LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing"

Transcriptie

1 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Handleiding - Dutch - Uitgave 11/11 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA

2 Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten beschermde publicatie van Nordson. Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, vertaling in een andere taal of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nordson Corporation. Nordson behoudt het recht voor om zonder aankondiging wijzigingen aan te brengen. 2011Alle rechten voorbehouden - Vertaling van de originele handleiding - Handelsmerken AccuJet, AeroCharge, Apogee, AquaGuard, Asymtek, Automove, Autotech, Baitgun, Blue Box, Bowtie, CanWorks, Century, CF, CleanSleeve, CleanSpray, Color on Demand, ColorMax, Control Coat, Coolwave, Cross Cut, cscan+, Dispensejet, DispenseMate, DuraBlue, DuraDrum, Durafiber, DuraPail, Dura Screen, Durasystem, Easy Coat, Easymove Plus, Ecodry, Econo Coat, e.dot, EFD, Emerald, Encore, ESP, e stylized, ETI stylized, Excel 2000, Fibrijet, Fillmaster, FlexiCoat, Flexi Spray, Flex O Coat, Flow Sentry, Fluidmove, FoamMelt, FoamMix, Fulfill, GreenUV, HDLV, Heli flow, Helix, Horizon, Hot Shot, icontrol, idry, iflow, Isocoil, Isocore, Iso Flo, itrax, JR, KB30, Kinetix, LEAN CELL, Little Squirt, LogiComm, Magnastatic, March, Maverick, MEG, Meltex, Microcoat, Micromark, Micromedics, MicroSet, Millenium, Mini Squirt, Moist Cure, Mountaingate, MultiScan, Nordson, Optimum, Package of Values, PatternView, PermaFlo, PicoDot, PluraFoam, Porous Coat, PowderGrid, Powderware, Precisecoat, PRIMARC, Printplus, Prism, ProBlue, Prodigy, Pro Flo, ProLink, Pro Meter, Pro Stream, RBX, Rhino, Saturn, Saturn with rings, Scoreguard, SC5, S. design stylized, Seal Sentry, Select Charge, Select Coat, Select Cure, Signature, Slautterback, Smart Coat, Solder Plus, Spectrum, Speed Coat, Spraymelt, Spray Squirt, Super Squirt, SureBead, Sure Clean, Sure Coat, Sure Max, Sure Wrap, Tela Therm, Tracking Plus, TRAK, Trends, Tribomatic, TrueBlue, TrueCoat, Ultra, UniScan, UpTime, u TAH, Vantage, Veritec, VersaBlue, Versa Coat, VersaDrum, VersaPail, Versa Screen, Versa Spray, Walcom, Watermark, When you expect more.. zijn geregistreerde handelsmerken - - van Nordson Corporation. Accubar, Active Nozzle, Advanced Plasma Systems, AeroDeck, AeroWash, AltaBlue, AltaSlot, Alta Spray, AquaCure, Artiste, ATS, Auto Flo, AutoScan, Axiom, Best Choice, BetterBook, Blue Series, Bravura, CanNeck, CanPro, Celero, Chameleon, Champion, Check Mate, ClassicBlue, Classic IX, Clean Coat, Cobalt, ContourCoat, Controlled Fiberization, Control Weave, CPX, cselect, Cyclo Kinetic, DispensLink, DropCure, Dry Cure, DuraBraid, DuraCoat, e.dot+, E Nordson, Easy Clean, EasyOn, EasyPW, Eclipse, Equalizer, Equi=Bead, Exchange Plus, FillEasy, Fill Sentry, Flow Coat, Fluxplus, G Net, G Site, Get Green With Blue, Gluie, Ink Dot, IntelliJet, ion, Iso Flex, itrend, KVLP, Lacquer Cure, Maxima, Mesa, MicroFin, MicroMax, Mikros, MiniBlue, MiniEdge, Minimeter, MonoCure, Multifil, MultiScan, Myritex, Nano, NexJet, OmniScan, OptiMix, OptiStroke, Origin, Partnership+Plus, PatternJet, PatternPro, PCI, Pinnacle, Plasmod, PluraMix, Powder Pilot, Powder Port, Powercure, Process Sentry, Pulse Spray, PURBlue, PURJet, PurTech, Quad Cure, Ready Coat, RediCoat, Royal Blue, Select Series, Sensomatic, Shaftshield, SheetAire, Smart, Smartfil, SolidBlue, Spectral, Spectronic, SpeedKing, Spray Works, Summit, Sure Brand, SureFoam, SureMix, SureSeal, Swirl Coat, TAH, Tempus, ThruWave, TinyCure, Trade Plus, Trlogy, Ultra FoamMix, UltraMax, Ultrasaver, Ultrasmart, Universal, ValueMate, Versa, Viper, Vista, WebCure, YESTECH, 2 Rings (Design) zijn handelsmerken - - van Nordson Corporation. Benamingen en handelsmerken in deze documentatie kunnen merknamen zijn die, bij gebruik door derden voor hun eigen doeleinden, inbreuk kunnen maken op de rechten van de eigenaar. Windows is een gedeponeerd handelsmerk van Microsoft Corporation Nordson Corporation

3 Introduction O 1 Nordson International Country Phone Fax Europe Austria Belgium Czech Republic Denmark Hot Melt Finishing Finland France Germany Erkrath Lüneburg Nordson UV EFD Italy Netherlands Norway Hot Melt Poland Portugal Russia Slovak Republic Spain Sweden Switzerland United Kingdom Hot Melt Industrial Coating Systems Distributors in Eastern & Southern Europe DED, Germany Nordson Corporation All rights reserved NI_EN_P_0612_MX

4 O 2 Introduction Outside Europe / Hors d'europe / Fuera de Europa For your nearest Nordson office outside Europe, contact the Nordson offices below for detailed information. Pour toutes informations sur représentations de Nordson dans votre pays, veuillez contacter l'un de bureaux ci dessous. Para obtener la dirección de la oficina correspondiente, por favor diríjase a unas de las oficinas principales que siguen abajo. Contact Nordson Phone Fax Africa / Middle East DED, Germany Asia / Australia / Latin America Pacific South Division, USA China Japan North America China Japan Canada USA Hot Melt Finishing Nordson UV NI_EN_P_0612_MX 2012Nordson Corporation All rights reserved

5 Inhoudsopgave I Inhoudsopgave Veiligheid... 1 Veiligheidssymbolen... 1 De verantwoordelijkheden van de eigenaar van de apparatuur.. 2 Veiligheidsinformatie... 2 Instructies, eisen en normen... 2 Vereisten voor gebruikers... 3 Geldend veiligheidsbeleid in de industrie... 3 Bedoeld gebruik van de apparatuur... 3 Instructies en veiligheidsmeldingen... 4 Installatiewerkwijze... 4 Bedieningswijzen... 5 Werkwijze bij onderhoud en reparatie... 5 Veiligheidsinformatie bij de apparatuur... 5 Apparatuur uitschakelen... 6 Algemene veiligheidswaarschuwingen en aanwijzingen... 7 Andere veiligheidsvoorzorgen Eerste hulp Waarschuwingsstickers en plaatjes Systeemoverzicht Componenten van hoofdsysteem Aanraakscherm Besturingsmodule Systeemarchitectuur Architectuur van basissysteem Architectuur van uitgebreid systeem Doorsnee systeemopbouw Blokschema Configuraties van besturingsmodule Voorbeelden van bankconfiguratie Bankcombinaties Beschikbare systeemconfiguraties Componenten van besturingsmodule Voedingskaart Voedingskabel voor aanraakscherm Kaart voor systeemverbinding Besturingskaarten Uitgangsconnectoren Procesbesturingskaart Componenten voor patroonbesturing Kenmerken van componenten Aanvullende informatie Hulpprogramma's Instructiebladen voor servicepakketten Online ondersteuning Installatie-instructies voor aanraakscherm Gebruikershandleiding voor aanraakscherm Nordson Corporation

6 II Inhoudsopgave Installatie Besturingsmodule positioneren en monteren De besturingsmodule uitpakken Montagerichtlijnen Gebruikelijke installatievolgorde Installatie van gebruikelijk systeem Montageopties Gebundelde installatie Optie voor verspreide installatie Optie voor hybride installatie Afmetingen van besturingsmodule Monteren van de besturingsmodule Afmetingen van aanraakscherm Monteren van aanraakscherm Kabelaansluitingen Aansluitingen voor systeemvoeding Aansluitingen voor systeemverbinding Connectoren en LED's van I/O bank hoofdbesturing Connectoren en LED's I/O bank patroonbesturing Uitgangsconnectoren Systeem instellen Startmenuscherm Statusbalk Diagnoselog Hulp-pagina's Pagina's voor Systeeminstallatie Installatiemenu Installatiemenu Installatiemenu Systeeminstellingmenu Taken voor systeeminstelling Instellen van encoders Instellen van opslag- en herstelinformatie In-uitgangen van systeem instellen Software/Hardware versies Apparaatnamen toewijzen Naamstijlen Programmeren voor patroonbesturing Installatiehulp voor patroonbesturing Het pistool instellen Kies het aantal lijmsporen Selecteer de trigger Programmeer het patroon Pistoolinstellingen Instellen van drukregeling Instellen van Pistoolspoeling Werken met Jobbestanden Problemen en oplossingen Alarmmeldingen Storingsmeldingen Door gebruiker gegenereerde gebeurtenismeldingen Waarschuwingsmeldingen Nordson Corporation

7 Inhoudsopgave III Onderdelenlijst Hoofdmodules Uitbreidingsmodules Bedrading en accessoires voor datacommunicatie Aanraakscherm Accessoires Applicatorkabels - Elektrische applicators Applicatorkabels - Pneumatische applicators Applicatorkabels - Diversen Encoders Fotocel I/P Transducer Systeemspecificaties... A 1 Gebruikscondities... A 1 Gebruik uitgesloten condities... A 1 Stroomvoorziening... A 1 Werking... A 2 Penbezetting van aansluitingen... A 3 Connectoren systeemverbinding... A 3 Voedingsconnector... A 4 Uitgangsconnector pistoolbesturing... A 5 Verificatie I/O connectoren... A 5 Patroonbesturing I/O connectoren... A 6 Hoofdbesturing I/O connectoren... A 7 Systeeminstellingen... A 9 Minimaal vereiste GTO... A 9 Maximum lijnsnelheid voor kortste lijmspoor of tussenruimte. A 10 Systeem I/O informatie... A 11 Programmeerbare ingangen... A 11 Programmeerbare uitgangen:... A Nordson Corporation

8 IV Inhoudsopgave 2011 Nordson Corporation

9 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 1 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Veiligheid Lees deze dit hoofdstuk door voordat u de apparatuur in gebruik neemt. Dit hoofdstuk bevat aanbevelingen en werkwijzen die van toepassing zijn bij het veilig installeren, bedienen en onderhouden (hierna aangeduid als "gebruik") van het product dat in dit document wordt beschreven (hierna aangeduid als "apparaat"). Aanvullende veiligheidsinformatie, in de vorm van taakspecifieke veiligheidswaarschuwingen, komen waar nodig overal in dit document voor. PAS OP: Als de veiligheidsinformatie en aanbevelingen en risicovermijdende procedures in dit document niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel of schade aan apparatuur en goederen. Veiligheidssymbolen Overal in dit document komt u de volgende attentiesymbolen en signaalwoorden tegen, om de lezer zo te wijzen op persoonlijke veiligheidsrisico s of op omstandigheden die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of goederen. Volg alle veiligheidsinformatie op die achter het signaalwoord is vermeld. PAS OP: Duidt een potentieel gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstig lichamelijk of zelfs dodelijk letsel. LET OP! Duidt een potentieel gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, kan leiden tot gering of beperkt lichamelijk letsel. LET OP! (Vermeld zonder veiligheidssymbool) Duidt een potentieel gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, kan leiden tot schade aan apparatuur of goederen Nordson Corporation

10 2 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing De verantwoordelijkheden van de eigenaar van de apparatuur De eigenaar van de apparatuur is verantwoordelijk voor het beheren van veiligheidsinformatie, te zorgen dat alle instructies en regelgeving voor het gebruik van de apparatuur worden opgevolgd en dat alle potentiële gebruikers voldoende zijn getraind. Veiligheidsinformatie Research en evalueer veiligheidsinformatie uit alle van toepassing zijnde bronnen, zoals het eigen specifieke veiligheidsbeleid van de eigenaar, de beste werkwijzen in de sector, regelgeving door de overheid, de productinformatie van de fabrikant van materialen en dit document. Verstrek veiligheidsinformatie aan de gebruikers van de apparatuur, overeenkomstig de overheidsvoorschriften. Neem contact op met de overheidsinstantie die bevoegdheden heeft t.a.v. industriële informatie. Zorg dat veiligheidsinformatie, ook de waarschuwingslabels die aan de apparatuur zijn bevestigd, steeds duidelijk leesbaar is. Instructies, eisen en normen Zorg dat de apparatuur wordt gebruikt overeenkomstig de informatie in dit document, de regelgeving en voorschriften van de overheid en de hoogste normen in de sector. Vraag als dat van toepassing is om goedkeuring van de afdelingen techniek of veiligheid van uw productiefaciliteit, of van een soortgelijke dienst binnen uw organisatie, voordat u de apparatuur voor de eerste maal installeert of bedient. Stel de geëigende EHBO-hulpmiddelen en noodvoorzieningen ter beschikking. Voer veiligheidsinspecties uit om te garanderen dat de gewenste werkwijzen ook worden opgevolgd. Evalueer de praktische veiligheid en de procedures opnieuw nadat processen of apparatuur wijzigingen hebben ondergaan Nordson Corporation

11 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 3 Vereisten voor gebruikers De eigenaar van apparatuur is ervoor verantwoordelijk te zorgen dat operators: een veiligheidstraining volgen die is afgestemd op hun functie, zoals vereist volgens overheidsvoorschriften en de hoogste normen in de sector vertrouwd zijn met de procedures, het veiligheidsbeleid en de ongevalspreventie van de eigenaar van de apparatuur van een andere, goedopgeleide operator een specifieke training t.a.v. apparatuur en werkuitvoering ontvangen OPMERKING: Nordson kan apparaatspecifieke trainingen verzorgen t.a.v. installatie, bediening en onderhoud. Vraag uw Nordson-vertegenwoordiger om informatie over industrie- en sectorspecifieke kundigheden en ervaring beschikken die zijn afgestemd op de functie fysiek in staat zijn om hun functie uit te oefenen en niet onder invloed verkeren van stoffen die nadelig zijn voor hun mentale of lichamelijk vermogens Geldend veiligheidsbeleid in de industrie De volgende veiligheidspraktijken hebben betrekking op het gebruik van apparatuur zoals in dit document is beschreven. De hier vermelde informatie pretendeert niet alle mogelijke veiligheidspraktijken te beschrijven, maar beschrijft de beste veiligheidspraktijk voor apparatuur met vergelijkbare veiligheidsrisico's in verwante bedrijfstakken. Bedoeld gebruik van de apparatuur Gebruik de apparatuur uitsluitend voor de beschreven doeleinden en binnen de grenzen die in dit document zijn aangegeven. Wijzig de apparatuur niet. Gebruik geen materialen die incompatibel zijn of hulpvoorzieningen die niet zijn goedgekeurd. Neem contact op met uw Nordson vertegenwoordiger als u vragen heeft over materiaalcompatibiliteit of het gebruik van niet-standaard hulpvoorzieningen Nordson Corporation

12 4 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Instructies en veiligheidsmeldingen Lees en volg de instructies op in dit document en in andere documenten waarnaar wordt verwezen. Zorg dat u vertrouwd bent met de locatie en de betekenis van waarschuwingslabels en -plaatjes die aan de apparatuur zijn bevestigd. Zie Waarschuwingslabels en -plaatjes aan het eind van dit hoofdstuk. Als u niet zeker weet hoe u de apparatuur moet gebruiken, neem dan voor bijstand contact op met uw Nordson vertegenwoordiger. Installatiewerkwijze Installeer de apparatuur overeenkomstig de instructies vermeld in dit document en in de documentatie die bij de hulpvoorzieningen is meegeleverd. Controleer of de apparatuur goedgekeurd is voor de specifieke omgeving waar deze wordt ingezet. Deze apparatuur is niet gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de ATEX-richtlijn of als niet-brandgevaarlijk en mag niet worden geïnstalleerd in potentieel explosieve omgevingen. Controleer of de proceseigenschappen van het materiaal geen gevaarlijke omstandigheden zullen creëren. Raadpleeg het materiaalgegevensblad (Material Safety Data Sheet (MSDS)) voor het betreffende materiaal. Als de installatie volgens de gewenste configuratie niet overeenstemt met de installatie-instructies, neem dan voor bijstand contact op met uw Nordson-vertegenwoordiger. Positioneer de apparatuur zodanig dat de werking veilig is. Houd alle vereiste ruimtelijke spelingen aan tussen de apparatuur en andere objecten. Installeer vergrendelbare hoofdschakelaars waarmee de apparatuur en alle onafhankelijk bekrachtigde hulpvoorzieningen kunnen worden afgekoppeld van hun energiebronnen. Zorg dat alle apparatuur correct geaard is. Neem contact op met de toezichthoudende instantie voor utilitaire voorzieningen in uw gebouw over de specifieke vereisten. Controleer bij gezekerde apparatuur of zekeringen van het correcte type en ampèrage zijn aangebracht. Neem contact op met de bevoegde overheidsinstantie om te informeren of voor installatie toestemming of inspecties vereist zijn Nordson Corporation

13 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 5 Bedieningswijzen Zorg dat u vertrouwd bent met de locatie en de bediening van alle veiligheidsvoorzieningen en indicators. Controleer of de apparatuur, dus ook alle veiligheidsvoorzieningen (afdekpanelen, beveiligingen, etc.), goed functioneert en of de werkomgeving aan de vereiste condities voldoet. Gebruik bij elke taak de gespecificeerde voorzieningen voor persoonlijke bescherming (PPE). Raadpleeg de Veiligheidsvoorschriften (Equipment Safety Information) of de instructies van de fabrikant van het materiaal en het MSDS voor de PPE-vereisten. Gebruik geen apparatuur die slecht functioneert of blijk geeft van potentiële defecten. Werkwijze bij onderhoud en reparatie Veiligheidsinformatie bij de apparatuur Zorg dat alleen personen met de juiste opleiding en ervaring de apparatuur bedienen of onderhouden. Voer de periodieke onderhoudswerkzaamheden uit volgens de termijnen die in dit document zijn aangegeven. Laat de hydraulische en pneumatische systeemdruk af voordat u onderhoud uitvoert aan de apparatuur. Maak de apparatuur en alle hulpvoorzieningen energieloos voordat u onderhoud uitvoert. Gebruik alleen nieuwe onderdelen of gereviseerde of vervangingsonderdelen die door Nordson zijn goedgekeurd. Lees de instructies van de fabrikant door en volg deze op. Hetzelfde geldt voor de MSDS die is meegeleverd bij reinigingsmiddelen voor de apparatuur. OPMERKING: Materiaalgegevensbladen voor reinigingsmiddelen (MSDS) die door Nordson worden verkocht zijn verkrijgbaar op of door contact op te nemen met uw Nordson-vertegenwoordiger. Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen correct functioneren voordat u de apparatuur weer in bedrijf stelt. Voer verbruikte reinigingsmiddelen en afvalmateriaal af overeenkomstig de wettelijke regelgeving. Raadpleeg de betreffende MSDS of neem contact op met de bevoegde instanties voor nadere informatie. Zorg dat de waarschuwingslabels op de apparatuur schoon blijven. Vervang versleten of beschadigde stickers. Deze veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing op de volgende types Nordson-apparatuur: aanbrengapparatuur voor smeltlijm en koudlijm en de bijbehorende accessoires patroonbesturingen, timers, detectie- en verificatiesystemen en alle andere optionele procesbesturingsapparatuur 2011 Nordson Corporation

14 6 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Apparatuur uitschakelen Om veel van de procedures die in dit document worden beschreven veilig te kunnen afronden, moet de apparatuur eerst worden uitgeschakeld. Het vereiste uitschakelniveau varieert per gebruikt type apparatuur en de af te ronden procedure. Zo nodig worden aan het begin van de procedure uitschakelinstructies gegeven. De uitschakelniveaus zijn: De hydraulisch systeem drukloos maken Maak het hydraulisch systeem volkomen drukloos alvorens een hydraulische aansluiting of afdichting los te halen. Raadpleeg de producthandleiding bij de smelter voor instructies over het aflaten van de hydraulische systeemdruk. Het systeem spanningsloos maken Isoleer het systeem (smelter, slangen, applicators en hulpapparatuur) van alle energiebronnen voordat u een onbeveiligd hoogspanningscircuit of -aansluitpunt toegankelijk maakt. 1. Zet de apparatuur uit evenals alle hulpvoorzieningen die aan de apparatuur is aangesloten (systeem). 2. Om te voorkomen dat de apparatuur onbedoeld kan worden ingeschakeld, moeten de hoofdschakelaar(s) of stroomonderbreker(s) die elektrische stroom leveren naar de apparatuur en optionele randapparatuur worden vergrendeld en worden voorzien van waarschuwingslabels. OPMERKING: In overheidsvoorschriften en industrienormen zijn specifieke eisen neergelegd waaraan de isolatie van gevaarlijke energiebronnen moet voldoen. Raadpleeg het betreffende voorschrift of de norm. Uitschakelen van de applicators OPMERKING: Lijmapplicators werden in sommige voorgaande publicaties ook aangeduid als "lijmpistolen". Alle elektrische of mechanische voorzieningen die een activeringssignaal zenden naar de applicators, de applicatormagneetklep(pen) of de smelterpomp, moeten worden uitgeschakeld voordat kan worden gewerkt aan of in de buurt van een pistool dat op een onder druk staand systeem is aangesloten. 1. De voorziening die een triggersignaal naar het pistool zendt (patroonbesturing, timer, PLC, etc.) moet worden uitgezet of afgekoppeld. 2. Maak de signaalbedrading naar de applicatormagneetklep(pen) los. 3. Laat de persluchtdruk naar de applicatormagneetklep(pen) af tot nul; blaas vervolgens de luchtdruk af die is achtergebleven tussen de drukregelaar en het pistool Nordson Corporation

15 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 7 Algemene veiligheidswaarschuwingen en aanwijzingen Tabel 1 bevat algemene geldende veiligheidswaarschuwingen en aanwijzingen die van toepassing zijn op Nordson smeltlijm- en koudlijmapparatuur. Bekijk de tabel en lees aandachtig alle waarschuwingen en aanwijzingen die van toepassing zijn op de in deze handleiding beschreven uitrusting. Het type uitrusting wordt in tabel 1 als volgt beschreven: HM = Hot melt = Smeltlijm (smelters, slangen, applicators, enz.) PC = Process control = Procesbesturing CA = Cold adhesive = Koudlijm (afgiftepompen, drukvaten en applicators) Type apparatuur Tab. 1 Algemene veiligheidswaarschuwingen en aanwijzingen PAS OP of LET OP HM PAS OP! Gevaarlijke dampen! Voordat smeltlijm op basis van polyurethaanreactieve (PUR) stoffen of materialen op basis van oplosmiddelen door een compatibele Nordson smelter worden gevoerd, moet eerst de MSDS bij het materiaal worden doorgelezen en opgevolgd. Zorg dat de verwerkingstemperatuur en de vlampunten van het materiaal niet worden overschreden en dat aan alle vereisten voor het veilig hanteren, ventilatie, EHBO en persoonlijke bescherming is voldaan. Lichamelijk of dodelijk letsel kan het gevolg zijn als aan deze MSDS-eisen niet wordt voldaan. HM PAS OP! Reactief materiaal! Gebruik nooit vloeistoffen op basis van gehalogeneerde koolwaterstoffen om aluminium componenten te reinigen of om Nordson apparatuur te spoelen. Nordson smelters en applicators bevatten aluminium componenten die extreem kunnen reageren met gehalogeneerde koolwaterstof. Het gebruik van middelen op basis van gehalogeneerde koolwaterstof in Nordson apparatuur kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. HM, CA PAS OP! Systeem onder druk! Maak het hydraulisch systeem drukloos alvorens een hydraulische aansluiting of afdichting los te halen. Als de vloeistof in het systeem niet drukvrij wordt gemaakt kan smeltlijm op ongecontroleerde wijze vrijkomen, met mogelijk lichamelijk letsel tot gevolg. Vervolg Nordson Corporation

16 8 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Algemene veiligheidswaarschuwingen en aanwijzingen (vervolg) Type apparatuur Tab. 1 Algemene veiligheidswaarschuwingen en aanwijzingen (vervolg) PAS OP of LET OP HM PAS OP! Gesmolten materiaal! Draag een gezichtsmasker of een veiligheidsbril, kleding die alle huid bedekt en hittewerende handschoenen bij onderhoud aan apparatuur die vloeibare smeltlijm bevat. Ook in gestolde toestand kan smeltlijm nog brandwonden veroorzaken. Als geen geschikte voorzieningen voor persoonlijke veiligheid worden gedragen kan dit leiden tot lichamelijk letsel. HM, PC PAS OP! Apparatuur start automatisch! Extern gemonteerde triggerapparatuur is in gebruik om de werking van automatische smeltlijmapplicators te regelen. Alvorens aan of nabij een functionerende applicator te werken moet het triggerapparaat van de applicator zijn uitgeschakeld en de luchttoevoer naar de applicatormagneetklep(pen) zijn afgekoppeld. Mogelijk ontstaat lichamelijk letsel als de triggervoorziening van de applicator niet is uitgeschakeld en de luchttoevoer naar de magneetklep(pen) niet is afgekoppeld. HM, CA, PC PAS OP! Elektrocutiegevaar! Ook nadat de apparatuur is uitgeschakeld en elektrisch is geïsoleerd via de hoofdschakelaar of de stroomonderbreker kan de apparatuur nog zijn aangesloten op bekrachtigde hulpvoorzieningen. Schakel de bekrachtiging van alle hulpvoorzieningen uit en isoleer deze elektrisch voordat u onderhoud uitvoert. Als u de elektrische voeding naar hulpvoorzieningen niet correct isoleert voordat u onderhoud aan de apparatuur uitvoert, kan lichamelijk of dodelijk letsel hiervan het gevolg zijn. HM, CA, PC PAS OP! Brand of explosiegevaar! De lijmapparatuur van Nordson is niet geschikt voor gebruik onder explosieve condities en is niet gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de ATEX-richtlijn of als niet-brandgevaarlijk. Bovendien moet deze apparatuur niet worden gebruikt met lijmen op basis van oplosmiddelen die bij verwerking een explosiegevaarlijke atmosfeer kunnen creëren. Raadpleeg de MSDS voor de betreffende lijm om na te gaan wat de proceseigenschappen en de beperkingen zijn. Het gebruik van lijmen op basis van incompatibele oplosmiddelen of een verkeerde verwerking van zulke lijmen kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel Nordson Corporation

17 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 9 Type apparatuur PAS OP of LET OP HM, CA, PC PAS OP! Zorg dat alleen personen met de juiste opleiding en ervaring de apparatuur bedienen of onderhouden. De inzet van niet opgeleid of onervaren personeel kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel aan zichzelf of anderen en tot schade aan de apparatuur. HM LET OP! Heet oppervlak! Vermijd aanraking van hete metalen vlakken van de applicator, slangen en sommige componenten van de smelter. Als aanraking toch onvermijdelijk is, draag dan hittewerende handschoenen en kleding terwijl u rondom verhitte apparatuur werkzaamheden verricht. Lichamelijk letsel is mogelijk als u aanraking van hete metalen oppervlakken niet vermijdt. HM LET OP! Sommige Nordson smelters zijn specifiek ontworpen voor de verwerking van reactieve polyurethaan (PUR) smeltlijm. Als PUR wordt verwerkt in apparatuur die niet specifiek voor dit doel is bestemd, kan deze apparatuur worden beschadigd en kan de smeltlijm voortijdige reacties aangaan. Als u niet zeker weet of de apparatuur inderdaad PUR kan verwerken, neem dan voor informatie contact op met uw Nordson-vertegenwoordiger. HM, CA LET OP! Lees voordat u reinigings- of spoelmiddelen aan of bij de apparatuur gebruikt eerst de instructies van de fabrikant en volg deze op, en lees ook de MSDS die met het middel is meegeleverd. Sommige reinigingsmiddelen kunnen op onvoorspelbare wijze reageren met smeltlijm of koudlijm, waardoor schade aan de apparatuur kan ontstaan. HM LET OP! Nordson smeltlijmapparatuur is af fabriek getest met Nordson Type R vloeistof dat polyester adipate weekmakers bevat. Bepaalde smeltlijmmaterialen kunnen reageren met Type R vloeistof en dan een gestolde hars vormen die verstoppingen in de apparatuur kan veroorzaken. Controleer voordat u de apparatuur gebruikt of de smeltlijm compatibel is met Type R vloeistof Nordson Corporation

