([RQHUDWLHEHGLQJHQLQKHWJHPHHQUHFKW
|
|
- Clara Timmermans
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ([RQHUDWLHEHGLQJHQLQKHWJHPHHQUHFKW 1LFRODV&DUHWWH Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. S. Stijns,1/(,',1* Het Belgisch aansprakelijkheidsrecht is van suppletieve aard zodat conventionele afwijkingen mogelijk zijn. Zo kan de aansprakelijkheid uitgebreid dan wel verminderd of uitgesloten worden. In de laatste gevallen is er sprake van exoneratiebedingen. Dergelijke exoneratiebedingen vormen het voorwerp van deze studie. In een eerste hoofdstuk worden de exoneratiebedingen gedefinieerd en afgegrensd met enige andere rechtsfiguren. In een tweede hoofdstuk wordt de geoorloofdheid en geldigheidsvoorwaarden van exoneratiebedingen besproken. Er wordt hier uitgebreid aandacht besteed aan de niet-toelaatbaarheid van exoneraties voor eigen opzet en exoneratiebedingen die de overeenkomst uithollen. Waar nodig wordt verwezen naar de Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument (B.S. 29 augustus 1991) en de Wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen (B.S. 20 november 2002). Een exhaustieve studie van het gemeen recht aangaande exoneratiebedingen is in dit kort bestek niet mogelijk. Vandaar dat geopteerd wordt voor een grondige en kritische analyse met zoveel als mogelijk inname van eigen standpunten. Dit verklaart het relatief beperkt aantal hoofdstukken. 63
2 NICOLAS CARETTE %(*5,3(;21(5$7,(%(',1* 2.1 BEGRIP EXONERATIEBEDING EN AFGRENZING MET ENIGE ANDERE RECHTSFIGUREN %HJULSH[RQHUDWLHEHGLQJ Een exoneratiebeding is een contractueel beding waarbij een partij stipuleert geheel of gedeeltelijk bevrijd te zullen zijn indien zijn contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheid in het gedrang komt 1. Exoneratiebedingen worden ook wel eens vrijtekeningsbedingen 2 of bevrijdingsbedingen 3 genoemd 4. In nogal wat rechtsleer wordt een exoneratiebeding gedefinieerd als een beding dat de aansprakelijkheid uitsluit of opheft. 5 Zulke definitie verdient o.i. geen navolging aangezien zo de indruk wordt gewekt dat een beding dat de aansprakelijkheid beperkt, maar niet volledig uitsluit, geen exoneratiebeding is 6. Aangezien het vaststaat dat bedingen die de aansprakelijkheid uitsluiten aan eenzelfde regime onderworpen zijn als bedingen die de aansprakelijkheid beperken 7, lijkt het o.i. beter om in beide gevallen van een exoneratiebeding te 1 Vgl. : S. STIJNS, Contractualisering van sancties in het privaatrecht, inzonderheid bij contractuele wanprestatie, R.W , 1260; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, Verbintenissenrecht, Leuven, Acco, 2001, 112; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, Overzicht van rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., T.P.R. 1995, 1226; R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, Overzicht van rechtspraak ( ), Verbintenissen, T.P.R. 1994, 531; J. HERBOTS, De exoneratiebedingen in het gemeen recht, in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 3; E. DIRIX, Exoneratiebedingen, T.P.R. 1988, 1172; L. CORNELIS, Les clauses d exonération de responsabilité couvrant la faute personelle et leur interprétation., (noot onder Cass. 22 maart 1979), R.C.J.B. 1981, E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, S. STIJNS, l.c., R.W , 1260; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, o.c., Leuven, Acco, 2001, Zie voor een overzicht van de mogelijke terminologie : J. HERBOTS, l.c., in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 3, voetnoot 2. 5 Zie onder meer W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, o.c., Leuven, Acco, 2001, 112; J. HERBOTS, l.c., in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 3; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, Franstalige rechtsleer maakt vaak een onderscheid tussen clauses exonératoires en clauses limitatives : zie onder meer B. DUBUISSON, Les clauses limitatives ou exonératoire de responsabilité ou de garantie en droit belge, in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 35; M. COIPEL, Eléments de théorie générale des contrats, Diegem, Story-Scientia, 1999, 179; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, Chronique de jurisprudence. Les obligations : les sources ( ), J.T. 1996, 731; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligatons contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 51; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 731; R. KRUITHOF, Les clauses d exonération totale ou partielle de responsabilité. Rapport belge., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 171; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981,
3 EXONERATIEBEDINGEN IN HET GEMEEN RECHT spreken 8. Bedingen die de aansprakelijkheid slechts beperken, en dus niet volledig uitsluiten, kunnen aansprakelijkheidsbeperkende bedingen of beperkte exoneratiebedingen genoemd worden, maar blijven een exoneratiebeding VHQVXODWR. $IJUHQ]LQJPHWHQLJHDQGHUHUHFKWVILJXUHQ D9ULMZDULQJVEHGLQJ Een exoneratiebeding mag niet verward worden met een vrijwaringsbeding. Een vrijwaringsbeding is een contractueel beding dat ertoe strekt dat een contractant dient in te staan voor de financiële gevolgen van de aansprakelijkheid die de wederpartij kan oplopen tegenover derden 9. Zulk beding leidt noch tot de beperking noch tot de uitsluiting van de aansprakelijkheid van de debiteur maar heeft enkel tot gevolg dat het uiteindelijke financiële risico op een derde wordt afgewenteld. Derhalve wijken dergelijke bedingen niet af van het gemeen aansprakelijkheidsrecht en zijn ze zelfs toegelaten ingeval de partij die zich laat vrijwaren zich niet geldig van haar aansprakelijkheid kan bevrijden 10. Een vrijwaringsbeding is steeds geldig, behoudens strijdigheid met de openbare orde of goede zeden 11 E,QKRXGVEHSDOHQGEHGLQJ Een exoneratiebeding dient ook afgegrensd te worden van bedingen die de inhoud van de opgenomen verbintenissen omschrijven 12. DIRIX stelt terecht 8 Zie de door ons voorgestelde definitie, evenals S. STIJNS, l.c., R.W , 1260; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1172; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 39; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, Overzicht van rechtspraak ( ). Aansprakelijkheid uit onrechtmatige daad., T.P.R. 2000, ; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, l.c., T.P.R. 1995, 1226; R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, l.c., T.P.R. 1994, 531; E. DIRIX en A. VAN OEVELEN, Kroniek van het verbintenissenrecht ( ), R.W , 1235 ; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1172; R. KRUITHOF, Contractuele aansprakelijkheidsregelingen., T.P.R. 1984, Cass. 7 september 1962, R.W , 645; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 39; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, o.c., Leuven, Acco, 2001, 112; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, l.c., T.P.R. 1995, 1230 en 1231; R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, l.c., T.P.R. 1994, Cass. 3 december 1982, Arr. Cass , 469; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, S. STIJNS, l.c., R.W , 1261; E. MONTERO, Les clauses limitatives ou exonératoires de responsabilité, in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Bruylant, 2001, ; (wordt vervolgd ) ( vervolg) B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 36-38; M. COIPEL, o.c., 65
4 NICOLAS CARETTE dat laatstgenoemde bedingen de primaire verbintenis van de debiteur omschrijven terwijl exoneratiebedingen de secundaire verplichting tot schadeloosstelling wegens niet nakoming van de primaire verbintenis regelen 13. Eenvoudigweg kan gesteld worden dat een inhoudsbepalend beding omschrijft wat een contractspartij moet doen (facere, non facere of dare) en een exoneratiebeding bepaalt in hoeverre die contractspartij kan aangesproken worden indien ze niet doet waartoe ze zich verbonden heeft. *(225/22)'+(,'(1 *(/',*+(,'69225:$$5'( PRINCIPIËLE GEOORLOOFDHEID *HOGLJKHLGLQDEVWUDFWR D%HJLQVHOJHOGLJKHLG Over de principiële geldigheid van exoneratiebedingen LQ DEVWUDFWR, i.e. los van de concrete omstandigheden van de zaak, bestaat eensgezindheid in de rechtspraak en rechtsleer, zowel aangaande contractuele aansprakelijkheid als buitencontractuele aansprakelijkheid en dit op grond van de beginselen van wilsautonomie en contractsvrijheid 14. De gemeenrechtelijke aansprakelijkheidsregelen zijn immers van suppletieve aard zodat conventionele afwijkingen toegelaten zijn 15. Anders dan in Frankrijk, zijn de Diegem, Story-Scientia, 1999, ; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, o.c., Leuven, Acco, 2001, 112; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 732; R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, l.c., T.P.R. 1994, ; J. HERBOTS l.c., in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 5-6; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, ; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, ; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, Cass. 23 november 1987, R.W , 1359; Cass. 25 september 1959, Pas. 1960, I, 113; Cass. 28 juni 1928, Pas. 1928, I, 211; S. STIJNS, l.c., R.W , 1260; E. MONTERO, l.c., in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Bruylant, 2001, 404; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 51; S. STIJNS, l.c., R.W , 1260; A. VAN OEVELEN, Recente ontwikkelingen in de wetgeving en rechtspraak inzake de sancties bij contractuele wanprestatie, in BILLIET, J., BRAECKMANS, H. en CASMAN, H., Postuniversitaire cyclus Willy Delva Overeenkomstenrecht, Antwerpen, Kluwer, 2000, 195; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 732; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, l.c., T.P.R. 1995, 1226; R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, l.c., T.P.R. 1994, ; J. HERBOTS, l.c., in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 6 en 7; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1185; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 178; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, 233 en ; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, E. MONTERO, l.c., in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Bruylant, 2001, 405; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), 66
