Merewade College. VMBO, W. de Vries Robbéweg 27. Schoolplan,

Transcriptie

1 Merewade College VMBO, W. de Vries Robbéweg 27 Schoolplan, Merewade College, locatie vmbo, schoolplan,

2 Doelstellingen vmbo, Onderwijs Vakwerk Met ons onderwijsaanbod willen we onderscheidend zijn in de regio. We kiezen daarom voor het programma Vakwerk. Met Vakwerk bedienen we zowel de leerling, die weet wat hij wil (aanbod smal: verdieping vakvaardigheden), als de leerling die zich breed wil oriënteren (aanbod breed: oriëntatie). Onder het motto Direct aan de slag met wat je leuk vindt is Vakwerk een concurrerend programma met wervingskracht (mede ten opzichte van het Vakcollege van het Gilde en de Windroos). Het programma Vakwerk biedt leerlingen de keuze uit 6 Vakwerkklassen: de Timmerklas, de Techniekklas, de Beauty&Care klas, de Sportklas, de Koksklas en de Ondernemersklas. De leerlingen krijgen wekelijks 4 lesuren onderwijs in de Vakwerkklas. In de vakwerkklas ligt het accent op één programmaonderdeel, zonder het brede karakter van het sectorprogramma uit het oog te verliezen. De belangrijkste uitdagingen voor zijn de doorontwikkeling en verdere implementatie van Vakwerk. De (praktijk-)docenten gaan door met het ontwikkelen van een modulair opgezet lesprogramma en bekwamen zich in het gedifferentieerd lesgeven (smal/breed in 1 groep). Op schoolniveau zoeken we naar de juiste afstemming tussen de organisatie (bemensing/werkplekken) en de vraag van de leerling (keuze leerling staat centraal). Taal en rekenen Alle leerlingen in het voortgezet onderwijs krijgen vanaf 2014 te maken met een aangepast examen Nederlands en een centrale rekentoets als onderdeel van het eindexamen. Beide worden geijkt aan de referentiekaders rekenen en taal, zoals vastgesteld in de wet referentieniveaus (Commissie Meijerink, 2010). Uitgangspunt voor de rekentoets en het aangepaste examen Nederlands voor vmbo is referentieniveau 2F. Met ons taal en rekenbeleid willen we onze leerlingen goed voorbereiden op deze veranderde exameneisen. We kiezen ervoor taal en rekenen integraal onderdeel te maken van het basiscurriculum van de vakken wiskunde en Nederlands. Daarnaast bieden we, in het kader van het programma Maatwerk i, voor een beperkt aantal leerlingen extra ondersteuning aan in de 2 de lijn (ondersteuningslessen taal en rekenen). De belangrijkste uitdagingen voor zijn de ontwikkeling van een nieuw curriculum van wiskunde en Nederlands in alle leerjaren van het vmbo en het realiseren van een effectieve 2 de lijns ondersteuning voor leerlingen met ernstige uitval. De vakgroepen ontwikkelen een 4-jarige leerlijn taal en rekenen, met als uitgangspunt dat de huidige leerling van klas 1 gedurende zijn schoolcarrière, over de 4 leerjaren heen, alle domeinen van taal en rekenen bij de vakken Nederlands en wiskunde aangeboden krijgt.

3 ICT De afgelopen 3 jaar hebben we belangrijke stappen gemaakt in het digitaliseren van het onderwijsaanbod (in de GL/TL). In klas 1 wordt 90% van het lesprogramma digitaal aangeboden. De leerlingen hebben geen hard-copy lesmateriaal meer. Door deze ontwikkeling zijn we steeds afhankelijker geworden van de techniek en de betrouwbaarheid van samenwerkende partners (uitgeverijen, ICT aanbieders). Een uitstekende ICT omgeving met betrouwbare partners zijn van cruciaal belang voor het welslagen van het proces van digitalisering. De belangrijkste uitdagingen voor zijn de overgang van digitale licenties (bestaande digitale methodes) naar open leermateriaal via VO-content (eigen ontwikkeling/arrangement) en het realiseren van een uitstekende ICT omgeving (infrastructuur/voorzieningenniveau/ondersteuning).

