MiniBlue II pneumatische applicators

Transcriptie

1 MiniBlue II pneumatische applicators Gebruikershandleiding - Dutch - Uitgegeven 09/2014 Dit document bevat belangrijke veiligheidsinformatie. Lees en volg alle veiligheidsinformatie in dit document en in alle bijbehorende documentatie beslist op. NORDSON CORPORATION DULUTH, GEORGIA USA

2 Zie voor een CE-verklaring de documentatie bij de apparatuur. Nordson Corporation waardeert vragen om informatie, commentaar en inlichtingen over zijn producten. Algemene informatie over Nordson kan worden gevonden op het internet op het volgende adres: Kennisgeving Dit is een publicatie van Nordson Corporation die is beschermd door auteursrecht. Originele copyrightdatum Dit document mag niet, in zijn geheel noch gedeeltelijk, worden gefotokopieerd, gereproduceerd of vertaald zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nordson Corporation. De informatie in deze publicatie kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. - Vertaling van origineel - Handelsmerken AccuJet, AeroCharge, Allegro, Apogee, AquaGuard, Artiste, Asymtek, Automove, Autotech, Baitgun, Blue Box, BM-32, BM-58, BM-63, Bowtie, Build A Part, CanWorks, Century, CF, CleanSleeve, CleanSpray, Color on Demand, ColorMax, Control Coat, Coolwave, Cross Cut, CrystallCut, cscan+, Dage, Dispensejet, DispenseMate, DuraBlue, DuraDrum, Durafiber, DuraPail, Dura Screen, Durasystem, Easy Coat, Easymelt, Easymove Plus, Ecodry, Econo Coat, e.dot, EFD, Eliminator, Emerald, Encore, Equatherm, ESP, e-stylized, ETI stylized, Excel 2000, Fibrijet, Fillmaster, FlexiCoat, Flexi Spray, Flex O Coat, Flow Sentry, Fluidmove, FoamMelt, FoamMelt - stylized, FoamMix, F.R. Gross, Freedom, Fulfill, GreenUV, HDLV, Heli flow, Helix, Horizon, Hot Shot, icontrol, idry, iflow, Isocoil, Isocore, Iso Flo, itrax, JR, KB30, Kinetix, KISS, Lean Cell, Little Squirt, LogiComm, Magnastatic, March, Maverick, MEG, Meltex, MicroCoat, MicroMark, Micromedics, Micro Meter, MicroSet, Microshot, Millenium, MiniBlue, Mini Squirt, Moist Cure, Mountaingate, MultiScan, NexJet, No Drip, Nordson, Nordson - stylized, Nordson and Arc, nxheat, Optimum, Package of Values, Paragon, PatternView, PermaFlo, PICO, PicoDot, Plasmod, PluraFoam, Poly-Check, Porous Coat, PowderGrid, Powderware, Precisecoat, PRIMARC, Printplus, Prism, ProBlue, Prodigy, Pro Flo, Program A Bead, Program A Shot, Program A Stream, Program A Swirl, ProLink, Pro Meter, Pro Stream, Pulsar, Quantum, RBX, Rhino, Saturn, Saturn with rings, Scoreguard, SC5, S. design stylized, Seal Sentry, Sealant Equipment & Engineering, Inc., SEE and design, See Flow, Select Charge, Select Coat, Select Cure, Servo Flo, Shot A Matic, Signature, Signature - stylized, Slautterback, Smart Coat, Smart Gun, Solder Plus, Spectrum, Speed Coat, Spirex, Spraymelt, Spray Squirt, StediFlo, Stratablend, Super Squirt, SureBead, Sure Clean, Sure Coat, Sure Max, SureWrap, TAH, Tela Therm, Tip Seal, Tracking Plus, TRAK, Trends, Tribomatic, Trilogy, TrueBlue, TrueCoat, Tubesetter, Ultra, UniScan, UpTime, U TAH, Value Plastics, Vantage, Veritec, VersaBlue, Versa Coat, VersaDrum, VersaPail, Versa Screen, Versa Spray, VP Quick Fit, VP Quick-Fit stylized, VP stylized, Walcom, Watermark, When you expect more., X Plane, Xaloy, Xaloy - stylized, YesTech zijn gedeponeerde handelsmerken van Nordson Corporation. Accubar, Active Nozzle, Advanced Plasma Systems, AeroDeck, AeroWash, AltaBlue, AltaSlot, Alta Spray, AquaCure, ATS, Auto Flo, AutoScan, Axiom, Best Choice, BetterBook, Blue Series, Bravura, CanNeck, CanPro, Celero, Chameleon, Champion, Check Mate, ClassicBlue, Classic IX, Clean Coat, Cobalt, Concert, Contour, ContourCoat, Controlled Fiberization, Control Weave, CPX, cselect, Cyclo Kinetic, DispensLink, DropCure, Dry Cure, DuraBraid, DuraCoat, e.dot+, E Nordson, Easy Clean, EasyOn, EasyPW, Eclipse, EdgeControl, Equalizer, Equi=Bead, Exchange Plus, FillEasy, Fill Sentry, FlexSeam, Flow Coat, Fluxplus, G Net, G Site, Genius, Get Green With Blue, Gluie, Ink Dot, IntelliJet, ion, Iso Flex, itrend, KVLP, Lacquer Cure, Maxima, Mesa, MicroFin, MicroMax, Mikros, MiniEdge, Minimeter, MiniPUR, MonoCure, Multifil, MultiScan, Myritex, Nano, OmniScan, OptiMix, OptiStroke, Optix, Origin, Partnership+Plus, PatternJet, PatternPro, PCI, PharmaLok, Pinnacle, PluraMix, Powder Pilot, Powder Port, Powercure, Process Sentry, Pulse Spray, PURBlue, PUReOne, PURJet, PurTech, Quad Cure, Ready Coat, RediCoat, RollVIA, Royal Blue, Select Series, Sensomatic, Shaftshield, SheetAire, Smart, Smartfil, SolidBlue, Spectral, Spectronic, SpeedKing, Spray Works, StediTherm, StrokeControl, Summit, Sure Brand, SureFoam, SureMix, SureSeal, Swirl Coat, Tempus, ThruWave, TinyCure, Trade Plus, Trio, TruFlow, Ultra FoamMix, UltraMax, Ultrasaver, Ultrasmart, Universal, ValueMate, Versa, VersaPUR, Viper, Vista, Web Cure, 2 Rings (design) zijn handelsmerken van Nordson Corporation. De in dit document voorkomende benamingen en handelsmerken kunnen verwijzen naar merken die, indien gebruikt door derden voor eigen doeleinden, inbreuk kunnen maken op de rechten van de eigenaar. 09/2014 Nordson Corporation

