E-MOVO NOORD-KENNEMERLAND Een jongerenonderzoek onder leerlingen van klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "E-MOVO NOORD-KENNEMERLAND Een jongerenonderzoek onder leerlingen van klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs"

Transcriptie

1 E-MOVO NOORD-KENNEMERLAND 2005 Een jongerenonderzoek onder leerlingen van klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs

2 Colofon Datum December 2006 Auteur A.Venemans GGD Noord-Kennemerland Postbus GH Alkmaar telefoon:

3 VOORWOORD Eén van de taken van de GGD Noord-Kennemerland is het verschaffen van inzicht in de gezondheidssituatie van de inwoners van de regio Noord-Kennemerland. Gegevens uit verschillende onderzoeken zijn nodig om het regionale gezondheidsbeleid goed te kunnen onderbouwen en - daar waar de gezondheid bedreigd wordt - maatregelen te nemen samen met gemeenten, onderwijs en andere ketenpartners. Voor u ligt het verslag van het gezondheidsonderzoek, genaamd E-MOVO, dat de GGD het afgelopen jaar voor het eerst in de hele regio heeft uitgevoerd onder leerlingen van klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs. Dit onderzoek zal eens in de vier jaar worden uitgevoerd. Het onderhavige document is richtinggevend voor de GGD voor de uitvoering van gezondheidsbevordering gericht op jeugd en hun omgeving. De GGD voert doorlopend gezondheidsonderzoeken uit. Nieuw is dat dit onderzoek digitaal is afgenomen en dat de leerlingen die meededen aan het onderzoek na het invullen van de enquête per een persoonlijk advies over hun gezondheid ontvingen. Daarmee kregen de leerlingen direct feedback op hun eigen situatie. Daarnaast heeft het onderzoek per school een schoolprofiel opgeleverd waarin de schoolsituatie in kaart is gebracht. Per school kan daardoor vorm worden gegeven aan het schoolgezondheidsbeleid voor de komende vier jaar. Op basis van diverse onderzoeken van de GGD kan men aannemen dat de jeugd van Noord- Kennemerland gemiddeld gezond is. In dit rapport is echter ook een aantal onderwerpen aan het licht gekomen die beslist aandacht verdienen. Het rapport bevat hiervoor uitgebreide aanbevelingen die de GGD, de gemeentes en de overige voorzieningen voor de jeugd handvatten bieden voor nader te bepalen beleid. De aanbevelingen in deze notitie worden door de GGD verder uitgewerkt in samenwerking met de acht gemeenten en betrokken partijen. Doel hiervan is gezondheidsbedreigingen van de jeugd tegen te gaan door een gezonde leefstijl te stimuleren en een goed aansluitend hulpverleningspakket aan te bieden. De aanpak wordt verder beschreven in hoofdstuk 11 conclusies en aanbevelingen. De GGD doet hierbij een beroep op alle betrokkenen partijen om met deze gegevens samen actief aan de slag te gaan. Het onderzoeksrapport is ook te vinden op de website van de GGD Noord-Kennemerland (

4 INHOUDSOPGAVE 1 OPZET VAN HET ONDERZOEK E-MOVO rapportages Deelnemende leerlingen Rapportage en analyses Leeswijzer ACHTERGROND VAN DE LEERLINGEN Onderwijs Gemeente Etnische herkomst Gezinssituatie Geloof SCHOOL Schoolbeleving Pauze Waar naar toe uit school? Spijbelen GEZONDHEID Ervaren gezondheid Sociaal welbevinden Chronische aandoeningen Medicijngebruik Tandverzorging Psychische gezondheid Problemen Pesten Mishandeling Zelfdoding VOEDING EN BEWEGING Voeding Beweging Overgewicht GENOTMIDDELEN Roken Alcohol Druggebruik SEKSUALITEIT Vrijen en condoomgebruik Ongewenste seksuele ervaringen Homoseksualiteit CRIMINALITEIT EN VEILIGHEID Strafbare feiten Slachtofferschap en onveiligheidsgevoelens VRIJE TIJD Vrijetijdsbesteding Uitgaan Voorzieningen in de buurt SAMENVATTING CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN E-MOVO: innovatief inzicht in de gezondheid van jongeren Het algemene beeld: gezonde kinderen nu, ongezonde volwassenen straks? Algemene aanbeveling: verantwoordelijkheid nemen, krachten bundelen en volhouden Speerpunten Overige thema s BIJLAGE 1 OVERZICHT DEELNEMENDE SCHOLEN BIJLAGE 2 TABELLEN BIJ DE HOOFDSTUKKEN BIJLAGE 3 VRAGENLIJST E-MOVO

5 1 OPZET VAN HET ONDERZOEK In het najaar van 2005 is door zes GGD en in Noord-Holland, te weten de GGD Kop van Noord- Holland, GGD Noord-Kennemerland, GGD Westfriesland, Hulpverleningsdienst Kennemerland/GGD, GGD Amstelland- de Meerlanden en de GGD Gooi- en Vechtstreek het onderzoek E-MOVO (Elektronische Monitor en Voorlichting) uitgevoerd op scholen voor voortgezet onderwijs in hun regio. Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs hebben niet deelgenomen aan E-MOVO, omdat E-MOVO voor deze leerlingen te moeilijk wordt geacht. In de periode oktober 2005 tot en met januari 2006 beantwoordden leerlingen uit klas twee en vier op school via internet vragen over gezondheid en leefstijl. Enkele dagen later konden de leerlingen op de website hun persoonlijk gezondheidsprofiel bekijken en doorlinken naar websites met meer informatie over de onderwerpen in het gezondheidsprofiel. Niet eerder kregen jongeren in Noord-Holland na deelname aan een enquête directe feedback en tips over hun eigen gezondheid. 1.1 E-MOVO rapportages E-MOVO levert gegevens waarmee gemeenten, scholen, GGD en en andere regionale instellingen gericht kunnen werken aan de verbetering van de gezondheidstoestand van jongeren. Alle deelnemende scholen ontvangen een schoolrapport met gegevens over hun eigen leerlingen. Deze rapporten zijn vertrouwelijk en worden alleen aan de desbetreffende school verstrekt. Daarnaast worden in dit voor u liggende regiorapport de resultaten over de gehele regio Noord-Kennemerland weergegeven. Ook zullen resultaten van de 6 regio s die in de provincie Noord-Holland hebben deelgenomen aan E-MOVO vergeleken worden in een provinciale factsheet. 1

6 1.2 Deelnemende leerlingen In de regio Noord-Kennemerland hebben 21 van de 22 scholen deelgenomen aan E-MOVO. Van iedere school hebben leerlingen uit de klassen 2 en 4 meegedaan aan het onderzoek. Op de meeste scholen die deelnamen hebben echter niet alle tweede- en vierdeklassers deelgenomen. In totaal hebben 4965 leerlingen die in Noord-Kennemerland op school zitten de E-MOVO-vragenlijst volledig ingevuld. Van deze 4965 volledig ingevulde vragenlijsten bleken er 91 onbruikbaar omdat de combinatie van sommige antwoorden onwaarschijnlijk was of omdat sterk de indruk bestond dat de vragenlijst niet serieus was ingevuld. Niet alle leerlingen die in Noord-Kennemerland op school zitten wonen ook in Noord-Kennemerland. In dit regiorapport worden leerlingen meegenomen die in Noord- Kennemerland wonen (n=4051). Van deze leerlingen waren 3983 vragenlijsten bruikbaar voor analyse. Jongeren woonachtig in Noord-Kennemerland maar die naar school gaan in de regio Zaanstreek-Waterland zijn helaas niet in dit rapport opgenomen, omdat de regio Zaanstreek- Waterland niet heeft deelgenomen aan E-MOVO. Gegevens over het totaal aantal tweede- en vierdeklassers dat woonachtig is in de regio Noord-Kennemerland zijn niet beschikbaar, maar op basis van schattingen van de afdeling JGZ van de GGD zullen dit er ongeveer 6600 zijn. Dit betekent dat ongeveer 60% van alle tweede- en vierdeklassers in de regio heeft deelgenomen aan dit onderzoek. Na afloop van de enquête hadden leerlingen de mogelijkheid om persoonlijk advies op te vragen. Bijna 2500 leerlingen (2496) van scholen in Noord-Kennemerland hebben hier gebruik van gemaakt. 1.3 Rapportage en analyses Elk hoofdstuk begint met een korte theoretische toelichting over het belang van het onderwerp. De resultaten per onderwerp zijn veelal in een figuur weergegeven. Deze figuren bevatten resultaten voor de totale regio en resultaten uitgesplitst naar geslacht, klas en onderwijstype. In dit rapport wordt aangegeven dat er een verschil is tussen groepen indien dit een statistisch significant (p < 0,05) verschil betreft. Dit betekent dat de kans dan klein is (in dit geval maximaal 5%) dat een gevonden verschil op toeval berust. Aan het eind van iedere paragraaf worden landelijke gegevens gepresenteerd. Het is hierbij belangrijk in ogenschouw te nemen dat de gegevens niet helemaal vergelijkbaar zijn met de gegevens uit het E- MOVO onderzoek, omdat veelal gebruik is gemaakt van een andere onderzoekspopulatie of andere vraagstelling. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk 2 geeft een beschrijving van de achtergrondkenmerken (zoals geslacht, klas, onderwijstype, etniciteit en woongemeente) van de leerlingen die hebben deelgenomen aan het E- MOVO onderzoek. In hoofdstuk 3 komen onderwerpen aan de orde die betrekking hebben op school, zoals de schoolbeleving van de leerlingen en spijbelgedrag. Hoofdstuk 4 gaat in op de gezondheid van de leerlingen. Dan volgen enkele hoofdstukken over leefstijl: hoofdstuk 5 gaat over voeding en beweging, hoofdstuk 6 over het gebruik van genotmiddelen en hoofdstuk 7 over seksualiteit. Hoofdstuk 8 is gewijd aan criminaliteit en veiligheid. In hoofdstuk 9 wordt beschreven wat leerlingen doen in hun vrije tijd. In hoofdstuk 10 worden de belangrijkste resultaten samengevat. Het rapport wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen (hoofdstuk 11). 2

