentiële) Wmo klanten. - Minimaal 1 nieuwe partner is toegetreden tot de WW. - Klanttevredenheidonderzoek. - Behoefte inventarisatie - Aantal bereikte potentiële Wmo cliënten - Aantal samenwerkende organisaties in WW concept. - PvA gebruikerspanel. - kunnen niet op die manier worden gerealiseerd. - eenvoudig meetbaar. Nog concreter beschrijven indicatoren. - Uitvoeren klanttevredenheid onderzoek - Uitbreiden naar een breed service loket. - Informatie en communicatie gericht op promotie en borging van het concept bij deelnemende partijen. - Wegwiezers als frontoffice mbh vrijwillige consulenten. - Monitoring - Overige aspecten mbt bedrijfsvoering. - komen overeen met doelen en resultaten, wat wordt er aan concrete activiteiten gedaan? 6

7 Ondersteu ning aan ouderen P: Ouderen met zorgvraag worden niet bereikt, zorgaanbod sluit niet aan bij de vraag. D: Ouderen zijn zelf verantwoordelijk voor een zinvolle invulling aan hun sociale en maatschappelijk leven. Kwetsbare ouderen (laag inkomen, langdurige zorg, vereenzaming) willen we ondersteunen. - Senioren met een zorgvraag worden beter bereikt. - Er is minder sprake van niet gebruik van voorzieningen door senioren. - Het inspelen op de juiste zorgvraag en het niet gebruik van voorzieningen kan nog concreter uitgewerkt. Verder samenhang in effecten en doelstellingen. - Alle senioren (75+) met een zorgvraag zijn aangeschreven. - Er wordt gewerkt volgens de werkwijze van de Wegwiezer bij de functies voorlichting en advies aan ouderen. - Doelstellingen concreet geformuleerd. Op welke wijze draagt de Wegwiezer werkwijze bij aan het doel? - Op welke manier kunnen ouderen nog meer worden bereikt? - Realiseren van een dekkend netwerk tbv senioren met een zorgvraag. - Alle senioren zijn bekend met het aanbod van seniorenvoorlichting/ouderen adviseur. - Aantal bereikte ouderen. - Aantal verwijzingen naar (zorg) organisaties. - Wanneer resultaten bereikt? - Hoe worden resultaten bereikt. - eenvoudig meetbaar. Interessant is nog om te weten naar welk soort organisaties mensen zijn verwezen. En of er een stijging is in vragen en verwijzingen. - In kaart brengen vd zorgvraag voor senioren: obv aanschrijven. - Bevorderen juiste benadering van seniorenvoorlichters om zorgvraag in kaart te brengen. - Procesmatige en deskundige begeleiding van seniorenvoorlichters die als vrijwilligers worden ingezet bij uitvoering. - redelijk concreet verwoord. - Nog iets specifieker omschrijven hoe de benadering en deskundigheidsbevord ering eruit moet zien.. 7

8 Prestatie veld 4. Ondersteu ning mantelzorg P: Zorgbehoevenden en mantelzorgers die onder druk staan zijn onvoldoende bekend en lopen risico om uit te vallen. D: erkenning van het belang en ondersteuning van mantelzorgers zodat mensen langer zelfstandig thuis kunnen wonen. Draagkracht van mantelzorgers neemt toe en draaglast neemt af. Mantelzorgers kunnen terecht met vragen, contact hebben en collectieve belangen worden behartigd. - Er wordt beter bekend wat het reële aantal mantelzorgers is. - Mantelzorgers met een ondersteuningsvraag worden beter bereikt. - Minder mantelzorgers vallen uit door overbelasting. - Minder samenhang in effect en doelen en resultaten. - Wel goede doelen om te bereiken, dit concreter uitwerken in doelen en resultaten. - Reëel beeld van het aantal mantelzorgers in de gemeente. - Mantelzorgers kunnen op lokaal niveau terecht voor informatie, advies en lotgenotencontact. - Meer respijtzorg wordt op lokaal niveau aangeboden. - Hoe beeld van mantelzorgers in kaart brengen? Komt niet terug in resultaten. - Hoe lokale aanbieding van respijtzorg en informatie realiseren? - Geen samenhang doelen en resultaten. - Het contactpunt Mantelzorg kan de mantelzorgers nog beter bedienen. - Het lokale SAMSAM blijft in stand. - Samenwerking van lokale en regionale mantelzorg organisaties in belang van mantelzorgers. - Actieve werving van zorgvrijwilligers. - Jaarverslag CPM - Aantal bekende en bereikte mantelzorgers. - Aantal aangevraagde en uitgevoerde respijtzorg via SAMSAM. - Wat zegt het jaarverslag CPM? - 2 andere indicatoren goed meetbaar, ook uitgevoerde respijtzorg? - Op welke manier samenwerking gewenst? Hierover niets in beleidsdoelen vermeld. - Inhoud van vragen mantelzorgers. - Ondersteunen mantelzorgers bij uitvoering zorgtaken en voorkomen overbelasting. - Inzet begeleiding vrijwilligers. - Samenwerking, afstemming en deskundigheidsbevord ering. - Vergroten bekendheid CPM. - Activiteiten voor waardering mantelzorgers - Toerusting ketenpartners met juiste vrijwilligers. - Afhandelen hupvragen door advies, verwijzing of bemiddeling. - Concrete werving vrijwilligers. - Verder redelijk concrete activiteiten. 8