4 Zorg en Begeleiding Passend onderwijs Om onze deskundigheid te bevorderen zetten we in op een scholingsprogramma waar alle docenten en het onderwijsondersteunend personeel actief aan deelnemen. Het scholingsprogramma bieden we aan in samenwerking met de Regio Academie van het Samenwerkingsverband VO. Centraal tijdens de scholing staan de volgende docentcompetenties. - de docenten zijn didactisch vaardig en goed geschoold (met name: instructie en feedback), - de docenten zijn pedagogisch vaardig en goed geschoold (met name: klassenmanagement, effectief interveniëren bij gedragsproblematiek), - de docenten zijn vaardig in het gedifferentieerd lesgeven. De ontwikkeling van deze competenties vormt het uitgangspunt tijdens de lesbezoeken, de leerlingenenquêtes en de functioneringsgesprekken. De belangrijkste uitdagingen voor zijn de scholingsopbrengsten effectief te vertalen naar de lespraktijk en de opbrengsten duurzaam te borgen in de organisatie. Dit doen we o.a. door de scholingstrajecten direct te verbinden met de veranderde opzet van de gesprekscyclus (zie: personeel en organisatie). Basiszorgstructuur Voor het verbeteren van onze basiszorg, stellen we, naar aanleiding van de evaluatie van , de volgende verbeterdoelen centraal: - Verdieping pedagogisch partnerschap. Van eenzijdig naar tweezijdig in de relatie oudersschool. Prestatie indicator: minimaal 3 aansprekende activiteiten, toegankelijk voor alle ouders, waar de inbreng van de ouders centraal staat. - Opzetten van een collectieve databank met relevant begeleidingsmateriaal. Bevordering kennisdeling team. Prestatie indicator: docenten/mentoren maken wekelijks gebruik van centraal beheerd begeleidingsmateriaal (mentorlessen, leerling- en oudergesprekken). - Taalverbetering lwoo-leerlingen. Maatwerk ter voorbereiding op aangepast examen Nederlands (2014). Prestatie indicator: minimaal 50% van de lwoo-leerlingen scoort minimaal het cijfer 5 voor de taaltoets in klas 3. - Ontwerp en implementatie pestprotocol. Onderdeel van protocol Grensoverschrijdend gedrag. Prestatie indicator: 90% van de leerlingen en leraren is bekend met het pestprotocol en past deze toe waar nodig. - Bevordering deskundigheid en toepassing docenten leerlingenregistratiesysteem SOM (Maatwerk voor docenten ii ). Prestatie indicator: minimaal 90% van de docenten is vaardig in het gebruik van SOM en gebruikt SOM wekelijks.

5 - Nadere plaatsbepaling SOVA/FRT. Naar 1 ste lijn (deskundigheidsbevordering docenten), handhaven in 2 de lijn (systematiseren opbrengsten) of borgen in de 3 de lijn (RIVAS)? - Ontwikkeling protocol dyscalculie (in samenhang met vigerend protocol dyslexie). Prestatie indicator: 90% van de docenten is bekend met het protocol en past deze toe waar nodig. Leerlingen met dyscalculie waarderen het protocol (begeleiding/facilitering) met minimaal een 7. - Versterking Zorg Advies team (ZAT). Versterking 4 functies ZAT. Prestatie indicator: caseload minimaal 25 leerlingen per jaar.

6 Personeel en organisatie In zijn we gestart met een veranderde opzet van de gesprekkencyclus. Het doel van de veranderde opzet is om effectiever en meer resultaatgericht invulling te geven aan de jaarlijkse gesprekken tussen medewerker en leidinggevende. In de veranderde gesprekkencyclus: - is het (voormalige) POP-gesprek bij het functioneringsgesprek betrokken (Welke scholingsactiviteiten heb je dit schooljaar ondernomen? Hoeveel klokuren heb je hiervoor geïnvesteerd? Welke ontwikkelingsdoelen heb je voor volgend schooljaar?), - is het voortgangsgesprek aan de gesprekkencyclus toegevoegd (bewaking voortgang nav. gemaakte afspraken tijdens het functioneringsgesprek), - vormen facts and figures belangrijke input voor het functioneringsgesprek (leerlingenenquêtes, enquêtes functioneren locatieleiding, leeropbrengsten, lesobservatie), - spreekt de leidinggevende een oordeel uit over het functioneren van de medewerker. Dit oordeel kan aanleiding zijn voor een beoordelingsgesprek met rechtspositionele gevolgen. Centraal tijdens de gesprekken staan de volgende indicatoren iii : - Leeropbrengsten. De leeropbrengsten op de VR zijn uitstekend. - Klanttevredenheid. Leerlingen en ouders zijn zeer tevreden over de school. - Kwaliteit voor de klas. De leraar voor de klas werkt continu aan kwaliteitsverbetering. - Klassenmanagement. In de lessen heerst een uitstekend pedagogisch en didactisch klimaat - Continuïteit lessen. Er is (bijna) geen lesuitval. De belangrijkste uitdagingen in zijn het verder professionaliseren van de gespreksvoering van de teamleiders (waaronder reflectie op aspecten van rol en weerstand) -een en ander mede in relatie tot de veranderde rol van de middenmanager- en het tot stand brengen van een krachtige verbinding met de scholingstrajecten in het kader van passend onderwijs (zie: zorg en begeleiding). i Het programma Maatwerk vormt het kader, waarbinnen we een aantal begeleidingsactiviteiten aanbieden, zoals: ondersteuningslessen taal en rekenen, huiswerkbegeleiding, LGF-begeleiding, SOVA en FRT. Met Maatwerk geven we ons mede rekenschap van de verplichte onderwijstijd in (zie: bijlage). ii Naast Maatwerk voor leerlingen, bieden we het programma Maatwerk voor docenten aan. Maatwerk voor docenten is het kader waarbinnen docenten zich bijscholen op toepassingen als: SOM, Its learning, digibord en sociale media (reeds geïmplementeerd beleid). Maatwerk voor docenten vindt, samen met Maatwerk voor leerlingen, plaats op maandag het 6 de uur. iii Deze indicatoren vormen tevens de basis van ons kwaliteitsbeleid. Ons kwaliteitsbeleid is per definitie gericht op scoreverbetering van de tevredenheidsenquêtes onder leerlingen en ouders en de indicatoren van de onderwijsinspectie: rendement onderbouw, doorstroom bovenbouw, gemiddeld examencijfer, verschil SE-CE.