3 Inhoudsopgave i Inhoudsopgave Nordson International... O 1 Europe... O 1 Distributors in Eastern & Southern Europe... O 1 Outside Europe... O 2 Africa / Middle East... O 2 Asia / Australia / Latin America... O 2 China... O 2 Japan... O 2 North America... O 2 Veiligheid... 1 Veiligheidssymbolen... 1 De verantwoordelijkheden van de eigenaar van de apparatuur... 1 Veiligheidsinformatie... 2 Instructies, eisen en normen... 2 Vereisten voor gebruikers... 2 Geldend veiligheidsbeleid in de industrie... 2 Bedoeld gebruik van de apparatuur... 3 Instructies en veiligheidsmeldingen... 3 Installatiewerkwijze... 3 Bedieningswijzen... 3 Werkwijze bij onderhoud en reparatie... 4 Veiligheidsinformatie bij de apparatuur... 4 Apparatuur uitschakelen... 4 Algemene waarschuwingen en veiligheidsinstructies... 5 Andere veiligheidsvoorzorgen... 8 Eerste hulp... 9 Waarschuwingslabels en plaatjes... 9 Beschrijving MiniBlue II-applicators voor systeemuitbreiding Freedom applicators Magneetklep Afgiftemodule EasyOn functie Slangkoppeling/Filter Aansluitkabel Temperatuurregeling Bedoeld gebruik Externe apparatuur en reserveonderdelen /2014 Nordson Corporation

4 ii Inhoudsopgave Installatie Benodigdheden Installatierichtlijnen Montage Aansluiten vloeistof en perslucht Uitpakken en inspecteren Monteren van de applicator Monteren van een applicator op een nieuw of bestaand systeem Vervangen van een applicator op een bestaand systeem Het aansluiten van de magneetklep Aansluiten van de perslucht Triggerapparaat aansluiten op een SG-magneetklep Aansluiten van de slang De applicator spoelen Gebruik Onderhoud De spuitmonden reinigen Problemen en oplossingen Tabel met problemen en oplossingen voor MiniBlue Inspecteren van de applicatorbedrading Diagnoseprocedures (DP's) DP1. Controleren van een magneetklep DP2. Controleer op verstopping van de spuitmond of de module DP3. Controleren van een verwarmingselement DP4. Controleren van een RTD (weerstandsthermometer) Reparatie De kunststof kap vervangen (alleen SlimLine-applicators) Vervang modules Een verwarmingselement of temperatuuropnemer vervangen Om de temperatuuropnemer te vervangen Om het verwarmingselement te vervangen Vervangen van een magneetklep /2014 Nordson Corporation

5 Inhoudsopgave iii Gebruik van de geïllustreerde onderdeellijsten SlimLine-applicatoreenheidmet één module Applicatoreenheid, breed met één module en met meer modules Vervangende modules Kabelset Magneetkleppen en toebehoren Magneetkleppen Bedrading voor magneetkleppen Vervangingssets voor 'harde' magneetklepleidingen Optionele sets voor magneetklepaansluiting met flexibele slangen 52 Magneetkleptoebehoren en reserveonderdelen Kappen en pakkingen Niet-SlimLine-montage Slangkoppelingen en filtereenheden Filtersets Applicator slang koppelingen Isolatiemanchet Standard Saturn-spuitmond MiniBlue II SureBead-spuitmonden Verwarmingselementen SlimLine-applicator Standaard MiniBlue II-applicator Retrofit MiniBlue II-applicator Thermisch isolerende applicatorkappen Verlengkabels Toebehoren voor onderhoud Technische gegevens Afmetingen MiniBlue II-applicator configuratiecode /2014 Nordson Corporation

6 iv Inhoudsopgave 09/2014 Nordson Corporation

7 Introduction O 1 Europe Nordson International Country Phone Fax Austria Belgium Czech Republic Denmark Hot Melt Finishing Finland France Germany Erkrath Lüneburg Nordson UV EFD Italy Netherlands Norway Hot Melt Poland Portugal Russia Slovak Republic Spain Sweden Switzerland United Hot Melt Kingdom Industrial Coating Systems Distributors in Eastern & Southern Europe Contact Nordson Phone Fax DED, Germany Nordson Corporation NI_Q-1112-ATL_MINI

8 O 2 Introduction Outside Europe For your nearest Nordson office outside Europe, contact the Nordson offices below for detailed information. Africa / Middle East Contact Nordson Phone Fax DED, Germany Asia / Australia / Latin America Contact Nordson Phone Fax Pacific South Division, USA China Contact Nordson Phone Fax China Japan Contact Nordson Phone Fax Japan North America Canada USA Hot Melt Finishing Nordson UV NI_Q-1112-ATL_MINI 2012 Nordson Corporation

9 MiniBlue II pneumatische applicators 1 MiniBlue II pneumatische applicators Veiligheid Lees dit hoofdstuk door voordat u de apparatuur in gebruik neemt. Dit hoofdstuk bevat aanbevelingen en werkwijzen die van toepassing zijn bij het veilig installeren, bedienen en onderhouden (hierna aangeduid als "gebruik") van het product dat in dit document wordt beschreven (hierna aangeduid als "apparatuur"). Aanvullende veiligheidsinformatie, in de vorm van taakspecifieke veiligheidswaarschuwingen, komen waar nodig overal in dit document voor. PAS OP! Als de veiligheidsinformatie en -aanbevelingen en risicovermijdende procedures in dit document niet worden opgevolgd, kan dit leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel of schade aan apparatuur en goederen. Veiligheidssymbolen Overal in dit document komt u de volgende attentiesymbolen en signaalwoorden tegen, om de lezer te wijzen op persoonlijke veiligheidsrisico s of op omstandigheden die kunnen leiden tot schade aan apparatuur of goederen. Volg alle veiligheidsinformatie op die achter het signaalwoord is vermeld. PAS OP! Duidt een potentieel gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, kan leiden tot ernstig lichamelijk of zelfs dodelijk letsel. LET OP! Duidt een potentieel gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, kan leiden tot gering of beperkt lichamelijk letsel. LET OP! (Vermeld zonder veiligheidssymbool) Duidt een potentieel gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt vermeden, kan leiden tot schade aan apparatuur of goederen. De verantwoordelijkheden van de eigenaar van de apparatuur De eigenaar van de apparatuur heeft de verantwoordelijkheid voor het beheren van veiligheidsinformatie en moet zorgen dat alle instructies en regelgeving voor het gebruik van de apparatuur worden opgevolgd en dat alle potentiële gebruikers voldoende zijn getraind. 09/2014 Nordson Corporation