5 EXONERATIEBEDINGEN IN HET GEMEEN RECHT artikelen 1382 e.v. B.W. in België noch van openbare orde, noch van dwingend recht 16. Er wordt geen onderscheid gemaakt naargelang het beding een volledige dan wel een beperkte bevrijding van aansprakelijkheid inhoudt 17. Exoneratiebedingen kunnen zowel de persoonlijke als de kwalitatieve aansprakelijkheid betreffen en kunnen zowel betrekking hebben op persoonlijke, lichamelijke schade als op zaakschade 18. De regel dat men zich geldig kan exonereren voor lichamelijke schade, wordt niet door iedereen toegejuicht. Vroeger werd, om de principiële geldigheid van exoneratiebedingen voor lichamelijke schade te betwisten, wel eens ingeroepen dat het feit dat het menselijk lichaam een zaak buiten de handel is, zich tegen de geldigheid verzet 19. Deze stelling kan niet gevolgd worden aangezien een exoneratiebeding aangaande lichamelijke schade slechts de regeling van de schade inhoudt en derhalve het menselijk lichaam niet als voorwerp heeft 20. Een andere strekking in de rechtsleer houdt voor dat uit recente wetgeving, waarin een effectief herstel van de lichamelijke schade betracht wordt 21, een algemeen beginsel van ongeldigheid van Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 51; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 732; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, Brussel 5 november 1993, T.B.H. 1994, 1077; Cass. 15 februari 1993, Arr. Cass. 1993, 185; Cass. 12 december 1986, Arr. Cass , 500; Rb. Brussel 13 mei 1986, R.G.A.R. 1987, nr ; Cass. 29 september 1972, Pas. 1973, I, 124; Cass. 21 februari 1907, Pas. 1907, I, 135; E. MONTERO, l.c., in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Bruylant, 2001, 405; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 51; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE, L. WYNANT en M. DEBAENE, l.c., T.P.R. 2000, 1702; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, l.c., T.P.R. 1995, 1226; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 179; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, 265; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, Cf. supra : Begrip exoneratiebeding. 18 E. MONTERO, l.c., in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Bruylant, 2001, 405; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligatons contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 51; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 732; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, l.c., T.P.R. 1995, en 1235; J. HERBOTS, l.c., in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 7;E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1186; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 178 en ; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, 267; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, P. DE HARVEN, Des conventions tendant à libérer de la responsabilité, Rev. dr. b , E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1186; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, Bijvoorbeeld : Wet 10 april 1971 betreffende arbeidsongevallen, Wet 13 april 1995 tot wijziging van artikel 29bis en tot opheffing van artikel 29ter van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen; (wordt vervolgd ) ( vervolg) Wet 25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voor producten met gebreken; 67
6 NICOLAS CARETTE exoneratiebedingen nopens lichamelijke schade afgeleid kan worden. Exoneratiebedingen betreffende lichamelijke schade zouden dan ook ongeoorloofd zijn daar de vergoeding van lichamelijke schade thans van algemeen belang is 22. MALINVAUD steunt de nietigheid van zulke exoneratiebedingen ook op een sociaal argument. Hij is van mening dat schade aan de persoon derwijze verfoeilijk is, dat geen conventionele beperking toegelaten kan zijn tenzij de wetgever zulke beperking toelaat 23. De principiële geldigheid van exoneratiebedingen nopens lichamelijke schade kan o.i. echter staande blijven. Die regel is o.i. te rechtvaardigen op grond van de wilsautonomie. De partijen zijn vrij om te bedingen dat een van hen (of beiden) niet zal gehouden zijn tot herstel in geval van lichamelijke schade. Indien een partij zoiets overeenkomt, is zij daardoor gebonden op grond van artikel 1134 B.W. De prealabele van een geldig exoneratiebeding is namelijk het vereiste van kennis en aanvaarding. Indien een partij geen exoneratie voor lichamelijke schade wenste, had zij het niet moeten overeenkomen. Een mogelijke kritiek hierop is dat er hier wordt vanuit gegaan dat de partijen op voet van gelijkheid stonden bij de contractsluiting en daardoor vrij hebben kunnen onderhandelen. Akkoord, er zijn situaties waarin dit geenszins het geval is, maar zijn er nu net niet voor die gevallen bijzondere wetten die een exoneratie voor lichamelijke schade verbieden en alzo de zwakkere contractspartij ter hulp komen 24? O.i. is dan ook het omgekeerde van wat MALINVAUD stelt, de juiste zienswijze : een conventionele beperking (of uitsluiting) van het herstel van lichamelijke schade is toegelaten tenzij de wetgever er anders over beslist. Aangezien slechts in bepaalde gevallen geen exoneratie voor lichamelijke schade toegelaten zou mogen zijn, lijkt een algemeen verbod niet de juiste oplossing. Een verbod van dergelijke bedingen enkel in de gevallen waar ze niet kunnen geduld worden, lijkt dan ook veel logischer. E8LW]RQGHULQJHQRSGHJHOGLJKHLG Op de principiële geldigheid bestaan slechts drie uitzonderingen, te weten exoneratiebedingen die strijdig zijn met dwingend recht of recht dat raakt aan de openbare orde en de goede zeden (1), exoneratiebedingen die de schuldenaar bevrijden van zijn aansprakelijkheid voor zijn eigen opzet (2) en de exoneratiebedingen die de overeenkomst uithollen (3). artikel 32, 22 bis Wet 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. 22 B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, P. MALINVAUD, Pour ou contre la validité des clauses limitatives de la garantie des vices cachés dans la vente, J.C.P. 1975, nr Zie voetnoot 21. Daarnaast ook nog Wet 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen. 68
7 EXONERATIEBEDINGEN IN HET GEMEEN RECHT *HOGLJKHLGLQFRQFUHWR De vraag stelt zich of een LQ DEVWUDFWR geldig exoneratiebeding, haar geldigheid kan verliezen indien het wordt ingeroepen in de gegeven omstandigheden van de zaak. In deze context kan het vraagstuk van de toelaatbaarheid van de leer van rechtsmisbruik bestudeerd worden. Om te besluiten tot rechtsmisbruik is er een generiek criterium en drie bijzondere criteria. Bij het generiek criterium wordt nagegaan of de uitoefening van een recht niet geschiedt op een wijze die manifest de grenzen te buiten gaat van de normale rechtsuitoefening, door een redelijk en bedachtzaam persoon in dezelfde omstandigheden geplaatst 25. De drie criteria, die een verbijzondering zijn van het algemeen criterium, zijn : (1) de rechtsuitoefening met als enig doel schade toebrengen aan een ander, (2) de rechtsuitoefening die nuttig is voor de rechthebbende maar nadelig voor een ander terwijl de rechthebbende beschikt over uitoefeningswijzen die voor hem even nuttig zijn maar voor de ander minder nadelig, (3) de rechtsuitoefening waarbij de schending van een recht disproportioneel is ten aanzien van het nagestreefde belang Rechtsmisbruik kan op elke uitoefening van contractuele rechten toegepast worden 28. De leer van rechtsmisbruik is een controlemiddel op een op zichzelf (in abstracto) geoorloofd exoneratiebeding door te kijken hoe op concrete wijze uitwerking wordt gegeven aan dat beding. Hoewel bij exoneratiebedingen zelden rechtsmisbruik wordt toegepast 29 lijken er hiervoor o.i. geen goede redenen te zijn. Rechtsmisbruik is toepasbaar bij de uitoefening van een contractueel recht 30. Het beroep door de debiteur op het overeengekomen exoneratiebeding is een uitoefening van een contractueel recht. De leer van rechtsmisbruik zou dus toepasselijk moeten zijn 31. De 25 Cass. 10 september 1971, Pas. 1972, 28, noot W.G.; S. STIJNS, l.c., R.W , 1281; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, o.c., Leuven, Acco, 2001, 59; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 707 en de verwijzingen aldaar; S. STIJNS, Abus, mais de quel(s) droit(s)?, J.T. 1990, W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, o.c., Leuven, Acco, 2001, 60; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 707 en de verwijzingen aldaar; S. STIJNS, l.c., J.T. 1990, Terecht staat bepaalde rechtsleer voor om ook de rechtsuitoefening die indruist tegen het gewettigd vertrouwen als een geval van rechtsmisbruik te weerhouden. Zie hiervoor S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 707 en de verwijzingen naar rechtspraak en rechtsleer aldaar. 28 P. WERY, Les clauses abusives relatives à l inexécution des obligations contractuelles dans les lois de protection des consommateurs du 14 juillet 1991 et du 2 août 2002, J.T. 2003, 802; S. STIJNS, l.c., R.W , 1281 en 1283; W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, o.c., Leuven, Acco, 2001, 59; S. STIJNS, l.c., J.T. 1990, S. STIJNS, l.c., R.W , Zie bijvoorbeeld Cass. 8 februari 2001, R.W , 778, noot A. VAN OEVELEN. 31 Zie ook S. STIJNS, l.c., R.W , 1283 en 1284; E. MONTERO, l.c., in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, 69
