Doorgaande leerlijn muziek Werkenrode School Leerroute Dagbesteding

Transcriptie

1 Doorgaande leerlijn muziek Werkenrode School Leerroute Dagbesteding Auteur: Sylvia Hagemann en Hans Janssen Uitgifte: november 2014 Versie: concept

2 Inleiding Een van de doelstellingen van het CMK project (Cultuureducatie met Kwaliteit) is het ontwikkelen van een doorgaande leerlijn muziek voor de Maartenschool en Werkenrodeschool. De doelen van deze leerlijn muziek zijn geformuleerd door het CED (Centrum Educatieve Dienstverlening) te Rotterdam. Ze proberen gefaseerd toe te werken naar de door de overheid geformuleerde Kerndoelen Kunstzinnige Oriëntatie (V)SO met als leerdomein muziek. De leerlijn muziek bevat de volgende onderdelen: zingen, bewegen op muziek, muziek beleven, muziek beluisteren onderscheiden en benoemen en als laatste (ritmisch) muziek instrumenten. Natuurlijk zijn voor de doelgroepen niet alle doelen te behalen of bruikbaar. Onderstaande leerlijnen zijn bedoeld voor leerroute dagbesteding. We onderscheiden hierin twee verschillende groepen namelijk de EMB groep met IQ lager dan 35 en de leerlingen met een IQ tussen 35 en 60. De leerlijnen voor de EMB groep lopen nog vrij ver door. Het overgrote deel van de leerlingen zullen zo ver niet komen. Omdat er enkele uitzonderingen zijn deze doelen toch opgenomen. Hetzelfde geldt (in mindere mate) ook voor de andere doelgroep (IQ tussen 35 en 60). In de eerste kolom staat het niveau gemeld van het te behalen doel. Bij elk doel is in de kolom inhoud een toepasselijke methode geschreven; zo nodig met een verwijzing naar een bladzijde en. In de kolom aanpak is lesvoorbereiding genoemd; wat moet je klaar zetten/leggen voor de muziekles. Bij de organisatie wordt aangegeven welke ruimte en opstelling geschikt is. De kolom evaluatie is leeg; hier kun je noteren wat je anders wil of dat je het vaker zo wil doen. De lesideeën zijn te vinden door op de ingesloten Pdf-files te klikken.

3 Leerroute Dagbesteding EMB- Groep IQ < 35 Uitstroom-profiel: dagbesteding ZINGEN Doel *CED doel Inhoud *thema *lied *methode Aanpak *lesvoorbereiding Organisatie *ruimte *opstelling Evaluatie *vaker zo *anders 1 Zingt klanken uit een liedje na Muziek tussen schoot en school b.v. doe maar na Doe maar na.pdf Muziek en Snoezelen Ding dong Wij maken muziek 50 kleuterliedjes kleuterdeuntjes kinderzang en kinderspel peuter en muziek Kleuterwijs Eigenwijs Daar komt de boegieman Zorg voor terugkerende rituelen (b.v. vast openingslied en afsluitingslied). Zorg voor aanraking om reactie uit te lokken, herhaling en een constant ritme. Kring, 1 Beleeft plezier aan het samen zingen Idem 1. Klapper EMB Actie reactie (uitlokken). herhalen Kring, 2 Zingt eenvoudige woorden mee uit een liedje Idem 1. Toemba; Toem ba.pdf Kring, 3 Zingt korte zinnen (2 tot 3 woorden) mee uit een liedje Idem 1. Dikke, dikke olifant Kring, Dikke dikke olifant.pdf 4 Zingt een kort en éénstemmig liedje Idem 1. De groentetuin Kring,

