RAADSCOMMISSIE VI. - INFRASTRUCTUUR, WATERBELEID EN PATRIMONIUM

Transcriptie

1 RAADSCOMMISSIE VI. - INFRASTRUCTUUR, WATERBELEID EN PATRIMONIUM Plaats: Leuven, Provinciehuis Voorzitter: mevrouw Ann SCHEVENELS Datum: 10 december 2013 Ondervoorzitter: de heer Dirk JANSSENS Aanvangsuur: 9.30 uur Aanwezig: Ann SCHEVENELS, voorzitter Dirk JANSSENS, ondervoorzitter De raadsleden : Kris POELAERT Annita VANDEBROECK Steven ELPERS Martine LEMONNIER Stef BOOGAERTS Lena GHYSELS Johan DE HAES Nico CRECES Frédéric PETIT Diederik DUNON Ann HERMANS Linda VAN DEN EEDE Sonia VAN LAERE De gedeputeerde: Johan GUILLEMYN, hoofd juridische dienst Jan VAN LUCHENE, dienst gebouwen Rolf DE BRUYN, secretaris Verontschuldigd: De raadsleden : Geertrui VAN ROMPUY-WINDELS Katleen BURY Koen MOEYERSONS Marleen VAN DE WIELE Mireille BUYSE De gedeputeerden: Monique SWINNEN Julien DEKEYSER Karin JIROFLÉE Luc ROBIJNS Walter ZELDERLOO

2 Verslag : 1. Verwelkoming en opening van de vergadering Voorzitter Ann Schevenels heet de aanwezigen welkom. Zij deelt mee dat de raadsleden Geertrui Van Rompuy-Windels en Mireille Buyse zich verontschuldigd hebben, evenals de gedeputeerden Monique Swinnen, Julien Dekeyser, Karin Jiroflée, Luc Robijns en Walter Zelderloo. De voorzitter opent de vergadering. 2. Goedkeuring van het verslag van de vorige vergadering Voorzitter Ann Schevenels vraagt of er aanvullingen of opmerkingen zijn bij het verslag van de vorige vergadering van de raadscommissie. Die zijn er niet. De raadscommissie keurt het verslag goed. 3. Machtiging tot onderhandse verkoop en goedkeuring van de ontwerpakte van vier percelen te Diest in de vallei van de Drie Beken aan het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid Voorzitter Ann Schevenels geeft het woord aan Johan Guillemyn, hoofd van de juridische dienst, die een toelichting geeft bij het voorstel aan de provincieraad. Johan Guillemyn brengt de voorgeschiedenis in herinnering. Het water en het slib van de Grote Beek, waar de vier percelen aan grenzen, zijn sterk vervuild door lozingen van Tessenderlo Chemie. Omdat dit gebied een natuurlijk overstromingsgebied is, worden de giftige stoffen verspreid bij overstromingen. Om verspreiding van de vervuiling in de vallei van de Grote Beek te beperken, werd destijds aan de provincie Vlaams-Brabant de vraag gesteld om twee zandvangen te bouwen op de Grote Beek. De provincie is ingegaan op dit voorstel, en in vergadering van 18 december 1997 heeft de deputatie deze opdracht toegewezen. Als gevolg van vertragingen bij de aankoop van de terreinen, konden de werken niet beginnen vóór de overstromingen van september Daarna was en bleef het valleigebied zó vochtig, dat het niet toegankelijk was voor bouwmachines. Bovendien kreeg de provincie geen stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van een toegangsweg. Door deze factoren konden de werken niet uitgevoerd worden. Daarom besliste de provincieraad in vergadering van 29 juni 2004 om de opdracht voor de bouw van twee zandvangen niet uit te voeren en aan de deputatie machtiging te verlenen om met de aangestelde aannemer een dading te sluiten met betrekking tot de betaling van een schadevergoeding. Het alsnog uitvoeren van de zandvangen zoals ze in 1997 gepland werden is alleszins technisch onmogelijk en het zou bovendien erg onverstandig zijn deze op dezelfde plaatsen en met dezelfde afmetingen te willen bouwen. Ook de problemen met de toegankelijkheid en onder andere nieuwe inzichten die het gunstig effect van dergelijke zandvangen op het vangen van vervuild slib in twijfel trekken, zorgen voor een andere visie. Schadelijke stoffen hechten zich namelijk vooral op de zeer lichte zwevende deeltjes in het water en slaan slechts in beperkte mate neer ter plaatse van een zandvang. Bovendien is de huidige geloosde vervuiling wateroplosbaar (nl. chloriden) en worden zandvangen voor het eventueel capteren van opgewoeld vervuild slib met vroeger geloosde zware metalen, beter verder stroomafwaarts gebouwd. Het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) is belast met de verwerving, de oprichting en het beheer van Vlaamse natuurreservaten in waardevolle natuurgebieden. De Vallei van de Drie Beken, gelegen raadscommissie VI - infrastructuur, waterbeleid en patrimonium - 10 december

