Nieuwe ontwikkelingen in de pancreaschirurgie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nieuwe ontwikkelingen in de pancreaschirurgie"

Transcriptie

1 Dr. W.J. Eshuis Aios Chirurgie, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam T.H. Mungroop Arts-onderzoeker Chirurgie, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam J. van Hilst Arts-onderzoeker Chirurgie, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam E. van Veldhuisen Arts-onderzoeker Chirurgie, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Prof. dr. O.R.C. Busch Chirurg, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Dr. D.P. Veelo Anesthesioloog, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam Dr. M.G.H. Besselink Chirurg, Academisch Medisch Centrum, Amsterdam LEERDOELEN Na het bestuderen van dit artikel bent u op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen in de pancreaschirurgie. U kent de technieken en behandelingsmodaliteiten die momenteel worden onderzocht. U hebt meerdere alternatieven voor een effectief perioperatief pijnbestrijdingsbeleid bij patiënten die pancreaschirurgie ondergaan. TREFWOORDEN Pancreaschirurgie, minimaal invasieve chirurgie, naaldablatie, continue wondinfiltratie. nascholingsartikel Samenvatting In de pancreaschirurgie is de laatste jaren op meerdere terreinen vooruitgang geboekt. Minimaal invasieve technieken hebben hun intrede gedaan bij resecties. Zowel voor pancreasstaartresecties als voor pancreatoduodenectomieën (whippleoperaties) werden hiervoor succesvolle landelijke trainingsprogramma s opgezet. De toegevoegde waarde van de minimaal invasieve technieken (laparoscopie en robot-geassisteerd) wordt momenteel in gerandomiseerde trials onderzocht. Voor het lokale irresectabele pancreascarcinoom zijn er nieuwe behandelingsmodaliteiten die momenteel worden onderzocht. Dit betreft de nieuwe combinatiechemotherapeutica Folfirinox, radiofrequente ablatie, irreversibele elektroporatie en stereotactische radiotherapie. In sommige gevallen ontstaat door Folfirinox een down-staging waardoor alsnog een resectie mogelijk is. Wat betreft perioperatieve pijnbestrijding lijkt continue wondinfiltratie met lokale anesthetica een volwaardige aanvulling op het bestaande arsenaal. In een gerandomiseerde trial bleek deze vorm van pijnbestrijding niet onder te doen voor thoracale epidurale analgesie bij patiënten die open pancreas- of hepatobiliaire chirurgie ondergingen. Nieuwe ontwikkelingen in de pancreaschirurgie Minimaal invasief, naaldablatie, wondkatheters Casus Een 68-jarige vrouw meldt zich met aanvalsgewijze bovenbuikpijn. Bij beeldvorming met een CT-scan toont een pancreaskopproces, verdacht voor een carcinoom. Zowel de galwegen als de ductus pancreaticus zijn fors verwijd (double-duct sign). Omdat er uitgebreide vaatbetrokkenheid is van de arteria mesenterica superior (op een axiale doorsnede meer dan 180 graden contact) 8

2 en de vena mesenterica (over 270 graden contact met daarbij ook nog vernauwing van het lumen), wordt de tumor als lokaal irresectabel beschouwd. Vanwege de atypische presentatie met aanvalsgewijze bovenbuikpijn wordt differentieel-diagnostisch nog aan pancreatitis gedacht. Er wordt eerst een cytologische punctie verricht; deze is tumorpositief, en laat een beeld passend bij adenocarcinoom zien. Patiënte krijgt een metalen stent in de galwegen via endoscopische retrograde cholangio- en pancreaticografie (ERCP). Er wordt gestart met tweewekelijkse kuren Folfirinoxchemotherapie. Na vier kuren (circa twee maanden) wordt een responsevaluatie verricht door middel van een nieuwe CT-scan. Deze laat een duidelijke afname van de tumormassa zien, met minder compressie op de vena mesenterica superior. Patiënte wordt opgezet voor een diagnostische laparoscopie, die bij afwezigheid van metastasen in één tempo gevolgd zal worden door een exploratieve laparotomie, met de intentie tot resectie (pancreatoduodenectomie). Bij diagnostische laparoscopie zijn er geen peritoneale of levermetastasen te zien. Er volgt een exploratieve laparotomie via een dwarse bovenbuikincisie. Omdat de laparotomie van tevoren niet vaststond, heeft patiënte geen epiduraal gekregen. Er worden drie injecties van 10 ml bupivacaïne 0,25% in de preperitoneale ruimte gegeven, subcostaal, op die plekken waar aan het einde van de operatie wondkatheters geplaatst zullen worden ten behoeve van pijnstilling via continue wondinfiltratie met lokale anesthestica. Na een langdurige exploratie blijkt alsnog een whippleresectie mogelijk, waarbij er een wigexcisie wordt verricht uit de vena mesenterica superior. Op het einde van de operatie wordt continue wondinfiltratie in de preperitoneale ruimte gestart door het inbrengen van drie wondkatheters en het geven van een bolus van 10 ml bupivacaïne door iedere katheter. Ook wordt er gestart met patient-controlled analgesia (PCA) met morfine. Hiermee is de pijn goed onder controle. Op de derde postoperatieve dag worden de wondkatheters verwijderd, na een succesvol verlopen proefstop. Het postoperatieve beloop is behoudens een kortdurende gastroparese ongecompliceerd, en patiënte wordt op de achtste postoperatieve dag in goede conditie naar huis ontslagen. Histopathologisch onderzoek van het resectiepreparaat laat een radicaal verwijderd pancreascarcinoom zien, zonder lymfekliermetastasen. Patiënte wordt gedurende vier maanden nabehandeld met adjuvante Folfirinoxchemotherapie. Inleiding Pancreaschirurgie blijft een van de meest risicovolle vormen van chirurgie. Toch is er de afgelopen jaren op meerdere terreinen vooruitgang geboekt. Dit artikel heeft als doel het geven van een praktisch overzicht van de nieuwste ontwikkelingen in de pancreaschirurgie, geschreven vanuit chirurgisch perspectief, maar waarbij nieuwe ontwikkelingen in de perioperatieve technieken en pijnbestrijding speciale aandacht hebben. Voor dit artikel wordt onderscheid gemaakt in chirurgie voor resectabel en chirurgie voor irresectabel pancreascarcinoom; daarnaast wordt apart ingegaan op de perioperatieve pijnbestrijding bij pancreasoperaties. Chirurgie voor resectabel pancreascarcinoom De enige potentieel curatieve behandeling van het pancreascarcinoom is nog altijd chirurgische resectie. Voor het pancreaskopcarcinoom betekent dit een pancreatoduodenectomie (beter bekend als whippleprocedure); hierbij worden de pancreaskop, het duodenum, de galblaas en distale galweg verwijderd (figuur 1). In de reconstructiefase worden drie anastomosen gelegd: een pancreaticojejunostomie, een hepaticojejunostomie, en een duodeno/ gastrojejunostomie (figuur 2). Voor het pancreasstaartcarcinoom wordt een pancreasstaartresectie verricht, met medenemen van de milt (figuren 3 en 4). Morbiditeit en mortaliteit Pancreaschirurgie gaat gepaard met een hoge morbiditeit. Met name na een pancreatoduodenectomie zijn de risico s aanzienlijk. De gevaarlijkste complicatie betreft lekkage van de pancreaticojejunostomie (15%). Ook lekkage van de andere anastomosen kan grote gevolgen hebben, maar dit komt minder voor (hepaticojejunostomie 3%, gastrojejunostomie 1-2%). Een andere veel voorkomende complicatie is gastroparese (30%), waarbij soms gedurende meerdere weken sondevoeding noodzakelijk is. Hoewel in het afgelopen decennium de morbiditeit niet veel lager is geworden, is de behandeling van complicaties wel aanzienlijk verbeterd. Dit is grotendeels toe te schrijven aan de opkomst van de interventieradiologie; dankzij echo- of CT-geleide drainages van intra-abdominale vochtcollecties is het aantal reoperaties fors verminderd. De mortaliteit van de pancreatoduodenectomie ligt in zeerhoogvolumecentra rond de 2%. Landelijk ligt de sterfte rond 4%; Nederland loopt hiermee internationaal voorop, omdat pancreaschirurgie gecentraliseerd is in centra die meer dan 20 pancreatoduodenectomieën per jaar verrichten. 9

