RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

Transcriptie

1 RAPPORT VAN BEVINDINGEN ONDERZOEK IN HET KADER VAN VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE Basisschool De Klumpert Basisschool De Vossenburcht KINOP Paradijs Plaats : Nijmegen BRIN nummer : 15TV C1 BRIN nummer : 15WF C1 LRKP nummer : Onderzoeksnummer : Datum onderzoek : 14 april 2016 (15TV C1) en 14 april 2016 (15WF C1) en 14 april 2016 ( ) Datum vaststelling : 7 juni 2016

2 Pagina 2 van 27

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING BEVINDINGEN CONCLUSIE REACTIE VAN KIES: BESTUUR EN/OF HOUDER BIJLAGE 1 OORDELEN Pagina 3 van 27

4 Pagina 4 van 27

5 1 INLEIDING Op 14 april 2016 heeft de inspectie peuterspeelzaal KINOP Paradijs, basisschool De Klumpert en basisschool Vossenburcht onderzocht. Het onderzoek is gedaan vanwege het toezicht van de Inspectie van het Onderwijs op de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (vve). De inspectie monitort in 2013 en 2015/ 2016 de kwaliteit van vve in de 37 grote gemeenten (G37). Vve is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Tijdens het onderzoek heeft de inspectie de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie beoordeeld met een set indicatoren, waarmee zij overeenkomstig de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan beoordelen of de vve-locaties op belangrijke onderdelen vve van voldoende kwaliteit biedt. Deze indicatoren hebben betrekking op: De voorwaarden voor vve De ouders De kwaliteit van de educatie: - Het vve-programma, zoals dat wordt aangeboden - Het pedagogisch klimaat - Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van vve Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Analyse van de door de locatie ingevulde digitale vragenlijst. Analyse van documenten en gegevens over de locatie die de inspectie voorafgaand aan het onderzoek heeft opgevraagd. Vve-locatiebezoek, waarbij: documenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd; enkele groepsbezoeken zijn uitgevoerd. Deze vve-bezoeken vonden plaats in de drie groepen van de peuterspeelzaal en de beide groepen 1/2 van de twee basisscholen; Pagina 5 van 27

6 gesprekken met de directie, ouders, pedagogisch medewerkers en/of leerkrachten en de intern begeleiders en een vertegenwoordiging van het bestuur zijn gevoerd. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek onder andere gebaseerd op het Toezichtkader vve Dit document is te vinden op Opbouw rapport In hoofdstuk 2 van dit rapport beschrijft de inspectie de bevindingen die uit haar onderzoek naar voren zijn gekomen. Bij de geconstateerde verbeterpunten is tevens een onderbouwing opgenomen. In hoofdstuk 3 volgt de conclusie. Bijlage 1 van dit rapport bevat een overzicht van de bij dit onderzoek gebruikte indicatoren en de bevindingen van de inspectie daarover. Pagina 6 van 27

