RIJMRITMES 1 GROEP 3

Transcriptie

1 RIJMRITMES 1 GROEP 3 Maat en Metrum Rijmen Bron: Factorium Tilburg Alma ten Bruin Benodigdheden: CD Maat en metrum CD speler Bijlage 1 en 2 Vier hoepels Trom Liedblad Muziekmap Voorbereiding: CD Maat en metrum maken CD speler met CD klaarzetten Het lied zelf instuderen De trom klaarleggen. Bijlage 1 kopiëren, verstevigen en onder handbereik leggen. Bijlage 2 kopiëren, verstevigen en twee aan twee voetjes in elke hoepel leggen. De vier hoepels voor de les klaarleggen met in elke hoepel 4 voeten van bijlage 2. Liedblad voor de kinderen kopiëren Muziekmap op de tafel in de klas neerleggen. Opstelling; De kinderen zitten in een kring in het speellokaal Inleiding: Luisteren Kennis De leerkracht heet de kinderen welkom en zegt: We gaan vandaag lijmen,. Oh nee rijmen. De leerkracht vraagt aan de kinderen wat rijmen is en laat ze enkele voorbeelden geven. Kern: Improvisatie De leerkracht pakt Bijlage 1 legt deze in de kring en laat de kinderen bij elk woord/ritmeplaat van bijlage 1 een rijmwoord verzinnen. De leerkracht legt twee van de ritmeplaten achter elkaar en zegt het woord van de platen en het rijmwoord. Hierdoor ontstaat een rijmzin. De kinderen zeggen dit na.

2 Metrum De leerkracht laat de kinderen aan de twee zijkanten naast de hoepels zitten. De leerkracht heeft 4 hoepels achter elkaar gelegd. In elke hoepel liggen 2 voetstappen: Voor elk woord een voetje. Bijlage 2. De leerkracht pakt de trom. De leerkracht legt naast elke hoepel een plaat van bijlage 2. De leerkracht zegt het woord en rijmwoord van de ritmeplaten, loopt op de voetjes en speelt op de trom de voetjes. De opdracht wordt herhaald maar de leerkracht zegt het woord van de plaat en de kinderen het rijmwoord. De opdracht wordt herhaald maar nu mag één van de kinderen ondertussen op de voetstappen lopen. Herhaal de laatste opdracht enkele keren. Komen de kinderen precies uit met het aantal voetstappen? Luisteren Zingen De leerkracht laat de kinderen aan de twee zijkanten naast de hoepels staan. De leerkracht zingt het hele lied. De leerkracht laat enkele kinderen na het zingen de platen van bijlage 1 in de juiste volgorde leggen. De leerkracht laat de kinderen op de rug liggen met de ogen dicht. De leerkracht zingt het lied Rijmpjeshoofd liedjes/34/muzikale elementen/maat en metrum of zet de CD op CD: Maat en metrum. Nr. 01, rijmpjeshoofd met zang Download 1 en de kinderen luisteren of ze rijmwoordjes horen. Daarna gaan de kinderen rechtop zitten en vertellen enkele kinderen welke rijmwoordjes ze gehoord hebben. De leerkracht zingt nu alleen couplet 1. De kinderen zingen de rijmwoorden mee. De leerkracht laat de kinderen op de buik liggen en de woorden Paard.baard naar de grond zingen. De leerkracht zingt zelf de rest van het couplet. Herhalen! De leerkracht laat de kinderen zitten met de handen voor de mond De kinderen zingen maat 17-21, de leerkracht zingt de rest van het couplet. Herhalen! De leerkracht laat de kinderen staan en de neus dichtknijpen. De kinderen zingen het couplet. Herhalen! Afsluiting: Bewegen De leerkracht laat de kinderen een eigen plekje in de ruimte zoeken waar ze gaan zitten. De leerkracht zet de CD op CD Maat en metrum. Nr. 02, lichaam pim pam poor Download 2 De leerkracht laat de kinderen.. Op de muziek lopen zonder elkaar aan te raken en zonder rondjes te lopen; Een eigen weggetje lopen! De opdracht wordt herhaald maar de kinderen mogen nu alleen lopen als er iemand zingt. Bij het instrumentale gedeelte staan de kinderen stil. De opdracht wordt herhaald maar tijdens het instrumentale gedeelte klappen de kinderen de woorden pim pam poor. De opdracht wordt herhaald maar tijdens het instrumentale gedeelte klappen de kinderen de woorden pim pam poor en tikken de kinderen op het genoemde lichaamsdeel en wiebelen ermee. Vergeet niet de laatste maal pim pam poor te klappen! De kinderen gaan naar de klas en krijgen van de leerkracht het liedblad van Rijmpjeshoofd De kinderen stoppen het liedblad in de muziekmap die ze vervolgens opruimen.