8 NICOLAS CARETTE toepassing van de leer van rechtsmisbruik heeft dan tot gevolg dat exoneratiebedingen die voldoen aan de vier geldigheidsvoorwaarden 32 en dus LQ DEVWUDFWR geldig zijn, toch geen uitwerking kunnen hebben indien de uitoefeningswijze van dergelijk beding in concreto rechtsmisbruik uitmaakt. Een toepassing van deze leer vinden we in het arrest van het Hof van Beroep te Gent van 4 juni Het cassatiearrest van 8 februari stelt dat misbruik bij de uitoefening van contractuele rechten of bij de toepassing van een contractueel beding gesanctioneerd kan worden door het opleggen van de normale uitoefening, i.e. de zogenaamde matigingsbevoegdheid, of door het herstel van de schade die ontstond ten gevolge van dat misbruik 35. Het arrest bepaalt daarnaast, en dat is het vernieuwende van het arrest, dat wanneer de abusieve rechtsuitoefening betrekking heeft op de toepassing van een contractueel beding, de sanctie erin kan bestaan dat aan de schuldeiser het recht wordt ontzegd om op dat beding een beroep te doen 36. In geval van rechtsmisbruik bij de uitoefening van een exoneratiebeding lijkt slechts de derde sanctioneringswijze toegepast te kunnen worden GELDIGHEIDSVOORWAARDEN $OJHPHHQ Om geldig te zijn, dient het exoneratiebeding te voldoen aan de voorwaarden die gesteld worden voor elke overeenkomst, te weten toestemming, bekwaamheid, voorwerp en oorzaak (art B.W.). Bij de vraag naar de geldigheid van een exoneratiebeding, besteedt de rechtspraak en rechtsleer in het bijzonder aandacht aan het toestemmingsvereiste 39. Indien men de Bruylant, 2001, ; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 72; M. COIPEL, o.c., Diegem, Story-Scientia, 1999, 184 en 187. Vgl. R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 181; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, Cf. infra : Gent 4 juni 1986, Computerr. 1986, 265, noot K. VAN HOECKE. 34 Cass. 8 februari 2001, R.W , 778, noot A. VAN OEVELEN. 35 Zie ook Cass. 11 juni 1992, Pas. 1992, I, 898; Cass. 18 februari 1988, Pas. 1988, I, 728; Cass. 16 december 1982, Pas. 1983, I, P. WERY, l.c., J.T. 2003, 802; S. STIJNS, l.c., R.W , Vgl. Gent 4 juni 1986, Computerr. 1986/4, 265, noot K. VAN HOECKE : het arrest stelt dat het beding dan voor niet geschreven moet worden beschouwd; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligatons contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, Bij exoneratiebedingen is de titularis van het recht voortvloeiend uit het exoneratiebeding de schuldenaar en niet de schuldeiser. 39 Pol. Charleroi 30 april 2002, Verkeersrecht 2002, 279; A. VAN OEVELEN, l.c., in BILLIET, J., BRAECKMANS, H. en CASMAN, H., Postuniversitaire cyclus Willy Delva Overeenkomstenrecht, Antwerpen, Kluwer, 2000, 194; S. STIJNS, l.c., R.W , 1276; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, l.c., T.P.R. 1995,
9 EXONERATIEBEDINGEN IN HET GEMEEN RECHT hierboven vernoemde uitzonderingen 40 op de principiële geldigheid negatief formuleert, kan men besluiten tot vier geldigheidsvoorwaarden. Ten eerste dient het exoneratiebeding aanvaard te zijn, hetgeen kennisname of mogelijke kennisname impliceert. Ten tweede mag het beding niet strijdig zijn met bepalingen van dwingend recht of bepalingen die raken aan de openbare orde en de goede zeden. Ten derde mag het exoneratiebeding geen uitsluiting van eigen opzet inhouden. Ten slotte mag het beding de overeenkomst niet uithollen. Er kan hier niet ingegaan worden op elk van de geldigheidsvoorwaarden. Er wordt enkel ruime aandacht besteed aan de derde en vierde geldigheidsvoorwaarde. *HHQH[RQHUDWLHYRRUHLJHQRS]HW D9HUERGYDQH[RQHUDWLHYRRUHLJHQRS]HW Bestaat er unanimiteit in de rechtspraak en doctrine over de ongeldigheid van een exoneratiebeding voor persoonlijk bedrog 41, is dit geenszins het geval wat betreft het begrip bedrog en de grondslag ervan. Nopens de invulling van het begrip bedrog kunnen er grosso modo drie strekkingen onderscheiden worden 42. Een eerste strekking houdt voor dat bedrog inhoudt dat de dader niet enkel het feit, waaruit schadelijke gevolgen voor de schuldeiser zijn ontstaan, heeft gewild maar tevens die gevolgen zelf 43. Een tweede strekking stelt dat bedrog moet begrepen worden als elke vrijwillige wanprestatie, ongeacht het oogmerk. Hier is dus niet vereist dat de schadeveroorzaking gewild is 44. Deze strekking verdient o.i. de voorkeur. Een 40 Cf B Uitzonderingen op de geldigheid. 41 Cass. 29 september 1972, Pas. 1973, I, 124; Cass. 5 januari 1961, Pas. 1961, I, 483; Cass. 3 april 1959, Pas. 1959, I, 773; Cass. 28 juni 1928, Pas. 1928, I, 211; Cass. 23 november 1911, Pas. 1911, I, 556; Cass. 21 februari 1907, Pas. 1907, I, 135; Cass. 22 februari 1900, Pas. 1900, I, 159; Cass. 26 oktober 1877, Pas. 1877, I, 406; S. STIJNS, l.c., R.W , 1263; E. MONTERO, l.c., in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Bruylant, 2001, 410; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligatons contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 57; J. HERBOTS, l.c., in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 10; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1187; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 181; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, 269; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, 205; J. DABIN, De la validité des clauses d exonération de responsabilité en matière contractuelle, couvrant 1 la faute lourde du débiteur, 2 la faute lourde ou intentionelle des préposés, (noot onder Cass. 25 september 1959), R.C.J.B. 1960, Althans in de context van exonertiebedingen. 43 R. HAYOIT DE TERMICOURT, Bedrog en grove schuld op het stuk van nietnakoming van contracten, R.W , 72. Zie ook de verwijzingen in L. CORNELIS, La faute lourde et la faute intentionelle, J.T. 1981, 516, voetnoot Vgl. Cass. 16 februari 1987, Arr. Cass , 800, weliswaar gewezen inzake arbeidsongevallen bij de interpretatie van artikel 48 eerste lid Arbeidsongevallenwet. Zie DE MEYERE, L., VAN OEVELEN, A. en WALSCHOT, F., Nuttige tips voor goede contracten, 71
10 NICOLAS CARETTE derde strekking, die het midden houdt tussen de eerste twee strekkingen, meent dat het voor bedrog volstaat dat de fout opzettelijk werd gepleegd en dat de dader wist of behoorde te weten dat daardoor schade zou worden berokkend aan de schuldeiser 45. Het Hof van Cassatie heeft nog niet de kans gekregen om zich hierover duidelijk uit te spreken 46. Aangaande de juridische grondslag van het verbod van exoneratie voor eigen bedrog is er evenmin eensgezindheid. Sommige auteurs houden voor dat het exoneratieverbod haar juridische grondslag vindt in de artikelen 1172 en 1174 B.W. Een exoneratiebeding dat de schuldenaar vrijstelt van aansprakelijkheid wegens opzettelijke niet-nakoming, geeft aan de verbintenis een potestatief karakter en is derhalve nietig 47. De nadelen van deze stelling zijn enerzijds het feit dat deze grondslag de nietigheid van de hele overeenkomst tot gevolg heeft (zie artikel 1172 B.W.), anderzijds dat deze stelling enkel kan gelden voor contractuele en niet voor buitencontractuele aansprakelijkheid 48. Een andere stelling, die dient bijgetreden te worden, stelt dat het verbod haar juridische grondslag vindt in haar strijdigheid met de openbare orde en goede zeden (artikelen 6 en 1131 B.W.). Deze stelling volgt dus het adagium )UDXVRPQLD FRUUXPSLW 49. Mechelen, Kluwer, 2004, 37; M. COIPEL, o.c., Diegem, Story-Scientia, 1999, 185; J. HERBOTS, l.c., in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 10; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1187; L. CORNELIS, l.c., J.T. 1981, 515 en de verwijzingen aldaar; J. DABIN, l.c., R.C.J.B. 1960, Vgl. Cass. 5 december 2000, Pas. 2000, I, 670, weliswaar betreffende de interpretatie van artikel 8 eerste lid Wet 25 juni 1992 op de Landverzekeringsovereenkomst. Zie Bergen 6 december 1994, T.B.H. 1995, 249; Kh. Antwerpen 4 november 1971, R.H.A. 1971, 280; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 58, weze het met nuances; P. VAN OMMESLAGHE, Examen de jurisprudence ( ). Les obligations, R.C.J.B. 1975, Noch Cass. 15 april 1977, Arr. Cass , 851, noch Cass. 28 februari 1980, Arr. Cass , 801, noch Cass. 27 januari 1995, Pas. 1995, I, 92, brengen uitsluitsel : in het eerste arrest blijft de rechtsvraag onbeantwoord, het tweede arrest betreft slechts de bijzondere regeling wat betreft de aansprakelijkheid van verkopers voor verborgen gebreken, vervat in de artikelen 1643 en 1645 B.W., het derde arrest heeft eveneens een beperkte draagwijdte, nl. het Verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg. Ook geciteerde cassatiearresten van 16 februari 1987 en 5 december 2000 zijn in een bijzondere context gewezen zodat het betwistbaar is deze uitspraken zonder meer een algemene draagwijdte toe te kennen. 47 Cass. 22 februari 1900, Pas. 1900, I, 158; P. VAN OMMESLAGHE, l.c., R.C.J.B. 1975, 528; J. DABIN, l.c., R.C.J.B. 1960, R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, E. MONTERO, l.c., in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Bruylant, 2001, 411; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 57; R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, l.c., T.P.R. 1994, 533; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1187; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, 273; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, 206; J. DABIN, l.c., R.C.J.B. 1960,