4 mee De groentetuin.pdf 4 Zingt liedjes bekend van radio en tv qua klanken mee 4 Zingt eenvoudige liedjes uit andere culturen na, doet de woorden qua klank na (Marokkaans, Turks, Surinaams) 5 Zingt liedjes met een omvang van vijf tonen (klinkt vrij zuiver binnen deze tonen) 5 Zingt zelf een bekend refrein wanneer alleen de startzin wordt voorgezongen 6 Zet op het juiste moment in als de leerkracht een startsein geeft 8 Neemt een voorgezongen toon over geluidsdragers Het is een nacht; Rosanne Eigenwijs, De Pyramide, Youtube, geluidsdragers Bigi kaiman; Bigi Kaiman.pdf Eigenwijs, Kleuterwijs, Daar komt de boegieman, Ik heb geen bananen; Leve het Nijlpaard Idem 1. Idem 1. cd-speler Gebruik een andere instrumenten b.v. ukulele, klein slagwerk instrumenten, duimpiano. Kring, Cd speler Kring, Kring, Kring, Kring, Kring, BEWEGEN OP MUZIEK 1 Beweegt ongericht met het lichaam op muziek. Op weg, muziek en bewegen ; het jaar rond met muziek & beweging Muziek en snoezelen. Beleven in muziek (BIM) 1 Richt de aandacht op de muziek gedurende enkele Ding Dong: zwieren en zwaaien blz. 197 Muziekinstrument speellokaal

5 seconden. 2 Reageert met bewegingen op vrolijke muziek 2 Voert één grof motorische handeling uit in een liedje Zwieren en zwaaien.pdf Beleven in Muziek (BiM) Stichting Amarant: Oefeningen en spelletjes. Juul van Homberg: Allemaal in de cd: Tsjaikovski De Notenkraker verteld door Jenny Arean BiM cd:nino Rota:La Passerrela Beau Hunks: Dash & Dot e.a. Lang zal ze leven; Zagen, zagen zag en, zag en.pdf en passend bij wiegende en schommelende bewegingen. muziekinstrument en speellokaal Kring, 3 Voert twee grof motorische handelingen uit in een liedje 4 Voert een bekende handeling zelfstandig uit bij een herkenbaar liedje 4 Loopt op muziek en stopt als muziek stopt Handen samba (kleuterwijs 176) Handensamba.pdf In de maneschijn In de maneschijn.pdf Moet je doen, cd 1b berenmuziek en vlindermuziek Willekeurige cd of instrument Kring, Kring, Speellokaal of aula MUZIEK BELEVEN 1 Geniet van muziekactiviteiten Plitse Pletse Hanneke Moerdijk BiM Muziek en snoezelen b.v.: in het bos muziekinstrumenten speeldoosjes doeken over de l.l. speellokaal snoezelruimte

6 laten glijden In het bos.pdf 1 1 Komt tot rust bij muziekactiviteiten Komt los bij muziekactiviteiten 2 Reageert blij/ uitgelaten op vrolijke muziek Enya: watermark ; Marconi Union: weightless ; Kitaro: the essential Kitaro cd s cd s b.v. Andreas Vollenweider: Behind the gardens muziekinstrumentenb.v.: rainmaker, klankschalen, Hapidrum, speeldoosjes, doeken over de l.l. laten glijden speellokaal plein snoezelruimte speellokaal snoezelruimte speellokaal snoezelruimte MUZIEK BELUISTEREN, ONDERSCHEIDEN EN BENOEMEN Te moeilijk voor EMB (RITMISCH) MUZIEK MAKEN MET INSTRUMENTEN 1 Verkent instrumenten door deze te bekijken en aan te raken 2 Slaat ongericht op een Orff-instrument als een houtblok, trom of tamboerijn, niet in de maat 3 Slaat gericht op een Orff-instrument als instrumenten Moet je doen de Pyramide Moet je doen de Pyramide Gemakkelijk te hanteren instrumenten, bijv. bellenkrans Experimenteren leerlingen laten kijken of reiken. Samen doen. Woodblock, trom of tamboerijn Woodblock, trom of tamboerijn Kring Kring Kring

