VOORBEELDEXEMPLAAR LESPAKKET KBW 2013

Transcriptie

1 VOORBEELDEXEMPLAAR LESPAKKET KBW 2013 Handleiding voor een mini-voorstelling met 6 liedjes van Tijl Damen vol Sport en Spel!

2 BESTE LEERKRACHT, Hieronder vindt u enkele voorbeelden uit het lespakket voor de Kinderboekenweek 2013 van Tijl Damen. Het lespakket bestaat uit lesbeschrijvingen voor het aanleren van zes liedjes van Tijl Damen in het thema van de Kinderboekenweek 2013: Sport en spel, klaar voor de start! Ook vindt u per lied een beschrijving van de bijbehorende bewegingen. De zes liedjes kunnen verwerkt worden in een mini-voorstelling. In het lespakket staat een uitgewerkt draaiboek. Van ieder onderdeel vindt u hieronder een voorbeeld. U kunt het lespakket inclusief de zes liedjes en de instrumentale versies bestellen via het bestelformulier op De totale kosten voor het pakket zijn: 25,- Na betaling krijgt u het lespakket, inclusief liedjes en muziek, digitaal toegestuurd. Inhoudsopgave voorbeeld lespakket Kinderboekenweek 2013: Onderdeel: Pagina: Aanleren van een liedje 2 Aanleren van de bewegingen 3 Draaiboek 4 Bladmuziek 5 1

3 VOORBEELD AANLEREN VAN EEN LIEDJE: 2.1 Samen spelen Tekst: blz. 23 Bladmuziek/ akkoorden: blz. 27 Muziek: Samen_spelen_Tijl_Damen.mp3 en samen_spelen_instrumentaal_tijl_damen.mp3 1. Laat het lied (zang) aan de kinderen horen. 2. Stel ( enkele van) de volgende luistervragen: a. Waar hoor je een trapje in het lied? Trapje naar boven: Rennen, hollen, springen, tikken Trapje naar beneden: Samen, samen spelen op het plein. b. Welke zinnen klinken hetzelfde ( melodie)? Maar kijk goed om je heen en Je bent hier niet alleen c. Wat wordt bedoeld met je bent hier niet alleen? Er spelen ook andere kinderen op het schoolplein waar je rekening mee moet houden/ je moet opletten dat je niet tegen anderen botst/ anderen niet storen in hun spel. d. Welk instrument hoor je op het begin en op het eind van het lied heel goed? Gitaar. Laat het lied (zang) een tweede keer horen en bespreek daarna de antwoorden op de vragen. Luister nog eens naar ( fragmenten van) het lied om te controleren of de antwoorden juist zijn. 3. Leer de kinderen de eerste zin: Samen spelen op het plein. De begintoon is a 1. Sla de toon aan ( piano, klankstaaf, gitaar) en laat de kinderen de toon overnemen. Zing de zin tweemaal voor. Sla nogmaals de begintoon aan en laat de kinderen deze overnemen, waarna zij de eerste zin zingen. Herhaal tot zij de zin goed zingen. 4. Op dezelfde wijze leer je de kinderen de zinnen Maar kijk goed om je heen en Je bent hier niet alleen. Deze zinnen hebben dezelfde melodie en hetzelfde ritme. Als ze de eerste zin kennen, kunnen ze de tweede zin ook. 5. Nu wordt het lied helemaal gezongen (instr.), waarbij de kinderen de drie zinnen zingen die zij geleerd hebben. De leerkracht zingt de overige twee zinnen. Laat de kinderen eerst de begintoon overnemen. 6. Leer de kinderen de zin Rennen, hollen, springen, tikken. Wie moet hem zijn? in twee delen: Rennen tikken en Wie zijn. ( zie punt 3) 7. Leer de kinderen de laatste zin van het lied: Samen, samen spelen op het plein. Bij deze zinnen ( punt 6 en 7) kan het handig zijn om de melodie te visualiseren op het bord: rennen hollen springen tikken wie moet samen samen spelen op het plein 8. Ten slotte zingen de kinderen het hele lied (instr.) enkele keren zelfstandig. 2