3 nascholingsartikel Figuur 1 Pancreatoduodenectomie; deel dat gereseceerd wordt (zie stippellijnen). Figuur 2 Pancreatoduodenectomie; status na reconstructie. Adjuvante chemotherapie De kans op langetermijnoverleving na resectie van een pancreascarcinoom wordt vergroot door adjuvante chemotherapie. De huidige richtlijn (zie nl/pancreascarcinoom) adviseert om alle patiënten bij wie een pancreascarcinoom is gereseceerd, na te behandelen met 6 maanden Gemcitabine. Momenteel wordt in studieverband onderzocht of neo-adjuvante chemoradiotherapie hieraan toegevoegd nog extra overlevingswinst oplevert. De PREOPANC-studie, geïniteerd vanuit de Dutch Pancreatic Cancer Group (DPCG, zie randomiseert patiënten met een resectabel of borderline resectabel pancreas carcinoom tussen wel of geen neoadjuvante chemo radiotherapie.1 van pancreasstaartresecties voor en na het trainings programma liet een forse toename zien van het aantal minimaal invasief uitgevoerde resecties, met een afname van het conversiepercentage van 38% naar 8%, minder bloedverlies, en een afname in mortaliteit van 3% naar 0%.2 Na de succesvolle implementatie van dit landelijke trainingsprogramma is de LEOPARD-1-trial van start gegaan, waarin patiënten gerandomiseerd worden tussen een minimaal invasieve dan wel open pancreasstaart resectie. Dit landelijke trainingsprogramma kreeg een vervolg, gericht op de laparoscopische pancreatoduodenectomie. Deze techniek lijkt veelbelovend, maar grote gerando miseerde trials zijn nog niet verricht. Case-matched studies lijken uit te wijzen dat de oncologische resul taten vergelijkbaar zijn met de open procedure, net als de morbiditeit, althans in hoogvolumecentra. Wel is de operatieduur aanzienlijk langer; de postoperatieve opnameduur lijkt daarentegen weer korter te zijn. Inmiddels zijn in Nederland in de afgelopen twee jaar de eerste 140 laparoscopische pancreatoduodenectomieën verricht binnen het landelijke trainingsprogramma, en is de LEOPARD-2-trial van start gegaan, waarin wordt gerandomiseerd tussen een minimaal invasieve en open pancreatoduodenectomie. Momenteel is vanuit het AMC Amsterdam en het UMC Utrecht in DPCG-ver band ook een trainingsprogramma voor robot-geassis teerde pancreatoduodenectomieën gestart. Laparoscopische en robot-geassisteerde procedures Hoewel lang getwijfeld werd aan de toegevoegde waarde van minimaal invasieve technieken in de pancreaschirur gie, vinden laparoscopische en robot-geassisteerde procedures in dit vakgebied nu ook steeds meer hun weg. Met name voor pancreasstaartresecties worden deze steeds meer gemeengoed. In Nederland werd hiervoor vanuit het AMC, binnen DPCG-verband, een uitgebreid trainingsprogramma opgezet. In 2014 en 2015 volgden 32 pancreaschirurgen dit programma. Dit bestond uit een gedetailleerde beschrijving van de procedure, videotraining, en proctoring. Een analyse 10

