Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden
|
|
- Camiel de Smedt
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Nederlandse introductie en samenvatting voor niet-ingewijden 157
2 Introductie In de Westerse wereld is het aantal mensen dat slokdarmkanker krijgt de laatste jaren sterk toegenomen. In 1989 werd de diagnose nog bij minder dan 700 Nederlanders gesteld, terwijl in 2005 bij 1550 mensen slokdarmkanker werd gediagnosticeerd. De globale stijging van ruim 2% per jaar is nog niet helemaal verklaard, maar waarschijnlijk spelen vooral veranderingen in de westerse voeding en leefstijl een rol. Het is bekend dat een aantal (gecombineerde) factoren de kans op slokdarmkanker kunnen vergroten, zoals roken, alcoholmisbruik, zwaarlijvigheid, zuurbranden (reflux), ontsteking van de slokdarm (oesofagitis) en familiaire factoren. Er zijn twee soorten slokdarmkanker, namelijk het plaveiselcelcarcinoom, uitgaande van bekledingscellen aan wand van de slokdarm, en het adenocarcinoom, uitgaande van klierweefsel (de zogenaamde Barrett s slokdarm, gerelateerd aan langdurige en ernstige refluxoesofagitis). De laatste jaren is er met name een toename van adenocarcinomen waargenomen. In eerste instantie wordt bij verdenking op slokdarmkanker een gastroscopie verricht. Met een gastroscoop (een flexibele kijkbuis/slang) wordt in de slokdarm gekeken of er aanwijzingen zijn voor slokdarmkanker. Als er voor kanker verdacht weefsel wordt gezien, worden er biopten (hapjes weefsel) afgenomen. De patholoog kan door middel van microscopisch onderzoek aantonen of er sprake is van slokdarmkanker, en wat voor type kanker het is. Helaas wordt deze ernstige ziekte vaak pas in een relatief laat stadium ontdekt door het ontbreken van vroege klinische symptomen (klachten). Op het moment dat er passageklachten optreden, het gevoel dat voedsel blijft hangen (dysfagie), of als pijn bij het slikken (odynofagie) ontstaat, is de tumor vaak al behoorlijk gegroeid. Er is dan een grotere kans op ingroei van de tumor in omliggende organen en/of uitzaaiingen (metastasering) naar lymfeklieren in de omgeving (locoregionale uitbreiding). Ook kunnen er uitzaaiingen op afstand voorkomen, zowel via bloed- als lymfebanen, naar afgelegen organen en lymfeklieren. Adequate diagnostiek is essentieel voor het opstellen van een goed behandelingsplan en voor het inschatten van de kans op een curatieve behandeling (een behandeling gericht op genezing). Daarom is het cruciaal om voor de behandeling de tumor plus eventuele metastasen goed in kaart te brengen (te stadiëren: het zo optimaal mogelijk bepalen van het stadium van de ziekte). Voordat er wordt overgegaan tot een passende behandeling is het van belang om de locoregionale uitbreiding vast te stellen. Naast de diepte ingroei van de tumor (T-stadium) en aangedane lymfeklieren (N-stadium) worden metastasen op afstand (M-stadium; met aangedane lymfeklieren op afstand van de tumor (M1a) en/of metastasen in andere organen (M1b)) beoordeeld. Met de huidige geavanceerde diagnostische middelen kan de stadiëring van deze tumoren redelijk adequaat worden bepaald. De diagnostische middelen bestaan uit de endoscopische echografie met dunne naald biopsie (EUS+FNA), de 64-slice multidetector CT (Computer Tomografie) scan, de FDG-PET scan (met radioactieve tracer: 18 F-fluoro-2-deoxy-D-glucose Positron Emissie Tomografie) 158
3 en de gecombineerde hybride PET/CT. Met de endoscopische echografie (intraluminaal geluidsgolfonderzoek) kan een beeld worden verkregen van de wand van de slokdarm en locoregionale lymfeklieren. Als er tijdens de EUS wordt getwijfeld over een mogelijk maligne (kwaadaardige) lymfeklier, kunnen er met een kleine naald (FNA) cellen worden opgezogen uit de verdachte klier. Met EUS+FNA kan een beeld worden verkregen van de doorsnede van de tumor en de aanwezigheid van lymfekliermetastasen. De CT scan werkt door middel van röntgenstralen en geeft een goed beeld van de anatomie. Een afbeelding van het locale proces en eventuele afstandsmetastasen kan hiermee worden verkregen. Aan de hand van het contrast tussen gezond weefsel en kwaadaardig weefsel, de grootte van bepaalde structuren en onregelmatigheden in het weefsel kan er een inschatting van het stadium van de ziekte worden gemaakt. Met de FDG-PET scan wordt een beeld verkregen van de suikeropname van een kwaadaardige tumor. Omdat een tumor en eventuele metastasen snel groeien en dus veel suiker gebruiken, kan met nucleair gelabeld suiker en een hiervoor gevoelige scanner een fysiologisch overzicht verkregen worden van de omvang van de ziekte. De gecombineerde PET/CT scan heeft de laatste jaren snel aan terrein gewonnen. Deze scanner bevat een PET en CT in één behuizing. Op deze manier wordt er een anatomisch beeld (CT) en een fysiologisch beeld (PET) gecombineerd in één scan. Dit heeft een