18 10 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Andere veiligheidsvoorzorgen Gebruik geen open vuur om componenten in smeltlijmsystemen te verhitten. Controleer hogedrukslangen dagelijks op tekenen van verregaande slijtage, beschadigingen of lekkage. Richt nooit een lijmpistool op uzelf of op anderen. Hang handlijmpistolen op aan het daartoe bestemde hangpunt aan het pistool. Eerste hulp Als gesmolten smeltlijm in aanraking komt met uw huid: 1. Probeer NOOIT de gesmolten smeltlijm van uw huid te verwijderen. 2. Dompel de betreffende plek direct onder in schoon en koud water, totdat de smeltlijm is afgekoeld. 3. Probeer NOOIT om de gestolde smeltlijm van uw huid te verwijderen. 4. Zorg bij ernstige brandwonden voor een behandeling tegen shock. 5. Roep direct deskundige medische bijstand in. Overhandig de MSDS voor de smeltlijm aan het medisch personeel dat de behandeling verzorgt Nordson Corporation

19 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 11 Waarschuwingsstickers en plaatjes Afbeelding 1 laat zien waar waarschuwingsstickers op de apparatuur zijn bevestigd. Tabel 2 geeft een illustratie van de gevaaridentificatiesymbolen die voorkomen op elk van de waarschuwingsstickers en -plaatjes, de betekenis van het symbool of de exacte bewoording van de waarschuwing. Afb Locatie van waarschuwingslabels 1. Voedingspaneel 2. Connector besturinguitgang Tab. 2 Waarschuwingslabel Item Onderdeel Beschrijving 1. n.v.t. PAS OP: Gevaar voor elektrische schokken. Onoplettendheid kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel of schade aan apparatuur Nordson Corporation

20 12 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Systeemoverzicht Het LogiComm-besturingssysteem is een geïntegreerde systeemoplossing. Het besturingssysteem is extra flexibel doordat het een aantal verschillende functionaliteiten bevat die op zichzelf of in uiteenlopende combinaties kunnen worden gebruikt. Deze functionaliteiten zijn o.a.: Patroonbesturing Productverificatie Combinatiesysteem (ook aangeduid als combi) dat zowel de functionaliteit voor patroonbesturing als productverificatie bevat Deze handleiding beschrijft de installatie, instelling en bediening van het besturingssysteem met functionaliteit voor patroonbesturing. Het besturingssysteem met patroonbesturingfunctionaliteit produceert de signalen die nodig zijn om op de productielijn accuraat lijm aan te brengen. Het systeem leest de positie van de productielijn uit via de encoder en detecteert de producten die met de productielijn meekomen via een trigger (fotosensor). Vervolgens worden de applicators geactiveerd die lijm volgens het geprogrammeerde patroon afgeven Nordson Corporation

21 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 13 Componenten van hoofdsysteem Het patroonbesturingssysteem bestaat in hoofdzaak uit een besturingsmodule en een bedieningspaneel met een aanraakscherm. 1 2 Afb. 1 Een enkele besturingsmodule verbonden aan een enkel aanraakscherm (combi-module getoond). 1. Besturingsmodule 2. Aanraakscherm 2011 Nordson Corporation

22 14 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Aanraakscherm Het aanraakscherm is een PC die draait op een Windows CE platform. Deze dient als interface voor het instellen en controleren van de werking van het besturingssysteem. Alle real time functies, zoals patroonbesturing en productverificatie, worden uitgevoerd door de besturingsmodule en via het aanraakscherm Afb. 2 Elementen van het aanraakscherm 1. VGA 7. LPT 2. COM (RS 232) 8. Audio 3. COM (RS 232/422/485) 9. PCMCIA 4. PS/2 10. Sleuf voor CompactFlash-kaart 5. USB 11. Hoofdschakelaar 6. LAN (10/100/1000) 12. Luidspreker 2011 Nordson Corporation

23 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 15 Besturingsmodule De besturingsmodule vormt het hart van het systeem, waar de real time systeemprocessen plaatsvinden. De module werkt in combinatie met het aanraakscherm voor instelling en bewaking van het systeem. Een besturingsmodule voor patroonbesturing 9 is geconfigureerd met specifieke componenten voor patroonbesturing. Raadpleeg voor configuratiedetails Configuraties van besturingsmodule hierna. De besturingsmodules zijn op de fabriek geconfigureerd op basis van de klantspecificaties Afb. 3 Besturingsmodule (combi-module getoond) 1. In- en uitgangen van hoofdbesturing 3. I/O bank B (I/O bank) 2. I/O bank A 2011 Nordson Corporation

24 16 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Systeemarchitectuur Het besturingssysteem kan bestaan uit één of meerdere besturingsmodules en aanraakschermen. Architectuur van basissysteem Een basissysteem bestaat uit een enkel aanraakscherm dat via een cross over ethernetkabel rechtstreeks is verbonden met één besturingsmodule Afb. 4 Opbouw van basissysteem 1. Aanraakscherm 2. Cross over ethernetkabel 3. Besturingsmodule 4. Voedingskabel naar aanraakscherm 2011 Nordson Corporation

25 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 17 Architectuur van uitgebreid systeem Een uitgebreid systeem kan bestaan uit maximaal acht (8) besturingsmodules met maximaal drie (3) aanraakschermen. In een uitgebreid systeem verloopt de communicatie via de aansluiting voor het ethernet-netwerk aan de uitbreidingsbanken. Meerdere besturingsmodules zijn aangesloten via standaard of cross-over ethernetkabels en een aansluiting voor systeemverbinding. Dit maakt real time verwerking mogelijk voor signalen van encoders, triggers en de uitwerpfunctie. De hoofdbesturingsmodule volgt de programma's voor het gehele systeem en werkt de uitbreidingsmodules bij met de correcte instellingen voor elke specifieke besturingsmodule. De hoofdbesturingsmodule beheert ook het volgen en uitwerpen van slechte producten en daarom moet de hoofdbesturingsmodule minstens één I/O bank voor verificatie hebben indien voor het systeem productverificatie vereist is Afb Opbouw van uitgebreid systeem A. Hoofdbesturingsmodule (één per systeem) B. Uitbreidingsmodules (maximaal zeven [7]) C. Meerdere aanraakschermen (maximaal drie [3]) 1. Ethernetkabel 2. Kabel voor systeemverbinding 3. Voedingskabel aanraakscherm 2011 Nordson Corporation

26 18 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Doorsnee systeemopbouw Zie afbeelding 6 voor een doorsnee besturingssysteem met bijbehorende componenten aan een vouw- en lijmmachine voor kartonnen dozen Afb Componenten aan een dozenvouw- en lijmmachine 1. Opvangmand 2. Uitwerper 3. Duwer 4. Waarschuwingslampje 5. Trigger 6. Cellofaandetector 7. Dubbelveldetector 8. Toevoersensor 9. Streepjescodescanner 10. Sensor 11. Aanraakscherm 12. Besturingsmodule 13. Dozenvouw- en lijmmachine 2011 Nordson Corporation

27 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 19 Blokschema De systeemarchitectuur van het LogiComm-besturingssysteem is in functioneel opzicht onderverdeeld in een aantal belangrijke bouwstenen. Door dit modulaire ontwerp van het systeem kunnen meerdere besturingsplatforms worden gecreëerd, door gebruik te maken van uiteenlopende combinaties van de volgende hoofdbestanddelen: Besturingsmodule Aanraakscherm Procesbesturing Voeding Universele pistoolbesturing (UGD) en 24 VDC laagspanningdriver (LVD) I/O banken Aanraakscherm Gebruikersinterface Besturingsmodule Patroonbesturing Versneller FPGA-kaarten Ingang/uitgangbanken Stroomvoorziening Pistoolbesturingen of Machinebesturingbanken Uitgangsconnectorbanken Afb. 7 Blokschema van systeem 2011 Nordson Corporation

28 20 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Configuraties van besturingsmodule De besturingsmodule is uitgerust met drie verwisselbare kaarten, dit concept staat bekend als het bankensysteem. In het bankensysteem moeten de verschillende I/O banken worden geïnstalleerd in bijpassende sets. Zie onder Bankcombinaties in dit hoofdstuk. De banksleuven hebben een aanduiding aan de binnenkant, aan de linkerzijde van het besturingsmodulepaneel: M = hoofdbesturing I/O bank A = I/O bank A B = I/O bank B De I/O banken zorgen voor scheiding en buffering van de signalen die worden uitgewisseld met de besturingsmodule. Afhankelijk van de toepassingsvereisten kunnen de I/O banken in uiteenlopende combinaties worden gebruikt voor configuratie van het besturingssysteem voor patroonbesturing, productverificatie of combi. Zie de volgende tabel: Tab. 3 Combinaties van I/O banken voor specifieke besturingsmoduleconfiguraties Voor de volgende systeemfunctionaliteit: Patroonbesturing Verificatie Combinatie Systeem met meerdere modules Gebruik de I/O banken in de volgende combinaties: Eén hoofdbesturing I/O bank, maximaal twee I/O banken voor patroonbesturing en pistoolbesturingsopties. Eén hoofdbesturing I/O bank en maximaal twee I/O banken voor verificatie. Eén hoofdbesturing I/O bank, één patroonbesturing I/O bank, één verificatie I/O bank, en pistooluitgangen en/of uitgangen voor machinebesturing. Eén hoofdbesturingsmodule en maximaal zeven (7) uitbreidingsmodules. OPMERKING: Upgradesets zijn leverbaar voor een hernieuwde configuratie van de besturingsmodules. Zie het hoofdstuk Onderdelen voor de betreffende onderdeelnummers Nordson Corporation

29 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 21 Voorbeelden van bankconfiguratie De volgende afbeeldingen geven voorbeelden van mogelijke configuraties met besturingsmodules. 1. Bankenconfiguratie in een hoofdbesturingsmodule Afb. 8 Combi-module 1. Hoofdbesturing I/O bank (of M) 2. I/O bank A (patroonbesturing getoond) 3. I/O bank B (productverificatie getoond) 2. Bankenconfiguratie in een uitbreidingsmodule Afb. 9 Uitbreidingsmodule 1. Bank voor ethernetuitbreiding 2. I/O bank A (patroonbesturing getoond) 3. I/O bank B (patroonbesturing getoond) 2011 Nordson Corporation

30 22 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Bankcombinaties De banken moeten in bijpassende sets worden geïnstalleerd om de volledige systeemfunctionaliteit te hebben: I/O bank A moet overeenstemmen met versneller FPGA-kaart A, besturingskaart A en uitgangsconnector A. en I/O bank B moet overeenstemmen met versneller FPGA-kaart B, besturingskaart B en uitgangsconnector B. 1 2 A A B B 3 4 A B A B Afb. 10 Configuratie van I/O banken in besturingsmodule 1. I/O banken A en B: A: Patroonbesturing B: Patroonbesturing 2. Versneller FPGA-kaarten: A: Patroonbesturing B: Patroonbesturing 3. Besturingskaarten: A: Universele pistoolbesturing B: Laagspanningsdriver 4. Uitgangsconnectoren: A: Uitgangsconnector in bank A B: Uitgangsconnector in bank B 2011 Nordson Corporation

31 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 23 Beschikbare systeemconfiguraties 2011 Nordson Corporation

32 24 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Componenten van besturingsmodule De specifieke componenten geïnstalleerd in de deur en de grondplaat van de besturingsmodule maken het verwerkingsproces voor patroonbesturing mogelijk Afb Componenten van besturingsmodule Voedingskaart 2. Voedingskaart voor aanraakscherm 3. Besturingskaarten 4. Voedingspaneel 5. Uitgangsconnectoren 6. Versneller FPGA-kaart B 7. Versneller FPGA-kaart A 8. Procesbesturingskaart 9. Kaart voor systeemverbinding 10. I/O bank B 11. I/O bank A 12. Hoofdbesturing I/O bank 2011 Nordson Corporation

33 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 25 Voedingskaart De voedingskaart bevat meerdere laagspanningsvoedingen en de logische circuits die vereist zijn voor signaaluitwisseling met de pistoolbesturingen, die meestal zijn geplaatst in een grote FPGA-voorziening (field programmable gate array) Afb. 12 Componenten van voedingskaart 1. Voedingskaart voor aanraakscherm 2. Voedingskabel voor procesbesturing 3. Zekeringen Netspanningaansluitblok 5. LED's van besturingen 6. Besturing (geïnstalleerde besturing) 4 7. Lintkabel voor voeding 8. Voedingskabel paneel 2011 Nordson Corporation

34 26 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Voedingskabel voor aanraakscherm Deze insteekkaart levert 24 VDC naar het aanraakscherm. Deze kaart kan ook worden gebruikt voor voeding naar een externe ethernet-schakelaar Afb. 13 Componenten op voedingskaart voor aanraakscherm 1. Bevestigingsschroeven 2. 8 polig connectorblok VDC-uitgangsconnector 4. Statuslampjes 2011 Nordson Corporation

35 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Kaart voor systeemverbinding De systeemverbindingskaart zendt de snelle systeemsignalen vanaf de hoofdbesturingsmodule door naar de uitbreidingsmodules. Door hun real time karakter kunnen deze signalen niet via het netwerk worden gezonden. De signalen voor systeemverbinding omvatten: Maximaal 8 globale triggers Twee encoders Uitwerper Afb. 14 Kaart voor systeemverbinding 1. Ethernetaansluiting 2. Display voor besturingsmodulenummer 3. Connectoren voor systeemverbinding (in en uitgang) De systeemverbindingskaart genereert automatisch het besturingsmodulenummer, gebaseerd op de aansluitvolgorde. Besturingsmodule nummer 1 is altijd de hoofdbesturingsmodule. Uitbreidingsmodules hebben de nummers 2 t/m 8, in de aansluitvolgorde via de doorgeluste kabels voor systeemverbinding. Afb. 15 Systeemverbindingskaarten aangesloten via doorgeluste kabels voor systeemverbinding 1. Display voor besturingsmodulenummer Netwerk voor systeemcommunicatie Het besturingssysteem maakt gebruik van een ethernet-communicatienetwerk tussen het/de aanraakscherm(-en) en de besturingsmodule(s). Als het systeem ook uitbreidingsmodules heeft, kunnen de vereisten voor ethernet-bedrading verschillen. Raadpleeg de afbeeldingen 4 en 5 onder Systeemarchitectuur. Standaard maakt het besturingssysteem gebruik van CAT5-type ethernetkabels. Bij systemen met een enkele module is het gebruik van een cross over type ethernetkabel vereist. In multi module systemen die de ingebouwde ethernetbank van de uitbreidingsmodule(s) gebruiken, kunnen standaard of cross-over type kabels worden gebruikt Nordson Corporation

36 28 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Netwerk voor systeemcommunicatie (vervolg) Elk aanraakscherm in een systeem met meerdere aanraakschermen werkt onafhankelijk van de andere aanraakschermen. Ethernetuitbreiding I/O bank Het ethernet-netwerk gebruikt twee communicatiemethoden: UDP (User Datagram Protocol) voor snelle, real time transmissie van controlegegevens in één richting: Producttellers Productielijnsnelheid Klok Statuslampjes TCP (Transmission Control Protocol) voor de langzamere verzending van kritische informatie en systeeminstellingen in twee richtingen: Instellingen voor patroonbesturing Verificatie-instellingen Systeeminstellingen 1 3 Afb Bank voor ethernetuitbreiding 1. Aansluitingen voor ethernet-netwerk en LED's 2. LED's voor systeemstatus 3. Seriële poort 2011 Nordson Corporation

37 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 29 Besturingskaarten De voedingskaart kan zijn voorzien van twee besturingskaarten. De volgende twee besturingskaarten zijn leverbaar bij het besturingssysteem. Universele pistoolbesturing De configuratie met universele pistoolbesturing bestaat uit een universele pistoolbesturingskaart en een standaard uitgangsconnectorpaneel. Deze configuratie wordt gehanteerd wanneer kleppen rechtstreeks vanaf het systeem worden aangestuurd. De universele pistoolbesturing voorziet in optimale kleppenwerking en zorgt dat het systeem op maximale snelheid kan presteren. Het pistooltype voor elke uitgang wordt geselecteerd via het aanraakscherm, of het golfvormsignaal wordt handmatig geprogrammeerd. Dit betreft een niet-gescheiden, hoogspanning en stroomsterkte-gestuurde uitgang die alleen mag worden aangesloten op een deugdelijk geaard apparaat b 3 a c Afb. 17 Universele pistoolbesturingskaart 1. Insteekbussen 2. Hoge spanning-symbool 3. Uitgang pistoolbesturing 4. LED's voor diagnose 5. Golfvorm uitgang a) Patroonsignaal b) Uitgestuurde stroomsterkte c) Tijd 2011 Nordson Corporation

38 30 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Laagspanningsdriver De 24 VDC-laagspanning besturingskaart is gelijkwaardig aan de universele pistoolbesturing. Het enige verschil is dat de uitganggolfvorm een geschakeld 24 VDC-signaal is in plaats van een stroomsterktegestuurd golfvormsignaal met hoogspanningspieken b 3 a c Afb VDC pistoolbesturingskaart 1. Insteekbussen 2. Uitgangsconnector voor besturingslogica 3. Pistoolconnector 4. LED's voor besturingsuitgangen 5. LED's voor diagnose 6. Doorgeluste voedingskabel 7. Golfvorm 24 VDC-uitgangssignaal a) Patroonsignaal b) Uitgestuurde spanning c) Tijd 2011 Nordson Corporation

39 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 31 Uitgangsconnectoren De uitgangsconnectoren worden verschillend geconfigureerd, afhankelijk van de configuratie van de besturingsmodule. Elke patroonbesturingsmodule kan worden geconfigureerd voor ofwel 4 of 8 pistoolkanalen. Voor elk drivertype (UGD of LVD) zijn de uitgangsconnectoren identiek. De uitgangsconnectoren zijn ook identiek voor de hoofdbesturingsmodule en de uitbreidingsmodules. 1 2 Afb. 19 Uitgangsconnectoren gebruikt in een patroonbesturingssysteem 1. Acht uitgaande kanalen 2. Vier uitgaande kanalen 2011 Nordson Corporation

40 32 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Procesbesturingskaart De procesbesturingskaart bevat de microprocessor die alle real-time signaalverwerking aanstuurt die het systeem uitvoert Afb. 20 Componenten van procesbesturingskaart 1. Aansluitsleuf voor I/O bank 2. Lintkabel voor systeemverbinding 3. Voedingskabel 4. Lintkabel voor voeding 5. Anybus-aansluitsleuf 6. CompactFlash-kaart 7. Ethernetpoort 8. LED's voor diagnose 5 9. Versnellerkaart sleuf B 10. Versnellerkaart sleuf A 2011 Nordson Corporation

41 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 33 Componenten van procesbesturingskaart Afb. 21 Componenten van procesbesturingskaart 1. FPGA-kaart patroonbesturing 3. Versneller FPGA-kaart B voor I/O 2. Procesbesturingskaart bank B 4. Versneller FPGA-kaart A voor I/O bank A 2011 Nordson Corporation

42 34 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Componenten voor patroonbesturing Behalve uit de besturingsmodule en het aanraakscherm bestaat het systeem voor patroonbesturing verder nog uit de volgende componenten: OR (OF) a Afb. 22 Hoofdcomponenten van patroonbesturingssysteem b 1. Encoder (4) aan hoofdbesturing I/O bank 2. Triggeraansluitingen aan I/O banken A en B 3. Applicators: a) Elektrisch (e.dot+ hier getoond) of b) Pneumatisch (Blue Series hier getoond) 2011 Nordson Corporation

43 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 35 Kenmerken van componenten Zie afbeelding 22. Trigger Per besturingsmodule kunnen maximaal acht (8) toewijsbare triggers worden aangesloten. Elke willekeurige trigger kan worden toegewezen aan elk pistool. Een enkele trigger kan worden toegewezen aan meerdere pistolen. Een globale hoofdtrigger is beschikbaar op de aangesloten besturingsmodules. Maximaal acht (8) triggersignalen kunnen vanaf de hoofdbesturingsmodule naar de uitbreidingsmodules worden gezonden via de aansluitingen voor systeemverbinding. Triggermaskering voorkomt foutieve triggerwerking. Productlengte wordt in real time gemeten en weergegeven op het scherm (visuele patroonprogrammering). Alle ingangtriggers zijn van het PNP/NPN type en zijn compatibel met alle algemeen gebruikte en standaard fotocellen voor industriële toepassingen. Diagnosefuncties voor Lengte te groot, Lengte te kort en Geblokkeerde fotocel. Uitgang drukregeling Aansluiting aan een 0-10 V of 4-20 ma druktransducer. Ingang extern spoelen Extern spoelen is mogelijk met de standaard bedrade afstandsbediening met acht ingangen of met een draadloze afstandsbediening met vier kanalen. Zie voor gedetailleerde installatie-instructies onder Spoelingset voor draadloze afstandsbediening Set - 8-kanalen, beschikbaar op Encoder Ondersteunt twee encoders (toewijsbaar per kanaal) voor multi speed machines. Er zijn twee typen encoders leverbaar voor het systeem: kwadratuurencoders (RS422) éénfase-encoders (NPN) 2011 Nordson Corporation

44 36 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Kenmerken van componenten (vervolg) Zie afbeelding 22. Pneumatische of elektrische applicators Ondersteunen vier of acht uitgangskanalen. De uitgangsconnectoren kunnen vrijwel elke applicator aansturen: Pneumatisch, elektrisch, smeltlijm of vloeibare lijm Universele pistoolbesturing Uiteenlopende typen pistolen kunnen op verschillende kanalen worden gebruikt Meerdere elektromagnetische wikkelingen kunnen op één kanaal worden gebruikt 24 VDC laagspanningsdriver aanwezig Pistoolparameters worden automatisch bij de selectie van pistolen ingesteld Nordson Corporation

45 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 37 Aanvullende informatie De volgende aanvullende hulpmiddelen geven informatie voor het optimaal gebruik van uw systeemcomponenten. Hulpprogramma's Hulp op beeldschermniveau is geïntegreerd in de gebruikersinterface van het aanraakscherm. Instructiebladen voor servicepakketten Er zijn een aantal instructiebladen voor componentspecifieke servicepakketten die installatie-informatie geven. Online ondersteuning Ga naar voor het downloaden van updates en ondersteunende software. Installatie-instructies voor aanraakscherm De installatie-instructies voor het aanraakscherm bevatten basisinformatie over installatie en onderdelen. Gebruikershandleiding voor aanraakscherm De gebruikershandleiding voor het aanraakscherm beschrijft algemene taken voor het aanmaken van besturingspatronen, lijmspoorverificatie en het instellen van de drukregeling Nordson Corporation

46 38 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Deze bladzijde is bewust leeg gehouden Nordson Corporation

47 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 39 Installatie PAS OP! Zorg dat alleen personen met de juiste opleiding en ervaring de apparatuur bedienen of onderhouden. De inzet van niet-opgeleide of onervaren personen kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel aan zichzelf of anderen en tot schade aan de apparatuur. Besturingsmodule positioneren en monteren Voor de configuratie van de apparatuur en de productielijn moeten de montageopties in dit hoofdstuk soms worden aangepast. Zie in elk geval onder Montagerichtlijnenongeacht de toegepaste montagewerkwijze. De besturingsmodule uitpakken 1. Pak de besturingsmodule voorzichtig uit. Neem voorzorgen in acht om schade aan de apparatuur tijdens uitpakken te voorkomen. 2. Controleer op transportschade. Meld eventuele beschadigingen aan uw contactpersoon bij Nordson. Montagerichtlijnen Plaats de besturingsmodule zo dicht mogelijk bij de productielijn of de hoofdmachine. Monteer de besturingsmodule verticaal aan de muur of montagesteun, zodat hij maximaal wordt gekoeld door convectiestroming langs de koelribben. Zorg voor een montagepositie die voldoende vrije ruimte laat aan de zijkanten, het grondvlak en de achterzijde van de besturingsmodule, zodat de stekkers gemakkelijk toegankelijk zijn. OPMERKING: Voor een onbelemmerde luchtstroming wordt een minimum speling aan de boven- en onderzijde van de besturingsmodule aanbevolen van 50 mm (1.96 in.). Monteer de besturingsmodule aan een stevige steun (zoals de muur of een montagesteun) om externe vibratie te voorkomen Nordson Corporation

48 40 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Gebruikelijke installatievolgorde Hanteer deze volgorde voor het installeren van de verschillende componenten die deel uitmaken van het besturingssysteem: 1. Besturingsmodules. 2. Aanraakscherm. 3. Lichtzuil (optie). 4. Encoder(s). 5. Monteer de pistolen en de bijbehorende fotocellen. 6. Sluit aan op de moedermachine. OPMERKING: De termen pistool en applicato worden in dit hoofdstuk willekeurig gebruikt en betekenen hetzelfde Nordson Corporation

49 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 41 Installatie van gebruikelijk systeem Afb Lichtzuil 2. I/O relais 3. Aanraakscherm Een geïnstalleerd systeem voor patroonbesturing 4. Extern spoelen 5. Druktransducer 6. Elektrische applicator 7. Trigger 8. Encoder 2011 Nordson Corporation

50 42 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Montageopties Er zijn diverse montageopties verkrijgbaar voor het besturingssysteem. Gebundelde installatie In een gebundelde installatie zijn alle componenten bij elkaar gemonteerd, op een verrijdbaar onderstel of in een besturingskast met IP-classificatie. B Afb. 24 A Gebundelde installatie A. Lijmsysteemconsole (ASC) voor modulaire systeemconfiguratie B. Kast met IP54-classificatie 2011 Nordson Corporation

51 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 43 Optie voor verspreide installatie In een verspreide installatie zijn alle componenten nabij de hoofdmachine of de productielijn gemonteerd om de toegankelijkheid voor de gebruiker te vergemakkelijken. Afb. 25 Optie voor verspreide installatie Optie voor hybride installatie Hybride installatie wordt gebruikt om het opstellen van een OEM-machine te vergemakkelijken. Afb. 26 Hybride installatie 2011 Nordson Corporation

52 44 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Afmetingen van besturingsmodule Hanteer de volgende afmetingen om de besturingsmodule te monteren. 163 mm (6.42 in.) 362 mm (12.87 in.) 290,57 mm (11.44 in.) 4 x 9.65 mm (0.38 in.) 310,64 mm (12.23 in.) 281,17 mm (11.07 in.) Afb. 27 Afmetingen van besturingsmodule 2011 Nordson Corporation

53 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 45 Monteren van de besturingsmodule 1. Boor vier gaten in de muur of de steun. Voor de afmetingen zie afbeelding Steek twee schroeven in de onderste montagegaten. Zet de schroeven voldoende vast om het gewicht van de besturingsmodule te kunnen dragen. 3. Plaats de besturingsmodule zo dat de montagesleuven aan de module stevig op de twee onderste schroeven rusten Afb. 28 Monteren van de besturingsmodule 1. Inbusschroeven 3. Montagesleuven 2. Montagegaten 4. Draai de bovenste schroeven door de montagegaten aan de besturingsmodule en in de bovenste gaten. 5. Zet alle vier schroeven stevig vast. 6. Ga naar Afmetingen van aanraakscherm Nordson Corporation

54 46 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Afmetingen van aanraakscherm Hanteer de volgende afmetingen om het aanraakscherm te plaatsen of te monteren. 383 mm (15.08 in.) 307 mm (12.09 in.) 64,5 mm (2.54 in.) 4,5 mm (0.17 in.) 373 mm (14.6 in.) 230, mm (11.69 in.) Afb. 29 Afmetingen van aanraakscherm Monteren van aanraakscherm 1. Breng het aanraakscherm in de positie waarin het gemakkelijk toegankelijk is voor de operator. 2. Op de montagelocatie moet er voldoende vrije ruimte zijn rondom de zijkanten en nabij de connector. 3. Monteer het aanraakschermpaneel volgens de instructies meegeleverd met de wandmontagesteunset (P/N ) of de desktopmontageset (P/N ). OPMERKING: Gebruik de standaard industriële VESA (Video Electronics Standards Association) montagesteun. 4. Ga naar Kabelaansluitingen Nordson Corporation