3 RIJMWOORDEN BIJLAGE 1 Troep

4 Gitaar

5 Paard

6 Kop

7 Twee

8 VOETEN BIJLAGE 2

9 RIJMRITMES 2 GROEP 3 Klankduur Rijmpjeshoofd Benodigdheden: CD Maat en metrum CD speler Bijlage 1 2 en 3 Vier hoepels Liedblad Voorbereiding: CD en CD speler klaarzetten Bijlage 1 onder handbereik leggen. De vier hoepels voor de les klaarleggen met daarin 4 voetjes van bijlage 2 Opstelling; De kinderen zitten verspreid in de ruimte van het speellokaal. Inleiding: Rijmen en Bewegen De leerkracht zet de CD op: CD Maat en metrum. Nr. 02, lichaam, pim pam poor De leerkracht laat de kinderen. Op de muziek lopen zonder elkaar aan te raken en zonder rondjes te lopen; Een eigen weggetje lopen! De kinderen mogen alleen lopen als er iemand zingt. Bij het instrumentale gedeelte staan de kinderen stil. De opdracht wordt herhaald maar tijdens het zanggedeelte klappen de kinderen de woorden pim pam poor en tikken de kinderen op het genoemde lichaamsdeel en wiebelen ermee. Zie bijlage 3. Vergeet niet de laatste maal pim pam poor te klappen! De leerkracht laat de kinderen een kring maken en het eerste couplet van het lied Pim pam poor zonder begeleiding zingen. Kern: Geheugen De leerkracht vraagt een kind de platen van bijlage 1 in de juiste volgorde te leggen. Daarna zingt de leerkracht het lied rijmpjeshoofd en controleren de kinderen of de platen in de juiste volgorde liggen. Zo nodig worden de platen alsnog door een kind in de juiste gelegd. De leerkracht laat de kinderen zelfstandig het eerste couplet van het lied zingen. De kinderen leren nu het refrein van het lied door zin voor zin voorzang van de leerkracht en nazang van de kinderen. Daarna worden de zinnen twee aan twee aan elkaar gezongen. Als laatste wordt het gehele refrein gezongen. Vorm Beweging De leerkracht laat de kinderen een plekje in de ruimte zoeken waar ze gaan staan. De leerkracht legt ondertussen de 4 platen van bijlage 1 in willekeurige volgorde in de hoepels. De leerkracht zingt het lied Rijmpjeshoofd Liedblad of zet de CD op Maat en metrum. Nr. 01, rijmpjeshoofd met zang De leerkracht geeft de kinderen de opdracht om bij het refrein