aantal voordelen ten opzichte van de twee op zichzelf staande onderzoeken. Voor alle bovenstaande beeldvormende technieken geldt dat er veel ervaring voor nodig is om de beelden goed te kunnen interpreteren. Bovendien hebben afzonderlijke en gecombineerde technieken nog geen optimale sensitiviteit en specificiteit. Elke diagnostische modaliteit heeft zijn beperkingen; dit kan leiden tot een onjuiste stadiëring van het kwaadaardige proces. Een onjuiste stadiëring kan vervolgens leiden tot een onnodige operatie, waarbij tijdens de operatie duidelijk wordt dat de tumor uitgebreider is dan vooraf was ingeschat. De patiënt blijkt dan niet te genezen middels een operatie, zodat de ingreep vroegtijdig moet worden beëindigd. Dergelijke operaties komen voor bij 10 tot 30% van de patiënten. Om deze exploratieve operaties te voorkomen en de stadiëring te verbeteren is het van belang om te zoeken naar verbeteringen in de huidige diagnostische modaliteiten, en om te zoeken naar nieuwe technieken en toepassingen om te stadiëren. Indien de tumor en metastasen wat betreft de omvang beperkt zijn, kan er veelal een curatieve behandeling worden aangeboden. Tot op heden biedt chirurgie de beste kans op genezing. De chirurgische behandeling van kanker heeft een optimale lokale en regionale controle als doel. De chirurgische behandeling van slokdarmkanker bestaat meestal uit een slokdarmresectie (verwijdering) via de buik- en borstholte. Er zijn twee veelgebruikte operatietechnieken, te weten de open transthoracale resectie en de stompe transhiatale resectie. De open transthoracale benadering wordt uitgevoerd via de buik- en borstholte. Een stompe transhiatale resectie 159
4 wordt uitgevoerd via de buik, het middenrif en de hals, waarbij de borstholte gesloten blijft. De transthoracale benadering wordt ook wel radicaal genoemd vanwege de uitgebreide verwijdering van de slokdarm en alle locoregionale lymfklieren. Tot op heden worden deze technieken beiden toegepast met verschillende kansen op genezing. Een slokdarmresectie is een zware ingreep en gaat gepaard met een aanzienlijke morbiditeit (ziekte naar aanleiding van de operatie) en mortaliteit (overlijden als gevolg van de operatie). Er is een grote spreiding in de resultaten van de behandeling tussen verschillende nationale en internationale ziekenhuizen. Het optreden van een locaal recidief (terugkomst van de tumor) komt voor in 30 tot 75% van de patiënten en de 5-jaars overleving varieert van 14 tot 40%. Deze percentages zijn sterk afhankelijk van het aantal uitgevoerde operaties (volume) per chirurg en per ziekenhuis. Daarnaast worden de resultaten bepaald door het tumorbiologische gedrag, de selectie van patiënten voor de behandeling, de preoperatieve stadiëring van de tumor en de kwaliteit en uitgebreidheid van de chirurgie. In klinieken met veel chirurgische ervaring kan deze uitgebreide resectie relatief vaak en veilig (mortaliteit van 1-5%) en met een redelijk goede kans op locale controle (>35% ziektevrije overleving) worden uitgevoerd. Recentelijk is duidelijk geworden dat een preoperatieve (neo-adjuvante; vóór de primaire chirurgische behandeling gegeven) gecombineerde behandeling met radiotherapie en chemotherapie voor een deel van de patiënten voordelen biedt. Het doel van deze gecombineerde preoperatieve behandelingen is het verkleinen van de tumor, het tegengaan of voorkomen van metastasen (downstaging) en de mogelijkheid tot een uitgebreide resectie. Op lange termijn wordt een verbetering van de resultaten van de behandeling nagestreefd. Het maakt de behandeling echter complex, omdat er een uitgebreid multidisciplinair (tussen de verschillende specialisten) overleg nodig is om voor elke patiënt een persoonlijk toegesneden behandeling op te stellen. In Nederland en omringende landen wordt tot op heden de preoperatieve chemoradiatie behandeling nog niet overal standaard toegepast. Dit komt mede door onvoldoende bewijs voor de effectiviteit van deze behandeling uit wetenschappelijke studies. Een goede reden voor het toepassen van deze gecombineerde therapie is dat er bij meer dan 20% van de behandelde patiënten een remissie (teruggang) van de tumor optreedt. De tumor slinkt en kan in sommige gevallen in zijn geheel verdwijnen (totale remissie). Desondanks is het vooraf moeilijk te schatten welke patiënten van chemoradiatie therapie profiteren en welke patiënten (tot 80%) alleen de bijwerkingen ervaren en een onnodig uitstel hebben van de operatie. Op lange termijn lijkt de gecombineerde therapie een verbetering te geven in ziektevrije overleving. Binnenkort verschijnen de resultaten van een grote Nederlandse gerandomiseerde studie (CROSS), die meer bewijs zal opleveren voor of tegen deze gecombineerde behandelingsvorm. Bij ingroei in andere organen en uitgebreide metastasering (bijvoorbeeld naar lymfeklieren op afstand van de primaire tumor en naar organen als de lever, longen en skelet) is geen curatieve 160
