HAMERSTUK Raadsvoorstel Vaststellen basistarieven huishoudelijke hulp

Transcriptie

1 Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel Vaststellen basistarieven huishoudelijke hulp Van: Het college van B&W van 2 oktober 2012 Doel: Toelichting: Besluiten Voorliggende besluitvorming Het college stelt de gemeenteraad voor de basistarieven voor hulp bij het huishouden vast te stellen op 19,28 (huishouden 1, schoonmaken) en 22,13 (huishouden 2, uitgebreid met organisatie van het huishouden). Achtergrond Op grond van de op 1 september in werking getreden Wet basistarieven moet de gemeenteraad voor verschillende vormen van huishoudelijke hulp basistarieven vaststellen op grond van reële kostprijzen. Via dit raadsvoorstel worden de basistarieven voor hulp bij het huishouden 1 en 2 vastgesteld. De vaststelling van het minimumtarief is een bevoegdheid van de raad. Het college stelt het maximumtarief vast. Het college hanteert hierbij de uitgangspunten zoals verwoord in de collegevoorstellen van 12 juni 2012 en 2 oktober 2012, welke in de bijlagen zijn bijgevoegd. Eerdere kamerbespreking d.d. 27 juni 2012 Bij brief van 12 juni 2012 verzocht het college de gemeenteraad om wensen en bedenkingen te uiten ten aanzien van de uitgangspunten voor de aanbestedingsprocedure huishoudelijke hulp. Tijdens een kamerbehandeling op 27 juni zijn de wensen en bedenkingen besproken en tijdens de Politieke Avond van 5 september is de wensen- en bedenkingenbrief aan het college door de raad vastgesteld. Deze brief is eveneens toevoegd bij de bijlagen. Toezegging Tijdens de kamerbespreking op 27 juni 2012 deed het college de volgende toezegging: De raad wordt geïnformeerd of het technisch mogelijk is om, buiten de aanbestedingsprocedure om, een gedeelte te reserveren voor kleine aanbieders. Naam steller: steller: M. Boscha m.boscha@nijmegen.nl Tel. steller: Bijlagen: 1. Raadsvoorstel Vaststellen basistarieven huishoudelijke hulp Ter inzage via dropbox, internet, Raadsgriffie en Informatiebalie 1. Uitwerking basistarieven 2. Collegevoorstel van 2 oktober 2012 inzake Vaststellen basistarieven huishoudelijke hulp 3. Brief van 5 september 2012 van de gemeenteraad aan het college van B&W inzake Wensen en bedenkingen t.a.v. uitgangspunten aanbesteding huishoudelijke hulp 4. Collegevoorstel 12 juni 2012 inzake Uitgangspunten aanbestedingsprocedure huishoudelijke hulp 5. Brief van het college van B&W van 12 juni 2012 inzake Collegevoorstel uitgangspunten aanbestedingsprocedure huishoudelijke hulp

2 Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 24 oktober 2012 / 126/2012 Fatale termijn: besluitvorming vóór: 24 oktober 2012 Onderwerp Vaststellen basistarieven huishoudelijke hulp Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 Portefeuillehouder B. Frings Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 2 oktober 2012 Samenvatting Op 1 september 2012 is de Wet basistarieven in werking getreden. Op grond van deze wet moet de gemeenteraad voor de verschillende vormen van huishoudelijke hulp basistarieven vaststellen op basis van reële kostprijzen. Met dit voorstel worden de basistarieven voor hulp bij het huishouden 1 en 2 vastgesteld. Voorstel om te besluiten De basistarieven voor hulp bij het huishouden vast te stellen op 19,28 voor hulp bij het huishouden 1 (schoonmaken) en 22,13 voor hulp bij het huishouden 2 (uitgebreid met organisatie van het huishouden). Opgesteld door, telefoonnummer, Marc Boscha, , m.boscha@nijmegen.nl

3 Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding Op 1 september 2012 is de Wet basistarieven in werking getreden. Op grond van deze wet moet de gemeenteraad voor de verschillende vormen van huishoudelijke hulp basistarieven vaststellen op basis van reële kostprijzen. De wet beoogt hiermee dat aanbieders niet kunnen inschrijven onder de reële kostprijs en zo op prijs in plaats van kwaliteit gaan concurreren ten koste van de hulpen en de klanten. Bij het vaststellen van de kostprijzen moet de gemeenteraad volgens de wet uitgaan van inzet van personeel door de aanbieder tegen arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden benodigd voor het leveren van huishoudelijke verzorging. Verder geeft de wet het college de opdracht om de kwaliteit en de continuïteit van de gecontracteerde huishoudelijke verzorging te waarborgen. De huidige raamovereenkomsten voor hulp bij het huishouden lopen op 1 april 2013 af. In regionaal verband zijn de voorbereidingen gestart voor een nieuwe openbare Europese aanbesteding. Omdat de aankondiging van deze aanbesteding na 1 september 2012 valt, is het noodzakelijk dat de basistarieven voor hulp bij het huishouden door de gemeenteraad worden vastgesteld. Bijgaand treft u een voorstel voor de basistarieven aan. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader Met het vaststellen van de basistarieven geeft uw raad uitvoering aan artikel 21a van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Artikel 21a 1. De gemeenteraad stelt basistarieven vast voor het verlenen van huishoudelijke verzorging. 2. De basistarieven worden vastgesteld:a. op basis van reële kostprijzen van de onderscheidenlijke vormen van huishoudelijke verzorging; enb. uitgaande van inzet van personeel door de aanbieder tegen arbeids-voorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden benodigd voor het leveren van huishoudelijke verzorging. 3. Het college van burgemeester en wethouders neemt bij het aangaan van overeenkomsten met derden over het verlenen van huishoudelijke verzorging de door de gemeenteraad vastgestelde basistarieven in acht. 4. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de vaststelling van de in het eerste lid bedoelde basistarieven en de in het tweede lid bedoelde arbeidsvoor-waarden. 1.2 Relatie met programma Zorg en Welzijn. 2 Doelstelling Vast laten stellen van de minimale tarieven voor de verschillende vormen van hulp bij het huishouden, gebaseerd op een reële kostprijs van de gevraagde dienst en deze minimale tarieven te gebruiken bij de komende aanbesteding. 3 Argumenten 3.1 In het basistarief is rekening gehouden met alle gangbare kostencomponenten voor de tarieven HH In de Wet basistarieven wordt niet gedefinieerd wat verstaan wordt onder een reële kostprijs. Wat reëel is kan vanuit verschillende perspectieven worden benaderd. Primair is het belangrijk