3 ten noordoosten van Diest tussen de dorpskernen van Molenstede, Engsbergen, Schaffen, Vleugt, Deurne en Paal, is zo een gebied waar de Vlaamse Overheid een Vlaams natuurreservaat heeft opgericht. De besproken percelen van Schaffen en Deurne zijn alle gelegen in het goedgekeurde visiegebied van het Vlaamse natuurreservaat, waardoor ANB interesse heeft voor de aankoop. De cel vastgoed deed een terreinonderzoek op 18 september Tijdens dit terreinonderzoek stelde de cel vastgoed vast dat de percelen wegens vervuiling en bebossing niet langer geschikt zijn als landbouwgrond, hoewel de gronden volgens het gewestplan als landbouwgrond ingekleurd staan. De gronden, gelegen aan de oever van de beek, zijn alle toegegroeid, overwoekerd en ontoegankelijk. Men kan deze niet meer beschouwen als nuttige landbouwgrond. De prijs van het schattingsverslag, opgemaakt door het Aankoopcomité Brussel 2, dat de verkoopwaarde raamt op ,00 euro voor 1,1883 ha. ( 0,88 euro/vierkante meter) is dus verantwoord. Voorzitter Ann Schevenels vraagt of er opmerkingen of bedenkingen zijn. Omdat dit niet het geval is, stelt zij voor dat de commissie een gunstig advies geeft voor dit voorstel. De raadscommissie geeft een gunstig advies voor het voorstel aan de provincieraad: Machtiging tot onderhandse verkoop en goedkeuring van de ontwerpakte van vier percelen te Diest in de vallei van de Drie Beken aan het Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse Overheid. 4. Machtiging verkoop Holsbeeksesteenweg 53, Kessel-Lo Voorzitter Ann Schevenels geeft opnieuw het woord aan Johan Guillemyn voor een toelichting bij het voorstel aan de provincieraad. Johan Guillemyn deelt mee dat de woning langs de Holsbeeksesteenweg, onmiddellijk naast de toegang tot het provinciaal domein gelegen, destijds werd aangekocht als wachterswoning. Ondertussen is het huis in verval geraakt en staat het al geruime tijd leeg. Volgens het schattingsverslag is het woonhuis om te slopen; het is niet meer bewoonbaar. De woning is opgenomen in de stedelijke inventarissen van leegstaande en onafgewerkte woningen en er wordt een leegstandbelasting op geheven door de stad Leuven. De cel vastgoed heeft ondertussen een plan laten uittekenen waar een stuk bouwgrond gevoegd wordt bij het huis. Op deze manier wordt een perceel gecreëerd dat bijzonder interessant is voor de vastgoedmarkt. Het plan werd getekend na overleg met de dienst ruimtelijke ordening, de stad Leuven en de domeinbeheerder. Het toegevoegde stuk bouwgrond maakt nu nog deel uit van het park. Het is links gelegen van de parking en omvat als beplanting alleen gras. Het wordt voor niets benut. Het huis zonder toegevoegde bouwgrond heeft slechts een waarde van euro. De verkoopwaarde van het huis met de toegevoegde bouwgrond heeft volgens het schattingsverslag een verkoopwaarde van euro. Voorzitter Ann Schevenels vraagt of er opmerkingen of bedenkingen zijn. Omdat dit niet het geval is, stelt zij voor dat de commissie een gunstig advies geeft voor dit voorstel. De raadscommissie geeft een gunstig advies voor het voorstel aan de provincieraad: Machtiging verkoop Holsbeeksesteenweg 53, Kessel-Lo. raadscommissie VI - infrastructuur, waterbeleid en patrimonium - 10 december

