De gewijzigde taakverdeling tussen secretaris & ontvanger. Een analyse van de percepties van de betrokken actoren. > Rapport

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De gewijzigde taakverdeling tussen secretaris & ontvanger. Een analyse van de percepties van de betrokken actoren. > Rapport"

Transcriptie

1 De gewijzigde taakverdeling tussen secretaris & ontvanger Een analyse van de percepties van de betrokken actoren > Rapport > D/2009/10106/011 > Katrien Weets & Geert Bouckaert

2 ii

3 Inhoudstafel Managementsamenvatting 1. Inleiding 7 2. Methodologie & werkwijze 9 > 2.1. Inhoud van het onderzoek 9 > 2.2. Dataverzameling 10 > Context van het onderzoek 10 > Organisatie van de bevraging 10 > 2.3. Evaluatie van de gerealiseerde steekproeven 15 > Representativiteit naar inwonersklasse 15 > Representativiteit naar provincie 17 > Besluit: evaluatie van de gerealiseerde steekproeven Resultaten 21 > 3.1. Resultaten van de bevraging van de Vlaamse gemeentesecretarissen 21 > 3.2. Resultaten van de bevraging van de Vlaamse gemeenteontvangers 25 > 3.3. De resultaten van de ontvangers- en secretarissenbevraging vergeleken Reflectie 33 > 4.1. Enkele verklaringen geëxploreerd 33 > 4.2. Scenario s 36 > Scenario 1: de bepalingen omtrent de taakverdeling tussen secretaris & ontvanger worden aangepast 36 > Scenario 2: de bepalingen omtrent de taakverdeling tussen secretaris en ontvanger blijven ongewijzigd 38 > Scenario 3: de bepalingen omtrent de taakverdeling tussen secretaris en ontvanger blijven ongewijzigd, maar er wordt sterker ingezet op zachte sturingsinstrumenten39 5. Conclusie 41 iii

4 Lijst figuren & tabel Figuur 1. Representativiteit naar inwonersklasse van de steekproef van Vlaamse gemeentesecretarissen Figuur 2. Representativiteit naar inwonersklasse van de steekproef van Vlaamse gemeenteontvangers Figuur 3. Representativiteit naar provincie van de steekproef van Vlaamse gemeentesecretarissen Figuur 4. Representativiteit naar provincie van de steekproef van Vlaamse gemeenteontvangers Figuur 5. De gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger: de mening van de Vlaamse gemeentesecretarissen (in %) Figuur 6. De gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger: de mening van de Vlaamse gemeenteontvangers (in %) Tabel 1. Frequentietabel van de verschillen tussen de scores van de respondenten van de secretarissenbevraging en de scores van de respondenten van de ontvangersbevraging (in %) iv

5 Managementsamenvatting De gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger een analyse van de percepties van de betrokken actoren Dit onderzoeksrapport kadert in het SBOV-onderzoeksproject Effectiviteit van financiële innovaties in Vlaamse gemeenten en OCMW s ( ) en ontsluit de eerste resultaten van de bevraging Management & Innovatie in Lokale Besturen die in het najaar van 2008 en het voorjaar van 2009 georganiseerd werd. In dit rapport gaan we na hoe de Vlaamse gemeentesecretarissen en - ontvangers de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger, zoals die in het gemeentedecreet wordt vooropgesteld, percipiëren. Het onderzoek toont aan dat de respondenten over een meerderheid van de wijzigingen in de taakverdeling tussen secretaris en ontvanger die wij bevraagden, stellen dat zij geen verbetering inhouden ten aanzien van de situatie voor de invoering van het gemeentedecreet. Vooral de toekenning van de verantwoordelijkheid over de kasverrichtingen aan de secretaris en de invoering van de dubbele handtekening worden erg negatief geëvalueerd door de gemeentesecretarissen en ontvangers. Daarenboven laten de gemeenteontvangers zich eveneens sterk negatief uit over het gegeven dat zij voor een aantal taken onder de functionele leiding van de secretaris zijn komen te staan. Op basis van de literatuur en de testinterviews die ter voorbereiding van de bevraging werden afgenomen, exploreren we enkele potentiële verklaringen voor de bestaande ontevredenheid bij de betrokken actoren, en lijsten we mogelijke scenario s op. De keuze voor een bepaald scenario beschouwen we als voorwerp van beleid. Met dit rapport beogen we in de eerste plaats bij te dragen tot een objectief en wetenschappelijk onderbouwd debat over de verdere modernisering van onze lokale besturen. 5

6 6

7 1. Inleiding Het gemeentedecreet heeft de taakverdeling tussen secretaris en ontvanger (financieel beheerder) grondig gewijzigd. De gemeentesecretaris kwam aan de leiding te staan van het managementteam, werd de ambtelijk hoofdverantwoordelijke voor de voorbereiding, de uitvoering en de evaluatie van het beleid en kreeg daarbij duidelijk de rol van algemeen manager van zijn/haar bestuur toebedeeld. Deze rol behelst eveneens de functionele leiding over de financieel beheerder die over een aantal van zijn/haar taken - zoals de opmaak van het voorontwerp van budget en meerjarenplan, het voeren van de boekhouding, etc. - aan de secretaris moet rapporteren. De gemeenteontvanger behoudt weliswaar zijn/haar onafhankelijkheid voor een aantal andere taken, zoals bijvoorbeeld de voorafgaandelijke kredieten wetmatigheidscontrole en het debiteurenbeheer. Daarnaast werd het gemeentelijk financieel beheer ook praktisch in een aantal opzichten gewijzigd. Zo maakte het gemeentedecreet de secretaris verantwoordelijk voor de kasverrichtingen, en werd het systeem van de dubbele handtekening ingevoerd. Daardoor kunnen betalingen in uitvoering van uitgaven niet door de ontvanger gebeuren zonder een uitdrukkelijke betalingsopdracht van de secretaris. In dit onderzoek gaan we na hoe de betrokken actoren de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger percipiëren. Het tweede hoofdstuk expliciteert de aangewende onderzoeksmethode en de gevolgde werkwijze. In het derde hoofdstuk worden de onderzoeksresultaten gepresenteerd. Het vierde hoofdstuk omvat een reflectie over deze resultaten. Het geheel wordt afgerond met een conclusie. 7

8 8

9 2. Methodologie & werkwijze Dit hoofdstuk bespreekt de onderzoeksmethodologie en de werkwijze die werd gevolgd om de vereiste data te verzamelen. In de eerste paragraaf zetten we de inhoudelijke focus van het onderzoek uiteen. De tweede paragraaf gaat vervolgens dieper in op de wijze waarop de data verzameld werden. In de derde paragraaf, ten slotte, staan we stil bij de representativiteit van de verzamelde gegevens. > 2.1. Inhoud van het onderzoek Om na te gaan hoe de betrokken actoren de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger percipiëren, legden we zes stellingen aan de respondenten van de bevraging voor: Stelling 1: Het is een verbetering dat de secretaris nu ook verantwoordelijk is voor de betalingsopdrachten; Stelling 2: Het is een verbetering dat de secretaris nu verantwoordelijk is voor de kasverrichtingen van de gemeente; Stelling 3: Het takenpakket van de secretaris en dat van de ontvanger zijn in de huidige situatie goed op elkaar afgestemd; Stelling 4: Het takenpakket van de secretaris en dat van de ontvanger zijn in de huidige situatie voldoende duidelijk afgebakend; Stelling 5: Het is een verbetering dat de ontvanger voor een aantal taken onder de functionele leiding van de secretaris werd geplaatst; Stelling 6: Het samenwerkingsmodel tussen secretaris en ontvanger, zoals in het gemeentedecreet vooropgesteld, zal de werking van mijn bestuur verbeteren. 9

10 Aan alle respondenten werd gevraagd om op een vijfpunten Likert-schaal (helemaal oneens helemaal eens) aan te geven in welke mate men het al dan niet eens was met de desbetreffende stelling. > 2.2. Dataverzameling In dit onderdeel wordt de wijze van dataverzameling belicht. In het eerste luik duiden we beknopt de context van het onderzoek. In het tweede luik staan we vervolgens stil bij de organisatie van de bevraging. > Context van het onderzoek De vereiste gegevens werden verzameld in het kader van de survey Management & Innovatie in Lokale Besturen, die georganiseerd werd vanuit het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen (SBOV). Deze survey maakt deel uit van een breder onderzoeksprogramma,waarbij bevragingen werden gericht aan alle Vlaamse gemeente- en OCMWsecretarissen en ontvangers. De resultaten van de verschillende bevragingen worden thematisch gepubliceerd in afzonderlijke onderzoeksrapporten. In dit rapport analyseren en bespreken we de resultaten die door de Vlaamse gemeentesecretarissen en ontvangers werden opgetekend voor de bovenstaande stellingen omtrent de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger (cfr. 2.1.). > Organisatie van de bevraging Dit rapport ontsluit zowel resultaten van de bevraging die werd gericht aan de gemeentesecretarissen als van de bevraging die werd toegestuurd aan de gemeenteontvangers. De wijze waarop deze twee bevragingen werden georganiseerd, wordt in wat volgt toegelicht. Allereerst bespreken we kort de opzet van de survey Management & Innovatie in Lokale Besturen. 10

