Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM 200

Transcriptie

1 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM 200 Handleiding P/N A Dutch NORDSON ENGINEERING GMBH LÜNEBURG GERMANY

2 OPMERKING Deze handleiding betreft de producten met de volgende P/N: P/N Bestelnummer P/N = Bestelnummer van het Nordson artikel Opmerking Dit is een door auteursrechten beschermde publicatie van Nordson. Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, vertaling in een andere taal of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nordson Corporation. Nordson behoudt het recht voor om zonder aankondiging wijzigingen aan te brengen. Handelsmerken AccuJet, AquaGuard, Asymtek, Automove, Autotech, Blue Box, CF, Can Works, Century, Clean Coat, CleanSleeve, CleanSpray, Compumelt, Control Coat, Cross-Cut, Cyclo-Kinetic, Dispensejet, DispenseMate, Durafiber, Durasystem, Easy Coat, Easymove Plus, Econo-Coat, EPREG, ETI, Excel 2000, Flex-O-Coat, Flexi-Spray, Flow Sentry, Fluidmove, Fluidshooter, FoamMelt, FoamMix, Helix, Horizon, Hose Mole, Hot Shot, Hot Stitch, Isocoil, Isocore, Iso-Flo, KB30, Little Squirt, Magnastatic, MEG, Meltex, MicroSet, Millenium, Mini Squirt, Moist-Cure, MultiScan, Nordson, OmniScan, Opticoat, Package of Values, PluraFoam, Porous Coat, PowderGrid, Powderware, Pro-Flo, ProLink, PRX, RBX, Rhino, S. design stylized, SC5, SCF, Select Coat, Select Cure, Slautterback, Smart-Coat, Spray Squirt, Spraymelt, Super Squirt, Sure-Bond, Sure Coat, System Sentry, Tela-Therm, Trends, Tribomatic, UniScan, UpTime, Versa-Coat, Versa-Screen, Versa-Spray, Watermark, When you expect more zijn geregistreerde handelsmerken van Nordson Corporation. ATS, Auto-Flo, AutoScan, BetterBook, Chameleon, CanNeck, Check Mate, CPX, Control Weave, Controlled Fiberization, EasyClean, Ebraid, Eclipse, Equi=Bead, Fillmaster, FlexiCoat, Gluie, Ink-Dot, JR, Maxima, MicroFin, Minimeter, Mountaingate, Multifil, OptiMix, Pattern View, PluraMix, Primarc, Prism, Pro-Meter, Pro-Stream, Process Sentry, PurTech, Pulse Spray, Saturn, Seal Sentry, Select Charge, Select Series, Sensomatic, Shaftshield, Spectral, Spectrum, Sure Brand, Sure Coat, Swirl Coat, Vista, Walcom, 2 Rings (Design) zijn handelsmerken van Nordson Corporation. Benamingen en handelsmerken in deze documentatie kunnen merknamen zijn die, bij gebruik door derden voor hun eigen doeleinden, inbreuk kunnen maken op de rechten van de eigenaar. COV_DU_458455A

3 Inhoudsopgave I Inhoudsopgave Beschrijving 1. Bedoeld gebruik Oneigenlijk gebruik - voorbeelden Restgevaren Bestanddelen van de drukregeling Functiebeschrijving Frequentieomvormer voor drukregeling Jumper (instelling af fabriek) Blokschema Klembezetting Installatie 1. Leveringstoestand Reparatie - Frequentieomvormer vervangen Gebruik 1. Gebruiksaanwijzing Parametrisering van de frequentieomvormer PID-Regelaar Parameters voor de PID-regelaar Nasteltijd Displays Frequentieomvormer Onderhoud drukregeling Controlelampjes en signaalzuil-besturing CS 20 voor BM 20 / BM Drukregeling-besturing CS 20 voor BM 20 / BM Displays besturing CS 20 voor BM 20 / BM Overzicht van de displays

4 II Inhoudsopgave Gebruik (vervolg) 8. Insteloverzicht besturing CS 20 voor BM 20 / BM Motordeel Basis instellingen besturing CS 20 voor BM 20 / BM Hand- of automatisch bedrijf kiezen Drukdisplay bar of psi kiezen Parameters drukregeling instellen Parameteroverzicht drukregeling PSP = Gewenste druk (handbedrijf) PSH = Druk bij stuurspanning Uhi PSL = Druk bij 0% stuurspanning Grafische voorstelling van PSL, PSH en Uhi PAH = Drukbewaking voor overdruk bij drukregeling PAL = Drukbewaking voor onderdruk bij drukregeling PrS = Veranderlijk drukmeetbereik Problemen en oplossingen 1. Inleiding Tabel met problemen en oplossingen Servicedisplay Error in besturing CS 20 voor BM 20 / BM