7 2 ACHTERGROND VAN DE LEERLINGEN 2.1 Onderwijs In de regio Noord-Kennemerland waren 3983 vragenlijsten bruikbaar voor analyse. In tabel 2.1 is aangegeven hoe deze leerlingen zijn verdeeld naar onderwijstype, klas en geslacht. Tabel 2.1 Verdeling van de leerlingen naar onderwijstype, klas en geslacht Regio Noord-Kennemerland (aantal (%) Schooltype Vmbo 1746 (44) Havo/vwo 2235 (56) Klas (49) (51) Geslacht Jongens 1975 (50) Meisjes 2008 (50) Op het vmbo zitten meer jongens dan meisjes (52% vs. 48%), terwijl dit op havo/vwo omgekeerd is. Het percentage jongens en meisjes in klas 2 en 4 is gelijk verdeeld. 2.2 Gemeente In dit rapport zijn alleen leerlingen opgenomen die in de regio Noord-Kennemerland wonen. In de onderstaande figuur (figuur 2.2) is aangegeven uit welke gemeente de leerlingen afkomstig zijn. Het grootste percentage leerlingen is afkomstig uit Alkmaar (25%), Heerhugowaard (23%) en Castricum (19%). Figuur 2.2 Woongemeente van de leerlingen 9% 23% Alkmaar 25% 11% 1% Bergen Castricum Graft-De Rijp Heerhugowaard 11% Heiloo Langedijk Schermer 1% 19% In figuur 2.3 staat in welke gemeente de leerlingen uit Noord-Kennemerland, die meegedaan hebben aan E-MOVO, op school zitten. De meeste leerlingen zitten op school in Alkmaar of Heerhugowaard. Er moet bij de figuren 2.2 en 2.3 rekening gehouden worden met het feit dat leerlingen woonachtig in het zuiden van de regio Noord-Kennemerland naar school kunnen gaan in de regio Zaanstreek- 3

8 Waterland. Deze leerlingen komen niet in deze figuren terug, omdat de regio Zaanstreek-Waterland niet heeft deelgenomen aan E-MOVO. Figuur 2.3 Gemeente waar de leerlingen op school zitten (%) 3% 1% 1% 26% 27% 9% 33% Alkmaar Bergen Castricum Heerhugowaard Heiloo Langedijk andere GGD regio 2.3 Etnische herkomst Voor de indeling naar etnische herkomst van de leerlingen is gebruik gemaakt van de standaarddefinitie van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) 1. Volgens deze indeling is een jongere van niet-nederlandse herkomst als de leerling zelf of ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Uit tabel 2.4 blijkt dat 82% van de leerlingen woonachtig in Noord-Kennemerland van Nederlandse herkomst is. Leerlingen met een niet-nederlandse herkomst zijn vooral uit een westers land afkomstig. Tabel 2.4 Verdeling van de leerlingen naar etniciteit Regio Noord-Kennemerland (aantal (%)) Nederlands 3261 (82) Surinaams/Antilliaans 113 (3) Turks/Marokkaans 89 (2) Overig westers 319 (8) Overig niet-westers 201 (5) Van de allochtone leerlingen voelt 61% zich Nederlander. 2.4 Gezinssituatie Aan de leerlingen is gevraagd wie er bij hen in huis wonen. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat opgroeien in een eenoudergezin kan samenhangen met een slechter ervaren gezondheid, een ongezonde leefstijl en het vaker vóórkomen van normoverschrijdend gedrag in de zin van strafbare feiten 2,3. De gezinssamenstelling is weergegeven in tabel 2.5. De meeste leerlingen (77%) wonen bij beide eigen ouders en 7% woont bij twee ouders waarvan één stiefouder. Ruim 1 op de 10 leerlingen (11%) woont bij één ouder en bij 5% is er sprake van co-ouderschap. Tabel 2.5 Gezinssamenstelling Regio Noord-Kennemerland (%) Twee ouders (beide eigen ouders) 77 Twee ouders (waarvan 1 stiefouder) 7 Eén ouder 11 Co-ouders (twee huizen) 5 4

9 2.5 Geloof In de E-MOVO vragenlijst is een vraag opgenomen over de geloofsovertuiging van de leerlingen. In figuur 2.6 staat het resultaat uitgewerkt. Het grootste gedeelte van de leerlingen (68%) heeft geen geloof. Van de leerlingen is 18% Rooms Katholiek, 6% Protestant Christelijk en 3% Islamitisch. Er is aan de leerlingen gevraagd wat het belang van het geloof in hun leven is. Bij 8% van de leerlingen is het geloof van groot belang. Figuur 2.6 Geloofsovertuiging (%) 5% 18% 6% 3% Rooms Katholiek Protestants Christelijk Islamitisch Geen geloof anders 68% Referenties hoofdstuk 2 1. Keij L. Hoe doet het CBS dat nou? Standaarddefinitie allochtonen. Centraal Bureau voor de Statistiek Index; 2000, nr 10: Zeijl E, Crone M, Wiefferink K, Keuzenkamp S, Reijneveld M. Kinderen in Nederland. SCP, Den Haag, Zeijl E, Beker M, Breedveld K, Broek A van den, Haan J de, Herweijer L, Guijsmans F, Wittebrood K. Rapportage Jeugd SCP, Den Haag,

10 3 SCHOOL Jongeren brengen veel tijd op school door. Ze volgen er niet alleen een opleiding, het is voor de meeste jongeren ook een belangrijke plek om sociale contacten op te doen en vrienden te maken. Tevens blijkt uit diverse onderzoeken dat er een samenhang is tussen schoolplezier enerzijds en psychisch en sociaal welbevinden anderzijds 1. In dit hoofdstuk komen diverse schoolgerelateerde onderwerpen aan de orde. 3.1 Schoolbeleving Voor het psychisch en sociaal welbevinden van leerlingen, en daarmee indirect voor de schoolprestaties, is het van belang dat zij het op school naar hun zin hebben. Daarom is aan de leerlingen gevraagd hoe ze het vinden op school en wat eventuele redenen zijn om het niet zo leuk te vinden. Aan de leerlingen is gevraagd hoe ze het op school vonden, waarbij de antwoordmogelijkheden hartstikke leuk, leuk, gaat wel, niet leuk of vreselijk mogelijk waren. Op deze vraag antwoordt 46% van de leerlingen dat ze het hartstikke leuk of leuk op school vinden, 43% van de leerlingen antwoordt op deze vraag gaat wel. In figuur 3.1 is het percentage leerlingen dat het niet naar de zin heeft op school weergegeven (zij hebben niet leuk of vreselijk geantwoord). Van de leerlingen uit Noord-Kennemerland heeft 11% het niet naar de zin op school. Meer vmbo scholieren dan havo/vwo scholieren hebben het niet naar hun zin op school (13% vs. 9%). Ook zijn er meer jongens dan meisjes die het niet naar hun zin hebben op school (14% vs. 7%). Figuur 3.1 Percentage leerlingen dat het niet leuk of vreselijk vindt op school 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% totaal vmbo havo/vwo klas 2 klas 4 jongens meisjes Leerlingen die het niet naar hun zin hebben op school geven als redenen vooral aan dat ze de meeste vakken niet leuk vinden (50%) of de manier van lesgeven niet leuk vinden (39%). Landelijke gegevens met betrekking tot schoolbeleving In een landelijke studie uitgevoerd door het Trimbos-instituut is gevraagd naar de schoolbeleving waarbij leerlingen op een vierpuntsschaal aan konden geven of ze school leuk of niet leuk vonden 1. Op basis van dit onderzoek blijkt dat van alle Nederlandse middelbare scholieren 81% school leuk of heel leuk vindt en dat 19% het niet zo leuk of helemaal niet leuk vindt. Er is hierin geen verschil tussen 6

11 jongens en meisjes. Als gevolg van andere antwoordcategorieën in dit landelijke onderzoek zijn de resultaten moeilijk vergelijkbaar met de regionale uitkomsten. 3.2 Pauze Aan de leerlingen is gevraagd of ze wel eens roken, alcohol drinken, blowen of gokken tussen de lessen of in de pauze. Zestien procent van de leerlingen woonachtig in de regio Noord-Kennemerland doet minstens 1 van bovenstaande dingen wel eens in de pauze. In de onderstaande figuur (figuur 3.2) is het percentage leerlingen dat rookt, alcohol drinkt, blowt of gokt in de pauze uitgezet. Figuur 3.2 Percentage leerlingen dat rookt, alcohol drinkt, blowt of gokt in de pauze 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% roken alcohol blowen gokken Van de leerlingen rookt 13% in de pauze. Dit zijn meer leerlingen uit klas 4 dan 2 (19% vs. 7%). Vmbo scholieren roken meer dan havo/vwo scholieren in de pauze (19% vs. 8%). Er is geen verschil in rookgedrag in de pauze tussen jongens en meisjes. Dit geldt wel voor alcoholgebruik in de pauze. Jongens gebruiken vaker alcohol in de pauze dan meisjes (5% vs. 2%). In klas 4 wordt vaker alcohol gebruikt dan in klas 2 (5% vs. 2%). Er is wat betreft alcoholgebruik geen verschil tussen vmbo scholieren en havo/vwo scholieren. Vier procent van de leerlingen blowt in de pauze. Meer jongens dan meisjes blowen (6% vs. 3%), meer vierdeklassers dan tweedeklassers (7% vs. 1%) en meer vmbo scholieren dan havo/vwo scholieren (6% vs. 3%). Van de leerlingen gokt 2% wel eens in de pauze. Hier is geen verschil tussen tweede en vierdeklassers en tussen vmbo en havo/vwo scholieren. Jongens gokken meer dan meisjes (3% vs. 0,1%). 3.3 Waar naar toe uit school? Het grootste gedeelte van de leerlingen uit Noord-Kennemerland gaat na schooltijd normaliter naar huis, waar iemand thuis is (70%). Vijftien procent van de leerlingen is na schooltijd meestal alleen thuis. Tien procent gaat na schooltijd meestal naar een vriend of vriendin en 5% ergens anders naartoe. Er zijn geen verschillen tussen jongens en meisjes in waar ze naar toe gaan uit school. Meer vierdeklassers dan tweedeklassers zijn na schooltijd alleen thuis. Vergeleken met havo/vwo scholieren gaan vmbo scholieren vaker naar een vriend(in) na schooltijd (15% vs. 7%). 3.4 Spijbelen Spijbelgedrag van leerlingen kan zowel duiden op problemen als leiden tot problemen op school 2. Spijbelen kan velerlei oorzaken hebben. Het kunnen problemen op school zijn, zoals slechte schoolprestaties, faalangst, relatie leerling-leerkracht of er kan gespijbeld worden onder invloed van groepsdruk 3. Leerlingen die aanvaringen met ouders en/of leerkrachten hebben gehad blijken 7