5 behandeling meer mogelijk. Dit komt voor bij ongeveer 10 tot 30% van de totale patiëntengroep. Ook 40% van alle behandelde patiënten met curatieve intentie krijgt een recidief (terugkomst) van de tumor die niet meer te genezen is. Voor deze patiëntgroep is het essentieel om de symptomen van de ziekte adequaat te behandelen (palliatie) en te zorgen voor een optimale ondersteuning. Het doel van palliatie is om met een minimale belasting de symptomen zo lang mogelijk te bestrijden. Dit kan in de eerste plaats door middel van plaatsing van een stent in de slokdarm: een buisje om de slokdarm doorgankelijk te houden (voor voedsel en drinken) en de tumor weg te drukken. Ten tweede kan gebruik worden gemaakt van radiotherapie en brachytherapie (locale radiotherapie): gerichte bestraling van de tumor of metastasen. Een derde vorm van palliatie is chemotherapie, waarmee de levensduur kan worden verlengd. Verder wordt er altijd ondersteunende therapie (pijnstilling en voeding) aangeboden als dit noodzakelijk is. Doel van dit proefschrift Het doel van dit proefschrift is om de problemen die optreden bij de stadiëring en behandeling van slokdarmkanker in kaart te brengen, en om in dit kader verbeteringen voor te stellen. In verschillende hoofdstukken wordt het probleem bestudeerd en gedefinieerd. De huidige resultaten van stadiëring en behandeling worden geëvalueerd en mogelijke verbeteringen in stadiëring en behandeling worden voorgesteld. Ook worden nieuwe technieken besproken in de stadiëring van slokdarmkanker en aanbevelingen gedaan voor de beste chirurgische benadering. Samenvatting In deel I wordt in het eerste hoofdstuk een algemene introductie gegeven over slokdarmkanker, de stadiëring en behandeling. Het doel van dit proefschrift wordt toegelicht en er wordt een overzicht gegeven van de verschillende hoofdstukken. In hoofdstuk 2 worden de vele controverses die er bestaan in de stadiëring en behandeling van slokdarmkanker nader geanalyseerd in een seminar (overzichtsstudie). In dit artikel worden aanbevelingen gedaan die tot verbeteringen kunnen leiden in de behandeling van slokdarmkanker. In deel II worden twee relatief nieuwe technieken beschreven die tot een verbetering in de stadiëring van slokdarmkanker kunnen leiden. In hoofdstuk 3 wordt de softwarematige combinatie van de CT scan en de PET scan vergeleken met de afzonderlijke CT en PET scan. In centra waar nog geen gecombineerde PET/CT scanner is, kan voordeel worden verkregen uit de fusie van de afzonderlijke beelden. In hoofdstuk 4 wordt een nieuw contrastmiddel (USPIO) in combinatie met de MRI scan getest. Met dit nieuwe contrastmiddel hebben we in een haalbaarheidsstudie aangetoond dat er onderscheid gemaakt kan worden tussen normale lymfeklieren en lymfekliermetastasen. Dit zou in de toekomst kunnen bijdragen aan een verbetering in de stadiëring. 161
6 In deel III worden resultaten weergegeven van ons tertiaire verwijzingscentrum (het UMCG), dat jaarlijks een groot aantal slokdarmresecties uitvoert. Hoofdstuk 5 gaat over het aantal recidieven en de factoren die van invloed zijn op een recidief na primaire behandeling door een transthoracale resectie. Deze gegevens worden vergeleken met de gegevens in de internationale literatuur. Het blijkt dat in een groot centrum, met grote operatie-aantallen en uitgebreide ervaring, goede resultaten worden verkregen. Verder wordt het belang beschreven van een zo uitgebreid mogelijke lymfeklierdissectie (het verkrijgen van zoveel mogelijk lymfeklieren tijdens een slokdarmresectie), omdat dit van belang is voor de prognose van patiënten op het krijgen van een locaal recidief en de overleving. In hoofdstuk 6 wordt de invloed van leeftijd onderzocht op de uitkomst van slokdarmresecties. Vanuit de literatuur is bekend dat in sommige centra leeftijd als selectiecriterium geldt voor het al dan niet ondergaan van een (uitgebreide) operatie, waarbij veelal een leeftijdsgrens wordt gehanteerd van 70 jaar. Wij tonen met onze studie aan dat ook patiënten boven de 70 jaar goede uitkomsten hebben na een slokdarmresectie. Desalniettemin komen er meer complicaties voor in deze patiëntengroep, maar deze complicaties zijn niet van invloed op de lange termijn overleving. In de discussie geven we aan dat de oudere patiënt niet alleen op basis van leeftijd beoordeeld mag worden, maar dat er moet worden gekeken naar comorbiditeit (nevenaandoeningen). Het selecteren op basis van leeftijd alleen is ongewenst. In deel IV worden factoren beschreven die de uitkomsten bepalen na een slokdarmresectie. Hoofdstuk 7 gaat over de vraag of het verantwoord is om de milt te verwijderen bij een uitgebreide resectie van de slokdarm en bijbehorende lymfeklieren. Uit deze studie blijkt dat het verwijderen van