10 2 MiniBlue II pneumatische applicators Veiligheidsinformatie Research en evalueer veiligheidsinformatie uit alle van toepassing zijnde bronnen, zoals het eigen specifieke veiligheidsbeleid van de eigenaar, de beste werkwijzen in de sector, regelgeving door de overheid, de productinformatie van de fabrikant van materialen en dit document. Verstrek veiligheidsinformatie aan de gebruikers van de apparatuur, overeenkomstig de overheidsvoorschriften. Neem contact op met de overheidsinstantie die bevoegdheden heeft inzake industriële informatie. Zorg dat veiligheidsinformatie, ook de waarschuwingslabels die aan de apparatuur zijn bevestigd, steeds duidelijk leesbaar is. Instructies, eisen en normen Zorg dat de apparatuur wordt gebruikt overeenkomstig de informatie in dit document, de regelgeving en voorschriften van de overheid en de hoogste normen in de sector. Vraag als dat van toepassing is om goedkeuring van de afdelingen techniek of veiligheid van uw productiefaciliteit of van een soortgelijke dienst binnen uw organisatie, voordat u de apparatuur voor de eerste maal installeert of bedient. Stel de geëigende EHBO-hulpmiddelen en noodvoorzieningen ter beschikking. Voer veiligheidsinspecties uit om te garanderen dat de gewenste werkwijzen ook worden opgevolgd. Evalueer de praktische veiligheid en de procedures opnieuw nadat processen of apparatuur wijzigingen hebben ondergaan. Vereisten voor gebruikers De eigenaar van de apparatuur heeft de verantwoordelijkheid om te zorgen dat operators: een veiligheidstraining volgen die is afgestemd op hun functie, zoals vereist volgens overheidsvoorschriften en de hoogste normen in de sector vertrouwd zijn met de procedures, het veiligheidsbeleid en de ongevalspreventie van de eigenaar van de apparatuur van een andere, goed opgeleide operator een specifieke training t.a.v. apparatuur en werkuitvoering ontvangen OPMERKING: Nordson kan apparaatspecifieke trainingen verzorgen t.a.v. installatie, bediening en onderhoud. Vraag uw contactpersoon bij Nordson om informatie over industrie- en sectorspecifieke kundigheden en ervaring beschikken die zijn afgestemd op de functie fysiek in staat zijn om hun functie uit te oefenen en niet onder invloed verkeren van middelen die nadelig zijn voor hun mentale of lichamelijke capaciteiten Geldend veiligheidsbeleid in de industrie De volgende veiligheidspraktijken hebben betrekking op het gebruik van apparatuur zoals in dit document is beschreven. De hier vermelde informatie pretendeert niet alle mogelijke veiligheidspraktijken te beschrijven, maar beschrijft de beste veiligheidspraktijk voor apparatuur met vergelijkbare veiligheidsrisico's in verwante bedrijfstakken. 09/2014 Nordson Corporation

11 MiniBlue II pneumatische applicators 3 Bedoeld gebruik van de apparatuur Gebruik de apparatuur uitsluitend voor de beschreven doeleinden en binnen de grenzen die in dit document zijn aangegeven. Wijzig de apparatuur niet. Gebruik geen materialen die niet geschikt zijn of hulpvoorzieningen die niet zijn goedgekeurd. Neem contact op met uw contactpersoon bij Nordson als u vragen heeft over materiaalcompatibiliteit of het gebruik van niet-standaard hulpvoorzieningen. Instructies en veiligheidsmeldingen Lees en volg de instructies op in dit document en in andere documenten waarnaar wordt verwezen. Zorg dat u vertrouwd bent met de locatie en de betekenis van waarschuwingslabels en -plaatjes die aan de apparatuur zijn bevestigd. Zie Waarschuwingslabels en -plaatjes aan het eind van dit hoofdstuk. Als u niet zeker weet hoe u de apparatuur moet gebruiken, neem dan voor bijstand contact op met uw contactpersoon bij Nordson. Installatiewerkwijze Installeer de apparatuur overeenkomstig de instructies vermeld in dit document en in de documentatie die bij de hulpvoorzieningen is meegeleverd. Deze apparatuur is niet gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de ATEX-richtlijn of als brandgevaarlijk en kan worden geïnstalleerd in potentieel explosieve omgevingen. Controleer of de apparatuur geschikt is voor de omgeving waarin deze wordt gebruikt en of de proceseigenschappen van het materiaal geen gevaarlijke omstandigheden zullen creëren. Raadpleeg het materiaalgegevensblad (Material Safety Data Sheet (MSDS)) voor het betreffende materiaal. Als de installatie volgens de gewenste configuratie niet overeenstemt met de installatie-instructies, neem dan voor bijstand contact op met uw Nordson-vertegenwoordiger. Positioneer de apparatuur zodanig dat de werking veilig is. Houd alle vereiste ruimtelijke spelingen aan tussen de apparatuur en andere objecten. Installeer vergrendelbare hoofdschakelaars waarmee de apparatuur en alle onafhankelijk bekrachtigde hulpvoorzieningen kunnen worden afgekoppeld van hun energiebronnen. Zorg dat alle apparatuur correct geaard is. Neem contact op met de toezichthoudende instantie voor utilitaire voorzieningen in uw gebouw over de specifieke vereisten. Controleer bij gezekerde apparatuur of zekeringen van het correcte type en ampèrage zijn aangebracht. Neem contact op met de bevoegde overheidsinstantie om te informeren of voor installatie toestemming of inspecties vereist zijn. Bedieningswijzen Zorg dat u vertrouwd bent met de locatie en de bediening van alle veiligheidsvoorzieningen en indicators. Controleer of de apparatuur, dus ook alle veiligheidsvoorzieningen (afdekpanelen, beveiligingen, etc.), goed functioneert en of de werkomgeving aan de vereiste condities voldoet. Gebruik bij elke taak de gespecificeerde voorzieningen voor persoonlijke bescherming (PPE). Raadpleeg de veiligheidsvoorschriften (Equipment Safety Information) of de instructies van de fabrikant van het materiaal en het MSDS voor deze PPE-vereisten. Gebruik geen apparatuur die slecht functioneert of blijk geeft van potentiële defecten. 09/2014 Nordson Corporation

12 4 MiniBlue II pneumatische applicators Werkwijze bij onderhoud en reparatie Voer de periodieke onderhoudswerkzaamheden uit volgens de termijnen die in dit document zijn aangegeven. Laat de hydraulische en pneumatische systeemdruk af voordat u onderhoud uitvoert aan de apparatuur. Maak de apparatuur en alle hulpvoorzieningen energieloos voordat u onderhoud uitvoert. Gebruik alleen nieuwe onderdelen of gereviseerde of vervangingsonderdelen die door Nordson zijn goedgekeurd. Lees de instructies van de fabrikant door en volg deze op. Hetzelfde geldt voor de MSDS die is meegeleverd bij reinigingsmiddelen voor de apparatuur. OPMERKING: Materiaalgegevensbladen voor reinigingsmiddelen (MSDS) die door Nordson worden verkocht zijn verkrijgbaar op of door contact op te nemen met uw Nordson-vertegenwoordiger. Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen correct functioneren voordat u de apparatuur weer in bedrijf stelt. Voer verbruikte reinigingsmiddelen en afvalmateriaal af overeenkomstig de wettelijke regelgeving. Raadpleeg de betreffende MSDS of neem contact op met de bevoegde instanties voor nadere informatie. Zorg dat de waarschuwingslabels op de apparatuur schoon blijven. Vervang versleten of beschadigde stickers. Veiligheidsinformatie bij de apparatuur Deze veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing op de volgende types Nordson-apparatuur: aanbrengapparatuur voor smeltlijm en koudlijm en de bijbehorende accessoires patroonbesturingen, timers, detectie- en verificatiesystemen en alle andere optionele procesbesturingsapparatuur Apparatuur uitschakelen Om veel van de procedures die in dit document worden beschreven veilig te kunnen afronden, moet de apparatuur eerst worden uitgeschakeld. Het vereiste uitschakelniveau varieert per gebruikt type apparatuur en de af te ronden procedure. Zo nodig worden aan het begin van de procedure uitschakelinstructies gegeven. De uitschakelniveaus zijn: Het hydraulisch systeem drukloos maken Maak het hydraulisch systeem volkomen drukloos alvorens een hydraulische aansluiting of afdichting los te halen. Raadpleeg de producthandleiding bij de smelter voor instructies over het aflaten van de hydraulische systeemdruk. 09/2014 Nordson Corporation