12 ongeveer tweemaal zo vaak spijbelaar te zijn als leerlingen zonder deze problemen 2. Spijbelgedrag zorgt op zijn beurt weer voor slechte schoolprestaties. Bovendien is spijbelen een bekende voorspeller van voortijdig schoolverlaten 4. Bijna een vijfde van de leerlingen (19%) geeft aan in de afgelopen vier weken wel eens gespijbeld te hebben. Acht procent van de leerlingen zegt in de afgelopen vier weken drie uur of meer gespijbeld te hebben. Uit figuur 3.3 blijkt dat er geen verschil is tussen vmbo leerlingen en havo/vwo leerlingen en tussen jongens en meisjes wat betreft spijbelen. Leerlingen uit klas 4 spijbelen meer dan leerlingen uit klas 2 (28% vs. 10%). Figuur 3.3 Percentage leerlingen dat de afgelopen vier schoolweken gespijbeld heeft 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% totaal vmbo havo/vwo klas 2 klas 4 jongens meisjes Als belangrijkste redenen om te spijbelen wordt genoemd dat men geen zin heeft in school (39%) of dat er veel tussenuren zijn (23%). Landelijke gegevens met betrekking tot spijbelen In het Nationale Scholieren Onderzoek is gevraagd hoe vaak jongeren hebben gespijbeld in de afgelopen maand 5. Van de jarigen heeft 29% gespijbeld. In totaal kan 11% getypeerd worden als hardnekkige spijbelaars. Deze groep heeft de afgelopen maand vijf keer of vaker gespijbeld. Deze percentages lijken iets hoger te zijn dan de percentages gevonden in Noord-Kennemerland. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de hogere leeftijd van de landelijke onderzoekspopulatie. Spijbelgedrag varieert namelijk met de leeftijd; jarigen spijbelen beduidend vaker dan jarigen 5. Tussen jongens en meisjes zijn geen duidelijke verschillen gevonden. De onderwijsinspectie heeft ook onderzoek gedaan naar spijbelgedrag 6. Er worden hier echter andere antwoordcategorieën gebruikt vergeleken bij het onderzoek in Noord-Kennemerland. (zie tabel 3.4). Tabel 3.4 Landelijk percentage spijbelaars in 2004/2005 volgens de onderwijsinspectie 6 vmbo havo vwo Zwaar spijbelen (regelmatig een dag of meerdere dagen achter elkaar) Matig spijbelen (meer lesuren per dag, soms een hele dag) Incidenteel spijbelen (af en toe een lesuur) Op basis van resultaten van schoolverzuimonderzoek van het NIPO 7 blijkt dat meisjes meer verzuimen dan jongens. Het gaat hier echter om zowel geoorloofd als ongeoorloofd verzuim. Het verzuim is gemiddeld het laagst op maandag en het hoogst op dinsdag. Het verzuim is het hoogst tijdens de laatste lesuren van de dag. 8

13 Referenties hoofdstuk 3 1. Bogt T ter, Dorsselaer S van, Vollebergh W. Psychische gezondheid, risicogedrag en welbevinden van Nederlandse scholieren. Health Behaviour in School-aged Children Trimbos-Instituut, Utrecht, Bronneman-Helmers HM, Herweijer LJ, Vogels HMG Voortgezet onderwijs in de jaren negentig. Den Haag, SCP, Ploeg, J. van der. Had me dat eerder verteld. Hoofdstuk 11 blz SWP, Utrecht, Portengen R, Dekkers H. Van drop-out tot ambachtswerker. Een dieptestudie onder zeer voortijdig schoolverlaters. Nijmegen: ITS, Zeijl E. et al. Rapportage Jeugd Sociaal en Cultureel Planbureau. Den Haag, Onderwijsinspectie, De staat van het onderwijs, onderwijsverslag 2004/2005. Hoofdstuk 5.Utrecht, NIPO, Schoolverzuim in het voortgezet onderwijs. Amsterdam,

14 4 GEZONDHEID Volgens de definitie van de Wereld Gezondheidsorganisatie (WHO) is gezondheid niet alleen de afwezigheid van een ziekte of handicap, maar een toestand van lichamelijk, geestelijk (psychisch) en sociaal welbevinden 1. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ervaren, lichamelijke en psychische gezondheid van de scholieren en factoren die daarop van invloed zijn. 4.1 Ervaren gezondheid De ervaren gezondheid, ook wel gezondheidsbeleving genoemd, geeft een samenvattend oordeel over de eigen gezondheid weer. Alle gezondheidsaspecten die van belang zijn voor de jongere in kwestie worden in deze samenvattende maat meegenomen. Deze onderliggende gezondheidsaspecten variëren per persoon, maar hebben vaak betrekking op zowel de lichamelijke als de geestelijke gezondheid 2. Bij jongeren zijn voornamelijk fitheid en leefstijl van belang voor de ervaren gezondheid 3. Aan de leerlingen in Noord-Kennemerland is gevraagd naar hun oordeel over de eigen gezondheid, met als mogelijke antwoorden uitstekend, zeer goed, goed, matig en slecht. De leerlingen in Noord-Kennemerland zijn over het algemeen tevreden met hun gezondheid. Bijna 1 op de 10 leerlingen (9%) noemt zijn/haar gezondheid echter matig of slecht (zie figuur 4.1). Figuur 4.1 Percentage leerlingen dat de eigen gezondheid matig of slecht vindt 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% totaal vmbo havo/vwo klas 2 klas 4 jongens meisjes Meer meisjes dan jongens zijn niet tevreden met hun gezondheid (11% vs. 6%). Vmbo leerlingen zijn minder tevreden over hun gezondheid dan havo/vwo leerlingen (10% vs. 7%). Landelijke gegevens met betrekking tot de ervaren gezondheid Het Trimbos Instituut heeft een onderzoek naar psychische gezondheid, risicogedrag en welbevinden van Nederlandse scholieren uitgevoerd 4. In dit onderzoek wordt ook gevraagd naar de gezondheidsbeleving, echter met iets andere antwoordmogelijkheden. Op basis van dit onderzoek vindt 79% van de middelbare scholieren zijn of haar gezondheid goed of uitstekend. Met name voor meisjes zet tussen het veertiende en zeventiende levensjaar een scherpe daling in van het niveau van de ervaren gezondheidstoestand. Op jarige leeftijd vindt slechts 60% van de meisjes de eigen gezondheid goed of uitstekend tegen 76% van de jongens. Het CBS rapporteert gegevens met 10

15 betrekking tot de ervaren gezondheid die beter overeenkomen met de gegevens uit Noord- Kennemerland 5. Volgens het CBS vindt 8% van de jongeren van jaar zijn eigen gezondheid minder dan goed ten opzichte van 9% in Noord-Kennemerland. Voor jongens is dit percentage 7%, voor meisjes 9%. 4.2 Sociaal welbevinden Het sociale welzijn van de jongeren wordt in grote mate bepaald door de omgang met ouders en leeftijdgenoten. In de regio Noord-Kennemerland geeft 8% van de leerlingen aan het thuis niet leuk te hebben (7% niet zo leuk en 1% helemaal niet leuk). Meisjes vinden het over het algemeen minder leuk thuis dan jongens (11% vs. 6%). Ook blijkt er een verschil te bestaan tussen tweede- en vierdeklassers. Vierdeklassers hebben het minder leuk thuis ten opzichte van tweedeklassers (10% vs. 7%). Vmbo leerlingen hebben het thuis minder leuk dan havo/vwo leerlingen (10% vs. 7%). Er blijkt een verband te bestaan tussen het welbevinden van leerlingen thuis en hun ervaren gezondheid (zie figuur 4.2). Van de leerlingen die het thuis niet leuk hebben, ervaart 25% zijn of haar gezondheid als matig of slecht. Van de leerlingen die het thuis wel naar hun zin hebben is dit slechts 7%. Figuur 4.2 Welbevinden thuis uitgezet tegen de ervaren gezondheid (%) 100% 80% 60% 40% Gezondheid niet goed Gezondheid goed 20% 0% Thuis leuk Thuis niet leuk Niet alle leerlingen kunnen goed met hun ouders praten: 27% zegt redelijk (gaat wel) met hun ouders te kunnen praten en 5% zegt dat ze niet goed met de ouders kunnen praten. Van de leerlingen die het thuis naar hun zin hebben kan 74% goed met zijn of haar ouders praten. Leerlingen die het thuis niet naar hun zin hebben kunnen slechts in 10% van de gevallen goed met de ouders praten. Op de vraag of men vindt dat men genoeg vrienden heeft antwoordt 13% gaat wel en 2% dat men niet genoeg vrienden heeft. Leerlingen zien hun vrienden vooral op school of thuis. Landelijke gegevens met betrekking tot het sociaal welbevinden In het scholierenonderzoek van het Trimbos instituut is gevraagd naar de communicatie met zowel vaders als moeders 4. Van de leerlingen op het voortgezet onderwijs kan 89% (zeer) gemakkelijk met de moeder praten, 74% praat (zeer) gemakkelijk met de vader. In het scholierenonderzoek is ook gevraagd naar het aantal vrienden van leerlingen. Volgens dit onderzoek heeft 7% van de leerlingen op het voortgezet onderwijs minder dan 3 goede vrienden. Het CBS heeft ook gevraagd naar sociale contacten van jongeren 5. Van de jongeren van jaar geeft 95% aan voldoende vrienden of vriendinnen te hebben. 11