11 EXONERATIEBEDINGEN IN HET GEMEEN RECHT Opgemerkt weze dat, voor overeenkomsten gesloten tussen een verkoper en een consument 50, exoneratiebedingen die de verkoper ontslaan van zijn aansprakelijkheid voor zijn opzet uitdrukkelijk verboden en nietig verklaard worden (artikel 32, 11 MXQFWR 33 1 W.H.P.C.). E([RQHUDWLHYRRUHLJHQ]ZDUHIRXWLVWRHJHODWHQ Sinds het cassatiearrest van 25 september 1959 zijn exoneratiebedingen voor eigen zware fout toegelaten 51 en wordt dus geen gevolg gegeven aan het adagium &XOSD ODWD GROR DHTXLSDUDWXU dat vóór dat cassatiearrest door het grootste gedeelte van de rechtsleer en rechtspraak werd onderschreven. 52 Over de invulling van het begrip zware fout bestaat geenszins eensgezindheid. Mogelijke definities van zware fout zijn : een onvergeeflijk grove nalatigheid die met opzet vrijwel gelijkstaat 53, QRQ LQWHOOHJHUH TXRG RPQHV LQWHOOHJXQW 54, een tekortkoming die zelfs niet wordt begaan door de meest onvoorzichtige persoon 55, la violation d une obligation, dont la méconnaissance bouleverse l économie du contrat 56, een in laakbaarheid aan opzet grenzende schuld 57, une faute tellement grossière, tellement excessive qu elle ne se comprend pas 50 Zie artikel 32 eerste lid W.H.P.C. Voor de invulling van de begrippen verkoper en consument zie artikel 31 2 W.H.P.C. 51 Brussel 25 maart 1997, A.J.T , 258, noot E. MORTIER; Luik 25 januari 1996, J.L.M.B. 1996, 520, noot P.H.; Luik 19 oktober 1993, T.B.H. 1994, 702, noot; Cass. 7 maart 1988, Pas. 1988, I, 812 (het hof stelt hier dat er geen algemeen rechtsbeginsel bestaat dat de grove schuld gelijkstelt aan het bedrog); Brussel 18 december 1987, T.B.H. 1989, 788; Antwerpen 19 juni 1984, Pas. 1984, II, 137; Cass. 5 januari 1961, Pas. 1961, I, 483; Cass. 25 september 1959, Pas. 1960, I, 113; S. STIJNS, l.c., R.W , 1263; E. MONTERO, l.c., in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Bruylant, 2001, 413; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligatons contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 59; A. VAN OEVELEN, l.c., in BILLIET, J., BRAECKMANS, H. en CASMAN, H., Postuniversitaire cyclus Willy Delva Overeenkomstenrecht, Antwerpen, Kluwer, 2000, 196; M. COIPEL, o.c., Diegem, Story-Scientia, 1999, 188; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 733; J. HERBOTS, l.c., in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 7; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1187; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 185; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, 275. Contra : Luik 4 november 1994, J.L.M.B. 1995, 1373; Brussel 9 augustus 1988, R.G.A.R. 1989, nr ; Luik 8 maart 1985, R.G.A.R. 1987, nr ; Rb. Brussel 16 september 1981, R.W , 1528; Luik 30 oktober 1968, Jur. Liège , Zie de vele verwijzingen bij L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, 206, voetnoot 52; 53 W. VAN GERVEN en S. COVEMAEKER, o.c., Leuven, Acco, 2001, 114, voetnoot 51. Vgl. J. HERBOTS, l.c., in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 7; R. HAYOIT DE TERMICOURT, l.c., R.W , 72, voetnoot L. CORNELIS, l.c., J.T. 1981, 513, voetnoot L. CORNELIS, l.c., J.T. 1981, 513, voetnoot L. CORNELIS, l.c., J.T. 1981, 514. Deze definitie is echter slechts bruikbaar in contractuele relaties. Op buitencontractueel vlak is een zware fout la violation d une norme législative ou d une norme générale de comportement dont le respect est nécessaire à la sauvegarde de l organisation sociale existante. Zie L. CORNELIS, l.c., J.T. 1981, R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984,
12 NICOLAS CARETTE d une personne raisonable 58. Laatstgenoemde definitie treden wij bij. Bij de beoordeling van de zwaarte van de fout zal rekening gehouden worden met de aard van de verplichting, de persoonlijke verwijtbaarheid van de fout aan de dader, het beroep van de dader, de aard, omvang en voorzienbaarheid van de schade 59. Alleszins is er duidelijk een fundamenteel psychologisch onderscheid tussen zware fout en opzettelijke fout. Een opzettelijke fout wordt namelijk vrijwillig, wetens en willens begaan, terwijl een grove fout, hoe zwaar ook, zonder intentioneel element begaan wordt 60. De vraag die zich stelt, reeds sinds het cassatiearrest van , is of het niet wenselijk is om exoneratiebedingen voor zware fout te verbieden. Heel wat auteurs zijn van mening dat het sociaal-economisch wenselijk is om exoneratiebedingen voor zware fout te verbieden en alzo het adagium &XOSD ODWDGRORDHTXLSDUDWXU in ere te herstellen. Zo stelt DABIN dat het toelaten van exoneratiebedingen voor zware fout sociaal gezien niet goed, zelfs gevaarlijk is, en bijgevolg strijdig is met de openbare orde. Dergelijk exoneratiebeding verzwakt de bindende kracht van de verbintenis en veplicht de debiteur niet eens tot het respecteren van een minimale aandacht en zorg 62. KRUITHOF meent dat, hoewel er een duidelijk verschil bestaat tussen een opzettelijke fout en grove schuld, beiden in laakbaarheid aan mekaar grenzen. Derhalve zijn beiden vanuit maatschappelijk oogpunt zeer afkeurenswaardig. Een exoneratiebeding voor zware fout kan dan ook niet toegelaten worden 63. DUBUISSON houdt voor dat het niet getuigt van een goede politiek om de debiteur toe te laten te ontsnappen aan de gevolgen van zijn aansprakelijkheid bij zware fout. De toelaatbaarheid van dergelijke bedingen is incompatibel met de preventieve en repressieve functie van de burgerlijke aansprakelijkheid 64. Ook MONTERO wijst op de preventieve en repressieve functie van de burgerlijke aansprakelijkheid en 58 B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 61; H. DE PAGE, Traité élémentaire de droit civil belge, II, Brussel, Bruylant, 1964, R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 187; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, S. STIJNS, l.c., R.W , 1263; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligatons contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 59; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 733; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1187 en 1188; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 186; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, 276; J. DABIN, l.c., R.C.J.B. 1960, Cass. 25 september 1959, Pas. 1960, I, J. DABIN, l.c., R.C.J.B. 1960, R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 188; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001,
13 EXONERATIEBEDINGEN IN HET GEMEEN RECHT merkt tevens op, zoals DABIN, dat er toch een minimum aan aandacht en zorg moet opgebracht worden door de schuldenaar 65. O.i. bestaat er echter geen noodzaak om exoneratiebedingen voor zware fout ongeldig te verklaren 66. Er zijn namelijk vijf instrumenten die de draagwijdte van de toelaatbaarheid van dergelijke bedingen enorm beperken. Ten eerste dient rekening te worden gehouden met de wijze van interpretatie van exoneratiebedingen. De restrictieve interpretatie en een eventueel beroep op artikel 1162 B.W. heeft tot gevolg dat een exoneratie voor zware fout niet wordt vermoed en derhalve uitdrukkelijk moet bedongen zijn of noodzakelijk uit het exoneratiebeding moet voortvloeien 67. Ten tweede werd hoger 68 reeds duidelijk de voorkeur getoond om bedrog te definiëren als elke vrijwillige wanprestatie, ongeacht het oogmerk. Deze ruime definitie van bedrog heeft tot gevolg dat élke opzettelijke fout gelijk is aan bedrog zodat een zware fout enkel een onopzettelijke gedraging kan zijn 69. Ten derde kan een exoneratiebeding voor zware fout de overeenkomst uithollen zodat dergelijk beding in dat geval strijdig is met de vierde geldigheidsvoorwaarde Toch is het mogelijk dat een exoneratiebeding voor zware fout het voorwerp van de overeenkomst niet uitholt 72. Zeker bij exoneratiebedingen die de aansprakelijkheid voor zware fout beperken, en dus niet volledig uitsluiten, zal dit instrument ter beperking van de draagwijdte van de toelaatbaarheid van exoneratiebedingen voor zware fout zelden kunnen worden toegepast E. MONTERO, l.c., in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Bruylant, 2001, Tevens in die zin : S. STIJNS, l.c., R.W , ; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1188; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, S. STIJNS, l.c., R.W , 1279; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligatons contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 60; M. COIPEL, o.c., Diegem, Story-Scientia, 1999, 188; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1188; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, Cf. infra A Verbod van exoneratie voor eigen opzet. 69 S. STIJNS, l.c., R.W , 1279; M. COIPEL, o.c., Diegem, Story-Scientia, 1999, 185 en 188; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1187; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, 272; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 183; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, S. STIJNS, l.c., R.W , ; M. COIPEL, o.c., Diegem, Story-Scientia, 1999, 188; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1188; M. FAURE, De toepassing van exoneratieclausules in het parkeercontract, R.W , 2168; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, Cf. infra Geen uitholling van de overeenkomst. 72 Kh. Antwerpen 15 januari 1979, R.H.A , 467; Brussel 30 oktober 1975, R.G.A.R. 1976, nr ; Kh. Brussel 7 mei 1974, B.R.H. 1975, 261; Brussel 20 november 1964, Pas. 1965, II, S. STIJNS, l.c., R.W , 1280; M. COIPEL, o.c., Diegem, Story-Scientia, 1999, 192; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984,