13 Het systeem spanningsloos maken MiniBlue II pneumatische applicators 5 Isoleer het systeem (smelter, slangen, applicators en hulpapparatuur) van alle energiebronnen voordat u een onbeveiligd hoogspanningscircuit of -aansluitpunt toegankelijk maakt. 1. Zet de apparatuur uit evenals alle hulpvoorzieningen die aan de apparatuur is aangesloten (systeem). 2. Om te voorkomen dat de apparatuur onbedoeld kan worden ingeschakeld, moeten de hoofdschakelaar(s) of stroomonderbreker(s) die elektrische stroom leveren naar de apparatuur en optionele randapparatuur worden vergrendeld en worden voorzien van waarschuwingslabels. OPMERKING: In overheidsvoorschriften en industrienormen zijn specifieke eisen neergelegd waaraan de isolatie van gevaarlijke energiebronnen moet voldoen. Raadpleeg het betreffende voorschrift of de norm. Uitschakelen van de applicators OPMERKING: Lijmapplicators werden in sommige voorgaande publicaties ook aangeduid als "lijmpistolen". Alle elektrische of mechanische voorzieningen die een activeringssignaal zenden naar de applicators, de applicatormagneetklep(pen) of de smelterpomp, moeten worden uitgeschakeld voordat kan worden gewerkt aan of in de buurt van een applicator dat op een onder druk staand systeem is aangesloten. 1. De voorziening die een triggersignaal naar de applicator zendt (patroonbesturing, timer, PLC, etc.) moet worden uitgezet of afgekoppeld. 2. Maak de signaalbedrading naar de applicatormagneetklep(pen) los. 3. Laat de persluchtdruk naar de applicatormagneetklep(pen) af tot nul; blaas vervolgens de luchtdruk af die is achtergebleven tussen de drukregelaar en de applicator. Algemene waarschuwingen en veiligheidsinstructies Tabel 1 bevat algemeen geldende veiligheidswaarschuwingen en -aanwijzingen die van toepassing zijn op Nordson smeltlijm- en koudlijmapparatuur. Bekijk de tabel en lees aandachtig alle waarschuwingen en aanwijzingen die van toepassing zijn op de in deze handleiding beschreven uitrusting. Het type uitrusting wordt in tabel 1 als volgt beschreven: HM = Hot Melt = Smeltlijm (smelters, slangen, applicators, enz.) PC = Process Control = Procesbesturing CA = Cold Adhesive = Koudlijm (afgiftepompen, drukvaten en applicators) 09/2014 Nordson Corporation

14 6 MiniBlue II pneumatische applicators Type apparatuur HM Tabel 1 Algemene waarschuwingen en veiligheidsinstructies Waarschuwingen en aanwijzingen PAS OP! Gevaarlijke dampen! Voordat smeltlijm op basis van polyurethaanreactieve (PUR) stoffen of materialen op basis van oplosmiddelen door een compatibele Nordson smelter worden gevoerd, moet eerst de MSDS bij het materiaal worden doorgelezen en opgevolgd. Zorg dat de verwerkingstemperatuur en de vlampunten van het materiaal niet worden overschreden en dat aan alle vereisten voor het veilig hanteren en ventilatie, EHBO en persoonlijke bescherming is voldaan. Lichamelijk of dodelijk letsel kan het gevolg zijn als aan de voorschriften van het materiaalgegevensblad niet wordt voldaan. HM PAS OP! Reactief materiaal! Gebruik nooit vloeistoffen op basis van gehalogeneerde koolwaterstoffen om aluminium componenten te reinigen of om Nordson apparatuur te spoelen. Nordson smelters en applicators bevatten aluminium componenten die extreem kunnen reageren met gehalogeneerde koolwaterstof. Het gebruik van middelen op basis van gehalogeneerde koolwaterstof in Nordson apparatuur kan lichamelijk of dodelijk letsel veroorzaken. HM, CA PAS OP! Systeem onder druk! Maak het hydraulisch systeem drukloos alvorens een hydraulische aansluiting of afdichting los te halen. Als de vloeistof in het systeem niet drukvrij wordt gemaakt kan smeltlijm op ongecontroleerde wijze vrijkomen, met mogelijk lichamelijk letsel tot gevolg. HM PAS OP! Gesmolten materiaal! Draag een gezichtsmasker of een veiligheidsbril, kleding die alle huid bedekt en hittewerende handschoenen bij onderhoud aan apparatuur die vloeibare smeltlijm bevat. Ook in gestolde toestand kan smeltlijm nog brandwonden veroorzaken. Als geen geschikte persoonlijke beveiliging worden gedragen kan dit leiden tot lichamelijk letsel. 09/2014 Nordson Corporation

15 MiniBlue II pneumatische applicators 7 Algemene waarschuwingen en veiligheidsinstructies (vervolg) Type Waarschuwingen en aanwijzingen apparatuur HM, PC PAS OP! Apparatuur start automatisch! Extern gemonteerde triggerapparatuur is in gebruik om de werking van automatische smeltlijmapplicators te regelen. Alvorens aan of nabij een functionerende applicator te werken moet het triggerapparaat van de applicator zijn uitgeschakeld en de luchttoevoer naar de applicatormagneetklep(pen) zijn afgekoppeld. Mogelijk ontstaat lichamelijk letsel als de triggervoorziening van de applicator niet is uitgeschakeld en de luchttoevoer naar de applicatormagneetklep(pen) niet is afgekoppeld. HM, CA, PC PAS OP! Elektrocutiegevaar! Ook nadat de apparatuur is uitgeschakeld en elektrisch is geïsoleerd via de hoofdschakelaar of de stroomonderbreker kan de apparatuur nog zijn aangesloten op bekrachtigde hulpvoorzieningen. Schakel de bekrachtiging van alle hulpvoorzieningen uit en isoleer deze elektrisch voordat u onderhoud uitvoert. Als u de elektrische voeding naar hulpvoorzieningen niet correct isoleert voordat u onderhoud aan de apparatuur uitvoert, kan lichamelijk of dodelijk letsel hiervan het gevolg zijn. HM, CA, PC PAS OP! Brand of explosiegevaar! De lijmapparatuur van Nordson is niet geschikt voor gebruik onder explosieve condities en is niet gecertificeerd als zijnde in overeenstemming met de ATEX-richtlijn of als niet-brandgevaarlijk. Bovendien moet deze apparatuur niet worden gebruikt met lijmen op basis van oplosmiddelen die bij verwerking een explosiegevaarlijke atmosfeer kunnen creëren. Raadpleeg de MSDS voor de betreffende lijm om na te gaan wat de proceseigenschappen en de beperkingen zijn. Het gebruik van lijmen op basis van incompatibele oplosmiddelen of een verkeerde verwerking van zulke lijmen kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel. HM, CA, PC PAS OP! Zorg dat alleen personen met de juiste opleiding en ervaring de apparatuur bedienen of onderhouden. De inzet van niet opgeleid of onervaren personeel kan leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel aan zichzelf of anderen en tot schade aan de apparatuur. 09/2014 Nordson Corporation