16 4.3 Chronische aandoeningen In de E-MOVO vragenlijst is gevraagd naar een aantal chronische aandoeningen die vastgesteld zijn door een arts (zie kader 1). Van de leerlingen uit de regio Noord-Kennemerland geeft 37% aan 1 of meerdere chronische aandoeningen te hebben (zie figuur 4.3). Meisjes geven vaker aan een aandoening te hebben dan jongens (39% vs. 35%). Kader 1: Chronische aandoeningen waar naar is gevraagd in de E-MOVO vragenlijst - Astma, chronische bronchitis of CARA - Allergieën (lichamelijke overgevoeligheid bijv. hooikoorts, huiduitslag, jeuk) - Eczeem of andere huidziekten - Migraine (ernstige hoofdpijn met misselijkheid) - Suikerziekte - Slecht gehoor - Andere chronische aandoening Figuur 4.3 Aanwezigheid van 1 of meerdere chronische aandoeningen 40% 30% 20% 10% 0% totaal vmbo havo/vwo klas 2 klas 4 jongens meisjes In de E-MOVO vragenlijst is naar een aantal chronische aandoeningen specifiek gevraagd (zie kader 1). Van de bovengenoemde aandoeningen komen allergieën het meeste voor (17%). Negen procent van de leerlingen heeft een luchtwegaandoening, 6% heeft eczeem, 4% migraine, 2% een slecht gehoor en 1% suikerziekte. Van de leerlingen met een aandoening ondervindt 66% hiervan in meer of mindere mate een belemmering. De grootste belemmering wordt verkregen door migraine (92% van alle leerlingen met deze aandoening). Landelijke gegevens met betrekking tot chronische aandoeningen Volgens het CBS is het percentage jongeren met astma of chronische bronchitis 8%, met chronisch eczeem 5%, met migraine 9% en met suikerziekte 0,3% 6. Er lijkt een verschil te zijn tussen jongens en meisjes in het vóórkomen van chronisch eczeem (jongens: 3%, meisjes: 7%) en migraine (jongens: 5%, meisjes: 13%). 4.4 Medicijngebruik Aan de leerlingen is gevraagd of ze de afgelopen 2 weken medicijnen hebben gebruikt en of dat wel of niet op recept van een arts was. Van de leerlingen in Noord-Kennemerland heeft 57% de afgelopen 2 weken medicijnen gebruikt zonder recept van een arts, 26% van de leerlingen heeft medicijnen gebruikt op recept van de arts. De medicijnen die het meest worden gebruikt zijn medicijnen tegen pijn en koorts zoals aspirine of paracetamol. Meisjes gebruiken vaker medicijnen dan jongens (zowel op recept als zonder recept). 12

17 4.5 Tandverzorging Gevraagd is hoe vaak leerlingen een bezoek brengen aan de tandarts. Van de leerlingen in Noord- Kennemerland bezoekt 3% niet jaarlijks de tandarts. Twintig procent van de leerlingen bezoekt 1x per jaar de tandarts en 77% gaat 2x per jaar naar de tandarts. Er blijkt een verschil te zijn in tandartsbezoek naar geslacht en onderwijstype. Jongens bezoeken minder vaak de tandarts ten opzichte van meisjes (4% vs. 2%) en vmbo leerlingen minder vaak dan havo/vwo leerlingen (4% vs. 2%). Door de GGD wordt aangeraden minimaal 2x per dag de tanden te poetsen. Van de leerlingen voldoet 77% aan deze norm. Daarnaast poetst 20% 1x per dag. Een klein percentage van de leerlingen (3%) poetst af en toe of nooit. Jongens poetsen vaker hun tanden onvoldoende vergeleken bij meisjes (29% vs. 17%). Vmbo leerlingen poetsen vaker hun tanden onvoldoende dan havo/vwo leerlingen (26% vs. 21%). Er blijkt een verband te bestaan tussen tandenpoetsen en tandartsbezoek. Van de leerlingen die onvoldoende hun tanden poetsen gaat 5% niet jaarlijks naar de tandarts. Van de leerlingen die voldoende hun tanden poetsen is dit 2%. Landelijke gegevens met betrekking tot tandverzorging Volgens onderzoek van het CBS heeft in % van de jongeren van jaar het afgelopen jaar de tandarts bezocht 7. Dit percentage is fors lager dan het percentage in Noord-Kennemerland. Dit kan mogelijk te maken hebben met de andere onderzoekpopulatie die door het CBS gebruikt is (andere leeftijd, mogelijk andere verdeling in etniciteit). 4.6 Psychische gezondheid De psychische gezondheid is gemeten met de Mental Health Inventory-5 (MHI-5) 8. Dit is een internationale standaard voor een specifieke meting van de psychische gezondheid, bestaande uit 5 vragen. Voor deze vragen kan een totaalscore van 100 punten worden behaald. Bij een score van 61 of hoger wordt gesproken van een psychisch goede gezondheid. Een score van 0-60 duidt op psychische ongezondheid, waarbij een onderverdeling gemaakt kan worden in mensen met een lichte (score 45-60), een matige (score 32-44) en ernstige (score 0-32) psychische ongezondheid. Kader 2: De 5 vragen van de MHI-5 Voelde je je zenuwachtig? Voelde je je kalm en rustig? Voelde je je neerslachtig en somber? Voelde je je gelukkig? Zat je zo erg in de put dat niets je kon opvrolijken? Zeventien procent van de leerlingen woonachtig in de regio Noord-Kennemerland heeft een lage score voor de psychische gezondheid; dit wil zeggen dat ze zich psychisch minder gezond voelen (zie figuur 4.4). Uit deze figuur blijkt ook dat vmbo leerlingen zich psychisch minder gezond voelen dan de havo/vwo leerlingen (19% vs. 15%). Leerlingen uit klas 4 voelen zich vaker psychisch ongezond vergeleken met leerlingen uit klas 2 (19% vs. 15%) en meisjes voelen zich psychisch minder gezond dan jongens (24% vs. 10%). 13

18 Figuur 4.4 Percentage leerlingen met een lage score voor de psychische gezondheid 25% 20% 15% 10% 5% 0% totaal vmbo havo/vwo klas 2 klas 4 jongens meisjes Van de 17% van de leerlingen die zich psychisch minder gezond voelen, valt 12% in de categorie licht ongezond, 3% in de categorie matig ongezond en 2% in de categorie psychisch ernstig ongezond. In figuur 4.5 wordt de relatie tussen psychische gezondheid en de ervaren gezondheid van leerlingen weergegeven. Uit deze figuur blijkt dat 21% van de leerlingen die zich psychisch ongezond voelen ook hun gezondheid als matig of slecht ervaren. Leerlingen die zich volgens de vragenlijst psychisch gezond voelen ervaren in slechts 6% van de gevallen hun gezondheid als matig of slecht. Figuur 4.5 Verband tussen de psychische gezondheid en ervaren gezondheid van leerlingen (%) 100% 80% 60% 40% Gezondheid niet goed Gezondheid goed 20% 0% Psychisch gezond Psychisch ongezond Landelijke gegevens met betrekking tot psychische gezondheid Het aantal mensen met psychische problematiek hangt sterk af van het meetinstrument dat wordt gebruikt. In een landelijk onderzoek waarbij de psychische gezondheid van jongeren eveneens met de MHI-5 is gemeten, gaf 13% van de jongeren van jaar aan psychisch ongezond te zijn Problemen Veel jongeren hebben wel eens problemen. Het gaat dan meestal om zaken als schoolprestaties, relaties met anderen, faalangst en dergelijke. In de enquête is gevraagd of de leerling een probleem heeft dat hem of haar dag en nacht bezighoudt. 14

19 Van de leerlingen uit Noord-Kennemerland geeft 21% aan een probleem te hebben dat hen dag en nacht bezighoudt. Meisjes hebben vaker problemen dan jongens (27% vs. 15%), vmbo leerlingen hebben vaker problemen dan havo/vwo leerlingen (24% vs. 18%) en vierdeklassers hebben vaker problemen dan tweedeklassers (24% vs. 18%). De problemen die de leerlingen het meest noemen, hebben te maken met verkering of relaties (10%), de situatie thuis (29%) en met schoolprestaties (27%). Als leerlingen in Noord-Kennemerland een probleem hebben dat ze niet zelf kunnen oplossen, gaan ze voornamelijk voor informatie of hulp naar ouders (70%), vrienden (44%) en/of naar de broer/zus (30%). 4.8 Pesten Pestgedrag heeft gevolgen voor zowel slachtoffers als daders. Slachtoffers lopen vrijwel altijd een flinke deuk op in hun zelfvertrouwen 10. Leerlingen die regelmatig gepest worden hebben een groter risico op eenzaamheid, depressie en suïcidegedachten. Daders vertonen vaker delinquent gedrag 11. Gepest worden Van de leerlingen in Noord-Kennemerland is 33% het afgelopen jaar gepest, waarvan 24% 1 of 2x is gepest en 9% regelmatig is gepest. In figuur 4.6 wordt het percentage leerlingen dat het afgelopen jaar regelmatig is gepest weergegeven. Leerlingen op het vmbo worden vaker gepest dan havo/vwo leerlingen (12% vs. 7%). Ook worden tweedeklassers vaker gepest dan vierdeklassers (11% vs. 8%). Er is geen noemenswaardig verschil tussen jongens en meisjes. Figuur 4.6 Percentage leerlingen dat het afgelopen jaar regelmatig is gepest 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% totaal vmbo havo/vwo klas 2 klas 4 jongens meisjes Zoals hierboven al is genoemd hebben leerlingen die gepest worden een groter risico op verschillende psychische problemen. Uit dit onderzoek blijkt ook een samenhang tussen gepest worden en psychische gezondheid. Zo voelt 34% van de leerlingen die het afgelopen jaar regelmatig zijn gepest op basis van de MHI-5 vragenlijst zich psychisch minder gezond. Van de leerlingen die het afgelopen jaar niet regelmatig gepest zijn, voelt slechts 15% zich psychisch minder gezond. Meedoen aan pesten Van de leerlingen geeft 12% aan regelmatig (minstens een paar keer per maand) zelf te hebben meegedaan aan pesten. Vergeleken met meisjes pesten jongens vaker mee (18% vs. 7%). Vmbo leerlingen pesten vaker mee dan havo/vwo leerlingen (15% vs. 11%). Landelijke gegevens met betrekking tot pesten In een onderzoek van het CBS wordt gevraagd of jongeren van jaar gepest worden 6. Zestien procent van de jongeren geeft aan wel eens gepest te worden; 2% wordt vaak gepest en bij 14% valt dat wel mee. 15