de milt belangrijke nadelen heeft voor het directe postoperatieve traject, maar dat de verwijdering geen consequenties heeft voor de lange termijn uitkomsten in deze patiëntengroep. Er wordt geconcludeerd dat de milt bij een standaard operatie gespaard moet worden. Het is alleen aan te raden om de milt te verwijderen bij patiënten met een distale tumor en positieve lymfeklieren die dicht bij de milt zijn gelegen. In hoofdstuk 8 wordt de prognostische waarde van circumferentiële resectiemarges (CRM) bepaald (de afstand tussen de tumor-ingroei en de buitenkant van de slokdarm) en wordt de optimale CRM bepaald voor de uitkomst van de resectie. Het blijkt uit dit onderzoek dat een optimale CRM waarde ligt op 1,0mm. Patiënten met een CRM kleiner dan 1,0mm (waarbij de tumor groeit binnen 1,0mm van de buitenkant van de slokdarm), hebben een veel slechtere prognose wat betreft het locaal recidief en de lange termijn overleving dan patiënten met een marge boven de 1,0mm. Wij pleiten in dit hoofdstuk voor een standaard meting van het CRM door de patholoog en voor het opnemen van deze waarde in de standaard resectiemarge classificatie (de R-classificatie). In deel V (hoofdstuk 9) beschrijven we de uitkomsten van palliatieve behandelingen bij patiënten 162
7 die een exploratieve (diagnostische en niet curatieve) operatie hebben ondergaan. Deze patiënten bleken bij de operatie een uitgebreider kwaadaardig proces te hebben dan van te voren was ingeschat. Hierdoor was er geen genezing meer mogelijk en werd de geplande resectie afgebroken. Patiënten ondergingen de standaard vormen van palliatie voor hun symptomen met één of een combinatie van de volgende palliatieve mogelijkheden; stent plaatsing, radiotherapie, chemotherapie en/of ondersteunende therapie. In deze studie zijn de verschillende palliatieve mogelijkheden en uitkomsten beschreven. Palliatie moet worden aangepast op de wensen en klachten van de patiënt en dient in nauwe samenspraak met de patiënt bepaald worden. Verder wordt er ingegaan op het belang van een betere preoperatieve stadiëring. Een toekomstperspectief wordt in hoofdstuk 2 besproken. Naast (ver)nieuw(d)e stadiëringsmethoden zullen ook belangrijke moleculair biologische factoren betrokken worden in de stadiëring van deze tumoren. Door een betere stadiëring kunnen meer gerichte en persoonsgebonden behandelingen worden aangeboden. Er valt veel te verwachten van de ontwikkelingen in de genetica en moleculaire biologie. Indien tumoren beter zijn onder te verdelen (subclassificatie) op basis van biologische eigenschappen, kan er ook een meer op het individu gerichte behandeling worden gegeven. Chemotherapeutica zullen specifieker kunnen worden ingezet. Op termijn zullen we geen standaard behandeling meer hebben, maar zullen er meerdere behandelingsmogelijkheden zijn die, afhankelijk van de biologie en het gedrag van de tumor, gericht kunnen worden toegepast. Met een betere stadiëring en behandeling zullen de lange termijn uitkomsten voor patiënten met slokdarmkanker aanzienlijk verbeteren. Samengevat laat dit proefschrift zien dat een adequate stadiëring essentieel is voor het opstellen van een goed behandelplan en het reduceren van onnodige operaties. Nieuwe stadiëringsmodaliteiten zijn nodig. Ondanks huidige geavanceerde technieken is de kans op een curatieve resectie nog relatief beperkt door de aanwezige locoregionale uitbreiding van de tumor bij het stellen van de diagnose. De primaire behandeling is chirurgisch, maar bestaat vaak uit een preoperatieve combinatie van chemo- en radiotherapie, gevolgd door een slokdarmresectie. De behandeling van slokdarmkanker is complex en dient in een centrum met expertise en ervaring te worden uitgevoerd voor een optimale kans op ziektevrije overleving. 163
8 164
Samenvatting. Samenvatting
Samenvatting Dikkedarmkanker is een groot gezondheidsprobleem in Nederland. Het is de derde meest voorkomende vorm van kanker bij mannen en de tweede meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. In 2008
Nadere informatieBasisbegrippen Oncologie
Basisbegrippen Oncologie Tumor afmeting Diagnose periode Behandel periode Preventie/interventie periode Invasie interventie Tijd Detectie drempel Van normale naar kankercel Normale cel Van celkern naar
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Nederlandse Samenvatting 195 NEDERLANDSE SAMENVATTING DEEL I Evaluatie van de huidige literatuur De stijgende incidentie van slokdarmkanker zal naar verwachting continueren in
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 101 Chapter 7 SAMENVATTING Maligne tumoren van de larynx en hypopharynx ( keelkanker ) zijn de zesde meest voorkomende type kankers van het hele lichaam, en de meest voorkomende
Nadere informatieInleiding In deze folder leest u meer over de diagnose maagkanker, de onderzoeken en de behandelmogelijkheden.