7 2 BEVINDINGEN Uit het overzicht in bijlage 1 valt op te maken dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op de meeste aspecten op orde is, te weten, het pedagogisch klimaat, het aangeboden programma, de interne kwaliteitszorg en de doorgaande lijn. Daarnaast hebben we enkele verbeterpunten geconstateerd op de volgende aspecten: condities (dubbele bezetting) en het educatieve handelen. Totaalbeeld Zeker in vergelijking met 2013 scoren de drie partners binnen de brede school in de Nijmeegse wijk Hatert nu, in schooljaar , beduidend beter als het gaat om cruciale onderdelen van de voor- en vroegschoolse educatie. Dit zien we niet alleen in de uitkomsten van de zelfevaluaties die ten grondslag liggen aan dit onderzoek, maar ook in de uitgevoerde observaties en de gevoerde gesprekken. Hatert is één van de wijken in Nijmegen met een hoog zorgniveau, op vele velden van het maatschappelijk functioneren. Het is dan ook een goede zaak dat de peuterspeelzaal in de wijk nog intensiever is gaan samenwerken met de beide basisscholen en met de nodige andere organisaties. Zo leveren zij vanuit een gemeenschappelijk belang actieve bijdragen aan de zorg- en culturele behoeften van de inwoners. Het kinderdagverblijf binnen de wijk participeert overigens ook in de samenwerking, maar is om praktische redenen buiten dit onderzoek gehouden. Wij stellen overigens vast dat er een discrepantie is ontstaan tussen het toekennen van een 'gewicht' aan leerlingen en de feitelijke ondersteuningsbehoeften van de leerlingen in beide scholen. Bij het hanteren van de criteria die ook gelden voor het indiceren van kinderen voor deelname aan vve, komen beide scholen beduidend hoger uit, dan ze op grond van de gewichtenregeling krijgen toegewezen. De Klumpert heeft hier overigens, door een iets anders opgebouwde leerlingenpopulatie, nog meer mee te maken dan De Vossenburcht. Het verschil in populatie is er mede oorzaak voor dat er enige verschillen bestaan tussen de bevindingen op beide vroegscholen, zoals in de participatie van ouders bij sommige activiteiten. Mede vanuit goede analyses van de samenstelling van de populatie in de wijk, hebben de drie in dit onderzoek meegenomen partners de handen nog meer in elkaar geslagen dan voorheen al het geval was. Vanuit een gezamenlijk ervaren noodzaak zijn ze bezig zo gunstig mogelijke voorwaarden te creëren. We zien dat onder andere in de planmatige aanpak van de doorgaande lijnen binnen en Pagina 7 van 27

8 tussen de voor- en vroegscholen. Vandaar ook dat we de kwaliteitszorg op hoofdlijnen als goed kunnen bestempelen. De basis voor het handelen in de groepen steunt op een gedegen, hedendaags programma en een stimulerend pedagogisch klimaat. Om er voor te zorgen dat de kinderen ook de overstap van voor- naar vroegschool zo soepel mogelijk kunnen maken zouden de daarbij betrokken organisaties in beplaade gevallen al een beroep kunnen doen op het brede school ondersteuningsteam (BSOT). Deze voorziening van het samenwerkingsverband Stromenland kan daarbij gebruik maken van de kennis en instrumenten van andere organisaties. Uitgangspunt daarbij is en blijft dan het principe van één gezin, één aanspreekpunt. Toelichting Condities Op grond van een recent onderzoek van de GGD komen wij tot de conclusie, dat de condities voor vve op de voorschool voldoen aan de criteria. De medewerker - kind ratio beoordelen we zelfs als goed, gezien het geven dat er maximaal 14 kinderen in een peutergroep deelnemen aan vve, in plaats van maximaal 16. Overigens stellen we vast, dat vrijwel alle kinderen van de peuterspeelzaal (psz) een vve-indicatie hebben. Voor beide voorscholen geldt dat er tijdens vve-gerichte activiteiten niet of nauwelijks sprake is van een dubbele bezetting. Daar komt bij dat de groepen 1/2 nu al groot zijn, zeker gezien de grote zorgdichtheid van die groepen. Uitgaande van de brede (gemeentelijke) definitie voor kinderen met een vveindicatie ligt hier een uitdaging voor verschillende verantwoordelijken. Ouders Binnen de brede school in Hatert bestaat er geen enkel misverstand, als het gaat om het belang dat alle betrokkenen toekennen aan een actieve ouderbetrokkenheid. In verschillende beleidsnotities zijn meer dan voldoende acties en activiteiten terug te vinden. En toch lukt het lang niet altijd juist die ouders te bereiken die daar het meest voor in aanmerking komen. Vooral de actieve participatie in vve-activiteiten blijft een constant aandachtspunt. Ondanks alle inspanningen blijft het bereik namelijk soms achter bij de gestelde doelen. De nieuwste plannen zetten meer in op het begeleiden van ouders in de thuissituatie en op het laten participeren van ouders in specifieke activiteiten tijdens de schoolweek. Ook een poging ouders te laten Pagina 8 van 27