4 Voorstel aan de Raad om rekening te houden met de kostencomponenten die gangbaar zijn bij het bepalen van de tarieven hulp bij het huishouden. De kostencomponenten zijn: bruto uurloon gebaseerd op de CAO voor Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg. Uitgangspunt is het uurloon per verhoogd met 1,2% loonsverhoging per en een eindejaarsuitkering van 5,5% op grond van het onderhandelaarakkoord CAO voor de Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg d.d. 22 mei 2012; voor het HH1-tarief is uitgegaan van functiewaarderingsgroep 10 max -1 voor het HH2-tarief is uitgegaan van functiewaarderingsgroep FWG 15 gemiddeld uurloon van de periodieken 0 t/m 8 (max-1 is gangbaar, gelet op de 8 periodieken in FWG 15 is dat geen reëel basisuurloon) werkgeverslasten verplichte bijdrage in opleidingskosten (2%) overheadopslag (15%) improductiviteit zoals verlof en ziekteverzuim (15%) marge voor de aanbieder (5%) In bijlage 1 worden de basistarieven aan de hand van bovenstaande componenten verder uitgewerkt. 3.2 De voorgestelde basistarieven zijn lager dan de huidige tarieven Kostenbeheersing is een belangrijk uitgangspunt bij de komende aanbesteding. Het zijn minimumtarieven. Aanbieders kunnen niet voor lagere tarieven inschrijven. Op deze wijze willen wij de kwaliteit en de positie van de hulpen waarborgen. 3.3 Door het vaststellen van maximumtarieven ontstaat een gunstige bandbreedte De door u vast te stellen basistarieven zien wij als minimumtarieven. Aanbieders kunnen niet inschrijven onder deze reële kostprijs. Hiermee wordt de kwaliteit van de hulp en de positie van hulpen gewaarborgd. Door het vaststellen van maximumtarieven ontstaat een gunstige bandbreedte. Hierdoor wordt concurrentie op prijs mogelijk en wordt voorkomen dat de tarieven bij aanbesteding (fors) hoger zullen uitvallen. De maximumtarieven worden bekend bij het publiceren van de offerteaanvraag. Deze maximumtarieven zijn tot het moment van publicatie geheim. Dit omdat aanbieders voorinformatie zouden verkrijgen. 3.4 Het vaststellen van de maximumtarieven valt binnen de bevoegdheid van het College. De wet Basistarieven legt het vaststellen van het minimumtarief bij de Raad, de vaststelling van het maximumtarief is aan het College. Het College hanteert hierbij de uitgangspunten zoals verwoord in het Collegevoorstellen van 12 juni 2012 en 2 oktober De gemeente streeft naar een toekomstbestendige hulp bij het huishouden (HH). Toekomstbestendig betekent dat de hulp beschikbaar blijft voor iedereen die het nodig heeft en dat de hulp betaalbaar blijft. Demografische, financiële en wettelijke ontwikkelingen maken heroriëntatie noodzakelijk om de HH toegankelijk en betaalbaar te houden.

5 Voorstel aan de Raad 4 Risico s Het niet of later vaststellen van de basistarieven zorgt voor vertraging van de aanbestedingsprocedure. Wanneer de huidige contracten wederom moeten worden verlengd lijdt de gemeente een financieel nadeel. 5 Financiën De tarieven passen binnen het financiële kader van de meerjarenbegroting van de gemeente Nijmegen. 6 Communicatie Direct na het vaststellen van de basistarieven door de gemeenteraad zullen deze in de offerteaanvraag Hulp bij het Huishouden gepubliceerd worden. Deze tarieven worden definitief op het moment dat alle gemeenteraden van het Rijk van Nijmegen de basistarieven hebben vastgesteld maar uiteraard voor de gunning. 7 Uitvoering en evaluatie Na publicatie in de offerteaanvraag Hulp bij het Huishouden kunnen aanbieders inschrijven door het uitbrengen van een offerte. Aanbieders die inschrijven onder het basistarief komen niet voor gunning in aanmerking. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg Bijlage(n): Uitwerking basistarieven

6 Bijlage 1: Uitwerking basistarieven Op grond van onderstaande uitgangspunten stellen we de berekening van de basistarieven voor: bruto uurloon gebaseerd op de CAO voor Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg. Uitgangspunt is het uurloon per verhoogd met 1,2% loonsverhoging per en een eindejaarsuitkering van 5,5% op grond van het onderhandelaarakkoord CAO voor de Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg d.d. 22 mei 2012; voor het HH1-tarief is uitgegaan van FWG 10 max -1 voor het HH2-tarief is uitgegaan van FWG 15 gemiddeld uurloon van de periodieken o t/m 8 (max-1 is gangbaar, gelet op de 8 periodieken in FWG 15 is dat geen reëel basisuurloon) werkgeverslasten verplichte bijdrage in opleidingskosten (2%) overheadopslag (15%) improductiviteit zoals verlof en ziekteverzuim (15%) marge voor de aanbieder (5%) Marktonderzoek leverde op dat bedrijven die huishoudelijke hulp leveren binnen de volgende gehanteerde marges hoogwaardige huishoudelijke hulp kunnen bieden. Overheadopslag tussen de 13% en 17% Improductiviteit tussen de 15% en 20% We kiezen bij de berekening van het basistarief voor een overheadopslag van 15% en improductiviteit van 15%. Berekening basistarieven: vakantietoeslag eindejaar bruto uurloon uurtarief plus uurtarief+ uurtarief + uurloon suitkering incl. werkgevers- werkgever opleiding overhead overhead- improduc productivi- schaal CAO CAO CAO levensloop toeslagen lasten slasten CAO opslag opslag tief teit marge uurtarief basis 8% 5,50% 0,50% som 23% som 2% 15,0% som 15,0% som 5% som 10 max-1 9,73 0,78 0,54 0,05 11,09 2,55 13,64 0,27 2,05 15,96 2,39 18,36 0,92 19,28 15 gem 11,17 0,89 0,61 0,06 12,73 2,93 15,66 0,31 2,35 18,33 2,75 21,07 1,05 22,13

7 Openbaar Onderwerp Vervolg uitgangspunten aanbesteding huishoudelijke hulp Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting De huidige raamovereenkomsten voor de levering bij hulp bij het huishouden (HH) lopen af op 1 april Het college heeft de uitgangspunten van de offerteaanvraag (inkoopkader) op 12 juni 2012 vastgesteld. Met dit collegevoorstel worden de resterende en bijgestelde uitgangspunten van het inkoopkader vastgesteld. Deze worden verwerkt in de offerteaanvraag en daarna gepubliceerd BW-nummer Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Marc Boscha, Datum ambtelijk voorstel 24 september 2012 Registratienummer Ter besluitvorming door het college 1. De bijgestelde uitgangspunten voor de aanbesteding HH vast te stellen. 2. De resterende uitgangspunten voor de aanbesteding HH vast te stellen. 3. De hierboven genoemde uitgangspunten te verwerken in de offerteaanvraag en na vaststelling van deze uitgangspunten door de colleges in de regio Nijmegen over te gaan tot publicatie van de offerteaanvraag. 4. Uitvoeringseisen aan social return vast te stellen: 5% social return Inzet <Breed> en Intos Leerwerktrajecten te ontwikkelen 5. Vaststellen van de maximumuurtarieven 6. Op grond van artikel 55 van de Gemeentewet, tot publicatie van de offerteaanvraag geheimhouding op te leggen op de, als geheim gemarkeerde stukken. Leidinggevende mevr. V. Stekelinck, MO10 Programmamanager E. van Aalzum Programmadirecteur R. van Wuijtswinkel Paraaf akkoord Datum Ter besluitvorming door de Raad Zie vervolgblad Besluit B&W d.d. 2 oktober 2012 nummer: 3.4 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Collegevoorstel.doc