MAAGKANKER 17852 Inleiding In deze folder leest u meer over de diagnose maagkanker, de onderzoeken en de behandelmogelijkheden. Maagkanker is een kwaadaardige tumor in de maag, het wordt ook wel maagcarcinoom
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Centraal in dit proefschrift staat de minimaal invasieve slokdarmresectie als behandeloptie voor het slokdarmcarcinoom. In hoofdstuk 2 en 3 belichten wij in twee overzichtsartikelen de in de literatuur
Nadere informatieDE SLOKDARM DE SLOKDARM
DE SLOKDARM DE SLOKDARM De slokdarm (oesofagus) is een onderdeel van het spijsverteringskanaal. Het grootste deel van de slokdarm ligt in de borstholte. De slokdarm loopt ongeveer midden door de borstholte
Nadere informatieEen goede voorbereiding is het halve werk. Erik Vegt Nucleair geneeskundige Antoni van Leeuwenhoek AVL symposium 2014
Een goede voorbereiding is het halve werk Erik Vegt Nucleair geneeskundige Antoni van Leeuwenhoek AVL symposium 2014 1. Werking van FDG PET en PET/CT 2. Nut van FDG PET 3. Voorbereiding van patiënten voor
Nadere informatieDe indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :
Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Inclusie en exclusie criteria DLCA-S Inclusie Alle chirurgische
Nadere informatieSlokdarmkanker. Supplement informatiewijzer oncologie
Supplement informatiewijzer oncologie Slokdarmkanker Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Algemene informatie over de slokdarm en slokdarmkanker 3. Het stellen van de diagnose 4. Behandeling van slokdarmkanker
Nadere informatieFiguur 1: illustratie slokdarm
Slokdarmkanker U bent naar VU medisch centrum (VUmc) verwezen voor een operatie omdat er slokdarmkanker is geconstateerd. In deze folder vindt u informatie over slokdarmkanker, de oorzaken en risicofactoren
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING In dit proefschrift is de voorspellende waarde van magnetic resonance imaging (MRI)-parameters voor het optreden van een lokaal recidief larynxcarcinoom
Nadere informatieDe indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:
Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009
Nadere informatieAbdominale, kinder- en reconstructieve heelkunde
PATIËNTENINFO Slokdarmkanker slokdarmresectie of verwijdering Abdominale, kinder- en reconstructieve heelkunde Beste patiënt Welkom op de dienst abdominale, kinder- en reconstructieve heelkunde van het
Nadere informatieOesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling. Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019
Oesophaguscarcinoom Chirurgische Behandeling Sylvia van der Horst, PA chirurgie Maart 2019 Anatomie oesophagus/ maag Symptomen oesophaguscarcinoom Diagnostiek Behandeling oesophaguscarcinoom Postoperatieve
Nadere informatieDutch Upper GI Cancer Audit (DUCA)
Dutch Upper GI Cancer Audit (DUCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De
Nadere informatielongcarcinoom: stadiëring en behandeling
Hoe actueel is de CBO richtlijn? Niet-kleincellig longcarcinoom: stadiëring en behandeling Prof. dr. Harry J.M. Groen UMCG Groningen Wat moet er veranderen? TBNA? Plaats van EUS-FNA? Plaats van EBUS-FNA?
Nadere informatieCover Page. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical quality assurance Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19858 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Dikken, Johannes Leen Title: Gastric cancer : staging, treatment, and surgical
Nadere informatieNet de diagnose gekregen
Net de diagnose gekregen Vragen die u kunt stellen Hieronder vindt u een lijst met vragen die in verschillende stadia van het onderzoek, de behandeling en de verzorging van patiënten van pas komen. Deze
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLCA) 2017 Start DLCA-S: 2012 (/2015 voor alle cardiothoracale centra) Start DLCA-R: 2013 Start DLCA-L: 2016 Versie beheer: Datum Versie Mutatie Eigenaar 30-07-2016 2017.1 Aanpassingen
Nadere informatiebehandelingen-bij-borstkanker/
https://www.isala.nl/patientenfolders/6682-borstkanker-pid-h3- behandelingen-bij-borstkanker/ Borstkanker (PID): H3 Behandelingen bij borstkanker Als borstkanker is vastgesteld, bespreekt een team van
Nadere informatieBASISPRINCIPES VAN KANKER
BASISPRINCIPES VAN KANKER Prof.dr. D.J. Ruiter Afdeling Pathologie Cursus Introductie in de Fundamentele en Klinische Oncologie HET BEGRIP KANKER? a.alle gezwelgroei b.alle kwaadaardige gezwelgroei c.alle
Nadere informatieSaffire Phoa. CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom
Saffire Phoa CT voor preoperatieve stagering van het pancreascarcinoom Pancreascarcinoom heeft een zeer slechte prognose, en de enige kans op curatie is een resectie van de tumor. Hoewel de mortaliteit
Nadere informatie7,3. Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december keer beoordeeld. Botkanker (oftewel: beentumoren)
Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december 2002 7,3 166 keer beoordeeld Vak Biologie Botkanker (oftewel: beentumoren) Inleiding Een kwaadaardige (of maligne) primaire beentumor (=botkanker) is
Nadere informatieSamenvatting en conclusies
Samenvatting en conclusies Chapter IX De schildwachtklier is de eerste lymfklier waarop een kwaadaardige tumor draineert. Deze lymfklier zal als eerste zijn aangedaan, wanneer de tumor via de lymfbanen
Nadere informatiePatiënteninformatie. Longkanker
Patiënteninformatie Longkanker Inhoudsopgave Pagina Wat is longkanker? 4 Onderzoek en diagnose 4 De meest voorkomende onderzoeken. 5 Behandeling 7 De meest voorkomende behandelmethoden 8 Revalidatie 9
Nadere informatieUvA-DARE (Digital Academic Repository) Prognostication in esophageal cancer Lagarde, S.M. Link to publication
UvA-DARE (Digital Academic Repository) Prognostication in esophageal cancer Lagarde, S.M. Link to publication Citation for published version (APA): Lagarde, S. M. (2008). Prognostication in esophageal
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) Inclusie & exclusie criteria DUCA. DUCA 2017 Registratie gestart: 2011
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2017 Registratie gestart: 2011 Inclusie & exclusie criteria DUCA Inclusie Primaire tumoren (slokdarm, slokdarm-maagovergang, maag) Recidief tumoren (slokdarm,
Nadere informatieImproving patient selection towards personalized treatment decisions in esophageal cancer Hulshoff, Jan
University of Groningen Improving patient selection towards personalized treatment decisions in esophageal cancer Hulshoff, Jan IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's
Nadere informatieCHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting
CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van
Nadere informatieDutch Lung Surgery Audit (DLSA)
Dutch Lung Surgery Audit (DLSA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting
Nadere informatieBorstkanker indicatoren - Resultaten voor
Borstkanker indicatoren - Resultaten voor 2009-2011 AZ Sint-Jozef Malle maakt samen met AZ Klina Brasschaat deel uit van de Borstkliniek Voorkempen. Recent werden vanuit het Vlaams Indicatoren Project
Nadere informatieOntwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom
Ontwikkelingen bij de chirurgie van het slokdarm- en maagcarcinoom Mark I. van Berge Henegouwen Chirurg, slokdarm en maagchirurgie Amsterdam UMC, locatie AMC GIOCA GE oncologisch congres, AMC 18 jan 2019
Nadere informatieAandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling
Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling
Nadere informatieEen melanoom, wat nu?