55 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 47 Kabelaansluitingen Alle aansluitingen aan de besturingsmodule worden extern gemaakt met de snelkoppelconnectoren. Zie het hoofdstuk Onderdelen voor een lijst van aanbevolen kabels. Aansluitingen voor systeemvoeding Afb. 30 Connectoren voor elektrische voeding PAS OP: Apparatuur moet goed zijn geaard en zijn gezekerd in overeenstemming met het stroomverbruik (zie het typeplaatje). Het negeren van de veiligheidsvoorschriften kan ernstige verwondingen tot gevolg hebben. Connector Type Aan te sluiten apparatuur VDC-ingang naar aanraakscherm 2. Voedingsingang met schakelaar VDC voedingconnector voor aanraakscherm 3-polig aansluitblok IEC C13, 3 polige connector (100V-240V, Hz, 3A [maximum]) 3-polig aansluitblok Aangesloten aan de 24 VDC-uitgang van de besturingsmodule. Aangesloten aan een geaarde wandcontactdoos om het systeem aan of uit te zetten. Aangesloten aan het aanraakscherm of voor voeding van de hub. Een 24V voeding is leverbaar voor stroomvoorziening naar het scherm als het systeem meer aanraakschermen heeft dan besturingsmodules Nordson Corporation

56 48 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Aansluitingen voor systeemverbinding Deze paragraaf beschrijft de kabelaansluitingen in een installatie met enkele module en een installatie met meerdere modules. Zie voor nadere bijzonderheden onder Systeemarchitectuur in Systeemoverzicht. Aansluiting van enkele module Afb. 31 Aansluiting voor systeemverbinding bij basissysteem Connector Type Aan te sluiten apparatuur 1. Enkel aanraakscherm 2. Ethernetpoort RJ45 3. Besturingsmodule nummer-led 4. Hoofdbesturingsmodule LED-display Aangesloten aan een cross over ethernetkabel vanaf een enkel aanraakscherm naar een enkele hoofdbesturingsmodule. Toont een uniek, door het systeem gegenereerd identificatienummer dat automatisch wordt toegewezen aan elke besturingsmodule en aanraakscherm, in de volgorde waarin deze zijn aangesloten Nordson Corporation

57 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 49 Aansluitingen bij meerdere modules Afb Aansluitingen voor systeemverbinding bij uitgebreid systeem Connector Type Aan te sluiten apparatuur 1. Meerdere aanraakschermen 2. Hoofdbesturingsmodule 3. Ethernetpoort RJ45 4. Besturingsmodule nummer-led 5. Uitgang voor systeemverbinding 6. Ingang voor systeemverbinding 7. Uitbreidingsmodule LED-display 25 polige vrouwelijke connector 25 polige mannelijke connector Sluit de ethernetkabel vanaf de ethernet-netwerkpoort op de hoofdbesturingsmodule aan op de uitbreidingsbank op de uitbreidingsmodule. Toont een uniek, door het systeem gegenereerd identificatienummer dat automatisch wordt toegewezen aan elke besturingsmodule en aanraakscherm, in de volgorde waarin deze zijn aangesloten. OPMERKING: In uitgebreide systemen is de hoofdmodule nummer één (1) en krijgen de uitbreidingsmodules de nummers toegewezen vanaf twee (2) tot en met acht (8). Sluit aan op de ingang voor systeemverbinding op de uitbreidingsmodule. Sluit aan op de uitgang voor Systeemverbinding op de vorige besturingsmodule Nordson Corporation

58 50 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Connectoren en LED's van I/O bank hoofdbesturing OR (OF) Afb. 33 Hoofdbesturing I/O bank Connectoren I/O bank hoofdbesturing Connector Type Aan te sluiten apparatuur 1. Repeterend encodersignaal 4 polig mannelijk connectorblok 2. Encoderingang (2) 12 polige vrouwelijke connector (2) Meestal aangesloten op een klantmachine die encodersignalen nodig heeft. Voor aansluiting op een encoder met 0,1-30 pulsen/mm, voor het volgen van de productielijnpositie van producten terwijl deze door de machine bewegen. Er zijn twee typen encoders leverbaar voor het systeem: kwadratuurencoders (RS422) éénfase-encoders (NPN) Vervolg Nordson Corporation

59 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 51 Connector Type Aan te sluiten apparatuur 3. Lichtzuil met alarm 7 polige vrouwelijke connector Voor aansluiting op een lichtzuil en/of akoestisch alarm. De vier lampkleuren in de lichtzuil geven de volgende bedrijfsomstandigheden aan: Rood continu: Storing Rood knipperend: Waarschuwing Geel continu: Productstoring Geel knipperend: Product waarschuwing Groen continu: Systeem bedrijfsklaar Groen knipperend: Gereed/Wachten Blauw: Uitwerper en lijmspoorverificatie zijn aangezet Of Geluidsalarm Splitterkabel Alarmclaxon of sirene 4. Seriële poort DB 9, 9 polige connector Voor aansluiting op een computer voor diagnosedoeleinden of algemene communicatie. Sluit aan op de: 5. I/O systeem DB 15,15 polige vrouwelijke connector PLC-type machine van de klant, via de I/O kabel voor afstandsbediening, en/of machinestop relaisadapter- Zie voor configuratiedetails over de Systeem I/O connector onder Systeem I/O connectorinformatie in Appendix A. OPMERKING: De bijbehorende connector is bijgesloten in de meegeleverde set. OPMERKING: Raadpleeg het instructieblad Remote Output Relay Adapter Kit (adapterset uitgangsrelais afstandsbediening)en het instructieblad Remote Input/Output (I/O) Cable Assembly Kit ((kabelset in-uitgang (I/O) afstandsbediening), verkrijgbaar op LED's I/O bank hoofdbesturing LED's Functie 6. I/O systeem Gaat branden om de status van de in- en uitgangen van het systeem weer te geven. Er zijn vier ingang-led's en vier uitgang-led's. 7. Encoder Blijft aan terwijl de machine in bedrijf is. Vervolg Nordson Corporation

60 52 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing LED's I/O bank hoofdbesturing (vervolg) Naam van LED Status van LED Functie 8. Systeem 9. Product 10. Bedrijfsklaar ROOD (continu) ROOD (knipperend) GEEL (continu) GEEL (knipperend) GROEN (continu) GROEN (knipperend) Gaat branden om een storing aan te geven. Elke omstandigheid die het systeem belemmert in de continue werking (bijv. hardwarestoring, zoals in ROM of FLASH). In deze toestand wordt de productie stilgelegd en een signaal voor productielijnstop afgegeven. Storingen moeten handmatig worden teruggesteld. Gaat branden om een waarschuwing aan te geven. Er is een hardwareprobleem en het systeem blijft in bedrijf (bijv. slechte programmadata, kortsluiting pistool, probleem met hardwareconfiguratie). De bedrijfsklaarconditie wordt gehandhaafd en de productielijn blijft lopen. Waarschuwingen zijn tijdelijk en de systeemreactie duurt zolang de waarschuwingsconditie blijft bestaan. Waarschuwingen kunnen echter op het aanraakscherm worden vergrendeld, zie onder Vergrendelde waarschuwing in de documentatie voor het aanraakscherm. Gaat branden om een productfout aan te geven. Productdefecten waardoor het systeem de werking zou kunnen afbreken. De bedrijfsklaarconditie blijft gehandhaafd en er wordt een signaal voor productielijnstop afgegeven. Productfouten moeten handmatig worden teruggesteld. Gaat branden om een productwaarschuwing aan te geven. Productdefecten en potentiële productdefecten die kunnen leiden tot een slecht product. Defecte producten worden uitgeworpen als de uitwerpvoorziening is geactiveerd (bijv. allerlei vormen van lijmspoorfouten, clipping, blokkering, foutieve streepjescode). De bedrijfsklaarconditie wordt gehandhaafd en de productielijn blijft lopen. Gaat branden om aan te geven dat het systeem bedrijfsklaar is. De bedrijfsklaarconditie is de toestand waarin het LogiComm-besturingssysteem gereed is om producten te maken zodra de productielijn wordt gestart en producten worden gedetecteerd. Brandt om de conditie bedrijfsklaar of wachten aan te geven. Het LogiComm-besturingssysteem is bedrijfsklaar (volgens de definitie hierboven) maar het systeem is niet geactiveerd via de externe ingang en ook niet via de communicatie-interface Nordson Corporation

61 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 53 Connectoren en LED's I/O bank patroonbesturing Afb. 34 I/O bank van hoofdbesturing Connectoren patroonbesturingbank Connector Type Aan te sluiten apparatuur 1. Triggeringang (Kanalen 1-4) 2. Uitgang drukregeling (Kanalen 1-2) 3. Ingang extern spoelen (4 kanalen) 5 polige vrouwelijke connector (4) 4 polige vrouwelijke connector (2) 6 polige vrouwelijke connector Voor aansluiting van maximaal vier NPN of PNP triggers per bank (8 per module). Aansluiting naar een 0-10 V en 4-20 ma druktransducer. Voor aansluiting op een spoelbox ter activering van de spoelfunctie. OPMERKING: Extern spoelen is mogelijk met de standaard bedrade afstandsbediening met acht ingangen of met een draadloze afstandsbediening met vier kanalen. OPMERKING: Extern spoelen kan ook worden geïnstalleerd als een op afstand inschakelbare ingang voor alle vier kanalen op de bank, met gebruik van de geavanceerde instellingen op het aanraakscherm. LED patroonbesturingbank LED's Functie 4. Trigger (4) Licht telkens op wanneer de trigger activeert Nordson Corporation

62 54 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Uitgangsconnectoren Er zijn twee typen uitgangsconnectoren beschikbaar voor dit besturingssysteem: Universele pistoolbesturing En/of 24 VDC laagspanningsdriver 1 2 Afb. 35 Uitgangconnectoren PAS OP: De uitgangen voor universele pistoolbesturing zijn niet gescheiden van de lijnspanning; zorg dat voorzichtig te werk wordt gegaan bij het hanteren van pistoolaansluitingen terwijl de eenheid stroomvoerend is. OPMERKING: Bij het aansluiten van een externe pistooldriver aan een besturingsmodule, moet beslist een 24V logic-pistooldriver worden gebruikt. De uitgangen voor universele pistoolbesturing zijn niet compatibel met de externe pistooldriver-ingangen. De uitgangsconnectoren kunnen op elke positie worden gebruikt. Connector Type Aan te sluiten apparatuur 1. Uitgangsconnector met vier kanalen (UGD of LVD) in bank A (pistolen 1-4) 2. Uitbreiding uitgangsconnector met vier kanalen (UGD of LVD) in bank B (pistolen 5-8) 4 polige vrouwelijke connector (4) En/Of 4 polige vrouwelijke connector (4) Sluit aan op elektrische pistolen en magneetkleppen. Sluit aan op elektrische pistolen en magneetkleppen Nordson Corporation

63 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 55 Systeem instellen PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze handleiding en uit alle andere relevante documentatie in acht nemen. Controleer het volgende voordat u het patroonbesturingssysteem instelt: Het netsnoer van de besturingsmodule is aangesloten op een geaard stopcontact. De besturingsmodule en het aanraakscherm zijn aangezet. De componenten voor patroonbesturing zijn aangesloten. Raadpleeg voor details over aansluitingen Appendix A in deze handleiding. Insteltaken op hoger systeemniveau zijn ook beschreven in de Gebruikershandleiding voor LogiComm-besturingssysteem. OPMERKING: De termen pistool en applicator worden in dit hoofdstuk willekeurig gebruikt en betekenen hetzelfde Nordson Corporation

64 56 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Startmenuscherm Nadat de hoofdbesturingsmodule en het aanraakscherm zijn aangezet, voert het besturingssysteem een initialisatieprocedure uit en toont het aanraakscherm het volgende scherm. Afb. 36 Componenten in startmenuscherm 1. Statusbalk 2. Diagnoselog 3. Systeeminstelling en programmeerbare knoppen 2011 Nordson Corporation

65 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 57 Statusbalk De statusbalk bevat programmeerbare knoppen en systeemfunctieknoppen. Systeemfunctieknoppen De systeemfunctieknoppen zijn toegewezen aan vaste systeemniveaufuncties en kunnen niet worden gewijzigd of opnieuw worden toegekend. Deze knoppen zijn in elk menu zichtbaar en functioneel. Afb. 37 Systeemfunctieknoppen 1. Systeemfunctieknoppen De systeemfunctieknoppen worden gebruikt om de status van de machine te wijzigen door bepaalde systeemniveaufuncties aan en uit te zetten. Gebruikelijk is dat dergelijke functies ook worden aangestuurd via signalen vanaf een afstandsbediening. Andere systeeminstellingen kunnen een effect hebben op de werking van deze functies. Lijmen Aan/Uit Deze functie is specifiek voor patroonbesturing en voor combisystemen. Deze bepaalt of alle pistooluitgangen overal in het systeem zijn aan- of uitgezet. Lijmen Uit (lichtblauw) Alle pistooluitgangen zijn uitgezet. De fotocelsignalen worden ontvangen en productlengte en patrooninstellingen worden weergegeven. Lijmen Uit (via ingang [geel]) Pistooluitgangen zijn uitgezet via de systeemingangen Lijmen aanzetten of Eenheid aanzetten (of uitzetten). Lijmen stand-by (geel) Pistooluitgangen zijn uitgezet omdat de lijnsnelheid lager is dan Lijm startsnelheid (Installatiemenu 2). Lijmen Aan (groen) Pistooluitgangen zijn aangezet. Het aanbrengen van lijm begint bij het eerstvolgende triggersignaal Nordson Corporation

66 58 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Systeemfunctieknoppen (vervolg) Verificatie Aan/Uit Deze functie is specifiek voor productverificatie en voor combisystemen. Deze bepaalt of producten worden gecontroleerd door het verificatiesysteem en of defecten worden gemeld in het scherm Diagnoselog. Verificatie Uit (lichtblauw) Productcontrole is uitgeschakeld. Fotocelsignalen worden ontvangen en productlengte wordt weergegeven. Actuele lijmspoorafbeeldingen en sensoringangen worden nog steeds weergegeven. Verificatie Uit (via ingang [geel]) Productcontrole is uitgezet via de systeemingang Verificatie aanzetten of Eenheid aanzetten (of uitzetten). Verificatie stand-by (geel) Productcontrole is uitgezet omdat de lijnsnelheid lager is dan de Verificatie Start-snelheid (Installatiemenu 3). Verificatie Aan (groen) Productcontrole is ingeschakeld. De controle begint bij het eerstvolgende triggersignaal. Machinestop aangezet/uitgezet Deze functie is beschikbaar in patroonbesturing, productverificatie en combisystemen. Deze functie bepaalt wanneer de systeemuitgang voor machinestop wordt geactiveerd. Machinestop uitgezet (lichtblauw) De uitgang Machinestop wordt niet geactiveerd, ongeacht de bedrijfsomstandigheden. Machinestop aangezet (donkerblauw) De uitgang Machinestop wordt geactiveerd zodra zich een machinestop-gebeurtenis voordoet. Machinestop-gebeurtenissen kunnen zijn: Product te lang/product te kort Ga naar Pistoolinstellingen>Eigenschappen>Geavanceerde triggerinstellingen. of Ga naar Sensorinstellingen>Eigenschappen>Geavanceerde triggerinstellingen. Te veel opeenvolgende defecte producten Ga naar Installatiemenu 3 > Instellingen machinebesturing. Sommige instellingen voor intelligente sensors hebben ook instellingen voor machinestop. Machine gestopt (rood) Druk op de knop om de machinestop op te heffen en de uitgang uit te zetten Nordson Corporation

67 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 59 Werkstukafkeuring Aan/Uit Deze functie is specifiek voor productverificatie en voor combisystemen. Deze bepaalt of de uitwerperuitgang zal activeren om defecte producten weg te leiden uit de productielijn. Werkstukafkeuring Uit (lichtblauw) Defecte producten (zoals bepaald door het inspectieproces van het verificatiesysteem), worden niet weggeleid uit de productielijn. De functies Eén afkeuren en Alles afkeuren in het menu Werkstukafkeuring blijven in werking. Afkeuring stand-by (geel) Defecte producten worden niet weggeleid uit de productielijn omdat de systeemingang Uitwerper is gereed is uitgezet. Werkstukafkeuring Aan (groen) Defecte producten (zoals bepaald door het inspectieproces van het verificatiesysteem), worden weggeleid uit de productielijn Nordson Corporation

68 60 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Programmeerbare knoppen op statusbalk De programmeerbare knoppen op de statusbalk kunnen alleen worden geprogrammeerd om systeemstatusinformatie specifiek over het productieproces te verkrijgen, zoals productiesnelheid, lijnsnelheid, producttelling en defecttelling. Deze knoppen zijn programmeerbaar en kunnen worden ingesteld om de meest betekenisvolle informatie over het productieproces te verkrijgen. Afb. 38 Programmeerbare knoppen op statusbalk De meeste statusbalkknoppen kunnen opnieuw worden toegewezen: 1. Raak de statusbalkknoppen aan om het Menu knopdefinities te openen. 2. Doorloop de lijst omhoog en omlaag om de gewenste functie te selecteren. In sommige gevallen verschijnt er een kanaalselectiemenu dat vraagt om het gewenste kanaal voor weergave in de statusbalkknop te selecteren. Lijmen UIT Geen job Ingang 1 Productteller 0 stuks Lijnsnelheid 1 0 stuks Machinestop uitgezet Verificatie UIT Module 5 Teller sensordefect 0 stuks Module 6 Teller sensordefect 0 stuks Stroom uitgezet Werkstukafkeuring UIT Diagnoselog 24- Sep :43:38 Toewijzing statusbalkknop Home Hulp Menu knopdefinities Lijnsnelheid 1 OK Knop Lijnsnelheid 2 Stand 10by aan/uit Jobnaam Hulp Annuleren Knop Productiesnelheid Productietelling Pagina omlaag OK Afb. 39 Keuzelijst voor knopdefinities Speciale statusbalkknoppen Er zijn drie speciale statusbalkknoppen: Stroom uitgezet Slaat de systeeminstellingen op voordat de stroom wordt uitgeschakeld. Stand-by Plaatst het systeem in stand by. Job status Toont de jobnaam en geeft de gebruiker de mogelijkheid om te wisselen tussen Job instellen en Job produceren. Om de functies van de knoppen opnieuw toe te wijzen, gaat u naar Installatiemenu 4 > Toewijzing statusbalkknop-scherm Nordson Corporation

69 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 61 Diagnoselog Het scherm Diagnoselog toont de laatste systeemstoring, waarschuwing of alarmconditie. Alarm - Inspectie 1B1 - Product niet OK bij verificatie patroon 24- Sep :43:38 Diagnoselog Afb. 40 Knop Diagnoselog Wanneer er een melding verschijnt, verandert het klokgedeelte nabij het Diagnoselog in een Alarm reset-knop. Druk op Alarm reset om de melding te verwijderen en het geluidsalarm uit te zetten. Hulp-pagina's In de meeste menu's zijn contextgevoelige hulppagina's beschikbaar via de Hulp-knop op het aanraakscherm. Deze pagina's geven een korte uitleg over de instellingen op elke pagina. Pagina's voor Systeeminstallatie Vanuit de knop Systeem instellen in het hoofdmenu zijn de vier Systeeminstallatiemenu's toegankelijk. Afhankelijk van de configuratie van de machine kunnen sommige knoppen niet zichtbaar of niet toegankelijk zijn. Installatiemenu 1 Installatiehulp beheer Een stap voor stap begeleid proces voor het invoeren van de meest gebruikelijke systeeminstellingen. Installatiehulp patroonbesturing Een stap voor stap begeleid proces voor het instellen van het systeem voor patroonbesturing. Installatiehulp verificatie Een stap voor stap begeleid proces voor het instellen van een systeem voor productverificatie. Encodereigenschappen Voor het instellen van de encoderschaalfactor en de verplaatsingsrichting voor elke geïnstalleerde encoder. OPMERKING: Het systeem detecteert de aanwezigheid en het type van elke geïnstalleerde encoder. Zie voor nadere bijzonderheden onder Instellen van encoders in Systeem instellen hierna Nordson Corporation

70 62 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Installatiemenu 1(vervolg) Systeeminformatie opslaan/herstellen Maakt een back-up van alle systeeminstellingen en opgeslagen jobs op een USB-apparaat voor geheugenopslag. Deze back-up informatie kan worden teruggehaald in de machine. OPMERKING: Er moet een USB-apparaat zijn geïnstalleerd om dit menu te kunnen activeren. Zie voor nadere bijzonderheden onder Systeeminstellingen opslaan en herstellen in Systeem instellen hierna. Beheer van in-/uitgangen Wijs de in- en uitgangen van het systeem toe volgens door de gebruiker gedefinieerde functies. Zie voor een lijst van optionele in- en uitgangen en een definitie van elke functie onder Systeem I/O informatie in Appendix A. Onder Geavanceerde instellingen kunnen ook de uitgangen voor de lichtzuil opnieuw worden toegewezen. Zie voor nadere bijzonderheden onder Systeem I/O instellen in Systeem instellen hierna. Instellingen voor besturingskaarten Een uitgewerkte lijst van UGD-pistooltoewijzingen is verkrijgbaar. Zie voor nadere bijzonderheden onder Besturingskaarten in Systeemoverzicht en Uitgangsconnectoren onder Installatie. Instelling interface Activeer het seriële interfaceprotocol voor bepaalde OEM-machines. Toewijzing encoder Wijs elk pistool, drukregelfunctie, sensor en uitgangskanaal voor machineregeling toe aan een van de twee encoders in het systeem. Zie voor nadere bijzonderheden onder Instellen van encoders in Systeem instellen hierna. OPMERKING: Lijmapplicators werden in sommige voorgaande publicaties ook aangeduid als "lijmpistolen" Nordson Corporation

71 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 63 Installatiemenu 2 Door-/Schoonspoelen instellingen Wijzig de knop Pistool spoelen in het hoofdmenu van Schoonspoelen (pistolen activeren zolang knop is ingedrukt) in Doorspoelen (pistolen geactiveerd houden totdat knop een tweede keer wordt ingedrukt). Ook de spoeldruk voor elk uitgangskanaal van de druktransducer kan worden ingesteld. Lijmen start/stopsnelheid Stel de productielijnsnelheid in waarbij de lijmbewerking bij het opstarten moet beginnen en de bijbehorende snelheid waarbij lijmen bij vertraging moet stoppen. Activeer de functie voor patroongeheugen. Compensatie-instellingen Stel de referentiesnelheid in voor de compensatieberekening voor elke geïnstalleerde encoder. Zie onder Compensatie onder Instellen van pistool in Programmeren voor patroonbesturing. Tipafdichting Stel de bewerking voor tipafdichting in. Lijmen Autostart Stel de lijmbewerking in om automatisch Aan te gaan tijdens opstarten van het systeem. Offset pistool-trigger (GTO) Een lijst van vaste GTO-instellingen voor elk pistoolkanaal is beschikbaar in Systeeminstellingen in Appendix A. Er bestaat ook een optie voor het instellen van meerdere GTO-instellingen in één keer. Zie voor nadere bijzonderheden onder Instellen van pistool in Programmeren voor patroonbesturing. Optistroke-instellingen (functie niet beschikbaar) Pistoolkoppeling Koppelen van twee patroonbesturingskanalen voor een gecombineerde pistooluitgang (AND, OR, Alternate). Zie voor nadere bijzonderheden onder Pistoolkoppeling in Programmeren voor patroonbesturing. Machinestopinstellingen Stel de condities in waarbij de machinestopuitgang (systeemuitgang) moet activeren Nordson Corporation

72 64 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Installatiemenu 3 Uitwerperinstellingen De uitwerperinstellingen zijn toegankelijk via de knop Werkstukafkeuring in het hoofdmenu. Zie voor nadere bijzonderheden de handleidingen LogiComm-besturingssysteem met gecombineerde configuratie of LogiComm-besturingssysteem voor productverificatie. Verificatie start/stop snelheid Stel de productielijnsnelheid in waarbij de verificatiebewerking bij het opstarten moet beginnen en de bijbehorende snelheid waarbij de verificatie bij vertraging moet stoppen. Instelling productpartijen Stel in een verificatiesysteem de machinebesturingsuitgang Uitwerper voor productpartijen in. Zie voor nadere bijzonderheden de handleidingen LogiComm-besturingssysteem met gecombineerde configuratie of LogiComm-besturingssysteem voor productverificatie. Instellingen machinebesturing Selecteer het aantal defecten dat activering van een machinestop moet veroorzaken. Zet de machine uit bedrijf, maak deze vrij en stel dan de functie Geblokkeerde fotocel in. Intelligente sensor selectie Normaliter worden intelligente sensors automatisch gedetecteerd tijdens opstarten van het systeem. Indien geactiveerd is dankzij deze functie het handmatig selecteren van intelligente sensors mogelijk. Tellertoewijzingen Selecteer fotocellen voor Aantal toegevoerd, Aantal geleverd en Na uitwerper. OPMERKING: Deze toewijzingen kunnen alleen worden ingevoerd zolang er geen job actief in uitvoering is. Sensor-fotocel offset Een uitgewerkte lijst van STO-pistooltoewijzingen is verkrijgbaar. Normaliter worden deze afzonderlijk ingesteld in het Sensormenu. Auto-alarm wissen Normaliter is deze functie uitgeschakeld; hiermee kan een automatische time out worden ingesteld die het alarm na de aangeduide tijd zal uitschakelen. Inleerinstellingen Stel het aantal productsamples in dat moet worden ingeleerd bij gebruik van de sjablooninspectie. Vrije uitganginstelling Speciale functie die normaliter niet wordt gebruikt. Aflevertafel instellingen Deze uitgang voor machineregeling is standaard uitgeschakeld; deze wordt gebruikt om de aflevertafel met tussenpozen stil te zetten wanneer een product is uitgeworpen, om zo de goede rangschikking van producten in het compressiegedeelte te handhaven Nordson Corporation

73 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 65 Systeeminstellingmenu 4 Software/Hardware versies Toont de softwareversies en de hardwareconfiguratie van alle systeemcomponenten. Zie voor nadere bijzonderheden onder Software/Hardware versies in Taken voor systeeminstelling hierna. Tijd/datum Stel de klok van de besturingsmodule in. Alle tijd/datum systeeminformatie wordt gegenereerd via de klok van de hoofdbesturingsmodule en niet door de klok van het aanraakscherm. Wachtwoorden Stel de wachtwoorden in voor data en programmadata (job). Machine-informatie Voer de machine-informatie in die in jobrapporten wordt gebruikt. Schermbeveiliging Activeer de schermbeveiliging voor het aanraakscherm, voor een langere levensduur van de achtergrondverlichting. Toewijzing statusbalkknop Vernieuw de toewijzing van knoppen op de statusbalk. Zie voor nadere bijzonderheden onder Statusbalk hiervoor. Geavanceerde instellingen Gedeelte met wachtwoordbeveiliging voor bepaalde speciale functies. Alleen toegankelijk voor medewerkers van Nordson. Eenheden Wijzig de meeteenheid van Metrisch in Engels (imperiaal systeem). Kalibratie aanraakscherm Start de kalibratieprocedure voor het aanraakscherm. Fotocel, Pistool, Drukregeling, Sensornamen en Naamstijl Voer de namen van apparaten in en geef ze weer. Zie voor nadere bijzonderheden onder Systeeminstallatie. Taal Kies uit de beschikbare talen. OPMERKING: Bij sommige taalselecties moet het systeem opnieuw worden opgestart Nordson Corporation

74 66 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Taken voor systeeminstelling Dit zijn instructies voor basisinstellingen van het systeem. Insteltaken op hoger systeemniveau zijn ook beschreven in de Gebruikershandleiding voor LogiComm-besturingssysteem. Instellen van encoders Het machinebesturingssysteem kan zijn uitgerust met één of twee onafhankelijke encoders. Standaard zijn alle apparaten in het systeem toegewezen aan Encoder 1. Wanneer twee encoders worden gebruikt, moeten de toepasselijke apparaten aan de correcte encoder worden toegeworpen via Installatiemenu 1 > Toewijzing encoder. Toewijzing encoder Afb. 41 Het scherm Toewijzing encoder Elke encoder moet ook correct worden geschaald om de afstanden in de machine juist te kunnen detecteren. Dit gebeurt via Installatiemenu 1 > Encoderinstellingen. Bij gebruik van een contactwiel met een bekende diameter en een encoder met een bekende resolutie (in aantal pulsen per omwenteling), kan de encoderschaling als volgt worden berekend: Encoderschaal (pulsen per mm) = Encoderresolutie (pulsen per omwenteling) Wieldiameter (mm) x 3,14 Schaalfactor bepalen met handtoerenteller Wanneer de encoderschaal niet bekend is, kan een handtoerenteller worden gebruikt om de correcte schaalfactor vast te stellen. Dit gebeurt via de volgende procedure: 1. Stel de encoderschaalfactor in op 1,0. 2. Breng de productielijn op een gewenste productiesnelheid en meet de snelheid met een handtoerenteller. 3. Pas de schaalfactor aan met de volgende formule: Nieuwe schaalfactor = Gemeten lijnsnelheid Weergegeven LogiComm-snelheid 2011 Nordson Corporation