4 Figuur 3 Pancreasstaartresectie; deel dat gereseceerd wordt (zie stippellijnen). Figuur 4 Pancreasstaartresectie; status na resectie. Chirurgie voor irresectabel pancreascarcinoom hebben ondergaan. Indien de tumor peroperatief irresectabel blijkt kan eventueel ablatie in studieverband verricht worden. In de eerste serie van 50 patiënten die Folfirinox in het AMC ontvingen was de 1- en 2-jaars overleving bij lokaal irresectabel pancreascarcinoom respectievelijk 65% en 10%. Bij gemetastaseerd pancreascarcinoom was dit respectievelijk 40% en 5%.3 Folfirinox Circa 40% van de pancreascarcinomen is op het moment van presentatie irresectabel door lokale tumor doorgroei zonder afstandsmetastasen (nog eens 40% van de patiënten heeft bij eerste presentatie reeds afstandsmetastasen). Waar tot voor kort palliatieve chemotherapie hier de enige levensverlengende optie was, zijn de laatste jaren lokale ablatieve therapieën in opkomst gekomen, mede ingegeven door de steeds betere chemotherapie, met name de nieuwe combinatie chemotherapeutica Folfirinox (folinezuur, fluorouracil, irinotecan en oxaliplatine). Dit is echter een zwaarder regime dan Gemcitabine, dus de conditie van patiënt speelt hierbij een belangrijke rol. Alleen patiënten met een performancestatus WHO 0-1 komen hiervoor in aanmerking. Folfirinox heeft ook bewezen dat het lokaal irresectabele pancreascarcinomen kan down-stagen tot resectabele ziekte; analyse van patiënten met een lokaal irresectabel pancreascarcinoom in het AMC liet zien dat 10-20% van de patiënten die worden behandeld met Folfirinox alsnog een resectie kan ondergaan, met een mediane overleving van 34 maanden. Uiteraard gaat hier een uitgebreide selectie aan vooraf, maar al deze patiënten zouden zonder chemotherapie nooit een resectie Lokale ablatieve therapieën Radiofrequente ablatie Radiofrequente ablatie (RFA) wordt verricht door de interventieradioloog een naald in het centrum van de tumor te laten plaatsen, die vervolgens wordt verhit tot 90 graden. Hierdoor treedt thermische schade en denaturatie van eiwitten op. Deze techniek lijkt veel belovend, met mogelijk een mediane overleving van langer dan twee jaar, maar gaat gepaard met een mortali teit van 2%. Bij RFA kan een standaard anesthesieproto col voor bovenbuikchirurgie worden gevolgd; er zijn geen specifieke voorzorgsmaatregelen nodig. Tijdens de ingreep worden er twee maagsondes inge bracht tot in het duodenum, met een darmklem geplaatst door de chirurg, ter hoogte van het ligament van Treitz. Via deze sondes kan vervolgens een duode num-koelsysteem worden gecreëerd om de kans op mucosale schade te verkleinen. Voor het postoperatieve 11

5 nascholingsartikel pijnbeleid kan men kiezen voor multimodale pijnbestrijding of een epiduraal, passend bij de laparotomie. De meerwaarde van RFA bij lokaal irresectabele pancreastumoren is niet eerder in gerandomiseerde studies onderzocht. In Nederland loopt momenteel de landelijke PELICAN-trial, geïnitieerd vanuit de DPCG, waarin patiënten met een lokaal niet-resectabel pancreascarcinoom, dat stabiel blijft na 2 maanden chemotherapie, worden gerandomiseerd tussen wel of geen RFA, naast de palliatieve chemotherapie. Irreversibele elektroporatie Een andere lokale ablatieve techniek is de irreversibele elektroporatie (IRE) of de Nanoknife-procedure. Hierbij worden door de interventieradioloog meerdere naalden in de tumor geplaatst, waarna er tussen de verschillende naaldenparen kortdurende hoogvoltage-stroomstoten worden gegeven. Hierdoor raken de omliggende tumorcellen beschadigd, zonder dat de bloedvaten in de nabijheid worden aangedaan. Dit komt omdat het toedienen van elektrische pulsen een verandering in de membraanpotentiaal van de tumorcellen teweegbrengt, die leidt tot permeabilisatie van de celmembraan. Omdat extracellulaire matrix zoals collageen geen celmembraan bevat, raken alleen de omliggende tumorcellen beschadigd en blijven bloedvaten en andere vitale structuren in de nabijheid van de tumor gespaard. Het plaatsen van de naalden kan tijdens een laparotomie gebeuren, maar ook percutaan, bij voorkeur CT-geleid. Ook deze techniek kent echter een morbiditeit van ongeveer 15%, en een mortaliteit van 2-3%. Anders dan bij RFA kan er bij IRE geen standaard anesthesieprotocol worden gevolgd. Door het toedienen van de hoogvoltage stroomstoten wordt het sympathisch zenuwstelsel geactiveerd. Dit kan resulteren in de volgende bijwerkingen, die relevant zijn voor de anesthesioloog: spiercontracties, hartritmestoornissen en pijn, zich uitend in een bloeddruk- of hartslagstijging. Om deze tegen te gaan wordt aanbevolen om patiënten goed gerelaxeerd te houden (train-of-four van 0), goede pijnstilling toe te dienen en synchronisatie van de IRE-puls met de absolute refractaire periode van het hart te garanderen. 4 Patiënten die IRE hebben ondergaan blijven in het AMC standaard één nacht over op de verkoever; extra bewaking is verder niet noodzakelijk. Momenteel lopen er meerdere studies in het AMC en VUMC naar de waarde van IRE. Stereotactische radiotherapie Een derde lokale behandelmethode van een irresectabel pancreascarcinoom is stereotactische radiotherapie. Hierbij worden endoscopisch tumormarkers geplaatst, waarna gericht in hoge doses bestraald kan worden. Hier loopt momenteel een DPCG-studie naar vanuit het Erasmus MC. Perioperatieve pijnbestrijding De gouden standaard voor perioperatieve pijnbestrijding bij grote bovenbuikchirurgie is de thoracale epidurale analgesie. Deze techniek zorgt voor een uitstekende pijnstilling, maar kent ook potentiële nadelen: perioperatieve hypotensie, kans op neurologische complicaties (epiduraal hematoom/abces met een kleine kans van 1 op bij chirurgische patiënten) en preoperatieve plaatsing die als belastend kan worden ervaren. Continue wondinfiltratie met lokale anesthetica is een alternatief dat in Nederland nog weinig wordt gebruikt, maar in bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten gestandaardiseerd is in een aantal hoogvolumecentra voor HPB-chirurgie. Deze methode is recent vanuit het AMC en OLVG onderzocht in een Nederlandse gerandomiseerde studie, de POP-UP trial. 5 Bij patiënten die open hepato-pancreato-biliaire chirurgie ondergingen, werd onderzocht of continue wondinfiltratie met lokale anesthetica niet inferieurwas aan thoracale epidurale analgesie. Wij zullen de methoden en bevindingen van deze trial hieronder uitvoerig bespreken. POP-UP trial Geïncludeerd werden patiënten die open hepatopancreato-biliaire chirurgie ondergingen via subcostale of midline-incisie. Patiënten met ernstige comorbiditeiten of stollingsstoornissen werden geëxcludeerd. De procedure in de interventiegroep was als volgt: na openen van de buik werd een injectie van in totaal 30 ml bupivacaïne 0,25% in de preperitoneale ruimte (onder de achterste fascie) gegeven met een naald, verdeeld over de twee (midline-incisie) of drie (subcostale incisie) wondkatheterlokaties (figuren 5 en 6). Op dezelfde plaatsen werden aan het einde van de operatie de wondkatheters geplaatst. Deze werden opnieuw geïnfundeerd met bolussen van in totaal 30 ml bupivacaïne 0,25%. Hierna werden de wondkatheters aangesloten op pompen die geïnfundeerd werden met in totaal 12 ml bupivacaïne 0,125% per uur, verdeeld over de 2 of 3 katheters. Naast wondkatheters kregen patiënten PCA met morfine. Als wondkatheters werden standaard epidurale katheters gebruikt. In de epiduraalgroep werd een thoracale epiduraal geplaatst tussen Th7 en Th10. Deze werd voor de incisie opgetopt met bupivacaïne 0,25% en sufentanil 1μg/ml. 12