9 verwoorden welke thema's zij belangrijk vinden om te bespreken, dan wel te laten demonstreren verdient alle steun. Kwaliteit van de uitvoering van vve In grote lijnen lieten de uitgevoerde observaties zien dat de kwaliteit van de uitvoering van vve ruimschoots voldoet aan de gestelde criteria en daar soms duidelijk bovenuit stijgen. Over de aangeboden programma's kunnen we kort zijn. Op dat vlak ondersteunen wij de positieve zelfevaluaties. Zoals hiervoor al vermeld waarderen wij het pedagogisch klimaat op de psz Het Paradijs en op De Vossenburcht over vrijwel de hele linie als goed. De aandacht voor de kinderen was daar zowel gericht op het welbevinden van de kinderen, als op het bevorderen van de autonomie van het kind. Het inzetten van de specifieke werkwijzen die horen bij het programma op de voorschool biedt daar ook goede mogelijkheden voor. Op De Klumpert, zo gaven de betrokken leraren achteraf ook zelf aan, lag dat niveau tijdens de observaties iets lager dan gebruikelijk. Op alle drie de onderzochte locaties heeft de inrichting van de groepsruimte de afgelopen periode ruime aandacht gekregen. Hierdoor zijn die aantrekkelijker geworden voor de kinderen. Ze bieden daarnaast ook meer mogelijkheden de kinderen uit te dagen tot taaluitingen binnen de op dat moment gehanteerde thema's. De mate waarin dit tot uiting komt verschilt weliswaar tussen de locaties en de groepen, maar laat zeker al vooruitgang zien ten opzichte van eerdere (zelf-)evaluaties. Binnen het aspect 'educatief handelen' signaleren wij, naast een duidelijk goede praktijk, enkele aandachtspunten. De goede praktijk betreft de effectieve en doelgerichte manier waarop de leraren van De Vossenburcht invulling geven aan de taalactiviteiten. Zij houden daarbij in de dagelijkse praktijk zowel rekening met de onderwijsbehoeften van de groep als geheel, maar zeker ook met specifieke behoeften van leerlingen die extra aandacht nodig hebben. Vooral op het niveau van de dag- en weekplanning laten zij mooie voorbeelden zien. Overigens ziet de school zelf nog kansen om, bijvoorbeeld binnen een taalles, nog meer te differentiëren in tempo en in het gebruik van diverse aanpakken van de verschillende taalniveaus. Voor psz Paradijs en voor De Klumpert geldt dat we daar nog ruimte zien meer in te zetten op het bevorderen van de interactie met en tussen kinderen. Zeker bij kinderen met een zeer zwakke taalontwikkeling bij binnenkomst vormt dat Pagina 9 van 27

