BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE ROERMOND 2008

Transcriptie

1 BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE ROERMOND 2008 BESLUIT COLLEGE d.d. 26 februari 2013 Onderwerp: (Sociaal cultureel) Welzijnswerk 2014 Beleid: Het coalitieakkoord van de gemeente Roermond. De jaarlijks door de Raad vastgestelde begroting van de gemeente Roermond. Kerntakenboek. Kadernota Welzijn Kadernota Integrale Veiligheid en het bijbehorende uitvoeringsprogramma Doelstelling: Uitvoering geven aan het bij deze beleidsregel gevoegde subsidiekader (Sociaal cultureel) Welzijnswerk. Dit subsidiekader maakt onderdeel uit van deze beleidsregel. Subsidiegrondslag Ter uitvoering van een beschikking tot verlening van een budgetsubsidie zal er op basis van artikel 15 van de Algemene Subsidieverordening Roermond 2008 een uitvoeringsovereenkomst (Sociaal cultureel) Welzijnswerk 2014 worden afgesloten waaraan meetbare activiteiten en/of prestaties worden gekoppeld. Subsidiecriteria 1. De subsidieaanvraag dient per onderdeel, zoals die zijn opgenomen binnen het subsidiekader (Sociaal cultureel) Welzijnswerk (Ontwikkelen en opgroeien en Zorg en ondersteuning), een onderbouwd activiteitenaanbod te bevatten waarbij de verschillende onderdelen zijn beschreven en de samenhang tussen de verschillende onderdelen wordt aangetoond. 2. De activiteiten binnen het onder punt 1 genoemde activiteitenaanbod dienen te vallen binnen het domein sociaal cultureel werk dat is geformuleerd als het door in samenhang vervullen van specifieke functies via een open aanbod en werkwijze, op actieve wijze ondersteuning bieden aan mensen individueel en/of groepsgewijs bij het gestalte geven aan de inrichting van hun sociaal en maatschappelijk leven, alsmede hun emancipatie. 3. Het onder punt 1 genoemd activiteitenaanbod dient beschreven te worden aan de hand van de TRILL-systematiek en het hierbij behorende TRILL-dienstenboek. 4. Binnen het onder punt 1 genoemd activiteitenaanbod dient aan de hand van een stappenplan onderbouwd beschreven te worden op welke wijze de burgers en de verschillende wijk- en ketenpartners bij de verdere implementatie en uitvoering van de in het aanbod genoemde activiteiten worden betrokken. 5. Binnen het onder punt 1 genoemd activiteitenaanbod dienen, per genoemd onderdeel een resultaatindicatoren beschreven te worden. 6. Binnen het onder punt 1 genoemd activiteitenaanbod dienen, op het niveau van de verschillende onderdelen van het desbetreffende onderdelen, prestatieindicatoren beschreven te worden. 7. Binnen het onder punt 1 genoemd activiteitenaanbod dienen, op basis van de 8 bakens van Welzijn Nieuwe Stijl zoals die zijn opgenomen binnen het subsidiekader (Sociaal cultureel) Welzijnswerk, per uitgangspunt resultaatindicatoren beschreven te worden. De onderbouwing voor de keuze van de onder punt 5, 6 en 7 genoemde indicatoren dient per indicator aangegeven te worden. 8. Het onder punt 1 genoemd activiteitenbod, dient gebaseerd te zijn op de afspraken uit de Kadernota Integrale Veiligheid en het bijbehorende uitvoeringsprogramma.