8 Vervolg beslispunten Aan de Raad voor te stellen De basistarieven voor hulp bij het huishouden vast te stellen op 19,28 voor hulp bij het huishouden 1 (schoonmaken) en 22,13 voor hulp bij het huishouden 2 (uitgebreid met organisatie van het huishouden).

9 1 Probleemstelling De raamovereenkomsten voor hulp bij het huishouden lopen definitief af op 1 april Wederom hebben we gekozen voor een Europese aanbestedingsprocedure in regionaal verband. De uitgangspunten van de aanbestedingsprocedure (inkoopkader) zijn op 12 juni 2012 door het college vastgesteld. Op 14 september 2012 heeft het regionaal portefeuillehoudersoverleg Sociale Zaken besloten het inkoopkader bij te stellen. Aanleiding hiervoor was een amendement op een raadsbrief van de Nijmeegse gemeenteraad met wensen en bedenkingen. Daarnaast is er in de tussentijd nog een aantal uitgangspunten verder uitgewerkt. Ook deze worden nu ter besluitvorming voorgelegd. De bijgestelde en resterende uitgangspunten worden verwerkt in de offerteaanvraag. Deze wordt gepubliceerd. 2 Juridische aspecten De gevraagde diensten zijn 2B diensten. Op 2B diensten zijn de BAO-regels (Besluit Aanbestedingsregels Overheidsdiensten) beperkt van toepassing. Dit betekent dat er slechts een programma van eisen dient te worden opgesteld en de geselecteerde aanbieders wordt gepubliceerd. Op basis van de wetswijziging van de WMO van 21 mei 2012 welke van kracht werd op 1 augustus 2012, dient de gemeenteraad basistarieven vast te stellen voor hulp bij het huishouden. In de bijlage zijn maximumtarieven weergegeven evenals de financiële kaders. Gelet op het feit dat de maximumtarieven in de aanbesteding gevoelige informatie zijn kent deze bijlage de status Geheim. Dit op basis van artikel 55 GW (Gemeentewet). Deze geheimhouding geldt tot publicatie van de offerteaanvraag. 3 Doelstelling Het definitieve inkoopkader vast te stellen, de offerteaanvraag uit te laten werken en daarna te publiceren. 4 Argumenten Beslispunt 1: De bijgestelde uitgangspunten voor de aanbesteding HH vast te stellen: a. Geen omzeteisen te stellen aan de aanbieders. Er worden geen omzeteisen aan de aanbieders gesteld. We blijven werken met 1 perceel. Aanbieders moeten binnen het hele perceel (Rijk van Nijmegen) kunnen leveren. Door geen omzeteisen te stellen blijft de markt open voor zowel grote als kleine aanbieders. Door wel de eis te stellen dat aanbieders binnen het hele perceel moeten kunnen leveren, blijft de regionale solidariteit behouden en kunnen we het contractbeheer in regionaal verband (efficiencywinst) uitvoeren. b. Het aantal aanbieders te bepalen op minimaal drie, uitgebreid met meer aanbieders om de minimale capaciteit te behalen. Wij sluiten raamovereenkomsten af met minimaal drie aanbieders. Iedere aanbieder dient diens minimale capaciteit op te geven en dit wordt opgeteld. Als de drie beste aanbieders samen niet aan de benodigde capaciteit kunnen voldoen gaan wij raamovereenkomsten aan met zoveel meer aanbieders als nodig is om de benodigde uren te garanderen. Hierdoor wordt het maximaal aantal aanbieders zoveel mogelijk beperkt. Op die manier kan mogelijk efficiencywinst behaald worden in het contractbeheer. De gegunde aanbieders dienen personeel over te nemen van niet-gegunde aanbieders op basis van de CAO VVT.

10 Vervolgvel 3 c. Klanten de keuze te geven tussen de drie aanbieders die als beste uit de procedure komen. I: Verdeling bij aanvang van de overeenkomst Bestaande klanten Uitgangpunten bij de verdeling van bestaande klanten zijn: De klant blijft zo veel mogelijk bij dezelfde hulp. Aanbieders die nu al een raamovereenkomst hebben en bij de aanbesteding opnieuw gegund krijgen behouden hun klanten. De klant heeft keuzevrijheid. Wanneer de klant bij een aanbieder zit die niet voor gunning in aanmerking komt dan wordt de klant de keuze geboden uit de drie beste leveranciers. Dit op basis van de beoordeling van de offertes. Wanneer de klant geen keuze maakt wordt deze aangeboden bij de leverancier die als beste uit de aanbestedingsprocedure komt. Klant heeft het recht om over te stappen naar een andere aanbieder, in overleg met de gemeente. Dan wel om over te stappen naar een persoonsgebonden budget. Nieuwe klanten Nieuwe klanten krijgen de keuze voorgelegd uit de drie aanbieders die als beste uit de procedure komen. Mits deze aanbieders voldoende capaciteit hebben om te kunnen leveren. Klanten die niet kiezen Klanten die niet kiezen krijgen aanbieders toebedeeld op basis van de (uitslag van de aanbesteding). Uitgangspunt hierbij is een verdeling van de nieuwe klanten over de drie aanbieders gebaseerd op een verdeling van 40%/35%/25%. II: Verdeling na een half jaar Na een half jaar wordt er gewerkt met een voorkeurslijst. Klanten kunnen kiezen uit de drie beste aanbieders op de voorkeurslijst. Mocht de klant geen keuze maken dan wordt deze aangeboden bij één van de drie aanbieders op de voorkeurslijst. Het streven is naar een uiteindelijke verdeling van 40%/35%/25% van de klanten onder de beste 3 aanbieders. Een aanbieder kan door het leveren van een hoge kwaliteit en efficiënt werken zijn plaats op de voorkeurslijst verhogen en een hoger aantal klanten toebedeeld krijgen. In welke volgorde de aanbieders op de voorkeurslijst worden geplaatst is afhankelijk van de volgende criteria: a. Prijs; b. Kwaliteit; c. Terugdringing aantal uren. Ad a. Prijs De tarieven die gelden ten tijde van de halfjaarlijkse beoordeling maken bij deze systematiek 30% van de weging uit voor de bepaling van de plaats op de voorkeurslijst. Ad b. Kwaliteit Wij stellen voor om gedurende de totale contractperiode halfjaarlijks de kwaliteit steekproefsgewijs te laten meten. Tot op heden is de geleverde kwaliteit door aanbieders van huishoudelijke verzorging niet gemeten. Deze kwaliteitsmeting zal bestaan uit een technische meting en een beperkt klantervaringsonderzoek. Deze kwaliteitsmeting wordt verderop nader toegelicht. De uitkomsten van de meting tellen mee voor de plaatsing op de voorkeurslijst. De geleverde kwaliteit maakt 45% van de weging uit.