7 een houtblok, trom of tamboerijn, niet in de maat

8 Leerroute Dagbesteding IQ 35 < 65 Uitstroom-profiel: dagbesteding ZINGEN Doel *CED doel *competentie 1 Zingt klanken uit een liedje na 1 Beleeft plezier aan het samen zingen 2 Zingt eenvoudige woorden mee uit een liedje 3 Zingt korte zinnen (2 tot 3 woorden) mee uit een liedje Inhoud *thema *lied *methode Muziek tussen schoot en school, Ding dong, Wij maken muziek, 50 Kleuterliedjes, Kleuterdeuntjes, Kinderzang en kinderspel, Peuter en muziek, Kleuterwijs, Eigenwijs, de Pyramide. Aanpak *lesvoorbereiding Organisatie *ruimte *opstelling * idem 1 idem 1 idem 1 Zie idem 1 A ram sam sam; A ram sam sam.pdf Roei de boot; Nima naja Zie idem 1 Dikke, dikke olifant Dikke dikke olifant.pdf Evaluatie *vaker zo *anders 4 Zingt een kort en éénstemmig liedje mee Zie idem 1 Floortje de cavia; Floortje de Cavia.pdf 4 Zingt liedjes bekend van radio en tv qua klanken mee Youtube, geluidsdragers b.v. Droomland; Digibord

9 4 Zingt eenvoudige liedjes uit andere culturen na, doet de woorden qua klank na (Marokkaans, Turks, Surinaams) Het is een nacht; Rosanne Eigenwijs, De Pyramide, Youtube, geluidsdragers Me go bai wan kaw Me go bai wan kaw.pdf 5 Zingt liedjes met een omvang van vijf tonen (klinkt vrij zuiver binnen deze tonen) Eigenwijs, Kleuterwijs, De heks van dovenetel De heks van dovenetel.pdf 5 Zingt zelf een bekend refrein wanneer alleen de startzin wordt voorgezongen Daar komt de boegieman, Ik heb geen bananen; Leve het Nijlpaard 6 Zingt een eenvoudig lied mee bestaande uit meer coupletten Zie idem 1 De verliefde stieros De verliefde stieros.pdf 6 Zingt zelf een bekend couplet wanneer alleen de startzin wordt voorgezongen Zie idem 1 Gooi- en scheldlied; Gooi en scheldlied.pdf 6 Zet op het juiste moment in als de leerkracht een startsein geeft Zie idem 1 7 Zingt uit het hoofd een eenvoudig lied bestaande uit meer coupletten (kent de melodie en tekst uit het hoofd) Zie idem 1 Drie schuintamboers; Drie Schuintamboers.pdf

10 7 Bedenkt andere woorden in een tekst bij een goedgekend lied (springen i.p.v. klappen) Zie idem 1 Klap in je handen als je dat kunt Cowboy Billie Boem Cowboy Billy Boem.pdf 8 Zingt liedjes met een omvang van meer dan vijf tonen (zuiver stem-bereik) Zie idem 1 Dikkertje Dap; Mijn opa; 8 Zingt harder als de leerkracht zijn handen omhoog beweegt of uit elkaar Bij bekende liedjes bv. Nima naja Nima Naja.pdf 8 Zingt zachter bij omlaag of naar elkaar toe bewegen Bij bekende liedjes 9 Zingt zonder voorbeeld liedjes van radio en tv Bv. Het is een nacht Guus Meeuwis, Nielson, Nick en Simon 10 Zingt Engelstalige liedjes bekend van radio en tv (doet de woorden qua klank na) Eigenwijs, Moet je doen gr.7/8, Hello goodbye; Be-ba-be-re-bop 10 Zingt liedjes met meerdere coupletten uit het hoofd, die moeilijk zijn qua tekst en ritme 11 Neemt een voorgespeelde toon Bv. Olga, Leve het nijlpaard, Raar is leuk, liedjes uit: Daar komt de Boegieman, Samba Salat, De Pyramide Melodisch