14 NICOLAS CARETTE Ten vierde kan de uitvoering van een, op zichzelf geldig, exoneratiebeding voor zware fout o.i. rechtsmisbruik uitmaken Ten vijfde bestaat er voor bepaalde gevallen een wettelijk verbod van exoneratie voor zware fout. In het bijzonder dient aandacht geschonken te worden aan artikel 32, 11 W.H.P.C. 76 dat bepaalt dat bedingen en voorwaarden of de combinaties van bedingen en voorwaarden die ertoe strekken de verkoper te ontslaan van zijn aansprakelijkheid voor zijn opzet, zijn grove schuld, of door die van zijn aangestelden of lasthebbers of voor het niet-uitvoeren van een verbintenis die een van de voornaamste prestaties van de overeenkomst vormt, onrechtmatig zijn. Deze verbodsbepaling geldt echter enkel in overeenkomsten gesloten tussen een verkoper en een consument 77. Toch dient er opgemerkt te worden dat artikel 32, 11 W.H.P.C. enkel betrekking heeft op exoneratiebedingen die de aansprakelijkheid van de verkoper volledig uitsluiten en derhalve geen draagwijdte heeft ten aanzien van exoneratiebedingen die de aansprakelijkheid van de verkoper slechts beperken in tijd of in omvang 78. Indien een exoneratiebeding de aansprakelijkheid van de verkoper slechts beperkt, kan desgevallend een beroep worden gedaan op artikel 32, 27 W.H.P.C. om dergelijk beding vooralsnog elke uitwerking te ontzeggen indien het beding de rechter als ongepast voorkomt 79. Ook de algemene toetsingsnorm van artikel 31 1 W.H.P.C. kan hier dienstig zijn. 74 Zie in die zin : S. STIJNS, l.c., R.W , 1280 en 1283; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 60. Vgl. M. COIPEL, o.c., Diegem, Story-Scientia, 1999, Cf. supra Geldigheid in concreto. 76 Zie ook o.a. Wet 25 februari 1991 betreffende de aansprakelijkheid voor producten met gebreken, die niet enkel de mogelijkheid van exoneratie voor zware fout, maar de mogelijkheid van exoneratie in het algemeen. aanzienlijk beperkt. 77 Zie artikel 32 eerste lid W.H.P.C. Voor de invulling van de begrippen verkoper en consument zie artikel 31 2 W.H.P.C. 78 I. DEMUYNCK, Inhoudelijke controle van onrechtmatige bedingen : onderzoek van de Wet van 14 juli 1991 op de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument, onuitg., Universiteit Gent, 409; A. VAN OEVELEN, l.c., in BILLIET, J., BRAECKMANS, H. en CASMAN, H., Postuniversitaire cyclus Willy Delva Overeenkomstenrecht, Antwerpen, Kluwer, 2000, 196; (wordt vervolgd ) ( vervolg) S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 733; I. DEMUYNCK, Onrechtmatige bedingen, in A.J.T.- dossier,ii, dossier 1, Gent, Mys en Breesch, 1995, 8-9; E. DIRIX, De bezwarende bedingen in de N.W.H.P., in STUYCK, J. en WYTINCK, P. (ed.), De nieuwe wet handelspraktijken : Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en de bescherming van de consument, Brussel, Story Scientia, 1992, 309; M. FLAMEE, De onrechtmatige bedingen (art ), in DE VROEDE, P. (ed.), Handelspraktijken : het nieuwe in de Wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument, Brugge, Die Keure, 1992, 104. Contra : P. WERY, l.c., J.T. 2003, Er weze opgemerkt dat artikel 32, 27 W.H.P.C. zich geenszins beperkt tot exoneratiebedingen voor zware fout maar van toepassing kan zijn op alle exoneratiebedingen. 76
15 EXONERATIEBEDINGEN IN HET GEMEEN RECHT Ook kan opgemerkt worden dat er een duidelijk intentioneel verschil bestaat tussen bedrog en zware fout 80. De gevolgen van beide fouten kunnen misschien even ernstig zijn, toch is er qua laakbaarheid van de gedraging zelf een groot verschil. F([RQHUDWLHYRRURS]HWHQ]ZDUHIRXWYDQDDQJHVWHOGHQRIXLWYRHULQJVDJHQWHQLV WRHJHODWHQ Net zoals exoneratiebedingen voor eigen zware fout, zijn exoneratiebedingen voor zware fout of opzet van aangestelden of uitvoeringsagenten geoorloofd 81. De toelaatbaarheid van dergelijke exoneratiebedingen heeft tot gevolg dat de schuldenaar er voordeel bij heeft om voor de uitvoering van zijn contractuele verbintenissen een beroep te doen op een aangestelde of een uitvoeringsagent. De toelaatbaarheid van exoneratiebedingen voor opzettelijke fout van een aangestelde of uitvoeringsagent kan niet goedgekeurd worden 82. Ten eerste, kan opgeworpen worden dat een der uitgangspunten van het cassatiearrest van 25 september en van de conclusie van de advocaat-generaal bij dat arrest 84, zijnde de persoonlijke aansprakelijkheid van de aangestelde of uitvoeringsagent, door latere cassatierechtspraak achterhaald is 85. Zo volgt uit het cassatiearrest van 7 december dat artikel 1165 B.W. zich verzet tegen de contractuele aansprakelijkheid van een aangestelde of uitvoeringsagent jegens de medecontractant van zijn opdrachtgever of aansteller. Anderzijds kan evenmin zijn buitencontractuele aansprakelijkheid in het gedrang worden gebracht wanneer de hem verweten fout en de door de fout veroorzaakte schade niet louter buitencontractueel zijn. Deze zogenaamde 80 Cf. supra. 81 Cass. 25 september 1959, Arr. Cass. 1960, 86; Cass. 28 juni 1928, Pas. 1928, I, 211; S. STIJNS, l.c., R.W , 1263; E. MONTERO, l.c., in FONTAINE, M. en VINEY, G. (ed.), Les sanctions de l inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Bruylant, 2001, 416; B. DUBUISSON, l.c., in WERY, P. (ed.), Les clauses applicables en cas d inexécution des obligations contractuelles, Brussel, Die Keure, 2001, 61; A. VAN OEVELEN, l.c., in BILLIET, J., BRAECKMANS, H. en CASMAN, H., Postuniversitaire cyclus Willy Delva Overeenkomstenrecht, Antwerpen, Kluwer, 2000, 196; S. STIJNS, D. VAN GERVEN en P. WERY, l.c., J.T. 1996, 733; H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, l.c., T.P.R. 1995, 1227; R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, l.c., T.P.R. 1994, 534; J. HERBOTS, l.c., in HERBOTS, J en PAUWELS, C. (ed.), Exoneratiebedingen, Brugge, Die Keure, 1993, 11; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1188; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 184 en 185; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, 274 en 275; L. CORNELIS, l.c., R.C.J.B. 1981, 207; J. DABIN, l.c., R.C.J.B. 1960, Argumenten pro de geldigheid van dergelijke bedingen kan men vinden in Adv.-Gen. P. MAHAUX, conclusie bij Cass. 25 september 1959, Pas. 1960, I, Cass. 25 september 1959, Arr. Cass. 1960, Adv.-Gen. P. MAHAUX, conclusie bij Cass. 25 september 1959, Pas. 1960, I, H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, l.c., T.P.R. 1995, ; R. KRUITHOF, H. BOCKEN, F. DE LY en B. DE TEMMERMAN, l.c., T.P.R. 1994, 534; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, 1189; R. KRUITHOF, l.c., in X (ed.), In memoriam Jean Limpens, Antwerpen, Kluwer, 1987, 184; R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984, Cass. 7 december 1973, Arr. Cass. 1974,
16 NICOLAS CARETTE quasi-immuniteit van de hulppersoon gecombineerd met de toelaatbaarheid van exoneratiebedingen voor een opzettelijke fout van een aangestelde of uitvoeringsagent, heeft tot gevolg dat in geval van opzettelijke fout (die niet vreemd is aan de uitvoering van de overeenkomst) van de aangestelde of uitvoeringsagent, noch de aangestelde of uitvoeringsagent zelf (quasiimmuniteit van de hulppersoon), noch zijn opdrachtgever of lasthebber (toelaatbaarheid van exoneratiebedingen voor een opzettelijke fout van een aangestelde of uitvoeringsagent) aansprakelijk gesteld kunnen worden. Ten tweede, is de toelaatbaarheid van dergelijke bedingen onverenigbaar met de vertegenwoordigingsgedachte. De aangestelde of uitvoeringsagent is slechts een uitvoeringsinstrument van de schuldenaar welke hij bijgevolg vertegenwoordigt. Vanuit sociaal en juridisch oogpunt is de fout van de aangestelde deze van de aansteller. Aangestelde en aansteller vormen namelijk een economische eenheid. Een verschillende beoordeling van exoneraties voor eigen opzet en dat van aangestelden of uitvoeringsagenten kan dan ook moeilijk toegelaten worden. 87 Deze vertegenwoordigingsgedachte vindt bovendien steun in het cassatiearrest van 7 december Ten derde, kan men zich met KRUITHOF de vraag stellen of het wel wenselijk is dat de schuldeiser in een minder gunstige rechtspositie geplaatst wordt omdat de schuldenaar een beroep doet op aangestelden of uitvoeringsagenten 89. Hieruit kan besloten worden dat de toelaatbaarheid van exoneratiebedingen voor opzettelijke fouten van een aangestelde of een uitvoeringsagent, niet kan worden voorgestaan. Het is dan ook te hopen dat het Hof van Cassatie terugkomt op haar achterhaalde rechtspraak. De toelaatbaarheid van exoneratiebedingen voor zware fouten van zijn aangestelden of uitvoeringsagenten kan o.i. daarentegen eerder bijgetreden worden. Dergelijke toelaatbaarheid kan immers niet onderworpen worden aan de hierboven uiteengezette drievoudige kritiek op de toelaatbaarheid van exoneratiebedingen voor opzet van aangestelden of uitvoeringsagenten. Ten eerste, leidt deze toelaatbaarheid niet tot een verschil in behandeling tussen exoneratiebedingen voor eigen zware fout en die voor zware fout van een aangestelde of uitvoeringsagent. Er is hier bijgevolg geen strijdigheid met de vertegenwoordigingsgedachte. Ten tweede, heeft deze toelaatbaarheid niet tot gevolg dat de schuldeiser in een minder gunstige rechtspositie geplaatst wordt omdat de schuldenaar een beroep doet op aangestelden of uitvoeringsagenten. 87 H. VANDENBERGHE, M. VAN QUICKENBORNE en L. WYNANT, l.c., T.P.R. 1995, ; (wordt vervolgd ) ( vervolg) E. DIRIX, Aansprakelijkheid van en voor hulppersonen, in STORME, M. (ed.), Recht halen uit aansprakelijkheid, Gent, Mys en Breesch, 1993, 347 en 354; E. DIRIX, l.c., T.P.R. 1988, ; J. DABIN, l.c., R.C.J.B. 1960, 23 e.v. 88 Cass. 7 december 1973, Arr. Cass. 1974, R. KRUITHOF, l.c., T.P.R. 1984,