6 Figuur 5 Positie van de wondkatheters die gebruikt worden voor continue wondinfiltratie bij een subcostale incisie. Figuur 6 Positie van de wondkatheters die gebruikt worden voor continue wondinfiltratie bij een midline-incisie. Postoperatief werd in het AMC gebruik gemaakt van patient-controlled epidurale analgesie (PCEA) met bupivacaïne en sufentanil. In het OLVG werd gebruik gemaakt van continue epidurale analgesie, eveneens met bupivacaïne en sufentanil. Hiernaast kregen alle patiënten paracetamol, en metamizol (AMC) of naproxen (OLVG). Rescue-medicatie was toegestaan in de vorm van morfine, piritramide, nonopioïden of esketamine. Het primaire eindpunt was de Overall Benefit of Analgesia Score (OBAS), een samengesteld eindpunt van pijnscores, bijwerkingen en patiënttevredenheid. De schaal loopt van 0 (beste score) tot 28 (slechtst mogelijke score). Een verschil in OBAS van minder dan 3 punten werd beschouwd als niet-inferieur. Secundaire eindpunten waren o.a. pijnscore (VAS), opioïdenconsumptie, technisch falen en complicaties. Er werden 52 en 50 patiënten geïncludeerd in respectievelijk de wondinfiltratie- en epiduraalgroep. Bij 3 patiënten lukte het niet om de epiduraal te plaatsen; dit resulteerde in een per-protocol analyse met 55 patiënten in de wondinfiltratiegroep en 47 in de epiduraalgroep. De gemiddelde OBAS op postoperatieve dag 1 t/m 5 was 3,8 (SD 2,4) in de wondinfiltratiegroep, en 4,4 (SD 2,2) in de epiduraalgroep. Het gemiddelde verschil tussen de beide groepen was 0,62 (95%-betrouwbaarheidsinterval 1,54 tot +0,30); zodoende kan de continue wondinfiltratie als nietinferieur beschouwd worden. Zowel tijdens de ingreep als direct postoperatief waren in de epiduraalgroep meer patiënten afhankelijk van noradrenaline dan in de wondinfiltratiegroep. Verder was er een verschil in opioïdenconsumptie: in de wondinfiltratiegroep was de mediane cumulatieve hoeveelheid opioïdenconsumptie 71 mg (SD 64), tegenover 464 mg (SD 140) vergeleken met de epiduraalgroep (gemiddelde verschil 393 ( 440 tot 346), P-waarde <0,0001). De patiënten in de epiduraalgroep hadden gemiddeld langer een urinekatheter in situ. Er waren geen verschillen tussen de groepen in technisch falen, complicaties, of gerelateerde serious adverse events ; hiervan was er slechts één: in de wondinfiltratiegroep werd een patiënt kortdurend hypotensief en ontwikkelde ritmestoornissen, volgend op het toedienen van de bolus bupivacaïne. Er was kortdurend vasopressie nodig inclusief adrenaline; na 10 minuten was er een compleet herstel. In 51 gerandomiseerde trials is deze bijwerking nooit beschreven. Mogelijk kan dit alleen optreden bij de toediening van de bolus aan het begin van de operatie, een handeling die bij deze studie werd toegevoegd. Concluderend wijzen de resultaten van deze studie uit dat analgesie met continue wondinfiltratie niet inferieur is aan epidurale analgesie. Hierbij ging continue wondinfiltratie gepaard met minder behoefte aan vasopressoren en een lager cumulatief opioïdengebruik. In combinatie met enkele andere potentiële voordelen van continue wondinfiltratie, zoals het vermijden van het risico op epidurale bloedingen of abcessen, en een bredere toepas 13

7 nascholingsartikel baarheid (bijvoorbeeld ook bij onverwachte conversie van een laparoscopische procedure of wanneer een epiduraal geweigerd wordt of plaatsing niet slaagt), kunnen we concluderen dat analgesie met continue wondinfiltratie een waardevolle toevoeging is aan het perioperatieve analgetische repertoire bij hepatopancreato-biliaire operaties. Conclusie Er zijn de laatste jaren veel nieuwe ontwikkelingen in de pancreaschirurgie geweest. Bij de resectabele tumoren betreft dit vooral de opkomst van minimaal invasieve technieken, waarvan de meerwaarde momenteel in Nederland wordt onderzocht in gerandomiseerde trials. Bij niet-resectabele tumoren zijn er meerdere lokale ablatieve therapieën die momenteel worden onderzocht. De komst van Folfirinox heeft geleid tot een betere overleving in deze patiëntencategorie, waarvan een deel zelfs alsnog een resectie kan ondergaan na behandeling met Folfirinox. Ten aanzien van de perioperatieve pijn bestrijding bij pancreaschirurgie lijkt de continue wondinfiltratie met lokale anesthetica via wondkatheters een welkome aanvulling. Referenties 1 Versteijne E, van Eijck CH, Punt CJ, Suker M, Zwinderman AH, Dohmen MA, et al; Dutch Pancreatic Cancer Group (DPCG). Preoperative radiochemotherapy versus immediate surgery for resectable and borderline resectable pancreatic cancer (PREOPANC trial): study protocol for a multicenter randomized controlled trial. Trials 2016; 17(1): de Rooij T, van Hilst J, Boerma D, Bonsing BA, Daams F, van Dam R, et al. Impact of a nationwide training program in minimally invasive distal pancreatectomy (LAELAPS). Ann Surg 2016; 264(5): Rombouts SJ, Mungroop TH, Heilmann MN, van Laarhoven HW, Busch OR, Molenaar IQ, et al. FOLFIRINOX in locally advanced and metastatic pancreatic cancer: a single centre cohort study. J Cancer 2016; 7(13): Nielsen K, Scheffer HJ, Vieveen JM, van Tilborg AA, Meijer S, van Kuijk C, et al. Anaesthetic management during open and percutaneous irreversible electroporation. Br J Anaesth 2014; 113(6): Mungroop TH, Veelo DP, Busch OR, van Dieren S, van Gulik TM, Karsten TM, et al. Continuous wound infiltration versus epidural analgesia after hepatopancreato-biliary surgery (POP-UP): a randomised, controlled, open-label, non-inferiority trial. Lancet Gastroenterol Hepatol. 2016; (published online July 7) Geen financiële banden, geen belangenverstrengeling. 14