11 vocaal over instrument BEWEGEN OP MUZIEK 2 Reageert met bewegingen op vrolijke muziek 2 Voert één grof motorische handeling uit in een liedje BiM cd: Nino Rota;La Passerrela; Beau Hunks; Dash & Dot e.a. Lang zal ze leven; Zagen, zagen; De tijger (Dirk Scheele) De tijger.pdf 2 Imiteert gekoppelde beweging en klank (omhooggaand geluid = handen omhoog) 3 Voert minimaal twee grof motorische handelingen uit in een liedje 4 Danst met verschillende materialen en attributen bv. linten, doekjes, 4 Marcheert achter de leerkracht aan op tempomuziek (2/4 maat) 4 Staat stil als de muziek stopt 4 Voert een bekende handeling zelfstandig uit bij Handen samba (kleuterwijs 176) Handensamba.pdf In de maneschijn; Hoofd, schouders, knie en teen; Hoofd, schouders, knie en teen.pdf Moet je doen, cd 1b berenmuziek en vlindermuziek Moet je doen cd 1a nr. 14, 15,16,51,52 Bewegen in het speellokaal Moet je doen cd 2a nr. 1 of andere marsmuziek Willekeurige cd of instrument Moet je doen, cd 1b berenmuziek en vlindermuziek; Hoepels, lintjes, ballonnen etc.

12 een herkenbaar liedje (Zo doet een vogel) Bewegen in het speellokaal; cd. Samba salad 5 Beweegt met de leerkracht mee op een langzame of snelle maat Moet je doen groep 1: 1B nr. 23, nr.12: rustige muziek nr. 13: huppelmuziek nr. 14 afwisselend snel en langzaam; Bewegen in het speellokaal 6 Loopt mee op actuele muziek You Tube clips top 40; nummers Dansspetters 6 Doet mee met een reeks eenvoudige bewegingen in stilstaande (volksdans) Bewegen in het speellokaal (pinon, pinon) Pinon, pinon.pdf Dansspetters; Samba-Salat 6 Begint met bewegen aan het begin van een lied en stopt aan het eind Willekeurige, vrolijke hippe muziek/lied. B.v. Happy van Pharrell williams Uit: bewegen op muziek: walk-away Walk-away.pdf 6 Beweegt met de leerkracht mee bij een geleidelijk sneller of langzamer wordende maat Live uitvoering met percussie instrumenten; Bewegen in het speellokaal: de stoomtrein; De slak en het haasje

13 7 Danst op actuele muziek 7 Loopt op verschillende aangegeven stampritmes 7 Beweegt zijn armen los van zijn benen op muziek en omgekeerd 7 Beweegt anders bij een tempo-wisseling in de muziek (snellere bewegingen als ritme versnelt) 7 Herkent herhaling (beweegt alleen bij het refrein en staat stil tijdens coupletten) 8 Stapt op een door een instrument eenvoudig ostinaat ritme (lang achter elkaar herhaald ritme) 8 Imiteert eenvoudige danspassen van andere leerlingen 8 Houdt bewegingen tijdens muziek vol 9 Springt/huppelt/ danst geïnspireerd door videoclips bij popmuziek De slak en het haasje.pdf You-Tube Moet je doen, groep 2 blz. 195 Live-uitvoering met percussie instrumenten Dirk Scheele de liedjesspeeltuin 1, 2, 3, 4 Moet je doen 1B nr. 12, 13, 14; Dansspetters 1cd 9 Oor, oor, oor.pdf Samba Salat; Dirk Scheele; Dansspetters Met djembe; de wereld danst in Nederland dl 2, 3, 4 midden & bovenbouw Bv. De wereld danst Youtube

14 9 Reageert met een eigen beweging op de beweging van anderen Dansspetters 9 Bedenkt eigen bewegingen passend bij de gedraaide muziek cd s Uit: bewegen op muziek tussen Keulen en Parijs Tussen Keulen en Parijs.pdf 10 Varieert met bewegingen tijdens muziek cd s MUZIEK BELEVEN 1 Geniet van muziekactiviteiten moet je doen 1 Komt tot rust bij muziekactiviteiten Dance of the Flowers, Tschajkowski; Amelie, Yan Tiersen; 1 Komt los bij muziekactiviteiten Cd s met vrolijke muziek, snelle muziek (instrumentaal) 2 Reageert blij op vrolijke muziek Idem 1 3 Wijst de juiste picto aan (vrolijk) bij het horen van vrolijke muziek Moet je doen Eigen. Uit: de Pierewaaier Blz Picto's of afbeeldingen De Moldau.pdf 4 Wijst juiste picto s (boos, vrolijk) aan bij horen van boze (harde, felle) en vrolijke muziek Moet je doen Eigen Picto's of afbeeldingen 5 Wijst de juiste picto Moet je doen;