Financial Law Institute
Financial Law Institute Working Paper Series WP 2008-13 Reinhard STEENNOT Michel TISON Beëindigings-, exoneratie- en schadebedingen Challenging the Prudential Supervisor: liability bij bijzondere overeenkomsten
Nadere informatieDe contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)
De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014) FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95
Nadere informatieMisbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference
Misbruik van exoneratiebedingen in het Belgische recht. Een rechtsvergelijkend perspectief met de Draft Common Frame of Reference Neil Simons Onder wetenschappelijke begeleiding van Prof. Dr. Ilse Samoy
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 OKTOBER 2009 C.08.0118.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0118.F J. J., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen J. J.-R., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat
Nadere informatieZich vergissen in het contractenrecht
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 Zich vergissen in het contractenrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Lat Arne (studentennr 20054556)
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN
C.O.B. 11 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES OVER HET WETSVOORSTEL Nr. 51/0122 TOT WIJZIGING VAN HET BURGERLIJK WETBOEK, WAT DE INTERESTEN EN SCHADEBEDINGEN BIJ CONTRACTUELE WANUITVOERING BETREFT
Nadere informatieAuteur. Elfri De Neve. www.elfri.be. Onderwerp. Anatocisme. Copyright and disclaimer
Auteur Elfri De Neve www.elfri.be Onderwerp Anatocisme Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten van intellectuele eigendom,
Nadere informatieC.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN
C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN Aanbeveling betreffende strafbedingen Brussel, 21 oktober 1997 1 Gelet op de artikelen 35, par. 3, lid 2, en 36 van de wet van 14 juli 1991 betreffende
Nadere informatieHof van Cassatie van België
20 SEPTEMBER 2012 C.11.0662.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0662.N PARFIP BENELUX nv, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen ARAMEX CARS nv, I. RECHTSPLEGING VOOR HET
Nadere informatieOnrechtmatige contractuele bedingen
Nieuwe regels in b2b-relaties: verboden bedingen, misbruik van de economische afhankelijkheid van een onderneming en oneerlijke marktpraktijken Op 21 maart 2019 keurde het Parlement een wet goed die in
Nadere informatieDe aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid
De aansprakelijkheid van de aannemer DEEL I: De contractuele aansprakelijkheid FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be
Nadere informatieDE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement. Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem,
8 FEBRUARI 2001 C.98.0470.N/1 C.98.0470.N DE IDEALE WONING, coöperatieve vennootschap, arrondissement Antwerpen, met maatschappelijke zetel te 2600 Berchem, Diksmuidelaan 276, ingeschreven in het handelsregister
Nadere informatieOvereenkomst tussen sitebeheerder en depot m.b.t. aansprakelijkheid
http://www.edavid.be Overeenkomst tussen sitebeheerder en depot m.b.t. aansprakelijkheid AUTEURS: Sven Van Damme Legal Researcher, ICRI 0. INHOUDSTAFEL 0. Inhoudstafel... 2 1. De uitsluiting of beperking
Nadere informatieHof van Cassatie van België
21 DECEMBER 2009 C.08.0499.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0499.F HANCIAUX, nv, Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. R., I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
Nadere informatieEen standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld
www.vdelegal.be Een standpunt over de burgerlijke aansprakelijkheid van bestuurders van een V.Z.W. in de sportwereld Brussel, 24 november 2003 Johan VANDEN EYNDE Advocaat Vanden Eynde Legal Avenue de la
Nadere informatieGeldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht
67 H o o f d s t u k I Geldigheidsvereisten voor elke overeenkomst toegepast op borgtocht 1. Algemeen Afdeling 1 Toestemming 94. Krachtens artikel 2015 BW wordt borgtocht niet vermoed en moet het uitdrukkelijk
Nadere informatieHof van Cassatie van België
6 DECEMBER 2012 C.11.0654.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0654.F A. V., advocaat, handelend in de hoedanigheid van curator van het faillissement van de coöperatieve vennootschap met onbeperkte
Nadere informatieDE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS?
DE TOEREKENBAARHEID VAN ART. 544 B.W. EN AANNEMERS BIJ BURENHINDER: SNIJDT HET HOF VAN CASSATIE ZICH NIET IN HAAR EIGEN VINGERS? I. Inleiding 1. Het arrest van het Hof van Beroep van Gent van 21 november
Nadere informatieHet is nadien aan de hoofdaannemer en de onderaannemer zelf om onderling uit te maken aan wie de consigneerde som uiteindelijk zal toekomen.
Het nieuwe artikel 1798 lid 3 BW: mogelijkheid voor de bouwheer tot consignatie van de betwiste schuldvordering van de onderaannemer op de hoofdaannemer 1. De uitoefening van de rechtstreekse vordering
Nadere informatieUITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst
UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst NKVK 13 oktober 2015 Lore Derdeyn Overzicht 1. Bewijs van de aannemingsovereenkomst 2. Belangrijke clausules van de aannemingsovereenkomst
Nadere informatieArbitragecommissie. Advies over de sancties bepaald in artikel 5 van de wet
Advies nr. 2011/08 van 4 oktober 2011 Arbitragecommissie Wet van 19 december 2005 betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten. Advies over de sancties bepaald
Nadere informatie1. Termijn voor het instellen van de vordering
Afdeling 2 MODALITEITEN VAN DE VRIJWARINGSVORDERING 1. Termijn voor het instellen van de vordering De koper die de verkoper wenst aan te spreken in vrijwaring voor een verborgen gebrek kan dit pas doen
Nadere informatieJubileumcongres Beursbengel
Workshop - Contracteren met de klant: omgaan met aansprakelijkheidsrisico's, exoneraties en verzekeringsdekking Jubileumcongres Beursbengel Erik van Orsouw erik.van.orsouw@kvdl.nl http://www.kvdl.nl/beursbengel/
Nadere informatieAuteur. Onderwerp. Datum
Auteur Bart Van Den Brande Onderwerp De praktische toepassing van een gemeenrechtelijk strafbeding Datum 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *
ARREST VAN 10. 5. 2001 ZAAK C-144/99 ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 * In zaak C-144/99, Commissie van de Europese Gemeenschappen, vertegenwoordigd door P. van Nuffel als gemachtigde, bijgestaan
Nadere informatieFACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling. Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast
2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef De invloed van een opzettelijke fout op de verdeling van de schadelast Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De transnationale Universiteit
Nadere informatieBURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST
BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN DE ARCHITECT VERBONDEN DOOR EEN ARBEIDSOVEREENKOMST 1) Omschrijving van de arbeidsovereenkomst Artikel 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten
Nadere informatieInstantie. Onderwerp. Datum
Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and
Nadere informatieNuttige tips voor goede contracten
Nuttige tips voor goede contracten L. DE MEYERE A. VAN OEVELEN F. WALSCHOT Editor: Centrum voor beroepsvervolmaking in de rechten KLUWER Inhoudsopgave Woord vooraf IX /. Prijsbepalingsclausules 1 A. Inleiding
Nadere informatieHOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN
HOOFDELIJKHEID IN DE GEMEENTELIJKE BELASTINGREGLEMENTEN Op grond van de gemeentelijke e autonomie mogen de gemeenten bepalen wie de belastingen die zij invoeren, moet betalen. Om de inning van deze belastingen
Nadere informatieConcubinaat. De buitenhuwelijkse tweerelatie. Patrick Senaeve (ed.) Acco Leuven / Amersfoort
Concubinaat De buitenhuwelijkse tweerelatie Patrick Senaeve (ed.) Met bijdragen van: Eric Dirix Jacques Herbots Walter Pintens Jan Roodhooft Patrick Senaeve Acco Leuven / Amersfoort INHOUD Patrick Senaeve
Nadere informatieNoot. Over de uitoefening van een bewijslastclausule. Wie bewijst dat het kalf verdronken is?