20 4.9 Mishandeling In de vragenlijst is ook gevraagd naar ernstige problemen als lichamelijke en geestelijke mishandeling. Het is moeilijk om via een vragenlijst een betrouwbaar beeld van deze gevoelige onderwerpen te krijgen. De onderstaande gegevens moeten daarom worden beschouwd als een indicatie. Van de leerlingen in de regio Noord-Kennemerland geeft 4% aan dat zij wel eens lichamelijk worden mishandeld (geschopt, geslagen, vastgebonden enz.) en 5% zegt dat dit vroeger wel gebeurde, maar nu niet meer. Drie procent van de leerlingen wilde de vraag niet beantwoorden. Uit de gegevens van de E-MOVO vragenlijst blijkt dat de meeste lichamelijke mishandeling wordt gepleegd door een volwassene thuis of door een jongere op school (respectievelijk 30% en 29% van de leerlingen die ooit mishandeld zijn). Ook is gevraagd of men vaak wordt getreiterd, gekleineerd of uitgescholden (geestelijke mishandeling). Acht procent van de leerlingen geeft aan wel eens geestelijk te worden mishandeld en 12% zegt dat dit nu niet meer gebeurt, maar vroeger wel. Drie procent wilde de vraag niet beantwoorden. Uit de gegevens van alle leerlingen in de regio die hebben meegedaan aan E-MOVO blijkt dat de geestelijke mishandeling in de meeste gevallen wordt gepleegd door een jongere op school of in de buurt (respectievelijk 64% en 16% van de leerlingen die ooit geestelijk mishandeld zijn). Landelijke gegevens met betrekking tot mishandeling Gegevens over mishandeling zijn zeer summier. Over het algemeen zijn gegevens gebaseerd op schattingen. In 1997 is een onderzoek verschenen met enige cijfers over kindermishandeling onder autochtone Nederlanders 12. Op basis van dit onderzoek wordt één op de vijf kinderen tussen de 10 en 20 jaar slachtoffer van een lichamelijke vorm van huiselijk geweld. Jongens worden vaker slachtoffer dan meisjes. Dertien procent van de jongeren tussen de 10 en 15 jaar is slachtoffer van geestelijk geweld in huiselijke kring. Meisjes worden vaker slachtoffer van geestelijk geweld dan jongens. In 2002 is het onderzoek herhaald onder allochtone bevolkingsgroepen 13. Hieruit blijkt dat 20% van de allochtonen ooit slachtoffer is geworden van lichamelijk geweld en 17% van geestelijk geweld. Bijna 30% van de slachtoffers van lichamelijk geweld geeft aan tussen het 10 e en 14 e levensjaar slachtoffer te zijn geworden en 39% tussen het 15 e en 19 e levensjaar Zelfdoding Ernstige psychische problemen kunnen leiden tot (een poging tot) zelfdoding. Bijna één op de vijf leerlingen (19%) zegt in het afgelopen jaar er wel eens serieus over te hebben gedacht een einde aan het leven te maken. Meisjes hebben vaker suïcidale gedachten dan jongens (23% vs. 15%), vmbo leerlingen vaker dan havo/vwo leerlingen (24% vs. 15%) en tweedeklassers vaker dan vierdeklassers (21% vs. 17%). Van de leerlingen die volgens de MHI-5 vragenlijst zich psychisch ongezond voelen heeft 50% het afgelopen jaar suïcidale gedachten gehad. Van de leerlingen die zich psychisch gezond voelen is dit slechts 13%. Drie procent van de leerlingen heeft aangegeven in het afgelopen jaar een zelfmoordpoging te hebben ondernomen. Landelijke gegevens met betrekking tot suïcide Uit het Nationaal Scholierenonderzoek blijkt 20% van de jongens en 23% van de meisjes van jaar suïcidegedachten te hebben 14. Onder de 15 jaar is daadwerkelijke zelfdoding een uiterst zeldzaam verschijnsel; in heel Nederland pleegden volgens de officiële statistieken in 2004 negen jongeren onder de 15 jaar suïcide. Van alle jongeren tussen de 15 tot 20 jaar pleegden er in suïcide 15. Overigens kan worden verwacht dat in de officiële statistieken sprake is van een onderrapportage; artsen kunnen bijvoorbeeld bij het invullen van de doodsoorzaak niet op de hoogte zijn van alle feiten. Daarnaast kunnen er onzichtbare suïcides zijn die bijvoorbeeld worden geregistreerd als verkeersongeluk. 16

21 Referenties hoofdstuk 4 1. World Health Organization. Men Ageing and Health. Achieving health across the life span, Tijhuis MAR, Hoeymans N. Gezondheid en ziekte. Wat is ervaren gezondheid en hoe wordt het gemeten? Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Tijhuis MAR, Hoeymans N. Gezondheid en ziekte. Wat is de relatie met ziekten en determinanten? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Bogt T ter, Dorsselaer S van, Vollebergh W. Psychische gezondheid, risicogedrag en welbevinden van Nederlandse scholieren. Health Behaviour in School-aged Children Trimbos-Instituut, Utrecht, CBS, statline, mens en maatschappij, leefsituatie, maatschappelijke participatie, sociale contacten, CBS, statline, mens en maatschappij, gezondheid en welzijn, gezondheidstoestand, CBS, statline, mens en maatschappij, gezondheid en welzijn, zorggebruik, gebruik medische voorzieningen, Perenboom R, Oudshoorn K, Herten L van, Hoeymans N, Bijl R. Bepaling afkappunten en wegingsfactoren voor de MHI-5 en GHQ-12 ten behoeve van de berekening van een levensverwachting in goede geestelijke gezondheid. Leiden: TNO, Schoemaker C, Hoeymans N. Psychische problemen in de algemene bevolking Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Akkerman M, Blokland G, Hagens H, Kleverlaan N. Wat nou pubers? Voor ouders die willen opvoeden én loslaten. Utrecht, NIZW uitgeverij, Wal MF van der, Wit CAM de, Hirasing RA. Psychosocial health among young victims and offenders of direct and indirect bullying. Pediatrics, 2003;111: Dijk T van. Huiselijk geweld; aard, omvang en hulpverlening. Den Haag, Ministerie van justitie, Dijk T van. Huiselijk geweld onder Surinamers, Antilianen en Arubanen, Marokkanen en Turken in Nederland. Hilversum: Intomart, Zwart R de, Nationaal Scholierenonderzoek 1996.Deel 2: Gedrag en Gezondheid van scholieren. Utrecht: NIBUD, CBS, statline, mens en maatschappij, gezondheidstoestand, levenseinde, zelfdoding,

22 5 VOEDING EN BEWEGING In Nederland zijn de ontwikkelingen met betrekking tot overgewicht en obesitas (=ernstig overgewicht) zorgwekkend. Ten opzichte van 20 jaar geleden is het percentage jongeren met overgewicht verdubbeld 1. Overgewicht is een duidelijke risicofactor voor veel aandoeningen zoals hart- en vaatziekten, suikerziekte, gewrichtsproblemen en enkele vormen van kanker. Overgewicht kan ook een psychische belasting vormen: jongeren kunnen een negatief zelfbeeld ontwikkelen of depressief worden. Op volwassen leeftijd hebben adolescenten met overgewicht een verhoogde kans op overgewicht, ziekte en sterfte 2. De belangrijkste oorzaak voor het ontstaan van overgewicht is een verkeerde balans tussen de voedselinname en de hoeveelheid beweging die iemand heeft. Wanneer iemand eenmaal overgewicht heeft, is het moeilijk om dat weer kwijt te raken. Daarom zal het streven moeten zijn om te voorkómen dat iemand overgewicht ontwikkelt. Dat kan enerzijds door de lichamelijke activiteit te stimuleren en anderzijds door aandacht te besteden aan gezonde voeding Voeding Gezonde voeding maakt deel uit van een gezonde leefstijl. Het betrouwbaar navragen van het totale voedingspatroon vergt een veel uitgebreidere aanpak dan via de E-MOVO vragenlijst mogelijk was. Daarom is het onderwerp voeding beperkt gebleven tot vragen over ontbijten, het eten van een warme maaltijd en het gebruik van groente en fruit. Ontbijten is van belang, omdat het energie moet leveren voor de start van de dag. Een goed ontbijt bevordert de concentratie op school en daarmee de leerprestaties 3. Bovendien voorkomt ontbijten het nuttigen van minder gezonde tussendoortjes later op de ochtend. Het dagelijks gebruik van een warme maaltijd weerspiegelt een regelmatig voedingspatroon 3. Figuur 5.1 Percentage leerlingen dat minder dan vijf dagen per week ontbijt 25% 20% 15% 10% 5% 0% totaal vmbo havo/vwo klas 2 klas 4 jongens meisjes Zeventien procent van de leerlingen ontbijt minder dan 5 dagen in de week (zie figuur 5.1). Dit percentage is hoger bij meisjes dan bij jongens (19% vs. 15%). Ook blijkt er een verschil in ontbijtgedrag te bestaan tussen tweede- en vierdeklassers (14% vs. 20%) en tussen vmbo en havo/vwo leerlingen (24% vs. 11%). 18