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG

Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Casus: Lokaal gevorderd Pancreascarcinoom (LAPC) Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG no disclosures Olivier Busch HPB Chirurg, AMC Amsterdam Voorzitter DPCG Pancreascarcinoom Slechte

Nadere informatie

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam

Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom. Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Mogelijkheden van resectie na chemotherapie bij het pancreascarcinoom Prof. dr. Marc Besselink Afdeling Chirurgie, AMC Amsterdam Amsterdam, 19 Januari 2018 Pancreascarcinoom Slechte prognose (5 jaars-overleving,

Nadere informatie

Lokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie. Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC

Lokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie. Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC Lokaal irresectabel pancreascarcinoom: valkuilen bij diagnostiek na chemotherapie Prof. dr. Marc Besselink HPB chirurg, Amsterdam UMC Casus: hr D Man 64 jaar Trotse opa van 4 kleinkinderen Komt bij u op

Nadere informatie

PELICAN trial. Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands. Afdeling Chirurgie, UMC Utrecht 2

PELICAN trial. Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands. Afdeling Chirurgie, UMC Utrecht 2 PELICAN trial Pancreatic Locally advanced Irresectable Cancer Ablation in the Netherlands Hoofdonderzoekers: IQ Molenaar 1, MG Besselink 2 en HC van Santvoort 3 Studie coördinatoren: Lilly Brada¹, Marieke

Nadere informatie

Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI)

Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI) Responsevaluatie met 3T-DWI-MRI na inductie met FOLFIRINOX chemotherapie bij lokaal gevorderd PDAC (IMAGE-MRI) Eran van Veldhuisen, Bengt van Rijssen, Remy Klaassen, Yung Nio, Hanneke Wilmink, Krijn Van

Nadere informatie

Lopende studies naar nieuwe chirurgische behandelingen bij het pancreascarcinoom. Marc Besselink HPB chirurg AMC Amsterdam

Lopende studies naar nieuwe chirurgische behandelingen bij het pancreascarcinoom. Marc Besselink HPB chirurg AMC Amsterdam Lopende studies naar nieuwe chirurgische behandelingen bij het pancreascarcinoom Marc Besselink HPB chirurg AMC Amsterdam m.g.besselink@amc.nl Opzet Pancreascarcinoom Ontwikkelingen 2010-2013 Lopende studies

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Centraal in dit proefschrift staat de minimaal invasieve slokdarmresectie als behandeloptie voor het slokdarmcarcinoom. In hoofdstuk 2 en 3 belichten wij in twee overzichtsartikelen de in de literatuur

Nadere informatie

Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker

Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker Prof. dr. Mark van Berge Henegouwen, chirurg Dr. W.J. Eshuis, chirurg L. Noteboom, verpleegkundig specialist Amsterdam UMC, locatie AMC 8 e Inhoud Presentatie

Nadere informatie

Slokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht

Slokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht Slokdarmresectie - Fit aan de Start Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht Slokdarmkanker Slokdarmkanker zit vrijwel altijd in de thoracale slokdarm Jaarlijks aantal nieuwe gevallen per 100.000

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in

Nadere informatie

Radiotherapie bij het pancreascarcinoom. Hanne Heerkens, AIOS radiotherapie 25 maart 2019

Radiotherapie bij het pancreascarcinoom. Hanne Heerkens, AIOS radiotherapie 25 maart 2019 Radiotherapie bij het pancreascarcinoom Hanne Heerkens, AIOS radiotherapie 25 maart 2019 Pancreascarcinoom en radiotherapie Operabel Locally advanced Medisch inoperabel Gemetastaseerd Pancreascarcinoom

Nadere informatie

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst

Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst 18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten

Nadere informatie

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom

Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Disclosures Ik heb geen belangenverstrengeling in relatie tot deze presentatie Multimodality treatment bij het oesofagus- en maagcarcinoom Bij

Nadere informatie

CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker

CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker CROSSFIRE-studie (Alvleesklierkanker) / alvleesklierkanker Experimenteel onderzoek naar een nieuwe behandeling voor patiënten met alvleesklierkanker waarbij de tumor vanwege de ligging niet door middel

Nadere informatie

Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting

Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting 169 Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes Samenvatting Radiotherapie speelt een belangrijke rol in de curatieve behandeling van patiënten

Nadere informatie

Radiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker

Radiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker Radiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker lokale verbranding van de alvleeskliertumor Doel Het doel van de studie is te onderzoeken of radiofrequente ablatie (RFA) gevolgd door

Nadere informatie

Saffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom

Saffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Saffire Phoa CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, en de enige kans op curatie is een resectie van de tumor. Hoewel de mortaliteit

Nadere informatie

Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling. Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019

Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling. Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019 Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019 Anatomie oesophagus/ maag Symptomen oesophaguscarcinoom Diagnostiek Behandeling oesophaguscarcinoom Postoperatieve

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie Paul Fockens, MDL-arts AMC Nieuwe ontwikkelingen MDL-oncologie De termen van 2012: Minimally invasive Patient centered Multi-modality Ageing population (Neo-)adjuvant

Nadere informatie

Overzicht systemische behandeling pancreascarcinoom. Judith de Vos-Geelen 28 maart 2019

Overzicht systemische behandeling pancreascarcinoom. Judith de Vos-Geelen 28 maart 2019 Overzicht systemische behandeling pancreascarcinoom Judith de Vos-Geelen 28 maart 2019 (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom

Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019

Nadere informatie

Pancreascarcinoom

Pancreascarcinoom 7.1.3. Pancreascarcinoom 1. Pancreasadenocarcinoma: diagnose en staging 1.1. Symptomen Zeer aspecifiek. 10% van de patiënten presenteren zich met nieuwe DM. Bij oudere patiënten is acute pancreatitis vaak

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011 Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2017 Registratie gestart: 2011 Inclusie & exclusie criteria DUCA Inclusie Primaire tumoren (slokdarm, slokdarm-maagovergang, maag) Recidief tumoren (slokdarm,

Nadere informatie

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam

(Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom. Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam (Neo)adjuvante chemotherapie bij het rectumcarcinoom Prof.dr. Kees Punt afd. Medische Oncologie AMC Amsterdam Adjuvante chemotherapie bij rectumcarcinoom in Nederland Geloof Gewoonte Evidence-based medicine

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC

Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie. Paul Fockens, MDL-arts AMC Nieuwe ontwikkelingen binnen de MDL-oncologie Paul Fockens, MDL-arts AMC Nieuwe ontwikkelingen MDL-oncologie De termen van 2012 2013: Minimally invasive Patient centered Multi-modality Ageing population

Nadere informatie

Standard operating procedures_critics II- Chirurgie

Standard operating procedures_critics II- Chirurgie Standard operating procedures_critics II- Chirurgie Inleiding Alle chirurgische aspecten van patiënten die geïncludeerd zijn in de studie/mogelijk in de toekomst geïncludeerd worden, zijn hieronder beschreven.