1 Noot Over de uitoefening van een bewijslastclausule. Wie bewijst dat het kalf verdronken is? 1. Inleiding Bewijslastclausules, de contractuele bedingen waarbij partijen in afwijking van de normale regeling
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 OKTOBER 2009 C.08.0200.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0200.F FORTIS INSURANCE BELGIUM, Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen P. D. I. RECHTSPLEGING VOOR HET
Nadere informatieDe aansprakelijkheid voor gebreken van de verkoper: een overzicht van diverse regimes
De aansprakelijkheid voor gebreken van de verkoper: een overzicht van diverse regimes Masterproef van de opleiding Master in de rechten Academiejaar 2012-2013 Julie De Prest Promotor: Prof. dr. M. Dambre
Nadere informatieSchulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Schulduitsluiting en rechtvaardiging in het burgerlijk buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht Masterproef van de opleiding Master
Nadere informatieOmgaan met aansprakelijkheidsrisico's, vrijwaringsbedingen en verzekerbaarheid
20 november 2012 Training Contracteren Omgaan met aansprakelijkheidsrisico's, vrijwaringsbedingen en verzekerbaarheid Erik van Orsouw erik.van.orsouw@kvdl.nl Inleiding 1. Quiz 2. Aansprakelijkheidsrecht:
Nadere informatieKRONIEK VAN HET VERBINTENISSENRECHT ( ) 1
KRONIEK VAN HET VERBINTENISSENRECHT (1993-2004) 1 In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen die zich tussen 1993 en 2004 in het algemeen verbintenissen- en overeenkomstenrecht
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE Woord vooraf Inhoudsopgave 7 Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout
INHOUDSOPGAVE Woord vooraf 5 Inhoudsopgave 7 I. Verhouding straf(proces)recht - aansprakelijkheidsrecht 13 A. Strafrechtelijke en civielrechtelijke fout 13 1. Cass., 15 mei 1941 (het steenbakkersarrest)
Nadere informatieHof van Cassatie van België
24 MAART 2016 C.14.0329.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.14.0329.N BANDEN VAN CAUTER bvba, met zetel te 1703 Schepdaal, Plankenveld 15, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat
Nadere informatieZaak T-228/97. Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-228/97 Irish Sugar plc tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Artikel 86 EG-Verdrag (thans artikel 82 EG) Machtspositie en collectieve machtspositie Misbruik Geldboete" Arrest van het Gerecht
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 06/03/2017
Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum
Nadere informatieHof van Cassatie van België
22 JUNI 2009 C.08.0546.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0546.N 1. V.R., en 2. V.A., eisers, vertegenwoordigd door mr. Willy van Eeckhoutte, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor
Nadere informatieHof van Cassatie van België
30 MAART 2009 C.07.0557.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.07.0557.N 1. H.S., 2. V.M., eisers, vertegenwoordigd door mr. Ludovic De Gryse, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende
Nadere informatieAansprakelijkheid van de architect
Aansprakelijkheid van de architect FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Juridisch kader De architect is
Nadere informatieANTICIPATORY BREACH OF CONTRACT
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-10 ANTICIPATORY BREACH OF CONTRACT Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door De Pauw Lynn (studentennr. 20040862)
Nadere informatieHof van Cassatie van België
2 SEPTEMBER 2011 C.10.0242.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0242.F AXA BELGIUM nv, Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. MERCATOR VERZEKERINGEN nv, 2. ETHIAS nv.
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33
INHOUDSOPGAVE DANKWOORD... v VOORWOORD...vii HOOFDSTUK 1. DE GRONDSLAG... 1 1. De grondslag: het persoonlijkheidsrecht op afbeelding... 1 2. Invloed van de mensenrechten... 3 A. Art. 22 G.W.... 4 B. Art.
Nadere informatieTrefwoorden en samenvatting bij de vonnissen van de voorzitter van de rechtbank van koophandel
Trefwoorden en samenvatting bij de vonnissen van de voorzitter van de rechtbank van koophandel Wet Marktpraktijken onrechtmatige bedingen stakingsvordering consumentenorganisatie kennelijk onevenwicht
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND
C.O.B. 12 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE EEN BEDING HOUDENDE EENZIJDIGE AANPASSING VAN EEN PREMIE VAN EEN VERZEKERINGSPOLIS RECHTSBIJSTAND Brussel, 21 oktober 2003 2 Advies over een
Nadere informatieMiddag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat
Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat 1 Enkele vaststellingen 1. Je schrijft niet elk jaar een nieuw BW 2. Streven naar balans
Nadere informatieHof van Cassatie van België
23 MEI 2014 C.13.0286.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0286.F A.-S. C., Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. D. C., 2. N. H., Mr. Huguette Geinger, advocaat
Nadere informatieHoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding
Hoofdstuk 21 Verbintenis en rechtshandhaving 21.1 Inleiding In hoofdstuk 5 was het verschil tussen absolute en relatieve rechten aan de orde. Absolute rechten zijn rechten die tegenover iedereen werken.
Nadere informatieBURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND. Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen
BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID IN SCHOOLVERBAND Prof. dr. Aloïs VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen INHOUD I. De begrippen burgerlijke aansprakelijkheid en strafrechtelijke II. Twee concrete
Nadere informatieOntbinding en faillissement
TIJDSCHRIFT VOOR BELGISCH BURGERLIJK RECHT Overwegende dat de appèlrechters oordelen dat de vordering van verweerster in verband met het betaalde voorschot ontsnapt aan de samenloop van de schuldeisers;
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE GESELECTEERDE BIBLIOGRAFIE...
INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF... GESELECTEERDE BIBLIOGRAFIE... xi xiii HOOFDSTUK 1 HISTORIEK EN TOEPASSINGSGEBIED VAN DE RICHTLIJN CONSUMENTENKOOP EN VAN DE OMZETTINGSWET PROF. DR. JULES STUYCK... 1 Inleiding...
Nadere informatieKunt U als contractenmaker nog exoneratieclausules schrijven die rechtens stand houden? Mr. G.J. Rijken
Kunt U als contractenmaker nog exoneratieclausules schrijven die rechtens stand houden? Mr. G.J. Rijken Ooit hadden we totale contractsvrijheid BW 1838 (regelend recht) Industriële revolutie (in ons land
Nadere informatieHof van Cassatie van België
22 NOVEMBER 2013 C.12.0405.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0405.F C. B., Mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. X. D. en, 2. V. B, Mr. Michèle Gregoire, advocaat
Nadere informatieHof van Cassatie van België
3 MAART 2015 P.13.1040.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.1040.N UCB nv, met zetel te 1070 Brussel (Anderlecht), Researchlaan 60, beklaagde, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist,
Nadere informatieFACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling
2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef Heeft België nood aan een wijziging van art. 1385 BW? Een rechtsvergelijkend onderzoek met Duitsland, Frankrijk en Nederland
Nadere informatieMasterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur
2013 2014 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten Masterproef De burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de preventieadviseur Promotor : Prof. dr. Ilse SAMOY De transnationale Universiteit Limburg is een
Nadere informatieDroit du travail Arbeidsrecht
ken van een minnelijk akkoord te worden afgeleid. Daarenboven stelde appellante nooit eerder dat er destijds een dading zou zijn tussengekomen : niet na de ingebrekestelling van 2 februari 2006, noch in
Nadere informatieRechtsmisbruik bij contractvrijheid. Caroline Coppens
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2012-13 Rechtsmisbruik bij contractvrijheid Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Caroline Coppens (Studentennr. 00705029)
Nadere informatieCOB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN
COB 34 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN ADVIES INZAKE BEDINGEN OMTRENT DE BEWIJSLAST IN OMNIUMVERZEKERINGEN Brussel, 20 november 2013 2 Advies inzake bedingen omtrent de bewijslast in omniumverzekeringen
Nadere informatieO. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof
27 OKTOBER 2000 C.98.0554.N/1 C.98.0554.N O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen door het Hof van Beroep te Gent, vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof
Nadere informatieHof van Cassatie van België
29 FEBRUARI 2008 C.06.0303.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.06.0303.F 1. IBENS, naamloze vennootschap, 2. ANTWERPSE BOUWWERKEN, naamloze vennootschap, Mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof
Nadere informatieVrijwaring voor verborgen gebreken van een onroerend goed
Vrijwaring voor verborgen gebreken van een onroerend goed FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 37-41 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Inleiding
Nadere informatieHof van Cassatie van België
5 JUNI 2014 C.13.0549.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.13.0549.N HORECA LOGISTIC SERVICES WEST nv, met zetel te 8540 Deerlijk, Diesveldstraat 24, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Lefèbvre,