23 Het overslaan van de warme maaltijd komt minder vaak voor: 2% van de leerlingen in de regio Noord- Kennemerland slaat de warme maaltijd vaker dan twee keer per week over. Vmbo Leerlingen slaan vaker de warme maaltijd over dan havo/vwo leerlingen (4% vs. 1%). Voldoende gebruik van groenten en fruit beschermt tegen diverse vormen van kanker en hart- en vaatziekten. Het landelijke advies is om per dag minimaal 2 stuks fruit en 200 gram groenten te gebruiken (richtlijn goede voeding) 4. Omdat de hoeveelheid groenten die jongeren eten moeilijk is na te vragen, is alleen gevraagd naar het aantal dagen per week dat groenten worden gegeten. Bij fruit is wel dieper ingegaan op de hoeveelheid. Van de leerlingen in de regio Noord-Kennemerland eet 67% niet iedere dag groente. Meer vmbo leerlingen dan havo/vwo leerlingen eten niet iedere dag groente (73% vs. 63%). Ruim driekwart van de leerlingen (77%) voldoet niet aan de norm van minimaal twee stuks fruit per dag. Er is verschil tussen tweede- en vierdeklassers (75% vs. 79%), tussen jongens en meisjes (81% vs. 74%) en tussen vmbo leerlingen en havo/vwo leerlingen (80% vs. 75%). Aan ongeveer de helft van de leerlingen is gevraagd of zij denken dat ze genoeg fruit eten en of ze in de toekomst van plan zijn om meer fruit te gaan eten. Van de leerlingen denkt 49% dat hij of zij voldoende fruit eet en 37% dat hij of zij niet voldoende fruit eet. Dertien procent van de leerlingen weet het niet. Van alle leerlingen die denken dat ze voldoende fruit eten, voldoet toch 60% niet aan de norm. Van de leerlingen die denken dat ze onvoldoende fruit eten, voldoet inderdaad het grootste percentage niet aan de norm (97%). In tabel 5.2 staat weergegeven in hoeverre leerlingen van plan zijn binnenkort meer fruit te eten. Tabel 5.2 Intentie van leerlingen om meer fruit te eten Regio Noord-Kennemerland (%) Ja, zeker wel 10 Ja, waarschijnlijk wel 24 Misschien wel, misschien niet 41 Nee, waarschijnlijk niet 21 Nee, zeker niet 4 Landelijke gegevens met betrekking tot voeding Volgens onderzoek van het RIVM slaat 13% van de jongeren op het voortgezet onderwijs het ontbijt over 5. Het overslaan van het ontbijt komt vaker voor bij kinderen van wie de vader laaggeschoold is, bij kinderen uit eenoudergezinnen, bij kinderen uit grote steden en bij allochtone kinderen. Het RIVM heeft ook de groente- en fruitconsumptie van jongeren in kaart gebracht 5. Deze laat een zeer ongunstige trend zien (zie figuur 5.3). Figuur 5.3 Landelijk percentage jongeren (10-19 jaar) dat niet voldoet aan de richtlijnen goede voeding 5 100% 80% 60% 40% % 0% jongens meisjes jongens meisjes groente fruit 19

24 Uit figuur 5.3 blijkt dat in 1998 het overgrote deel van de jongeren (91% van de jongens en 95% van de meisjes) niet voldoet aan de richtlijn goede voeding wat betreft groente. Daarnaast voldoet 87% van de jongens en 88% van de meisjes niet aan de richtlijn voor fruit. 5.2 Beweging Lichamelijke activiteit verkleint de kans op diverse gezondheidsproblemen, die vooral later in het leven kunnen ontstaan, zoals hart- en vaatziekten en diabetes mellitus. Bovendien houdt voldoende beweging de conditie op peil, verstevigt het de botten en verhoogt het de weerstand. Ook helpt voldoende bewegen het ontstaan van overgewicht voorkómen 6,7. Om een maatstaf te hebben voor het beoordelen van de hoeveelheid lichaamsbeweging is in 1998 de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) opgesteld door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Deze norm geeft aan dat jongeren dagelijks een uur matig intensief moeten bewegen. De activiteiten moeten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie) 7. Om een indruk te krijgen of de leerlingen voldoen aan de norm is gevraagd op hoeveel dagen in de week zij minimaal één uur per dag besteden aan lichamelijke activiteiten, zoals lopen of fietsen naar school, gymnastiek op school, sporten bij een sportclub of vereniging, zwaar lichamelijk werk of voetballen op straat. In Noord-Kennemerland is 45% van de leerlingen minder dan vijf dagen per week minstens één uur lichamelijk actief, 32% is op vijf of zes dagen lichamelijk actief en 24% op zeven dagen. Dit betekent dat 76% van de leerlingen niet aan de norm voldoet om zeven dagen per week minimaal één uur per dag lichamelijk actief te zijn (zie figuur 5.4). Uit figuur 5.4 blijkt ook dat meisjes minder vaak aan de beweegnorm voldoen dan jongens (78% vs. 74%). Figuur 5.4 Percentage leerlingen dat onvoldoende beweegt 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% totaal vmbo havo/vwo klas 2 klas 4 jongens meisjes Aan de leerlingen is gevraagd hoeveel lesuren zij schoolgym hebben. In de onderstaande tabel (tabel 5.5) zijn de resultaten weergegeven. Hieruit blijkt dat de meeste leerlingen (67%) 2 lesuren schoolgym hebben. Tabel 5.5 Aantal lesuren schoolgym per week (%) Regio Noord-Kennemerland (%) 0 of 1 lesuur 1 2 lesuren 67 3 lesuren 27 4 lesuren 5 20

25 Aan ongeveer de helft van de leerlingen is gevraagd of ze denken genoeg aan lichamelijke activiteit te doen. Het grootste gedeelte (67%) denkt genoeg aan lichamelijke activiteit te doen, 21% denkt van niet en 12% weet het niet. Opvallend is dat van de leerlingen die denken genoeg aan lichamelijke activiteit te doen, toch 71% onvoldoende beweegt volgens de beweegnorm. Van de leerlingen die zelf al denken te weinig aan lichamelijke activiteit te doen, doet 85% ook daadwerkelijk te weinig. Een groot deel van de leerlingen heeft goede voornemens als het gaat om lichamelijke activiteit: 41% is van plan binnenkort zeker of waarschijnlijk meer aan lichamelijke activiteit te doen. Landelijke gegevens met betrekking tot lichamelijke activiteit Het is moeilijk om betrouwbare gegevens te verzamelen over de lichamelijke activiteit. Zo verschillen landelijke cijfers met betrekking tot beweging beduidend van elkaar. Volgens het CBS voldoet ongeveer 75% van de jongeren tussen de 12 en 17 jaar niet aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen 8, wat vergelijkbaar is met de resultaten uit het E-MOVO onderzoek in Noord-Kennemerland. Dit percentage is gelijk gebleven tussen 2001 en Volgens onderzoek van het NOCNSF voldoet 49% van de jongeren tussen de 13 en 17 jaar niet aan de norm gezond bewegen 7. In de afgelopen jaren is het percentage sporters (georganiseerde en ongeorganiseerde sporters) onder jaren toegenomen Overgewicht Aan de leerlingen is gevraagd om hun lengte en gewicht in te vullen. Aan de hand van deze gegevens is het mogelijk de BMI (=Body Mass Index) te berekenen door het gewicht te delen door de lengte in het kwadraat. Dit is een maat voor het bepalen van overgewicht. Een BMI tussen de 25 en 30 kg/m 2 geeft aan dat iemand overgewicht heeft. Een BMI van 30 kg/m 2 of hoger duidt op obesitas. Het is echter gebleken dat de verkregen resultaten niet betrouwbaar zijn. Zo is het van ruim 20% van de leerlingen niet mogelijk om de BMI te berekenen, omdat leerlingen hun lengte en/of gewicht niet hebben ingevuld. Van de overige leerlingen blijkt op basis van de gegevens slechts 5% overgewicht te hebben en 13% ondergewicht. Dit is op basis van landelijke gegevens zeer onwaarschijnlijk. Het lijkt erop dat leerlingen hun gewicht zwaar onderschat hebben. Gewichtmetingen zijn noodzakelijk om tot betrouwbare gegevens te komen. Uit onderzoek in Rotterdam is ook gebleken dat van alle brugklassers die na meting door de GGD overgewicht blijken te hebben, slechts ongeveer de helft ook bij zelfrapportage als 'te dik' uit de bus komt 10. Landelijke gegevens met betrekking tot overgewicht Zeer recent is een rapport verschenen van TNO waarin cijfers gepresenteerd worden van het vóórkomen van overgewicht en obesitas bij jeugdigen van 4-15 jaar in de periode Deze cijfers worden in dit TNO rapport vergeleken met cijfers van de landelijke groeistudie die in 1997 voor het laatst heeft plaatsgevonden 11. Op basis van deze studie is de prevalentie van overgewicht gemiddeld 14% bij jongens en 17% bij meisjes. De prevalentie van obesitas is 3% voor zowel jongens als meisjes. Figuur 5.6 Landelijke percentages van overgewicht (A) en obesitas (B) bij jongeren van jaar 1 24 A 5 B leeftijd leeftijd meisjes meisjes 1997 jongens jongens

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Beemster Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Oostzaan Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Waterland en de regio (%) Waterland 209 scholieren Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Waterland Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas

Tabel 1. Achtergrondgegevens van de deelnemende scholieren uit Wormerland en de regio (%) Wormerland 286 scholieren Onderwijstype en klas Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die

Nadere informatie

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID IJsselland PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID Jongerenmonitor 20 92% normaal risico op psychosociale problemen.3 jongeren School Klas 2 13-1 jaar Klas - jaar 86% goede ervaren gezondheid %* is op school gepest *van

Nadere informatie

E-MOVO 2010: gezondheid, welzijn en leefstijl. Een scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs

E-MOVO 2010: gezondheid, welzijn en leefstijl. Een scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs E-MOVO 2010: gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in zaanstreek-waterland Een scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs VOORWOORD INHOUDSOPGAVE Voorwoord

Nadere informatie

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT IJsselland VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT Jongerenmonitor 2015 77% ontbijt dagelijks 10.3 jongeren School 13-14 jaar 15- jaar 76% een gezond gewicht 15% beweegt voldoende Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zeevang Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Gemeente Zaanstad en Molenwerf

Gemeente Zaanstad en Molenwerf Gemeente en Molenwerf Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin per

Nadere informatie

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Zaanstad. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Zaanstad Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Zaanstad. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Edam-Volendam. Er is apart gekeken naar de woonkernen Edam en Volendam.