9 Ondersteu ning vrijwilliger P: Vrijwilligerswerk staat onder druk, mensen hebben minder tijd. Percentage jongeren neemt af en er ontstaan meer vacatures voor langdurige vrijwilligers klussen. D: In Aa en Hunze zijn er ongeveer 5000 vrijwilligers en 540 vrijwilligersorganisaties actief. Hierdoor veel voorzieningen bestaansrecht en mensen kunnen meedoen aan de samenleving. - Het aantal vrijwilligers blijft stabiel. - Het vrijwilligerswerk wordt meer gewaardeerd, ondersteund en gestimuleerd waardoor dit aantrekkelijk blijft. - Ondersteuning is beter afgestemd op vragen en wensen van vrijwilligers en vrijwilligers organisaties. - Meer jongeren komen in aanraking met vrijwilligerswerk en stromen door naar regulier vrijwilligerswerk. - Overlap tussen maatschappelijk effect, doelen en resultaten. - Doelen kunnen concreter uitgewerkt. - Wat zijn signalen vanuit de samenleving en hoe worden deze vertaald? - Weten welke vorm van ondersteuning vrijwilligers belangrijk vinden. - Beschikken over ondersteuningsaanbod dat aansluit op vragen en wensen van vrijwilligers en organisaties. - Aantal vrijwilligers blijft 5000 mensen. - Opzetten samenwerkingsstructuur voor maatschappelijke stages (MAS). - Bemiddeling van 50 jongeren naar regulier vrijwilligerswerk. - Organiseren jaarlijkse activiteit waarin waardering voor vrijwilliger wordt getoond. - Wat is de toegevoegde waarde van ondersteuning? - Op welke manier aantal vrijwilligers stabiel houden? - Hoe inspelen op langer openstaande vacatures en evt flexibele structuur vrijw. werk? - Onderzoek naar ondersteuningsbehoefte. - Op basis van behoefte inventarisatie opstellen van passend ondersteuningsaanbod. - Opstellen en uitvoeren van voorlichting en promotieplan. - Koppelen van vraag en aanbod dmv vrijwilligersvacature bank en vier Wegwiezers. - Opstellen pva MAS. - Minimaal 50 jongeren geworven voor vrijwilligerswerk. - Aantal ingeschreven vrijwilligers organisaties - Omvang en aard van vraag en aanbod van de vrijwilligers vacaturebank. - Aantal niet vervulde vacatures en moeilijk te plaatsen vrijwilligers - Aantal bemiddelingen. - Activiteit in resultaat concreet verwoord, maar wat kun je evalueren? - zijn eenvoudig meetbaar. - Opstellen en uitvoeren promotieplan. - Matchen vraag en aanbod. - Matchen vraag en aanbod Leerlingen. - Uitvoeren activiteit waardering vrijwilligers. - Bedrijfsvoering activiteiten SPV. - Ondersteunen vrijwilligersorganisaties door organiseren cursussen en thema bijeenkomsten. - Hoe effectief verloopt het matchingsproces? 9