10 Op het lied vrij door de ruimte te lopen (maat 01-04) totdat ze een klap horen en daarna achteruit te lopen (Maat 04-08) bij de volgende klap lopen de kinderen weer vooruit (maat 08-12). Dit alles zonder een ander kind aan te raken. Bij het couplet staan de kinderen stil en doen de leerkracht na: De leerkracht pakt het hoofd met twee handen vast en beweegt het heen en weer. De leerkracht vertelt de kinderen dat ze bij de coupletten bij een hoepel gaan staan met de juiste ritmeplaat. Afsluiting: Metrum De leerkracht laat de kinderen aan de twee zijkanten naast de hoepels zitten. De leerkracht legt naast elke hoepel een plaat van bijlage 2. De leerkracht zegt de rijmzin van de platen en loopt in de maat op de voetstappen. Let op nu zijn het 4 voetjes in elke hoepel dus nu geen woorden lopen maar de maat lopen! De opdracht wordt herhaald maar de leerkracht zegt het woord van de plaat en de kinderen het rijmwoord. De opdracht wordt herhaald maar nu mag één van de kinderen ondertussen de maat op de voetstappen lopen. Herhaal de laatste opdracht enkele keren. GEDICHTJE PIM PAM POOR BIJLAGE 3 Bron: Factoriumtilburg. Pim pam poor Tik eens op je oor Wiebel met je and re oor Pim pam poor klap 3x in de handen tik met je hand op een oor Probeer het and re oor te bewegen klap 3x in de handen Pim pam peus Tik eens op je neus Wiebel met je neus neus Pim pam peus klap 3x in de handen tik met je hand op een neus Probeer met je neus te bewegen klap 3x in de handen Enz met andere lichaamsdelen.

11 RIJMRITMES 3 GROEP 3 Klankduur Uit het hoofd Benodigdheden: CD Maat en metrum CD speler Bijlage 1 2 en 3 Vier hoepels Liedblad Ritmestokjes Voorbereiding: CD en CD speler klaarzetten Bijlage 1 onder handbereik leggen. De vier hoepels voor de les klaarleggen Opstelling; De kinderen zitten in een kring in het speellokaal. Inleiding: Rijmen en Bewegen De leerkracht zingt het lied Pim pam poor of zet de CD op.cd Maat en metrum. Nr. 02, lichaam pim pam poor De leerkracht laat de kinderen een kring maken en het eerste couplet van het lied Pim pam poor zingen.. De leerkracht en de kinderen klappen bij de woorden pim pam poor. De leerkracht zet de CD op en CD Maat en metrum. Nr. 03, opwarming pim pam poor Download 3 De kinderen lopen op de liedbegeleiding het lied en staan stil wanneer ze denken dat het eerste couplet is afgelopen. De kinderen zingen het lied dus in het hoofd! Dit heet innerlijk zingen. De vorige opdracht wordt herhaald maar de kinderen staan stil bij pim pam poor en klappen de woorden. Kern: Zingen De leerkracht vraagt een kind de platen van bijlage 1 in de juiste volgorde te leggen. Daarna zingt de leerkracht de coupletten van rijmpjeshoofd en controleren de kinderen of de platen in de juiste volgorde liggen. Zo nodig worden de platen alsnog door een kind in de juiste gelegd. De kinderen zingen zelfstandig het eerste couplet van het lied. De kinderen leren vervolgens couplet 2 met behulp van de ritmeplaten van bijlage 1. De leerkracht laat de kinderen couplet 1 bijvoorbeeld liggend op de buik zingen, couplet 2 liggend op de rug, couplet 3 zittend met de hand voor de mond en couplet 4 zittend met de neus dicht. Vorm Beweging De leerkracht laat de kinderen een plekje in de ruimte zoeken waar ze gaan staan. De leerkracht zet de CD op en zingt het lied Rijmpjeshoofd Maat en metrum. Nr. 01, rijmpjeshoofd met zang De leerkracht geeft de kinderen de opdracht om bij het refrein Op het lied vrij door de ruimte te lopen (maat 01-04) totdat ze een klap horen en daarna achteruit te lopen (Maat 04-08) bij de volgende klap lopen de kinderen weer vooruit (maat 08-12). Dit alles zonder een ander kind aan te raken.