75 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 67 Schaalfactor bepalen gebaseerd op productlengtemeting Wanneer er geen handtoerenteller beschikbaar is, kan een gelijkwaardige procedure worden gehanteerd die gebaseerd is op de meting van de productlengte. 1. Installeer een fotocel en wijs deze toe aan een pistool of een sensor. 2. Stel de encoderschaalfactor in op 1,0. 3. Voer een product langs de fotocel en let op de weergegeven productlengte. Afb. 42 Weergegeven productlengte 4. Pas de schaalfactor aan met de volgende formule: Nieuwe schaalfactor = Gemeten productlengte Weergegeven LogiComm-productlengte Omkeren-instelling voor encoder Wanneer de productielijnsnelheid wordt weergegeven als een negatief getal, kan de encoder elektronisch worden omgekeerd met gebruik van de Encoderinstellingen; zie hieronder de specifieke knoppen: Afb. 43 De knoppen Omkeren UIT en Lijnsnelheid 2011 Nordson Corporation

76 68 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Instellen van opslag- en herstelinformatie Om deze bewerking uit te voeren moet een USB-apparaat voor geheugenopslag zijn geïnstalleerd in het aanraakschermpaneel. Er verschijnt een USB-pictogram naast de datum/tijd regel op het scherm wanneer het besturingssysteem een apparaat heeft herkend. Er zijn drie typen systeeminstellingen die op een USB-apparaat voor geheugenopslag kunnen worden opgeslagen via Installatiemenu 1 > Systeeminformatie opslaan/herstellen. Afb. 44 Knoppen voor opslaan en herstellen De knoppen komen overeen met de bestandsextensies zoals hieronder beschreven: Actief programma huidige actieve programma/job (NAC-bestandsextensie). Systeemconfiguratie instellingen betreffende het gedrag van het systeem (NCN-bestandsextensie). Opgeslagen programma's alle programma's/jobs die zijn opgeslagen in een enkel bestand (NST-bestandsextensie). OPMERKING: Deze bestanden kunnen worden gekopieerd en gearchiveerd, maar de bestanden zelf zijn binaire bestanden die alleen kunnen worden gelezen door ze te laden in een besturingssysteem. Wanneer Alles opslaan wordt gebruikt, worden twee versies van het diagnoselog opgeslagen met de andere bestanden: een niet-leesbaar NMS-bestand en een leesbaar tekstbestand met een TXT-bestandsextensie Nordson Corporation

77 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 69 Instellingen opslaan De gebruiker kan een zelfgekozen naam geven aan de opgeslagen back-upbestanden; deze bestanden worden opgeslagen met gebruik van het Windows CE dialoogvenster, zie hierna: Afb. 45 Het dialoogvenster Opslaan als 1. Raak in het dialoogvenster de toets OK aan om de instellingen op te slaan. Standaard worden de instellingen opgeslagen op de USB-stick in de RestorePoint-directory, maar via de navigatietoetsen in het dialoogvenster kan een andere locatie worden gekozen. 2. Raak X aan in de rechterbovenhoek om af te sluiten zonder op te slaan Nordson Corporation

78 70 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Instellingen herstellen 1. Raak in het scherm Systeeminformatie opslaan/herstellen de knop Herstellen aan om de instellingen te herstellen. Zie het volgende Windows CE-dialoogvenster voor een voorbeeld van de weergegeven bestanden: Afb. 46 Het dialoogvenster Openen OPMERKING: Om het correcte bestand goed te kunnen identificeren aan de hand van de extensie, selecteert u het pictogram Details in het scherm Systeeminformatie opslaan/herstellen. 2. Herstel bestanden in de onderstaande volgorde door het bewuste bestand te selecteren. Afb. 47 Het dialoogvenster Bestanden herstellen a. Herstel eerst de.ncn (configuratie). b. Herstel vervolgens de.nst (opslag). U vervangt hiermee elk programma dat eerder is opgeslagen in de procesbesturing van LogiComm. Alle eerder opgeslagen programma's worden vervangen door de op de USB-stick opgeslagen programma's. c. Optioneel kan ook het.nac bestand worden hersteld, dit zal dan het huidige actieve programma overschrijven met het programma op de USB-stick. 3. Raak de knop OK aan Nordson Corporation

79 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 71 In-uitgangen van systeem instellen Er zijn vier systeemingangen en vier systeemuitgangen op de hoofdbesturing I/O bank van de hoofdbesturingsmodule. De I/O van het systeem is toegankelijk via Installatiemenu 1 > scherm I/O beheer. Afb. 48 I/O scherm De in- en uitgangen kunnen onafhankelijk worden toegewezen met de knoppen in het menu, door de gewenste functies te doorlopen en te selecteren, zie afbeelding 49. Zie onder Systeem I/O informatie in Appendix A voor een lijst en een beschrijving van de beschikbare I/O functies. Elk I/O punt heeft een bijbehorende status-led, deze is zichtbaar in de knop die de huidige status van de in- of uitgang aangeeft. Afb. 49 Pop-upvenster bij toewijzing uitgangen 2011 Nordson Corporation

80 72 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Software/Hardware versies Het besturingssysteem bevat talrijke programmeerbare voorzieningen die in het hele systeem aanwezig zijn. De softwareversie van elk apparaat, evenals de hardwareconfiguratie van elke besturingsmodule, kan worden weergegeven via Installatiemenu 4 > Software/Hardware versies: Afb. 50 Het scherm Software/Hardware versies Apparaatnamen toewijzen De apparaten in een besturingssysteem kunnen op twee unieke manieren worden geïdentificeerd. Elk apparaat heeft een fysieke aanduiding die de locatie in het systeem aangeeft, plus een logische naam die door de gebruiker wordt gekozen. Fysieke namen Fysieke apparaatnamen hebben de drie volgende componenten in de vorm van XYZ: X - duidt het besturingsmodulenummer aan (getoond op het Systeemverbinding-paneel van elke besturingsmodule). Y - duidt de modulebanklocatie aan (ofwel A of B). Z - duidt het kanaalnummer van het apparaat aan. Bijvoorbeeld: Pistool 1B3 verwijst naar het pistoolkanaal 3 op bank B van besturingsmodule 1 (altijd de hoofdbesturingsmodule). Fotocel 2A4 verwijst naar fotocel 4 op bank A van de tweede besturingsmodule Nordson Corporation

81 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 73 Logische namen Logische namen worden toegewezen door de klant. Logische namen kunnen worden toegewezen aan de apparaten in de volgende lijst, via Installatiemenu 4. Fotocellen Pistolen Uitgangen drukregeling Sensors Besturingsmodules Verder kan de volgende Machine-informatie worden gedefinieerd voor gebruik in afgedrukte productierapporten. Machinenaam Bedrijfsnaam Bedrijfsadres Naamstijlen De namen die op het aanraakscherm worden weergegeven, kunnen worden toegewezen via Installatiemenu 4 > Naamstijl. Afb. 51 Het scherm Naamstijl Alleen namen toont alleen de logische naam. Type en ID toont zowel de logische naam als de fysieke naam. Alleen ID toont alleen de fysieke naam. Voor elke apparaattype worden voorbeelden weergegeven in het veld Voorbeeld naamweergaven. De functie Auto naam is een handige manier om alle apparaten in het systeem automatisch opeenvolgend te benoemen (zoals Pistool 1, Pistool 2, Pistool 3, etc.) Nordson Corporation

82 74 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Deze bladzijde is bewust leeg gehouden Nordson Corporation

83 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 75 Programmeren voor patroonbesturing De volgende paragrafen gaan nader in op de wijze waarop het besturingssysteem wordt geprogrammeerd voor patroonbesturing. Installatiehulp voor patroonbesturing De installatiehulpen zijn toegankelijk door selectie van: Systeem instellen > Installatiemenu 1 van 4 Er zijn drie installatiehulpen: Beheer Patroonbesturing (patroon aanmaken) Productverificatie (product verifiëren) De installatiehulp voor patroonbesturing biedt een stap voor stap begeleid proces voor het instellen van het patroonbesturingssysteem. OPMERKING: De termen pistool en applicator worden in dit hoofdstuk willekeurig gebruikt en betekenen hetzelfde Nordson Corporation

84 76 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Het pistool instellen Een systeem voor patroonbesturing kan zijn uitgerust met vier t/m acht pistolen. Raak in het Hoofdmenu de pistoolkanaalknop aan om het Pistoolmenu op te roepen. Afb. 52 Het scherm Pistoolmenu 1. Pistoolkanaalknop (in het hoofdmenu) 2. Selectieknop lijmspoornummer 3. Selectieknop lijmspoortype 4. Knop Pistoolinstellingen 5. Geprogrammeerd patroon 6. Selectieknop trigger 7. Knop voor pistoolactivering 8. Productlengte 9. Patroonparameter 10. Knop Lijmen Aan/Uit 2011 Nordson Corporation

85 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 77 Checklist voor pistoolinstelling De belangrijkste stappen bij het instellen van het pistool zijn: 1. Selecteer de trigger (fotocel). 2. Selecteer het patroontype (of lijmspoor) voor de toepassing. 3. Selecteer het aantal lijmsporen en stel de andere patroonparameters in. 4. Wijs pistoolinstellingen toe. 5. Triggerinstellingen. 6. Compensatie. 7. Selectie van pistoolbesturing en instelling. 8. Pas de instellingen aan voor vertraging en tijdsduur. Kies het aantal lijmsporen Kies het aantal lijmsporen Selecteer Aantal lijmsporen om het aantal lijmsporen voor het patroon in te voeren. Zie de afbeelding links OK Annuleren Afb. 53 Toetsenpaneel voor selectie van aantal lijmsporen 2011 Nordson Corporation

86 78 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Selecteer de trigger Selecteer Trigger (fotocel) voor toewijzing van: een specifieke trigger aan een pistoolkanaal, of een willekeurige trigger aan een willekeurig pistoolkanaal, of een enkele trigger aan meerdere pistolen Pistoolmenu 2 lijmspoor (-oren) Normaal Module 6 Fotocelselectie voor pistool 1A1: Trigger 1A1 Vertraging Duur Pistool-tot-fotocel offset 100,000 mm 1 100,00 mm 50,00 mm ,00 mm Trigger 1A1 50,00 mm Trigger 1A2 Uitgang 5 Uitgang 6 Trigger 1A3 Uitgang 7 2 Actief Trigger 1A4 Uitgang 8 Trigger 1A1 Globale triggers Instellingen OK Annuleren Hulp Module 1 Module 2 Afb. 54 Pop-upvenster voor fotocelselectie 1. Triggers in het systeem 2. Knop Globale triggers OPMERKING: De knop Trigger heeft een geïntegreerde LED die groen wordt zodra de trigger wordt aangezet en wit wanneer deze is uitgezet. OPMERKING: De knop Globale triggers verschijnt als er meer dan één besturingsmodule in het systeem beschikbaar is. Globale triggers wordt doorgegeven vanaf de hoofdbesturingsmodule via de kabel voor systeemverbinding. Controleren van werking van triggerapparaat De betrouwbare werking van de patroonbesturing is afhankelijk van een consistent en repeteerbaar triggersignaal. Gebruik de weergave voor productlengte om te controleren of de fotocel correct functioneert. Voer nadat de fotocel is toegewezen een aantal producten voor de fotocel langs door de machine. De trigger-led hoort op te lichten en de gemeten productlengte wordt weergegeven met een groene balk, zoals hieronder getoond. Actief Trigger 1A2 Productlengte: 152,50 mm Afb. 55 Weergave voor productlengte 2011 Nordson Corporation

87 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 79 De weergave voor productlengte wordt enkele malen per seconde bijgewerkt en mag niet meer dan enkele millimeters variëren. Wanneer het triggersignaal instabiel blijkt, nadat de mechanische en elektrische installatie van de fotocel is gecontroleerd, zie dan onder Triggerinstellingen in het menu Pistoolinstellingen verderop. Programmeer het patroon Selecteer het Patroontype. De volgende lijmspoortypen zijn beschikbaar: Normaal Punten Autospot Strepen Willekeurig Gemoduleerd Continu Lijmspoortype Normaal Normale lijmsporen of continue lijmsporen worden gegenereerd zolang de lijnsnelheid hoger is dan de startsnelheid. Dit is het standaardlijmspoortype voor het systeem. Wijs de waarden toe voor Vertraging en Duur. Vertraging is de afstand vanaf de voorkant van het product tot aan het begin van het lijmspoor. Duur is de afstand vanaf het begin van het lijmspoor tot aan het einde van het lijmspoor Afb. 56 Lijmspoorpatronen 1. Lijmspoor 1 2. Vertraging 1 3. Duur 1 4. Lijmspoor 2 5. Vertraging 2 6. Duur Voorrand 8. Transportrichting 9. Applicator 10. Trigger 11. GTO (pistool trigger offset) 12. Volgend product Nordson Corporation

88 80 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Lijmspoortype Puntlijn Dit lijmspoortype produceert patronen van lijmpunten met een gelijk gewicht (volume) op een door de gebruiker bepaalde afstand. Duur mm (7.0 in.) Tijd 10 msec 5 msec 2 msec Afstand = 25 mm (1,0 inch) Afb. 57 Effect op de puntgrootte bij het verkorten van de pistool-open-tijd van 10 ms (bovenaan) naar 2 ms (onderaan) Lijmspoortype Autospot Dit lijmspoortype zorgt dat na een plotselinge machinestop de restdruk wordt afgevoerd. Het pistool gaat over op puntlijmen zodra het systeem beneden de activeringssnelheid komt; eenmaal boven de activeringssnelheid brengt het pistool weer een continu lijmspoor aan. 1 2 Afb. 58 Autospot lijmspoorpatroon bij afnemende lijnsnelheid 2011 Nordson Corporation

89 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 81 Lijmspoortype Strepenlijn Dit lijmspoortype vermindert het lijmgebruik en verbetert de sterkte van de lijmverbinding. Als Strepenlijnspoor wordt geselecteerd worden normale lijmsporen opgedeeld in series kortere lijmsporen. Duur mm (7.0 in.) Lijmbesparing 0% 10% 30% 50% 70% 90% Interval = 25 mm (1.0 in.) Afb. 59 Effect van het verhogen van de lijmbesparing van 0% (bovenaan) tot 90% (onderaan) Lijmspoortype Willekeurig Dit lijmspoortype biedt de mogelijkheid om de productielijn in één productierun producten met verschillende lengte te laten verwerken. Wanneer korte en langere producten op de productielijn aanwezig zijn, is het systeem geprogrammeerd om automatisch de lengte van elk product te bepalen terwijl dit de trigger passeert, en past het vervolgens de lijmspoorlengte aan het product aan. 1 2 B A Afb. 60 Lijmsporen van willekeurige lengte (A: Startmarge/B: Stopmarge) 2011 Nordson Corporation

90 82 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Lijmspoortype Gemoduleerd Dit lijmspoortype levert beneden een ingestelde productielijnsnelheid een vrijwel constant lijmspoorvolume. Als de productielijn vertraagt tot onder de ingestelde snelheid, deelt het systeem de lijmsporen op in kleinere sublijmsporen om daarmee te voorkomen dat het lijmvolume zou toenemen. Bij elke lijnsnelheid blijft voor het produceren van het gemoduleerde lijmspoor de totale pistool open tijd gelijk aan de totale pistool open tijd voor het produceren van een continu lijmspoor. Het gemoduleerde lijmspoor bevat dus dezelfde hoeveelheid lijm als het continue lijmspoor. Naarmate de lijnsnelheid afneemt worden de sub lijmsporen korter en neemt hun dikte toe. De gebruiker specificeert de gewenste interval tussen sub lijmsporen. De besturing plaatst altijd een sub lijmspoor aan het begin van de opgegeven lijmspoorlengte en één zo dicht mogelijk naar het einde van de lijmspoorlengte toe. Duur mm (7.0 in.) Lijnsnelheid 38,1 m/min (125 ft/min) 30,5 m/min (100 ft/min) 22,9 m/min (75 ft/min) 15,2 m/min (50 ft/min) 7,6 m/min (25 ft/min) Afb. 61 3,1 m/min (10 ft/min) Interval = 25 mm (1.0 in.) Snelheid = 30 m/min (100 ft/min) Het moduleereffect op het lijmspoor zodra de productielijnsnelheid daalt tot onder de activeringssnelheid van 30 m/min (100ft/min) Lijmspoortype Continu Bij continue lijmsporen wordt boven een ingestelde productielijnsnelheid continu lijm aangebracht. Als dit lijmspoortype is geselecteerd, blijft het pistool open tot de snelheid van de productielijn daalt tot onder de ingestelde stopsnelheid. Bij continu lijmen wordt er geen lijmpatroon gegenereerd en is geen triggersignaal vereist Nordson Corporation

91 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 83 Pistoolkoppeling Pistoolkoppeling wordt gebruikt om twee aangrenzende patroonkanalen met elkaar te combineren, om zo meer ingewikkelde patronen te kunnen aanmaken dan op een enkel kanaal mogelijk zou zijn. Pistoolkoppeling wordt ingesteld via Systeem instellen, Installatiemenu 2 > Pistoolkoppeling. Pistoolkoppeling is in drie typen beschikbaar: AND (EN) Het resulterende uitgaande signaal is het resultaat van Kanaal A EN Kanaal B, waarbij A en B aangrenzende pistoolkanalen zijn (zoals 1&2, 3&4, etc.). De AND-functie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om een Willekeurig Puntlijm-patroon aan te maken, via AND-ing van een kanaal ingesteld op Willekeurige Lengte en een kanaal ingesteld op Puntlijmen. OR (OF) Het resulterende uitgaande signaal is het resultaat van Kanaal A OF Kanaal B, waarbij A en B aangrenzende pistoolkanalen zijn (zoals 1 en 2, 3 en 4, etc.). De OR-functie kan bijvoorbeeld worden gebruikt om complexe patronen aan te maken die meer lijmspoorsegmenten vereisen dan de 8 die beschikbaar zijn op een enkel kanaal. ALTERNATING (AFWISSELEND) Alternating wordt gebruikt voor bepaalde speciale typen dubbelkleps applicators ontworpen voor gebruik met zeer snelle toepassingen. In een afwisselend patroon wordt een enkele fotocel gebruikt voor het afwisselend aanzetten van het ene pistoolpatroon en vervolgens het andere patroon, via afwisselende triggers Nordson Corporation

92 84 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Pistoolinstellingen Druk op Instellingen om de pistoolparameters in te stellen. Voor de locatie van de knop Instellingen zie afbeelding Pistoolinstellingen Module 6 Triggerinstellingen Trigger 1A1 Offset pistool-trigger 100,0 mm Licht schakelend Aan: Compensatie 0,0 mm Uit: 0,0 mm Triggermasker Uit Geavanceerd 3 Pistoolbesturing - 4-kan. universele driver - Temperatuur: 26 C L 0aA825 - Stroom Piekduur: 0,80 msec, Piekstroom: 1,8000 amp, Houdstroom: 0,6000 amp Geavanceerd Afb. 62 Het scherm Pistoolinstellingen 1. Triggerinstellingen (pistool-trigger offset) 2. Pistoolcompensatie 3. Selectie pistoolbesturing De hoofdselecties voor pistoolinstelling zijn: Triggerinstellingen Compensatie Selectie pistoolbesturing 2011 Nordson Corporation

93 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 85 Triggerinstellingen Pistool tot trigger offset (GTO) Deze instelling is de afstand tussen elke fotocel en het bijbehorende pistool. Voer de GTO-waarde in tussen ,00 mm. Triggerpolariteit Deze instelling wordt gebruikt om het type fotoceluitgang te selecteren. Meestal wordt Licht schakelen gebruikt. Als het patroon wordt getriggerd op de achterrand van het product in plaats van op de voorrand, zet dan de polariteit om. Als de productlengte zoals weergegeven in het Pistoolmenu de productruimte afstand weergeeft, moet de triggerpolariteit worden gewijzigd. Maskering Maskering is een instelling die gebruikt wordt om het triggersignaal over de ingestelde afstand te negeren. Gebruik deze instelling als het product uitsparingen heeft of als het ongewenste triggersignalen veroorzaakt. Voer de Maskeringlengte in tussen mm. Geavanceerde triggerinstellingen Gebruik Te grote lengte detectie Aan en Te korte lengte detectie Aan om het verschuiven en overlappen van karton te detecteren die de machine kunnen doen blokkeren. De genomen actie bij een van deze storingen kan resulteren in een signaal voor Machinestop, Toevoerstop en/of een Waarschuwing. Gebruik de knop Productlengte inleren om de productlengte te meten en stel dan de korte en lange toleranties in. Compensatie Pistoolcompensatie is de mechanische vertraging vanaf het moment dat het besturingssysteem het pistool opdraagt te bekrachtigen en het moment dat de lijm werkelijk op de ondergrond belandt. De pistoolcompensatie is weliswaar een tijdwaarde, maar het besturingssysteem vraagt de gebruiker om een afstand in te voeren bij een ingestelde snelheid, om zo de lijmspoorfoutwaarde gemakkelijker te kunnen meten en de pistoolcompensatie te bepalen. Elk pistool kan een andere instelling voor compensatie hebben. Bij toepassingen waarin de productielijnsnelheid varieert, zorgt deze instelling dat de lijmsporen accuraat worden aangebracht. Correcte waarden voor de pistoolcompensatie zijn van groot belang om de correcte plaatsing van het lijmspoor te handhaven en het product te kunnen uitwerpen bij hoge en lage snelheden. Er bestaan twee hoofdmanieren voor het invoeren van de pistoolcompensatiewaarden: Meten van de lijmspoorafwijking Rechtstreeks invoeren van een compensatiewaarde 2011 Nordson Corporation

94 86 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Methode met meten van lijmspoorafwijking (aanbevolen) Deze procedure geeft de meest precieze waarden voor pistoolcompensatie. 1. Stel de pistoolcompensatiewaarde in op 0 mm. 2. Beweeg de productielijn via Lijnverplaatsing of op minimale lijnsnelheid en stel de lijmpatronen in tot deze op het product de correcte positie hebben. OPMERKING: Als de lijmsporen te dicht nabij de rand van het product worden geplaatst, verloopt deze procedure mogelijk gemakkelijker door alleen het eerste lijmspoor aan te zetten, want het achteropkomende lijmspoor kan bij hoge snelheid achter het product geplaatst worden. 3. Laat de productielijn draaien op of nabij de maximumsnelheid, voer enkele producten door de machine en haal ze eruit voor inspectie. 4. Doorloop op het aanraakscherm de volgende instelmenu's: Systeem instellen > Installatiemenu 2 van 4 > Compensatie-instellingen Wijzig in het scherm Compensatie-instellingen de waarde Ingestelde snelheid in de waarde Snelheid bij laatste cyclus. Dit moet de snelheid zijn waarbij de laatste serie producten werd gelijmd. 5. Meet de afstand die de lijmsporen achterbleven bij producten die op hoge snelheid werden gelijmd. 6. Doorloop op het aanraakscherm de volgende instelmenu's: Pistoolmenu > Instellingen In het scherm Instellingen voert u de afwijkende afstand bij de voorrand in voor Compensatie Aan en de afwijkende afstand bij de achterrand voor Compensatie Uit. 7. Voer deze functie uit voor elk pistool in het systeem. Alle pistolen horen nu correct te zijn ingesteld voor de hoge en lage productielijnsnelheid. OPMERKING: Wanneer de pistoolcompensatiewaarden worden ingevoerd zonder de afwijking te meten, kan de compensatiewaarde worden aangepast om meer precisie te verkrijgen. Voer de volgende stappen uit om de pistoolcompensatiewaarde te wijzigen: Wanneer de voorrand vertraagd is (te ver terug op het product) bij een hoge lijnsnelheid, is extra AAN-compensatie vereist om de lijmspoorbekrachtiging naar voren te brengen. Hetzelfde geldt voor de achterrand en de UIT-compensatie. Wanneer de voorrand vervroegd is (te ver naar voren op het product) bij een hoge lijnsnelheid, is minder AAN-compensatie vereist. Hetzelfde geldt voor de achterrand en de UIT-compensatie. Controleer de compensatie bij hoge en lage lijnsnelheden en stel bij totdat de lijmsporen zich niet meer over het product verplaatsen. Zodra de lijmspoorposities stabiel zijn bij hoge en lage lijnsnelheden maar nog niet de correcte positie hebben op het product, kunnen de waarden voor lijmspoorvertraging, duur en/of GTO worden aangepast om het patroon op de juiste locatie te brengen Nordson Corporation

95 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 87 Rechtstreeks invoeren van een compensatiewaarde Als u vertrouwd bent met de uit- en inschakeltijden van de gebruikte pistolen, voer dan de pistoolcompensatiewaarden rechtstreeks in milliseconden in. 1. Doorloop op het aanraakscherm de volgende instelmenu's: Systeem instellen > Installatiemenu 2 van 4 > Compensatie-instellingen Stel in het scherm Compensatie-instellingen de waarde Ingestelde snelheid in op 60 m/min. 2. Doorloop op het aanraakscherm de volgende instelmenu's: Pistoolmenu > Instellingen In het menu Instellingen vult u de pistoolreactietijd in op de schermen Compensatie Aan en Compensatie Uit. De waarden worden getoond in millimeters (de waarde is dezelfde als het aantal milliseconden) bij een ingestelde lijnsnelheid van 60 m/min. Gebruikelijke compensatiewaarden voor pneumatisch bediende standaard pistolen zijn ms. Gebruikelijke compensatiewaarden voor pneumatisch bediende hoge-snelheid pistolen zijn 5-10 ms. Gebruikelijke compensatiewaarden voor elektrische pistolen zijn 1-5 ms Nordson Corporation

96 88 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Pistoolselectie In dit scherm kunt u in een beschikbare lijst een pistoolbesturing selecteren en de instellingen aanpassen. Het bereik voor alle parameters is gebaseerd op het geselecteerde pistool. 1. De standaard pistoolselectie is Geen en deze geeft een storingsmelding indien Lijmen Aan wordt geselecteerd zonder dat een pistool is toegewezen. 2. Selecteer een elektrisch pistool volgens het model of een pneumatisch pistool volgens het magneetklepwattage. LET OP: Wijzig de standaardwaarden bij voorkeur niet, behalve in extreme gevallen. Universele instellingen voor pistoolbesturing bepalen voor magneetkleppen 1. Wanneer de magneetklep is uitgerust met LED's of andere elektronische componenten, verwijder deze apparatuur dan van de magneetklep om eventuele pistoolkortsluiting of schade aan de magneetkleppen te voorkomen. 2. Bepaal de nominale stroomsterkte van de magneetklep via een van de volgende stappen: Via nominale waarden voor vermogen en spanning: Wanneer u het elektrisch vermogen weet maar niet de weerstand van de magneetklep, bereken dan de nominale stroomwaarde via de volgende formule: Nominale stroomsterkte = Nominaal vermogen/nominale spanning (meestal 24 V) Via weerstandsmeting met een ohmmeter Wanneer u de weerstand van de wikkeling hebt gemeten, berekent u de nominale stroomsterkte die de magneetklep nodig heeft via de volgende formule: Nominale stroomsterkte = Nominale spanning/gemeten weerstand (De nominale spanning voor de magneetklep bedraagt meestal 24 V) 3. Vermenigvuldig de berekende nominale stroomsterkte met 1,5 om de piekstroom te bepalen. 4. Vermenigvuldig de berekende nominale stroomsterkte met 0,75 om de houdstroom te bepalen. 5. De laatste variabele die moet worden bepaald is de piektijd of duur. Deze waarde kan bij elke magneetklep anders zijn en de optimale waarde wordt het best bepaald door uitproberen. Begin met 3 ms en verlaag deze tijd totdat het pistool niet meer consistent opent. Voeg 50 tot 100 procent toe aan deze marginale piektijd en laat de pistoolbesturing op deze waarde ingesteld staan. Bij toepassingen met een lagere cycluswaarde kunt u de piektijd ingesteld laten op 3 ms. Bij de meeste kleppen zou 0,5 ms piektijd voldoende moeten zijn om de klep te openen Nordson Corporation

