Advies OR inzake Werkbedrijf

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Advies OR inzake Werkbedrijf Programma / Programmanummer Werk & Inkomen / 1061 BW-nummer Portefeuillehouder T. Tankir Samenvatting De Ondernemingsraad heeft geadviseerd over Werkboek Sterke werkwoorden (het regionale Werkbedrijf). Wij stellen de raad op de hoogte van dit advies. Daarnaast stellen wij de raad voor één beslispunt aan te passen in het voorstel van 26 november 2013 voor de totstandkoming van het regionale Werkbedrijf. Het gaat om het verwijderen van het voorbehoud (positieve advisering van de Ondernemingsraad) in beslispunt 1. De argumentatie hiervoor staat in de brief aan de raad. Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO20, Arjen Besselink, 9535 ambtelijk voorstel 28 januari 2014 Registratienummer Ter besluitvorming door het college De brief aan de raad vast te stellen. Paraaf akkoord Beleidsadviseur A. Besselink, MO20 Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 28 januari 2014 nummer: 3.1 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Paraaf akkoord Gemeentesecretaris Portefeuillehouder collegevoorstel.docx

2 Collegevoorstel 1 Probleemstelling 2 Juridische aspecten 3 Doelstelling 4 Argumenten 5 Financiën 6 Participatie en Communicatie 7 Uitvoering en evaluatie 8 Risico Bijlage(n): 1 (brief aan de raad, incl. bijlage)

3 Personeel en Organisatie P en O beleid Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postbus 6500 HG Nijmegen 28 januari 2014 Onderwerp Advies OR inzake Werkbedrijf Ons kenmerk MO20/ uw brief nvt Contactpersoon Bet Ratering Arjen Besselink Doorkiesnummer (024) Geachte leden van de raad, In februari 2013 is het regionaal werkdocument Samen Sterker vastgesteld door alle colleges in het Rijk van Nijmegen, met daarin het voornemen om te komen tot één regionaal werkbedrijf voor de regio. Dit voornemen is in 2013 uitgewerkt in Werkboek Sterke werkwoorden en hierbij zijn de Ondernemingsraden op diverse momenten betrokken. Recent hebben we het advies van de afzonderlijke Ondernemingsraden over dit Werkboek ontvangen (zie bijlage, het advies van de OR van de gemeente Nijmegen). De Ondernemingsraden kunnen nog niet positief adviseren, omdat er nog onduidelijkheden zijn over bijvoorbeeld de personele gevolgen. Wij kunnen dit slechts beamen en begrijpen dat het in dit stadium lastig is voor een OR om een advies te geven. Wij staan nu aan de start van het traject, een beginstadium. Feitelijk komen de vragen die door de gezamenlijke Ondernemingsraden worden gesteld over de personele gevolgen, de definiëring van het basisniveau en het uiteindelijk gewenste niveau van medewerkers, de inkleding van het proces van overgang van de gemeentelijke organisatie van het Werkbedrijf en de wijze waarop Breed in het Werkbedrijf wordt opgenomen pas aan de orde bij het inrichtingsplan. Vanuit de wens de betrokkenheid van medezeggenschap zo veel mogelijk aan de voorkant in te richten, steken wij in op een zorgvuldig proces waarbij we de Ondernemingsraden nauw willen blijven betrekken. Wij hebben er in het traject voor gekozen reeds in het allereerste stadium de ondernemingsraden een aantal malen uitvoerig te informeren, alhoewel het momenteel nog vooral gaat om besluitvorming die onder het politieke primaat valt. De door de Ondernemingsraden uitgesproken zorgen, die ook onze zorgen zijn, betreffen onderwerpen die feitelijk nog verder uitgewerkt dienen te worden in het inrichtingsplan, het plan dat wij conform artikel 25 WOR ter advisering aan de ondernemingsraden zullen aanbieden. We stellen voor de bevindingen in het geformuleerde advies mee te nemen en te betrekken in de verdere uitwerking van het inrichtingsplan. Daarmee is het advies richtinggevend voor de inhoud reactie op advies OR.docx

4 Gemeente Nijmegen Personeel en Organisatie P en O beleid Vervolgvel 1 In het raadsvoorstel om te komen tot een nieuw werkbedrijf, staat positieve advisering van de Ondernemingsraden geformuleerd als voorbehoud. Gegeven bovenstaande context, stellen wij uw raad voor het beslispunt als volgt te wijzigen: Oorspronkelijke voorstel: 1. Onder voorbehoud van een positief advies van de ondernemingsraad, het Werkboek Sterke werkwoorden vast te stellen, met inachtneming van de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden: [ ] Te vervangen door (nieuw voorstel): 1. Het Werkboek Sterke werkwoorden vast te stellen, met inachtneming van de volgende uitgangspunten en randvoorwaarden: [ ] Wij zeggen toe de raad te informeren over de uitkomsten van het overleg met de Ondernemingsraden over het inrichtingsplan. Ten behoeve van een gestroomlijnde en efficiënte besluitvorming gedurende het transitieproject nemen we op korte termijn het initiatief om te komen tot het inrichten van een Bijzondere Ondernemingsraad. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg Bijlage: Het advies van de Ondernemingsraad van de gemeente Nijmegen dd. 22 januari 2014 (inhoudelijk gezien hebben de afzonderlijke Ondernemingsraden een unaniem advies) reactie op advies OR.docx