11 > Survey Management & Innovatie in Lokale Besturen In de periode september 2008 maart 2009 zette het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen (SBOV) een grootschalig survey-onderzoek op in de Vlaamse gemeenten en OCMW s. De bevraging werd uitgevoerd onder de benaming Management & Innovatie in Lokale Besturen. Het doel van de bevraging was een representatief beeld te schetsen van de managementpraktijken binnen de Vlaamse gemeenten en OCMW s. Er werd onder meer gepeild naar de mate waarin deze lokale besturen reeds moderne managementtechnieken en -instrumenten implementeerden, naar de wijze waarop deze technieken vorm krijgen binnen de ambtelijke organisatie, etc. De bevraging van de gemeentesecretarissen spitste zich in het bijzonder toe op de volgende drie kernthema s: personeelsmanagement, kwaliteitsmanagement en financieel management. Onderstaande SBOV-projecten werkten mee aan de uitvoering van deze bevraging: Vergrijzing van het overheidspersoneel: een macro-, meso- en microperspectief ( ); Kwaliteit, tevredenheid en vertrouwen in de publieke sector: kwaliteit en innovatie in de Vlaamse lokale besturen ( ); Effectiviteit van financiële innovaties in Vlaamse gemeenten en OCMW s ( ). De vragen die vanuit het eerste SBOV-project aan de vragenlijst werden toegevoegd, gingen dieper in op een aantal aspecten van het personeelsbeleid binnen de Vlaamse gemeenten en op de problematiek van de betaalbaarheid van de pensioenen van de personeelsleden van deze lokale besturen. De vragen die vanuit het tweede onderzoeksproject in de vragenlijst werden opgenomen peilden naar het gebruik van technieken om de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening te verbeteren. 11

12 In het kader van het project Effectiviteit van financiële innovaties in de Vlaamse gemeenten en OCMW s ( ) werden zowel de secretarissen als de ontvangers van de Vlaamse gemeenten en OCMW s bevraagd. De bevraging van de gemeenteontvangers werd uitgevoerd in samenwerking met het SBOV-onderzoeksproject Evaluatie van de innovaties in het gemeentedecreet op de lokale administratieve en politieke werking ( ). De vragen die vanuit het project Effectiviteit van financiële innovaties in de Vlaamse gemeenten en OCMW s ( ) werden opgenomen in de vragenlijsten voor de gemeentesecretarissen, hadden voornamelijk betrekking op de praktijken van beleidsplanning en budgettering in hun bestuur. Daarnaast werden de meningen van de secretarissen over de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger, op een representatieve wijze in kaart gebracht. In de vragenlijsten voor de ontvangers kwamen deze thema s eveneens uitgebreid aan bod. Daarnaast werden aan deze doelgroep vragen gesteld omtrent de praktijken van budgettering, boekhouding, rapportering en interne controle (en interne en externe audit in het geval van de OCMWontvangers) in hun bestuur. > De bevraging gericht aan de Vlaamse gemeentesecretarissen De data voor de doelgroep van de Vlaamse gemeentesecretarissen werden verzameld in de periode van september 2008 februari Midden september werd aan elke Vlaamse gemeentesecretaris per post een enveloppe toegestuurd met daarin de survey, die uit een algemeen deel en drie thematische bundels ( personeel & pensioenen, strategie en planning en kwaliteitsmanagement ) bestond, een introductiebrief, een inleiding met instructies en uitleg over de onderzoeksopzet, en, ten slotte, een gefrankeerde enveloppe. Voorafgaandelijk aan het verzenden van de bevraging werden vijf proefenquêtes opgezet. Deze proefenquêtes hadden als doel de vragen die werden opgenomen in de vragenlijsten, te toetsen op hun volledigheid, toegankelijkheid en duidelijkheid. Daarnaast werden de vragenlijsten inhoudelijk besproken tijdens interviews met een aantal experts binnen het domein van gemeentelijk financieel management (n=5). 12

13 Met als doel een zo hoog mogelijke responsgraad te bekomen, werden verscheidene acties ondernomen. Ten eerste werd de opzet van de survey Management & Innovatie in Lokale Besturen mondeling toegelicht tijdens het jaarlijkse congres van de Vlaamse Federatie van Gemeentesecretarissen (VFG). 1 Ten tweede werd de survey aangekondigd in de oktobereditie van het tijdschrift Binnenband van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur (ABB). Ten derde werd de bevraging bekendgemaakt via nieuwsbrieven van VFG, SBOV en het Instituut voor de Overheid. Omdat de responsgraad voor de bevraging van de gemeentesecretarissen oorspronkelijk relatief laag bleek, werd een intensieve opvolgingsstrategie ontwikkeld. Deze strategie was vierledig. Ten eerste werden twee herinneringsmails verstuurd vanuit VFG. Ten tweede werden alle nietrespondenten telefonisch gecontacteerd met de vraag om alsnog hun medewerking aan het onderzoek te verlenen. Ten derde verzonden de onderzoekers aan alle niet-respondenten die telefonisch niet expliciet hadden geweigerd de bevraging alsnog in te vullen, een herinneringsmail met een elektronische versie van de vragenlijst in bijlage. Ten slotte werden de niet-respondenten een tweede en laatste maal telefonisch gecontacteerd met de vraag alsnog hun medewerking te verlenen. De bevraging van de gemeentesecretarissen werd uiteindelijk afgesloten in februari 2009 met een responsgraad die 56% (n=172) bedroeg. De gerealiseerde steekproef wordt meer uitgebreid besproken in onderdeel 2.3. > De bevraging gericht aan de gemeenteontvangers De data voor de doelgroep van de Vlaamse gemeenteontvangers werden verzameld in de periode van november 2008 februari Midden november werd aan elke Vlaamse gemeenteontvanger per post een enveloppe toegestuurd met daarin de survey, bestaande uit een algemeen deel met introductie en twee thematische bundels ( begroting & planning en boekhouding, financiële organisatie, rapportering, audit en controle ), een begeleidende brief met uitleg over de onderzoeksopzet, en, ten slotte, een gefrankeerde enveloppe. Daarnaast stuurden we per aan alle 1 Het jaarlijks congres van VFG waarvan sprake in de tekst ging door op te Bilzen. 13

14 respondenten een korte beschrijving van de bevraging en een weblink door. Via deze link konden de respondenten doorklikken naar een website, waar ze de bevraging elektronisch konden invullen. Aan de respondenten werd daarbij de mogelijkheid gelaten om het invullen van de verschillende onderdelen van de bevraging te spreiden over meerdere tijdstippen. Ook met betrekking tot de bevraging van de gemeenteontvangers werden voorafgaandelijk aan het verzenden van de vragenlijsten vijf proefenquêtes opgezet. De vragenlijsten gericht aan deze doelgroep werden eveneens voorgelegd aan vijf experts binnen het domein van gemeentelijk financieel management, en dit zowel via als door middel van interviews. Met als doel een zo hoog mogelijke responsgraad te verkrijgen, werd de bevraging voorgesteld op een bijeenkomst van de raad van bestuur van de Vlaamse Lokale Ontvangers (VLO), op de provinciale vergaderingen van deze professionele federatie, en op de Algemene Vergadering van de Vlaamse Gewestelijke Ontvangers (VLAGEWO). 2 Daarnaast werd aan beide federaties gevraagd om vooraf de bevraging via aan te kondigen aan hun leden. Wat betreft de opvolging van de bevraging van de gemeenteontvangers, werden twee herinneringsmails aan de niet-respondenten verstuurd door de onderzoekers zelf. Daarnaast werden alle provinciale voorzitters van VLO en VLAGEWO gecontacteerd met de vraag of zij een herinneringsmail naar hun leden wilden versturen. De opvolging werd afgerond met telefonische contactnames, waarbij aan de niet-respondenten werd gevraagd om alsnog hun medewerking aan het onderzoek te verlenen. De bevraging van de gemeenteontvangers werd afgesloten in februari 2009 met een responsgraad die 80% (n=246) bedroeg voor het onderdeel waarin de vragen over de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger aan bod kwamen. De gerealiseerde steekproef wordt besproken in onderdeel De Algemene Vergadering van VLAGEWO waarvan sprake in de tekst ging door op te Brasschaat. 14

15 > 2.3. Evaluatie van de gerealiseerde steekproeven Zoals reeds vermeld, bedragen de responscijfers voor de bevraging van de Vlaamse gemeentesecretarissen en de bevraging van de Vlaamse gemeenteontvangers respectievelijk 56% en 80%. De vraag stelt zich in welke mate onze bevindingen generaliseerbaar zijn naar de totale populatie van de Vlaamse gemeentesecretarissen enerzijds en de totale populatie van de Vlaamse gemeenteontvangers anderzijds. In dit onderdeel staan we stil bij de representativiteit van de verzamelde data. In het eerste luik van dit onderdeel staan we stil bij de representativiteit van de gerealiseerde steekproeven naar inwonersklasse. Het tweede luik gaat dieper in op de representativiteit van de verzamelde gegevens naar provincie. In het derde luik, ten slotte, worden de bevindingen omtrent de representativiteit van de gerealiseerde steekproeven samengevat. > Representativiteit naar inwonersklasse Ten eerste gaan we na of de respondenten van de bevraging representatief zijn voor de gehele populatie met betrekking tot het inwonertal van de gemeente waarvoor zij de secretaris- respectievelijk de ontvangersfunctie uitoefenen. We bekijken meer bepaald hoe het aandeel van de gemeenten binnen een bepaalde inwonersklasse in de steekproef (in %) zich verhoudt tot het aandeel van het totale aantal Vlaamse gemeenten binnen deze inwonersklasse (in %). Daarbij onderscheiden we vijf inwonersklassen: 1) inwoners; 2) inwoners; 3) inwoners; 4) inwoners; 5) > inwoners. De representativiteit naar inwonersklasse wordt zowel voor de gerealiseerde steekproef van de Vlaamse gemeentesecretarissen als voor de gerealiseerde steekproef van de Vlaamse gemeenteontvangers nagegaan. Figuur 1 zet de procentuele verdeling van de gemeenten in de gerealiseerde steekproef van de Vlaamse gemeentesecretarissen over de verschillende 15

16 inwonersklassen af tegenover de procentuele verdeling van de gemeenten in de populatie over deze inwonersklassen. Figuur 1. Representativiteit naar inwonersklasse van de steekproef van Vlaamse gemeentesecretarissen > Populatie Steekproef We merken op dat de gemeenten met een inwonertal van licht ondervertegenwoordigd zijn in de gerealiseerde steekproef van de Vlaamse gemeentesecretarissen. De gemeenten met een inwonertal dat hoger is dan , zijn daarentegen licht oververtegenwoordigd in de gerealiseerde steekproef. De verschillen tussen de gerealiseerde steekproef en de gehele populatie van de Vlaamse gemeenten blijken evenwel niet statistisch significant (p=0.80). We kunnen aldus besluiten dat de gerealiseerde steekproef van de Vlaamse gemeentesecretarissen representatief is naar inwonersklasse. In figuur 2 wordt vervolgens dezelfde analyse uitgevoerd voor de gerealiseerde steekproef van de Vlaamse gemeenteontvangers. Deze figuur zet de procentuele verdeling van de gemeenten waarvan de ontvanger de bevraging beantwoord heeft over de verschillende inwonersklassen af 3 Bron: Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) / FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Statistiek & Economische Informatie. Werkelijke bevolking per gemeente op 1 januari ( 16