97 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 89 De functies Kopiëren en Plakken Gebruik de functies Kopiëren/Plakken om systemen met meerdere pistolen gemakkelijker te kunnen programmeren. Om de patrooninstellingen voor het eerste pistool te programmeren: 1. Raak de knop Kopiëren aan. De knopweergave wijzigt en vermeldt nu **Kopiëren. 2. Navigeer met de pijltoetsen in de hoek rechtsonder naar het volgende pistool en raak de knop Plakken aan. Instellen van drukregeling Stel de lineaire drukcurve in (de lijmhoeveelheid afgezet tegen de machinesnelheid). De patroonbesturing verzorgt een precieze afregeling van de systeemdruk, om het juiste lijmvolume te handhaven tijdens snelheidswisselingen van de productielijn. Dit menu dient om het lineaire twee punts drukprofiel voor elke drukvariatie in te stellen. 1 Drukinstellingen 2 Uitgangscurve-instelling Minimum 0% 100% Lijnsnelheid 0,0 m/min 300,0 m/min Druk 30 % 90 % 80% 60% 8 40% 20% 30% Drukregeling 1B1 0% 0,0 100,0 200,0 300,0 Snelheid m/min % Drukregeling 1B2 Maximum 100% Autospot instellingen 2 Punt Afb. 63 Het scherm Instellingen druksignaal 1. Knop Drukinstellingen 2. Uitschakellimiet voor minimale lijndruk 3. Lijnsnelheid/Instellingen drukregeling 4. Uitschakellimiet voor maximale lijndruk Autospot drukinstelling 6. 2/5 punt curve instelling 7. Instelling drukuitgang 8. Weergave drukuitgang/lijnsnelheid 1. Selecteer Drukinstellingen in het hoofdmenu. 2. Stel de uitschakellimiet voor minimale lijndruk in. 3. Stel de drukregeling in voor elke lijnsnelheid. 4. Stel de 2- of 5-punts curve in. 5. Stel de uitschakellimiet voor maximale lijndruk in. 6. Stel indien van toepassing de Autospot drukinstelling in Nordson Corporation

98 90 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Instellen van Pistoolspoeling In het scherm Pistoolspoeling kunt u een pistool in een specifieke pistoolzone doorspoelen of schoonspoelen. OPMERKING: Door pistolen van tijd tot tijd door of schoon te spoelen voorkomt u dat zich afzettingen vormen of er resten in achterblijven. 1 Installatiemenu 1 van Instelling door-/schoonspoelen Doorspoelen Schoonspoelen Schoonspoeldruk Zone 1A1 - Drukregeling 1A1 50% 4 Zone 1A2 - Drukregeling 1A2 50% Afb. 64 Het scherm Pistoolspoeling 1. Installatiemenu 1 van 4 2. Schoonspoelen-knop 3. Doorspoelen-knop 4. Zone voor selectie van drukregeling voor pistolen Als het systeem is ingesteld op Schoonspoelen, blijven de pistooluitgangen actief zolang de knop ingedrukt is. Deze modus wordt gebruikt om de in het systeem achtergebleven lucht of materiaal af te laten via de lijmapplicator of mondstuk, of voor aflaten van de systeemdruk door de applicator te bekrachtigen. Wanneer het systeem is ingesteld op Doorspoelen is een continue bekrachtiging mogelijk terwijl u de pistolen met de hand bedient om te reinigen of voor andere doeleinden. Deze functie wordt gebruikt om systemen voor vloeibare lijm te spoelen Nordson Corporation

99 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 91 Het scherm Pistoolspoeling maakt doorspoelen of schoonspoelen (zoals bepaald door de instelling Doorspoelen/Schoonspoelen) mogelijk voor alleen een enkel pistool of voor alle pistolen tegelijk. De drukzone voor elk pistool kan worden toegewezen en de bijbehorende spoeldruk wordt ingesteld. Pulseren Aan houdt een snelle bekrachtiging in van de uitgang, ook dit kan worden geactiveerd. 5 Afb. 65 Instellingen voor spoeling 1. Toegewezen drukzone 2. Spoeldruk 3. Enkel pistool schoonspoelen 4. Knop Alles schoonspoelen 5. Pulseren Aan inschakelen 2011 Nordson Corporation

100 92 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Werken met Jobbestanden De in het systeem aanwezige programma's voor patroonbesturing zijn georganiseerd rondom Jobbestanden die zijn afgestemd op uw bedrijfscondities. Elke job wordt in de hoofdbesturingsmodule opgeslagen onder een door de gebruiker gegeven naam die later kan worden opgeroepen en herhaaldelijk te gebruiken is. Een nieuwe job aanmaken en verwerken Volg deze instructies om een nieuwe job aan te maken: 1. Raak op het hoofdscherm de knop Jobbestanden aan om het Job-bestandsmenu op te roepen. 2. Raak de knop Nieuw aan. 3. Tik een beschrijvende naam van de job in het dialoogvenster Nieuwe job. De beschrijving kan generiek worden ingesteld of bij elke productierun worden gewijzigd. Job-bestandsmenu Nieuwe job Naam LARGE CHOCOLATE Beschrijving JOB OK Afb. 66 Het scherm Jobbestanden 4. Raak de knop OK aan. Een lege Actieve job wordt aangemaakt, de Job status wijzigt in geel en toont de jobnaam en Instellingen in de statusbalkknop Job status. 5. Programmeer het gewenste patroon en de drukinstellingen voor elk pistool dat in de job zal worden gebruikt. 6. Raak op de statusbalk de knop Job status aan om de job te verwerken. De knopkleur wijzigt naar groen en de job verandert in de modus In bedrijf. Zie onder Jobrapporten voor nadere informatie over de modus In bedrijf en de productietellers in de modus Instellingen. Een job opslaan Volg deze instructies om een job op te slaan: 1. Raak de knop Jobbestanden aan en raak dan Opslaan als aan. 2. Raak OK aan. Wanneer een Nieuwe job wordt aangemaakt, wordt deze niet automatisch opgeslagen. Raak de knop Opslaan als aan om de job op te roepen Nordson Corporation

101 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 93 Een opgeslagen job openen Volg deze instructies om een opgeslagen job te openen: 1. Open het scherm Jobbestanden. 2. Selecteer het vereiste bestand (blauw gemarkeerd) en raak dan de knop Openen aan. Zodra de job opent kan hieraan een unieke jobbeschrijving worden toegewezen voor identificatie tijdens een productierun. De job opent in de modus Instellingen. Deze modus wordt aangeduid door de gele kleur van de knop Job status op de statusbalk. Maak de eventueel gewenste wijziging in het patroonprogrammma en in de drukinstellingen. Het systeem houdt tijdens het instellen afzonderlijk de productietellingen bij. 3. Om de job te gaan produceren raakt u op de statusbalk de knop Job status aan. De knopkleur wijzigt naar groen en de job verandert in de modus In bedrijf. In deze modus start het systeem automatisch en afzonderlijk de productietellingen. OPMERKING: Wanneer er na openen van een bestaande job wijzigingen hierin worden doorgevoerd, worden deze wijzigingen niet automatisch opgeslagen. Gebruik de knop Opslaan als om deze wijzigingen op te slaan. Job status De knop Job status in het hoofdmenu presenteert een overzicht van de huidige job. Afhankelijk van de toegewezen tellers toont het scherm Job status de tellingen voor Instelling, In bedrijf en Totaal voor elke toegewezen teller. Zie onder Jobrapporten en Tellers hierna. Afb. 67 Het scherm Job status 2011 Nordson Corporation

102 94 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Een job beëindigen Om een productierun te beëindigen raakt u de knop Einde job aan op de pagina Job status. Er wordt automatisch een productierapport aangemaakt en opgeslagen op een geïnstalleerd USB-apparaat of op de CompactFlash-kaart van het aanraakscherm. Reservekopie van Jobbestanden Jobbestanden kunnen worden opgeslagen op een USB-apparaat voor geheugenopslag via Installatiemenu 1 > Systeeminformatie opslaan/herstellen. Jobs vanaf USB-apparaat opslaan en herstellen Wanneer de geheugenlimieten van de hoofdbesturingsmodule zijn bereikt, kunnen jobbestanden ook worden opgeslagen op een USB-apparaat voor geheugenopslag, met gebruik van de bijbehorende knoppen in het scherm Jobbestanden. Jobrapporten en Tellers Jobrapporten worden steeds geproduceerd bij de beëindiging van een actieve job. OPMERKING: Een actieve job wordt steeds beëindigd bij het aanmaken van een nieuwe job of bij opslaan van een job. Het jobrapport en ook de pagina Job status hanteert de toegewezen tellers om zinvolle productiedata te presenteren en opslaan. Tellers worden toegewezen via Systeem instellen, Installatiemenu 3 > Tellertoewijzingen en Productpartijeninstellingen. Bij het gebruik van deze pagina's wordt een triggeringang toegewezen aan de volgende tellers: Aantal toegevoerd Aantal geleverd Na uitwerper aantal Aantal partijen 2011 Nordson Corporation

103 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 95 Bij de beëindiging van een job wordt een gedetailleerd productierapport aangemaakt dat alle getoonde tellers in het scherm Job status bevat evenals de tellingen voor elk pistool en sensor. Het jobrapport wordt opgeslagen in een bestand dat kan worden geïmporteerd in Microsoft Excel, gebruikmakend van een sjabloon dat samen met het jobrapportbestand wordt opgeslagen. Een voorbeeld van een productierapport ziet u hieronder: Afb. 68 Voorbeeld van productierapport 2011 Nordson Corporation

104 96 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Problemen en oplossingen PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze handleiding en uit alle andere relevante documentatie in acht nemen. Alarmmeldingen Dit hoofdstuk geeft snel toegankelijke naslaginformatie voor diagnose van storingen in het besturingssysteem. De tabellen tonen de meldingen die verschijnen in het scherm Diagnoselog als zich een systeemstoring voordoet. Deze tabellen tonen bovendien de gebruikelijke corrigerende maatregelen bij elk meldingtype. Deze informatie is ook beschikbaar in de Help-pagina's in het scherm Diagnoselog. Als het probleem niet is op te lossen met behulp van de storingzoektabellen, neem dan contact op met uw Nordson vertegenwoordiger voor technische ondersteuning. Alarmmelding Verklaring Actie Lijnsnelheid laag voor encoder 1 Lijnsnelheid laag voor encoder 2 Lijnsnelheid laag voor encoder 3 Verplicht Lijm uitgezet door te korte productlengte Product geblokkeerd Wachtrij te lang Sjabloon eindigt met lijmspoor Product niet OK voor maximale tussenruimte, totaal lijmvolume, of patroonverificatie Afstand sensortrigger tot uitwerper te klein, niet uitgeworpen Operator keurde product af De lijnsnelheid is lager dan de door de gebruiker ingevoerde minimum alarmwaarde Pistool kon niet op tijd worden bekrachtigd om geprogrammeerd patroon te genereren Trigger was korter dan patroon, met een afgekapt patroon als resultaat Trigger bleef geactiveerd over een langere afstand dan de geprogrammeerde blokkadeparameter Te veel producten tussen trigger en pistool Het voor een sensor berekende sjabloon eindigt met een lijmspoor Er is een image geconstateerd dat niet overeenstemt met de inspectieparameters De afstand tussen de uitwerper en de trigger is kleiner dan de afstand tussen de sensortrigger en de uitwerper De operator heeft een product uitgeworpen met de bedieningstoets op het aanraakscherm N.v.t. Verlaag de lijnsnelheid, verhoog de offsetwaarde pistool tot trigger (GTO). Gebruik snellere pistolen die minder compensatie vereisen en/of verhoog de afmetingen van lijmspoor of tussenruimte. Verhoog de waarde voor triggermaskering. Controleer of producten mogelijk geplet of te kort zijn. Controleer of producten of rommel op de lijn de trigger misschien blokkeren. Haal trigger en pistool dichter naar elkaar toe of verhoog de onderlinge afstand tussen producten. Vergroot het 'zicht' van de sensor door de triggermaskering of de sensor trigger offsetwaarde (STO) aan te passen. N.v.t. Corrigeer de uitwerper-offset afstand. N.v.t. Vervolg Nordson Corporation

105 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 97 Alarmmelding Verklaring Actie Machinestop door reeks opeenvolgende slechte producten Machinestop door te veel slechte producten Product niet OK bij patroonverificatie Product niet OK bij verificatie maximum ruimte Product niet OK bij verificatie totaal lijmspoor Te veel lijmspoor Product niet OK bij verificatie totaal lijmspoor Te weinig lijmspoor Product niet OK voor patroon en maximale tussenruimte Product niet OK voor patroon, max. tussenruimte en totaal lijmspoor Te veel lijmspoor Product niet OK voor patroon, max. tussenruimte en totaal lijmspoor Te weinig lijmspoor Product niet OK voor patroon, max. tussenruimte en totaal lijmspoor Te weinig/te veel lijmspoor Product niet OK voor patroon en totaal lijmspoor Te veel lijmspoor Product niet OK voor patroon en totaal lijmspoor Te weinig/te veel lijmspoor Product niet OK voor patroon en totaal lijmspoor Te weinig lijmspoor Product niet OK, max. tussenruimte en totaal lijmspoor Te veel lijmspoor Het maximale aantal opeenvolgende slechte producten is bereikt Het maximale aantal slechte producten is bereikt Product is door de besturing bestempeld als defect. Lijmpatroon op product viel buiten tolerantie De grootste tussenruimte in het lijmspoor was groter dan de door de gebruiker geselecteerde grenswaarde De totale lijmhoeveelheid overschreed de door gebruiker ingestelde grenswaarde De totale lijmhoeveelheid was minder dan de door gebruiker ingestelde grenswaarde Het lijmpatroon voor het product was buiten de tolerantie en een tussenruimte in het lijmspoor was groter dan de door de gebruiker ingestelde grenswaarde Er zijn grote problemen met de lijmpatronen. De lijm is buiten de tolerantie, een tussenruimte is te groot en de totale lijmhoeveelheid op het product is te groot Er zijn grote problemen met de lijmpatronen. De lijm is buiten de tolerantie, een tussenruimte is te groot en de totale lijmhoeveelheid op het product is te klein Er zijn grote problemen met de lijmpatronen. De lijm is buiten de tolerantie, een tussenruimte is te groot en de totale lijmhoeveelheid op het product is te groot of te klein Het lijmpatroon voor het product was buiten de tolerantie en de totale lijmhoeveelheid op het product was te groot Het lijmpatroon voor het product was buiten de tolerantie en het totale lijmspoor op het product was te groot of te klein Het lijmpatroon voor het product was buiten de tolerantie en het totale lijmspoor op het product was te klein Er zijn grote problemen met de lijmpatronen. De lijm is buiten de tolerantie, een tussenruimte is te groot en de totale lijmhoeveelheid op het product is te groot Het aantal slechte producten kan worden gewijzigd onder: Systeeminstellingen en Instellingen machinebesturing Controleer onder Inspectieparameters. Indien correct, verhelp dan probleem bij aanbrengen van lijm. Controleer onder Inspectieparameters. Controleer onder Inspectieparameters. Indien correct, verhelp dan probleem bij aanbrengen van lijm. Vervolg Nordson Corporation

106 98 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Alarmmeldingen (vervolg) Alarmmelding Verklaring Actie Product niet OK, max. tussenruimte en totaal lijmspoor Te weinig lijmspoor Product niet OK, max. tussenruimte en totaal lijmspoor Te weinig/te veel lijmspoor Product niet OK, totaal lijmspoor Te weinig/te veel lijmspoor Pistool bekrachtigd zonder pistooltoewijzing In het lijmspoor op het product zit een tussenruimte die groter is dan de door de gebruiker aangegeven grenswaarde en de totale lijmhoeveelheid is te klein In het lijmspoor op het product zit een tussenruimte die groter is dan de door de gebruiker aangegeven grenswaarde en de totale lijmhoeveelheid is te klein Het totale lijmspoor op het product is te groot of te klein Er zijn geen parameters voor pistoolbesturing ingevoerd Controleer onder Inspectieparameters. Indien correct, verhelp dan probleem bij aanbrengen van lijm. Controleer onder Inspectieparameters. Indien correct, verhelp dan probleem bij aanbrengen van lijm. Controleer onder Inspectieparameters. Indien correct, verhelp dan probleem bij aanbrengen van lijm. Selecteer een pistooltype voor het betreffende uitgangskanaal. Storingsmeldingen Module 1 Fout in configuratiecontrolesom Foutmelding Verklaring Actie Module 1 Overbelasting processor fout Module 1 Onherstelbare schrijffout flashgeheugen Module 1 Groot aantal onderbrekingen Module 1 Fout in flashcontrolesom bij opstarten Module 1 (ISR) Bus fout Module 1 (ISR) Adres fout Module 1 (ISR) Illegale opcode Module 1 (ISR) Delen door nul Module 1 (ISR) Niet geïnitialiseerde onderbreking Interne fout nr. 12 Interne fout nr. 13 De controlesom van de software in flash is beschadigd CPU kan alle taken niet voltooien in de toegekende tijd De eenheid probeerde naar flash te schrijven, maar de nieuwe waarde was beschadigd N.v.t. De controlesom van de software in flash is beschadigd Fout CPU Interne fout Schakel voeding naar de eenheid uit en in. Installeer de software opnieuw of voer upgrade uit. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de kaart met de procesbesturing. Ontlast CPU van verwerkingstaken. Schakel voeding naar de eenheid uit en in. Installeer de software opnieuw of voer upgrade uit. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de kaart met de procesbesturing. N.v.t. Installeer de software opnieuw of voer upgrade uit. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de kaart met de procesbesturing Schakel voeding naar de eenheid uit en in. Installeer de software opnieuw of voer upgrade uit. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de kaart met de procesbesturing. Vervolg Nordson Corporation

107 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 99 Interne fout nr. 14 Interne fout nr. 15 Interne fout nr. 16 Interne fout nr. 17 Interne fout nr. 18 Interne fout nr. 19 Interne fout nr. 20 Interne fout nr. 21 Interne fout nr. 22 Interne fout nr. 23 Interne fout nr. 24 Interne fout nr. 25 Interne fout nr. 26 Interne fout nr. 27 Interne fout nr. 28 Interne fout nr. 29 Interne fout nr. 30 Interne fout nr. 31 Interne fout nr. 33 Interne fout nr. 34 Interne fout nr. 35 Interne fout nr. 36 Interne fout nr. 37 Interne fout nr. 38 Interne fout nr. 39 Interne fout nr. 40 Interne fout nr. 41 Interne fout nr. 42 Interne fout nr. 43 Interne fout nr. 44 Interne fout nr. 45 Interne fout nr. 46 Interne fout nr. 47 Interne fout nr. 48 Interne fout nr. 49 Interne fout nr. 50 Interne fout nr. 51 Interne fout nr. 52 Interne fout nr. 53 Interne fout nr. 54 Foutmelding Verklaring Actie Interne fout Schakel voeding naar de eenheid uit en in. Installeer de software opnieuw of voer upgrade uit. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de kaart met de procesbesturing. Vervolg Nordson Corporation

108 100 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Storingsmeldingen(vervolg) Foutmelding Verklaring Actie Interne fout nr. 55 Interne fout nr. 56 Interne fout nr. 57 Module 1 Bank A adres kringloop foutief Module 1 Bank B adres kringloop foutief Module 1 Bank A data kringloop foutief Module 1 Bank B data kringloop foutief Module 1 Bank A FPGA RAM foutief Module 1 Bank B FPGA RAM foutief Module 1 FPGA A adres kringloop foutief Module 1 FPGA B adres kringloop foutief Module 1 Fout door beschadigd RAM Module 1 FPGA A data kringloop foutief Module 1 FPGA B data kringloop foutief Module 1 Procesbesturing CPLD adres kringloop foutief Module 1 Procesbesturing CPLD data kringloop foutief Module 1 Hoofdbesturing I/O adres kringloop foutief Module 1 Hoofdbesturing I/O data kringloop foutief Module 1 SPI kringloop foutief Interne fout Adreslijntest op de I/O module in bank A mislukt Adreslijntest op de I/O module in bank B mislukt Databustest op de I/O module in bank A mislukt Databustest op de I/O module in bank B mislukt Geheugenfout in bank A FPGA-kaart (versneller-pca). Geheugenfout in bank B FPGA-kaart (versneller-pca). Adrestest mislukt in bank A FPGA-kaart (versneller-pca) Adrestest mislukt in bank B FPGA-kaart (versneller-pca) Geheugentest mislukt in module 1 Databustest mislukt in bank A FPGA-kaart (versneller-pca) Databustest mislukt in bank B FPGA-kaart (versneller-pca) Adrestest mislukt in module 1 Databustest mislukt in module 1 Adreslijntest op hoofdbesturing I/O module mislukt Databustest op hoofdbesturing I/O module mislukt SPI-test (Seriële Perifere Interface) mislukt in module 1 Schakel voeding naar de eenheid uit en in. Installeer de software opnieuw of voer upgrade uit. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de kaart met de procesbesturing. Vervang de I/O bank PCA in bank A. Als het probleem blijft bestaan, vervang dan de procesbesturing PCA. Vervang de I/O bank PCA in bank B. Als het probleem blijft bestaan, vervang dan de procesbesturing PCA. Vervang de I/O bank PCA in bank A. Als het probleem blijft bestaan, vervang dan de procesbesturing PCA. Vervang de I/O bank PCA in bank B. Als het probleem blijft bestaan, vervang dan de procesbesturing PCA. Vervang de FPGA-kaart (versneller-pca) in bank A. Vervang de FPGA-kaart (versneller-pca) in bank B. Vervang de FPGA-kaart (versneller-pca) in bank A. Vervang de FPGA-kaart (versneller-pca) in bank B. Vervang procesbesturing-pca in module 1. Vervang de FPGA-kaart (versneller-pca) in bank A. Vervang de FPGA-kaart (versneller-pca) in bank B. Vervang procesbesturing-pca in module 1. Vervang procesbesturing-pca in module 1. Vervang de hoofdbesturing I/O bank PCA. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de procesbesturing-pca. Vervang de hoofdbesturing I/O bank PCA. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de procesbesturing-pca. Vervang procesbesturing-pca in module 1. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de voeding-pca. Vervolg Nordson Corporation

109 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 101 Foutmelding Verklaring Actie Verbinding naar module 2 verdwenen Verbinding naar module 3 verdwenen Verbinding naar module 4 verdwenen Verbinding naar module 5 verdwenen Verbinding naar module 6 verdwenen Verbinding naar module 7 verdwenen Verbinding naar module 8 verdwenen Besturingsmodule nummer 1 kan niet communiceren met besturingsmodule nummer 2. Besturingsmodule nummer 1 kan niet communiceren met besturingsmodule nummer 3. Besturingsmodule nummer 1 kan niet communiceren met besturingsmodule nummer 4. Besturingsmodule nummer 1 kan niet communiceren met besturingsmodule nummer 5. Besturingsmodule nummer 1 kan niet communiceren met besturingsmodule nummer 6. Besturingsmodule nummer 1 kan niet communiceren met besturingsmodule nummer 7. Besturingsmodule nummer 1 kan niet communiceren met besturingsmodule nummer 8. Controleer kabels voor ethernet en Systeemverbinding. Controleer of besturingsmodule nummer 2 voeding heeft. Controleer kabels voor ethernet en Systeemverbinding. Controleer of besturingsmodule nummer 3 voeding heeft. Controleer kabels voor ethernet en Systeemverbinding. Controleer of besturingsmodule nummer 4 voeding heeft. Controleer kabels voor ethernet en Systeemverbinding. Controleer of besturingsmodule nummer 5 voeding heeft. Controleer kabels voor ethernet en Systeemverbinding. Controleer of besturingsmodule nummer 6 voeding heeft. Controleer kabels voor ethernet en Systeemverbinding. Controleer of besturingsmodule nummer 7 voeding heeft. Controleer kabels voor ethernet en Systeemverbinding. Controleer of besturingsmodule nummer 8 voeding heeft Nordson Corporation

110 102 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Deze bladzijde is bewust leeg gehouden Nordson Corporation

111 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 103 Door gebruiker gegenereerde gebeurtenismeldingen Melding aan gebruiker over gebeurtenis Voeding Uit Inschakelen Inschakelen Autostart Aan aangezet Lijmen Aan Lijmen Uit Verificatie Aan Verificatie Uit Teller werkstukafkeuring terugstellen Detectie uitwerperregeling aangezet Detectie uitwerperregeling uitgezet Machinestop uitgezet Machinestop aangezet Slaapmodus Uit gezet Slaapmodus Aan gezet Sensor inleren Sensor inleren afbreken Fabriekstest aangezet Reset procesbesturing Tijd en datum instellen Programma opgeslagen Programma gewist Programma geopend Software voor procesbesturing werd vernieuwd Paneelsoftware werd vernieuwd Instellingen waarschuwingsfilter gewijzigd Verklaring Voeding naar systeem is uitgeschakeld Voeding naar systeem is ingeschakeld. Voeding naar systeem ingeschakeld met automatische start patroonbesturing. De patroonbesturing is aangezet. De patroonbesturing is uitgezet. Lijmspoorverificatie is aangezet. Lijmspoorverificatie is uitgezet. De teller voor werkstukafkeuring is teruggesteld. De teller voor werkstukafkeuring is teruggesteld. De uitwerper is uitgezet. Machinestop is uitgezet. Machinestop is aangezet. Het systeem werd uit de slaapmodus gehaald. Het systeem werd in de slaapmodus gebracht. Sensor nummer 1 heeft een goed patroon geleerd. Het inleren voor sensor nummer 1 werd afgebroken. Testmodus fabriek geactiveerd. De procesbesturing is teruggesteld. De datum en tijd werden ingesteld. Een gebruikersprogramma is opgeslagen in het geheugen. Een gebruikersprogramma in het geheugen is gewist. Een gebruikersprogramma werd voor gebruik opgehaald uit het geheugen. De software in de besturingsmodule is met succes vernieuwd. De software in het bedieningspaneel is met succes vernieuwd. De filterinstellingen zijn gewijzigd Nordson Corporation

112 104 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Waarschuwingsmeldingen Waarschuwingsmelding Verklaring Actie Onverwachte ISR Module 1 Encoder 0 Onregelmatig of afwezig signaal Module 1 Encoder 1 Onregelmatig of afwezig signaal Module 1 Communicatiefout Module 1 RAM-fout Module 1 Controlesomfout programma Module 1 Encoder 2 Onregelmatig of afwezig signaal Module 1 Time-out bewaking Module 1 Lijmspoorgeheugen overschreden Module 1 Pgm: punten lijnsnelheid zijn gelijk Module 1 Pgm: lijnsnelheid volgorde foutief Module 1 Pgm: lijnsnelheid te veel lijmsporen Het systeem heeft een onverwerkte onderbreking van onbekende herkomst gedetecteerd. Sommige systeemfuncties werken niet meer Het systeem heeft een encoder gedetecteerd met symptomen die duiden op een slecht of wegvallend encodersignaal Het systeem heeft een encoder gedetecteerd met symptomen die duiden op een slecht of wegvallend encodersignaal Het systeem heeft een communicatiefout gedetecteerd Het RAM (interne SD of statische lading) is beschadigd Bij het laden van een programma blijkt de controlesom van het programma beschadigd Het systeem heeft een encoder gedetecteerd met symptomen die duiden op een slecht of wegvallend encodersignaal Fout CPU Het beschikbare geheugen is te klein voor het aantal streeplijn, puntlijm of autospot lijmsporen Interne fout Schakel voeding naar systeem uit en in. Voer upgrade uit met recente software. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de kaart met de procesbesturing. Controleer de mechanische en elektrische aansluitingen van encoder nummer 1. Vervang de encoder en/of encoderkabel. Controleer de mechanische en elektrische aansluitingen van encoder nummer 2. Vervang de encoder en/of encoderkabel. Controleer de mechanische en elektrische aansluitingen van encoder nummer 1. Vervang de ethernetkabel of seriële kabels. Schakel voeding naar systeem uit en in. Voer upgrade uit met recente software. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de kaart met de procesbesturing. Wis het programma en laad een beslist goed programma of een nieuw programma. Controleer de mechanische en elektrische aansluitingen van encoder nummer 3. Vervang de encoder en/of encoderkabel. Schakel voeding naar systeem uit en in. Voer upgrade uit met recente software. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de kaart met de procesbesturing. Verhoog de interval of verlaag de lijmspoorafmetingen of het aantal lijmsporen. Wis het programma en laad een beslist goed programma of een nieuw programma. Vervolg Nordson Corporation