Nadere informatieHof van Cassatie van België
20 JANUARI 2011 C.09.0306.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0306.F 1. K. J.-P., 2. G. E. Mr. Pierre Van Ommeslaghe, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen WAALS GEWEST, Mr. Antoine De Bruyn,
Nadere informatieAfdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s)
Afdeling IV. Bepalingen met betrekking tot de verkopen aan consumenten] Vorige versie(s) Afdeling IV (art. 1649bis tot 1649octies) ingevoegd bij art. 3 W. 1 september 2004 (B.S., 21 september 2004), met
Nadere informatieMeer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders
Meer info inzake aansprakelijkheid VZW en haar bestuurders DE BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID De persoon die schade aan iemand anders veroorzaakt, is verplicht die te herstellen. Hierbij wordt een onderscheid
Nadere informatieMiddag van het Recht, te Brussel, 15 maart Instituut voor Verbintenissenrecht. Academiejaar
Hoe orde brengen in het verbintenissenrecht? Deel 1: Diagnose en krachtlijnen Prof. dr. Sophie Stijns Gewoon hoogleraar KU Leuven, Middag van het Recht, te Brussel, 15 maart 2019 1. Diagnose van de patiënt
Nadere informatieOntslag wegens dringende reden
Ontslag wegens dringende reden C. ENGELS -Kluwer a Wolters Kluwer business Inhoud V 1- Begrip I 1.1. Wettelijke definitie 1 1.2. Ontleding van de definitie I 1.2.1. Vereisten 1 1.2.2. Eerste vereiste:
Nadere informatieAdvies nr. 2017/16 van 22 februari Arbitragecommissie
Advies nr. 2017/16 van 22 februari 2017 Arbitragecommissie Titel 2 van boek X van het Wetboek van economisch recht betreffende de precontractuele informatie bij commerciële samenwerkingsovereenkomsten
Nadere informatieZaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen
Zaak T-155/04 SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Mededinging Misbruik van machtspositie Begrip.onderneming' Klacht Afwijzing" Arrest van het Gerecht (Tweede kamer)
Nadere informatie1. DE VERKOOP MET VERLIES VAN DIENSTEN
Hof van Cassatie, 25 oktober 2001 Iverlek / Radio Public (United Pan-Europe Communication Belgium) Zaken C.00.0090 en C.00.0091 Zetel : Verougstraete (Voorz.), Bourgeois, Londers, Dirix, Stassijns (raadsheren)
Nadere informatieHof van Cassatie van België
19 JANUARI 2009 S.08.0099.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.08.0099.N RIJKSDIENST VOOR SOCIALE ZEKERHEID, met zetel te 1060 Brussel, Victor Hortaplein 11, eiser, vertegenwoordigd door mr. Antoine
Nadere informatieHof van Cassatie van België
14 FEBRUARI 2003 C.00.0354.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.00.0354.N R.J. eiseres, vertegenwoordigd door mr. Philippe Gérard, advocaat bij het Hof van Cassatie, kantoor houdende te 1050 Brussel,
Nadere informatieInformatiefiche. Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon
Informatiefiche Verantwoordelijkheid van de bevoegde persoon VERANTWOORDELIJKHEID Een (ernstig) arbeidsongeval leidt zowel tot strafrechtelijke verantwoordelijkheid als burgerlijke aansprakelijkheid Strafrechtelijke
Nadere informatieArrest van 25 juni 2002 in de zaak A 2000/3 ------------------------- Arrêt du 25 juin 2002 dans l affaire A 2000/3 ------------------------------
COUR DE JUSTICE BENELUX GERECHTSHOF A 2000/3/7 Arrest van 25 juni 2002 in de zaak A 2000/3 ------------------------- Inzake : VLAAMS GEWEST tegen JECA N.V. Procestaal : Nederlands Arrêt du 25 juin 2002
Nadere informatieWet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004
Wet van 1 september 2004 betreffende de bescherming van de consumenten bij verkoop van consumptiegoederen, B.S. 21 september 2004 Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van
Nadere informatieHof van Cassatie van België
9 NOVEMBER 2012 C.12.0146.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0146.N C.A., eiser, vertegenwoordigd door mr. Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel,
Nadere informatieInhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11
Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11 Hoofdstuk I.- Algemene inleiding 13 Afdeling 1.- Het privaatrecht, wat is dat? 13 1.- Objectief recht vs. subjectief recht 13 I.- Algemeen 13 II.- Objectieve benadering het
Nadere informatieBurgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband
Burgerlijke aansprakelijkheid in schoolverband Prof. dr. Alois VAN OEVELEN Gewoon hoogleraar Universiteit Antwerpen 1 BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID EN STRAFRECHTELIJKE VERANTWOORDELIJKHEID A. Begrip burgerlijke
Nadere informatieSamenloop van burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: een queeste voor billijkheid en rechtvaardigheid
Samenloop van burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregimes: een queeste voor billijkheid en rechtvaardigheid Sociaal overleg in KMO s: een te zware last voor de werkgever of nodige bescherming voor de werknemer?
Nadere informatieEXONERATIEBEDINGEN. door. Eric DIRIX Beslagrechter te Antwerpen Docent U.l.A. en UFSAL INHOUD
o_-_-- - ~------------ -------_-_-_-- _;:: : ==-=-::_-::_-::=-~ =-=----_-_:: _J ~--=-_:-------=--:..::..= ::: :: ::~_::_r --r:c.=:-------------o------ EXONERATIEBEDINGEN door Eric DIRIX Beslagrechter te
Nadere informatieCass. 24 maart Handels-, economisch en financieel recht Bank en kredietwezen Bankverrichtingen - Overschrijvingen
Cass. 24 maart 2016 Handels-, economisch en financieel recht Bank en kredietwezen Bankverrichtingen - Overschrijvingen De overschrijving is een rechtsfiguur sui generis waarbij een financiële instelling
Nadere informatieArtikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.
Wetgeving Algemene wet bestuursrecht Artikel 1:3 1. Onder besluit wordt verstaan: een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. 2. Onder beschikking
Nadere informatieRechtsmisbruik (muurarrest)
Rechtsmisbruik (muurarrest) 1. INSTRUCTIES... 2 2. HET CASSATIEARREST... 2 A. DE FEITEN... 2 B. BESLUIT VAN DE FEITENRECHTER... 2 C. MIDDELEN IN CASSATIE... 2 D. HET BESLUIT VAN CASSATIE... 2 3. DE NOOT
Nadere informatieInstelling. Onderwerp. Datum
Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Duur. Burenhinder. Herstel. Rechtsvordering. Algemene verjaringstermijnen. Termijn buitencontractuele aansprakelijkheid Datum 20 januari 2011 Copyright and disclaimer
Nadere informatieNOOT onder Cass. 30 april 2015 C F
NOOT onder Cass. 30 april 2015 C.12.0637.F 1. Het Hof van Cassatie heeft zich in een arrest van 30 april 2015 opnieuw uitgesproken inzake de overheidsaansprakelijkheid voor fouten van de wetgever. De vraag
Nadere informatiePluraliteit van verzekeringen in de W.A.M. (wet van 1 juli 1956, inzake de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor mortorrijtuigen)
Pluraliteit van verzekeringen in de W.A.M. (wet van 1 juli 1956, inzake de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor mortorrijtuigen) Eric Dirix Er is pluraliteit van verzekeringen van zodra een zelfde
Nadere informatieAkkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet?
Akkoord over prijs en zaak voldoende voor verkoop Of toch niet? FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be 1 Consensualisme
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 INSTEMMING MET ALGEMENE VOORWAARDEN: KENNISNAME- EN AANVAARDINGSCLAUSULES KATRIEN VANDERSCHOT... 1
INHOUDSOPGAVE WOORD VOORAF... v HOOFDSTUK 1 INSTEMMING MET ALGEMENE VOORWAARDEN: KENNISNAME- EN AANVAARDINGSCLAUSULES KATRIEN VANDERSCHOT... 1 Inleiding... 1 Afdeling 1. Wilsovereenstemming omtrent algemene
Nadere informatieSCHADEBEDINGEN VERSUS
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2009-2010 SCHADEBEDINGEN VERSUS OPZEG / VERBREKINGSBEDINGEN Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Pieter-Jan Vandepoele
Nadere informatieInstelling. Onderwerp. Datum
Instelling hof van beroep Brussel Onderwerp Gerechtelijke vereffening-verdeling. Artikel 1207 e.v. Ger. W. Deelakkoorden: geldigheid en bindende kracht. Artikel 1447 BW betreffende de overname van de gezinswoning
Nadere informatieDE CIVIELRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN KADERLEDEN, ANDERE WERKNEMERS EN AMBTENAREN VOOR SCHADE VEROORZAAKT DOOR MILIEUVERONTREINIGING(*)
_:_::_----=-----==-=---------I - -:!=-===-=-: -:: DE CIVIELRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEID VAN KADERLEDEN, ANDERE WERKNEMERS EN AMBTENAREN VOOR SCHADE VEROORZAAKT DOOR MILIEUVERONTREINIGING(*) door A. VAN
Nadere informatieFACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling
2012 2013 FACULTEIT RECHTEN master in de rechten: rechtsbedeling Masterproef Correctiemechanismen op de absolute verjaringstermijn inzake de buitencontractuele aansprakelijkheid Promotor : Prof. dr. Ilse
Nadere informatieMEDEHUURDERS EN DE EVENWICHTSLEER VAN ART. 544 B.W.: HET BEGRIP NABUURSCHAP
MEDEHUURDERS EN DE EVENWICHTSLEER VAN ART. 544 B.W.: HET BEGRIP NABUURSCHAP I. Inleiding 1. De rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen werd in haar vonnis van 12 november 2008 geconfronteerd met een
Nadere informatieRECHTSLEER DOCTRINE. Enkele bewijs- en andere perikelen omtrent de financieringsvoorwaarde
RECHTSLEER DOCTRINE Enkele bewijs- en andere perikelen omtrent de financieringsvoorwaarde Julie DE CONINCK 1 SAMENVATTING Het stipuleren van een financieringsvoorwaarde in een koopovereenkomst laat de
Nadere informatieOorzakelijkheid in het verzekeringsrecht
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 Oorzakelijkheid in het verzekeringsrecht Masterproef van de opleiding Master in de rechten Ingediend door Tolpe Alexander (studentennr.
Nadere informatie