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een

Nadere informatie

Exitscore Ready for discharge? Chulja Pek Verpleegkundig Specialist Obstructie Icterus 18 november 2014

Exitscore Ready for discharge? Chulja Pek Verpleegkundig Specialist Obstructie Icterus 18 november 2014 Exitscore Ready for discharge? Chulja Pek Verpleegkundig Specialist Obstructie Icterus 18 november 2014 c.pek@erasmusmc.nl Inhoud presentatie 1. Inleiding 2. Methode 3. Vraagstelling 4. Interim analyse

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 0-3 maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 0-3 maanden postoperatief Aantal maanden? Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 0- postoperatief Is de patient opgenomen geweest in een van de volgende

Nadere informatie

Irreversibele elektroporatie

Irreversibele elektroporatie Nieuwe technieken Irreversibele elektroporatie Een nieuwe vorm van beeldgestuurde tumorablatie Hester J. Scheffer, Karin Nielsen, Aukje A.J.M van Tilborg, Jenny M. Vieveen, M. Petrousjka van den Tol en

Nadere informatie

Chirurgie bij levermetastasen. Nail Al Saudi Ronald Saat Maarten Vermaas

Chirurgie bij levermetastasen. Nail Al Saudi Ronald Saat Maarten Vermaas Chirurgie bij levermetastasen Nail Al Saudi Ronald Saat Maarten Vermaas Heer C 67 jaar VG/ Angst-& paniekstoornis 2007 Tibiaplateaufractuur; weigerde opname 2013 gestoord glucosetolerantie bij 120kg 2014

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

Maarten Jansen. Local ablative therapies of malignant liver tumors

Maarten Jansen. Local ablative therapies of malignant liver tumors Maarten Jansen CA cryoablatie CLOCC chemotherapy + local ablation vs. chemotherapy HCC hepatocellulair carcinoom LITT lasergeïnduceerde thermotherapie PEI percutane ethanolinjectie RFA radiofrequente ablatie

Nadere informatie

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)

Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De

Nadere informatie

Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien

Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien Pancreaspathologie: als een klein verscholen orgaan zich van zijn slechtste kant laat zien Erwin van Geenen, Maag-Darm-Lever-arts Marion van der Kolk, Chirurg Pancreas Centrum Oost Nederland Nijmegen Het

Nadere informatie

Richtlijnen Digestieve Oncologie Adenocarcinoom van de pancreas

Richtlijnen Digestieve Oncologie Adenocarcinoom van de pancreas Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Richtlijnen Digestieve Oncologie Adenocarcinoom van de pancreas V3.15 ADENOCARCINOOM PANCREAS ICD-O C25 Volgende subregio s worden beschreven: - Pancreaskop

Nadere informatie

Mail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema

Mail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema Datum: Beloop na stentplaatsing Ja Nee Zijn er stent-gerelateerde complicaties opgetreden? Ο Ο ZO JA, VULT U SVP EEN COMPLICATIEFORMULIER IN Hebben er re-interventies plaatsgevonden? Ο Ο ZO JA, VULT U

Nadere informatie

RFA bij Locally Advanced Pancreas Carcinoom De Pelican trial

RFA bij Locally Advanced Pancreas Carcinoom De Pelican trial RFA bij Locally Advanced Pancreas Carcinoom De Pelican trial Quintus Molenaar, HPB chirurg UMC Utrecht I.Q.Molenaar@umcutrecht.nl Pancreascarcinoom Inciden

Nadere informatie

LEOPARD-2. Laparoscopic versus Open Pancreatoduodenectomy FASE 3 CASE REPORT FORM VERTROUWELIJK. Studienummer patiënt: Informatie

LEOPARD-2. Laparoscopic versus Open Pancreatoduodenectomy FASE 3 CASE REPORT FORM VERTROUWELIJK. Studienummer patiënt: Informatie LEOPARD-2 Laparoscopic versus Open Pancreatoduodenectomy FASE 3 CASE REPORT FORM VERTROUWELIJK Informatie Hoofdonderzoeker Coördinatoren Dr. Marc Besselink Thijs de Rooij Jony van Hilst AMC AMC AMC Tel.:

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)

Factsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2014 [2.5; 14-11- 2014] Registratie gestart: 2011 Nr. Type Uitvraag over Bron indicator (jaar) 1. Aantal nieuwe patiënten met een slokdarm- of maagcarcinoom.

Nadere informatie

Improved treatment in pancreatic cancer, beter verpleegkundig management...betere resultaten

Improved treatment in pancreatic cancer, beter verpleegkundig management...betere resultaten Improved treatment in pancreatic cancer, beter verpleegkundig management...betere resultaten Marisa Geukes (verpleegkundig specialist GE) Jeroen Bosch ziekenhuis Disclosure belangen spreker Potentiele

Nadere informatie

Slokdarm resectie. MDL onderwijs, M. de Maat, chirurg

Slokdarm resectie. MDL onderwijs, M. de Maat, chirurg Slokdarm resectie MDL onderwijs, 11-03-2019 M. de Maat, chirurg Incidentie NL: 2850 patiënten per jaar ongeveer 50% operabel. Jaarlijks aantal nieuwe gevallen per 100.000 Nederlanders: 1990: ~5 2016: ~10

Nadere informatie

Pancreatoduodenectomie bij verdenking op maligniteit

Pancreatoduodenectomie bij verdenking op maligniteit Onderzoek Pancreatoduodenectomie bij verdenking op maligniteit Indicaties, complicaties en overleving Kasia P. Cieslak, Marc G.H. Besselink, Anton P. Rijkers, Maarten S. van Leeuwen, Frank P. Vleggaar,