2 BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE ROERMOND De subsidieaanvrager moet binnen de subsidieaanvraag aantonen dat de organisatie de benodigde organisatorische kwaliteit en stabiliteit bezit om de verschillende in de subsidieaanvraag genoemde activiteiten te kunnen uitvoeren. 10. De subsidieaanvraag dient een concreet voorstel te bevatten voor de wijze waarop de subsidieaanvrager gedurende het subsidiejaar met de gemeente Roermond en haar partners een proactieve bijdrage wil gaan leveren op het gebied van beleidsontwikkeling o.a. bij de consequenties die voortvloeien uit de 3 landelijke transities/decentralisaties: delen van de AWBZ (begeleiding) worden overgeheveld naar gemeenten, evenals de jeugdzorg (vanuit de provincie) en de uitvoering van de nieuwe participatiewet. 11. De subsidieaanvraag dient een concreet voorstel te bevatten voor de wijze waarop de subsidieaanvrager gedurende het subsidiejaar met de gemeente Roermond en haar partners een proactieve bijdrage wil gaan leveren op het gebied van integrale veiligheid. 12. De subsidieaanvraag dient een onderbouwde beschrijving te bevatten van de samenhang tussen de verschillende prestatieveld zoals bedoeld in de Wet Maatschappelijke Ondersteuningen. 13. Personen die namens de subsidieaanvrager activiteiten uitvoeren of daaraan leiding geven dienen voldoende gekwalificeerd te zijn, conform de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening en het hierbij behorende Functieboek Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, om hun functie verantwoord te kunnen uitoefenen. Daartoe zal de subsidieaanvrager aan de hand van de CAO Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening en het hierbij behorende Functieboek Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening, binnen de subsidieaanvraag aantoonbaar moeten maken dat deze personen vakbekwaam zijn. Hieruit moet tevens blijken dat de organisatie de beschikking heeft over eigen personeelsleden die o.a. voor de gemeente Roermond ingezet kunnen worden. 14. De subsidieaanvraag dient een begroting te bevatten, waarin de subsidieaanvrager de kosten inzichtelijk maakt per prestatieveld zoals bedoeld in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning en op het niveau van de verschillende onderdelen zoals deze zijn opgenomen binnen het subsidiekader (Sociaal cultureel) Welzijnswerk. 15. Binnen de in te dienen begroting dient de subsidieaanvrager duidelijk te maken op welke wijze de loon- en prijskosten zijn opgebouwd. Hierbij dient voor wat betreft de prijskosten te worden uitgegaan van de prijsmutatie van het BBP Bruto Binnenlandse Product (verder te noemen pbbp) zoals dit is vastgesteld van het Centraal Planbureau. 16. Voor het uitvoeren van de in de subsidieaanvraag opgenomen activiteiten dient de subsidieaanvrager in de subsidieaanvraag te beschrijven op welke wijze de sociaal maatschappelijke accommodaties gelegen in de desbetreffende wijken worden gebruikt. 17. De subsidieaanvraag dient een onderbouwde beschrijving te bevatten van de wijze waarop de subsidieaanvrager de in de subsidieaanvraag genoemde activiteiten zal gaan evalueren. Een tweejaarlijks uit te voeren klanttevredenheidsonderzoek, uit te voeren door een externe partij, op alle door de gemeente Roermond gesubsidieerde activiteiten maakt een onderdeel uit van deze evaluatie. 18. Een subsidieaanvraag voor subsidiejaar 2014 dient bij het college van B&W van de gemeente Roermond worden ingediend vóór 1 mei Soort subsidie: Budgetsubsidie. Subsidiemethode: Het definitieve subsidieplafond wordt jaarlijks vastgesteld door de raad in de maand november van het jaar voorafgaand aan het desbetreffende subsidiejaar. Vooralsnog kan er een bedrag ter hoogte van ,78 als indicatie voor het subsidieplafond voor het jaar 2014 worden aangehouden. 1. De subsidieaanvraag moet voldoen aan alle onder de subsidiecriteria genoemde voorwaarden. 2. Om de samenhang tussen de verschillende specifieke onderdelen van het (Sociaal cultureel) 2

3 BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING BEHORENDE BIJ DE ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE ROERMOND 2008 Welzijnswerk te bevorderen, (zoals beschreven in de subsidiecriteria onder punt 2, zal er slechts één subsidieaanvraag per jaar binnen deze beleidsregel worden gehonoreerd. Wanneer er sprake is van meerdere subsidieaanvragen zal het college van B&W inhoudelijk beoordelen en bepalen welke aanvraag het meest passend is en daarom voor subsidie in aanmerking komt. 3. Wanneer er sprake is van meerdere subsidieaanvragen met gelijke geschiktheid, zal er subsidie worden verstrekt aan de aanvrager die de minste subsidie vraagt. N.b. Wanneer er (delen van) het (Sociaal cultureel) Welzijnswerk op enig moment d.m.v. subsidie worden overgedragen aan een nieuwe organisatie kan de situatie ontstaan dat deze organisatie de (juridische) verplichting heeft om het personeel van de oude organisatie over te nemen ten behoeve van het uitvoeren van de met de uitvoeringsovereenkomst gepaard gaande werkzaamheden. 3