113 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 105 Waarschuwingsmelding Module 1 Conflict tussen hoog/laag grenswaarden drukregeling Module 1 Onjuist triggernummer Module 1 Trigger niet beschikbaar Module 1 Driversleuf A thermische fout Module 1 Driversleuf A kortsluiting kanaal 1 Module 1 Driversleuf A kortsluiting kanaal 2 Module Driversleuf A kortsluiting kanaal 3 Module 1 Driversleuf A kortsluiting kanaal 4 Module 1 Driversleuf A onderbreking kanaal 1 Module 1 Driversleuf A onderbreking kanaal 2 Module 1 Driversleuf A onderbreking kanaal 3 Interne fout Verklaring Gemeten interne omgevingstemperatuur is te hoog om een goede werking te kunnen garanderen Stroomonttrekking pistool is hoger dan toegestaan Stroomonttrekking pistool is hoger dan toegestaan Stroomonttrekking pistool is hoger dan toegestaan Stroomonttrekking pistool is hoger dan toegestaan Pistool neemt onvoldoende stroom op voor een goede werking Pistool neemt onvoldoende stroom op voor een goede werking Pistool neemt onvoldoende stroom op voor een goede werking Actie Corrigeer de percentagelimieten voor de uitgang tot binnen de grenswaarden, of stel het systeem terug naar de standaard fabrieksinstellingen. Wis het programma en laad een beslist goed programma of een nieuw programma. Verlaag de omgevingstemperatuur rond het systeem. Verlaag de bekrachtigingssnelheid van de pistolen. Controleer het pistool of de pistoolkabel op kortsluiting. Verlaag de belasting van het pistool. Controleer de pistoolinstellingen (instellingen voor piekstroom en houdstroom). Controleer het pistool of de pistoolkabel op kortsluiting. Verlaag de belasting van het pistool. Controleer de pistoolinstellingen (instellingen voor piekstroom en houdstroom). Controleer het pistool of de pistoolkabel op kortsluiting. Verlaag de belasting van het pistool. Controleer de pistoolinstellingen (instellingen voor piekstroom en houdstroom). Controleer het pistool of de pistoolkabel op kortsluiting. Verlaag de belasting van het pistool. Controleer de pistoolinstellingen (instellingen voor piekstroom en houdstroom). Controleer het pistool of de pistoolkabel op onderbrekingen. Controleer de pistoolinstellingen (instellingen voor piekstroom en houdstroom). Controleer het pistool of de pistoolkabel op onderbrekingen. Controleer de pistoolinstellingen (instellingen voor piekstroom en houdstroom). Controleer het pistool of de pistoolkabel op onderbrekingen. Controleer de pistoolinstellingen (instellingen voor piekstroom en houdstroom). Vervolg Nordson Corporation

114 106 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Waarschuwingsmeldingen (vervolg) Waarschuwingsmelding Verklaring Actie Module 1 Driversleuf A onderbreking kanaal 4 Module 1 Driversleuf A > 100 Watt Module 1 Driversleuf A onbekend type kaart Module 1 Driversleuf B thermische fout Module 1 Driversleuf B kortsluiting kanaal 1 Module 1 Driversleuf B kortsluiting kanaal 2 Module 1 Driversleuf B kortsluiting kanaal 3 Module 1 Driversleuf B kortsluiting kanaal 4 Module 1 Driversleuf B onderbreking kanaal 1 Module 1 Driversleuf B onderbreking kanaal 2 Module 1 Driversleuf B onderbreking kanaal 3 Module 1 Driversleuf B onderbreking kanaal 4 Module 1 Driversleuf B > 100 Watt Module 1 Driversleuf B onbekend type kaart Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie combinatiefout bank 0 Pistool neemt onvoldoende stroom op voor een goede werking Door pistoolbelasting is stroomonttrekking hoger dan toegestaan Besturingskaart wordt niet herkend De gemeten interne omgevingstemperatuur is te hoog om een goede werking te kunnen garanderen Stroomonttrekking pistool is hoger dan toegestaan Pistool neemt onvoldoende stroom op voor een goede werking Door pistoolbelasting is stroomonttrekking hoger dan toegestaan Besturingskaart wordt niet herkend FPGA kaart (of versnellerkaart) nummer 1 is verkeerde type voor de geïnstalleerde I/O bank Controleer het pistool of de pistoolkabel op onderbrekingen. Controleer de pistoolinstellingen (instellingen voor piekstroom en houdstroom). Verlaag de belasting van het pistool. Controleer de pistoolinstellingen (instellingen voor piekstroom en houdstroom). Controleer of besturing nummer 1 stevig in het systeem is bevestigd. Upgrade naar recente softwareversie. Vervang de besturingskaart. Verlaag de omgevingstemperatuur rond het systeem. Verlaag de bekrachtigingssnelheid van de pistolen. Controleer het pistool of de pistoolkabel op kortsluiting. Verlaag de belasting van het pistool. Controleer de pistoolinstellingen (instellingen voor piekstroom en houdstroom). Controleer of besturing nummer 2 stevig in het systeem is bevestigd. Upgrade naar recente softwareversie. Vervang de besturingskaart. Vervang FPGA kaart of vervang I/O bank voor goede afstemming Vervolg Nordson Corporation

115 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 107 Waarschuwingsmelding Verklaring Actie Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie combinatiefout bank 1 Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie geen patroon bank 0 Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie geen detectie bank 0 Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie geen patroon bank 1 Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie geen detectie bank 1 Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie geen FPGA voor patroon bank 0 Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie geen FPGA voor detectie bank 0 Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie geen FPGA voor patroon bank 1 Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie geen FPGA voor detectie bank 1 Module 1 Ongeldige hardwareconfiguratie geen hoofdbesturing bank Module 1 Testjumper fabriek geïnstalleerd De FPGA kaart (of versnellerkaart) nummer 2 is verkeerde type voor de I/O bank De patroonbesturing FPGA kaart (of versnellerkaart) is geïnstalleerd zonder bijbehorende patroonbesturing I/O bank De lijmspoorverificatie FPGA kaart (of versnellerkaart) is geïnstalleerd zonder bijbehorende lijmspoorverificatie I/O bank De patroonbesturing FPGA kaart (of versnellerkaart) is geïnstalleerd zonder bijbehorende patroonbesturing I/O bank De lijmspoorverificatie FPGA kaart (of versnellerkaart) is geïnstalleerd zonder bijbehorende lijmspoorverificatie I/O bank De patroonbesturing I/O bank is geïnstalleerd zonder bijbehorende patroonbesturing FPGA kaart (of versnellerkaart) De lijmspoorverificatie I/O bank is geïnstalleerd zonder bijbehorende lijmspoorverificatie FPGA kaart (of versnellerkaart) De patroonbesturing I/O bank is geïnstalleerd zonder bijbehorende patroonbesturing FPGA kaart De lijmspoorverificatie I/O bank is geïnstalleerd zonder bijbehorende lijmspoorverificatie FPGA kaart (of versnellerkaart) Geen enkele module heeft een hoofdbesturing I/O bank. Een hoofdbesturing I/O bank is vereist om het systeem te voorzien van encodersignalen, externe in-/uitgang en een seriële poort De fabriekstestjumper zit in X15 op de procesbesturingskaart Vervang FPGA kaart of vervang I/O bank voor goede afstemming. Voeg een patroonproces I/O bank toe of verwijder de patroonproces FPGA kaart. Voeg een lijmspoorverificatie I/O bank toe of verwijder de lijmspoorverificatie FPGA kaart. Voeg een patroonproces I/O bank toe of verwijder de patroonproces FPGA kaart. Voeg een lijmspoorverificatie I/O bank toe of verwijder de lijmspoorverificatie FPGA kaart. Voeg een patroonproces FPGA kaart toe of verwijder de patroonproces I/O bank. Voeg een lijmspoorverificatie FPGA kaart toe of verwijder de lijmspoorverificatie I/O bank. Voeg een patroonproces FPGA kaart toe of verwijder de patroonproces I/O bank. Voeg een lijmspoorverificatie FPGA kaart toe of verwijder de lijmspoorverificatie I/O bank.. Voeg een hoofdbesturing I/O bank toe aan module nummer 1. Module nummer 1 is de eerste besturingsmodule in de systeemverbinding.. Verwijder de jumper voor een normale werking. Als er geen jumper aanwezig is, vervang dan de kaart met de procesbesturing.. Module 1 Real-time klok RAM storing RAM test mislukt voor het geheugen binnenin de real-time klok Vervang de real-time klok. Vervolg Nordson Corporation

116 108 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Waarschuwingsmeldingen (vervolg) Waarschuwingsmelding Verklaring Actie Module 1 Bank A adres kringloop foutief Module 1 Bank B adres kringloop foutief Module 1 Bank A data kringloop foutief Module 1 Bank B data kringloop foutief Module 1 Bank A FPGA RAM foutief Module 1 Bank B FPGA RAM foutief Module 1 Ram disk controlesom foutief Module 1 Niet toegewezen encoder Module 1 FPGA A adres kringloop foutief Zelfdiagnose heeft een probleem gedetecteerd in I/O bank A Zelfdiagnose heeft een probleem gedetecteerd in I/O bank B Zelfdiagnose heeft een probleem gedetecteerd in I/O bank A Zelfdiagnose heeft een probleem gedetecteerd in I/O bank B Zelfdiagnose heeft een probleem gevonden in het geheugen van de FPGA kaart van bank A (of versnellerkaart) Zelfdiagnose heeft een probleem gevonden in de FPGA kaart van bank B (of versnellerkaart) Interne fout Interne fout Zelfdiagnose heeft een probleem gevonden in het geheugen van de FPGA kaart van bank A (of versnellerkaart) Controleer de aansluitingen tussen bank A en de procesbesturingskaart. Vervang bank A. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Controleer de aansluitingen tussen bank B en de procesbesturingskaart. Vervang bank B. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Controleer de aansluitingen tussen bank A en de procesbesturingskaart. Vervang bank A. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Controleer de aansluitingen tussen bank B en de procesbesturingskaart. Vervang bank B. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Controleer de aansluitingen tussen de FPGA kaart van bank A en de procesbesturingskaart. Vervang de FPGA kaart van bank A. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Controleer de aansluitingen tussen de FPGA kaart van bank B en de procesbesturingskaart. Vervang de FPGA kaart van bank B. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Schakel voeding naar systeem uit en in. Als het probleem niet verdwijnt, stel het systeem dan terug naar de standaard fabrieksinstellingen. Wis het programma en laad een beslist goed programma of een nieuw programma. Controleer de aansluitingen tussen de FPGA kaart van bank A en de procesbesturingskaart. Vervang de FPGA kaart van bank A. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Vervolg Nordson Corporation

117 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 109 Waarschuwingsmeldingen (vervolg) Waarschuwingsmelding Verklaring Actie Module 1 FPGA B adres kringloop foutief Module 1 FPGA A data kringloop foutief Module 1 FPGA B data kringloop foutief Module 1 Procesbesturing CPLD adres kringloop foutief Module 1 Procesbesturing CPLD data kringloop foutief Module 1 Hoofdbesturing I/O adres kringloop foutief Module 1 Hoofdbesturing I/O data kringloop foutief Zelfdiagnose heeft een probleem gevonden in het geheugen van de FPGA kaart van bank B (of versnellerkaart) Zelfdiagnose heeft een probleem gevonden in het geheugen van de FPGA kaart van bank A (of versnellerkaart) Zelfdiagnose heeft een probleem gevonden in het geheugen van de FPGA kaart van bank B (of versnellerkaart) Zelfdiagnose heeft een probleem gevonden in het CPLD circuit van de procesbesturingskaart Zelfdiagnose heeft een probleem gedetecteerd in de hoofdbesturing I/O bank Zelfdiagnose heeft een probleem gedetecteerd in de hoofdbesturing I/O bank Module 1 Slechte encoder N.v.t. N.v.t. Module 1 Voeding IO kortsluiting Module 1 Beschadigde imagebuffer De 24V I/O voeding is overbelast De buffer met lijmspoorimages is beschadigd Controleer de aansluitingen tussen de FPGA kaart van bank B en de procesbesturingskaart. Vervang de FPGA kaart van bank B. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Controleer de aansluitingen tussen de FPGA kaart van bank A en de procesbesturingskaart. Vervang de FPGA kaart van bank A. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Controleer de aansluitingen tussen de FPGA kaart van bank B en de procesbesturingskaart. Vervang de FPGA kaart van bank B. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Vervang de procesbesturingskaart Controleer de aansluitingen tussen hoofdbesturing I/O bank en de procesbesturingskaart. Vervang hoofdbesturing bank. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Controleer de aansluitingen tussen hoofdbesturing I/O bank en de procesbesturingskaart. Vervang hoofdbesturing I/O bank. Vervang procesbesturingskaart als systeem de test ook dan niet doorstaat. Controleer op kortsluitingen aan externe voorzieningen die 24 VDC vanaf het systeem gebruiken. Vervang voedingspaneel. Actie is niet nodig. De images in de buffer zijn verloren gegaan en de buffer is opnieuw geïnitialiseerd. Vervolg Nordson Corporation

118 110 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Waarschuwingsmelding Verklaring Actie Module 1 Ongeldige imagegrootte Module 1 Real-time klok batterij storing Module 1 Encoder 1 Gewijzigd van kwadra naar geen Module 1 Encoder 1 Gewijzigd van kwadra naar éénfase Module 1 Encoder 1 Gewijzigd van éénfase naar kwadra Module 1 Encoder 1 Gewijzigd van éénfase naar geen Module 1 Encoder 2 Gewijzigd van kwadra naar geen Module 1 Encoder 2 Gewijzigd van kwadra naar éénfase Module 1 Encoder 2 Gewijzigd van éénfase naar kwadra Module 1 Encoder 2 Gewijzigd van éénfase naar geen Module 1 Encoder 1 Gewijzigd van geen naar kwadra Module 1 Encoder 1 Gewijzigd van geen naar éénfase Module 1 Encoder 2 Gewijzigd van geen naar kwadratuur Module 1 Encoder 2 Gewijzigd van geen naar éénfase Module 1 Voeding gewijzigd Module 1 Pistoolbesturing A gewijzigd De beeldformaatwaarde verkregen van de FPGA kaart (of versnellerkaart) is beschadigd Interne batterij van real-time klok is leeg De kwadratuurencoder is afgekoppeld De encoder werd gewijzigd van kwadratuur naar éénfase De encoder werd gewijzigd van éénfase naar kwadratuur De éénfase encoder werd afgekoppeld De kwadratuurencoder is afgekoppeld De encoder werd gewijzigd van kwadratuur naar éénfase De encoder werd gewijzigd van éénfase naar kwadratuur De éénfase encoder werd afgekoppeld Een kwadratuurencoder werd aangesloten op encoderingang nummer 1 Een éénfase-encoder werd aangesloten op encoderingang nummer 1 Een kwadratuurencoder werd aangesloten op encoderingang nummer 2 Een éénfase-encoder werd aangesloten op encoderingang nummer 2 Voeding ID is gewijzigd Er is een ander type pistoolbesturing geïnstalleerd in de eerste besturingskaartpositie Controleer de aansluitingen tussen de banken, FPGA kaart en procesbesturingskaart. Upgrade software en FPGA code. Vervang FPGA kaart als probleem niet verdwijnt. Vervang de real-time klok. Controleer of de encoder bewust werd gewijzigd. Als dat niet zo is, vervang dan de encoderkabel en/of hoofdbesturing I/O bank module en/of besturingsmodule. Controleer of bewust werd gewijzigd. Zo niet, vervang dan het voedingspaneel en/of de procesbesturingskaart. Controleer of bewust werd gewijzigd. Als het type besturing niet past bij wat werd geïnstalleerd, controleer dan of de besturing stevig is bevestigd en/of vervang de besturingskaart. Vervolg Nordson Corporation

119 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 111 Waarschuwingsmelding Verklaring Actie Module 1 Pistoolbesturing B gewijzigd Module 1 Ongeldig kladgeheugen flash Module 1 Vorige wijzigingen naar flash niet opgeslagen Module 1 Formatteerfout CF-kaart Module 1 Kan CF-kaart niet openen Module 1 Kan CF-kaart niet formatteren Module 1 Ongeldige partitie op CF-kaart Module 1 Kan bestandssysteem op CF-kaart niet openen Module 1 CF-kaart is geen DOS disk Module 1 Bank B trigger kortsluiting Module 1 Bank B drukregeling kortsluiting Er is een ander type pistoolbesturing geïnstalleerd in de eerste besturingskaartpositie Er is een fout opgetreden toen de configuratie werd opgeslagen in het on-board flashgeheugen Bij inschakelen detecteert het systeem systeemwijzigingen die vóór uitschakelen niet waren opgeslagen Er is een fout opgetreden bij het laag-niveau formatteren van de CompactFlash kaart De CompactFlash-kaart kon niet worden gevonden Er is een fout opgetreden bij het formatteren van de CompactFlash kaart Er is een fout opgetreden bij het partitieformatteren van de CompactFlash kaart Er is een fout opgetreden bij het oproepen van het bestandssysteem van de CompactFlash kaart Er is een fout opgetreden bij het oproepen van het bestandssysteem van de CompactFlash kaart Een van de triggers in bank B onttrekt te veel stroom Een van de drukregelinguitgangen in bank B onttrekt te veel stroom Module 1 Bank A primaire voeding kortsluiting Module 1 Bank A lijmspoorsensor 1/2 licht voeding kortsluiting Module 1 Bank A lijmspoorsensor 3/4/5 licht voeding kortsluiting Lijmspoorsensor nummer 1 of nummer 2 in bank A onttrekt te veel stroom Lijmspoorsensor nummer 3, nummer 4 of nummer 5 in bank A onttrekt te veel stroom Controleer of bewust werd gewijzigd. Als het type besturing niet past bij wat werd geïnstalleerd, controleer dan of de besturing stevig is bevestigd en/of vervang de besturingskaart. Schakel voeding naar systeem uit en in. Als het probleem niet verdwijnt, stel het systeem dan terug naar de standaard fabrieksinstellingen. Wacht even om wijzigingen op te slaan bij het uitschakelen van het systeem. Controleer of de CompactFlash-kaart in de module zit. Vervang de CompactFlash door een andere kaart. Controleer op kortsluiting in de triggerkabels. Vervang de triggerkabel en/of de triggervoorziening. Controleer op kortsluiting in de drukregelingkabels. Vervang de drukregelingkabel en/of de drukregelvoorziening Controleer op kortsluiting in de lijmspoorsensorkabels. Vervang de lijmspoorsensorkabel en/of de lijmspoorsensor. Controleer op kortsluiting in de lijmspoorsensorkabels. Vervang de lijmspoorsensorkabel en/of de lijmspoorsensor. Vervolg Nordson Corporation

120 112 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Waarschuwingsmeldingen (vervolg) Waarschuwingsmelding Verklaring Actie Module 1 Bank B primaire voeding kortsluiting Module 1 Bank B lijmspoorsensor 1/2 licht voeding kortsluiting Module 1 Bank B lijmspoorsensor 3/4/5 licht voeding kortsluiting Module 1 Encoder voeding kortsluiting Module 1 Uitgang voeding kortsluiting Module 1 Ingang voeding kortsluiting Module 1 Lichtzuil kortsluiting Module 1 Bank A drukregeling kortsluiting Module 1 Bank A trigger kortsluiting Module 1 Time-out bij schrijven naar extern flash Module 1 ISR OC drempel overschreden Module 1 Software niet compatibel met FPGA A versie Module 1 Software niet compatibel met FPGA B versie Module 1 Software niet compatibel met bank A versie Lijmspoorsensor nummer 1 of nummer 2 in bank B onttrekt te veel stroom Lijmspoorsensor nummer 3, 4 of 5 in bank B onttrekt te veel stroom De 24V voeding naar de encoders is overbelast Een van de externe uitgangen is overbelast De 24V voeding gebruikt voor de externe ingangen is overbelast De 24V voeding naar de lichtzuil is overbelast Een van de drukregelinguitgangen in bank A onttrekt te veel stroom Een van de triggers in bank A onttrekt te veel stroom Schrijfbewerking naar flashgeheugen mislukt op procesbesturingskaart Meer interrupts in lijmspoorbewerking opgetreden dan CPU kan verwerken FPGA kaart (versnellerkaart) in bovensleuf heeft upgrade nodig CPLD firmware in bank A is niet compatibel met de software Controleer op kortsluiting in de lijmspoorsensorkabels. Vervang de lijmspoorsensorkabel en/of de lijmspoorsensor. Controleer op kortsluiting in de encoderkabel. Vervang de encoderkabel en/of encoder. Controleer op kortsluiting in de externe uitgangen. Verlaag de belasting op de externe uitgangen. Controleer op kortsluiting in de externe I/O kabel en in voorziening die de externe ingangen aanstuurt. Vervang de externe I/O kabel en/of de voorziening aangesloten op de externe ingangen. Controleer op kortsluiting in de lichtzuilkabel. Vervang de lichtzuilkabel en/of de lichtzuil. Controleer op kortsluiting in de drukregelingkabels. Vervang de drukregelingkabel en/of de drukregelvoorziening. Controleer op kortsluiting in de triggerkabels. Vervang de triggerkabel en/of de triggervoorziening. Probeer data opnieuw op te slaan (indien gebruikersprogramma). Schakel voeding uit en in. Als waarschuwing terugkomt, vervang dan kaart met procesbesturing. Verlaag de lijnsnelheid, verklein het aantal lijmsporen of verhoog de streeplijm- of puntlijminterval. Upgrade softwareversie in eenheid. Vervang I/O bank in bank A. Vervolg Nordson Corporation

121 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 113 Waarschuwingsmelding Verklaring Actie Module 1 Software niet compatibel met bank B versie Later te gebruiken Module 1 SPI kringloop foutief CPLD firmware in bank B is niet compatibel met de software Niet gedefinieerd SPI-test (Seriële Perifere Interface) mislukt Module 1 Signaal trigger vóór uitwerper kwam na uitwerpbevestiging Module 1 Signaal trigger vóór uitwerper kwam voor sensortrigger Module 1 Signaal trigger vóór uitwerper te dicht bij laatste sensor Module 1 Software is niet compatibel met CPLD versie procesbesturing Module 1 Software niet compatibel met hoofdbesturing I/O bank versie Module 1 CompactFlash-interface doorstaat interne test niet Module 1 CompactFlash doorstaat lezen/schrijven test niet Een hoofdbesturing bank is geïnstalleerd op een hulpconsole Module 1 Systeemverbinding ontkoppeld of heeft storing Module 1 ISR IC drempel overschreden Het signaal van de trigger vóór uitwerper moet altijd doorkomen vóór de trigger voor uitwerpbevestiging Besturingsmodule heeft een minimale afstand nodig tussen lijmspoorsensortriggers en de trigger vóór uitwerping Firmware in hoofdbesturing I/O bank CPLD is niet compatibel met de software Firmware in hoofdbesturing I/O bank CPLD is niet compatibel met de software Interne CompactFlash zelftest niet doorstaan Compact flash doorstaat lezen/schrijven test niet Alleen aan module nr. 1 mag een hoofdbesturing I/O bank zijn geïnstalleerd Storing gevonden in systeemverbindingskaart in module nummer 1 Meer interrupts in triggerbewerkingen opgetreden dan CPU kan verwerken Vervang I/O bank in bank B. Neem contact op met de technische ondersteuning van Nordson. Vervang de 34 aderige lintkabel tussen procesbesturing en voedingskaart. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de procesbesturing. Komt de waarschuwing terug, vervang dan de voedingskaart. Controleer of de vóór uitwerper en uitwerpbevestiging triggers de juiste instellingen en toewijzingen hebben. Verplaats de trigger vóór uitwerping verder stroomafwaarts op de machine. Vervang de hoofdbesturing I/O bank kaart. Vervang hoofdbesturing I/O bank kaart. Vervang de CompactFlash-kaart. Als waarschuwing terugkomt, vervang dan kaart met procesbesturing. Vervang CompactFlash-kaart. Als waarschuwing terugkomt, vervang dan kaart met procesbesturing. Controleer de bedrading van de systeemverbinding en ga na of de besturingsmodule van de hoofdbesturing I/O bank de eerste module in de reeks is. Controleer de bedrading van de systeemverbinding en ga na of de besturingsmodule van de hoofdbesturing I/O bank de eerste module in de reeks is. Blijft het probleem bestaan, vervang dan de kaart/bedrading voor systeemverbinding. Verlaag de lijnsnelheid. Vergroot de onderlinge afstand tussen producten. Vervolg Nordson Corporation

122 114 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Waarschuwingsmeldingen (vervolg) Waarschuwingsmelding Verklaring Actie Module 1 ISR voorwaartse drempel overschreden Module 1 ISR achterwaartse drempel overschreden Module 1 ISR lijmspoordrempel overschreden Module Module 1 Onbekende code (0) Module 1 Onbekende code (1) Module 1 Onbekende code (2) Module 1 Onbekende code (3) Module 1 Onbekende code (4) Module 1 Onbekende code (5) Module 1 Onbekende code (6) Module 1 Onbekende code (7) Later te gebruiken Paneel meldt beschadiging in software. Slechte CRC De sterke voorwaartse/achterwaartse beweging gedetecteerd De sterke voorwaartse/achterwaartse beweging gedetecteerd Meer interrupts in lijmspoorbewerking opgetreden dan CPU kan verwerken Interne fout Interne fout Softwarebits in het paneel stemmen niet overeen Verklein de speling op de encoder. Verklein de speling op de encoder. Verlaag de lijnsnelheid. Verlaag het aantal lijmsporen op het product. Neem contact op met de technische ondersteuning van Nordson. Neem contact op met de technische ondersteuning van Nordson. Upgrade de paneelsoftware. Herprogrammeer de CompactFlash-kaart van het paneel (deze kaart NIET opnieuw formatteren) met een externe programmeerder Nordson Corporation

123 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 115 Onderdelenlijst Hoofdmodules Onderdeelnummer Beschrijving channel pattern master, UGD channel pattern master, LVD channel pattern master, UGD / UGD channel pattern master, UGD / LVD channel pattern master, LVD / LVD channel verification master channel verification Logic master channel verification master channel verification Logic master channel pattern & 6 ch verification combination master, UGD channel pattern & 6 ch verification combination Logic master, UGD channel pattern & 6 ch verification combination Logic master, LVD channel pattern & 6 ch verification combination master, LVD Uitbreidingsmodules Onderdeelnummer Beschrijving channel pattern expansion, UGD channel pattern expansion, LVD channel pattern expansion, UGD channel pattern expansion, UGD / LVD channel pattern expansion, LVD / LVD channel verification expansion channel verification expansion channel pattern & 6 channel verification combination expansion, UGD channel pattern & 6 channel verification combination expansion, LVD 2011 Nordson Corporation

124 116 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Bedrading en accessoires voor datacommunicatie Onderdeelnummer Cable, Ethernet, 2m Cable, Ethernet, 5m Cable, Ethernet, 10m Cable, Ethernet, 15m Cable, Ethernet, 20m Beschrijving Control module system link connection or ext, 4.4 m, multi module systems only Control module system link connection or ext, 15 m, multi module systems only Control module system link connection or ext, 1.5 m, multi module systems only Control module system link connection or ext, 50 ft, multi-module systems only Aanraakscherm Onderdeelnummer Beschrijving XGA touch screen module w/ 5 m power cable Cable, 24V ext., 5 m (16.4 ft), for touchscreen Kit, panel pivot wall mount Holder for touchscreen, VESA mount Accessoires Onderdeelnummer Beschrijving Connector kit Remote purge box (2 pattern banks) 8 channel Wireless remote purge kit, 8 channel Light tower w/siren Light tower extension cable Siren Siren box splitter cable Cable, remote I/O, pigtails, 5 m Cable, ext, remote I/O, 4.4 m Machine stop relay adapter Encoder repeater splitter cable (4 pin to 2 x 12 pin) Encoder repeater extension 2011 Nordson Corporation

125 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 117 Applicatorkabels - Elektrische applicators Onderdeelnummer Beschrijving Cable, LA825/LA820, 2.5 m (new conn on 820) Cable, LA825/LA820, 5 m (new conn on 820) Cable, LA825/LA820, 7.5 m (new conn on 820) Cable, LA825/LA820, 10 m (new conn on 820) Cable, WM801, 2.5 m Cable, WM801, 5 m Cable, WM801, 10 m Cable, LA822, 2.5 m Cable, LA822, 5 m Cable, LA822, 10 m Cable, E400, 20 ft Cable, E400, 12 m Cable, e.dot (LogiComm to e.dot hose), 10 m Cable, EM 100/900, 240V, 5 m Cable, EM 100/900, 120V, 5 m Cable, E701, 5 m Cable, M70x/E35x 1 coil/sure Seal, 5 m Splitter cable, M70x/E35x 1 coil/sure Seal Applicatorkabels - Pneumatische applicators Onderdeelnummer Beschrijving ClassicBlue/SolidBlue/SureBead, 2.5 m ClassicBlue/SolidBlue/SureBead, 5 m ClassicBlue/SolidBlue/SureBead, 10 m *Solenoids with built in Boost must use the Low Voltage DC Driver MiniBlue I & II, standard with SD or SP solenoid (LogiComm applicator connector only,cable included with applicator) MiniBlue with SG solenoid, 2 m MiniBlue with SD or SP solenoid, 2 m MiniBlue with SG solenoid, 5 m MiniBlue with SD or SP solenoid, 5 m MiniBlue with SG solenoid, 10 m MiniBlue with SD or SP solenoid, 10 m Other Pneumatic 20 x 27 mm housing solenoid, 2.5 m Other Pneumatic 20 x 27 mm housing solenoid, 5 m Other Pneumatic 20 x 27 mm housing solenoid, 10 m Other Pneumatic 16 x 16 mm housing solenoid, 2.5 m Other Pneumatic 16 x 16 mm housing solenoid, 5 m Other Pneumatic 16 x 16 mm housing solenoid, 10 m 2011 Nordson Corporation