4 5. Machtiging overdracht publieke ruimte Woonproject PIVO aan de gemeente Asse Ook voor een toelichting bij dit voorstel aan de provincieraad geeft voorzitter Ann Schevenels het woord aan Johan Guillemyn. Johan Guillemyn herinnert de commissieleden eraan dat dit project al eerder aan de provincieraad werd voorgesteld. Het Woonproject PIVO is een sociaal woonproject bestaande uit 29 koopwoningen, 57 huurwoningen en bijna 2,50 hectare publieke ruimte. Er is bijzondere aandacht besteed aan duurzaamheid. De woningen worden gebouwd door de sociale huisvestingsmaatschappij Providentia. Hiertoe hebben de provincie Vlaams-Brabant en Providentia op 24 juni 2013 een overeenkomst gesloten, die de uitvoering van een erfpacht en een opstalrecht omvat. De huurwoningen komen in een erfpacht van 99 jaar, waarvan Providentia de erfpachtnemer is. De koopwoningen worden gebouwd onder een recht van opstal. Na de realisatie worden de woningen verkocht door Providentia en de provincie verkoopt de gronden. Op 24 april 2012 verleende de provincieraad machtiging aan de deputatie om deze gronden te verkopen aan de door Providentia geselecteerde kandidaat-kopers van de gerelateerde woningen voor een verkoopprijs van 162,50 euro per vierkante meter. De buitenaanleg is voor rekening van het Vlaamse Gewest. De provincie Vlaams-Brabant is eigenaar van de grond. Na de realisatie wordt de publieke ruimte kosteloos overgedragen aan de gemeente Asse, die instaat voor het beheer. De overdracht van het openbaar domein dient te gebeuren ten laatste zes maanden na de voorlopige oplevering van de infrastructuurwerken, conform het Besluit van de Vlaamse Regering van 01 oktober 2010, betreft de actualisatie van de regels voor de verkoop van sociale koopwoningen. Providentia verwacht dat de voorlopige oplevering van de infrastructuurwerken zal kunnen gebeuren tegen juli Voorzitter Ann Schevenels vraagt of er opmerkingen of bedenkingen zijn. Omdat dit niet het geval is, stelt zij voor dat de commissie een gunstig advies geeft voor dit voorstel. De raadscommissie geeft een gunstig advies voor het voorstel aan de provincieraad: Machtiging overdracht publieke ruimte Woonproject PIVO aan de gemeente Asse. 6. Goedkeuring van de Meerpartijenovereenkomst van 7 april 2008 in verband met het kantorencomplex 'De Vesten' en machtiging om deze overeenkomst te formaliseren in een authentieke akte Voorzitter Ann Schevenels geeft nogmaals het woord aan Johan Guillemyn. Johan Guillemyn verduidelijkt dat de overeenkomst betrekking heeft op het gebruik van de toegangsweg naast de spoorlijn, de doorgang onder het voorplein en de uitrit. Met het oog op een goed beheer van het kantorencomplex tussen het station en het Provincieplein enerzijds en het provinciehuis anderzijds was het nodig dat alle partijen klare afspraken maakten over een aantal aspecten. Deze afspraken werden vastgelegd in de meerpartijenovereenkomst van 7 april 2008, die echter nog niet geformaliseerd werd in een authentieke akte. De punten van de overeenkomst, met betrekking tot de provincie Vlaams-Brabant, zijn deze: toegang tot de fietsenstalling onder het kantorencomplex langs de uitrit Volgens de oorspronkelijke plannen zou het Provincieplein voorzien worden van een landhoofd/borstwering landend op het Provincieplein. Op aanvraag van de provincie werd de inrit van de fietsenstalling anders ontworpen en uitgevoerd. toegang door de scheidingsmuur met laad- en losruimten In het kader van de bouw van het kantorencomplex werd een toegang gemaakt door de scheidingsmuur tussen de eigendom van de provincie en de eigendom van KBC raadscommissie VI - infrastructuur, waterbeleid en patrimonium - 10 december