17 tegenover de procentuele verdeling van de gemeenten in de populatie over deze inwonersklassen. Figuur 2. Representativiteit naar inwonersklasse van de steekproef van Vlaamse gemeenteontvangers > Populatie Steekproef Op basis van figuur 2 kunnen we vaststellen dat de gemeenten waarvan het inwonertal lager is dan licht ondervertegenwoordigd zijn in de gerealiseerde steekproef van de Vlaamse gemeenteontvangers. De gemeenten met een inwonertal hoger dan blijken daarentegen licht oververtegenwoordigd te zijn in de gerealiseerde steekproef. De verschillen tussen de steekproef en de populatie zijn echter niet significant (p=0.69). Dit betekent dat ook de gerealiseerde steekproef van de Vlaamse gemeenteontvangers representatief is naar inwonersklasse. > Representativiteit naar provincie In dit onderdeel gaan we na of de gerealiseerde steekproef representatief is voor de gehele populatie van de Vlaamse gemeenten naar spreiding over de 4 Bron: Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) / FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Statistiek & Economische Informatie. Werkelijke bevolking per gemeente op 1 januari ( 17

18 verschillende provincies. We vergelijken daartoe het aantal gemeenten binnen een bepaalde provincie in de steekproef met het aantal gemeenten binnen deze provincie in de populatie (in %). Figuur 3 zet de procentuele verdeling van de gemeenten in de gerealiseerde steekproef van de Vlaamse gemeentesecretarissen over de verschillende provincies af tegenover de procentuele verdeling van de gemeenten in de populatie over deze provincies. Figuur 3. Representativiteit naar provincie van de steekproef van Vlaamse gemeentesecretarissen Vlaanderen Vlaams-Brabant Antwerpen Limburg Oost- West- Vlaanderen Populatie Steekproef We stellen vast dat de gemeenten binnen de provincies Antwerpen, Limburg en Vlaams-Brabant licht ondervertegenwoordigd zijn in de gerealiseerde steekproef. De gemeenten binnen de provincies Oost-Vlaanderen en West- Vlaanderen zijn daarentegen licht oververtegenwoordigd. Deze verschillen tussen de steekproef en de populatie zijn echter verwaarloosbaar klein. Ze blijken dan ook niet statistisch significant te zijn (p=0.98). We besluiten dat 5 Bron: Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) / FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Statistiek & Economische Informatie. Werkelijke bevolking per gemeente op 1 januari ( 18

19 de gerealiseerde steekproef van gemeentesecretarissen representatief is naar provincie. We analyseren de gerealiseerde steekproef voor de gemeenteontvangers op eenzelfde wijze. Figuur 4 zet daartoe de procentuele verdeling van de gemeenten waarvan de ontvanger de bevraging beantwoord heeft over de verschillende provincies af tegenover de procentuele verdeling van de gemeenten in de populatie over deze provincies. We merken op dat de gemeenten binnen de provincies Antwerpen en Oost- Vlaanderen licht oververtegenwoordigd zijn in de steekproef. De gemeenten binnen de provincies Limburg, Vlaams-Brabant en West-Vlaanderen zijn daarentegen licht ondervertegenwoordigd. De verschillen tussen de gerealiseerde steekproef en de populatie zijn evenwel niet statistisch significant (p=0.56). Ook de gerealiseerde steekproef voor de bevraging van de Vlaamse gemeenteontvangers blijkt aldus representatief naar provincie. Figuur 4. Representativiteit naar provincie van de steekproef van Vlaamse gemeenteontvangers Vlaanderen Brabant Antwerpen Limburg Oost- Vlaams- West- Vlaanderen Populatie Steekproef 6 Bron: Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) / FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Algemene Directie Statistiek & Economische Informatie. Werkelijke bevolking per gemeente op 1 januari ( 19

20 > Besluit: evaluatie van de gerealiseerde steekproeven Op basis van de analyses in de onderdelen en , kunnen we besluiten dat de gerealiseerde steekproeven voor de bevragingen van de Vlaamse gemeentesecretarissen en de Vlaamse gemeenteontvangers representatief zijn voor de gehele populatie van de Vlaamse gemeenten, en dit zowel naar inwonersklasse als naar provincie. Beide steekproeven vormen wat deze variabelen betreft aldus een goede afspiegeling van de populatie waarvan zij deel uitmaken. 20

21 3. Resultaten Dit hoofdstuk zet de resultaten van het onderzoek naar de percepties van de betrokken actoren omtrent de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger, uiteen. In het eerste onderdeel beschrijven we de scores die de respondenten van de bevraging van de Vlaamse gemeentesecretarissen aan de zes stellingen, opgelijst in onderdeel 2.1., toekenden. Vervolgens belichten we in het tweede onderdeel de resultaten van de bevraging van de Vlaamse gemeenteontvangers. Het derde onderdeel vergelijkt, ten slotte, de resultaten van de bevraging van de gemeentesecretarissen met die van de bevraging van de gemeenteontvangers. > 3.1. Resultaten van de bevraging van de Vlaamse gemeentesecretarissen De scores die de respondenten van de bevraging van de Vlaamse gemeentesecretarissen aan de zes stellingen, opgelijst in onderdeel 2.1., toekenden, worden grafisch weergegeven in figuur 5. Hieronder worden deze resultaten eveneens beknopt beschreven. Stelling 1: Een overgrote meerderheid van de respondenten (75%) blijkt het eerder of helemaal oneens te zijn met de stelling dat het een verbetering is dat de secretaris nu ook verantwoordelijk is voor de betalingsopdrachten. 12% van de bevraagden (de som van de categorieën eerder en helemaal eens) gaven aan deze vernieuwing wel als een verbetering te beschouwen. 13% van de respondenten rapporteerden het noch eens, noch oneens te zijn met deze stelling. Stelling 2: Ook de stelling dat het een verbetering is dat de secretaris nu verantwoordelijk is voor de kasverrichtingen van de gemeente werd door de respondenten overwegend negatief beantwoord. 81% gaven aan het eerder of helemaal oneens te zijn met deze stelling. 6% van de bevraagden (de som van de categorieën eerder en helemaal eens) blijken positief over deze wijziging in de taakverdeling tussen secretaris en ontvanger. 12% van de respondenten duidden aan dat ze het noch eens, noch oneens zijn met deze stelling. 21

22 Figuur 5. De gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger: de mening van de Vlaamse gemeentesecretarissen (in %) Het is een verbetering dat de secretaris nu ook verantwoordelijk is voor de betalingsopdrachten Het is een verbetering dat de secretaris nu verantwoordelijk is voor de kasverrichtingen van de gemeente 54 t takenpakket van de secretaris en dat van de ontvanger zijn in de huidige situatie goed op elkaar afgestemd t takenpakket van de secretaris en dat van de ontvanger zijn in de huidige situatie voldoende duidelijk afgebakend n verbetering dat de ontvanger voor een aantal taken onder de functionele leiding van de secretaris werd geplaatst Het samenwerkingsmodel tussen secretaris en ontvanger, zoals in het meentedecreet vooropgesteld, zal de werking van mijn bestuur verbeteren He He Het is ee ge Helemaal oneens Eerder oneens Noch eens, noch oneens Eerder eens Helemaal eens

23 De twee volgende stellingen betreffen de onderlinge afstemming en de afbakening van de takenpakketten van secretaris en ontvanger. Stelling 3: De respondenten schijnen vooral negatief te staan ten aanzien van de onderlinge afstemming van deze takenpakketten. 52% van hen gaven aan het eerder of helemaal oneens te zijn met de stelling dat de takenpakketten van secretaris en ontvangers in de huidige situatie goed op elkaar zijn afgestemd. Daarnaast duidde een relatief grote groep (28%) aan het noch eens, noch oneens te zijn met deze stelling. 19% van de bevraagden (de som van de categorieën eerder en helemaal eens) blijken tevreden over de onderlinge afstemming van beide takenpakketten in de huidige situatie. Stelling 4: Over de afbakening van de takenpakketten van secretaris en ontvanger blijken de meningen veeleer verdeeld. 39% van de bevraagden (de som van de categorieën eerder en helemaal eens) gaven aan de takenpakketten van secretaris en ontvanger voldoende duidelijk afgebakend te vinden in de huidige situatie. Een andere 39% is het dan weer eerder of helemaal oneens met deze stelling. 22% van de bevraagden duidden aan het noch eens, noch oneens te zijn met deze stelling. Stelling 5: Ook over de stelling Het is een verbetering dat de ontvanger voor een aantal taken onder de functionele leiding van de secretaris werd geplaatst, zijn de meningen eerder verdeeld. 49% van de bevraagden (de som van de categorieën eerder en helemaal eens) gaven aan deze wijziging als een verbetering te beschouwen. 31% van de respondenten (de som van de categorieën eerder en helemaal oneens) duidden daarentegen aan hiermee niet akkoord te gaan. Ook de groep die stelde het noch eens, noch oneens te zijn met de stelling, is, met 21%, opnieuw relatief groot. Stelling 6: Tot slot peilden we naar de mate waarin de bevraagden menen dat het samenwerkingsmodel tussen secretaris en ontvanger, zoals vooropgesteld in het gemeentedecreet, de werking van hun bestuur zal verbeteren. 36% van de respondenten (de som van de categorieën eerder eens en helemaal eens) beantwoordden deze stelling positief. 22% van de bevraagden duidden aan het eerder of helemaal oneens te zijn met deze stelling. De groep die aangaf het noch eens, noch oneens te zijn bleek met 42% uitzonderlijk groot. Een verklaring hiervoor kan erin bestaan dat veel respondenten dubbele gevoelens hebben omtrent de gewijzigde 23