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Edam-Volendam. Er is apart gekeken naar de woonkernen Edam en Volendam. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Edam-Volendam Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de

Nadere informatie

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend.

Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren die wonen in Purmerend. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Purmerend Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de resultaten van de scholieren

Nadere informatie

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015

Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015 Hoe gaat het met de leerlingen van Openbare scholengemeenschap Willem Blaeu? Schoolrapportage Emovo 2014/2015 Inleiding In het schooljaar 2014/2015 is voor de 4 e keer Emovo uitgevoerd onder 2 e en 4 e

Nadere informatie

Jeugd. Gezondheid, welzijn en leefstijl

Jeugd. Gezondheid, welzijn en leefstijl Jeugd Gezondheid, welzijn en leefstijl Verslag van een onderzoek onder jeugd in de regio Oost Nederland 24 Leefstijl en gezondheid van jongeren in de regio Oost Nederland Zeven samenwerkende GGD en in

Nadere informatie

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Purmerend. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente. Achtereenvolgens treft u: 1. De samenvatting met daarin per onderwerp

Nadere informatie

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R VOEDING, BEWEGING EN GEWICHT K I N D E R E N O N D E R Z O E K : 0-1 1 J A A R Jeugd 2010 6 Kinderenonderzoek 2010 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD

Nadere informatie

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Samenvatting Jong; dus gezond!? Samenvatting Jong; dus gezond!? Deel III Gezondheidsprofiel regio Nieuwe Waterweg Noord, 2005-2008 Samenvatting rapport Jong; dus gezond!? Gezondheidssituatie van de Jeugd (2004-2006) Regio Nieuwe Waterweg

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Bloemendaal Resultaten van het Emovo-onderzoek

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Bloemendaal Resultaten van het Emovo-onderzoek Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Bloemendaal Resultaten van het Emovo-onderzoek S. Robroek R. Cluitmans Hulpverleningsdienst Kennemerland / GGD Afdelingen Beleid & Ondersteuning en Jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Wormerland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin per onderwerp beschreven

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE EMOVO 2009/2010 JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE HOORN EMOVO 2009/2010 Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer,

Nadere informatie

Gemeente Landsmeer. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Landsmeer. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Landsmeer Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Landsmeer. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014

Gemeente Zeevang. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Gemeente Zeevang Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Zeevang. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin per

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemstede. Resultaten van het Emovo-onderzoek

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemstede. Resultaten van het Emovo-onderzoek Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemstede Resultaten van het Emovo-onderzoek R. Cluitmans S. Robroek Hulpverleningsdienst Kennemerland / GGD Afdelingen Beleid & Ondersteuning en Jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland

Jongerenmonitor : Gemeente Steenwijkerland Jongerenmonitor 2014-2015: Gemeente Voor de Jongerenmonitor 2015 zijn de data uit schooljaar 2014-2015 gebruikt die de JGZ van GGD IJsselland in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs verzameld heeft.

Nadere informatie

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo

Gemeente Oostzaan. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo Gemeente Oostzaan Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Oostzaan. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Haarlem Resultaten van het Emovo-onderzoek

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Haarlem Resultaten van het Emovo-onderzoek Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Haarlem Resultaten van het Emovo-onderzoek S. Robroek R. Cluitmans Hulpverleningsdienst Kennemerland / GGD Afdelingen Beleid & Ondersteuning en Jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Uitgeest Resultaten van het Emovo-onderzoek

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Uitgeest Resultaten van het Emovo-onderzoek Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Uitgeest Resultaten van het Emovo-onderzoek S. Robroek R. Cluitmans Hulpverleningsdienst Kennemerland / GGD Afdelingen Beleid & Ondersteuning en Jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

Gemeente Edam-Volendam

Gemeente Edam-Volendam Gemeente Edam-Volendam Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Edam-Volendam. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Beverwijk Resultaten van het Emovo-onderzoek

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Beverwijk Resultaten van het Emovo-onderzoek Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Beverwijk Resultaten van het Emovo-onderzoek S. Robroek R. Cluitmans Hulpverleningsdienst Kennemerland / GGD Afdelingen Beleid & Ondersteuning en Jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE ALKMAAR Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer, epidemiologisch onderzoeksmedewerker

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Velsen. Resultaten van het Emovo-onderzoek

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Velsen. Resultaten van het Emovo-onderzoek Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Resultaten van het Emovo-onderzoek R. Cluitmans S. Robroek Hulpverleningsdienst Kennemerland / GGD Afdelingen Beleid & Ondersteuning en Jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Bennebroek. Resultaten van het Emovo-onderzoek

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Bennebroek. Resultaten van het Emovo-onderzoek Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Bennebroek Resultaten van het Emovo-onderzoek R. Cluitmans S. Robroek Hulpverleningsdienst Kennemerland / GGD Afdelingen Beleid & Ondersteuning en Jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Enschede

Kernboodschappen Gezondheid Enschede Kernboodschappen Gezondheid Enschede De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Enschede epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Enschede en de factoren die hierop van

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE MEDEMBLIK Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer, epidemiologisch onderzoeksmedewerker

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE EMOVO 2009/2010 JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE ENKHUIZEN EMOVO 2009/2010 Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer,

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE DEN HELDER Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer, epidemiologisch onderzoeksmedewerker

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE WIERINGERMEER Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer, epidemiologisch onderzoeksmedewerker

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE KOGGENLAND Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer, epidemiologisch onderzoeksmedewerker

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Almelo Kernboodschappen Gezondheid Almelo De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Almelo epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Almelo en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Rijssen-Holten epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Rijssen-Holten en de factoren

Nadere informatie

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO GEMEENTE HEEMSTEDE SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SCHOLIERENONDERZOEK E-movo GEMEENTE HEEMSTEDE Een onderzoek naar

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE CASTRICUM Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer, epidemiologisch onderzoeksmedewerker

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE EMOVO 2009/2010 JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE TEXEL EMOVO 2009/2010 Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer,

Nadere informatie

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag. 2. Overgewicht De gevolgen van overgewicht op de kinderleeftijd zijn uiteenlopend van psychosociale problemen, zoals gepest worden, negatief zelfbeeld en depressiviteit, tot lichamelijke problemen zoals

Nadere informatie

Kinderen in Noord gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Noord gezond en wel? 1 Wat valt op in Noord? Voor Noord zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO GEMEENTE HEEMSKERK SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SCHOLIERENONDERZOEK E-movo GEMEENTE HEEMSKERK Een onderzoek naar

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Kernboodschappen Gezondheid Losser Kernboodschappen Gezondheid Losser De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Losser epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Losser en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Jongerenmonitor : Gemeente Deventer

Jongerenmonitor : Gemeente Deventer Jongerenmonitor 2014-2015: Gemeente Voor de Jongerenmonitor 2015 zijn de data uit schooljaar 2014-2015 gebruikt die de JGZ van GGD IJsselland in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs verzameld heeft.

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zaanstad Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs.

Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zaanstad Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in Zaanstad Het E-MOVO scholierenonderzoek onder tweede- en vierdeklassers van het voortgezet onderwijs. Deze factsheet beschrijft de gezondheid van de scholieren

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO GEMEENTE BEVERWIJK SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SCHOLIERENONDERZOEK E-movo GEMEENTE BEVERWIJK Een onderzoek naar

Nadere informatie

KERNCIJFERS JONGERENPEILING 2013 NOORDWIJKERHOUT versie 2/11-03-2014

KERNCIJFERS JONGERENPEILING 2013 NOORDWIJKERHOUT versie 2/11-03-2014 KERNCIJFERS JONGERENPEILING 2013 NOORDWIJKERHOUT versie 2/11-03-2014 De waarden die in de tabellen worden weergegeven zijn percentages, tenzij anders aangegeven. Noordwijkerhout totaal geslacht leeftijd

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Haarlemmerliede & Spaarnwoude Resultaten van het Emovo-onderzoek

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Haarlemmerliede & Spaarnwoude Resultaten van het Emovo-onderzoek Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Haarlemmerliede & Spaarnwoude Resultaten van het Emovo-onderzoek S. Robroek R. Cluitmans Hulpverleningsdienst Kennemerland / GGD Afdelingen Beleid & Ondersteuning

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE EMOVO 2009/2010 JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE HEILOO EMOVO 2009/2010 Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer,

Nadere informatie

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014

Gemeente Beemster. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Gemeente Beemster Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Beemster. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013 Samenvatting Losser Versie 1, oktober 2013 Lage SES, bevolkingskrimp en vergrijzing punt van aandacht in Losser In de gemeente Losser wonen 22.552 mensen; 11.324 mannen en 11.228 vrouwen. Als we de verschillende

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE EMOVO 2009/2010 JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE NIEDORP EMOVO 2009/2010 Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer,

Nadere informatie

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in West gezond en wel? 1 Wat valt op in West? Voor West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen?