126 118 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing Applicatorkabels - Diversen Onderdeelnummer Beschrijving Discrete wire, any applicator, 10 m Cable, applicator, ext, 5 m Applicator connector Adapter, 2 applicator splitter, series, 0.2 m Adapter, 2 applicator splitter, parallel, 0.2 m Encoders Fotocel Onderdeelnummer Beschrijving Quadrature pkg w/ 10 m cable, bracket & small wheel (2 ppmm), metric shaft encoder Quadrature pkg w/ 10 m cable, bracket & wheel (1.5 ppm), English shaft encoder Quadrature encoder (EPC 30-metric) Quadrature encoder (EPC 30-English) Cable, quadrature encoder, 5 m Cable, quadrature encoder, 10 m Cable, ext, encoder, 5 m Friction wheel, 10mm diameter x 250 mm circumference, rubber Friction wheel, 10 mm diameter x 500 mm circumference, rubber Friction wheel, 10 mm diameter x 500 mm circumference, metal Friction wheel, 3/8 in. diameter x 500 mm circumference, rubber Onderdeelnummer Beschrijving LA650 photocell, laser Bracket, LA650, vertical drop bar Bracket, LA650, horizontal drop bar Basic drop bar with photo eye bracket Photocell, PZ with 0.3 m pigtail Photocell kit, fiber optic, 2 m cable Bracket, fiber optic photocell Cable, ext, photocell, 3 m Cable, ext, photocell, 5 m Cable, ext, photocell, 7 m Cable, ext, photocell, 10 m Cable, ext, photocell, 15 m Adapter, photocell to sensor input 2011 Nordson Corporation

127 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 119 I/P Transducer Onderdeelnummer Beschrijving in 1 out (W/ 2M cable), transducer assembly in 2 out (W/ 2M cable), transducer assembly Cable, runup output, 5 m Cable, runup output, 10 m Cable, extension, 5m Transducer, run up, piston pump, DIN mount Transducer, run up, piston pump, DIN mount, IP Nordson Corporation

128 120 LogiComm besturingssysteem voor patroonbesturing 2011 Nordson Corporation

129 Technische gegevens A 1 Appendix A Technische gegevens Systeemspecificaties Gebruikscondities Item Bereik omgevingstemperatuur Classificatie behuizing Luchtvochtigheid Specificatie F (0-40 C) IP % niet condenserend Gebruik uitgesloten condities Item Bereik omgevingstemperatuur Luchtvochtigheid Specificatie F ( C) 5-95% niet condenserend Stroomvoorziening Item Voedingsspanning Signaalspanningen systeem Specificatie V, Hz, 3A (maximum) 24 VDC (voor externe in-/uitgang, tipafdichting, triggercircuits, encoders en druktransducers) 2011 Nordson Corporation

130 A 2 Technische gegevens Werking Item Maximum lijnsnelheid in bedrijf Geprogrammeerde lijmspoorresolutie Pistooluitgangen Specificatie 1200 m/min (3937 ft/min) 0,25 mm 4 of 8 pistooluitgangen per besturingsmodule (maximum 64 per systeem) Universele pistoolbesturing: maximaal 80 W per vier pistolen (160 W per besturingsmodule) Auto configuratie van besturingsparameters. Pistoolbesturingen 24 VDC pistoolbesturing: 80 W per besturingsmodule, 60 W per maximum pistooluitgang. Breng het totale beschikbare vermogen terug met 9,5 W voor elke gebruikte GD 100/GD 200. Pistoolcompensatiebereik Aantal encoders Ondersteunde encodertypen Verificatiekanalen Drukuitgang Aantal productsensoringangen Minimum aantal opgeslagen programma's Maximum aantal lijmspoorintervallen per kanaal mm in stappen van 0,1 mm bij een gegeven snelheid, of 0,0-50,0 ms bij 0,1 ms Twee Enkele NPN-éénfase- en kwadratuurdifferentiaal encoders. 6 of 12 per besturingsmodule (maximaal 96 sensors per systeem). 2 of 4 per besturingsmodule (maximaal 32 per systeem), elke uitgang met multipointcurve. 4 tot 8 per besturingsmodule (tot 64 per systeem). PNP of NPN type. 50 programma's. Acht lijmsporen per geprogrammeerd kanaal Nordson Corporation

131 Technische gegevens A 3 Penbezetting van aansluitingen Zie voor informatie over connectoren en aansluitvoorzieningen onder Kabelaansluitingen in Installatie. Alle connectoren in de afbeeldingen zijn steeds getoond vanaf de paneelzijde. Connectoren systeemverbinding Ingang systeemverbinding Pen Signaal 1 Ingang universele reset 2 Node met ID 0 3 Node met ID 1 4 Node met ID 2 5 Nulleider 6 Universele triggeringang 1 7 Universele triggeringang 2 8 Universele triggeringang 3 9 Universele triggeringang 4 10 Encoder nummer 1, kwadratuuringang B 11 Nulleider 12 Encoder nummer 1, kwadratuuringang A/pulsingang 13 Encoder nummer 1, pulsdetectie 14 Uitwerpen activeren 15 Nulleider 16 Universele triggeringang 5 17 Universele triggeringang 6 18 Universele triggeringang 7 19 Universele triggeringang 8 20 Encoder nummer 2, kwadratuuringang B 21 Nulleider 22 Encoder nummer 2, kwadratuuringang A/pulsingang 23 Encoder nummer 2, pulsdetectie 24 Encoder nummer 2, kwadratuurdetectie 25 Encoder nummer 1, kwadratuurdetectie 2011 Nordson Corporation

132 A 4 Technische gegevens Uitgang systeemverbinding Pen Signaal 1 Uitgang universele reset 2 Node met ID 0 3 Node met ID 1 4 Node met ID 2 5 Nulleider 6 Universele triggeruitgang 1 7 Universele triggeruitgang 2 8 Universele triggeruitgang 3 9 Universele triggeruitgang 4 10 Encoder nummer 1, kwadratuuruitgang B 11 Nulleider 12 Encoder nummer 1, kwadratuurpulsuitgang A 13 Encoder nummer 1, pulsdetectie 14 Uitwerpen activeren 15 Nulleider 16 Universele triggeruitgang 5 17 Universele triggeruitgang 6 18 Universele triggeruitgang 7 19 Universele triggeruitgang 8 20 Encoder nummer 2, kwadratuuruitgang B 21 Nulleider 22 Encoder nummer 2, kwadratuurpulsuitgang A 23 Encoder nummer 2, pulsdetectie 24 Encoder nummer 2, kwadratuurdetectie 25 Encoder nummer 1, kwadratuurdetectie Voedingsconnector Paneel/Hub voeding Pen Signaal 1 Massa-aansluiting/PE 2 24 V nulleider 3 24 V 2011 Nordson Corporation

133 Technische gegevens A 5 Uitgangsconnector pistoolbesturing 3 Uitgang pistoolbesturing Pen Signaal 1 Pistool - 2 Niet in gebruik 3 Pistool + 4 Behuizing 2 1 Verificatie I/O connectoren Triggeringang Pen Signaal 1 Niet in gebruik 2 Fotocelsignaal (NPN/PNP, verbruikt 8 ma) VDC 4 Nulleider 5 Niet in gebruik Ingang sensor Pen Signaal 1 24 VDC voor verlichting (zwevende voeding) 2 24 VDC voor sensorvoeding 3 Kalibratie-uitgang (NPN) 4 Beveiligingssleutel nummer 1 5 Beveiligingssleutel nummer 2 6 Verlichting nulleider (zwevende voeding) 7 Nulleider sensor 8 Sensoringang (NPN of PNP) 9 Beveiligingssleutel nummer Nordson Corporation

134 A 6 Technische gegevens Ingang intelligente sensor Pen Signaal 1 24 VDC 2 RS 232 data ontvangen 3 RS 232 data verzenden 4 24 VDC nulleider 5 Trigger naar sensoruitgang (NPN) 6 Niet aangesloten 7 Sensoringang nummer 1 (NPN of PNP) 8 Niet aangesloten 9 24 VDC 10 Niet aangesloten of encoderuitgang (NPN) 11 Sensoringang nummer 3 (NPN of PNP) 12 Uitgang inleren (PNP) VDC nulleider 14 Sensoringang nummer 2 (NPN of PNP) VDC nulleider Patroonbesturing I/O connectoren Triggeringang Pen Signaal 1 Niet in gebruik 2 Fotocelsignaal (NPN/PNP, verbruikt 8 ma) 3 24 VDC 4 Nulleider 5 Niet in gebruik 3 2 Uitgang drukvariatieregeling Pen Signaal 1 Nulleider 2 4 tot 20 ma uitgang (500 ohm maximaal belast) 3 0 tot 10 Volt uitgang (500 ohm maximaal belast) 4 24 VDC Nordson Corporation

135 Technische gegevens A Ingang extern spoelen Pen Signaal 1 Spoelen pistool nummer 1 2 Spoelen pistool nummer 2 3 Spoelen pistool nummer 3 4 Spoelen pistool nummer VDC nulleider 6 5 VDC uitgang Hoofdbesturing I/O connectoren 2 3 Uitgang repeteerencoder Pen Signaal 1 Encoder nummer 1 uitgang (NPN) 2 Nulleider 3 Encoder nummer 2 uitgang (NPN) 4 Nulleider 1 4 Encoderingang Pen A (1) B (2) C (3) D (4) E (5) F (6) G (7) H (8) J (9) K (10) L (11) M (12) Signaal 24 VDC Signaal A (kwadratuurdifferentiaal) Signaal A Niet (kwadratuurdifferentiaal) Signaal B (kwadratuurdifferentiaal) Signaal B Niet (kwadratuurdifferentiaal) Nulleider 24 VDC Ingang pulsenreeks (alleen NPN) Nulleider Encodertype met kwadratuurdifferentiaal (aansluiten aan nulleider voor kwadratuur encoders) Encodertype met pulsenreeks (aansluiten aan nulleider voor pulsenreeksencoders) Nulleider 2011 Nordson Corporation

136 A 8 Technische gegevens Lichtzuil Pen Signaal 1 Groen licht 2 Blauw licht 3 Geel licht 4 Rood licht 5 Sirene 6 24 nulleider 7 24 VDC In- en uitgangen systeem Pen Signaal 1 24 VDC 2 Externe uitgang nummer 1 (24 VDC, 1A maximum) 3 24 VDC 4 Externe uitgang nummer 2 (24 VDC, 1A maximum) 5 24 VDC 6 Externe uitgang nummer 3 (24 VDC, 1A maximum) 7 24 VDC 8 Externe uitgang nummer 4 (24 VDC, 1A maximum) 9 Externe ingang nummer 1 (aansturen met 24 VDC, verbruikt 8 ma) VDC nulleider 11 Externe ingang nummer 2 (aansturen met 24 VDC, verbruikt 8 ma) VDC nulleider 13 Externe ingang nummer 3 (aansturen met 24 VDC, verbruikt 8 ma) VDC nulleider 15 Externe ingang nummer 4 (aansturen met 24 VDC, verbruikt 8 ma) 2011 Nordson Corporation

137 Technische gegevens A 9 Systeeminstellingen Hanteer de instellingsspecificaties vermeld in de volgende tabellen om de besturingsmodule in te stellen. Lijnsnelheid (m/min) Minimaal vereiste GTO De volgende instellingen tonen de aanbevolen minimumafstand tussen de trigger en het pistool, gebaseerd op de maximale productielijnsnelheid en de pistoolreactietijd. Pistoolcompensatiewaarden (ms) Nordson Corporation

138 A 10 Technische gegevens Maximum lijnsnelheid voor kortste lijmspoor of tussenruimte De volgende tabel toont het minimum lijmspoor (of de tussenruimte) aanbevolen bij een gegeven lijnsnelheid. Als uw productielijn bijvoorbeeld loopt op 600 m/min, programmeer dan geen lijmspoor (of tussenruimte) korter dan 5 mm. Als u dat wel doet, bestaat het risico op afwijkingen in de lijmspoorpositie en kunnen pistolen waarschuwingen veroorzaken. OPMERKING: Bij deze berekeningen is ervan uitgegaan dat alle pistolen tegelijkertijd worden bekrachtigd en dat de pistoolcompensatie voor aanzetten en uitzetten ongeveer gelijk is. Als één enkel pistool wordt bekrachtigd, kan de maximum lijnsnelheid wel hoger zijn dan aangegeven. OPMERKING: De in de tabel getoonde instellingen mogen geen systeembeperking inhouden, pas de systeeminstellingen aan op basis van de vereisten van uw productielijn. Lijnsnelheid (m/min) Minimum lengte spoor/ruimte (mm) Nordson Corporation

139 Technische gegevens A 11 Systeem I/O informatie De toewijzingen voor in-/uitgangen van het systeem worden gemaakt in: Systeeminstallatie I/O regeling Alle vier ingangen en uitgangen kunnen willekeurig worden toegewezen aan elke functie beschreven in de volgende tabellen: Programmeerbare ingangen Toewijzing van I/O Niet toegewezen Lijmen aanzetten Niveau laag Ingang tipafdichting Eenheid aanzetten Eenheid uitzetten Lijmen aanzetten Verificatie aanzetten Reset Uitwerper gereed* Hoofdsignaal drukactivering Module 1 1A1 Druk activeren Module 1 1A2 Druk activeren Functie Deze ingang heeft geen functie Zet de patroonbesturingfunctie aan, zodat het lijmpatroon na triggering kan worden aangebracht terwijl de productielijn draait. Functioneert als harde Lijmen Aan/Uit knop en annuleert de knop op het aanraakscherm. Zorgt dat een waarschuwing wordt gegenereerd zodra een laag-niveau detector is aangesloten op deze ingang. Deze instelling wordt normaliter gebruikt samen met de uitgang voor vulregeling. Triggert de tipafdichtinguitgang wanneer er geen standaard triggeringang voor dat doel wordt gebruikt. Schakelt de functies in voor aanbrengen van lijm en lijmspoorverificatie. Logisch ANDed met andere ingeschakelde ingangen. Logische omkering van de inschakelfunctie voor de eenheid. Zet de patroonbesturingfunctie aan (gebruikt in combinatie met de knop Lijmen Aan/Uit op het aanraakscherm). Schakelt de productverificatie in. Functioneert als harde Verificatie Aan/Uit knop en annuleert de knop op het aanraakscherm. Een puls van 0,5 seconde reset alle alarmen en waarschuwingen. Is gelijkwaardig aan de resetfunctie op het aanraakscherm. Gebruikt in combinatie met de Werkstukafkeuring Aan/Uit knop om het uitwerper-gereed signaal af te geven en de uitwerperuitgang te activeren. Voor algemene activering van alle drukuitgangen. Activeert alleen één enkele drukuitgang (drukkanaal 1A1) Activeert alleen één enkele drukuitgang (drukkanaal 1A2) * Geeft aan dat de functie in ontwikkeling is voor een toekomstige softwareversie Nordson Corporation

140 A 12 Technische gegevens Programmeerbare uitgangen: Toewijzing van I/O Niet toegewezen Willekeurige waarschuwing Willekeurige fout Willekeurig alarm Bedrijfsklaar Machinestop Toevoerstop Minimum lijnsnelheid Intelligente sensor machinestop Vulregeling Tipafdichting Lichtzuil en Claxon Functie Deze ingang heeft geen functie Uitgang is aan zodra een waarschuwing wordt gegenereerd. Uitgang is aan zodra een fout wordt gegenereerd. De uitgang is altijd aan wanneer het alarm aan is. De eenheid is stroomvoerend, er is geen storing aanwezig (geen waarschuwingen die Bedrijfsklaar blokkeren) en de eenheid is geactiveerd. Vormt geen weergave van de status van de Lijmen/Verificatie aan/uit knoppen. Gebruikt om een stopconditie te signaleren aan de hoofdmachine. Meestal veroorzaakt door te veel productdefecten. Gebruikt voor het beheren van de stroom toegevoerde producten in de machine. Er is een uitgangselectie beschikbaar voor elke encoderingang die aangeeft dat de lijnsnelheid hoger is dan de geprogrammeerde minimale lijminstelling. Gebruikt om een stopconditie te signaleren aan de hoofdmachine. Meestal veroorzaakt door een enkel productdefect na detectie door een intelligente sensor. Dit signaal is meestal gekoppeld met de toevoer, om producten te stoppen die de productielijn opkomen nadat foutieve codes zijn gedetecteerd. Gebruikt in combinatie met een automatisch vulsysteem. Is actief wanneer de laag niveau-ingang geactiveerd is. Gebruikt om het kapje voor tipafdichting op het pistooluiteinde terug te trekken. Uitgangen kunnen worden toegewezen voor het nabootsen van elke functie van de lichtzuil en de alarmclaxon. De functies van de uitgangen zijn als volgt: ROOD: LogiComm-storing ROOD knipperend: LogiComm-waarschuwing GEEL: Productstoring GEEL knipperend: Productwaarschuwing GROEN: Bedrijfsklaar GROEN knipperend: Gereed/Wachten BLAUW: Uitwerper en verificatie zijn aangezet ALARM-claxon (sirene): Geluidsalarm 2011 Nordson Corporation

141 Technische gegevens A 13 Toewijzing van I/O Afkeuring geactiveerd Verificatie en Afkeuren geactiveerd Uitwerper gereed* Lijmen geactiveerd Verificatie geactiveerd Verificatie stand-by Inleren afstanden* Inleren sensors* Reset* Samengestelde uitgang Forceer uitgang Aan Waarschuwing maskeren* Functie Geeft de status weer van de Uitwerper aan/uit knop op het bedieningspaneel. Verificatie en uitwerper zijn beide geactiveerd (onafhankelijk van de ingang Uitwerper gereed) op het aanraakscherm. Verificatie is geactiveerd op het aanraakscherm (en ingang afstandsbediening), uitwerperknop geactiveerd (en Uitwerper gereed) ingangwaarde is waar, en lijnsnelheid is hoger dan het verificatieminimum. Geeft de status weer van de Lijmen Aan/Uit knop op het bedieningspaneel. Geeft de status weer van de Verificatie Aan/Uit knop op het bedieningspaneel. Uitgang is aan wanneer verificatie wordt geactiveerd op het aanraakscherm (en via ingang afstandsbediening), maar lijnsnelheid is beneden minimale verificatiesnelheid. De uitgang is aan wanneer het systeem bezig is met inleren van afstanden in de machine. De uitgang is aan wanneer een willekeurige sensor een sjabloon aanmaakt door inleren van het patroon aangebracht op een ingesteld aantal producten. Geeft een puls af van 0,5 seconde zodra op het aanraakscherm een resetknop wordt ingedrukt als reactie op een alarm, waarschuwing of storing. Uitgang die de aanwezigheid signaleert van een willekeurig aantal specifieke waarschuwingen. Gebruikt om een uitgang voor testdoeleinden te forceren naar de "aan" status. Uitgang die de aanwezigheid signaleert van een specifieke waarschuwing. * Geeft aan dat de functie in ontwikkeling is voor een toekomstige softwareversie Nordson Corporation

142 A 14 Technische gegevens Deze bladzijde is bewust leeg gehouden Nordson Corporation

143 Op locatie uitgevoerde upgradeprocedure voor software B 1 Appendix B Op locatie uitgevoerde upgradeprocedure voor software De volgende instructies beschrijven het upgraden van de software van de besturingsmodule op locatie of in een productie-installatie. Bij uitgebreide (multi-module) systemen moet deze procedure voor alle besturingsmodules tegelijkertijd worden uitgevoerd. OPMERKING: Alle besturingsmodules met softwareversies kunnen via deze procedure worden geüpgraded. Systeemeisen De volgende hardware en software is vereist voor een upgrade van de besturingsmodule: Besturingsmodule Personal computer met: Administrator-rechten (Windows XP, 2000 en NT) Windows 95, 98 (Second Edition), ME, XP of 2000 Internet Explorer versie 4.0 of later (IE 5.0 wordt aanbevolen) Monitor Toetsenbord CompactFlash-lezer CompactFlash 2011 Nordson Corporation

144 B 2 Op locatie uitgevoerde upgradeprocedure voor software Voorbereidingen voor upgrading Als de downloader voor LogiComm UPG-bestanden nog niet in de computer is geïnstalleerd, voer dan de volgende stappen uit: 1. Ga naar 2. Selecteer de LogiComm-link. Via deze link kunt u de downloader voor LogiComm UPG-bestanden, het UPG-bestand en de instructies installeren. Installeren van de software 1. Ontkoppel de voeding naar de besturingsmodule. 2. Verwijder de schroef waarmee de CompactFlash-kaart stevig is bevestigd. Afb. B 1 Locatie van de schroef 2011 Nordson Corporation

145 Op locatie uitgevoerde upgradeprocedure voor software B 3 3. Maak de CompactFlash-kaart los door op de uitwerperknop aan de zijkant van de CompactFlash-sleuf te drukken. Afb. B 2 Locatie van de uitwerpknop 4. Steek de nieuwe CompactFlash-kaart in de CompactFlash-lezer. 5. Start de downloader voor UPG-bestanden in uw computer. 6. Kies voor het maken van een CompactFlash-procesbesturing (standaard geselecteerd). 7. Selecteer het UPG-bestand dat u wilt gaan gebruiken. Het standaard UPG-bestand is welke werd meegeleverd met uw UPG-downloadersoftware. 8. Selecteer de CompactFlash-sleuf waarin momenteel de CompactFlash-procesbesturing is ingestoken. 9. Klik op Opslaan en verifiëren. 10. Wacht totdat de opgestoken duimen verschijnen voordat u de CompactFlash uit de lezer haalt. Hiermee garandeert u dat de CompactFlash gebruiksklaar is. 11. Plaats de CompactFlash terug in de besturingsmodule en zet de schroef weer vast (eerder verwijderd in stap 2). 12. Zie afbeelding B 4. Plaats een programmeerjumper op elk van de FPGA-kaarten. Controleer het volgende: de jumper is ingestoken in de SFLASH- (niet in de JTAG-) connector de kleine printplaat staat recht omhoog OPMERKING: Als dit niet in orde is, zal de upgrade mislukken. Als de upgrade mislukt doordat er FPGA-jumpers ontbreken, wordt dit aangegeven doordat de interne en externe LED's afwisselend rood, dan geel, dan groen knipperen zodra de voeding worden ingeschakeld Nordson Corporation

146 B 4 Op locatie uitgevoerde upgradeprocedure voor software Installeren van de software (vervolg) Afb. B 3 Enkele bank Afb. B 4 Dubbele bank 13. Zet de voeding naar de besturingsmodule aan. Het upgradeproces begint. OPMERKING: In systemen met meerdere modules kunnen de uitbreidingsmodules pas met hun upgrades beginnen zodra de hoofdbesturingsmodule onder stroom is gekomen Nordson Corporation

147 Op locatie uitgevoerde upgradeprocedure voor software B 5 Upgradeproces De upgrade neemt ongeveer 5 tot 15 minuten in beslag, afhankelijk van het type besturingsmodule. Tijdens het upgradeproces zullen de rode, gele en groene LED's op de procesbesturingkaart van de besturingsmodule in de onderstaande volgorde oplichten: 1. Alle drie LED's lichten eenmaal tegelijk op. 2. Alle drie LED's gaan uit en de gele LED gaat knipperen. De frequentie waarmee de LED knippert kan variëren (soms snel en soms zeer langzaam). Hiermee wordt aangegeven dat het upgradeproces nog steeds bezig is. 3. Terwijl de gele LED knippert, zal de groene LED kort oplichten en dan uitgaan om aan te geven dat de initialisatiestart is voltooid en dat de code die de upgrade uitvoert in werking is. Als de upgrade succesvol is, zal de gele LED uitgaan, gaat de groene LED aan en vervolgens: 1. Zet de voeding naar de besturingsmodule uit en verwijder vervolgens de FPGA-jumper(s). 2. Herstart de besturingsmodule en het aanraakscherm om de aanraakschermupgrade te starten Nordson Corporation

148 B 6 Op locatie uitgevoerde upgradeprocedure voor software Upgradeproces (vervolg) Wanneer zich tijdens de upgrade een fout voordoet, gaat de gele LED uit en zal de rode LED gaan knipperen. Het aantal knipperingen van de rode LED geeft het type storing aan. De volgende storingtypen hebben het bijbehorende aantal knipperingen: Knippering Storing 1 Onbekende Flash-grootte 2 SDRAM-test 3 Opstartcode slechte CRC 4 Upgrade flash app blanco init SP of PC 5 Snelle statische Ram test 6 Upgrade flash app slechte CRC 7 BBRAM (waarschuwing bits) 8 Procesbesturing CPLD kringloop test 9 Onbekend app lancering type 10 App CRC storing en geen CF 11 TBD 12 TBD 13 CompactFlash-fout 14 MFS-fout 15 ELoader verificatie fout 16 ELoader laden fout 17 Extern app program fout 18 Intern app program fout 19 Boot program fout 20 Extern bootloader program fout 21 Intern bootloader program fout 22 Patroonbesturing FPGA-programma fout 23 Lijmspoorverificatie FPGA-programma fout 24 Voeding FPGA-programma fout 25 Ongeldige FPGA-programma fout 26 Onbekend programma fout 27 FPGA-jumper ontbreekt 28 Onverwerkte interrupt OPMERKING: Wanneer zich een fout voordoet en de besturingsmodule dan probeert te herstarten, zal de rode LED na enige tijd stoppen met knipperen Nordson Corporation

149 Op locatie uitgevoerde upgradeprocedure voor software B 7 Om na een fout weer terug te gaan naar de normale werking moeten eerst de FPGA-jumpers en de CompactFlash met de procesbesturing worden verwijderd. LET OP: Zorg dat de voeding naar de procesbesturing is uitgeschakeld voordat u de FPGA-jumper(s) of de CompactFlash verwijdert. Wanneer de procesbesturingupgrade is geslaagd en het aanraakscherm en de procesbesturingsoftware hebben verschillende versies, zal het aanraakscherm automatisch beginnen met upgraden. De volgende weergave verschijnt op het aanraakscherm: Afb. B 5 Weergave op aanraakscherm 3. Nadat het aanraakscherm zichzelf heeft geüpgraded, start deze opnieuw op en functioneert vervolgens normaal Nordson Corporation

LogiComm besturingssysteem voor productverificatie

LogiComm besturingssysteem voor productverificatie LogiComm besturingssysteem voor productverificatie Handleiding - Dutch - Uitgave 11/11 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een

Nadere informatie

LogiComm besturingssysteem met combinatieconfiguratie

LogiComm besturingssysteem met combinatieconfiguratie LogiComm besturingssysteem met combinatieconfiguratie Handleiding - Dutch - Uitgave 11/11 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is

Nadere informatie

Drukopnemer Type W. Handleiding P/N G Dutch. Uitgave 07/10 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY

Drukopnemer Type W. Handleiding P/N G Dutch. Uitgave 07/10 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Drukopnemer Type W Handleiding P/N 7156672G Dutch Uitgave 07/10 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze document betreft de producten met de volgende P/N: 7116901 7117715 7117716 7138423

Nadere informatie

TruFlow Flow Detection System

TruFlow Flow Detection System Flow Detection System Voorlopige handleiding - Dutch - Uitgave 07/14 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze documentatie heeft betrekking op de producten met de volgende P/N's: 7173009

Nadere informatie

E400B Reviseerbare elektrische applicator voor smeltlijm

E400B Reviseerbare elektrische applicator voor smeltlijm E400B Reviseerbare elektrische applicator voor smeltlijm Gebruikershandleiding - Dutch - Vertaling van het originele document Uitgegeven 5/15 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees

Nadere informatie

Smeltlijmaanbrengapparaat MC 4

Smeltlijmaanbrengapparaat MC 4 Smeltlijmaanbrengapparaat MC 4 Handleiding Dutch NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze handleiding is voor de gehele serie geldig. Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel

Nadere informatie

Bravura lijmsmelters

Bravura lijmsmelters Bravura lijmsmelters Handleiding Dutch Uitgave 0/07 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA www.nordson.com Nordson Corporation waardeert vragen om informatie, commentaar en inlichtingen t.a.v. van zijn

Nadere informatie

HD 100 Smeltlijmsensor

HD 100 Smeltlijmsensor HD 100 Smeltlijmsensor Gebruikershandleiding - Dutch - Uitgegeven 8/13 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document en in alle bijbehorende

Nadere informatie

Verwarmde slangen. Handleiding -- Dutch -- Uitgave 03/09 W. PUFFE HOTMELT TECHNOLOGY D BUCHHOLZ-MENDT D GERMANY

Verwarmde slangen. Handleiding -- Dutch -- Uitgave 03/09 W. PUFFE HOTMELT TECHNOLOGY D BUCHHOLZ-MENDT D GERMANY Handleiding -- Dutch -- Uitgave 03/09 W. PUFFE HOTMELT TECHNOLOGY D BUCHHOLZ-MENDT D GERMANY Opmerking Deze document is voor de gehele serie geldig. Bestelnummer Opmerking Dit is een door auteursrechten

Nadere informatie

Besturing Change-Over II voor vatsmeltinstallaties BM 20/BM 200

Besturing Change-Over II voor vatsmeltinstallaties BM 20/BM 200 Besturing Change-Over II voor vatsmeltinstallaties BM 20/BM 200 Handleiding P/N 397 910 A Dutch Uitgave 11/03 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY OPMERKING Deze handleiding betreft de producten met

Nadere informatie

LogiComm pistoolbesturing

LogiComm pistoolbesturing LogiComm pistoolbesturing Handleiding Dutch Uitgave 06/08 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA www.nordson.com Nordson Corporation waardeert vragen om informatie, commentaar en inlichtingen t.a.v. van

Nadere informatie

Serie H-200 pistolen. Gebruikershandleiding P/N K Dutch. Uitgave 8/05. NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA

Serie H-200 pistolen. Gebruikershandleiding P/N K Dutch. Uitgave 8/05. NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA Serie H-200 pistolen Gebruikershandleiding Dutch Uitgave 8/05 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA www.nordson.com Zie voor een CE-verklaring het handboek van de smelter. Nordson Corporation waardeert

Nadere informatie

Drukregelaar voor constante druk LA 330-II

Drukregelaar voor constante druk LA 330-II Drukregelaar voor constante druk LA 330-II Handleiding 756805C Dutch Uitgave 0/07 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze document betreft de producten met de volgende P/N: 703650 736902

Nadere informatie

Freedom Smeltlijmsysteem

Freedom Smeltlijmsysteem Freedom Smeltlijmsysteem Softwareversie 2.672 Gebruikershandleiding - Dutch - Uitgegeven 7/13 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document

Nadere informatie

Smeltlijmapplicatoren TrueCoat

Smeltlijmapplicatoren TrueCoat Smeltlijmapplicatoren Handleiding - Dutch - Uitgave 07/13 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze documentatie geldt voor de gehele serie. Bestelnummer P/N = bestelnummer van het Nordson

Nadere informatie

LB 140 Lijmdrukvat. Handleiding P/N D Dutch NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS

LB 140 Lijmdrukvat. Handleiding P/N D Dutch NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS Lijmdrukvat Handleiding Dutch NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten beschermde publikatie van Nordson.