15 (verdrietig) aan bij het horen van treurige muziek 6 Wijst de juiste picto aan bij verschillende stemmingen in muziek (blijdschap, boosheid, droefheid, schrik, angst, romantiek, dreiging en ontspanning) 6 Benoemt of hij iets dichterbij hoort komen of verder weg hoort gaan bij het horen van muziek (crescendo en decrescendo) 7 Benoemt bij welke gelegenheden bepaalde muziek past (verjaardag-, trouw-, disco-, kerst- en kerkmuziek) 7 Wijst aan op plaatjes wat door muziek wordt uitgebeeld (eng bos bij spannende muziek) 8 Kiest de juiste plaatjes bij een geluidenverhaal (tikjes op een trommel hoort bij het plaatje regen, harde slagen bij onweer) filmmuziek bv. Once upon a time in the west Moet je doen Eigen ; Kijken naar muziek William Lach; Moet je doen; Eigen luistervoorbeelden Eigen luistervoorbeelden Bv. dodenmars Chopin; bruiloftsmars (Mendelsohn) Bv. Jaws Klankverhalen (Nieuwe muziekspelen-ger Storms) Eigen Picto's of afbeeldingen Picto's of afbeeldingen Picto's of afbeeldingen Picto's of afbeeldingen MUZIEK BELUISTEREN, ONDERSCHEIDEN EN BENOEMEN 3 Benoemt tempo van muziekstukje (langzaam of snel) Moet je doen groep 1 blz. 105: Clowns Eigen

16 3 Benoemt welk stukje muziek snel is en welke langzaam (t.o.v. elkaar) 3 Benoemt dat een klank lang of kort is 4 Geeft aan welke geluiden hetzelfde zijn (bij gehoorkokers gevuld met rijst/erwten) 4 Geeft aan of een toon hoog of laag is (benoemt of het klinkt als vogeltje = hoog of beer = laag als deze begrippen worden aangeleerd) 5 Benoemt dat een toon zeer sterk of zeer zacht is 5 Benoemt dat klank langer of korter is dan een andere klank 6 Benoemt of een toon harder of zachter is dan een andere toon 6 Geeft aan of een toon hoog of laag is met beweging (hoog = armen omhoog, laag = armen omlaag) 6 Klapt op de maat mee die wordt voorgeklapt Moet je doen groep 2 blz. 171: winter bibber bibber Eigen Moet je doen ; Eigen Moet je doen ; Eigen Moet je doen groep blz. 113: vlinders Live gespeeld op keyboard Moet je doen Groep 1 blz. 87: Sneeuw Live gespeeld op keyboard Moet je doen Live gespeeld op keyboard Moet je doen Live gespeeld op keyboard of ander instrument Moet je doen groep 2 blz. 133: spinnen Live gespeeld op keyboard of ander instrument. Pierewaaier blz.14: Eten stampen Op de trommel, uit wij maken muziek, Ingrid Rietveld Sambaballen keyboard keyboard keyboard muziekinstrument muziekinstrument slaginstrumenten