24 taakverdeling tussen secretaris en ontvanger en het vooropgestelde samenwerkingsmodel tussen beiden. Om na te gaan hoe de antwoorden van de respondenten van de bevraging van de gemeentesecretarissen op de verschillende stellingen zich tot elkaar verhouden, onderzoeken we in welke mate zij onderling correleren. Dit kunnen we tot uiting brengen door de Cronbach alpha coëfficiënt voor de zes stellingen te berekenen. Onze analyse wijst uit dat de Cronbach alpha coëfficiënt 0,77 bedraagt, en dat de scores voor alle stellingen positief met elkaar gecorreleerd zijn. Dit impliceert dat de respondenten die zich over een van de stellingen negatief uitlieten, doorgaans ook alle andere stellingen negatief beantwoordden, en, vice versa, dat respondenten die een van de stellingen positiever beoordeelden, veelal ook positiever schenen te staan tegenover de andere aspecten van de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger die we in onze vragenlijst opnamen. 7 Een louter beschrijvende analyse wijst voorts uit dat 8% van de bevraagden het helemaal of eerder oneens waren met elk van de zes stellingen die we hen voorlegden. 8% van de respondenten blijken dus negatief te staan ten aanzien van elk van de zes aspecten van de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger die we in de vragenlijst opnamen. 1,74% van de respondenten gaven daarentegen aan het eerder of helemaal eens te zijn met elk van de zes bovengenoemde stellingen. De resultaten van de analyses van de relaties tussen de scores van de respondenten op elk van de hen voorgelegde stellingen en het inwonertal van de gemeenten waarvan zij secretaris zijn, zijn minder eenduidig. 8 7 Significante verbanden (p<0,05) werden daarbij vastgesteld tussen de antwoorden van de respondenten op alle stellingen onderling, behalve tussen de stelling over de toewijzing van de verantwoordelijkheid over de kasverrichtingen aan de secretaris enerzijds en de stelling over de afbakening van de takenpakketten van secretaris en ontvanger anderzijds. 8 Onze analyse bestond uit het berekenen van de Spearman-correlatie-coëfficiënt voor de relaties tussen de scores van de respondenten op de verschillende stellingen enerzijds en het inwonertal van de gemeente waarvan zij secretaris zijn, anderzijds. Als dubbelcheck voerden we dezelfde analyse uit 1) met de gestandaardiseerde inwonertallen van de gemeente; 2) enkel voor de gemeenten waarvan de inwonertallen tussen 1000 en

25 Zo konden we geen significante verbanden terugvinden tussen de scores van de respondenten op stelling 1 ( betalingsopdrachten ), stelling 2 ( kasverrichtingen ), en stelling 4 ( afbakening van de takenpakketten van secretaris en ontvanger ) enerzijds en het inwonertal van de gemeente waarvan zij secretaris zijn anderzijds. Tussen de scores van de respondenten op stelling 3 ( afstemming van de takenpakketten van secretaris en ontvanger ), stelling 5 ( ontvanger onder functionele leiding van secretaris) en stelling 6 ( samenwerkingsmodel tussen secretaris en ontvanger ) enerzijds en het inwonertal van de gemeenten waarvoor zij de secretarisfunctie uitoefenen anderzijds treffen we daarentegen kleine negatieve, maar significante verbanden aan (respectievelijk ρ=-0,18 met p=0.02; ρ=-0,18 met p=0.02; en ρ=-0,23 met p=0.0032). 9 Hoe hoger het inwonertal van een gemeente, hoe negatiever stelling 3, stelling 5 en stelling 6 dus beantwoord worden door de secretaris van deze gemeente. Deze verbanden dienen echter wel genuanceerd te worden, aangezien de correlatie-coëfficiënten (ρ) tussen de verschillende variabelen niet sterk uitgesproken zijn. > 3.2. Resultaten van de bevraging van de Vlaamse gemeenteontvangers In figuur 6 worden vervolgens de resultaten van de bevraging van de gemeenteontvangers opgelijst. Deze resultaten geven een beeld weer dat grotendeels gelijkaardig is aan dat van de bevraging van de gemeentesecretarissen. liggen; en, ten slotte, 3) enkel voor de gemeenten waarvan de inwonertallen tussen 1000 en liggen. 9 Het negatieve verband tussen de scores op stelling 3 en 6 bleek voor alle hierboven genoemde analyses significant. Voor stelling 5 vonden we echter geen significant verband indien we de analyse uitvoerden enkel voor die gemeenten waarvan de inwonertallen tussen 1000 en liggen. De p-waarde bedroeg in dit geval weliswaar nog 0,08. Bij de andere analyses was de p-waarde voor het verband tussen de scores op stelling 5 en het inwonertal van de gemeenten kleiner dan 0,05 en dus wel significant. 25

26 Stelling 1: 69% van de bevraagden duidden aan het helemaal of eerder oneens te zijn met de stelling dat het een verbetering is dat de secretaris nu ook verantwoordelijk is voor de betalingsopdrachten. 24% van de respondenten (de som van de categorieën eerder en helemaal eens) gaven aan deze wijziging als een verbetering te beschouwen. 7% rapporteerden het noch eens, noch oneens te zijn. Stelling 2: Net zoals de gemeentesecretarissen, staan ook de gemeenteontvangers overwegend negatief ten aanzien van de toekenning van de verantwoordelijkheid voor de kasverrichtingen aan de secretaris. 58% van de respondenten gaven aan het helemaal oneens te zijn met de stelling dat deze wijziging een verbetering is ten aanzien van de vroegere situatie. 27% duidden aan het eerder oneens te zijn met deze stelling. 8% van de bevraagden (de som van categorieën eerder en helemaal eens) lieten zich positief uit over het gegeven dat de secretaris nu verantwoordelijk is voor de kasverrichtingen van de gemeente. Een andere 8% rapporteerden dan weer het noch eens, noch oneens te zijn. Ook met betrekking tot de stellingen omtrent de afbakening en de onderlinge afstemming van de takenpakketten van secretaris en ontvanger lopen de antwoorden van de gemeenteontvangers grotendeels parallel aan die van de gemeentesecretarissen. Stelling 3: De ontvangers blijken, net zoals de secretarissen, vooral ontevreden over de onderlinge afstemming van beide takenpakketten. Meer bepaald 53% van de respondenten gaven aan het helemaal of eerder oneens te zijn met de stelling dat de takenpakketten van secretaris en ontvanger goed op elkaar zijn afgestemd. 17% van de bevraagden (de som van de categorieën eerder en helemaal eens) toonden zich daarentegen wel tevreden met de onderlinge afstemming van beide takenpakketten in de huidige situatie. Net zoals voor de secretarissenbevraging het geval was, is de groep die berichtte het noch eens, noch oneens te zijn, relatief groot (30%). Stelling 4: Over de afbakening van de takenpakketten van secretaris en ontvanger zijn de meningen van de gemeenteontvangers, net zoals die van de gemeentesecretarissen, verdeeld. 32% van de respondenten (de som van categorieën eerder en helemaal eens) gaven aan de takenpakketten van 26

27 Figuur 6. De gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger: de mening van de Vlaamse gemeenteontvangers (in %) een verbetering dat de secretaris nu ook verantwoordelijk is voor de betalingsopdrachten et is een verbetering dat de secretaris nu verantwoordelijk is voor de 58 kasverrichtingen van de gemeente enpakket van de secretaris en dat van de ontvanger zijn in de huidige situatie goed op elkaar afgestemd enpakket van de secretaris en dat van de ontvanger zijn in de huidige situatie voldoende duidelijk afgebakend t is een verbetering dat de ontvanger voor een aantal taken onder de functionele leiding van de secretaris werd geplaatst samenwerkingsmodel tussen secretaris en ontvanger, zoals in het tedecreet vooropgesteld, zal de werking van mijn bestuur verbeteren Het is H Het tak Het tak He Het gemeen Helemaal oneens Eerder oneens Noch eens, noch oneens Eerder eens Helemaal eens

28 secretaris en ontvanger voldoende duidelijk afgebakend te vinden in de huidige situatie. 42% duidden dan weer aan het eerder of helemaal oneens te zijn met deze stelling. De groep die aangaf het noch eens, noch oneens te zijn met de stelling, is, met 26%, opnieuw relatief groot. Stelling 5: Over de stelling Het is een verbetering dat de ontvanger voor een aantal taken onder de functionele leiding van de secretaris werd geplaatst lieten de gemeenteontvangers zich daarentegen een stuk negatiever uit dan de gemeentesecretarissen. Meer bepaald 65% van de bevraagden gaven aan het hiermee helemaal of eerder oneens te zijn. Slechts 12% van de respondenten (de som van de categorieën eerder en helemaal eens) duidden aan deze wijziging als een verbetering te beschouwen. 24% rapporteerden het noch eens, noch oneens te zijn met deze uitspraak. Stelling 6: Over het beoogde samenwerkingsmodel tussen secretaris en ontvanger zijn de meningen van de ontvangers sterk verdeeld. 34% van de bevraagden beantwoordden deze stelling positief. 33% van de respondenten gaven echter aan het helemaal of eerder oneens te zijn met de stelling dat het samenwerkingsmodel tussen secretaris en ontvanger, zoals in het gemeentedecreet vooropgesteld, de werking van hun bestuur zal verbeteren. Net zoals bij de bevraging van de gemeentesecretarissen, is de groep die aangaf het noch eens, noch oneens te zijn met de uitspraak erg groot (33%). Eenzelfde verklaring kan ook hier gelden. Om na te gaan hoe de antwoorden van de respondenten van de ontvangersbevraging op de verschillende stellingen zich tot elkaar verhouden, berekenen we opnieuw de Cronbach alpha coëfficiënt voor de scores van de respondenten op de zes stellingen. Deze bedraagt in dit geval 74%. Net zoals bij de bevraging van de gemeentesecretarissen, zijn de scores voor alle stellingen bovendien positief met elkaar gecorreleerd. De respondenten die een van de stellingen negatief beoordeelden, beantwoordden aldus doorgaans ook alle andere stellingen negatief en de respondenten die zich over een van de stellingen positief uitlieten, schenen veelal ook positiever te staan tegenover de andere aspecten van de 28