Een melanoom, wat nu? Aanvullende diagnostiek Is er op gericht om aan te tonen dat er sprake is van gelokaliseerde ziekte Gelokaliseerde ziekte = een primair melanoom met ten hoogste satelliet-, intransit-
Nadere informatieSlokdarmresectie - Fit aan de Start. Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht
Slokdarmresectie - Fit aan de Start Feike Kingma Arts-onderzoeker Chirurgie, UMC Utrecht Slokdarmkanker Slokdarmkanker zit vrijwel altijd in de thoracale slokdarm Jaarlijks aantal nieuwe gevallen per 100.000
Nadere informatieMaagkanker. Supplement informatiewijzer oncologie
Supplement informatiewijzer oncologie Maagkanker Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Het stellen van de diagnose 3. Behandeling van maagkanker 4. Behandeling gericht op genezing 5. Palliatieve behandeling 6.
Nadere informatieImage-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes. Samenvatting
169 Image-guided stereotactic radiotherapy for early stage lung cancer: techniques and clinical outcomes Samenvatting Radiotherapie speelt een belangrijke rol in de curatieve behandeling van patiënten
Nadere informatieProject Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008
Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren
Nadere informatieSLOKDARMKANKER. Bas Weusten, MDL-arts
SLOKDARMKANKER Bas Weusten, MDL-arts b.l.a.weusten@umcutrecht.nl Slokdarmkanker Incidentie in NL Bij presentatie:
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016
Factsheet en Longcarcinoom (DLSA-DLRA) 2016 Inclusie en exclusie criteria DLSA Inclusie Alle chirurgische thoracale (thoraxwand, pleurale, long en mediastinale) ingrepen, in te delen in: Resecties bij
Nadere informatiePancreascarcinoom en kansen voor de toekomst
18 mei 2006 Jaarbeurs Utrecht Pancreascarcinoom en kansen voor de toekomst Jan Ouwerkerk Research Coördinator Oncologie Leids Universitair Medisch Centrum Pancreas Carcinoom Incidencie: 33.730 nieuwe patiënten
Nadere informatieCHAPTER 8. Samenvatting
CHAPTER 8 Samenvatting 108 Chapter 8 Samenvatting 109 Samenvatting Jaarlijks wordt wereldwijd bij 1,2 miljoen mensen de diagnose longkanker gesteld en overlijden 1,1 miljoen mensen aan deze ziekte. Hiermee
Nadere informatieNederlandse samenvatting voor medisch niet-ingewijden
Chapter 9 Beeldvorming rond transformatie: diagnose en behandeling van getransformeerd folliculair lymfoom. Nederlandse samenvatting voor medisch niet-ingewijden Het getransformeerd folliculair lymfoom
Nadere informatieDe unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker
De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker Deze folder is bedoeld voor onze patiënten en de mensen in hun omgeving. Wij willen u graag informeren over onze succesvolle behandelingsmethode
Nadere informatieRichtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary
VII Richtlijn voor diagnostiek en behandeling van een onbekende primaire tumor in het hoofd-halsgebied: Unknown Primary naar Algemeen 538 Epidemiologie 538 1. Screening 538 2. Diagnostiek 538 2.1 Anamnese
Nadere informatieHuidkanker. Melanoom. Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom. Diagnostiek en behandeling
Huidkanker Melanoom Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom Diagnostiek en behandeling Is het huidkanker? Welke huidkanker? Hoe wordt de diagnose gesteld? Verhaal Hoe lang bestaat de afwijking? Verandering?
Nadere informatieBeentumoren (=bottumoren)
Beentumoren (=bottumoren) Inleiding Gezwellen in beenderen worden beentumoren genoemd. Er zijn verschillende typen beentumoren te onderscheiden. Zo zijn er vormen waarbij de tumor of het gezwel direct
Nadere informatieFactsheet Indicatoren Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA)
Factsheet en Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) DUCA 2015 [ ; 05-11- 2015] Registratie gestart: 2011 pagina 1 van 15 Nr. Type Uitvraag over Bron WV indicator (jaar) 2. Aantal geopereerde patiënten met een
Nadere informatieSamenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra
Medische Publieksacademie UMCG Thema: Dikkedarmkanker Samenvatting van dr. J.J. Koornstra (maag-darm-leverarts) en prof. dr. R.M.W.Hofstra (moleculair geneticus). Dikkedarmkanker is één van de meest voorkomende
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING
NEDERLANDSE SAMENVATTING Analyse van chromosomale afwijkingen in gastrointestinale tumoren In het ontstaan van kanker spelen vele moleculaire processen een rol. Deze processen worden in gang gezet door
Nadere informatieBehandelwijzer kwaadaardige poliepen.