16 8 MiniBlue II pneumatische applicators Tabel 1 Algemene waarschuwingen en veiligheidsinstructies (vervolg) Type Waarschuwingen en aanwijzingen apparatuur HM LET OP! Heet oppervlak! Vermijd aanraking van hete metalen vlakken van de applicator, slangen en sommige componenten van de smelter. Als aanraking toch onvermijdelijk is, draag dan hittewerende handschoenen en kleding terwijl u rondom verhitte apparatuur werkzaamheden verricht. Lichamelijk letsel is mogelijk als u aanraking van hete metalen oppervlakken niet vermijdt. HM LET OP! Sommige Nordson smelters zijn specifiek ontworpen voor de verwerking van reactieve polyurethaan (PUR) smeltlijm. Als PUR wordt verwerkt in apparatuur die niet specifiek voor dit doel is bestemd, kan deze apparatuur worden beschadigd en kan de smeltlijm voortijdige reacties aangaan. Als u niet zeker weet of de apparatuur inderdaad PUR kan verwerken, neem dan voor informatie contact op met uw contactpersoon bij Nordson. HM, CA LET OP! Lees voordat u reinigings- of spoelmiddelen aan of bij de apparatuur gebruikt eerst de instructies van de fabrikant en volg deze op. Lees ook de MSDS die met het middel is meegeleverd. Sommige reinigingsmiddelen kunnen op onvoorspelbare wijze reageren met smeltlijm of koudlijm, waardoor schade aan de apparatuur kan ontstaan. HM LET OP! Nordson smeltlijmapparatuur is af-fabriek getest met Nordson Type R-vloeistof die polyester-adipate weekmakers bevat. Bepaalde smeltlijmmaterialen kunnen reageren met Type R-vloeistof en dan een gestolde hars vormen die verstoppingen in de apparatuur kan veroorzaken. Controleer voordat u de apparatuur gebruikt of de smeltlijm compatibel is met Type R-vloeistof. Andere veiligheidsvoorzorgen Gebruik geen open vuur om componenten in smeltlijmsystemen te verhitten. Controleer hogedrukslangen dagelijks op tekenen van verregaande slijtage, beschadigingen of lekkage. Richt nooit een handbediende applicator op uzelf of op anderen. Hang handbediende applicators op aan het daartoe bestemde hangpunt aan het apparaat. 09/2014 Nordson Corporation

17 MiniBlue II pneumatische applicators 9 Eerste hulp Als gesmolten smeltlijm in aanraking komt met uw huid: 1. Probeer NOOIT de gesmolten smeltlijm van uw huid te verwijderen. 2. Dompel de betreffende plek direct onder in schoon en koud water, totdat de smeltlijm is afgekoeld. 3. Probeer NOOIT om de gestolde smeltlijm van uw huid te verwijderen. 4. Zorg bij ernstige brandwonden voor een behandeling tegen shock. 5. Roep direct deskundige medische bijstand in. Overhandig de MSDS voor de smeltlijm aan het medisch personeel dat de behandeling verzorgt. Waarschuwingslabels en plaatjes Afbeelding 1 laat zien waar waarschuwingslabels en plaatjes op de apparatuur zijn bevestigd. Tabel 2 geeft een illustratie van de gevaaridentificatiesymbolen die voorkomen op elk van de waarschuwingslabels en -plaatjes, de betekenis van het symbool of de exacte bewoording van de waarschuwing Afbeelding 1: Waarschuwingslabels en -plaatjes 09/2014 Nordson Corporation

18 10 MiniBlue II pneumatische applicators Waarschuwingslabels en plaatjes (vervolg) Tabel 2 Waarschuwingslabels en plaatjes Item P/N Beschrijving 1. N.v.t. WAARSCHUWING: Heet oppervlak! Laat de applicator eerst afkoelen voordat de applicator wordt aangeraakt of draag hittewerende handschoenen. Het niet laten afkoelen van de applicator of het niet dragen van hittewerende handschoenen kan persoonlijk letsel tot gevolg hebben. 2. N.v.t. WAARSCHUWING: Ontkoppel de elektrische voeding en maak het systeem drukloos voordat u demontage- of onderhoudswerkzaamheden verricht. Het negeren van dit voorschrift kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel WAARSCHUWING: Ontkoppel de elektrische voeding en maak het systeem drukloos voordat u demontage- of onderhoudswerkzaamheden verricht. Het negeren van dit voorschrift kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel PAS OP: Brand, letsel of beschadiging van apparatuur kan het gevolg zijn als schoonmaakmaterialen niet aan de volgende voorwaarden voldoen: a. Houd als minimumvlampunt 288 C (550 F) aan. b. Vloeistof en damp mogen niet giftig zijn bij in de apparatuur gebruikte temperaturen. c. Chemische reacties met lijm en materiaal van de apparatuur mogen geen hevige warmte ontwikkelen. d. Schoonmaakmateriaal mag materiaal van de apparatuur niet corroderen of op een andere wijze verzwakken LET OP: Deze applicator wordt aangestuurd met een temperatuuropnemer (RTD). Zie voorafgaand aan het gebruik en voor het wisselen van lijm de handleiding voor het wijzigen van de bedrijfstemperatuur. Het negeren van instructies kan persoonlijk letsel of schade tot gevolg hebben LET OP: Deze apparatuur is af-fabriek getest met Nordson Type R vloeistof dat Polyester-Adipate weekmakers bevat. Bepaalde lijmen kunnen reageren met type R vloeistof en een gestolde hars vormen dat mogelijk moeilijk te verwijderen is. Neem, om beschadiging van de apparatuur te voorkomen, contact op met de lijmleverancier en vraag naar de onderlinge compatibiliteit en de schoonmaakprocedure alvorens het systeem te vullen met lijm. 09/2014 Nordson Corporation