E-MOVO Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen? E-MOVO 2011-2012 Hoe gezond zijn jongeren in de regio Nijmegen? E-MOVO (Elektronische MOnitor en VOorlichting) is een grootschalig jongerenonderzoek van de GGD en in Oost-Nederland. Dit onderzoek wordt

Nadere informatie

Beweging, voeding en. (over)gewicht

Beweging, voeding en. (over)gewicht JONGERENPEILING 2008 ZUID-HOLLAND NOORD De jongerenpeiling heeft als doel om periodiek op systematische wijze ontwikkelingen in gezondheid en gewoonten van jongeren in kaart te brengen. Dit is het eerste

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Borne

Kernboodschappen Gezondheid Borne Kernboodschappen Gezondheid Borne De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Borne epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Borne en de factoren die hierop van invloed

Nadere informatie

Resultaten Schoolkracht Basisonderwijs Gemeente Utrechtse Heuvelrug

Resultaten Schoolkracht Basisonderwijs Gemeente Utrechtse Heuvelrug Resultaten Schoolkracht Basisonderwijs 2008-2009 Gemeente Utrechtse Heuvelrug Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Kenmerken onderzoekspopulatie... 3 3. Lichamelijk en psychosociaal functioneren... 4 3.1

Nadere informatie

Gemeente Waterland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014

Gemeente Waterland. Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Gemeente Waterland Tabellenboek Jeugdmonitor Emovo 2013-2014 Dit tabellenboek beschrijft de resultaten van Emovo 2013-2014 voor de gemeente Waterland. Achtereenvolgens treft u: De samenvatting met daarin

Nadere informatie

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemskerk Resultaten van het Emovo-onderzoek

Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemskerk Resultaten van het Emovo-onderzoek Gezondheid, welzijn en leefstijl van scholieren in Heemskerk Resultaten van het Emovo-onderzoek S. Robroek R. Cluitmans Hulpverleningsdienst Kennemerland / GGD Afdelingen Beleid & Ondersteuning en Jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

Kinderen in Oost gezond en wel?

Kinderen in Oost gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Oost gezond en wel? 1 Wat valt op in Oost? Voor Oost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Centrum gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Centrum gezond en wel? 1 Wat valt op in Centrum? Voor Centrum zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO GEMEENTE UITGEEST SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SCHOLIERENONDERZOEK E-movo GEMEENTE UITGEEST Een onderzoek naar

Nadere informatie

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO GEMEENTE BLOEMENDAAL SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SCHOLIERENONDERZOEK E-movo GEMEENTE BLOEMENDAAL Een onderzoek

Nadere informatie

11 Gezondheid en leefstijl van jongeren in de regio Gelre-IJssel. Resultaten van E-MOVO 2007

11 Gezondheid en leefstijl van jongeren in de regio Gelre-IJssel. Resultaten van E-MOVO 2007 11 Gezondheid en leefstijl van jongeren in de regio Gelre-IJssel Resultaten van E-MOVO 2007 In het kader van preventie vormt de jeugd een belangrijke doelgroep. Veel gezondheidsbeïnvloedend gedrag, zoals

Nadere informatie

V O LW A S S E N E N

V O LW A S S E N E N LICHAAMSBEWEGING EN GEWICHT V O LW A S S E N E N Volwassenen 2009 4 Volwassenenonderzoek 2009 Om inzicht te krijgen in de gezondheid van de inwoners in haar werkgebied, heeft de GGD Zuid-Holland West in

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Jongerenmonitor In 2011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal

Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal Kernboodschappen Gezondheid Oldenzaal De GGD Twente verzamelt in opdracht van de gemeente Oldenzaal epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Oldenzaal en de factoren die hierop

Nadere informatie

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuid gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuid? Voor Zuid zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor van schooljaar

Nadere informatie

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD

JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTERAPPORTAGE JONGERENENQUÊTE NOORD-HOLLAND NOORD GEMEENTE GRAFT-DE RIJP Auteurs: Corrien Waardenburg, epidemioloog Esther Duin-de Boer, epidemiologisch onderzoeksmedewerker

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt.

GENOTMIDDELEN. Jongerenmonitor 2015 10.163. 40% ooit alcohol gedronken. Klas 2. Klas 4. 5% ooit wiet gebruikt. 24% weleens gerookt. IJsselland GENOTMIDDELEN Jongerenmonitor 1 4% ooit alcohol gedronken.163 jongeren School Klas 13-14 jaar Klas 4 1-16 jaar 4% weleens gerookt % ooit wiet gebruikt Genotmiddelen Psychosociale gezondheid

Nadere informatie

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO GEMEENTE VELSEN SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SCHOLIERENONDERZOEK E-movo GEMEENTE VELSEN Een onderzoek naar de gezondheid,

Nadere informatie

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt

SEKSUEEL GEDRAG. Jongerenmonitor % geslachtsgemeenschap. Klas 2. Klas 4. 55% altijd een condoom gebruikt IJsselland SEKSUEEL GEDRAG Jongerenmonitor 2015 7% geslachtsgemeenschap gehad 10.163 jongeren School Klas 2 13-14 jaar Klas 4 15-16 jaar 49% negatieve houding homoseksualiteit 55% altijd een condoom gebruikt

Nadere informatie

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO GEMEENTE HAARLEMMERMEER SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SCHOLIERENONDERZOEK E-movo GEMEENTE HAARLEMMERMEER Een onderzoek

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren 1 tot jaar Jongerenmonitor In 011 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO

SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO SCHOLIERENONDERZOEK E-MOVO GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN WELBEVINDEN SOCIAAL WELBEVINDEN SCHOLIERENONDERZOEK E-movo GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE

Nadere informatie

Regius College VMBO en Praktijkonderwijs 2015/2016. Aanvullende tabellen bij schoolrapportage Emovo. Leeswijzer

Regius College VMBO en Praktijkonderwijs 2015/2016. Aanvullende tabellen bij schoolrapportage Emovo. Leeswijzer Aanvullende tabellen bij schoolrapportage Emovo 2015/2016 Leeswijzer In dit aanvullende tabellenboek zijn per onderwerp alle resultaten van uw school weergegeven in percentages. Deze resultaten zijn weergegeven

Nadere informatie

E-MOVO 2011/2012. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Enschede

E-MOVO 2011/2012. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Enschede E-MOVO 2011/2012 Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Enschede E-MOVO 2011/2012 Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Enschede GGD Twente Drs. C. Smit Drs. M.

Nadere informatie

Jeugd in Rivierenland Resultaten van een onderzoek naar gezondheid, welzijn en leefstijl van 2e en 4e klassers van het voortgezet onderwijs

Jeugd in Rivierenland Resultaten van een onderzoek naar gezondheid, welzijn en leefstijl van 2e en 4e klassers van het voortgezet onderwijs Jeugd in Rivierenland Resultaten van een onderzoek naar gezondheid, welzijn en leefstijl van 2e en 4e klassers van het voortgezet onderwijs Elektronische Monitor en Voorlichting Onderzoek In het najaar

Nadere informatie

E-MOVO 2011/2012. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Haaksbergen

E-MOVO 2011/2012. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Haaksbergen E-MOVO 2011/2012 Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Haaksbergen E-MOVO 2011/2012 Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Haaksbergen GGD Twente Drs. C. Smit Drs.

Nadere informatie

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar Alcoholgebruik Psychosociale gezondheid Genotmiddelen Voeding, bewegen en gewicht Seksueel gedrag Samenvatting en aanbevelingen Monitor jongeren tot 4 jaar Jongerenmonitor In 0 is in de regio IJsselland

Nadere informatie

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012

Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen. Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012 Gezondheidsmonitoren jongeren en ouderen Meta Moerman Cie Welzijn gemeente Neerijnen 19 juni 2012 Wat is E-MOVO q Onderzoek onder 2 e en 4 e klassers, nu 3 e keer q Vragenlijst wordt digitaal in klas ingevuld

Nadere informatie

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel

Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel Cijfers gezondheidssituatie gemeente Leeuwarderadeel In onderstaande tabellen zijn cijfers weergegeven met betrekking tot de gezondheid van Friezen in de gemeente Leeuwarderadeel. Daarnaast vindt u ook

Nadere informatie

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin Resultaten evaluatie JOGG December 2017 Inleiding Achtergrond In het kader van de JOGG aanpak in de gemeente Roosendaal heeft op basisschool de Vlindertuin

Nadere informatie

E-MOVO 2011/2012. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Hellendoorn

E-MOVO 2011/2012. Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Hellendoorn E-MOVO 2011/2012 Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Hellendoorn E-MOVO 2011/2012 Gezondheid, welzijn en leefstijl van jongeren in gemeente Hellendoorn GGD Twente Drs. C. Smit Drs.

Nadere informatie

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

Kinderen in Zuidoost gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Zuidoost gezond en wel? 1 Wat valt op in Zuidoost? Voor Zuidoost zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor

Nadere informatie

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel? GGD Amsterdam Uitkomsten Amsterdamse gezondheidsmonitor basisonderwijs 13-14 Kinderen in Nieuw-West gezond en wel? 1 Wat valt op in Nieuw-West? Voor Nieuw-West zijn de cijfers van de Jeugdgezondheidsmonitor

Nadere informatie

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh

Op weg naar een generatie Nix? Vandaag: HBSC-landen in de studie. Trends in middelengebruik onder scholieren. Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Op weg naar een generatie Nix? Trends in middelengebruik onder scholieren Tom ter Bogt Wilma Vollebergh Vandaag: HBSC: de studie Middelengebruik: trends 2001-2013 Ouders en middelengebruik Indicatoren

Nadere informatie

Regius College Wilhelminalaan Tabellenboek bij schoolrapportage Emovo 2015/2016

Regius College Wilhelminalaan Tabellenboek bij schoolrapportage Emovo 2015/2016 Tabellenboek bij schoolrapportage Emovo 2015/2016 Leeswijzer In dit tabellenboek zijn per onderwerp alle resultaten van uw school weergegeven in percentages (bovenste tabel). Deze resultaten zijn (waar

Nadere informatie

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd oinleiding 1 c Gewichtsstijging ontstaat wanneer de energie-inneming (via de voeding) hoger is dan het energieverbruik (door lichamelijke activiteit). De laatste decennia zijn er veranderingen opgetreden

Nadere informatie

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen

Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen Kernboodschappen Gezondheid Dinkelland & Tubbergen De GGD Twente verzamelt in opdracht van Noaberkracht Dinkelland Tubbergen epidemiologische gegevens over de gezondheid van de bevolking in Noaberkracht

Nadere informatie