5 Verzekeringen, ter hoogte van de uitrit van de parking -1 van de provincie, met de nodige laad- en losruimten, ten voordele van KBC Verzekeringen en haar aangestelden. erfdienstbaarheid van doorgang Gebruik van de toegangsweg naast de spoorlijn en de uitrit ter hoogte van het Provincieplein door alle betrokkenen. Over de modaliteiten (onderhoud, herstelling, bewaking, signalisatie, toegang, enzovoort) van deze erfdienstbaarheden zal zo nodig tussen de provincie, stad Leuven, het Autonoom Gemeentebedrijf van de Stad Leuven en KBC Verzekeringen een afzonderlijke overeenkomst worden gesloten. Voor het geval er in de laatste instantie nog details zouden (moeten) wijzigen, stelt de deputatie voor haar te machtigen deze niet-essentiële wijzigingen in de akte goed te keuren. Voorzitter Ann Schevenels nodigt de commissieleden uit om vragen te stellen. Raadslid Diederik Dunon merkt op dat de tekst van de overeenkomst niet bij de meegedeelde vergaderstukken gevoegd was. Hij dringt erop aan dat de commissieleden ten minste over alle stukken zouden beschikken die bij het provincieraadsvoorstel horen. Ondertussen heeft hij de overeenkomst opgevraagd en daarin al een aantal antwoorden op zijn vragen gekregen. Toch is het hem nog niet duidelijk waarom op de bladzijden 3 en 4 van de overeenkomst verwezen wordt naar EcoWerf, dat geen betrokkene is in deze meerpartijenovereenkomst. Johan Guillemyn bevestigt dat EcoWerf inderdaad niet betrokken is. De vermelding heeft een louter formeel-notarieel karakter. De meerpartijenovereenkomst wordt namens de deputatie ondertekend door gedeputeerde Monique Swinnen. Er wordt naar de akte van 2007 verwezen, omdat daaraan een uittreksel gehecht is waaruit de handtekeningbevoegdheid van Monique Swinnen blijkt. Johan Guillemyn voegt er nog aan toe dat dit document dateert van de vorige legislatuur, en dat er ondertussen een nieuw machtingsbesluit voor de ondertekening genomen werd. Raadslid Diederik Dunon vraagt welke de gevolgen zijn van de geel gemarkeerde wijzigingen op bladzijden 10, 11 en 12 van de overeenkomst. Johan Guillemyn antwoordt dat die van geen enkel belang zijn voor de provincie. Onderaan bladzijde 5 van de overeenkomst is melding gemaakt van de verschillende pijlers van de overeenkomst. De provincie is enkel betrokken partij voor pijler A, en niet voor pijler B. Dit houdt in dat enkel de bepalingen op de bladzijden 6 en 7 van de overeenkomst van belang zijn voor de provincie. Raadslid Diederik Dunon zou ook willen weten wat bedoeld wordt met de modaliteiten, die het voorwerp zouden uitmaken van een afzonderlijke overeenkomst. Waarom kunnen ze niet in deze overeenkomst opgenomen worden? Johan Guillemyn verduidelijkt dat het hier enkel over praktische afspraken gaat. Ook nu bestaan er al praktische afspraken, die permanent geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd worden. Het is niet de bedoeling dat elke kleine wijziging in praktische afspraken het voorwerp moet uitmaken van een provincieraadsdossier. Raadslid Diederik Dunon is van oordeel dat er ondertussen voldoende ervaring is opgedaan met de praktische ervaringen, bijvoorbeeld het informeren van andere betrokkenen als er werken gepland zijn. Johan Guillemyn stelt dat het steeds mogelijk moet blijven op een eenvoudige manier in te gaan op vastgestelde verbetermogelijkheden. Ten slotte vraagt raadslid Diederik Dunon waarom er voorgesteld wordt de deputatie te machtigen om niet-essentiële wijzigingen in de akte goed te keuren. Johan Guillemyn beklemtoont dat het enkel kan gaan over niet-essentiële wijzigingen. Een voorbeeld is de verwijzing naar het dossier EcoWerf voor de handtekeningbevoegdheid: die wordt best vervangen door een verwijzing naar een recent dossier. Het is de bedoeling dat dergelijke nietessentiële wijzigingen door de deputatie kunnen aangebracht worden. raadscommissie VI - infrastructuur, waterbeleid en patrimonium - 10 december