19 MiniBlue II pneumatische applicators 11 Beschrijving Nordson MiniBlue II automatische applicators brengen thermoplastische smeltlijm aan op een product, geven een uniforme lijmverdeling en een verbeterde afkapping bij gebruik van agressieve of moeilijk aan te brengen lijmen. De door perslucht te openen en te sluiten aanbrengmodules maken hoge cyclussnelheden mogelijk en door hun compacte afmetingen passen ze tussen de flappen van de meeste dozen. MiniBlue II-applicators zijn verkrijgbaar als smalle, 18 mm (0,71") enkelvoudige modules zonder kunststof kap (34 mm [1,34"] met kunststof kap) en in een breed scala aan samen te stellen configuraties, inclusief enkele module en met meervoudige modules. MiniBlue II-applicators worden geproduceerd volgens de op het moment van bestellen gemaakte ontwerpkeuzes. Zie voor meer informatie Applicator configuratiecode onder Technische gegevens aan het eind van deze handleiding. MiniBlue II-applicators voor systeemuitbreiding MiniBlue II-applicators voor uitbreidingsdoeleinden zijn ontworpen om rechtstreeks in bestaande Solid Blue-toepassingen te monteren, zonder dat bevestigingssteunen hoeven te worden gewijzigd. De spuitmondtip bevindt zich op dezelfde locatie als bij de bestaande applicators en de applicators voor uitbreiding zijn geschikt voor staafbevestiging en bevestiging rechtstreeks aan het verdeelstuk. Freedom applicators Freedom-applicators zijn gebaseerd op het MiniBlue II-platform, maar kunnen alleen worden gebruikt als onderdeel van het Freedom-smeltlijmaanbrengsysteem. Opgenomen in zo'n systeem biedt de Freedom-applicator de volgende handige functies: Componentherkenning On screen systeemoverzicht op de smelter, inclusief onderdeelnummers & serienummers. Begeleiding bij problemen en oplossingen. Freedom-applicators functioneren alleen in combinatie met Freedom-slangen. Signaal voor magneetklepbekrachtiging doorgeleid via de Freedom-slang (alleen bij applicator met enkele module). In smelter geïntegreerde besturing voor OptiBond streeplijnpatroon, ter vermindering van het lijmverbruik (maximaal 4 kanalen per smelter). 09/2014 Nordson Corporation

20 12 MiniBlue II pneumatische applicators Beschrijving (vervolg) Afbeelding 2 toont enkele typische MiniBlue II-applicators. Afbeeldingen 3 en 4 tonen de belangrijkste onderdelen van twee typische MiniBlue II-applicators. OPMERKING: De afbeeldingen in deze handleiding laten typische MiniBlue II-applicators zien. Uw applicator kan er anders uitzien Afbeelding 2: Gebruikelijke MiniBlue II-applicators 1. SlimLine-applicator met enkel module met een SP-magneetklep en een kap van harde kunststof 2. Brede applicator met enkele module met een SP-magneetklep, zachte buigzame kap en aan de zijkant gemonteerde aansluitkabel 3. Applicator met meerdere modules met SP-magneetklep 09/2014 Nordson Corporation

21 MiniBlue II pneumatische applicators Afbeelding 3: Belangrijkste onderdelen van een SlimLine MiniBlue II-kogelklepapplicator met enkelvoudige module 1. Aansluitkabel 2. Magneetklep 3. Montagesteun 4. Slangkoppeling 5. Filter (ingebouwd, niet getoond) 6. Applicatorkap 7. Module (onder deksel) 8. Demper 09/2014 Nordson Corporation

22 14 MiniBlue II pneumatische applicators Beschrijving (vervolg) Afbeelding 4: Belangrijkste onderdelen van een MiniBlue II-kogelklepapplicator met enkelvoudige module 1. Aansluitkabel 2. Magneetklep 3. Montagesteun 4. Slangkoppeling of leidingfilter 5. Huis 6. Module 7. Demper 09/2014 Nordson Corporation

23 MiniBlue II pneumatische applicators 15 Magneetklep Zie afbeelding 5. MiniBlue II-applicators zijn uitgevoerd met SD- of SP-type magneetkleppen. LET OP! SP- en P1-magneetkleppen gebruiken een maximale voedingsspanning van 24 VDC. Zodra de spanning hoger wordt dan 24 VDC, zal het onderdeel voortijdig uitvallen. SD-magneetklep SP-magneetklep P1-magneetklep Afbeelding 5: MiniBlue II magneetkleppen Type activering Onafhankelijk Gemeenschappelijk Geprogrammeerd Tabel 3 Type modules met persluchtactivering Beschrijving Eén magneetklep bekrachtigt rechtstreeks een module. (SP, SD, P1) OPMERKING: SD is niet beschikbaar op retrofitapplicators Eén magneetklep bekrachtigt alle modules. OPMERKING: Multi-module SP-kleppen zijn de enige optie voor CA applicatorconfiguraties met meerdere modules. Twee magneetkleppen activeren twee groepen (links en rechts) modules. OPMERKING: Een multi-module SP-klep is de enige optie voor CA applicatorconfiguraties met meerdere modules. OPMERKING: De moduleprestatie neemt in evenredige mate af naarmate meer modules worden aangestuurd door één magneetklep (gemeenschappelijke of geprogrammeerde activering). OPMERKING: SP-kleppen zijn standaard in toepassingen met één module. SD-kleppen worden gebruikt in toepassingen met beperkte montageruimte. OPMERKING: Vergelijking van responsverschuiving bij magneetkleppen: P1: <1,0 msec SP enkelvoudig: <2,5 msec SD: <5,0 msec SP meervoudig: <5,0 msec 09/2014 Nordson Corporation

24 16 MiniBlue II pneumatische applicators Afgiftemodule Kogelklepmodules worden gebruikt in combinatie met Saturn-spuitmonden. Deze vergemakkelijken het wisselen van spuitmondgrootte en maken het op voorraad houden van meerdere verminderde-holte modules met spuitmondopeningen in verschillende grootten overbodig. Naaldklepmodules worden gebruikt in combinatie met SureBead-spuitmonden. SureBead-spuitmonden zijn bedoeld om op dezelfde manier te werken als verminderde-holte en holtevrije spuitmonden. Door het verbeterde ontwerp kan het volume van het lijmspoor iets afwijken van de overeenkomende Blue Series RC- en ZC-modules. Pas ter compensatie de lijmdruk aan. Een MiniBlue II-applicator kan 1 tot 8 modules hebben. Perslucht wordt continue aan de module geleverd via een magneetklep. Als de applicator niet wordt getriggerd, stroomt er lucht door de sluitpoort om de modulenaald op de zitting te houden. Bij triggering zal de magneetklep de lucht sturen naar de lucht-open poort, waardoor de naald van de zitting wordt gelicht om lijm af te geven. EasyOn functie Zie afbeelding 6. Alle MiniBlue II-applicators gebruiken de EasyOn-functie. De EasyOn-functie van de module past bij de EasyOn-functie van het applicatorblok. De EasyOn functie maakt het mogelijk om een module te installeren op het applicatorblok, ongeacht de oriëntatie van het applicatorblok. Afbeelding 6: EasyOn design 09/2014 Nordson Corporation