11 Vervolgvel 4 Ad c. Terugdringing aantal uren Daarnaast zien we dat het bij een deel van de klanten mogelijk is om het aantal uren dat de klant hulp nodig heeft te verminderen. Een aanbieder kan dit gemotiveerd aangeven bij de gemeente, waarna de gemeente beoordeelt of een urenvermindering kan plaats vinden. Het aantal meldingen dat daadwerkelijk tot een verlaging van de uren leidt, telt mee voor de plaatsing op de voorkeurslijst. Terugdringing van de uren maakt 25% van de weging uit. Beslispunt 2: resterende uitgangspunten a. Maximumuurtarief Wat? Naast de wettelijk verplichte basistarieven werken we bij deze aanbesteding ook met maximumtarieven. Zie hiervoor het voorstel aan de raad voor de vaststelling van de basistarieven. Waarom? Door maximumtarieven vast te stellen ontstaat een gunstige bandbreedte waarop aanbieders kunnen inschrijven. Hierdoor wordt concurrentie op prijs mogelijk en wordt voorkomen dat de tarieven bij aanbesteding (fors) hoger zullen uitvallen. Tarieven In de bijlage zijn maximumtarieven weergegeven evenals de financiële kaders. Gelet op het feit dat de maximumtarieven in de aanbesteding gevoelige informatie is kent deze bijlage de status GEHEIM. Dit op basis van artikel 55 GW (Gemeentewet). Bij de berekening van de maximumtarieven zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: CAO-VVT als basis Kostprijsberekening volgens de methode KPMG Uit onze huidige tarieven (tarieven 2012), de verkregen landelijke benchmarktarieven (via Cleanconcepts) alsmede informatie vanuit onze marktverkenningen met een aantal aanbieders, blijkt dat het verschil tussen de HH1 en HH2 tarieven gemiddeld op ongeveer 20% zit. Dit hebben wij vertaald naar de maximumtarieven. Gezien de wat grotere complexiteit bij HH2 in vergelijking tot HH1 is dit ook een te rechtvaardigen aanpassing. Medewerkers voor HH2 hebben immers meer scholing nodig en het beslag op de overhead is groter. c. Kwaliteitsmeting Waarom? Eerder is vastgesteld dat we gaan sturen op kwaliteit. Het resultaat ( een schoon huis en een tevreden klant ) bepaalt de hoeveelheid (niet-kiezende) klanten die een aanbieder krijgt toegewezen. Hoe? We laten ieder half jaar een technische kwaliteitsmeting en klantervaringsonderzoek uitvoeren door een extern onderzoeksbureau. Met de technische kwaliteitsmeting wordt op basis van criteria geformuleerd door de Vereniging Schoonmaak Research (VSR) het daadwerkelijke schoonmaakresultaat gemeten. Dit mede op basis van de afspraken die met de klant zijn gemaakt. De klantbeleving wordt gemeten aan de hand van een aantal mondelinge vragen. De kwaliteitsmeting wordt uitgevoerd bij 5% van de totale populatie van klanten (aselecte steekproef).

12 Vervolgvel 5 Wettelijke plicht De kwaliteit en continuïteit van de hulp bij het huishouden wordt geborgd door in de offerteaanvraag eisen hieraan te stellen. Daarnaast wordt hierop gecontroleerd door middel van steekproeven door een onafhankelijke organisatie. Het college voldoet hiermee aan het gestelde in artikel 9a van de Wet. Met de kwaliteitsmeting voldoet het college aan hetgeen is gesteld in artikel 9a van de Wmo. Dit artikel treedt in werking op 1 oktober Artikel 9a 1. Het college van burgemeester en wethouders draagt voortdurend zorg voor de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning. 2. Indien het college van burgemeester en wethouders het verlenen van maatschappelijke ondersteuning door derden laat verrichten of van derden zaken betrekt die in het kader van het verlenen van maatschappelijke ondersteuning aan een persoon in eigendom worden overgedragen of in bruikleen worden gegeven, waarborgt hij daarbij de kwaliteit en de continuïteit van de maatschappelijke ondersteuning. 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de verplichtingen van het college van burgemeester en wethouders bedoeld in het eerste en tweede lid d. Indexering Alleen prijsverhogingen op basis van de CAO VVT zijn mogelijk. De tarieven die thans gehanteerd worden zijn op basis van de CAO en het onderhandelaar akkoord CAO voor de Verpleeg- en Verzorgingshuizen en Thuiszorg d.d. 22 mei Voor het overige zijn prijsverhogingen op basis van bijvoorbeeld de consumentenprijsindex indexeringen niet toegestaan. Beslispunt 3: Offerteaanvraag Na vaststelling van de bijgestelde en resterende uitgangspunten door de colleges van de deelnemende gemeenten, worden de uitgangspunten verwerkt in de offerteaanvraag. De offerteaanvraag wordt niet voorgelegd aan de colleges. Op deze manier is het mogelijk aan de oorspronkelijke planning vast te houden en met ingang van 1 april 2013 nieuwe raamovereenkomsten af te sluiten. Beslispunt 4: Uitvoeringseisen aan social return A. 5% van de omzet als social return Aan aanbieders stellen we de eis dat deze 5% van de omzet dienen aan te wenden voor het in dienst nemen van mensen die werkzoekend zijn en een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Werkzoekenden kunnen ingezet worden als thuishulp maar ook binnen andere onderdelen van de organisatie. Binnen de gemeente Nijmegen wordt circa 12 miljoen op jaarbasis uitgegeven aan huishoudelijke hulp. Dit betekent dat bij 5% social return circa jaarbasis door aanbieders aangewend dient te worden voor de inzet van werkzoekenden. De begeleiding van de werkzoekende ligt bij de aanbieder en deze dient met een gedegen plan van aanpak te komen bij het uitbrengen van de offerte. B uur van <Breed> en 1500 uur van Intos af te nemen In nauw overleg met <Breed> is afgestemd dat deze organisatie uur personeel op jaarbasis kan leveren voor de inzet voor huishoudelijke hulp. Een gesprek met Intos leverde op dat deze organisatie 1500 uur op jaarbasis kan leveren. De begeleiding vindt plaats door <Breed> en Intos. De inzet van de uur wordt verdeeld over de drie gegunde aanbieders.