29 gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger die we bevraagden. 10 Voorts bleken 14% van de respondenten van de ontvangersbevraging het helemaal of eerder oneens te zijn met elk van de zes stellingen die we hen voorlegden. 14% van de bevraagden staan dus negatief ten aanzien van alle aspecten van de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger die we bevraagden. Deze groep is duidelijk groter bij de respondenten van de bevraging van de gemeenteontvangers dan bij de respondenten van de bevraging van de gemeentesecretarissen (cfr. supra). 1,22% van de respondenten gaven aan het eerder of helemaal eens te zijn met elk van de zes bovengenoemde stellingen omtrent de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger. Ook voor de resultaten van de ontvangersbevraging gingen we het verband tussen de scores van de respondenten op elk van de hen voorgelegde stellingen en het inwonertal van de gemeenten waarvan zij ontvanger zijn, na. In tegenstelling tot de resultaten van de secretarissenbevraging, vinden we tussen de scores die de ontvangers aan elk van de zes stellingen toekenden en het inwonertal van de gemeente waarvoor zij de ontvangersfunctie uitoefenen, geen significante verbanden terug. > 3.3. De resultaten van de ontvangers- en secretarissenbevraging vergeleken Tot slot gaan we het verband na tussen de scores die de respondenten van de ontvangersbevraging en de scores die de respondenten van de secretarissenbevraging aan elke stelling toekenden. Indien we tussen deze scores positief significante verbanden terugvinden, stijgt de kans immers dat een kenmerk op het niveau van het bestuur in plaats van op het niveau van het individu de attitudes van de ontvangers en secretarissen ten aanzien van de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger bepaalt. 10 Significante verbanden (p<0,05) werden daarbij vastgesteld tussen de antwoorden van de respondenten op alle stellingen onderling. 29

30 Onze analyses wijzen echter uit dat er geen significante verbanden bestaan tussen de scores die de respondenten van de ontvangersbevraging en de respondenten van de secretarissenbevraging aan de zes stellingen toekenden. Om de relaties tussen de scores van de respondenten van de secretarissenbevraging en die van de ontvangersbevraging verder uit te diepen, voeren we een beschrijvende verschillenanalyse uit voor de 128 besturen waarvan zowel de secretaris als de ontvanger alle stellingen beantwoordden. Daartoe trekken we de score die de ontvanger van een bestuur aan een stelling toegekend heeft (1 tot 5 met 1=helemaal oneens en 5=helemaal eens), af van de score die de secretaris van dat bestuur aan dezelfde stelling toegekend heeft (1 tot 5 met 1=helemaal oneens en 5=helemaal eens). De resultaten van deze verschillenanalyse worden in tabel 1 per stelling opgelijst. De eerste kolom geeft alle mogelijke verschilscores weer. 0 wijst erop dat de ontvanger en de secretaris van een bestuur dezelfde score aan een bepaalde stelling toegekend hebben. Extreme scores zoals 4 en -4 duiden daarentegen aan dat de ontvanger en de secretaris van eenzelfde bestuur lijnrecht tegenover mekaar staan in hun antwoord op een stelling. Tabel 1. Frequentietabel van de verschillen tussen de scores van de respondenten van de secretarissenbevraging en de scores van de respondenten van de ontvangersbevraging (in %) Stelling 1 Stelling 2 Stelling 3 Stelling 4 Stelling 5 Stelling De resultaten in tabel 1 dienen weliswaar genuanceerd te worden in die zin dat een score van +1 of -1 zowel kan staan voor het verschil tussen eerder 30

31 (on)eens en noch eens/oneens als voor het verschil tussen eerder (on)eens en helemaal (on)eens. De werkelijke verschillen tussen deze verscheidene antwoordcategorieën kunnen in werkelijkheid echter anders worden geïnterpreteerd. Desalniettemin kunnen we op basis van de tabel een aantal interessante vaststellingen doen. Zo blijkt dat in 30% van de 128 gemeenten die we in onze verschillenanalyse opnamen, de secretaris en ontvanger volledig dezelfde mening zijn toegedaan omtrent stelling 1. Voor stelling 2, 3, 4, 5 en 6 bedraagt dit cijfer respectievelijk 48%; 28%; 34%; 20% en 34%. Met uitzondering van de scores op de vijfde stelling ( ontvanger onder de functionele leiding van de secretaris ), zijn deze percentages aldus relatief hoog. Ook de besturen waarvan het verschil tussen het antwoord van de secretaris en dat van de ontvanger één scorepunt is, zijn relatief talrijk: 36% van de 128 gemeenten die we in onze verschillenanalyse opnamen, voor de eerste stelling (som van percentages in + 1 en -1); 33% voor de tweede stelling; 47% voor de derde stelling; 31% voor de vierde stelling; 37% voor de vijfde stelling; en, ten slotte, 39% voor de zesde stelling. Omwille van de redenen die hierboven werden vermeld, moeten we deze resultaten weliswaar nuanceren. Daartegenover staat echter dat in 20% van deze besturen het verschil tussen het antwoord van de secretaris en dat van de ontvanger op de eerste stelling 3 of meer scorepunten bedraagt (som van de percentages van de besturen waarvan de verschilscore -4, -3, 3 of 4 is). Met andere woorden, in 20% van de 128 besturen schijnen de secretaris en de ontvanger lijnrecht tegenover elkaar te staan wat betreft hun mening over de toekenning van de verantwoordelijkheid voor de betalingsopdrachten aan de secretaris. Voor stelling 2, 3, 4, 5 en 6 bedragen deze percentages respectievelijk 6; 5; 6; 19 en 7. Het zijn kennelijk deze waarden die ervoor zorgen dat we geen significant positieve verbanden aantreffen tussen de antwoorden van de respondenten van de secretarissenbevraging enerzijds en die van de respondenten van de ontvangersbevraging anderzijds (cfr. supra). Een andere interessante vraagstelling is of de verschillen tussen de scores van de secretarissen en ontvangers al dan niet consistent zijn voor elk van 31

32 de zes stellingen. We gaan met andere woorden na of het zo is, dat als de ontvanger en de secretaris van een bestuur er een andere mening op nahouden omtrent een bepaalde stelling, de kans stijgt dat dit ook het geval is voor de andere stellingen. Daartoe berekenen we de Cronbach alpha coëfficiënt voor de verschilscores van elk van de zes stellingen. Onze analyse wijst uit dat deze coëfficiënt 0,78 bedraagt en dat de verschilscores significant positief met elkaar gecorreleerd zijn. De verschilscores zijn aldus consistent over de zes stellingen heen. 11 Wanneer de secretaris en de ontvanger van eenzelfde bestuur een andere mening hebben over een bepaald aspect van de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger, stijgt de kans aldus dat zij het tevens oneens zijn over andere aspecten van de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger. 11 Significante verbanden (p<0,05) werden bovendien vastgesteld tussen alle verschilscores onderling. 32

33 4. Reflectie De resultaten van de bevraging Management & Innovatie in Lokale Besturen tonen aan dat de gemeentesecretarissen en -ontvangers niet onverdeeld positief staan ten aanzien van de naar aanleiding van het gemeentedecreet gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger. Over de meerderheid van de wijzigingen die in deze taakverdeling werden aangebracht, stellen de respondenten dat zij geen verbetering inhouden ten aanzien de situatie voor de invoering van het gemeentedecreet. Vooral de toekenning van de verantwoordelijkheid over de kasverrichtingen aan de secretaris en de invoering van de dubbele handtekening worden erg negatief beoordeeld, zowel door de gemeentesecretarissen als door de gemeenteontvangers. Daarnaast laten de ontvangers zich ook overwegend negatief uit over het gegeven dat zij voor een aantal van hun taken onder de functionele leiding van de secretaris zijn komen te staan. In wat volgt reiken we eerst enkele mogelijke verklaringen aan voor het ongenoegen dat kennelijk heerst bij deze twee respondentengroepen over de gewijzigde taakverdeling. Vervolgens verkennen we een aantal mogelijke scenario s. > 4.1. Enkele verklaringen geëxploreerd De bevraging Management & Innovatie in Lokale Besturen had als voornaamste doel de managementinstrumenten waarop gemeenten en OCMW s een beroep doen en de wijze waarop de secretarissen en ontvangers deze instrumenten evalueren, op een representatieve wijze in kaart te brengen. De resultaten van de bivariate analyses die we uitvoerden om de relaties tussen een aantal randfactoren en de scores van de respondenten op de verschillende stellingen te onderzoeken, zijn bovendien niet eenduidig wat betreft mogelijke verklarende factoren voor de attitudes van de secretarissen en ontvangers ten aanzien van de gewijzigde taakverdeling. Op basis van de literatuur enerzijds en de verkennende interviews die we opzetten ter voorbereiding van de bevraging (n=23) 33