Behandelwijzer kwaadaardige poliepen www.nwz.nl Inhoud 1 Waarom deze behandelwijzer? 3 2 Het behandelteam 4 3 Een kwaadaardige poliep in de darmen 5 4 Controles 8 5 Registratie van kanker 9 6 Meer informatie,
Nadere informatieKWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA
KWALITEITSINDICATOREN BORSTKANKER AZ KLINA AZ Klina legt hierbij de resultaten voor van de tweede kwaliteitsmeting van onze borstkankerzorg. Deze resultaten werden in januari 2015 meegedeeld door het Kankerregister
Nadere informatiebelangrijke cijfers over darmkanker
belangrijke cijfers over darmkanker Een overzicht van het voorkomen, de behandeling en overleving van darmkanker, gebaseerd op cijfers uit de Nederlandse Kankerregistratie darmkanker in Nederland Deze
Nadere informatieChirurgie. Algemene informatie voor patiënten met slokdarmkanker
Chirurgie Algemene informatie voor patiënten met slokdarmkanker Chirurgie Inleiding Na verschillende onderzoeken is bij u slokdarmkanker vastgesteld. Uw medisch specialist heeft u doorverwezen naar de
Nadere informatieMetastasen in de wervelkolom
Metastasen in de wervelkolom (uitzaaiingen in de wervelkolom) Orthopedie alle aandacht Metastasen in de wervelkolom (uitzaaiing) Wat zijn metastasen? Metastasen zijn uitzaaiingen van een bij patiënt en
Nadere informatieBehandeling van een melanoom. Huidziekten
Behandeling van een melanoom Huidziekten Het melanoom Melanoom betekent letterlijk: zwart gezwel. Deze vorm van kanker ontstaat uit de pigmentcellen (melanocyten). Pigmentcellen komen vooral voor in de
Nadere informatieCover Page. Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for rectal cancer Issue Date:
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/46445 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Wiltink, Lisette Title: Long-term effects and quality of life after treatment for
Nadere informatieSLOKDARMKANKER 25-10-2010
SLOKDARMKANKER 25-10-2010 Bij slokdarmkanker is er sprake van een kwaadaardige tumor in de slokdarm. In de medische wereld worden vaak de namen slokdarmcarcinoom en oesofaguscarcinoom gebruikt. De medische
Nadere informatieOncologische zorg bij ouderen
Oncologische zorg bij ouderen Balanceren tussen over- en onderbehandeling Johanneke Portielje, HagaZiekenhuis Kring ouderenzorg AMC & partners 12 juni 2013 mamma carcinoom
Nadere informatieendometrium carcinoom in Nederland
endometrium carcinoom in Nederland 2012-2016 voorwoord Door informatie over variatie in diagnostiek en behandelingen periodiek met elkaar te bespreken, kunnen we samen de kwaliteit van zorg voor vrouwen
Nadere informatieMedische Publieksacademie 4 maart 2019
4 maart 2019 YouTube 1 Ontwikkelingen in de longkankerzorg Dr. Ben Venmans, longarts Dr. Wouter van Geffen, longarts Frits Mostert, persvoorlichter MCL, moderator Programma 19.30 uur Dr. Ben Venmans: Longkanker:
Nadere informatieZorgprogramma. Slokdarmkanker
Zorgprogramma Slokdarmkanker Iedereen die te horen krijgt dat de kans groot is dat hij slokdarmkanker heeft, schrikt en wil zo snel mogelijk zekerheid hebben of hij daadwerkelijk kanker heeft en welke
Nadere informatieWat u moet weten over het melanoom
Dermatologie/Chirurgie Patiënteninformatie Wat u moet weten over het melanoom U ontvangt deze informatie, omdat u meer wilt weten over het melanoom. Hierin leest u onder andere wat deze vorm van huidkanker
Nadere informatieOplegger indicatorenset Slokdarm- en maagcarcinoom (DUCA) verslagjaar 2017
Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset
Nadere informatieIndicatoren Colorectaal carcinoom (DSCA) A. Beschrijving Indicator. DSCA 2014 [2.0.; 10-10- 2014] Registratie gestart: 2009
en Colorectaal carcinoom (DSCA) A. Beschrijving DSCA 2014 [2.0.; 10-10- 2014] Registratie gestart: 2009 Type Uitvraag Bron Nr. indicator over (jaar) 1. Deelname aan de DSCA Structuur 2014 DSCA 2. Volume
Nadere informatieRadiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker
Radiofrequente ablatie van lokaal doorgegroeide alvleesklierkanker lokale verbranding van de alvleeskliertumor Doel Het doel van de studie is te onderzoeken of radiofrequente ablatie (RFA) gevolgd door
Nadere informatieCasus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker
Casus Keuzes in de behandeling van slokdarmkanker Prof. dr. Mark van Berge Henegouwen, chirurg Dr. W.J. Eshuis, chirurg L. Noteboom, verpleegkundig specialist Amsterdam UMC, locatie AMC 8 e Inhoud Presentatie
Nadere informatieDutch Surgical Colorectal Audit (DSCA)
Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA.