13 Vervolgvel 6 C. Ontwikkeling van leer-werktrajecten Aan aanbieders stellen we de eis dat deze leer-werktrajecten opzetten voor kandidaten die een WWB-uitkering ontvangen. Hierbij is sterk gekeken naar de eisen die we stellen aan een werkcorporatie. Gelet op het feit dat we deze aanbesteding als één perceel in de markt zetten binnen het Rijk van Nijmegen, samen met deelnemende regiogemeenten, hanteren we niet de term werkcorporatie In de praktijk kan een werkcorporatie een samenwerking aangaan met een aanbieder van huishoudelijke hulp. Als eisen aan de leer-werktrajecten stellen we dat: De kandidaat werkervaring dient op te doen binnen de onderneming van de aanbieder door het verrichten van werkzaamheden Minimaal 25% van de kandidaten per jaar een arbeidsovereenkomst aangeboden krijgt binnen of buiten de onderneming van minimaal 17 uur per week. De kandidaten een goede begeleiding dienen te krijgen op de werkplek en op maat gesneden scholing krijgen bij een ROC of een andere onderwijsinstelling die de kandidaat opleidt tot een diploma. De selectie van kandidaten vindt plaats in nauw overleg met de afdeling Werk van de gemeente. Ook bij dit onderdeel dient een aanbieder een uitgebreid plan van aanpak te overleggen in diens offerte. Concretisering van de aantallen op basis van prognoses 5% social return In 2011 werd door het hele rijk van Nijmegen uur huishoudelijke hulp afgenomen. Bij 5% van de omzet betekent dit dat rond ,- aan social return in de nauwe zin dient te worden aangewend. Medewerkers zijn meestal rond 20 uur per week werkzaam binnen deze branche. Dit afgezet tegen de genoemde ,- per jaar levert een ruimte op voor de inzet van 42 werklozen per kalenderjaar die 20 uur per week werken. (zie hiervoor ook de bijlage). Leerwerktrajecten Door sociale diensten binnen het Rijk van Nijmegen kan uur op jaarbasis aan klanten geleverd worden die deelnemen in een leer-werktraject binnen de huishoudelijke hulp. Klanten nemen 48 weken per jaar deel aan een traject. Bij een duur van 25 uur per week is dit 1200 uur per jaar. Op basis van het voorgaande is het mogelijk om 83 klanten te plaatsen binnen leer-werktrajecten. Wanneer dit bewerkstelligd wordt zou 11% van het personeelsbestand bestaan uit mensen die aan een leer-werktraject deelnemen. Samen met de verplichte inzet van 5% social return in de nauwe zin betekent dit dat ruim 16% van het personeelsbestand van een ondernemer bestaat uit mensen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hadden en kort daarvoor nog een uitkering ontvingen. Om de inzet van personen die veel aandacht en begeleiding verdienen proportioneel te laten zijn stellen we voor om aanbieders te verplichten om per jaar 40 klanten toe te moeten laten binnen leer-werktrajecten. Beslispunt 5: Vaststellen van de maximumuurtarieven Het college stelt de maximumuurtarieven vast zoals deze zijn weergegeven in de bijlage die als geheim is aangemerkt.

14 Vervolgvel 7 Beslispunt 6: Op grond van artikel 55 van de Gemeentewet geheimhouding op te leggen op de, als geheim gemarkeerde stukken. In de bijlage zijn maximumtarieven weergegeven evenals de financiële kaders. Gelet op het feit dat de maximumtarieven in de aanbesteding gevoelige informatie zijn kent deze bijlage de status Geheim. Dit op basis van artikel 55 Gemeentewet. Artikel 10 lid 2 sub g Wob (Wet openbaarheid van bestuur) is hierbij van overeenkomstige toepassing. Middels het geheim laten van de maximumuurtarieven voorkomen we onevenredige bevoordeling of benadeling van de bij deze aanbesteding mogelijk betrokken rechtspersonen. De geheimhouding is van kracht tot publicatie van de offerteaanvraag. Voorstel aan de raad Wij stellen de raad voor de basistarieven voor huishoudelijke hulp 1 en 2 vast te stellen. Bij het vaststellen van de kostprijzen moet de gemeenteraad volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning uitgaan van inzet van personeel door de aanbieder tegen arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden benodigd voor het leveren van huishoudelijke verzorging. Verder geeft de wet het college de opdracht om de kwaliteit en de continuïteit van de gecontracteerde huishoudelijke verzorging te waarborgen. Middels het hanteren van de CAO-VVT komen we tegemoet aan de geest van de wet. 5 Financiën De maximum tarieven zoals genoemd in de bijlage passen binnen de meerjarige financiële budgetkaders van de gemeente Nijmegen. De werkelijk te contracteren uurtarieven HH1 en HH2 zullen liggen tussen de basistarieven (ook wel minimumtarieven ) en de maximumtarieven. In het geval van onverwacht sterke volumegroei (onder andere als gevolg van verdergaande extramuralisering) zullen de budgetten mogelijk opnieuw onder druk komen staan. Op dat moment zullen passende maatregelen genomen worden. Ook de inzet op zelfregie en samenredzaamheid heeft een positief effect op een de toestroom van klanten. 6 Communicatie Middels publicatie van de offerteaanvraag op aanbestedingskalender.nl worden aanbieders uitgenodigd een offerte uit te brengen. De bijlage is geheim, artikel 10 lid 2 sub g Wob is hierop van toepassing. De geheimhouding is van kracht tot publicatie van de offerteaanvraag. 7 Uitvoering en evaluatie We zijn voornemens om in één van de eerste weken van 2013 tot definitieve gunning over te gaan. De definitieve gunning vindt plaats na vaststelling door de colleges van Millingen, Groesbeek, Wijchen, Mook en Middelaar, Malden, Ubbergen, Beuningen, Druten. Hierna zal de implementatie van de nieuwe contracten plaatsvinden. Hiervoor zijn op dit moment al voorbereidende werkzaamheden gestart. Dit met het doel om klanten en medewerkers zo geruisloos mogelijk over te laten gaan naar een nieuwe aanbieder wanneer dit noodzakelijk is.