Nadere informatie

Gastro-Intestinale Tumoren Ontwikkelingen in de diagnostiek en behandelingen

Gastro-Intestinale Tumoren Ontwikkelingen in de diagnostiek en behandelingen 22 mei 2007 Jaarbeurs Utrecht Gastro-Intestinale Tumoren Ontwikkelingen in de diagnostiek en behandelingen Erik van Muilekom MANP Verpleegkundig specialist Nederlands Kanker Instituut-Antoni van Leeuwenhoek

Nadere informatie

Robot-geassisteerde minimaal invasieve slokdarmresectie. R. van Hillegersberg J. Ruurda Afdeling Heelkunde

Robot-geassisteerde minimaal invasieve slokdarmresectie. R. van Hillegersberg J. Ruurda Afdeling Heelkunde Robot-geassisteerde minimaal invasieve slokdarmresectie R. van Hillegersberg J. Ruurda Afdeling Heelkunde Expertise specialisten maakt het verschil MDL arts, Patholoog (interventie) Radioloog / Nucleair

Nadere informatie

Mail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema

Mail: of Fax: t.a.v. Emo van Halsema Datum: Beloop na aanleggen decomprimerend stoma Ja Nee Zijn er complicaties opgetreden in het traject na aanleggen van het decomprimerende stoma? Ο Ο ZO JA, VULT U SVP EEN COMPLICATIEFORMULIER IN Hebben

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Chapter 8: Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Colorectale kanker (kanker aan de dikke darm of endeldarm) is de belangrijkste oorzaak van uitzaaiingen (metastasen)

Nadere informatie

Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.

Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau. Stereotactic Radiation Therapy for Stage I Non-Small Cell Lung Cancer Nederlandse titel Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.

Nadere informatie

Galblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1

Galblaascarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Galblaascarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 10-05-2004 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke werkgroep GI-tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1 Screening...2 Diagnostiek...3

Nadere informatie

Samenvatting. Psoas compartiment nervus ischiadicus blokkade voor. prothetische heup chirurgie. Klinische effectiviteit versus ongewenste bijwerkingen

Samenvatting. Psoas compartiment nervus ischiadicus blokkade voor. prothetische heup chirurgie. Klinische effectiviteit versus ongewenste bijwerkingen Psoas compartiment nervus ischiadicus blokkade voor prothetische heup chirurgie Klinische effectiviteit versus ongewenste bijwerkingen In dit proefschrift presenteren wij een risk / benefit analyse van

Nadere informatie

Chirurgische behandeling darmcarcinoom

Chirurgische behandeling darmcarcinoom ONCOLOGISCH ZORGPROGRAMMA KEMPEN Regionale Vormingscel Oncologie Maandag 10 februari 2014 Dr. Maarten Michiels H.Hartziekenhuis Mol Chirurgische behandeling darmcarcinoom Fast facts Anatomie, fysiologie,

Nadere informatie

Nieuwe technieken in minimaal invasieve en open aortachirurgie

Nieuwe technieken in minimaal invasieve en open aortachirurgie Nieuwe technieken in minimaal invasieve en open aortachirurgie In dit proefschrift worden nieuwe technieken besproken voor de chirurgische behandeling van aandoeningen aan de aorta. Het doel van deze technieken

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2016 Registratie gestart: 2009 Inclusie en exclusie criteria Inclusie Primaire mammacarcinomen waarbij de volgende tumorsoorten geïncludeerd worden: Alle tumorstadia,

Nadere informatie

Wel of Niet starten?

Wel of Niet starten? Chemotherapie in de palliatieve setting van het pancreascarcinoom Wel of Niet starten? Dick Richel AMC / MST 3 e Verpleegkundig Congres 10 januari 2014 Pancreascarcinoom feiten Incidentie in Nederland

Nadere informatie

Oplegger indicatorenset Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) verslagjaar 2017

Oplegger indicatorenset Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) verslagjaar 2017 Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset

Nadere informatie

Datum diagnose peritoneaal recidief: d d m m m j j j j. Laparotomie met biopten (eventueel in kader van CR/HIPEC) Gebruik onderstaand figuur.

Datum diagnose peritoneaal recidief: d d m m m j j j j. Laparotomie met biopten (eventueel in kader van CR/HIPEC) Gebruik onderstaand figuur. Peritonitis carcinomatosa Datum diagnose peritoneaal : Modaliteit waarmee diagnose is gesteld? Alleen beeldvorming Percutaan cytologisch biopt Percutaan histologisch biopt Diagnostische laparoscopie met

Nadere informatie

Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden

Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden 157 Introductie In de Westerse wereld is het aantal mensen dat slokdarmkanker krijgt de laatste jaren sterk toegenomen. In 1989 werd de diagnose

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting en Conclusie

Chapter 10. Samenvatting en Conclusie Chapter 10 Samenvatting en Conclusie 91 SAMENVATTING EN CONCLUSIE De thesis behandelt de resultaten van chirurgie op de thoracale sympaticusketen en bestaat inhoudelijk uit twee delen en een scharnierartikel

Nadere informatie

Sarcoma State of the art deel 2

Sarcoma State of the art deel 2 19 mei 2009 Jaarbeurs Utrecht Sarcoma State of the art deel 2 Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Osteosarcoom Osteosarcoom is een primaire botkanker die zijn

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode maanden postoperatief 9. Follow-up Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 12- postoperatief Is de patient opgenomen geweest

Nadere informatie

Pancreascarcinoom

Pancreascarcinoom 7.1.3. Pancreascarcinoom 1. Pancreasadenocarcinoma: diagnose en staging 1.1. Symptomen Zeer aspecifiek. 10% van de patiënten presenteren zich met nieuwe DM. Bij oudere patiënten is acute pancreatitis vaak

Nadere informatie

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief

Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6-12 maanden postoperatief 9. Follow-up Aantal maanden? Datum: Setting: O klinisch O poliklinisch Beoordelaar: (naam) Algemeen Onderstaande vragen zijn van toepassing op de periode 6- postoperatief Is de patient opgenomen geweest

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

INTRA-ARTERIËLE CHEMOTHERAPIE VOOR COLORECTALE LEVER METASTASEN

INTRA-ARTERIËLE CHEMOTHERAPIE VOOR COLORECTALE LEVER METASTASEN INTRA-ARTERIËLE CHEMOTHERAPIE VOOR COLORECTALE LEVER METASTASEN Bas Groot Koerkamp, MD PhD Chirurg-Oncoloog en Epidemioloog Erasmus MC Afdeling Heelkunde Sector HPB en Transplantatie DISCLOSURES Gratis