4 SUBSIDIEKADER (SOCIAAL CULTUREEL) WELZIJNSWERK 2014: Kadernota welzijn: Samen op weg naar de participatiesamenleving Overheveling delen Jeugdzorg naar gemeenten Overheveling delen AWBZ naar gemeenten Uitvoering van de nieuwe participatiewet Zelfredzaamheid De burgers en sociale verbanden van Roermond zijn primair zelf verantwoordelijk om mee te doen én bij te dragen aan onze samenleving. Springplank Wanneer een burger niet in staat is om mee te doen wordt de burger gestimuleerd om de belemmeringen, die het meedoen in de weg staan, weg te nemen. Vangnet Voor die burger die op één of meerdere leefgebieden er niet in slaagt om zelf weer verantwoordelijkheid te nemen of mee te doen aan de samenleving, biedt de gemeente een vangnet dat zoveel mogelijk gericht is op het activeren van het individu. Van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving De analyse van de ontwikkelingen uit het regeerakkoord Rutte II, afgezet tegen de doelstellingen en aanpak van de kadernota Welzijn maakt duidelijk dat een cultuuromslag nodig is. De maatschappelijke opgave en veranderurgentie bij burgers, professionals, organisaties en gemeenten is groot. De transitie van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving zal de komende jaren nadrukkelijk op de agenda staan. De rol van de overheid en van burgers verandert. Er wordt meer gevraagd van partijen uit de samenleving om bij te dragen aan het realiseren van maatschappelijke opgaven. Het uitgangspunt hierbij is dat burgers en maatschappelijke partijen zelf initiatieven nemen en dat zij veel meer dan nu zelfstandig tot oplossingen komen. Het welzijnswerk dient hierbij de bakens van Welzijn Nieuwe Stijl centraal te stellen. Vrije tijd Ontwikkelen en opgroeien Zorg en ondersteuning Werk en inkomen

5 Biedt een toegankelijk en vraaggericht aanbod aan activiteiten gericht op talentontwikkeling dat aansluit bij de behoefte en de mogelijkheden van jongeren, ongeacht hun inkomen en/of beperking. Ondersteun vrijwilligers en/of jongeren zelf bij het organiseren van dergelijke activiteiten. Biedt informatie en advies aan jongeren en/of hun ouders vanuit de front-office van het CJG. Voer vindplaatsgericht op basis van de behoefte bewezen effectieve opvoedingsondersteuning uit vanuit het CJG. Organiseer bewezen effectieve trainingen die tot doel hebben de weerbaarheid en zelfredzaamheid van jongeren te verbeteren. Signaleer problemen/risico s bij jeugdigen tot 23 jaar vroegtijdig. Borg intern een werkwijze en leidt casuïstiek indien nodig door naar de hulpverlening dan wel de aanwezige zorgstructuur met behulp van de lokaal beschikbare instrumenten. Coach en begeleid jongeren (12-23), al dan niet met complexe problematiek (geen zorgmijders), die begeleiding nodig hebben bij het organiseren van hulp. Biedt ouders met kinderen laagdrempelig ondersteuning en praktische hulp en leidt gezinnen door naar hulpverlening. Draag indien nodig op maat bij aan de methodiek 1Gezin1Plan bij jongeren/gezinnen waarbij de welzijnsinstelling zelf nauw betrokken is. Biedt vindplaatsgericht een bewezen effectief cursusaanbod aan met als doel om taal- en ontwikkelingsachterstanden in te lopen zodat zij hun schoolcarrière kunnen afronden op een individueel passend onderwijsniveau. Kinderen, jongeren en ouders dragen een steentje bij aan de sociale samenhang, door te participeren in sociale verbanden en actief burgerschap te tonen. Maak burgers bewust van hun verantwoordelijkheid die zij hebben om mee te doen én bij te dragen aan onze samenleving. (Producent & consument). Activeer en ondersteun burgers(initiatieven) in het organiseren van activiteiten die bijdragen aan de sociale integratie van alle Roermondenaren d.w.z. gericht op het versterken van de sociale cohesie, leefbaarheid, het bij elkaar brengen van mensen van diverse culturele achtergronden en leeftijden rondom gedeelde interesses of belangen, zoals bijvoorbeeld sport en cultuur. Activeer en ondersteun inwoners op hun rol om onveiligheid en verloedering in de wijk te voorkomen (denk aan bv buurtpreventie). Betrek hierbij nadrukkelijk vrijwilligers. (Van consument naar producent.) In geval van ervaren overlast worden inwoners ondersteund om samen met jongeren in dialoog/gesprek te gaan over oplossing. Voorkom en bestrijd overlast van groepen jongeren samen met partners. Deze aanpak is community based, dat wil zeggen in samenwerking tussen bewoners, jongeren, ouders en eventueel winkeliers. Om de dienstverlening voor cliënten te verbeteren: Vorm geven aan het informeren en adviseren van en bieden van cliëntondersteuning aan alle burgers van de gemeente Roermond ten aanzien van de 9 prestatievelden van de Wmo en daarbij komen tot samenwerkingsafspraken met signalerende partijen (toeleiding naar) en uitvoerende partijen (zorgopvolging op verwijzing van loket). Geef waar dat van toepassing is en onder regie van de gemeente (mede) vorm en inhoud aan nieuwe ontwikkelingen op dit terrein binnen de Wmo, waarbij hier met name gedacht kan worden aan de realisatie van het (keukentafel)gesprek. (zie onderaan deze kolom) Zorg dat doelgroepen burgers (met specifieke vragen dan wel knelpunten naar evenredigheid gebruik maken van het Wegwijzerloket en/of hun informatie kunnen verkrijgen via een digitale sociale kaart. (denk hierbij bijv. aan allochtone burgers)