15 Vervolgvel 8 8 Risico Vertraging in de bestuurlijke besluitvorming, lokaal of binnen de rest van het Rijk van Nijmegen kan leiden tot een later publicatiedatum van de offerteaanvraag. Hierdoor wordt op een later moment dan gewenst over gegaan tot gunning. Dit leidt tot een korte implementatietijd of het verlengen van huidige contracten. Dit laatste brengt een financieel risico met zich mee. We houden binnen de procedure rekening met de gebruikelijke risico;s die bij een aanbesteding kunnen voorkomen. Bijlage(n): - Maximumtarieven huishoudelijke hulp (geheim)

16 Gemeenteraad van Nijmegen Raadsgriffle G E M E E N T E Ijmegen Aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen Gemeenteraad Korte Nieuv/straat PP Nijmegen Telefoon (024) Telefax (024) grlffle@nljmegen.nl Postadres Postbus HG Nijmegen Datum Ons kenmerk Uw kenmerk Contactpersoon 5 September 2012 BM50/ M010/ Renee Waumans Onderwerp Doorkiesnummer Wensen en bedenkingen t.a.v. uitgangspunten Datum uw brief aanbesteding huishoudelijke hulp 12 juni 2012 Geacht college, Bij brief van 12 juni 2012 stelt u de gemeenteraad in de gelegenheid wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen ten aanzien van de uitgangspunten aanbestedingsprocedure huishoudelijke hulp. De gemeenteraad heeft kennis genomen van uw brief en heeft in zijn vergadering van 5 September 2012 besloten de volgende wensen ter kennis te willen brengen van uw college; 1. De gemeenteraad spreekt een bedenking uit bij het voornemen om van aanbieders te verwachten dat zij 40% van het verzorgingsgebied kunnen bedienen. De raad spreekt de wens uit om alle (kleine en grote) aanbieders een eerlijke kans te geven zich in te schrijven voor de aanbesteding, ook als zij minder dan 40% kunnen leveren. Om enerzijds bij contracten met meerdere grote en kleine aanbieders de kosten wel in de hand te houden, maar anderzijds de klant wel keuzevrijheid te geven spreekt de raad de wens uit om naast een PGB de klant steeds 2 gecontracteerde aanbieders in natura voor te leggen die met het hoogst scoren op de ranking en op dat moment voldoende capaciteit hebben. 2. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat ook diversiteit in personeelsaanbod in het bestek opgenomen wordt, onder de noemer kwaliteit, zodat hulp op maat geboden kan worden. 3. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat voor wat betreft het wel of niet vervangen van de vaste huishoudelijke hulp bij ziekte of vakantie, de klant bepaalt of hij vervanging wenst en niet de gemeente of de aanbieder. 4. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat de kwaliteit van de zorg altijd uitgangspunt moet blijven en voorop moet staan, ondanks de paragraaf over social return on investments.

17 Gemeente Nijmegen Gemeenteraad van Nijmegen Raadsgriffie Vervolgvel 1 5. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat de invulling van de definitie kwaliteit verder wordt uitgewerkt waarbij het 'Kwaliteitsdocument voor Verantwoorde Hulp bij het Huishouden' mede wordt gebruikt en hoe via HKZ^ certificering deze kwaliteit door de aanbieder wordt gewaarborgd. 6. De gemeenteraad spreekt de wens uit dat de diverse vormen van hulp en ondersteuning in de huishoudens worden afgestemd. Wij gaan er van uit u middels deze brief voldoende te hebben geinformeerd. Hoogachtend, ' Harmonisatie Kwallteltsbeoordellng in de Zorgsector. w>ww.hkz.nl

18 Openbaar Onderwerp Uitgangspunten aanbestedingsprocedure huishoudelijke hulp Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting De huidige raamovereenkomsten voor de levering van hulp bij het huishouden lopen af per 1 april Met dit collegevoorstel wordt besloten om de hulp bij het huishouden in regionaal verband openbaar Europees aan te besteden en wordt het inkoopkader vastgesteld. BW-nummer Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Marc Boscha, Datum ambtelijk voorstel 1 juni 2012 Registratienummer Ter besluitvorming door het college 1. de hulp bij het huishouden aan te besteden; 2. de aanbesteding samen met de regiogemeenten uit te voeren ; 3. een openbare Europese aanbestedingsprocedure te volgen; 4. het inkoopkader voor deze aanbesteding vast te stellen, nml. a. met één regionaal perceel en drie aanbieders te gaan werken; b. de klant minder keuzevrijheid te geven; c. aan aanbieders de eis te stellen dat hun personeelsleden onder de CAO-VVT vallen; d. te sturen op kwaliteit e. bij de inhoud van de signaleringsfunctie onderscheid te maken tussen HH1 (beperkt) en HH2 (uitgebreider); f. bij HH1 minder vervanging bij ziekte en vakantie van de hulp te verplichten, tenzij er overwegende bezwaren op klantniveau zijn; g. aan aanbieders de eisen te stellen: i. 5% van de omzet als Social Return in te zetten; ii uur per jaar bij <BREED> af te nemen; iii. Leer-werktrajecten te ontwikkelen voor WWB-klanten; 5. de brief aan de raad vast te stellen Leidinggevende mevr. V. Stekelinck, MO10 Programmamanager E. van Aalzum Programmadirecteur R. van Wuijtswinkel Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de raad Besluit B&W d.d. 12 juni 2012 nummer: 3.5 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Gemeentesecretaris Portefeuillehouder Collegevoorstel.docx

19 1 Probleemstelling De raamovereenkomsten voor hulp bij het huishouden lopen af op 1 april 2013 (nadat deze voor de laatste maal voor één jaar zijn verlengd). Wederom is gekozen voor aanbesteding in regionaal verband, zoals is vastgesteld in het regionale portefeuillehoudersoverleg van 15 maart De gemeenten streven naar een toekomstbestendige hulp bij het huishouden. Toekomstbestendig betekent dat de hulp beschikbaar blijft voor iedereen die het nodig heeft en betaalbaar blijft. Demografische, financiële en wettelijke ontwikkelingen maken heroriëntatie noodzakelijk om de hulp bij het huishouden toegankelijk en betaalbaar te houden. Het wettelijk kader biedt de ruimte hulp bij het huishouden anders in te richten. Tot standkoming programma van eisen Het regionaal Wmo-overleg bestaat uit beleidsmedewerkers met Wmo in hun portefeuille. Bij deze aanbestedingsprocedure is deze groep uitgebreid met een inkoopadviseur en een projectleider/beleidsadviseur. Samen formuleert deze groep het programma van eisen voor de offerteaanvraag. Proces In de afgelopen maanden heeft de projectgroep een deel van het programma van eisen geformuleerd. Het totale programma van eisen willen we eind augustus voorleggen waarin ook de adviezen van de klantvertegenwoordiging, de eventuele wensen en bedenkingen van de raad en de uitkomsten van het symposium met zorgconsulenten en kwaltiteitsmedewerkers zijn meegenomen. Medio september zijn we voornemens de offerteaanvraag te publiceren waarna we eind oktober tot gunning kunnen overgaan. Op die manier is er voldoende tijd om de nieuwe contracten te implementeren en op 1 april 2013 van start te gaan. 2 Juridische aspecten De gevraagde diensten zijn 2B diensten. Op 2B diensten zijn de BAO-regels (Besluit aanbestedingsregels Overheidsdiensten) beperkt van toepassing. Dit betekent dat er slechts een programma van eisen dient te worden opgesteld en de geselecteerde aanbieder wordt gepubliceerd. 3 Doelstelling De procedure kent de volgende uitgangspunten: Kostenreductie. Overal dienen we te bezuinigen en ook bij dit product. De harde groei overstijgt het gemeentelijk budget en zou op termijn de zorg aantasten. Hierin spelen ook ontwikkelingen in de toekomst een rol. We zien dat we besparingen op de volgende wijzen kunnen bereiken: o Door een daling van het aantal uren per klant; o Een daling van het aantal klanten; o Een daling van de tarieven. Minder arbeidsintensieve vormen van contractbeheer en managementinformatie Klanten zelfredzamer maken door appél te doen op hun sociale netwerk. Uitgangspunten bij formuleren van het programma van eisen zijn: Goede dienstverlening en producten voor de klant Tegen een zo laag mogelijke prijs Waarbij zelf- en samenredzaamheid een belangrijk uitgangspunt is Social return als kans wordt benut