Nadere informatieMelanoom. Dermatologie. 5958p DER.083/0512
Melanoom Dermatologie Inleiding Bij u is (mogelijk) sprake van een melanoom. De dermatoloog heeft dit met u besproken. In deze folder leest u meer over het ontstaan, de onderzoeken en de behandeling van
Nadere informatieVlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker
Vlaams Indicatorenproject VIP²: Kwaliteitsindicatoren Borstkanker INDICATOR B1 Proportie van patiënten gediagnosticeerd met invasieve borstkanker bij wie een systeembehandeling voorafgegaan werd door ER/PR-
Nadere informatieHoge precisie radiotherapie in hoofd- en halsregio. Hoe en waarom?
Hoge precisie radiotherapie in hoofd- en halsregio. Hoe en waarom? Prof. dr. D. Van den Weyngaert UZA / ZNA Middelheim Symposium Hoofd en Hals kanker - Erica Algemeen Ziekenhuis Campus Geel - 21 september
Nadere informatieStereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.
Stereotactic Radiation Therapy for Stage I Non-Small Cell Lung Cancer Nederlandse titel Stereotactische radiotherapie voor stadium I niet-kleincellig longcarcinoom: Uitkomsten op patiënten- en populatieniveau.
Nadere informatieINLEIDING kwaliteitsindicatoren.
INLEIDING Om objectief zicht te krijgen op de resultaten en de geleverde kwaliteit van onze patiëntenzorg, heeft het Borstcentrum Zuiderkempen (ziekenhuizen Geel-Mol) in 2013 besloten in het Vlaamse indicatorenproject
Nadere informatieHeeft chirurgie of radiotherapie nog zin bij uitgezaaide prostaatkanker?
Heeft chirurgie of radiotherapie nog zin bij uitgezaaide prostaatkanker? Wouter Everaerts Dienst urologie, Uzleuven @EveraertsW 16 september 2017 Natuurlijke evolutie van prostaatkanker PIN Gelokaliseerd
Nadere informatieNederlandse samenvatting en toekomstperspectieven
Nederlandse samenvatting en toekomstperspectieven Per jaar krijgen in Nederland tenminste 2150 patiënten een rectum tumor. Vijf jaar na behandeling leeft ongeveer de helft van die patiënten nog. Hierbij
Nadere informatieInleiding Wat is een melanoom? Hoe vaak komt het voor? Hoe ontstaat een melanoom?
MELANOOM 1179 Inleiding De dermatoloog heeft bij u een melanoom geconstateerd. Deze folder geeft u informatie over een melanoom en de behandelmogelijkheden. Daarnaast krijgt u meer informatie over zelfonderzoek
Nadere informatieBorstkanker. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven
Borstkanker Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Vóór het dertigste jaar is borstkanker zeldzaam, maar met het stijgen
Nadere informatie8.1 Intra Operatieve Radiotherapie (IORT) bij borstkanker
8.1 Intra Operatieve Radiotherapie (IORT) bij borstkanker Van uw arts heeft u te horen gekregen dat u in aanmerking komt voor Intra Operatieve Radiotherapie (IORT). In dit hoofdstuk leggen we u in het
Nadere informatieINLEIDING kwaliteitsindicatoren.
INLEIDING Om objectief zicht te krijgen op de resultaten en de geleverde kwaliteit van onze patiëntenzorg, heeft het A.Z. St.-Dimpna in 2013 besloten in het Vlaamse indicatorenproject voor patiënten en
Nadere informatie5.4 Gastro-intestinaal
5.4 Gastro-intestinaal 5.4.1 Indicator: Deelname aan de Dutch UpperGI Cancer Audit (DUCA) De mortaliteit en morbiditeit van de chirurgische behandeling van slokdarmkanker heeft de laatste jaren veel aandacht
Nadere informatieNederlandse samenvatting / Dutch summary
Eiwitbiomarkers voor klinische toepassingen in dikkedarmkanker Kanker van de dikke darm en de endeldarm (colorectaal carcinoom; CRC) vormt wereldwijd een belangrijk gezondheidsprobleem vanwege de hoge
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING. Nederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 121 Dit proefschrift beschrijft een onderzoek naar nieuwe biomarkers voor het beter classificeren van rectumtumoren. Hoofdstuk 1 betreft een algemene inleiding. Rectum- of endeldarmkanker
Nadere informatieMRI spoort prostaatkanker nauwkeurig op
MRI spoort prostaatkanker nauwkeurig op Prostaatkanker is een van de meest voorkomende vormen van kanker bij mannen. Een op de zes mannen krijgt er last van. Maar het is ook een erg lastig op te sporen
Nadere informatieOperatie dikke darm kanker
Operatie dikke darm kanker Inleiding Deze folder geeft u algemene informatie over diverse soorten operaties aan de dikke darm. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan
Nadere informatieDe unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker
De unieke Maastro-behandeling van niet uitgezaaide longkanker Deze folder is bedoeld voor onze patiënten en de mensen in hun omgeving. Wij willen u graag informeren over onze succesvolle behandelingsmethode
Nadere informatieCHAPTER 7 SUMMARY IN DUTCH/ NEDERLANDSE SAMENVATTING
CHAPTER 7 SUMMARY IN DUTCH/ NEDERLANDSE SAMENVATTING SUMMARY IN DUTCH/ NEDERLANDSE SAMENVATTING Hoofd-halskanker Het plaveiselcelcarcinoom van het hoofd-halsgebied is het meest voorkomende kankertype in
Nadere informatie