6 Voorzitter Ann Schevenels vraagt of er nog andere opmerkingen of bedenkingen zijn. Omdat dit niet het geval is, vraagt zij of de commissieleden een gunstig advies kunnen geven voor dit voorstel. De raadscommissie geeft een gunstig advies voor het voorstel aan de provincieraad: Goedkeuring van de Meerpartijenovereenkomst van 7 april 2008 in verband met het kantorencomplex 'De Vesten' en machtiging om deze overeenkomst te formaliseren in een authentieke akte. 7. Goedkeuring van de gebruiksovereenkomsten en de bewaargevingsovereenkomsten tussen de provincie Vlaams-Brabant en 'de FOD Binnenlandse Zaken, federale diensten van de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant', alsook met 'de federale diensten van de adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant' Omdat ook dit voorstel uitgewerkt is door de cel vastgoed van de juridische dienst, geeft voorzitter Ann Schevenels opnieuw het woord aan Johan Guillemyn. Johan Guillemyn herinnert eraan dat de provincie Vlaams-Brabant in haar provinciehuis onder andere de volgende partners huisvest : De Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken, federale diensten van de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant. De federale diensten van de adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant. Op 30 september 1997 keurde de provincieraad van Vlaams-Brabant een protocol goed waarbij de federale overheid een subsidie verleende van 280 miljoen Belgische Frank (250 miljoen voor de bouw van het provinciehuis en 30 miljoen voor de inrichting van de raadszaal), afgerond 7 miljoen euro. In ruil daarvoor verleent de provincie huisvesting aan de federale ambtenaren. Op 21 december 2005 werd er een exploitatieovereenkomst ondertekend tussen de provincie Vlaams- Brabant en de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken. Deze overeenkomst regelt het gebruik van de lokalen in het provinciehuis en bijbehorende kosten. Op 21 juni 2012 heeft de deputatie nieuwe principes goedgekeurd met betrekking tot de inhuizing van de externe partners in het provinciehuis, alsook voor de federale diensten van de provinciegouverneur en de adjunct van de gouverneur. De exploitatieovereenkomsten waren immers aan een update toe. De betaling van de vergoedingen verliep moeizaam wegens een ingewikkelde berekeningswijze. Tevens werd er vastgesteld dat de vergoedingen niet alle kosten dekten. Daarom werd er binnen de administratie een nieuwe regeling uitgewerkt, bestaande uit forfaitaire en reële kosten. Omdat volgens de afspraken binnen het protocol van 30 september 1997 de provincie een subsidie ontvangen heeft, is het verantwoord dat de federale overheid een andere behandeling krijgt dan de andere ingehuisde partners. De overeenkomsten zijn van onbepaalde duur, met ingang van 1 januari Overeenkomsten met een duur langer dan negen jaar, moeten ter goedkeuring aan de provincieraad voorgelegd worden. Om te vermijden dat de ontwerpovereenkomst, na een eventuele wijziging door de minister van Binnenlandse Zaken, opnieuw zou moeten voorgelegd worden aan de provincieraad, hebben we ervoor geopteerd deze overeenkomst na goedkeuring door de deputatie, eerst aan de minister te laten voorleggen en dan pas ter goedkeuring aan de provincieraad. Minister van Binnenlandse Zaken, Joëlle Milquet, heeft de overeenkomsten reeds aanvaard en ondertekend. Voorzitter Ann Schevenels nodigt de commissieleden uit om vragen te stellen. Raadslid Johan De Haes had graag vernomen welke kosten forfaitair worden aangerekend, en voor welke posten de reële kosten in rekening gebracht worden. Hij zou ook willen weten of de vermelde raadscommissie VI - infrastructuur, waterbeleid en patrimonium - 10 december