10 een grote uitdaging. Dit neemt niet weg, dat coaching op dit terrein kan leiden tot het realiseren van de hierover in de beleidsplannen opgenomen doelen. Voor De Klumpert komt hier nog bij, dat het ontwikkelen van doelgericht aanpakgedrag van de leerlingen ook nog aandacht vraagt. Het inzetten van een deel van de werkwijzen van de voorschool kan op dit vlak behulpzaam zijn. Ontwikkeling, begeleiding en zorg Als het gaat om de ontwikkeling, begeleiding en ondersteuning zien we in ieder geval een duidelijke sprong voorwaarts ten opzichte van Het invoeren van een geschikt instrument om de ontwikkeling van alle kinderen systematisch en behoorlijk objectief te kunnen volgen vormt een belangrijke stap in dat proces. Binnen de voorschool heeft het team vanaf begin dit schooljaar flink wat werk gemaakt van het opstellen van groepsoverzichten, groepsplannen en een daarvan af te leiden dagplanning. Een positief te waarderen activiteit, zeker als ze daar een realistisch en behapbaar vervolg aan weten te geven. Het oordeel over de procedures rond het aanmelden van kinderen die in aanmerking komen voor specifieke of extra ondersteuning luidt nu in ieder geval al 'goed'. De instelling van een BSOT als dat nodig is gezien de complexiteit van verschillende ondersteuningsvragen, vooral bij de doorstroom naar het basisonderwijs vraagt om dergelijke werkwijzen. Een volledige afstemming met samenwerkingsverband Stromenland zou een mooie volgende stap kunnen zijn in deze ontwikkeling. Hoewel De Klumpert duidelijk heeft gemaakt bewust te hebben gekozen voor het beperken van het aantal groepsplannen dit schooljaar tot die voor rekenen/ wiskunde, achten wij het toch van belang daar gerichte acties voor de taalontwikkeling aan te blijven koppelen. Wellicht kan dat vorm krijgen door de plannen niet per half jaar op te stellen, maar dat te doen aan de hand van de inhoudelijke thema's. Het integreren van doelen voor rekenen en voor taal vormt een andere mogelijkheid de planmatige begeleiding van de leerlingen zo optimaal mogelijk vorm te blijven geven. Kwaliteitszorg De hele opzet en uitvoering van de interne kwaliteitszorg overziende komen wij tot de conclusie, dat daar een positieve, energieke sturing van uitgaat voor de doorontwikkeling van de vve in de wijk Hatert. Zowel tussen de betrokken partners, als binnen de drie voor- en vroegscholen zien we dat die coördinatie de beoogde vruchten afwerpt. Vooral als het gaat om de evaluatie van de kwaliteit van vve kunnen de betrokken partijen een flink aantal gunstige Pagina 10 van 27

11 resultaten melden. Niet alleen hebben zij een externe organisatie audits laten uitvoeren over de kwaliteit van vve. Ook via de eigen kwaliteitszorgsystemen op het niveau van de twee onderscheiden besturen, net als binnen de locaties zelf, hebben we verschillende evaluatie rapporten kunnen lezen. Het blijft overigens niet bij evaluatierapporten. De vervolgactiviteiten, meestal in de vorm van heldere actieplannen bevatten eveneens heldere, als regel realistische doelen. Het enige aandachtspunt is het wellicht beperken van het aantal prioriteiten. Doorgaande lijn Het staat buiten kijf, dat er binnen de brede school in Hatert veel werk is verzet om de doorgaande lijnen tussen voor- en vroegschool te verbeteren. De coördinatie op de hiervoor uitgezette activiteiten functioneert prima, zoals onder andere naar voren kwam in de presentatie tijdens het onderzoek. Ook de warme overdracht staat stevig in de steigers, onder andere door de wijze waarop de teamleden de gelegenheid hebben bij elkaar in de groep te observeren hoe de kinderen reageren en welke specifieke kenmerken zij hebben. Het inbouwen van een terugkijk moment draagt eveneens bij aan het oordeel 'goed' voor de betreffende indicator. Juist ook de persoonlijke contacten tussen verschillende geledingen draagt bij aan de uitbouw van de doorgaande lijnen. De voorwaarden hiervoor zijn aanwezig, ook al ligt De Vossenburcht op enkele minuten loopafstand van de twee andere partners. Opbrengsten Op gemeentelijk niveau hebben de besturen duidelijke afspraken gemaakt over het meten van de gemaakte afspraken. Uit de beschikbare gegevens wordt langzamerhand een positieve tendens, vooral als het gaat om de tussenresultaten in de groepen 1 en 2 zichtbaar. Voor het meten van de opbrengsten van de psz Paradijs is het nog te vroeg. Afspraken daarover staan nog dit schooljaar op de agenda van het gemeentelijk overleg over vve. Pagina 11 van 27