Nadere informatie

Galgangcarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1

Galgangcarcinoom. Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Galgangcarcinoom Landelijke richtlijn, Versie: 1.1 Datum Goedkeuring: 06-10-2003 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke tumorwerkgroep gastro-intestinale tumoren Inhoudsopgave Algemeen...1

Nadere informatie

TRAUMATISCH PANCREASLETSEL

TRAUMATISCH PANCREASLETSEL TRAUMATISCH PANCREASLETSEL Frank Oort Gutclub 29 oktober 2014 1 2 Opbouw Casus Achtergrond Traumatisch pancreas letsel bij kinderen Vervolg casus Leerpunten casus 3 Casus Mw. C. 13 jaar Overplaatsing vanuit

Nadere informatie

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam

Bloedafname CAIRO5. Coördinerend Radiologen: Dr. K. van Lienden, Dr. M Engelbrecht, afdeling Radiologie, AMC Amsterdam Bloedafname CAIRO5 Een gerandomiseerde fase 3 studie naar behandelingsstrategieën voor patiënten met dikke darmkanker met metastasen in alleen de lever, welke (nog) niet in aanmerking komen voor chirurgische

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Versie beheer: Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-07-2016 2017.1 Aanpassingen

Nadere informatie

Oncologische zorg bij ouderen

Oncologische zorg bij ouderen Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom

Nadere informatie

proefschriftbespreking Auteur: dr. D.A. Wicherts Promotores: prof.dr. R. van Hillegersberg, prof.dr. R. Adam, prof.dr. I.H.M.

proefschriftbespreking Auteur: dr. D.A. Wicherts Promotores: prof.dr. R. van Hillegersberg, prof.dr. R. Adam, prof.dr. I.H.M. Auteur: dr. D.A. Wicherts Promotores: prof.dr. R. van Hillegersberg, prof.dr. R. Adam, prof.dr. I.H.M. Borel Rinkes Nieuwe behandelstrategieën voor patiënten met colorectale levermetastasen: twee proefschriften

Nadere informatie

Chemopomp maakt doelgerichte

Chemopomp maakt doelgerichte 12 tekst: dr. Els van den Brink, wetenschapsjournalist beeld: Levien Willemse Fotografie wetenschap EFFECT HAIP-CHEMOTHERAPIE BEVESTIGEN IN GERANDOMISEERDE STUDIE Chemopomp maakt doelgerichte behandeling

Nadere informatie

Minimaal invasieve vs open pancreasstaart resectie: LEOPARD-1 trial Marc Besselink HPB chirurg, AMC Amsterdam

Minimaal invasieve vs open pancreasstaart resectie: LEOPARD-1 trial Marc Besselink HPB chirurg, AMC Amsterdam Minimaal invasieve vs open pancreasstaart resectie: LEOPARD-1 trial Marc Besselink HPB chirurg, AMC Amsterdam Thijs de Rooij, Jony van Hilst, Freek Daams, Ronald van Dam, Cees Dejong, Eino van Duyn, Casper

Nadere informatie

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset

Nadere informatie

Hoe onderscheid je een hepatocellulair carcinoom (HCC) van een cholangiocarcinoom

Hoe onderscheid je een hepatocellulair carcinoom (HCC) van een cholangiocarcinoom Hoe onderscheid je een hepatocellulair carcinoom (HCC) van een cholangiocarcinoom (CCC)? Otto van Delden, interventieradioloog, AMC Bart Takkenberg, MDL-arts, AMC Patiënt L; 53 jaar Reden van verwijzing/

Nadere informatie

TRENDY STUDIE Lekensamenvatting. 1-Titel:

TRENDY STUDIE Lekensamenvatting. 1-Titel: 1-Titel: Een gerandomiseerde fase studie naar de werkzaamheid van stereotactische radiotherapie (experimentele behandeling) versus chemo embolisatie met drug-eluting beads (standard behandeling) in patiënten

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016

Factsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Factsheet en Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Inclusie en exclusie criteria DLSA Inclusie Alle chirurgische thoracale (thoraxwand, pleurale, long en mediastinale) ingrepen, in te delen in: Resecties bij

Nadere informatie

Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017

Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017 Factsheet indicatoren IGZ Transparantieportaal Zorg 2017 Uitvraag Bron Nr. over (jaar) hoofdstuk 1. Deelname aan Dutch Spine Surgergy Registry (DSSR) 2017 DSSR 1.4.3 2. Wachttijd tussen diagnose en aanvang

Nadere informatie

Pijnbestrijding met de pijnpomp na uw operatie

Pijnbestrijding met de pijnpomp na uw operatie Pijnbestrijding met de pijnpomp na uw operatie INFORMATIEBROCHURE VOOR PATIËNTEN INHOUD 1. INLEIDING...4 2. VOOR DE OPERATIE...5 3. WAARUIT BESTAAT EEN PCA-SYSTEEM?...5 4. VOORDELEN VAN EEN PCA-SYSTEEM?...5

Nadere informatie

PLASTIC Study Evaluation of PET and Laparoscopy in STagIng advanced gastric Cancer

PLASTIC Study Evaluation of PET and Laparoscopy in STagIng advanced gastric Cancer PLASTIC Study Evaluation of PET and Laparoscopy in STagIng advanced gastric Cancer Hylke Brenkman, Erik Vegt, Peter Siersema, Jelle Ruurda h.j.f.brenkman@umcutrecht.nl / arts-onderzoeker Gereviseerde richtlijn

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven

Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Per jaar krijgen in Nederland tenminste 2150 patiënten een rectum tumor. Vijf jaar na behandeling leeft ongeveer de helft van die patiënten nog. Hierbij

Nadere informatie

- incidentele bevinding zonder klachten - weigering van chirurgische behandeling - slechte algehele conditie waardoor chirurgie niet verantwoord is

- incidentele bevinding zonder klachten - weigering van chirurgische behandeling - slechte algehele conditie waardoor chirurgie niet verantwoord is Auteur Soort studie Aantal patiënten Lee 2013 Qurashi Systematic review 1999-2011 Systematic review 1999-2011 Radiotherapie / Chirurgie (meestal gevolgd door ) 377 Conservatief waaronder Inclusiecriteria

Nadere informatie