12 Afsluiting: Metrum De leerkracht legt 4 hoepels achter elkaar en laat de kinderen aan de twee zijkanten naast de hoepels zitten. De leerkracht improviseert ritmezinnen op de trom en laat enkele kinderen in de hoepels de maat lopen: 4 stappen in elke hoepel! De leerkracht kan de opdracht herhalen met de instrumentale begeleiding van Rijmpjeshoofd Liedblad Maat en metrum. Nr. 04, rijmpjeshoofd instrumentaal

13 RIJMRITMES 4 GROEP 3 Klankduur Herhalen Ritme Benodigdheden: CD Maat en metrum CD speler Bijlage 1 2 en 3 Acht hoepels Ritme instrumenten Ritmestokjes Voorbereiding: CD en CD speler klaarzetten Bijlage 1 onder handbereik leggen. De ritme instrumenten klaarleggen. De acht hoepels voor de les klaarleggen De ritmestokjes klaarleggen. Opstelling; De kinderen zitten verspreid in de ruimte van het speellokaal. Inleiding: Rijmen en Bewegen De leerkracht geeft de kinderen de volgende opdrachten en zet de CD op. CD Maat en metrum. Nr. 03, opwarming pim pam poor De kinderen lopen op de liedbegeleiding het lied Pim pam poor, klappen bij de woorden pim pam poor en staan stil wanneer ze denken dat het eerste couplet is afgelopen. De kinderen zingen het lied dus in het hoofd! De vorige opdracht wordt herhaald maar bij het tussenstuk maken de kinderen een standbeeld dat duidelijk naar een lichaamsdeel verwijst. De leerkracht laat de kinderen een kring maken, pakt de ritme instrumenten en legt deze in het midden van de kring. De leerkracht laat de kinderen in groepjes een instrument pakken. De leerkracht laat de liedbegeleiding van het lied Pim pam poor horen en vraagt de kinderen alleen op pim pam poor mee te spelen. De vorige opdracht wordt herhaald maar enkele aangewezen kinderen maken tijdens het tussenstuk een ritmische improvisatie. Herhaal dit enkele keren. Kern: Zingen De leerkracht vraagt een kind de platen van bijlage 1 in de juiste volgorde te leggen. Daarna zingt de leerkracht het lied rijmpjeshoofd en controleren de kinderen of de platen in de juiste volgorde liggen. Zo nodig worden de platen alsnog door een kind in de juiste gelegd. De kinderen zingen zelfstandig het eerste en tweede couplet van het lied. De kinderen leren vervolgens de andere 2 coupletten met behulp van de ritmeplaten van bijlage 1. De leerkracht laat de kinderen couplet 1 bijvoorbeeld liggend op de buik zingen, couplet 2 liggend op de rug, couplet 3 zittend met de hand voor de mond en couplet 4 zittend met de neus dicht.

14 Metrum De leerkracht legt 8 hoepels achter elkaar en laat de kinderen aan de twee zijkanten naast de hoepels zitten. De leerkracht improviseert ritmezinnen op de trom en laat enkele kinderen in de hoepels de maat lopen: 4 stappen in elke hoepel! De leerkracht kan de opdracht herhalen met de ritmebegeleiding Maat en metrum. Nr. 05, ritmebegeleiding, Download 5 Afsluiting: Ritmische vorming De leerkracht en de kinderen maken een kring en gaan zitten. De leerkracht deelt de ritmestokjes uit. De kinderen krijgen allemaal twee ritmestokjes. De leerkracht pakt de 4 ritmeplaten van bijlage 1 vraagt een van de kinderen de 4 ritmeplaten in een willekeurige volgorde te leggen. De leerkracht laat de kinderen het woord en het rijmwoord van de 4 ritmeplaten zeggen en tikken. De leerkracht laat de kinderen het woord van de 4 ritmeplaten zeggen en tikken maar het rijmwoord wordt alleen maar getikt! De leerkracht laat de kinderen het woord en rijmwoord van de 4 ritmeplaten alleen tikken. Wanneer dit goed gaat kan de leerkracht met de trom de maat spelen (4 voetjes) en de kinderen tegelijkertijd de vorige opdracht. De leerkracht laat enkele kinderen de ritmestokjes ophalen. De kinderen gaan naar de klas.