25 MiniBlue II pneumatische applicators 17 Slangkoppeling/Filter Tabel 4 toont de filteropties, gebaseerd op het type applicator dat u gebruikt. Zie afbeelding 7. Alle MiniBlue II-applicators hebben een rechte, 45 graden of 90 graden slangkoppeling en ofwel een geïntegreerd of een Saturn-leidingfilter. Saturn-filters zijn verkrijgbaar in 50, 100 of 200 maaswijdte om te voldoen aan uw behoeften. Applicatortype SlimLine enkelvoudige module WideBody enkelvoudige module Geconfigureerde multi-module Tabel 4 Opties voor selecteren van MiniBlue II MiniBlue II Standaard Applicators voor uitbreiding Sluiting via veer Sluiting via lucht Geïntegreerd filter Leidingfilter Geïntegreerd filter Geïntegreerd filter Leidingfilter Leidingfilter Leidingfilter Afbeelding 7: Plaats van de slangkoppelingen en Saturn-filters bij verschillende applicatorconfiguraties 1. Slangkoppeling (45 graden type wordt getoond) 2. Geïntegreerd filter (SlimLine-applicator met enkelvoudige module) 3. Slangkoppeling/leidingfilter (45 graden type wordt getoond) 09/2014 Nordson Corporation

26 18 MiniBlue II pneumatische applicators Aansluitkabel De aansluitkabel van de applicator kan rechts of links zitten, of aan de rechter- of linkerkant van een configureerbare applicator met meer modules. Voor SlimLine-applicators zijn uitsluitend aan de bovenkant te monteren aansluitkabels beschikbaar. Zie afbeelding 8. Aansluitkabels zijn verkrijgbaar in waterdichte en T-type versies. T-type kabelboom Freedom-aansluitkabel Waterbestendige kabelboom Temperatuurregeling Afbeelding 8: Types aansluitkabels Alle MiniBlue II applicators gebruiken 120 ohm nikkel weerstandsthermometers (RTD s) als temperatuuropnemers voor een precieze temperatuurmeting en regeling, binnen +0,5 C (1,0 F) rond de gewenste temperatuur. Bedoeld gebruik MiniBlue II-applicators zijn speciaal ontworpen voor industriële toepassingen waarbij een nauwkeurig geregeld smeltlijmspoor moet worden aangebracht op een bewegend substraat. De applicators zijn ontworpen voor een starre montage, worden pneumatisch bediend en getriggerd door een door Nordson goedgekeurd, elektrisch aangestuurde magneetklep. MiniBlue II-applicators zijn bedoeld voor het gebruik met Nordson smelters en slangen. 09/2014 Nordson Corporation

27 Externe apparatuur en reserveonderdelen MiniBlue II pneumatische applicators 19 MiniBlue II-applicators mogen enkel worden aangesloten op goedgekeurde externe apparatuur. Gebruik enkel nieuwe vervangende onderdelen van Nordson of goedgekeurde gereviseerde onderdelen. Installatie De installatie van de applicators gebeurt in de volgende zes stappen: uitpakken en inspecteren monteren perslucht aansluiten slang aansluiten spoelen spuitmonden installeren Voor applicators die met speciale opties zijn besteld kunnen nog andere installatiestappen nodig zijn, die hier niet worden beschreven. OPMERKING: Spuitmonden moeten afzonderlijk worden besteld. Zie Onderdelen voor onderdeelnummers van spuitmonden. Benodigdheden Houd om de installatie soepel te laten verlopen de volgende items bij de hand: lichaamsbeschermende apparatuur voor werken met smeltlijm handleidingen van de bijbehorende apparatuur (smelter, slang, enz.) apparatuur voor tillen en plaatsen van de applicator montagemateriaal, zoals een montagestaaf, geschikt voor de productielijn bedrading en een 24 V voedingsspanning voor de magneetklep luchtdrukregelaar en luchtleiding (raadpleeg Aansluiten van de persluchttoevoer op de volgende bladzijden). automatische applicatorslang set standaard sleutels en metrische inbussleutels een gewone en een kruiskopschroevendraaier opvangbakken en afvalbakken geschikt voor afvoeren van overtollige lijm O ringsmering smeermiddel met anti vreetwerking 09/2014 Nordson Corporation

28 20 MiniBlue II pneumatische applicators Installatierichtlijnen Volg de volgende installatierichtlijnen om een optimale werking van de applicator te krijgen. Montage Monteer de applicator zodanig dat de spuitmond zo dicht mogelijk bij het substraat is, maar op een afstand die het beste werkt voor uw toepassing. Gebruikelijk is de minimumafstand twee keer de diameter van de spuitmondopening. Zorg ervoor dat de montagepositie voldoende vrije ruimte laat aan de achterzijde en de zijkanten van de applicator om de deksels van het verdeelblok te kunnen verwijderen. Monteer de applicator op een stabiele steun die is geïsoleerd van externe trillingen en die voorkomt dat de applicator kan verdraaien. Isoleer de applicator van de steun met behulp van de bij de applicator geleverde isolatieplaat. Verwijder de spuitmond niet uit de SureBead-applicator voordat het tijd is om het systeem te starten en de applicator te spoelen. Aansluiten vloeistof en perslucht Gebruik één fitting om een slang op een slangkoppeling van de applicator aan te sluiten. Isoleer de slang naar-applicator verbindingen. Isolerende manchetten kunnen afzonderlijk worden besteld. Zie Onderdelen. Gebruik enkel schone, droge en ongeoliede perslucht. Zorg ervoor dat persluchtvoeding van de fabriek en de luchtregelaar minimaal 4 bar (58 psig) aan de magneetklep van de applicator kan leveren. Uitpakken en inspecteren 1. Pak de applicator voorzichtig uit. 2. Inspecteer de applicator en controleer de inhoud van verpakking. Applicators worden volledig gemonteerd verstuurd en bevatten normaliter de volgende componenten: montageklem module(s) magneetklep(pen) Applicators die zijn besteld met extra functies worden mogelijk geleverd met aanvullende componenten. Monteren van de applicator In deze paragraaf worden de volgende montageopties voor de applicator beschreven: monteren van de applicator op een nieuw of bestaand systeem vervangen van de applicator op een bestaand systeem De configuratie van de apparatuur en de productielijn kan vereisen dat de montageopties uit deze paragraaf moeten worden aangepast. Houd u, onafhankelijk van de gebruikte methode van monteren, aan de gegeven richtlijnen in Installatierichtlijnen. 09/2014 Nordson Corporation

29 MiniBlue II pneumatische applicators 21 Monteren van een applicator op een nieuw of bestaand systeem 1. Zie afbeelding 9. Schuif de montageklemmen van de applicator op de 12 tot 13 mm (0,5 in.) dikke montagestaaf of haal de klem(men) uit elkaar en zet ze weer in elkaar (met de applicator en de isolator) op de montagestaaf. Zorg ervoor dat de isolator wordt aangebracht tussen het verdeelblok en de klem(men). 2 1 (12 mm, 13 mm, of 0,5" in diameter) 3 Afbeelding 9: Monteren van een applicator met behulp van de montageklem (SlimLine-applicator getoond) 1. Bevestigingsstang 2. Klem 3. Isolatieplaat 2. Zet de bevestigingsklem(men) goed vast. 3. Ga naar Het aansluiten van de magneetklep. 09/2014 Nordson Corporation