12 Pagina 12 van 27

13 3 CONCLUSIE De Inspectie van het Onderwijs constateert dat de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op peuterspeelzaal Paradijs, KINOP Paradijs, basisschool De Klumpert en basisschool De Vossenburcht grotendeels op orde is. Uit het onderzoek is gebleken dat de vve-locaties op die gebieden nauwelijks verbeterpunten laten zien. Pagina 13 van 27

14 Pagina 14 van 27

15 4 REACTIE VAN KIES: BESTUUR EN/OF HOUDER Dit rapport beschrijft de oordelen van de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs op KINOP Paradijs en de basisscholen De Klumpert en De Vossenburcht. Daarnaast heeft de inspectie aan beide besturen gevraagd de oordelen van de inspectie te vertalen naar de ontwikkelingsrichting van de voorschool en beide vroegscholen. Hieronder geven het bestuur en de houder hun reactie: Algemeen De besturen herkennen zich over het algemeen in het opgestelde rapport van bevindingen van het kwaliteitsonderzoek VVE op Brede School Hatert op 14 april De Brede school Hatert is tevreden om bevestigd te zien dat de samenwerking tussen KINOP als voorschool en de Klumpert en de Vossenburcht als vroegschool leidt tot zo gunstig mogelijk voorwaarden voor VVE. Dit is zichtbaar in de wijze waarop de kwaliteitszorg wordt vormgegeven en de gezamenlijke planmatige, inhoudelijke aanpak van de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegscholen. Met veel enthousiasme en inzet doet Brede School Hatert zijn best om goede voorwaarden te creëren, die aan de basis liggen van de samenwerking. Zij zullen dit continueren en de verbeterpunten die u heeft genoemd in uw conceptrapportage oppakken. KINOP Met grote tevredenheid kijken wij terug op de inspectieresultaten. Niet alleen wordt hiermee bevestigd dat we goed bezig zijn, maar geeft het ook aanknopingspunten om onszelf nog beter te ontwikkelen. In het concept rapport constateert de inspectie dat de indicator C3.3 (de pedagogisch medewerkers bevorderen de interactie met en tussen kinderen) enigszins ontwikkeld is, maar dat verbetering wenselijk is. Tijdens het speelwerken vindt er gerichte spelbegeleiding en interactie plaats tussen de pedagogisch medewerkers en het kind. Jammer genoeg kwam dit tijdens de inspectie niet zo uit de verf. Met de verdere uitvoer en implementatie van de groepsplannen zal KINOP (blijven) inspelen op de mogelijkheid om de interactie tussen en naar de kinderen meer te benutten om zo de (taal)ontwikkeling te bevorderen. Coaching op de inzet van de interactievaardigheden is hierbij een belangrijk middel, waar KINOP continue mee bezig is. Pagina 15 van 27