7 bedragen geïndexeerd zijn. Johan Guillemyn verwijst naar de bladzijden 7, 8 en 9 van de gebruiksovereenkomsten. Deze waren niet bij de meegedeelde vergaderstukken gevoegd. Net zoals bij het vorige agendapunt al vermeld werd, moet ervoor gezorgd worden dat de commissieleden ten minste over alle stukken beschikken die bij het provincieraadsvoorstel horen. De bedragen worden inderdaad geïndexeerd. Het artikel geeft de formule waarmee de indexaanpassing berekend wordt. Johan Guillemyn voegt eraan toe dat ook herzieningen mogelijk zijn. De forfaitaire vergoedingen gelden voor de voorzieningen en aantallen die vermeld zijn op de inventaris opgemaakt op mei Indien deze aantallen (bijvoorbeeld de personeelsinzet) gewijzigd worden met meer dan 10 procent, zal de forfaitaire vergoeding in onderling overleg aangepast worden. De forfaitaire vergoeding heeft betrekking op de nutsvoorzieningen, afschrijvingskosten, meubilair, telefonie, werkpost (computer, beeldscherm, toetsenbord, muis, software) en gebruik van de all-in toestellen. De reële kosten zijn de werkelijke belkosten, papierverbruik all-in-toestel, afname kantoormateriaal, post en copy-center. Raadslid Johan De Haes vraagt of er een benadering kan gegeven worden van de reële kosten. Johan Guillemyn heeft die bedragen bij zich. Voor de federale diensten van de provinciegouverneur bedroegen de reële kosten dit jaar ,83 euro, voor de federale diensten van de adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant gaat het in 2013 over 831,66 euro. Als zij het lage bedrag voor de diensten van de adjunct van de gouverneur hoort, vraagt raadslid Sonia Van laere zich af of er nog wel behoefte is aan een adjunct van de gouverneur. Voorzitter Ann Schevenels merkt op dat de diensten van de adjunct van de gouverneur misschien wel zeer spaarzaam zijn. Alleszins is het niet de taak van deze commissie om hierover te debatteren. Raadslid Diederik Dunon vraagt of de overeenkomsten opgesteld zijn door de juridische dienst van de provincie, of door een advocatenkantoor. Johan Guillemyn antwoordt dat dit tot de taken van de juridische dienst van de provincie behoort. Raadslid Diederik Dunon vindt het vreemd dat de overeenkomsten ingaan op 1 januari 2013, met terugwerkende kracht dus. Johan Guillemyn bevestigt dat de voorbereiding veel tijd heeft gevraagd. De vertraging is ten dele te wijten aan de achterstand die de cel vastgoed had opgelopen voor die geïntegreerd werd in de juridische dienst, maar heeft ook te maken met het tijdrovende proces van overleg met de federale diensten en de ondertekening door de minister. Alle partijen waren van oordeel dat het toch wenselijk was de overeenkomsten te laten ingaan op 1 januari In oktober werd reeds een afrekening gemaakt volgens de bepalingen van de nieuwe overeenkomsten. Er is dus in zekere zin al een voorafname gebeurd op de nieuwe overeenkomsten. Raadslid Diederik Dunon vraagt wanneer de documenten werden opgesteld. Johan Guillemyn antwoordt dat die tot stand gekomen zijn in de loop van de jaren 2011, 2012 en Gedurende die tijd was er geregeld overleg met de federale diensten, en werden de ontwerpteksten telkens door beide partijen nagelezen en aangepast, en gecontroleerd door de federale overheid. Raadslid Diederik Dunon vraagt wanneer de teksten werden opgestuurd naar de federale overheid. Johan Guillemyn verduidelijkt dat er sinds 2011 geregeld werkdocumenten werden uitgewisseld en besproken. Raadslid Diederik Dunon vindt het vreemd dat uitdrukkelijk vermeld wordt dat het niet om een huurovereenkomst gaat. Johan Guillemyn herinnert eraan dat huurovereenkomsten geregeld worden door het burgerlijk wetboek, en betrekking hebben op privaatrechtelijke verhoudingen. In dit geval wordt er geen raadscommissie VI - infrastructuur, waterbeleid en patrimonium - 10 december