4 VOORBEELD AANLEREN VAN BEWEGINGEN BIJ EEN LIEDJE: Hoelahoepen: Nodig: Per kind 1 hoelahoep. De kinderen stellen zich in twee rijen op: de voorste groep met de hoepel om de heupen, de achterste groep met de hoepel op de grond voor zich, waarbij beide handen op de hoepel rusten. Bij het refrein bewegen de hoelahoepers de hoepel heen en weer ( van links naar rechts) om hun heupen om het ritme. De hoepelrollers rollen de hoepel over de grond van links naar rechts. Bovenaanzicht opstelling Hoelahoep Publiek Heup-hoelahoepen Hoepel rollen Hoelahoepen Refrein: Ha! Hé! Ha! Ho! Losse hoela-hoepel-heupen Swingen, draaien met je kont Losse hoela-hoepel-heupen Dans ik op het schoolplein rond Bewegingen: - Groep hoelahoepers die vooraan staan heeft hoepel om hun heupen. Zij bewegen deze met hun handen van links naar rechts. Bij Ha! en Hé! kantelen zij de hoepel met de bovenzijde naar zich toe en buigen tegelijkertijd naar achteren. - Groep hoepelrollers heeft hoepel rechtopstaand voor zich op de grond. Hun handen rusten op de hoepel. Zij rollen de hoepel van links naar rechts. Bij Ha! en Hé! tillen zij de hoepel hoog in de lucht. - Bij Ho! maakt iedereen zich klein en komt langzaam weer overeind. - Dit couplet wordt gezongen door de groep hoelahoepers. De hoepelrollers zitten tijdens het couplet op één knie achter hun hoepel en bewegen deze heen en weer van links naar rechts. Refrein Draaien, zwaaien, overrollen Geef een slinger, laat hem gaan Met effectzwiep, zie hem tollen En dan snel er achteraan - Dit couplet wordt gezongen door de groep hoepelrollers. Zij staan nu vooraan. De hoelahoepers zitten tijdens het couplet op één knie in hun hoepel en wiegen heen en weer. Refrein 3

5 VOORBEELD DRAAIBOEK: Draaiboek: Geluid: Actie: Samen spelen Lied: Samen spelen ( instrumentaal). Het groepje Tikkertje gaat naast het podium klaar staan. Alle andere kinderen gaan recht staan ( voor het podium) met hun gezicht naar het publiek en zingen het lied Samen spelen. Bewegingen: Samen spelen op het plein Rennen, hollen, springen, tikken, wie moet m zijn? Maar kijk goed om je heen Je bent hier niet alleen Samen, samen spelen op het plein Alle kinderen gaan terug zitten. Tiklied: De kinderen komen op en spelen enige tijd tikkertje. Zodra de muziek begint stellen ze zich in tweetallen op armlengte tegenover elkaar op ( gezichten naar elkaar) met hun zijkant naar het publiek. Na tikkie, tikkie, tikkertje joggen ze ( rustig!) één rondje binnen een straal van anderhalve meter van hun eigen plek. Ze zorgen dat ze bij de volgende tikkie, tikkie, tikkertje weer tegenover elkaar staan. Het lied wordt twee keer gezongen. Geluid: Actie: Lied: Tikkertje ( instrumentaal) De Tikkers zingen hun lied. - Langzame schoolzwembeweging met armen ( van binnen naar buiten). - Klein maken. Schoksgewijs in vier stappen terug overeind komen. - Na heen volgt een klap links naast hoofd. - Na alleen volgt een klap rechts naast hoofd. - Langzame schoolzwembeweging met armen ( van binnen naar buiten). Tiklied: Tikkie Tikkie Tikkertje Ik ren over het plein Het is een tikkie spannend, Maar dat maakt het juist zo fijn Tikkie, tikkie, tikkertje Ik ren over het plein We doen het met z n allen Wie getikt wordt moet hem zijn Bewegingen: - Tikkertje spelen op het podium - nr. 1 tikt nr. 2 op de schouder - nr. 2 tikt nr. 1 op de schouder - op elke lettergreep in de handen klappen. - Rustig één rondje joggen. - Weer terug tegenover elkaar staan. - nr. 2 tikt nr. 1 op de schouder - nr. 1 tikt nr. 2 op de schouder - op elke lettergreep in de handen klappen. - Rustig één rondje joggen. Hele lied wordt 2 x gezongen - Na lied: Tikkertje spelen op het podium. Al spelend af. Na het lied spelen de kinderen nog heel even tikkertje en gaan ze al spelend af. De groep Tikkertje gaat voor het podium zitten. Ondertussen gaat de groep Voetballen naast het podium klaar staan. VOETBALLEN WORDEN UITGEDEELD 4

6 VOORBEELD BLADMUZIEK: Tikkertje Tekst en muziek: Tijl Damen 5