16 Klumpert Wij realiseren ons dat de indicator die gaat over de ouderbetrokkenhedi tijdens het kwaliteitsonderzoek VVE minder goed uit de verf gekomen is, omdat onze ouders veel meer overtuigd moeten worden van het belang van ouderparticipatie. De Klumpert zet echter fors in op de VVE-activiteiten in de vroegschool in samenwerking met de voorschool en de welzijnsorganisatie Tandem. De Klumpert werkt namelijk al jaren met het VVE thuisprogramma van Kleuterplein in nauwe samenwerking met Tandem. De opkomst tijdens deze ouderbijeenkomsten is altijd heel hoog, ondanks dat het moeilijk is om ouders te motiveren voor activiteiten op school. Via spel aan huis bereiken we ook die ouders en kinderen, die in het verleden niet uit zichzelf meededen. De medewerkers van spel aan huis (vanuit Tandem) werken ook met het programma van Kleuterplein, zodat er voor ouders één sluitend aanbod is. Naast deze participatie hebben wij ook heel bewust de schakelklas ingezet bij de leerlingen van groep 2. Ouders van deze doelgroepleerlingen worden wekelijks ingezet tijdens het uitvoeren van het taalcircuit. Minimaal twee keer per jaar organiseren we een themabijeenkomst voor ouders van groep 1-2. Onderwerpen die hierbij de afgelopen jaren aan bod zijn gekomen, betreffen woordenschat, het kindvolgsysteem Kijk! en de ontwikkelingslijnen hierbinnen, het (interactief) voorlezen en de rol van ouders hierbij en de kleuterontwikkeling. Tijdens de afsluiting van de gezamenlijke thema s is de opkomst van de ouders van de Klumpert ouders ook altijd hoog en vergelijkbaar met het aantal ouders die vanuit KINOP en de Vossenburcht aanwezig zijn. De school herkent zich verder wel in de beoordeling ten aanzien van de kwaliteit van uitvoering van VVE (C 3.3 en C3.5) Afgelopen schooljaar heeft de school, naar aanleiding van de audit VVE, een meerjarig plan van aanpak gemaakt en deels al uitgevoerd. In het schooljaar is, onder begeleiding van een jonge kind expert van Marant gestart met de rijke leeromgeving. De vervolgstap in het schooljaar is het professionaliseren van het begeleid spel, waarin de interactie met en tussen kinderen een belangrijke rol speelt en het bevorderen van strategieën/aanpakgedrag bij de kinderen centraal staat. De school herkent zich gedeeltelijk in de beoordeling bij Ontwikkeling, begeleiding en zorg (indicator D1.2). Wij hanteren namelijk hetzelfde planningsinstrument als de Vossenburcht voor de begeleiding van de leerlingen. De verschillende aanpakken zijn hierin beschreven en zijn ook terug te vinden in de dagplanning. Om een kwaliteitsslag te maken gaat de school in echter wel met een verbeterde versie van de themaplanning aan de slag, waarin thema s Pagina 16 van 27

17 gemiddeld 6 weken duren en waarin inzichtelijk is wat de kinderen van aanpak 1, 2 en 3 doen en welke kinderen bij welke aanpak ingedeeld zijn. Wij kiezen hiermee voor de lijn die binnen VVE in de gemeente Nijmegen is uitgezet, waarbij er wordt uitgegaan van groepsoverzichten per half jaar en een groepsplan (beredeneerd aanbod) voor zes weken voor de totale ontwikkeling van de leerlingen. De Vossenburcht De Vossenburcht herkent zichzelf in het conceptrapport VVE van de Inspectie. Het rapport geeft een herkenbaar en realistisch beeld van de kwaliteit van VVE op de (brede) school. Het rapport bevestigt de eigen analyse. De Vossenburcht is met VVE binnen de brede school goed op weg en daar is men trots op. In het conceptrapport wordt op pagina 11 (bij indicator kwaliteitszorg E1 t/m 6) door u aangegeven dat er heldere actieplannen zijn opgesteld met realistische doelen. De school herkent zich in het aandachtspunt dat wordt genoemd, namelijk het beperken van het aantal prioriteiten. De doorontwikkeling van VVE in Hatert heeft de afgelopen schooljaren in een snel tempo plaatsgevonden. De Vossenburcht zal het advies van de Inspectie de komende periode dan ook meenemen bij het opstellen van nieuwe actieplannen. In het conceptrapport constateert u op bladzijde 8 (Indicator A3) dat er ondanks de grote zorgdichtheid de groepen 1 / 2 uit veel leerlingen bestaat bij de Klumpert en de Vossenburcht, waarbij er sprake is van één leerkracht voor de groep. In het begin van het schooljaar starten wij altijd met kleine groepen die zich gedurende het schooljaar uitbreiden. Wij erkennen dat het mogelijk is dat de grenzen van het acceptabele bereikt kan zijn. Wanneer hier sprake van is wordt dit onderzocht en nemen wij waar nodig aanvullende maatregelen. Ten slotte Wij willen tenslotte de waardering uitspreken voor de wijze waarop de inspectie het rapport heeft vormgegeven en de analyse heeft beschreven. Het rapport biedt de VVE locatie mogelijkheden om de ingezette ontwikkelingen verder vorm te geven en vanuit het bestuur van KINOP en Conexus zullen deze ontwikkelingen nauwgezet gemonitord worden. Pagina 17 van 27