5 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Beschrijving 1. Bedoeld gebruik De drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM in het vervolg ook kortweg drukregeling genoemd - mag enkel worden gebruikt voor het regelen van de werkdruk in applicaties, die smeltlijmen verwerken. Ze is gebaseerd op frequentieomvormers van het type 8200 vector met frequentie module Applicatie-I/O en de daarvoor bestemde apparaten voor het besturen van toerentalveranderbare aandrijvingen met draaistroommotoren. De drukregeling mag enkel met door Nordson vrijgegeven componenten en besturingen worden gebruikt. Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik, waarbij Nordson niet aansprakelijk is voor persoonlijk letsel en/of schade. Het bedoeld gebruik omvat ook het voldoen aan de door Nordson gegeven veiligheidsvoorschriften. Oneigenlijk gebruik - voorbeelden - De drukregeling mag onder de volgende omstandigheden niet worden gebruikt: Na elektrische manipulatie. Bij extreme luchtvochtigheid (apparaat is zichtbaar nat). In niet onberispelijke staat. 2. Restgevaren PAS OP: Afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden kan de buitenkant van frequentieomvormers heet worden.

6 2 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Bestanddelen van de drukregeling De drukregeling omvat de volgende componenten: Component Type Opmerking P/N Frequentieomvormer E82EV751 Geparametriseerd voor drukregeling - met Applicatie I/O en keypad Motor Asynchrone aandrijfmotor WS Hz, 230 V Besturing CS 20 Drukopnemer 0 V P min 10 V P max lineair Interface Nominale druk (0 V P min tot 10 V P max ) Frequentieomvormer/ Gemeten druk (0 V...10 V P momentaan ) Besturing Omschakeling Druk-/Toerentalbedrijf Regelaarvrijgave Motoroverhittingscontact 4. Functiebeschrijving De ingebouwde frequentieomvormer is standaard zo ingesteld (geparametriseerd) dat de door Nordson geïnstalleerde draaistroommotor, met 230 V AC nominale spanning, kan gebruikt worden zonder dat de instellingen hoeven te worden veranderd. Frequentieomvormer voor drukregeling De frequentieomvormer met de functiemodule Applicatie-I/O wordt voor het regelen van de druk gebruikt. Het keypad wordt voor het parametriseren van de PID-regelaar gebruikt. Zie de handleiding Frequentieomvormer type 8200 vector.

7 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Afb. 1 1 Netaansluiting en DC-invoer 2 Stekkerpositie relaisuitgang 3 Keypad 4 Functiemodule Applicatie-I/O 5 Aansluitklemmen (digitaal) 6 Aansluitklemmen (analoog) 7 Jumper* 8 Stekkerpositie motoraansluiting *Jumper (instelling af fabriek): A B C D

8 4 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM 200 Blokschema Het blokschema toont het principe van de opbouw van de drukregeling. De door de drukopnemer gemeten druk wordt vergeleken met de gewenste druk. Overeenkomend met de afwijking genereert de in de frequentieomvormer geïntegreerde PID-regelaar een regelwaarde voor het motortoerental. OPMERKING: Alleen als de ingang E2 op hoog niveau bevindt is de drukregeling actief (zie ook parameter PSP OFF). Het keypad geeft dan PS2 aan. CS20 Bedienpaneel CAN-Bus CS20 Centrale module CS20 Motor module X4 Pen 3/4 X3 Pen 3/ V DC Hz CS20 Analoge module 8200-vector PS2 Start/Stop Drukregeling/Toerentalbedrijf Gewenste druk resp. toerental Gemeten druk Gemeten druk V DC Drukopnemer M Pomp omw/min Afb Klembezetting Zie handleiding Frequentieomvormer type 8200 vector, hoofdstuk Frequentieomvormer voor drukregeling.