34 anderzijds kunnen we weliswaar een aantal mogelijke verklaringen formuleren. Zij worden in dit onderdeel beknopt opgelijst. Een eerste mogelijke verklaring voor het gebrek aan enthousiasme van de betrokken actoren vloeit voort uit het gegeven dat de wijziging van de taakverdeling ingrijpt op de bestaande machtsrelaties tussen secretarissen en ontvangers. Terwijl de figuur van de ontvanger voorheen veeleer naast en op gelijke hoogte met de secretaris gepositioneerd werd, werd hij met het gemeentedecreet voor een aantal taken onder de functionele leiding van de secretaris geplaatst. Verschillende sociaal-wetenschappelijke theorieën voorspellen dat actoren macht nastreven, en dat ze, eenmaal ze macht hebben verworven over bepaalde aangelegenheden, die macht in de mate van het mogelijke zullen beschermen (Bachrach & Baratz, 1962; Dahl, 1957). Een dergelijke verklaring blijkt echter onvoldoende om tevens het bestaande ongenoegen bij de gemeentesecretarissen te verklaren. Hoewel deze groep van respondenten met het gemeentedecreet een aantal nieuwe verantwoordelijkheden verworven heeft, beoordeelt ook zij een aantal aspecten van de gewijzigde taakverdeling immers erg negatief. Een mogelijke verklaring voor deze vaststelling is dat de secretarissen de nieuwe verantwoordelijkheden die hen toegewezen werden ofwel niet willen dragen (bv. omwille van de risico s die eraan gekoppeld zijn), ofwel niet kunnen dragen (bv. omwille van praktische bezwaren: IT-infrastructuur die hier niet op voorzien is, gebrek aan tijd, etc.). Een alternatieve verklaring kan zijn dat de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger ingrijpt op de interpersoonlijke relaties binnen de besturen (zie bijvoorbeeld Kickert, Klijn & Koppenjan, 1997). Deze verklaring impliceert dat de wijze waarop de respondenten de wijzigingen in de taakverdeling tussen secretaris en ontvanger evalueren, afhankelijk is van de interpersoonlijke relaties die zij met de secretaris/ontvanger van hun bestuur hebben. Ze schijnt echter onvoldoende om het bestaande ongenoegen over de gewijzigde taakverdeling tussen secretaris en ontvanger volledig te verklaren, aangezien de antwoorden van de respondenten relatief eenduidig zijn. Ten vierde kan het ongenoegen van de respondenten mogelijk verklaard worden vanuit de literatuur omtrent veranderingsmanagement. Daarin 34

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.

4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. 4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,

Nadere informatie

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten

Bevraging Management. De Vlaamse overheid. Resultaten Bevraging Management De Vlaamse overheid Resultaten Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 7 3. Algemene tevredenheid p. 8 4. De resultaten per vraag p. 9 5. Informatie open vragen p. 17 2

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie

Percepties over het Gemeentedecreet anno 2012 verklaard. Multivariate analyses. Rapport. Hennau Sofie & Ackaert Johan

Percepties over het Gemeentedecreet anno 2012 verklaard. Multivariate analyses. Rapport. Hennau Sofie & Ackaert Johan Percepties over het Gemeentedecreet anno 2012 verklaard Multivariate analyses Rapport Hennau Sofie & Ackaert Johan Inhoudstafel Managementsamenvatting 10 1. Inleiding 13 2. Onafhankelijke variabelen 15

Nadere informatie

IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary

IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary IWT Klantentevredenheid 2011 Executive summary Onderzoeksopzet De beheersovereenkomst tussen IWT en de voogdijminister voorziet in een 2-jaarlijkse klantentevredenheidsanalyse. Midden 2011 werd een eerste

Nadere informatie

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015

Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...

Nadere informatie

VVSG Studiedag 11 maart Eva Platteau Prof. dr. Annie Hondeghem Instituut voor de Overheid K.U.Leuven

VVSG Studiedag 11 maart Eva Platteau Prof. dr. Annie Hondeghem Instituut voor de Overheid K.U.Leuven VVSG Studiedag 11 maart 9 Eva Platteau Prof. dr. Annie Hondeghem Instituut voor de Overheid K.U.Leuven Steunpunt bestuurlijke organisatie Vlaanderen 1 Liggen de lokale besturen wakker van de pensioenproblematiek?

Nadere informatie

Naar een lokale externe auditfunctie resultaten van een survey-onderzoek bij de ontvangers van de Vlaamse gemeenten en

Naar een lokale externe auditfunctie resultaten van een survey-onderzoek bij de ontvangers van de Vlaamse gemeenten en Naar een lokale externe auditfunctie resultaten van een survey-onderzoek bij de ontvangers van de Vlaamse gemeenten en OCMW s Katrien Weets en Geert Bouckaert M1] Inleiding Samenvatting - Met het gemeente-

Nadere informatie

Bevraging van de stakeholders POD Maatschappelijke Integratie. mei DG Organisatie- en Personeelsontwikkeling FOD Personeel & Organisatie

Bevraging van de stakeholders POD Maatschappelijke Integratie. mei DG Organisatie- en Personeelsontwikkeling FOD Personeel & Organisatie Bevraging van de s POD Maatschappelijke Integratie mei 2010 DG Organisatie- en Personeelsontwikkeling FOD Personeel & Organisatie Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 1.1 Voorwerp van dit rapport... 3 1.2 Vragenlijst...

Nadere informatie

IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT. Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor:

IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT. Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor: IWT KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK 2013 Executive summary redactie door IWT Uitgevoerd door: GfK Belgium Opgesteld voor: 1 Onderzoeksopzet Om bij de verdere ontwikkeling van zijn werking beter rekening

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend rapport Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 8 3. De resultaten per vraag p. 9 4. Informatie open vragen

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

SBOV II HRM & veranderingsmanagement. 6 oktober Ria JANVIER (Universiteit Antwerpen) HRM & veranderingsmanagement. HRM & veranderingsmanagement

SBOV II HRM & veranderingsmanagement. 6 oktober Ria JANVIER (Universiteit Antwerpen) HRM & veranderingsmanagement. HRM & veranderingsmanagement HRM & veranderingsmanagement Stand van het lokale personeelsbeleid en de aansturing ervan door de Vlaamse overheid Annie HONDEGHEM (K.U.Leuven) Nele PEETERS & Chiara DE CALUWÉ (Universiteit Antwerpen)

Nadere informatie

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer

Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer Stand van zaken van de Smart City -dynamiek in België: een kwantitatieve barometer AUTEURS Jonathan Desdemoustier, onderzoeker-doctorandus, Smart City Institute, HEC-Liège, Universiteit van Luik (België)

Nadere informatie

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996 Dit deel van het onderzoek omvat alle personen tussen de 18 en 55 jaar oud (leeftijdsgrenzen inbegrepen) op 30 juni 1997, wiens dossier van het Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Evaluatie van Open Bedrijvendag

Evaluatie van Open Bedrijvendag Evaluatie van Open Bedrijvendag Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel April 2011 Samenvatting De Open Bedrijvendag

Nadere informatie

Wetenschap bij jou in de buurt/bib

Wetenschap bij jou in de buurt/bib Januari 2007 Vlaamse Overheid - departement Economie, Wetenschap en Innovatie Nobody s Unpredictable Inhoud I. Inleiding II. Synthese 1 I. INLEIDING 2 Onderzoeksdoelstelling De Vlaamse overheid besteedt

Nadere informatie

Leeswijzer rapporten

Leeswijzer rapporten Leeswijzer rapporten Naar aanleiding van de lokale verkiezingen legt ACV Openbare Diensten de noden van het personeel van de gemeenten, OCMW s, provincies en intercommunales op tafel. We brengen de arbeidstevredenheid

Nadere informatie

FUMO deelnemersonderzoek 2015

FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO deelnemersonderzoek 2015 FUMO Projectgroep Tevredenheidsonderzoek 5 november 2015 1 Inleiding Om te achterhalen op welke wijze de deelnemers aankijken tegen de prestaties van de FUMO, heeft de directie

Nadere informatie

Organisatiecultuur en kwaliteitsmanagement

Organisatiecultuur en kwaliteitsmanagement Organisatiecultuur en kwaliteitsmanagement Een studie naar de rol van organisatiecultuur bij het gebruik van kwaliteitsmanagementtechnieken in Vlaamse gemeenten & OCMW s Astrid Molenveld, Sara Demuzere

Nadere informatie

Percepties van burgemeesters, schepenen, raadsleden, secretarissen en ontvangers over het gemeentedecreet vergeleken. > Rapport

Percepties van burgemeesters, schepenen, raadsleden, secretarissen en ontvangers over het gemeentedecreet vergeleken. > Rapport Percepties van burgemeesters, schepenen, raadsleden, secretarissen en ontvangers over het gemeentedecreet vergeleken. > Rapport > Ellen Olislagers, Johan Ackaert, Filip De Rynck & Herwig Reynaert > In

Nadere informatie

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid

Samenvattend rapport. Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend rapport Het management over het functioneren van de Vlaamse overheid Samenvattend Het rapport 1. Inleiding p. 3 2. Responsgegevens p. 8 3. De resultaten per vraag p. 9 4. Informatie open vragen

Nadere informatie

De invloed van burgerbronnen in het nieuws

De invloed van burgerbronnen in het nieuws De invloed van burgerbronnen in het nieuws Dit rapport beschrijft de resultaten van de vragenlijst rond burgerbronnen in het nieuws die u invulde in januari 7. Namens de Universiteit Antwerpen en de onderzoeksgroep

Nadere informatie

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu

Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu Effectiviteitonderzoek naar de kennisoverdracht van I&E Milieu SAMENVATTING dr. L.A. Plugge 1, drs. J. Hoonhout 2, T. Carati 2, G. Holle 2 Universiteit Maastricht IKAT, Fac. der Psychologie Inleiding Het

Nadere informatie

Implementatie van het gemeentedecreet: onvoltooide symfonie. Multivariate analyses. Rapport

Implementatie van het gemeentedecreet: onvoltooide symfonie. Multivariate analyses. Rapport Implementatie van het gemeentedecreet: onvoltooide symfonie Multivariate analyses Rapport Olislagers Ellen, Hennau Sofie, Ackaert Johan, De Rynck Filip & Reynaert Herwig i.s.m. Steyvers Kristof & Wayenberg

Nadere informatie

De samenwerking tussen gemeente en OCMW vanuit bestuurskundig perspectief Wat leert de implementatie van het Gemeentedecreet?