20 Vervolgvel 2 En er een goede zorg is voor medewerkers 4 Argumenten Dit onderstaande is op basis van de notitie Toekomst Hulp bij het Huishouden binnen het Rijk van Nijmegen die op 1 december 2011 door het regionaal portefeuillehoudersoverleg is vastgesteld. Deze notitie is vertaald naar de perspectiefnota 2013 en verder. We willen kwalitatief hoogwaardige huishoudelijke hulp met aandacht voor de medewerkers die de hulp bieden. Dit binnen de financiële kaders. Beslispunt 1: Reikwijdte Huishoudelijke Hulp We stellen voor om de reikwijdte van de huishoudelijke hulp aan te passen. We besteden huishoudelijke hulp 1 en 2 aan. Hulp die verder gaan dan de verzorging van de huishouding of de organisatie daarvan zetten we niet langer in de markt als huishoudelijke hulp 2+. Klanten worden gecompenseerd met een combinatie van HH2 en Thuisbegeleiding. Beslispunt 2: Regionale vorm van aanbesteding We stellen voor om ook deze keer weer in regionaal verband de aanbestedingsprocedure te volgen. Om op deze manier huishoudelijke hulp in de markt te zetten hebben we door het schaalvoordeel een efficiënte manier van inkoop en contractbeheer. Tevens denken we een scherpere prijs te bedingen door het grotere volume. Beslispunt 3: Europese aanbesteding We stellen voor om een openbare Europese aanbestedingsprocedure te bewandelen. Op die manier maken we optimaal gebruik van de marktwerking. Dit ondanks het wetsontwerp 1 dat is aangenomen (nog niet gepubliceerd) dat aanbesteden van hulp bij het huishouden niet meer verplicht stelt. We stellen daarbij een contractduur voor van twee jaar (dat vier maal voor de uur van één jaar verlengd kan worden). Daarnaast nodigen we aanbieders uit om innovatie in te bouwen in hun dienstverlening aan ons. Dat is wenselijk in een markt die sterk in beweging is waarbij een deel van de voorzieningen uit de AWBZ naar gemeenten wordt overgeheveld. Kwaliteit van dienstverlening zien we als een voorwaarde voor het leveren van dienstverlening door aanbieders. 1 Voorstel van wet om voor gemeenten de verplichting te schrappen hulp bij het huishouden aan te besteden. Aangenomen door eerste kamer op 17 april door eerste kamer. Nog niet van kracht. Beslispunt 4: Inkoopkader vaststellen A. Percelen, 3 grote aanbieders We stellen voor het gehele rijk van Nijmegen als één perceel in de markt te zetten. We denken hiermee door de omvang aanbieders te kunnen contracteren die een schaalgrootte hebben waarmee we een lager uurtarief kunnen overeenkomen dan nu het geval is. Van aanbieders verwachten we dat zij 40% van ons verzorgingsgebied kunnen bedienen. Deze aanbieders kennen lagere indirecte kosten en door te werken met minder aanbieders is een effiënter contractbeheer mogelijk. Door een dynamische ranking in de contracten in te bouwen worden aanbieders uitgedaagd om ook tijdens de looptijd van het contract een zo hoog mogelijke kwaliteit te leveren tegen een zo laag mogelijk tarief. Vanwege de keuze voor grote percelen zal een aantal kleine aanbieders niet langer (als zelfstandige aanbieder) in aanmerking komen voor gunning. Voor een tweetal aanbieders binnen het rijk stellen we voor om een uitzondering te maken: LuciVer in Wijchen en het Oud

21 Vervolgvel 3 Burgeren Gasthuis in Nijmegen. Door de specifieke setting van deze instellingen en de integrale dienstverlening aan een beperkt aantal burgers is deze uitzondering te rechtvaardigen. Het aantal uren dat besteedt wordt aan genoemde instellingen is relatief laag. Daarom stellen we voor om deze instellingen buiten de offerteaanvraag te houden en apart aan te besteden. Voor kleinere aanbieders anders de dan hierboven genoemde aanbieders die niet groot genoeg zijn om minimaal 40% van het Rijk van Nijmegen te bedienen kunnen middels onderaannemerschap nog steeds bij nieuwe contracten hun diensten aanbieden. B. Keuzevrijheid klant Op basis van de eerder vastgestelde notitie stellen we voor om de klant geen of slechts een beperkte keuzevrijheid te geven. Wij brengen de klant onder bij de aanbieder. Dit op basis van een nader uit te werken ranking methodiek. Bij deze methodiek spelen prijs en oordeel over de geleverde kwaliteit een belangrijke rol. Uiteraard blijft de wettelijke keuzevrijheid tussen een persoon gebonden budget (PBG) en zorg in natura bestaan. C. Medewerkers, CAO en prijs Aan aanbieders stellen we de eis dat medewerkers van de aanbieder onder de CAO VVT werkzaam zijn. Dit aangezien medewerkers onder de schoonmaak CAO iets minder gunstige (primaire) arbeidsvoorwaarden hebben. Daarmee is tevens richting gegeven aan de arbeidsrechtelijke positie: medewerkers dienen een contract te hebben waarbij pensioen wordt opgebouwd. De verplichting tot overname van personeel van een verliezende aanbieder wordt opgenomen in het programma van eisen. Dit geldt ook voor kleinere aanbieders die niet kunnen meedingen. D. Sturen op kwaliteit Tot op heden wordt nauwelijks gecontroleerd of aanbieders kwalitatief de juiste dienstverlening leveren. We stellen voor om met ingang van de nieuwe contractperiode kwaliteit te toetsen. Dit middels steekproeven gehouden door onafhankelijke partij dat het schoonmaakresultaat toetst aan landelijke normen. Bezien wordt nog of het in de toekomst verplichte klantervaringsonderzoek hierin geïntegreerd kan worden. Op deze manier kunnen we objectiever vast stellen of aanbieders de kwaliteit leveren die van ze verwacht wordt. We stellen voor om met ingang van de nieuwe contractperiode kwaliteit onderdeel uit te laten maken van de ranking van aanbieders gedurende de looptijd van het contract. E.Signalering We stellen voor om de signaleringsfunctie van de medewerker bij huishoudelijke hulp 1 in te perken. De medewerker signaleert alleen en onderneemt actie wanneer er een wijziging is in de zorgbehoefte van de klant. Bij huishoudelijke hulp 2 signaleert de medewerker nog steeds in brede zin. F.Continuïteit We constateren dat de klant vaak geen behoefte heeft aan vervanging van de hulp tijdens ziekte of schoolvakanties. Daarom stellen we voor om de mogelijkheid te bieden aan aanbieders om de hulp gedurende maximaal zes weken per jaar niet te vervangen. Maximaal twee weken mogen aaneengesloten zijn. Dit tenzij het belang van de klant zich hiertegen verzet.