9 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Installatie PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze handleiding en uit alle andere relevante documentatie in acht nemen. 1. Leveringstoestand De drukregeling wordt geparametriseerd geleverd. 2. Reparatie - Frequentieomvormer vervangen PAS OP: Gevaarlijke elektrische spanning. Negeren kan verwondingen, de dood en/of beschadiging van apparatuur tot gevolg hebben. PAS OP: Ontkoppel het apparaat van de netspanning. PAS OP: Na het uitschakelen voert de frequentieomvormer nog spanning. Voor het begin van de werkzaamheden 3 minuten wachten! OPMERKING: Enkel originele Nordson frequentieomvormers gebruiken. Ze zijn geparametriseerd en voldoen aan de gevraagde functie. Zie handleiding Frequentieomvormer type 8200 vector, hoofdstuk Reparaties - Frequentieomvormer vervangen. Bij nabestellingen van een bepaalde frequentieomvormer het betreffende Nordson onderdeelnummer (P/N) opgeven: zie Bestanddelen van de drukregeling. Defecte zekeringen mogen alleen worden vervangen als de installatie spanningsvrij is. Gebruik alleen zekeringen uit de originele Nordson reserveonderdelenlevering. In het inwendige van de frequentieomvormer zijn geen zekeringen geïnstalleerd. De steekbare aansluitklemmen mogen enkel worden ingestoken of worden losgetrokken als het apparaat spanningsvrij is. 1. Alle stekkerverbindingen en kabels losmaken. 2. Schroeven van de montagestrip losdraaien en de frequentieomvormer uit de schakelkast nemen. 3. De nieuwe frequentieomvormer vastschroeven. 4. De stekkerverbindingen maken en kabels aansluiten.

10 6 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM 200 Gebruik PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze handleiding en uit alle andere relevante documentatie in acht nemen. 1. Gebruiksaanwijzing Vermijd het vaak in- en uitschakelen van de netspanning om de interne inschakelstroombegrenzing niet te overbelasten. Maximaal mag om de 3 minuten worden geschakeld. Als er op de frequentieomvormer luchtvochtigheid is neergeslagen, moet die eerst verdampen, voordat de frequentieomvormer in bedrijf mag worden genomen. 2. Parametrisering van de frequentieomvormer PID-Regelaar De vooringestelde PID-parameters van de frequentieomvormer kunnen met het keypad worden veranderd. OPMERKING: De frequentieomvormers zijn af fabriek geparametriseerd. Wijziging van de instelling af fabriek behoren enkel in uitzonderingsgevallen (bijv. voor het aanpassen van de PID-regelaar voor de drukregeling) en door een deskundig vakman worden uitgevoerd. Zie Frequentieomvormer type 8200 vector, hoofdstuk Bedrijf, Parametrisering. Voor speciale toepassingen kan het gewenst zijn, de PID-regelparameters te veranderen. Parameters voor de PID-regelaar Parameter Type Instelbereik Stap Belangrijk Instelling af fabriek C0070 Versterking 0,00 tot 300,00 0,01 0,00 = P-aandeel 3,64 Procesregelaar (P) inactief C0071 Nasteltijd 10 tot = I-aandeel 171 Procesregelaar (I) inactief C0072 Invoer gebruiker Differentiaalaandeel procesregelaar (D) 0,0 tot 5,0 0,1 0,0 = D-aandeel inactief 0,0 Invoer gebruiker

11 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Nasteltijd Parameter Ingestelde waarde Resulterende nasteltijd T N C msec... 5 sec 5 sec sec 10 sec sec 100 sec sec 1000 sec sec De parameters zo instellen, dat bij veranderingen van de gewenste en de gemeten waarde de regelgrootte snel en met minimale overshoot wordt bereikt.

12 8 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Displays Frequentieomvormer Zie handleiding Frequentieomvormer type 8200 vector. 4. Onderhoud drukregeling De frequentieomvormer is onderhoudsvrij. Zie handleiding van de drukopnemer voor aanwijzingen t.a.v. het onderhoud van de drukopnemer. 5. Controlelampjes en signaalzuil-besturing CS 20 voor BM 20 / BM 200 De controlelampjes en de signaalzuil (indien aanwezig) melden de bedrijfstoestanden: Algemene storing, Ingeschakeld en Bedrijfsklaar. De drukregeling genereert meldingen overeenkomstig de volgende tabel. Zie handleiding Besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200, hoofdstukken Bedienpaneel, Controlelampjes en signaalzuil. Controlelampje Melding(en) Opmerkingen Rood (17) Onderdrukalarm Display 30: Plo verschijnt* Algemene storing Overdrukalarm Display 30: Phi verschijnt* * Zie handleiding Besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200, hoofdstuk Bedienpaneel.