5 Aan Onderwerp inbreng De gemeentesecretaris 22 januari 2014 Advies Werkbedrijf 26 november 2013 Geachte bestuurder, U heeft de ondernemingsraad op 26 november 2013 om advies gevraagd over het Werkboek Sterke Werkw/oorden. De ondernemingsraad beschouwt "Sterke Werkwoorden" als het bedrijfsplan voor het Werkbedrijf. Na vaststelling van "Sterke Werkwoorden" door de gemeenteraden, wordt definitief gebouwd aan een nieuwe organisatie. In een eerder stadium heeft u de ondernemingsraad om advies gevraagd op een concept-versie van het Werkboek. Via de gezamenlijke ondernemingsraden, verenigd in het Platform Ondernemingsraden in de regio Rijk van Nijmegen, is hierop op 31 oktober 2013 een reactie in de vorm van een preadvies geformuleerd. De kern van dat preadvies was dat op dat moment nog veel zaken onduidelijk waren, met name over zaken waar de ondernemingsraad een advies over moet geven: de personele gevolgen van een reorganisatie. De ondernemingsraden hebben over uw adviesaanvraag gesproken en komen tot de vaststelling dat veel zaken die destijds onduidelijk waren, in de nu aangeboden definitieve versie van het Werkboek nog steeds niet helder geworden zijn. Overigens stellen de ondernemingsraden ook vast dat zij niet actief gemformeerd zijn over de vertraging in de procedure voor de werving van de kwartiermaker. De ondernemingsraad constateert dat op dit moment onduidelijk is wat verstaan moet worden onder het "basisniveau" en het "uiteindelijk gewenst niveau" van medewerkers. Dat niveau wordt, aldus de tekst, bepaald door de nog aan te stellen kwartiermaker, in overleg met de ondernemingsraden en medewerkersvertegenwoordiging. Deze fasering leidt ertoe dat nog volstrekt onduidelijk is wie wel, en wie niet voldoet aan het nog vast te stellen basisniveau. IVlet andere woorden: de personele consequenties van de toepassing van een basisniveau zijn nog niet te overzien. Daarnaast blijft onduidelijk hoe het proces van overgang van de gemeentelijke organisatie naar het Werkbedrijf zal plaatsvinden. Waar tegenover de ene ondernemingsraad wordt aangegeven dat de verwachting is dat alle medewerkers van de afdeling Werk over zullen gaan, wordt aan een andere ondernemingsraad gemeld dat er een selectieproces zal plaatsvinden. Zolang geen eenduidig antwoord op deze vraag gegeven wordt, blijven de personele consequenties onhelder. De ondernemingsraden hebben in het preadvies overigens aangegeven dat er met de vakorganisaties overeenstemming moet zljn over de wijze van overgang van personeel. De ondernemingsraad merkt tevens op dat onduidelijk is hoe Breed in het Werkbedrijf wordt opgenomen. IVIomenteel worden immers nog scenario's uitgewerkt die hierop een antwoord moeten geven. Of die sce Advies Werkbedrijf

6 Vervolgvel 1 nario's enige invloed zullen hebben op de gevolgen voor het personeel van de gemeentelijl<e organisaties, l<an daarom nu ook niet worden ingeschat. Daarnaast constateren wij dat in het V\/erkboek sprake is van een mogelijke "privaatrechtelijke rechtsvorm" voor het Werkbedrijf (dat met de medezeggenschapsorganen besproken zal worden). Het moge duidelijk zijn dat de consequenties voor medewerkers van de overgang van een publiekrechtelijke organisatie naar een privaatrechtelijl<e organisatie dusdanig groot zijn, dat hierover niet zonder betere onderbouwing kan worden beslist. In toelichtingen is namens de bestuurder aangegeven dat veel zaken rondom de personele consequenties voor het Werkbedrijf nu nog onduidelijk zijn en pas bij het inrichtingspian concreet worden. Concluderend stelt de ondernemingsraad daarom vast dat op dit moment een negatief advies gegeven moet worden over de personele gevolgen van de vorming van het Werkbedrijf. Voor medewerkers is immers nog volstrekt onduidelijk of, en onder welke condities (mens volgt functie/taak, of via een selectieproces) zij overgaan, mocht de gemeenteraad daartoe besluiten. Ook is onduidelijk in hoeverre zij hun huidige functie zullen uitvoeren in het nieuwe Werkbedrijf, of dat sprake is van andere, nieuwe functies. Bij zijn advies tekent de ondernemingsraad aan dat het (nogte ontwikkelen) inrichtingspian conform art 25 WOR ter advisering aan de ondernemingsraad aangeboden dient te worden. In dat inrichtingspian moeten de personele gevolgen wel dusdanig helder gemaakt zijn dat de ondernemingsraad hierop adequaat kan adviseren. Namens de ondernemingsraad Advies Werkbedrijf