17 6 Wijst vijf verschillende Orffinstrumenten aan wanneer deze genoemd worden (pauk, xylofoon, tamboerijn) 7 Benoemt of een toon hoger of lager is dan een andere toon 7 Benoemt vijf Orffinstrumenten wanneer de leerkracht deze aanwijst (pauk, trom, xylofoon, klokken-spel, triangel, ratel, bekken, schellenraam, tamboerijn) 8 Benoemt sterke contrasten in een muziekstukje (hooglaag, sterk- zacht, lange tonen-korte tonen) 8 Wijst op een plaatje aan welk instrument hij hoort (piano, fluit, trommel, trompet, viool) Op de trommel.pdf Pierewaaier blz.85 Keyboard, blokfluit, xylofoon Moet je doen groep 2 blz. 199: fantasiefiguren Moet je doen Mit dem Paukenslag Haydn Moet je doen ; Eigen ; Peter en de wolf Paul de Leeuw Verschillende Orff instrumenten of afbeeldingen Keyboard, blokfluit, xylofoon Verschillende Orff instrumenten of afbeeldingen Afbeeldingen 9 Benoemt of een stem hoog of laag klinkt Gerard Joling versus Iwan Rebroff 13 Benoemt bij luisteren 5 Orffinstrumenten (pauk, Moet je doen; Eigen Verschillende Orff instrumenten of afbeeldingen

18 trom, xylofoon, klokkenspel, triangel, ratel, bekken, schellenraam, tamboerijn) 13 Benoemt bij welke gelegenheid muziek past (feestmuziek, achtergrondmuziek) Verschillende muziekfragmenten Eigen 14 Benoemt bij het Peter en de Wolf, luisteren naar Kijken naar muziek, diverse instrumenten welk instrument hij hoort (piano, fluit, trommel, trompet, viool) (RITMISCH) MUZIEK MAKEN MET INSTRUMENTEN 1 Verkent instrumenten door deze te bekijken en aan te raken 2 Slaat ongericht op b.v. een Orffinstrument als een houtblok, trom of tamboerijn, niet in de maat 3 Slaat gericht op b.v. een Orff-instrument als een houtblok, trom of tamboerijn, niet in de maat Moet je doen de Pyramide Met ritmische muziek Eventueel met muziek. Uit Ding Dong: Rikketikketik het regent instrumenten slaginstrumenten slaginstrumenten Rikketikketik het regent.pdf 3 Slaat gericht in de maat op b.v. een Orff-instrument als een houtblok, trom of tamboerijn, Met ritme bouwstenen (met woorden). Zie bv. Ding Dong (José Bakker) slaginstrumenten Op de trommel.pdf

19 4 Speelt een kort zelfbedacht stukje op b.v. een Orffinstrument als een houtblok, trom of tamboerijn slaginstrumenten 5 Speelt mee met een eenvoudig ritme met b.v. een klankstaaf Bv. uit Eigenwijs: Klap, klap Klap, klap.pdf slaginstrumenten 5 Speelt op b.v. de klankstaaf een ritme met een duidelijk begin en einde 6 Speelt mee met een eenvoudige melodie of ritme met b.v. twee klankstaven of bongo s 6 Speelt een ritme met afwisseling in sterkte 6 Speelt om de beurt (speelt niet zelf steeds door zonder een ander te laten spelen) Moet je doen groep 3 blz. 65: regen Moet je doen groep 1 blz.53 Bv. Kijk daar komt de fanfare aan. Uit Ding Dong Kijk daar komt de fanfare aan.pdf slaginstrumenten Klankstaven of slag instrumenten slag instrumenten instrumenten 6 Luistert naar een ander zonder zelf te spelen 7 Speelt mee met een eenvoudige melodie of ritme met drie klankstaven 7 Speelt een ritme met afwisseling in tempo 7 Speelt een eenvoudig ritme met een andere leerling Leraar of klasgenoot speelt of zingt Moet je doen groep 3 blz. 79: een beetje sneller Samen een ritme spelen bij een liedje of als intermezzo. Eigenwijs, het klankstaven slag instrumenten Twee verschillende slag instrumenten

20 berenlied 9 Speelt een eenvoudige melodie op klankstaven zonder door zang ondersteund te worden 9 Kiest passende instrumenten om dieren uit te beelden (grote trom bij beer, fluit bij vogel) 10 Speelt een afgesproken begeleidingsritme op klein slagwerk, trom of tamboerijn 10 Speelt een paar tonen op een keyboard met hulp van kleurenmuziekschrift (kleur per toon) Het Berenlied.pdf Eigenwijs, Hoi Yuk Hoi Yuk.pdf klankstaven instrumenten slaginstrumenten Keyboard