22 Vervolgvel 4 G. Social Return en <Breed> en leer-werktrajecten In het regionaal portefeuillehoudersoverleg van 15 maart 2012 is reeds vastgesteld dat 5% van de omzet als social return ingezet dient te worden. Werklozen met een relatief korte afstand tot de arbeidsmarkt kunnen ingezet worden binnen de huishoudelijke hulp. Daarnaast stellen we voor om <Breed> te betrekken bij de inzet van personeel. Vooral de doelgroep van deze instelling is in staat werkzaamheden te verrichten voor taken voor Huishoudelijke hulp 1. Deze organisatie stelt voor om voor uur per jaar personeel in te zetten. Vervolgens stellen we als eis dat aanbieders leer-werktrajecten ontwikkelen voor WWBklanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Deze klanten hebben een half tot twee jaar nodig om duurzaam uitkeringsonafhankelijk te worden. In eerste instantie kunnen klanten uit deze groep gemaksdiensten uitvoeren. Het is ook heel goed mogelijk dat klanten reguliere werkzaamheden binnen de huishoudelijke hulp uitvoeren. Duurzaamheid Nijmegen vindt duurzaamheid werken van de door haar gecontracteerde partners belangrijk. Om die reden zullen offertes beoordeeld worden op de volgende aspecten: Duurzame mobiliteit. Hier wordt gedoeld op het verminderen van mobiliteit door de hulpen zo efficiënt in de plannen. Daarnaast willen we aanbieders die hulpen stimuleren om gebruik te maken van de fiets of het openbaar vervoer in plaats van de auto. Duurzame schoonmaak. We wensen hierbij van de aanbieders dat deze medewerkers opleiden en instrueren om met zo weinig mogelijk schoonmaakmiddelen en met een zo laag mogelijk water- en energieverbruik hun werk te doen. 5 Financiën Doel van dit collegevoorstel is om de tot op heden geformuleerde onderdelen van het programma van eisen vast te stellen. Een belangrijke rode draad bij dit alles betreft de financiën. De eis vanuit financiën hierbij is helder: de uitkomsten, waaronder de te maken prijs- en volume afspraken, zullen moeten blijven passen binnen de meerjarige financiële (begrotings-) kaders. In het tweede collegevoorstel, met daarin alle elementen uit het programma van eisen, wordt de situatie geschetst van het financiële kader. 6 Communicatie Wij informeren na besluitvorming de raad over de gevolgen voor klanten en de rechtspositie van werknemers middels een wensen en bedenkingenprocedure De gemeente kent diverse vormen van klantvertegenwoordiging. Aan deze gremia zullen de tot op heden geformuleerde programma van eisen worden voorgelegd. De advies(zen) van klantvertegenwoordigers zullen aan het volgende collegevoorstel worden gehecht.

23 Vervolgvel 5 7 Uitvoering en evaluatie (Nog) niet van toepassing 8 Risico Vertraging in bestuurlijke besluitvorming lokaal of binnen het Rijk van Nijmegen kan leiden tot een latere publicatiedatum van de offerteaanvraag. Hierdoor wordt er op een later moment dan gewenst over gegaan tot gunning. Dit leidt tot een kortere implementatietijd of dat de huidige contracten verlengd moeten worden. We houden binnen de procedure rekening met de gebruikelijke risico s die bij een aanbesteding kunnen voorkomen. Bijlage(n): -

24 Maatschappelijke Ontwikkeling Beleidsontwikkeling Aan de Gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus HG Nijmegen Datum 12 juni 2012 Ons kenmerk MO10/ Contactpersoon Marc Boscha Onderwerp Collegevoorstel uitgangspunten aanbestedingspocedure huishoudelijke hulp Datum uw brief Direct telefoonnummer Geachte leden van de Raad, Krachtens de wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is de gemeente verplicht om burgers te compenseren wanneer zij ondersteuning nodig hebben bij de uitvoer van hun huishouden. De huidige contracten met leveranciers van huishoudelijke hulp lopen af per 1 april Daarom is een aanbestedingprocedure gestart en wordt het programma van eisen op dit moment opgesteld. Onlangs heeft het college het inkoopkader voor de aanbestedingsprocedure vastgesteld. De nieuw af te sluiten contracten hebben gevolgen voor burgers die huishoudelijke hulp nodig hebben en werknemers binnen de huishoudelijke hulp. Daarom stellen we de raad in de gelegenheid om wensen en bedenkingen te uitten. We willen kwalitatief hoogwaardige huishoudelijke hulp met aandacht voor de medewerkers die de hulp bieden. Dit binnen de financiële kaders. Met onderstaande uitgangspunten heeft het college op 12 juni 2012 ingestemd: Reikwijdte Huishoudelijke Hulp We stellen voor om de reikwijdte van de huishoudelijke hulp aan te passen. We besteden huishoudelijke hulp 1 en 2 aan. Hulp die verder gaan dan de verzorging van de huishouding of de organisatie daarvan zetten we niet langer in de markt als huishoudelijke hulp 2+. Klanten worden gecompenseerd met een combinatie van HH2 en Thuisbegeleiding. Keuzevrijheid klant Op basis van de eerder vastgestelde notitie stellen we voor om de klant geen of slechts een beperkte keuzevrijheid te geven. Wij brengen de klant onder bij de aanbieder. Dit op basis van een nader uit te werken ranking methodiek. Bij deze methodiek spelen prijs en oordeel over de geleverde kwaliteit een belangrijke rol. Uiteraard blijft de wettelijke keuzevrijheid tussen een persoon gebonden budget (PBG) en zorg in natura bestaan. Brief aan de raad.docx