De samenwerking tussen gemeente en OCMW vanuit bestuurskundig perspectief Wat leert de implementatie van het Gemeentedecreet? De samenwerking tussen gemeente en OCMW vanuit bestuurskundig perspectief Wat leert de implementatie van het Gemeentedecreet? Sofie HENNAU en Johan ACKAERT Studiedag: De samenwerking tussen de gemeente

Nadere informatie

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad Seniorenadviesraad Kampenhout 1 Structuur geven aan onze seniorenadviesraad Structureren in 4 stappen : -Oprichting adviesraad - Behoefteonderzoek - Opmaak beleidsplan - Opvolging van het beleid Structureren

Nadere informatie

DE KOSTEN VOOR RIOLERING EN ZUIVERING AFVALWATER

DE KOSTEN VOOR RIOLERING EN ZUIVERING AFVALWATER DE KOSTEN VOOR RIOLERING EN ZUIVERING AFVALWATER Resultaten online bevraging executive summary Auteurs: Datum: Herwerking: Veerle Minne, Sarah Botterman 6 februari 2015 VMM Inhoudstafel 1 Managementsamenvatting...

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

Internetpeiling ombuigingen

Internetpeiling ombuigingen Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997.

Studiepopulatie. Gezondheidsenquête, België, 1997. In deze paragraaf worden een aantal kenmerken van de steekproef besproken. Het gaat om de volgende socio-demografische karakteristieken : verblijfplaats : per regio en per provincie; geslacht en leeftijd;

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997 6.10.1. Inleiding De term ongeval kan gedefinieerd worden als 'elk onverwacht en plots voorval dat schade berokkent of gevaar oplevert (dood, blessures,...) of als ' een voorval dat onafhankelijk van de

Nadere informatie

Beleving windmolens A1. Onderzoek Deventer Digipanel en inwoners Epse

Beleving windmolens A1. Onderzoek Deventer Digipanel en inwoners Epse Onderzoek Deventer Digipanel en inwoners Epse Aanleiding en methodiek Aanleiding onderzoek In augustus 2015 zijn er twee windmolens gebouwd langs de A1. De voorbereiding daarvan heeft tot veel discussies

Nadere informatie

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29). In het kader van het onderzoek kreeg de RVA de vraag om op basis van de door het VFSIPH opgestelde lijst van Rijksregisternummers na te gaan welke personen op 30 juni 1997 als werkloze ingeschreven waren.

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/049 ADVIES NR 09/10 VAN 2 JUNI 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEWERKING VAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE

Nadere informatie

Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs

Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs a Openbare bibliotheken en de gereglementeerde boekenprijs 1 Managementsamenvatting 181 respondenten (58,) Informatie opgevraagd over maximaal 10 collectieonderdelen (uitsluitend boeken, geen audiovisuele

Nadere informatie

Algemene inleiding Reclame is vandaag de dag niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Bekende producenten brengen hun producten en diensten onder de aandacht van het grote publiek via verschillende

Nadere informatie

Evaluatie van de watertoets als instrument van het integraal waterbeleid bevraging van de adviesverleners en vergunningverleners

Evaluatie van de watertoets als instrument van het integraal waterbeleid bevraging van de adviesverleners en vergunningverleners Evaluatie van de watertoets als instrument van het integraal waterbeleid bevraging van de adviesverleners en vergunningverleners 26 maart 2010 INHOUDSTAFEL 1 Inleiding 3 2 Opzet van de bevraging 3 3 Resultaten

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek!" ##

Centraal Bureau voor de Statistiek! ## Centraal Bureau voor de Statistiek!" ## Projectnummer: BPA-nummer: Datum: 1 maart 2013 1. Doorontwikkeling van Integrale Veiligheidsmonitor (IVM) naar Veiligheidsmonitor (VM) 1.1 Inleiding Gedurende de

Nadere informatie

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 19 juli 2007 Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies Eén op de tien Belgen werkt in een ander gewest; één op de vijf in een andere

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Ferry Koster, Daan Bloem en Petra van de Goorbergh ICOON#11 November 2017 Het

Nadere informatie

Onderzoek Beeldend Trainen Beeldend Trainen in de praktijk

Onderzoek Beeldend Trainen Beeldend Trainen in de praktijk Onderzoek Beeldend Trainen Beeldend Trainen in de praktijk Onderzoek naar de ervaringen, opbrengsten en toepassingen van Beeldend Trainen in de praktijk Breda, maart 2018 Drs. Janneke Stielstra Verlengde

Nadere informatie

(Leeftijdsbewust) Personeelsbeleid en Pensioenen in Lokale Besturen. > Rapport. Een kwantitatieve bevraging bij OCMW- en gemeentesecretarissen

(Leeftijdsbewust) Personeelsbeleid en Pensioenen in Lokale Besturen. > Rapport. Een kwantitatieve bevraging bij OCMW- en gemeentesecretarissen (Leeftijdsbewust) Personeelsbeleid en Pensioenen in Lokale Besturen Een kwantitatieve bevraging bij OCMW- en gemeentesecretarissen > Rapport > Platteau Eva & Hondeghem Annie D/2009/10106/008 i Inhoudstafel

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term "gemeente" ook een brandweerintercommunale bedoeld.

HOOFDSTUK 1. - DEFINITIES. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term gemeente ook een brandweerintercommunale bedoeld. KONINKLIJK BESLUIT VAN 19 APRIL 2014 TOT BEPALING VAN DE VERDEELSLEUTEL VAN DE BIJKOMENDE FEDERALE DOTATIE AAN DE PREZONES EN AAN DE HULPVERLENINGSZONES. 1 (B.S. 25.06.2014) en erratum B.S. 26.02.2015

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering

Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering Wat wil jij dat er echt verandert? onderzoek naar verandering voor BNP Paribas B12115, mei 2010 BNP Paribas Wat wil jij dat er echt verandert? 1/ pag. Politiek Nederlanders willen online kunnen stemmen

Nadere informatie

Technisch rapport kiesintentiemetingen

Technisch rapport kiesintentiemetingen Technisch rapport kiesintentiemetingen (In te vullen door het betrokken instituut en terug te sturen naar het secretariaat Febelmar, ter publicatie op de Febelmar website.) Dit rapport omvat een geheel

Nadere informatie

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC

Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC Werkinstructie voor de CQI Naasten op de IC 1. De vragenlijst Waarvoor is de CQI Naasten op de IC bedoeld? De CQI Naasten op de IC is bedoeld is bedoeld om de kwaliteit van de begeleiding en opvang van

Nadere informatie

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen

Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek over het spreken van het Frans door de inwoners van Vlaanderen Onderzoek uitgevoerd voor de vzw: Association pour la Promotion de la Francophonie en Flandre September 2009 Dedicated Research

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/17/128 BERAADSLAGING NR. 17/058 VAN 4 JULI 2017 MET BETREKKING TOT DE MEDEWERKING VAN DE KRUISPUNTBANK VAN

Nadere informatie

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997

Resultaten voor Brussels Gewest Lichamelijke Activiteit Gezondheidsenquête, België, 1997 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT

Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT Gedrag en ervaringen van professionele afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG - TECHNISCH RAPPORT 10 september 2014 INHOUDSOPGAVE 1. TECHNISCH RAPPORT...3 1.1. Universum en steekproef...

Nadere informatie

Het gebruik en niet-gebruik van kwaliteitsmanagementtechnieken in de Vlaamse lokale besturen

Het gebruik en niet-gebruik van kwaliteitsmanagementtechnieken in de Vlaamse lokale besturen Het gebruik en niet-gebruik van kwaliteitsmanagementtechnieken in de Vlaamse lokale besturen Resultaten van de survey Management en Innovatie in lokale besturen > Rapport > Van Roosbroek Steven & Bouckaert

Nadere informatie

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst.

Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Innovatie, ontwikkelingen en samenwerking. Een blik op het micro-mkb op basis van de Innovatief Personeelsbeleid-vragenlijst. Het onderzoeksproject Innovatief Personeelsbeleid richt zich op de vraag hoe

Nadere informatie

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk?

Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? Motivatie en welzijn Wat vinden Vlamingen belangrijk in hun werk? SERV. 2012. Arbeidsethos en arbeidsoriëntaties op de Vlaamse arbeidsmarkt 2007-2010. Informatiedossier. Brussel: SERV Stichting Innovatie

Nadere informatie

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016

Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 2016 Rapportering Tevredenheidsmeting Loopbaanbegeleiding 1. BASISGEGEVENS In werden 19326 begeleidingen pakket 1 en 6415 begeleidingen pakket 2 beëindigd. Uiteindelijk hebben 18901 klanten (pakket 1) en 6287

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

De vragenlijst van de openbare raadpleging

De vragenlijst van de openbare raadpleging SAMENVATTING De vragenlijst van de openbare raadpleging Tussen april en juli 2015 heeft de Europese Commissie een openbare raadpleging gehouden over de vogel- en de habitatrichtlijn. Deze raadpleging maakte

Nadere informatie

Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012

Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 Gedrag & ervaringen van huishoudelijke afnemers op de vrijgemaakte Vlaamse energiemarkt VREG 13/09/2012 VREG - Technisch rapport nr. I109 (ATec1428_I109_D) Dimarso N.V., opererend onder de commerciële

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008 Feiten en cijfers Studenttevredenheids onderzoek 2008 juni 2008 Feiten en cijfers 2 Studenttevreden heids - onderzoek 2008 Inleiding In maart 2008 hebben 27 hogescholen dezelfde vragenlijst voorgelegd

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek 2007. Hoe denken de mensen met een handicap over onze dienstverlening? 3 maart 2008

Tevredenheidsonderzoek 2007. Hoe denken de mensen met een handicap over onze dienstverlening? 3 maart 2008 Tevredenheidsonderzoek 2007 Hoe denken de mensen met een handicap over onze dienstverlening? 3 maart 2008 Inleiding Het VAPH zet al een aantal jaren instrumenten en middelen in om de kwaliteit van het

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting

EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING. Deel 1: politie. Management samenvatting EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS MET JUSTITIËLE SLACHTOFFERONDERSTEUNING Deel 1: politie Management samenvatting EERSTE METING SLACHTOFFERMONITOR: ERVARINGEN VAN SLACHTOFFERS

Nadere informatie

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007

Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007 Jaarrapport Het Voorbeeld BV 2007 Copyright Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Cenzo worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt. Voor het gebruik van