8 huurgeld aangerekend, maar is er enkel een kostendeling. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met het protocol van 1997, volgens hetwelk de provincie 7 miljoen euro ontvangen heeft voor de bouw van het provinciehuis. Het past dus dat de federale diensten gratis huisvesting krijgen, maar wel participeren in de kosten. De provincie stelt lokalen ter beschikking, maar verhuurt ze niet. Het gaat dus wel degelijk om een gebruiksovereenkomst tussen openbare besturen. Raadslid Diederik Dunon blijft het vreemd vinden dat dit zo uitdrukkelijk vermeld moet worden. Hij merkt ook op dat de huurwetgeving niet omzeild kan worden. Johan Guillemyn verduidelijkt dat enkel de wetgeving met betrekking tot woninghuur, handelshuur en pacht van dwingend recht is. Voorzitter Ann Schevenels bevestigt dit. Johan Guillemyn voegt er nog aan toe dat uit de tekst van de overeenkomsten impliciet reeds blijkt dat het niet over huurovereenkomsten gaat. Door dit ook expliciet te vermelden, is elke twijfel uitgesloten. Raadslid Diederik Dunon vraagt wat er gebeurt als de provincie vergeet voor 31 oktober de aanrekening van de kosten te sturen naar de federale diensten. Voorzitter Ann Schevenels wenst op te merken dat de overeenkomsten goed uitgewerkt zijn, en zij dankt de juridische dienst voor dit gepresteerde werk. Zij voegt eraan toe dat alle partijen hun rechten en plichten moeten nakomen. Wat de provincie betreft, gaat zij ervan uit dat de juridische dienst zal waken over de correcte uitvoering van de overeenkomst. Verder is het de taak van de deputatie en de provincieraad om hierop toe te zien. Raadslid Diederik Dunon vraagt nog hoe het zit met de btw. Johan Guillemyn is van mening dat de provincie hiervoor niet btw-plichtig is. Hij merkt ook op dat de directie financiën hierin ook een rol speelt. De juridische dienst maakt het budgetvoorstel op, met inkomsten en uitgaven. De ontvangsten van de gebruiksovereenkomsten met de federale diensten staan ingeschreven in het budgetvoorstel. De juridische dienst is belast met de opvolging, en maakt jaarlijks een zogeheten invorderingsstaat. De directie financiën controleert die invorderingsstaat en onderzoekt of aan alle verplichtingen, inclusief de btw-regelgeving, voldaan is. Daarna verzendt de directie financiën de facturen. Voorzitter Ann Schevenels sluit de discussie af en vraagt of er nog andere opmerkingen of bedenkingen zijn. Omdat dit niet het geval is, vraagt zij of de commissieleden een gunstig advies kunnen geven voor dit voorstel. De raadscommissie geeft een gunstig advies voor het voorstel aan de provincieraad: Goedkeuring van de gebruiksovereenkomsten en de bewaargevingsovereenkomsten tussen de provincie Vlaams-Brabant en 'de FOD Binnenlandse Zaken, federale diensten van de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant', alsook met 'de federale diensten van de adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant'. 8. Goedkeuring bijzonder bestek 'vervanging nood-en buitendeuren in het provinciehuis' - vaststelling van de wijze van gunnen Voorzitter Ann Schevenels geeft het woord aan Jan Vanluchene van de dienst gebouwen, die een toelichting geeft bij het voorstel aan de provincieraad. Jan Vanluchene legt uit dat dit voorstel betrekking heeft op de buitendeuren op de gelijkvloerse verdieping van het provinciehuis, waarvan de meeste als echte nooddeuren zijn opgevat. Zo zijn er in totaal 19. De bestaande deuren zijn pivoterende deuren, die niet geschikt zijn voor frequent gebruik. Er zijn reeds geregeld herstellingen uitgevoerd, maar zonder bevredigend resultaat: de deuren blijven slepen, sluiten niet meer fatsoenlijk, komen scheef te hangen en klemmen, wat hun functie als nooddeur ernstig in gevaar brengt. raadscommissie VI - infrastructuur, waterbeleid en patrimonium - 10 december