6 Activeer en ondersteun en informeer vanuit de vrijwilligerscentrale, vrijwilligersorganisaties over maatschappelijke stage en match vraag en aanbod in samenwerking met scholen en gemeenten. Activeer en ondersteun burgers in het organiseren van activiteiten die bijdragen aan de maatschappelijke emancipatie van allochtonen in een achterstandspositie d.w.z. gericht op het aanpakken van achterstanden op de gebieden: taal, onderwijs, werk of het gebruik van zorgvoorzieningen. Signaleer problemen/risico s bij kwetsbare burgers vanaf 23 jaar vroegtijdig. Borg intern een werkwijze en leidt casuïstiek indien nodig door naar de hulpverlening dan wel de aanwezige zorgstructuur met behulp van de lokaal beschikbare instrumenten. In geval van ervaren overbelasting door mantelzorgers deze toeleiden naar het Steunpunt mantelzorg of het WMO-loket. Maak hieromtrent samenwerkingsafspraken met de betrokken ketenpartners. Informeer alle (vitale) ouderen proactief over (preventieve) manieren waarop zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en functioneren, gezonde leefstijl en begeleidt ze naar de hiervoor noodzakelijke ondersteuningsinstrumenten. Activeer en ondersteun de doelgroep minder vitale ouderen en signaleer waar ondersteuning nodig is. Maak hierbij gebruik van de optimale samenwerking tussen formele en informele netwerken, waarbij bij de laatstgenoemde groep ook met name gedacht kan worden aan de inzet van de vitale ouderen en andere vitale burgers. Stimuleer vrijwilligerswerk o.a. door middel van het uitvoeren van waarderingsactiviteiten. Breng vraag en aanbod bij elkaar waarbij de behoefte van de (nieuwe) vrijwilliger leidend is. Ontwikkel hiertoe ((ver)nieuwe(nde)) activiteiten op het gebied van werving. Heb hierbij nadrukkelijk aandacht voor doelgroepen die op dit moment niet of onvoldoende als vrijwilliger vertegenwoordigd zijn. Biedt proactief een aanbod van activiteiten om vraag en aanbod (van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties) bij elkaar te brengen. Biedt ondersteuning op maat aan vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties (o.a. verenigingen en organisaties), t.a.v. het behouden van vrijwilligers.

7 Activeer, ondersteun en begeleid vrijwilligers en informele verbanden van burgers voor mensen met beperkingen in o.a. accommodaties, buurtcentra en projecten (zoals bijv. de Boodschappenplusbus, welzijnsdiensten en vriendschapsgroepen/maatjesprojecten) en zorg voor een gevarieerd aanbod van activiteiten voor, door en met de kwetsbare alsook de vitale burgers. Medeontwikkelaar en uitvoerder in nieuwe ontwikkelingen en specifiek. bij de consequenties die voortvloeien uit de 3 landelijke transities/decentralisaties: delen van de AWBZ (begeleiding) worden overgeheveld naar gemeenten, evenals de jeugdzorg (vanuit de provincie) en de uitvoering van de nieuwe participatiewet.