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017

... Graydon studie. Faillissementen. November 2017 ... Graydon studie Faillissementen November 2017 1 december 2017 [Typ hier] [Typ hier] [Typ hier] Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure

Nadere informatie

LEREN VAN DE BBC PILOTEN VERHALEN UIT DE COCKPIT 20 MEI 2011 DRA. KATRIEN WEETS INSTITUUT VOOR DE OVERHEID K.U.LEUVEN

LEREN VAN DE BBC PILOTEN VERHALEN UIT DE COCKPIT 20 MEI 2011 DRA. KATRIEN WEETS INSTITUUT VOOR DE OVERHEID K.U.LEUVEN K.U.Leuven, Instituut voor de Overheid Universiteit Antwerpen, Onderzoeksgroep Management en Bestuur Universiteit Gent, Centrum voor Lokale Politiek Hogeschool Gent, Departement Handelswetenschappen en

Nadere informatie

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg

Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg Startnotitie Rapport bij de jaarstukken 2007 provincies Noord-Brabant en Limburg 1 Aanleiding voor het onderzoek In de jaarrekening en het jaarverslag leggen Gedeputeerde Staten jaarlijks verantwoording

Nadere informatie

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas

De Tabakswet. Rapport. Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief roken, houding t.a.v. en steun voor rookverboden Cyrille Koolhaas Grote Bickersstraat 74 13 KS Amsterdam Postbus 247 00 AE Amsterdam t 0 522 54 44 f 0 522 53 33 e info@tns-nipo.com www.tns-nipo.com Rapport De Tabakswet Onderzoek naar hinder en schadelijkheid van passief

Nadere informatie

Opdrachtgevers & Netwerkpartners

Opdrachtgevers & Netwerkpartners Opdrachtgevers & Netwerkpartners van Synthese Mate van tevredenheid [Externe versie] Rapportage 2017 Ronald De Meyer Laura Beurskens-Claessens Februari 2018 2 2018 Praktikon Behoudens de in of krachtens

Nadere informatie

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018 Graydon studie Faillissementen Oktober 2018 5 november 2018 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding Graydon Belgium. Deze brochure is louter ter informatie opgesteld. De

Nadere informatie

Uitkomsten klanttevredenheidsonderzoek. Uitgevoerd in november/december 2018

Uitkomsten klanttevredenheidsonderzoek. Uitgevoerd in november/december 2018 Uitkomsten klanttevredenheidsonderzoek Groningen/Drenthe Uitgevoerd in november/december 2018 Roden, december 2018 Inleiding Helping Hands is trots op de kwaliteit van zorg die wij leveren. Wij vinden

Nadere informatie

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse

Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Bijlage 5: Kwantitatieve analyse Deze bijlage bevat een beschrijving van de kwantitatieve analyse, zoals die is uitgevoerd op de 26 vragen in de vragenlijst. Analyses op het niveau van de (26) afzonderlijke

Nadere informatie

Rapport solidariteitsbarometer

Rapport solidariteitsbarometer Datum: 14-10-2014 Voor: db Document: nota Volg nr. : ph Rapport solidariteitsbarometer 1. Inleiding Met de solidariteitsbarometer wilde Ziekenzorg CM de opvattingen van de Vlaming over solidariteit in

Nadere informatie

Woord vooraf. De promotoren Geert Devos Peter Van Petegem Jan Vanhoof

Woord vooraf. De promotoren Geert Devos Peter Van Petegem Jan Vanhoof Woord vooraf Sinds 2007 zijn de Vlaamse scholen in het secundair onderwijs, alsook de Centra voor Volwassenenonderwijs en de Centra voor Leerlingenbegeleiding, verplicht al hun onderwijzend personeel te

Nadere informatie

Rapportage. opiniepeiling Lelystad Airport

Rapportage. opiniepeiling Lelystad Airport Rapportage opiniepeiling Lelystad Airport RTV Oost, Omroep Flevoland en Omroep Gelderland hebben een opiniepeiling laten uitvoeren om inzicht te verkrijgen in de mening van inwoners van Flevoland, Overijssel

Nadere informatie

Clienttevredenheid verslavingskliniek Solutions Voorthuizen, een tussenrapportage

Clienttevredenheid verslavingskliniek Solutions Voorthuizen, een tussenrapportage Clienttevredenheid verslavingskliniek Solutions Voorthuizen, een tussenrapportage Auteurs: Dr. Gert-n Meerkerk Dr. Tim M. Schoenmakers Rotterdam, december 2011 IVO Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen

Nadere informatie

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs

Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs Nationaal geluksonderzoek. Deel 3: opvoeding en onderwijs TECHNISCH RAPPORT 30 augustus 2018 Dit document is een technisch rapport van het onderzoek naar het verband tussen kenmerken van de jeugdjaren

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Wijdemeren

Rekenkamercommissie Wijdemeren Rekenkamercommissie Wijdemeren Protocol voor het uitvoeren van onderzoek 1. Opstellen onderzoeksopdracht De in het werkprogramma beschreven onderzoeksonderwerpen worden verder uitgewerkt in de vorm van

Nadere informatie

OPINIEONDERZOEK VLAANDEREN: ACTUELE MAATSCHAPPELIJKE THEMA S OKTOBER 2013 TECHNISCH-STATISTISCH RAPPORT

OPINIEONDERZOEK VLAANDEREN: ACTUELE MAATSCHAPPELIJKE THEMA S OKTOBER 2013 TECHNISCH-STATISTISCH RAPPORT OPINIEONDERZOEK VLAANDEREN: ACTUELE MAATSCHAPPELIJKE THEMA S OKTOBER 2013 TECHNISCH-STATISTISCH RAPPORT Dit technisch-statistisch rapport omvat de technische specificaties, conform de aanbevelingen van

Nadere informatie

Inleiding. Bespreking pagina 1

Inleiding. Bespreking pagina 1 6.3.1. Inleiding Recente onderzoeken hebben toegelaten aan te tonen dat lichamelijke activiteiten een wezenlijke impact hebben op de gezondheidstoestand en dat ze van groot belang zijn op het vlak van

Nadere informatie

Rapportage Cliëntraadpleging. Novadic-Kentron

Rapportage Cliëntraadpleging. Novadic-Kentron Rapportage Cliëntraadpleging Novadic-Kentron April 2018 Inhoudsopgave Samenvatting, conclusies en aanbevelingen... 3 1 Inleiding... 4 2 Werkwijze... 5 2.1 Opzet... 5 2.2 Coördinatie en uitvoering... 5

Nadere informatie

Generation What? 1 : Jongeren over Politiek

Generation What? 1 : Jongeren over Politiek Generation What? 1 : Jongeren over Politiek De Generation What enquête peilde niet alleen naar de zogenaamd politieke opvattingen van jongeren, maar ook naar hun meer fundamentele houding tegenover het

Nadere informatie

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding van verzending beschikking en factuur voor de eigen bijdrage thuiszorg Enschede, 13 juli 2004 WD/04/1774/ebt ir. G. Vernhout drs. W. Dragt Inhoudsopgave

Nadere informatie

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017

Gemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017 Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Tevredenheidsonderzoek bij klanten van interim management (providers)

Tevredenheidsonderzoek bij klanten van interim management (providers) FEDERGON OPDRACHTGEVERS BEOORDELEN INTERIM MANAGEMENT PROVIDERS POSITIEF Tevredenheidsonderzoek bij klanten van interim management (providers) Tevredenheidsonderzoek bij de klanten van interim management

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË

Standaard Eurobarometer 80. DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Standaard Eurobarometer 80 DE PUBLIEKE OPINIE IN DE EUROPESE UNIE Najaar 2013 NATIONAAL RAPPORT BELGIË Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie.

Nadere informatie

TTALIS. Maatschappelijke waardering door de ogen van de. leraar en de samenhang met leraar- en schoolkenmerken

TTALIS. Maatschappelijke waardering door de ogen van de. leraar en de samenhang met leraar- en schoolkenmerken Maatschappelijke waardering door de ogen van de TTALIS leraar en de samenhang met leraar- en schoolkenmerken Bevindingen uit de Teaching And Learning International Survey (TALIS) 2013 IN FOCUS Faculteit

Nadere informatie

Samenvattend rapport. De resultaten voor de Vlaamse overheid

Samenvattend rapport. De resultaten voor de Vlaamse overheid Samenvattend rapport De resultaten voor de Vlaamse overheid INHOUDSTAFEL 1. Het rapport p. 3 1. Inleiding p. 4 2. Responsgegevens p. 1 3. Totaaloverzicht van de vragen p. 12 4. Correlatieanalyse p. 21

Nadere informatie

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Het kan vrij verspreid worden op voorwaarde dat de bron en het URL vermeld worden Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Sint-Pieterssteenweg

Nadere informatie

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak

Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak Inzet van social media in productontwikkeling: Meer en beter gebruik door een systematische aanpak 1 Achtergrond van het onderzoek Bedrijven vertrouwen meer en meer op social media om klanten te betrekken

Nadere informatie

Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013

Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013 Infosessie Externe audit voor de lokale besturen Vrijdag 13/12/2013 samen groeien samen oogsten samen proeven Inhoud 1. Historiek 2. Ratio 3. Interne controle 4. Types van audit 5. Drieledig doel 6. Organisatie

Nadere informatie

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces Mededeling Vlaamse Regering Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces 1. Context Na het leggen van de grondvesten van een nieuw systeem van Vlaamse openbare statistieken door de

Nadere informatie

Hoog ziekteverzuim in Limburg

Hoog ziekteverzuim in Limburg PERSBERICHT Hoog ziekteverzuim in Limburg Limburgse werknemers zijn meest ziek in vergelijking met andere Vlaamse provincies Hasselt, 24 november 2016 Limburgse werknemers hebben het meest aantal ziekte-uren

Nadere informatie

Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen

Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen Belgian Ageing Studies 10 jaar onderzoek door en voor ouderen Dominique Verté, Nico De Witte, Liesbeth De Donder, Sarah Dury, An-Sofie Smetcoren, Dorien Brosens, Emily Verté, Sofie Van Regenmortel, Deborah

Nadere informatie