9 De stalen deuren zijn te zwaar voor de gebruikte lichte vloerveren. Anderzijds zijn de grote deurpartijen aan de zonzijdes onderhevig aan grote thermische spanningen met scheef- en kromtrekken als gevolg. Bij sommige deuren zijn bovendien de deurkrukken aangebracht achter de betonnen kolommen, zodat ze moeilijk te openen zijn. Omdat de ervaring geleerd heeft dat aanpassingen en herstellingen geen blijvend fatsoenlijk resultaat hebben, wordt voorgesteld de deurvleugels integraal te vervangen. De huidige pivoterende deuren en omlijstingen kunnen eenvoudig uit de vliesgevel worden losgemaakt en verwijderd. In de openingen worden dan nieuwe stalen deurgehelen gemonteerd met een vast zijpaneel en een normale naar buiten opendraaiende deur op standaard deurscharnieren. Op iedere deur wordt veilig en doeltreffend paniekbeslag voorzien. Sommige deuren worden aan de buitenzijde voorzien van een deurkruk en/of deurtrekker. Om de deuren ten slotte altijd als sluitende deur te laten functioneren worden sommige deuren eveneens van een zware deurpomp voorzien. Alle nieuwe deuren worden van dubbelzijdig veiligheidsglas voorzien met identieke energetische eigenschappen als de bestaande beglazingen. Tenslotte zijn gewone draaideuren beter sluitend dan de bestaande pivoterende deuren, wat de akoestische en thermische dichtingen van het gebouw zullen verhogen. De uitgaven worden geraamd op ongeveer euro per deur, exclusief btw. Voor 19 deuren blijft de raming dan, inclusief btw, net onder het ingeschreven bedrag van euro. Raadslid Johan De Haes vraagt of er sprake is van een constructiefout. Jan Vanluchene antwoordt dat er geen constructiefout gemaakt werd. De deuren waren bedoeld als nooddeuren, en voor die toepassing zijn pivoterende deuren wel geschikt. De ervaring leert echter dat de deuren frequent gebruikt worden als gewone buitendeuren, om toegang te hebben tot de binnentuinen of het terras. Voor dat gebruik zijn de deuren niet ontworpen. Raadslid Diederik Dunon vraagt hoe het ramingsbedrag van euro (exclusief btw) berekend werd. Dat is immers niet gelijk aan de som van euro (raming voor de raadszaal en het auditorium) euro (raming voor Spoor 95) en euro (raming voor de inrichting van de bouwplaats). Jan Vanluchene antwoordt dat er altijd een kleine reserve voorzien wordt voor onvoorziene werken. Voorzitter Ann Schevenels vraagt of er nog andere opmerkingen of bedenkingen zijn. Omdat dit niet het geval is, vraagt zij of de commissieleden een gunstig advies kunnen geven voor dit voorstel. De raadscommissie geeft een gunstig advies voor het voorstel aan de provincieraad: Goedkeuring bijzonder bestek 'vervanging nood-en buitendeuren in het provinciehuis' - vaststelling van de wijze van gunnen. 9. Rondvraag Voorzitter Ann Schevenels deelt mee dat voor 2014 voorlopig volgende vergaderagenda werd opgemaakt: dinsdag 18 februari 2014 om uur te Leuven dinsdag 1 april 2014 om 9.30 uur te Merchtem (plaatsbezoek) dinsdag 3 juni 2014 om uur te Leuven dinsdag 16 september 2014 om 9.30 uur te Leuven dinsdag 4 november 2014 om uur te Leuven Raadslid Linda Van den Eede merkt op dat het voor raadsleden uit het arrondissement Halle- Vilvoorde moeilijk is om tijdig aanwezig te zijn als de commissie om 9.30 uur vergadert. raadscommissie VI - infrastructuur, waterbeleid en patrimonium - 10 december

10 Voor zover dit niet in conflict komt met de agenda van de andere commissies, zal geprobeerd worden om vergaderingen om 9.30 uur te vermijden. 10. Sluiting van de vergadering Voorzitter Ann Schevenels dankt de aanwezige commissieleden voor hun inbreng en sluit de vergadering. Einduur van de vergadering: uur Volgende vergadering: dinsdag 18 februari 2014 om uur te Leuven Bijlagen: Meerpartijenovereenkomst van 7 april 2008 in verband met het kantorencomplex 'De Vesten' Gebruiksovereenkomsten en de bewaargevingsovereenkomsten tussen de provincie Vlaams- Brabant en 'de FOD Binnenlandse Zaken, federale diensten van de provinciegouverneur van Vlaams-Brabant', alsook met 'de federale diensten van de adjunct van de gouverneur van Vlaams-Brabant' Bijzonder bestek 'vervanging nood-en buitendeuren in het provinciehuis' raadscommissie VI - infrastructuur, waterbeleid en patrimonium - 10 december