Nadere informatie

HMS Serie aanbrengkoppen

HMS Serie aanbrengkoppen HMS Serie aanbrengkoppen Gebruikershandleiding Dutch Uitgave 9/05 NORDSON CORPORATION DAWSONVILLE, GEORGIA USA www.nordson.com Nordson Corporation waardeert vragen om informatie, commentaar en inlichtingen

Nadere informatie

Verrijdbaar Platform Voor Poeder Cabines (RO/RO)

Verrijdbaar Platform Voor Poeder Cabines (RO/RO) Verrijdbaar Platform Voor Poeder Cabines () Handleiding P/N 213 683 C Dutch Bewaar als naslagwerk NORDSON (UK) LTD. STOCKPORT Opmerking Dit is een door auteursrechten beschermde publicatie van Nordson.

Nadere informatie

VersaBlue lijmsmelters VBN met Siemens besturing

VersaBlue lijmsmelters VBN met Siemens besturing VersaBlue lijmsmelters VBN met Siemens besturing Handleiding Dutch Uitgave 12/07 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze document is voor de gehele serie geldig. Bestelnummer P/N = Bestelnummer

Nadere informatie

DuraBlue Lijmsmelters

DuraBlue Lijmsmelters DuraBlue Lijmsmelters Modellen D4L, D10L en D16L Handleiding P/N 397 779 B Dutch Uitgave 07/03 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA www.nordson.com Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel

Nadere informatie

Vatsmeltinstallaties DuraPail DP020 (Generation II) DuraDrum DD200 (Generation II)

Vatsmeltinstallaties DuraPail DP020 (Generation II) DuraDrum DD200 (Generation II) Vatsmeltinstallaties DuraPail DP020 (Generation II) DuraDrum DD200 (Generation II) Handleiding - Dutch - Uitgave 12/14 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze documentatie is geldig voor

Nadere informatie

AltaBlue TT lijmsmelters Modellen A4, A10 en A16

AltaBlue TT lijmsmelters Modellen A4, A10 en A16 AltaBlue TT lijmsmelters Modellen A4, A10 en A16 Gebruikershandboek Dutch Uitgegeven 12/09 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document

Nadere informatie

DuraBlue Lijmsmelters

DuraBlue Lijmsmelters DuraBlue Lijmsmelters Modellen D10 en D16 Handleiding P/N 397 778 B Dutch Uitgave 07/03 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA www.nordson.com Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking

Nadere informatie

AltaBlue TT lijmsmelters

AltaBlue TT lijmsmelters AltaBlue TT lijmsmelters Modellen A4, A10 en A16 Handleiding Dutch Uitgave 08/07 NORDSON CORPORATION DAWSONVILLE, GEORGIA USA www.nordson.com Nordson Corporation waardeert vragen om informatie, commentaar

Nadere informatie

Gebruikershandleiding LogiComm besturingssysteem

Gebruikershandleiding LogiComm besturingssysteem Gebruikershandleiding LogiComm besturingssysteem P/N 797 - Dutch - menu Deze gebruikershandleiding beschrijft algemene taken voor het aanmaken van besturingspatronen, productverificatie en het instellen

Nadere informatie

Verwarmde slangen TC...

Verwarmde slangen TC... Verwarmde slangen Handleiding - Dutch - NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze handleiding is voor de gehele serie geldig. Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking

Nadere informatie

Lijmaanbrengkop LA 820 / LA 820 RC

Lijmaanbrengkop LA 820 / LA 820 RC Lijmaanbrengkop Handleiding Dutch NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten beschermde publicatie van Nordson.

Nadere informatie

Schakelkast VBCM. Handleiding P/N 7119277D Dutch. Uitgave 12/06 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY

Schakelkast VBCM. Handleiding P/N 7119277D Dutch. Uitgave 12/06 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Schakelkast Handleiding Dutch Uitgave 12/06 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze document is voor de gehele serie geldig. Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking

Nadere informatie

ProBlue Lijmsmelter Model P4, P7 en P10

ProBlue Lijmsmelter Model P4, P7 en P10 ProBlue Lijmsmelter Model P4, P7 en P10 Handleiding P/N 397022_05 - Dutch - Uitgave 9/11 This document contains important safety information Be sure to read and follow all safety information in this document

Nadere informatie

Poeder Centrum Zeef MK II

Poeder Centrum Zeef MK II MK II Handleiding P/N 213 349 C Dutch Bewaar als naslagwerk NORDSON (UK) LTD. STOCKPORT Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten beschermde publicatie

Nadere informatie

GD-500 intelligente sensor

GD-500 intelligente sensor GD-500 intelligente sensor Handleiding Dutch Uitgave 06/09 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document en in alle bijbehorende documentatie

Nadere informatie

Schakelkast voor volumedoseerkop GMG - Uitvoering vanaf april

Schakelkast voor volumedoseerkop GMG - Uitvoering vanaf april Schakelkast voor volumedoseerkop GMG - Uitvoering vanaf april 2008 - Handleiding - Dutch - Uitgave 11/01 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze document betreft de producten met de volgende

Nadere informatie

ProBlue Lijmsmelter Model P15, P30 en P50

ProBlue Lijmsmelter Model P15, P30 en P50 ProBlue Lijmsmelter Model P15, P30 en P50 Handleiding -- Dutch -- Uitgave 08/05 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA www.nordson.com This equipment is regulated by the European Union under WEEE Directive

Nadere informatie

Kleurbarcodelezer CBC 5100

Kleurbarcodelezer CBC 5100 Kleurbarcodelezer CBC 5100 Handleiding Dutch NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS www.nordson.com This equipment is regulated by the European Union under WEEE Directive 2002/96/EC. www.nordson.com

Nadere informatie

MiniBlue II pneumatische applicators

MiniBlue II pneumatische applicators MiniBlue II pneumatische applicators Gebruikershandleiding - Dutch - Uitgegeven 09/2014 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document en

Nadere informatie

AltaBlue Lijmsmelters Modellen 15, 30, 50 en 100

AltaBlue Lijmsmelters Modellen 15, 30, 50 en 100 AltaBlue Lijmsmelters Modellen 15, 30, 50 en 100 Gebruikershandleiding - Dutch - Uitgegeven 2/10 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document

Nadere informatie

Spectra 30-patroonbesturing

Spectra 30-patroonbesturing Spectra 30-patroonbesturing Gebruikershandleiding - Dutch - Uitgegeven 8/14 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document en in alle bijbehorende

Nadere informatie

Smeltlijmaanbrengkoppen SPEED-COAT

Smeltlijmaanbrengkoppen SPEED-COAT Smeltlijmaanbrengkoppen Handleiding Dutch Uitgave 05/06 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten beschermde

Nadere informatie

Change-Over besturing voor vatsmeltinstallaties van de types BM 20/BM 200

Change-Over besturing voor vatsmeltinstallaties van de types BM 20/BM 200 besturing voor vatsmeltinstallaties van de types BM 20/BM 200 Handleiding P/N 458 454 C Dutch NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY OPMERKING Deze handleiding betreft de producten met de volgende P/N:

Nadere informatie

LP90-vloeistofaanbrengsysteem

LP90-vloeistofaanbrengsysteem LP90-vloeistofaanbrengsysteem Gebruikershandleiding - Dutch - Uitgegeven 6/12 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document en in alle bijbehorende

Nadere informatie

DuraPail vatsmeltinstallaties DP020

DuraPail vatsmeltinstallaties DP020 DuraPail vatsmeltinstallaties Handleiding Dutch Uitgave 11/07 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze handleiding is voor de gehele serie geldig. Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het

Nadere informatie

Plunjerpomp LA 300. Handleiding P/N _06 - Dutch - Uitgave 09/14 NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS

Plunjerpomp LA 300. Handleiding P/N _06 - Dutch - Uitgave 09/14 NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS Plunjerpomp LA 300 Handleiding - Dutch - NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS Bestelnummer P/N = bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een auteursrechtelijk beschermde uitgave van

Nadere informatie

DuraDrum vatsmeltinstallaties DK200

DuraDrum vatsmeltinstallaties DK200 DuraDrum vatsmeltinstallaties Handleiding Dutch Uitgave 11/07 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze handleiding is voor de gehele serie geldig. Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het

Nadere informatie

VersaBlue Lijmsmeltapparaat van het type N zonder IPC

VersaBlue Lijmsmeltapparaat van het type N zonder IPC VersaBlue Lijmsmeltapparaat van het type N zonder IPC Handleiding Dutch Uitgave 04/09 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze document betreft de producten met de volgende P/N: 7132356

Nadere informatie

Smeltlijmapplicators Control Coat CC

Smeltlijmapplicators Control Coat CC Smeltlijmapplicators Control Coat CC Handleiding - Dutch - Uitgave 10/12 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten

Nadere informatie

Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM 200

Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM 200 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM 200 Handleiding P/N 458 455 A Dutch NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY OPMERKING Deze handleiding betreft de producten met de volgende

Nadere informatie

Twin Cyclonen. Handleiding P/N F - Dutch - NORDSON (UK) LTD. STOCKPORT

Twin Cyclonen. Handleiding P/N F - Dutch - NORDSON (UK) LTD. STOCKPORT Twin Cyclonen Handleiding P/N 213812 F - Dutch - NORDSON (UK) LTD. STOCKPORT Bestelnummer P/N = Bestelnummer voor producten van Nordson - Vertaling van het origineel - Kennisgeving Dit is een publicatie

Nadere informatie

Trigger I/O kaart voor de LogiComm pistoolbesturing

Trigger I/O kaart voor de LogiComm pistoolbesturing Instructieblad Trigger I/O kaart voor de LogiComm pistoolbesturing Dutch PAS OP: Deze trigger I/O kaart is niet rechtstreeks compatibel met de voorgaande versies (P/N s 1069804 en 1069805). Zie de aansluitschema

Nadere informatie

Spectra 30-patroonbesturing

Spectra 30-patroonbesturing Spectra 30-patroonbesturing Gebruikershandleiding - Dutch - Uitgegeven 10/15 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document en in alle bijbehorende

Nadere informatie

LA380 lijmdrukregelaar

LA380 lijmdrukregelaar lijmdrukregelaar Handleiding Dutch Uitgave 11/09 NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten beschermde publicatie

Nadere informatie

ProBlue Fulfill geïntegreerd vulsysteem

ProBlue Fulfill geïntegreerd vulsysteem ProBlue Fulfill geïntegreerd vulsysteem Gebruikershandleiding - Dutch - Uitgegeven 5/13 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document en

Nadere informatie

Applicatoren LA 725 / LA 725-S

Applicatoren LA 725 / LA 725-S Applicatoren LA 725 / LA 725-S Handleiding - Dutch - Uitgave 06/14 NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS Bestelnummer P/N = bestelnummer van het Nordson-artikel Opmerking Dit is een auteursrechtelijk

Nadere informatie

VersaBlue en VersaBlue Plus Lijmsmeltapparaten van de serie N Types VB, VC, VD, VE, VW, VX, VY, VZ

VersaBlue en VersaBlue Plus Lijmsmeltapparaten van de serie N Types VB, VC, VD, VE, VW, VX, VY, VZ VersaBlue en VersaBlue Plus Lijmsmeltapparaten van de serie N Types VB, VC, VD, VE, VW, VX, VY, VZ Voorlopige veldtestgebruikshandleiding - Dutch - Uitgave 02/14 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY

Nadere informatie

ProBlue Liberty Smeltlijmsysteem

ProBlue Liberty Smeltlijmsysteem ProBlue Liberty Smeltlijmsysteem Gebruikershandleiding - Dutch - Uitgegeven 5/14 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document en in alle

Nadere informatie

EPC-15. Handleiding P/N 464 999 A -- Dutch -- NORDSON CORPORATION AMHERST, OHIO USA

EPC-15. Handleiding P/N 464 999 A -- Dutch -- NORDSON CORPORATION AMHERST, OHIO USA EPC-15 Handleiding P/N 464 999 A -- Dutch -- NORDSON CORPORATION AMHERST, OHIO USA This equipment is regulated by the European Union under WEEE Directive 2002/96/EC. www.nordson.com See www.nordson.com

Nadere informatie

DuraBlue Lijmsmelters Model DK25, DK25H, DK50, DK100

DuraBlue Lijmsmelters Model DK25, DK25H, DK50, DK100 DuraBlue Lijmsmelters Model DK25, DK25H, DK50, DK100 Handleiding Dutch Uitgave 01/09 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY 8063430 8063436 8063442 8063431 8063437 8063443 8063432 8063438 8063444 8063433

Nadere informatie

LA 4100 patroonbesturingssysteem

LA 4100 patroonbesturingssysteem LA 4100 patroonbesturingssysteem Handleiding P/N 213 573 A Dutch Uitgave 04/02 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA www.nordson.com Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking

Nadere informatie

Plunjerpomp LA 310. Handleiding P/N _05 - Dutch - Uitgave 09/14 NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS

Plunjerpomp LA 310. Handleiding P/N _05 - Dutch - Uitgave 09/14 NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS Plunjerpomp LA 30 Handleiding - Dutch - NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS Bestelnummer P/N = bestelnummer van het Nordson-artikel Opmerking Dit is een auteursrechtelijk beschermde uitgave van

Nadere informatie

LogiCOMM besturingssysteem

LogiCOMM besturingssysteem LogiCOMM besturingssysteem Handleiding -- Dutch -- Uitgave 01/05 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA www.nordson.com USA This equipment is regulated by the European Union under WEEE Directive 2002/96/EC.

Nadere informatie

PS40 spanningsbron P/N B Inleiding. 2. Veiligheid. PS40 spanningsbron 1. - Dutch -

PS40 spanningsbron P/N B Inleiding. 2. Veiligheid. PS40 spanningsbron 1. - Dutch - 1 P/N - Dutch - This equipment is regulated by the European Union under WEEE Directive 2002/96/EC). See www.nordson.com for information about how to properly dispose of this equipment. 1. Inleiding De

Nadere informatie

LA patroonbesturing

LA patroonbesturing LA 404-2 patroonbesturing Handleiding Dutch NORDSON BENELUX MAASTRICHT THE NETHERLANDS www.nordson.com This equipment is regulated by the European Union under WEEE Directive 2002/96/EC. www.nordson.com

Nadere informatie

Automatisch Prodigy systeem HDLV pomppaneel

Automatisch Prodigy systeem HDLV pomppaneel Automatisch Prodigy systeem HDLV pomppaneel Handleiding P/N 769053A02 Dutch Uitgave 06/0 Dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar http://emanuals.nordson.com/finishing

Nadere informatie

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften POM ( MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften Inhoudstafel VEILIGHEIDS - & VOORZORGSMAATREGELEN 3 PRODUCTBESCHRIJVING 4 GEBRUIKSTOEPASSING 4 TECHNISCHE GEGEVENS 4 STANDAARDEN 4 OPERATIONELE DIAGRAMMEN

Nadere informatie

Volumedoseerkop GMG. Handleiding P/N J - Dutch - Uitgave 11/10 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY

Volumedoseerkop GMG. Handleiding P/N J - Dutch - Uitgave 11/10 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Volumedoseerkop Handleiding - Dutch - Uitgave 11/10 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze document is voor de gehele serie geldig. Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel

Nadere informatie

Smeltlijmaanbrengkop

Smeltlijmaanbrengkop Smeltlijmaanbrengkop EP 48-VM Handleiding 7156806C Dutch Uitgave 11/08 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze document betreft de producten met de volgende P/N: 7133221 Bestelnummer P/N

Nadere informatie

Eclipse Series EPC-30 Patroonbesturing

Eclipse Series EPC-30 Patroonbesturing Eclipse Series EPC-30 Patroonbesturing Handleiding P/N 412 985 B -- Dutch -- NORDSON CORPORATION AMHERST, OHIO USA This equipment is regulated by the European Union under WEEE Directive 2002/96/EC. www.nordson.com

Nadere informatie

Nordson MicroMax Cabine

Nordson MicroMax Cabine Nordson MicroMax Cabine Hand poeder cabine Handleiding P/N 213 114 D Dutch Bewaar als naslagwerk NORDSON (UK) LTD. STOCKPORT Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een

Nadere informatie

GD 200S en 200F Gebruikershandleiding

GD 200S en 200F Gebruikershandleiding GD 200S en 200F Gebruikershandleiding Onderdeelnr. 7135526_04 - Dutch - Uitgegeven 07/14 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document en

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 4500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

U heeft zowel een AudioCast Zender als een AudioCast Ontvanger nodig om een compleet SoundCast AudioCast systeem te vormen!

U heeft zowel een AudioCast Zender als een AudioCast Ontvanger nodig om een compleet SoundCast AudioCast systeem te vormen! Dank U voor de aankoop van een SoundCast draadloos systeem. SoundCast producten staan garant voor de beste kwaliteit in draadloze transmissie van een geluidsbron, vrij van storingen. U heeft zowel een

Nadere informatie

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004

RUKRA REMOTE DIGIT IO_44_NL ARTIKELNUMMER: RK-3004 ARTIKELNUMMER: RK-3004 Lees deze handleiding zorgvuldig door voordat u start met de montage of programmering RUKRA EUROPE B.V. WWW.RUKRA.EU INFO@RUKRA.EU Handleiding ALGEMENE INFORMATIE De Remote DIGIT

Nadere informatie

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud

Keystone OM13 - EPI-2 driedraads module Handleiding voor installatie en onderhoud Voor installatie moeten deze instructies volledig zijn gelezen en begrepen Inhoud 1 Optionele module 13: driedraads module.. 1 2 Installatie... 2 3 OM13-module instellen en configureren... 8 4 OM13-pakketten...

Nadere informatie

LA 404 patroonbesturingssysteem

LA 404 patroonbesturingssysteem LA 404 patroonbesturingssysteem Handleiding 397 441 A -- Dutch -- Uitgave 06/03 NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA www.nordson.com This equipment is regulated by the European Union under WEEE Directive

Nadere informatie

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18

GPRS-A. Universele monitoringsmodule. Quick start. De volledige handleiding is verkrijgbaar op   Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 GPRS-A Universele monitoringsmodule Quick start De volledige handleiding is verkrijgbaar op www.osec.nl Firmware versie 1.00 gprs-a_sii_nl 02/18 SATEL sp. z o.o. ul. Budowlanych 66 80-298 Gdańsk POLAND

Nadere informatie

Modulaire poedertoevoerpompen

Modulaire poedertoevoerpompen Modulaire poedertoevoerpompen Handleiding P/N 213 596 E - Dutch - Uitgave 09/01 NORDSON CORPORATION AMHERST, OHIO USA Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten

Nadere informatie

Applicatoren Type PatternCoat (PCT)

Applicatoren Type PatternCoat (PCT) Applicatoren Type PatternCoat () Handleiding - Dutch - Uitgave 10/14 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze documentatie geldt voor de gehele serie. Bestelnummer P/N = bestelnummer van

Nadere informatie

AN0030-NL. Een uitgang configureren zodat het een apparaat in Paxton10 aanstuurt. Overzicht. Het apparaat creëren

AN0030-NL. Een uitgang configureren zodat het een apparaat in Paxton10 aanstuurt. Overzicht. Het apparaat creëren Een uitgang configureren zodat het een apparaat in Paxton10 aanstuurt Overzicht Alle apparaten die aangestuurd kunnen worden, van verlichting tot en met machines, kunnen worden aangestuurd met behulp van

Nadere informatie

Besturingsunit voor Econo Coat handbediend poederspuitpistool

Besturingsunit voor Econo Coat handbediend poederspuitpistool Besturingsunit voor Econo Coat handbediend poederspuitpistool Handleiding P/N 97 68 B - Dutch - Uitgave 09/02 NORDSON CORPORATION AMHERST, OHIO USA Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel

Nadere informatie

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren De BeauHeat digitale thermostaat is een digitale klokthermostaat voor automatische bediening van elektrische handdoekradiatoren. Een externe

Nadere informatie

Betonkabel Vloerverwarming

Betonkabel Vloerverwarming Überschrift beperkte Installatiehandleiding Warmup Betonkabel Vloerverwarming BELANGRIJK: Lees eerst deze handleiding alvorens u uw verwarming gaat installeren. Foutieve installatie kan de verwarming beschadigen

Nadere informatie

ProBlue Fulfill Geïntegreerd vulsysteem

ProBlue Fulfill Geïntegreerd vulsysteem ProBlue Fulfill Geïntegreerd vulsysteem Gebruikershandleiding P/N 7169725A -Dutch- Uitgave 04/10 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document

Nadere informatie

DuraBlue Lijmsmelters Model D25, D25H, D50, D100

DuraBlue Lijmsmelters Model D25, D25H, D50, D100 Lijmsmelters Model D25, D25H, D50, D100 Handleiding Dutch Uitgave 03/11 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten

Nadere informatie

Tribomatic II poederpomp

Tribomatic II poederpomp Instructieblad P/N - Dutch - Tribomatic II poederpomp PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze handleiding en uit alle andere

Nadere informatie

Inline poederpomp. Beschrijving. Inline poederpomp verwijderen. Instructieblad P/N B. - Dutch -

Inline poederpomp. Beschrijving. Inline poederpomp verwijderen. Instructieblad P/N B. - Dutch - Instructieblad P/N 397 9 B - Dutch - PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze handleiding en uit alle andere relevante documentatie

Nadere informatie

Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U

Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U Installatiehandleiding Smart-UPS 1200/1500 VA 100/120/230 Vac in rek te monteren 1U Belangrijke veiligheidvoorschriften Lees de instructies aandachtig zodat u het apparaat leert kennen voordat u het probeert

Nadere informatie

Spectrum-poedertoevoercentrum

Spectrum-poedertoevoercentrum Handleiding P/N 397 486 A Dutch Bewaar als naslagwerk NORDSON (UK) LTD. STOCKPORT Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten beschermde publicatie

Nadere informatie

BIPAC-7100S / ADSL Modem/Router. Snelle Start Gids

BIPAC-7100S / ADSL Modem/Router. Snelle Start Gids BIPAC-7100S / 7100 ADSL Modem/Router Snelle Start Gids Billion BIPAC-7100S/7100 ADSL Modem/Router Voor meer gedetailleerde instructies aangaande het configureren en gebruik van de (Draadloze) ADSL Firewall

Nadere informatie

Installatiehandleiding Z-Wave Stick voor Autarco omvormers

Installatiehandleiding Z-Wave Stick voor Autarco omvormers Installatiehandleiding Z-Wave Stick voor Autarco omvormers Autarco Group B.V. 2019-03-15 Contactgegevens Autarco Group B.V. Schansoord 60 5469 DT Erp The Netherlands www.autarco.com info@autarco.com Andere

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter

Gebruikersveiligheid. Elektrische veiligheid. Phaser 5500-laserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves

KEYSTONE. OM8 - EPI 2 AS-Interface module Handleiding voor installatie en onderhoud. www.pentair.com/valves KEYSTONE Inhoud 1 Optionele module 8: AS-Interface module 1 2 Installatie 1 3 Communicatiekenmerken 1 4 Beschrijving van de OM8 AS-Interface module 2 5 AS-Interface protocol 3 6 Communicatie-interface

Nadere informatie

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter

Gebruikersveiligheid. Veiligheid bij het gebruik van elektriciteit. Phaser 7750-kleurenlaserprinter Gebruikersveiligheid De printer en de aanbevolen verbruiksartikelen zijn getest en voldoen aan strikte veiligheidsnormen. Als u de volgende informatie in acht neemt, bent u verzekerd van een ononderbroken

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Monty Alarmzender

Gebruikershandleiding Monty Alarmzender Gebruikershandleiding Monty Alarmzender Voorwoord Hartelijk dank voor het gebruik van de Monty alarmzender. Wij hebben met de grootste zorg deze applicatie en het device ontwikkeld, om u in staat te stellen

Nadere informatie

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *688.107 Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT Modelnr.: *688.107 GEBRUIKSAANWIJZING Om volledig gebruik te maken van de mogelijkheden en storingen tot het minimum te beperken raden wij u aan om de gebruiksaanwijzing

Nadere informatie

GEBRUIKERSKAART P/N B Dutch

GEBRUIKERSKAART P/N B Dutch Nordson Corporation GEBRUIKERSKAART P/N 397 055 B Dutch Ink-Dot Systeem Veiligheidsvoorschriften PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Doseerpompeneenheid GP 200 (Mini)

Doseerpompeneenheid GP 200 (Mini) Doseerpompeneenheid GP 200 (Mini) Handleiding Dutch Uitgave 01/09 NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY Opmerking Deze document is voor de gehele serie geldig. Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het

Nadere informatie

Conettix Cellular Communicators

Conettix Cellular Communicators Conettix Cellular Communicators B44x nl Referentiegids Conettix Cellular Communicators Inhoudsopgave nl 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Mobiele module 4 1.1 Over de documentatie 4 1.2 Bosch Building Technologies,

Nadere informatie

SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding

SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding SPCE120 Indication Expander Gebruikershandleiding 3.4 Copyright Copyright Technische specificaties en beschikbaarheid kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Copyright Alle rechten op

Nadere informatie

Installatiehandleiding

Installatiehandleiding LC-Products B.V. tel. (+31) 088-8111000 fax. (+31) 088-8111009 email: info@lc-products.nl website: www.lc-products.nl LC-Products B.V. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced

Nadere informatie

Korte installatiehandleiding voor de datakabel DKU-5

Korte installatiehandleiding voor de datakabel DKU-5 Elektronische handleiding als uitgave bij "Nokia Handleidingen - Voorwaarden en bepalingen, 7 juni 1998" ( Nokia User s Guides Terms and Conditions, 7th June, 1998.) Korte installatiehandleiding voor de

Nadere informatie

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP

Nadere informatie