30 22 MiniBlue II pneumatische applicators Vervangen van een applicator op een bestaand systeem OPMERKING: MiniBlue II-applicators zijn al voorzien van door Nordson goedgekeurde, aan de prestatie aangepaste magneetklep. OPMERKING: De afstand tussen de hartlijn van de montagestaaf en de spuitmondtip verschilt bij een smalle applicator met enkele module en een configureerbare applicator met een enkele module. Als u een applicator met een enkele module vervangt, zorg er dan voor dat u het juiste type applicator als vervanging gebruikt. 1. Maak de vloeistof in het systeem drukvrij en ontkoppel de te vervangen applicator. Zie onder Veiligheidsvoorschriften. 2. Ontkoppel de slang van de applicator zowel de vloeistofkoppeling alsook elektrisch. 3. Maak de aanwezige applicator los van zijn montagelocatie. Worden de montageklemmen niet opnieuw gebruikt, haal ze dan van de montagestaaf. 4. Monteer de nieuwe applicator en de isolatieplaat op de aanwezige montageklem (of staaf) of haal de montageklem van de nieuwe applicator uit elkaar en zet de klem (met applicator en isolatieplaat) weer in elkaar op de aanwezige montagestaaf. Zet de klem goed vast. 5. Ga naar Het aansluiten van de magneetklep. Het aansluiten van de magneetklep De magneetklep moet worden aangesloten op: een persluchtvoeding een triggerapparaat, zoals een patroonbesturing of een timer Zorg ervoor dat u werkt volgens de aansluitprocedure van het juiste triggerapparaat voor het aansluiten van de magneetklep op uw applicator. Aansluiten van de perslucht Sluit schone, droge, ongeoliede perslucht aan op de luchtingang van de magneetklep. LET OP! De luchtslang moet de afmetingen 6 mm OD x 4 mm ID hebben voor onafhankelijke bekrachtiging (IA; Independent Actuation) van magneetkleppen/applicators, 10 mm OD x 8 mm ID (zonder adapter) of 8 mm OD x 6 mm ID (met adapter) voor magneetkleppen/applicators met continue bekrachtiging (CA; Continuous Actuation) of geprogrammeerde bekrachtiging (PA; Programmed Actuation). Het gebruik van dunnere leidingen dan gespecificeerd kan nadelig zijn voor de werking van de applicator. OPMERKING: Zie ook de die eerder in dit hoofdstuk gegeven Installatierichtlijnen en indien van toepassing de bij de magneetklep behorende instructies. 09/2014 Nordson Corporation

31 MiniBlue II pneumatische applicators 23 Triggerapparaat aansluiten op een SG-magneetklep Zie afbeeldingen 10 en 11. Sluit de kabel van de magneetklep aan op de klep en op het triggerapparaat. OPMERKING: Zie de tabel Magneetklep, slangen en koppelingen in het hoofdstuk Onderdelen voor het onderdeelnummer van de kabel. SP-magneetklep LET OP! Gebruik geen signaal met pieken. Dat kan de inwendige naaldklep beschadigen. 1. Sluit de bruine en de blauwe draad aan op het 24 VDC signaal. Bruin: 24 VDC Zwart: Niet in gebruik Blauw: Nulleider Afbeelding 10: Aansluiten van de kabel op een SP-magneetklep 09/2014 Nordson Corporation

32 24 MiniBlue II pneumatische applicators SD-magneetklep OPMERKING: Deze kabel is goedgekeurd voor piekvrije Nordson patroonbesturingen met SD-magneetkleppen. Bij gebruik samen met timers van derden moet de uitgang worden beveiligd tegen inductieve belasting, om beschadiging van de timer te voorkomen. 1. Sluit de bruine en de zwarte draad aan op het 24 VDC signaal. Bruin: 24 VDC Zwart: Nulleider Blauw: Niet in gebruik Afbeelding 11: Aansluiten van de kabel op een SD-magneetklep 09/2014 Nordson Corporation

33 MiniBlue II pneumatische applicators 25 P1-magneetklep LET OP! Gebruik geen signaal met pieken. Dat kan de inwendige naaldklep beschadigen. 1. Sluit de bruine en de zwarte draad aan op het 24 VDC signaal. Bruin: 24 VDC Zwart: Niet in gebruik Blauw: Nulleider Afbeelding 12: Aansluiten van de kabel op een P1-magneetklep 09/2014 Nordson Corporation

34 26 MiniBlue II pneumatische applicators Aansluiten van de slang OPMERKING: Zie de gebruikershandleiding van de slang voor gedetailleerde installatie instructies. 1. Sluit de slang aan op de applicator. 2. Sluit de applicatorkabel aan op de slang. 3. Sluit de slang aan op de smelter. Zie, indien nodig, de handleiding van de slang en/of van de smelter. 4. Ga naar De applicator spoelen. 09/2014 Nordson Corporation

35 MiniBlue II pneumatische applicators 27 De applicator spoelen Voordat de applicator in gebruik wordt genomen, moeten eventuele vuildeeltjes er uit worden gespoeld. PAS OP! Gevaar voor persoonlijk letsel of beschadiging van apparatuur. Verwijder de spuitmond niet uit de SureBead-applicators voordat het tijd is om het systeem te starten en de applicators te spoelen. De scherpe naald in deze applicators ligt vrij als de spuitmond wordt verwijderd. LET OP! Deze apparatuur is in de fabriek getest met Nordson Type R vloeistof dat Polyester Adipate weekmakers bevat. Bepaalde lijmen kunnen reageren met Type R vloeistof waarbij een vaste gom wordt gevormd dat moeilijk is te verwijderen. Neem contact op met de leverancier van de lijm om te bepalen of uw lijm compatibel is met Type R vloeistof. 1. Ontkoppel het triggerapparaat van de magneetklep of schakel het uit. 2. Start de smelter en verwarm het systeem tot op de bedrijfstemperatuur en de druk die nodig is om de lijm te kunnen gebruiken. Zie, indien nodig, de handleiding van de smelter en de bij de lijm gevoegde instructies. 3. Plaats een opvangbak onder de applicator. 4. Haal de spuitmond(en) uit de applicator. Zie zo nodig de procedures voor het verwijderen van spuitmonden onder Schoonmaken van spuitmonden verderop in deze handleiding. 5. Laat lijm uit de applicator komen door met de hand de magneetklep(pen) te bedienen. 6. Stop met het laten stromen van de lijm als de lijm schoon en vrij van verontreinigingen naar buiten komt. 7. Controleer op lekkages tussen applicator, slang en smelter. 8. Installeer de spuitmonden van de applicator. SureBead-spuitmonden: Plaats de spuitmond door deze met de hand in de module te schroeven en daarna met een momentsleutel vast te zetten tot niet meer dan 4,5 N m (40 in. lb). Draai niet overmatig vast. Zie zo nodig de procedures voor het installeren van spuitmonden onder Schoonmaken van spuitmonden verderop in deze handleiding. 09/2014 Nordson Corporation