18 Pagina 18 van 27

19 BIJLAGE 1 OORDELEN In de onderstaande tabellen vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere vooren/of vroegscholen hiervan kunnen leren. 15TV C1 - Basisschool De Klumpert Condities A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting") Voldoende vve-tijd Kwaliteit pedagogisch medewerkers A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan Ouders B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 Gericht vve-ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met thuistaal Kwaliteit van de uitvoering van vve Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal vve-programma Pagina 19 van 27

20 Kwaliteit van de uitvoering van vve C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is respectvol C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen Ontwikkeling, begeleiding en zorg Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg Pagina 20 van 27

21 Ontwikkeling, begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding en zorg Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorresp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool E1 E2 E3 E4 E5 E6 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vveverbetermaatregelen De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vveeducatie In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken Doorgaande lijn F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd Pagina 21 van 27

22 Opbrengsten van vve G1 G2 G3 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke afspraken De resultaten zijn van voldoende niveau Verlengde kleuterperiode 15WF C1 - Basisschool De Vossenburcht Condities A3 Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting") Voldoende vve-tijd Kwaliteit pedagogisch medewerkers A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan Ouders B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 Gericht vve-ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met thuistaal Kwaliteit van de uitvoering van vve Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal vve-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is respectvol C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen Pagina 22 van 27

23 Kwaliteit van de uitvoering van vve C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen Ontwikkeling, begeleiding en zorg Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding en zorg Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorresp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren Pagina 23 van 27

24 Ontwikkeling, begeleiding en zorg D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool E1 E2 E3 E4 E5 E6 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vveverbetermaatregelen De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vveeducatie In de kwaliteitszorg van de vroegschool wordt ook specifiek naar vve gekeken Doorgaande lijn F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd Opbrengsten van vve G1 G2 G3 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke afspraken De resultaten zijn van voldoende niveau Verlengde kleuterperiode KINOP Paradijs Condities A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) Pagina 24 van 27

25 Condities A3 Voldoende vve-tijd Beroepskracht - kind ratio ("dubbele bezetting") A4.1 De peuters volgen gedurende voldoende tijd (per week) een vve-programma op de voorschool Kwaliteit pedagogisch medewerkers A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend vve-geschoold A5.5 Er is een jaarlijks vve-opleidingsplan Ouders B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 Gericht vve-ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in vve-activiteiten in de voorschool/vroegschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met thuistaal Kwaliteit van de uitvoering van vve Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal vve-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het activiteitenaanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend en geconcretiseerd C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is respectvol C2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten structureren en hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen Pagina 25 van 27

26 Kwaliteit van de uitvoering van vve C2.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de zelfstandigheid van de kinderen en tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taal-uitlokkend Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide pedagogisch medewerkers/ leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden structureel effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen Ontwikkeling, begeleiding en zorg Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling bij begeleiding en zorg Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorresp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten zorgen dat kinderen aangemeld worden voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De pedagogisch medewerkers/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden Pagina 26 van 27

27 Kwaliteitszorg binnen de voor- en de vroegschool E1 E2 E3 E4 E5 Er is vve-coördinatie op de voor- resp. vroegschool De voor- resp. vroegschool evalueert de kwaliteit van vve regelmatig De voor- resp. vroegschool evalueren de resultaten van vve De voor- resp. vroegschool werkt planmatig aan vveverbetermaatregelen De voor- resp. vroegschool borgt de kwaliteit van haar vveeducatie Doorgaande lijn F1 F2 F3 F4 F5 F6 F7 Er is vve-coördinatie tussen de voor- en vroegschool Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd De manier om met de ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd De interne begeleiding en zorg zijn op de voor- en vroegschool op elkaar afgestemd Opbrengsten van vve G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijke afspraken Pagina 27 van 27