13 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Drukregeling-besturing CS 20 voor BM 20 / BM 200 In dit hoofdstuk wordt het gebruik beschreven van het motordeel van de besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200 voor de drukregeling. Zie Besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200, hoofdstuk Gebruik van het motordeel voor gedetailleerde aanwijzingen voor het gebruik. De drukregeling wordt doormiddel van de parameter PSP OFF geactiveerd. In plaats van het toerental wordt Pcr als kenmerk voor de drukregeling aangegeven. In plaats van een toerental wordt een gewenste druk aangegeven. Deze kan als waarde worden ingevoerd (handbedrijf) of door een stuurspanning (automatisch bedrijf) ingesteld worden. Het voor het bereiken van de druk benodigde toerental wordt intern door de besturing berekend. Bij drukregeling zijn de parameters PSL, PSH, PSP, PAH, PAL en display Pcr aanwezig. Voor een beschrijving van de parameters zie Displayoverzicht, Insteloverzicht besturing CS 20 voor BM 20 / BM 200. OPMERKING: Alle invoer gebeurt in bar, ook als het drukdisplay op psi is geschakeld. Het meetbereik van de drukopnemer kan door de parameter PRS of met de draaischakelaar op de analoge module worden veranderd. Liggen de waarden van de drukparameters na een verandering niet meer binnen het toelaatbare (meet-)bereik, dan worden de parameters teruggezet op de instelling af fabriek.

14 10 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Displays besturing CS 20 voor BM 20 / BM 200 Dit hoofdstuk geeft uitleg bij de displays van de besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200 voor gebruik in de drukregeling. Zie Besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200 voor gedetailleerde aanwijzingen voor het gebruik. Overzicht van de displays De volgende displays verschijnen extra bij de inzet als drukregeling. Zie ook Besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200, hoofdstuk Gebruik van het motordeel. Het normale display Automatische storingsdisplays Parameter en waarde bij drukregeling Toerental min -1 Druk OPMERKING: Wanneer de druk in psi getoond wordt, de waarde met 10 vermenigvuldigen Overdrukalarm (speciale functie) Zie ook Overzicht van de parameters. Druk bij 0% stuurspanning (Automatisch bedrijf) Onderdrukalarm (speciale functie) Zie ook Overzicht van de parameters. Druk bij stuurspanning Uhi (Automatisch bedrijf) Omschakeling van het drukdisplay bar / psi Veranderlijk drukmeetbereik 1 tot 680 bar (Speciale functie) Display van de bedrijfstoestand (i.p.v. toerentaldisplay) Drukregeling actief Gewenste druk (handbedrijf) Overdrukwaarde (komt overeen met Phi bij toerentalbesturing) Onderdrukwaarde (komt overeen met Plo bij toerentalbesturing) Afb

15 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Insteloverzicht besturing CS 20 voor BM 20 / BM 200 Dit hoofdstuk verklaart de instelparameter van de besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200 voor de drukregeling. Zie Besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200 voor fundamentele aanwijzingen over het gebruik en andere parameters. Motordeel OPMERKING: OFF betekent dat de functie is uitgeschakeld. Daarvoor de waarde op 0 (nul) zetten. Parameters Functie / Instelmogelijkheid Instelbereik Instelling af fabriek PSL Druk bij 0% stuurspanning 0,1 bar tot 70% van de eindwaarde van het drukmeetbereik PSH Druk bij stuurspanning Uhi 0,1 bar tot 70% van de eindwaarde van het drukmeetbereik PSP Gewenste druk voor handbedrijf OFF of 0,1 bar tot 70% van de eindwaarde van het drukmeetbereik PAH PAL Drukbewaking voor overdruk bij drukregeling Drukbewaking voor onderdruk bij drukregeling OFF of 2,0 tot 30% van de eindwaarde van het drukmeetbereik OFF of 2,0 tot 30% van de eindwaarde van het drukmeetbereik 1% van de eindwaarde van het drukmeetbereik 10% van de eindwaarde van het drukmeetbereik Opmerkingen 0,1 bar Zie ook blz. 14 OFF (uit) OFF (uit) PSI Drukdisplay in bar of psi kiezen no (bar) / yes (psi) (no) bar Optie PrS Veranderlijk drukmeetbereik 1,0 tot 680 bar 100 bar Uhi zie handleiding Besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200

16 12 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Basis instellingen besturing CS 20 voor BM 20 / BM 200 Zie Besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200, hoofdstuk Gebruik van het motordeel. Hand- of automatisch bedrijf kiezen Handbedrijf: de gewenste druk is gelijk aan de bij de parameter PSP ingevoerde waarde en blijft constant. Automatisch bedrijf: de gewenste druk wordt d.m.v. een stuurspanning veranderd. De parameters PSL, PSH en Uhi kunnen ingesteld worden. PSP moet op OFF staan! OPMERKING: Automatisch bedrijf is echter enkel mogelijk, wanneer een stuurspanning aanwezig is. 1. Toets 27 ongeveer 2 seconden indrukken (tot in display 30 -Pknippert). 2. Toets 21 indrukken tot het gewenste bedrijf getoond wordt. Voor handbedrijf brandt symbool 26. Drukdisplay bar of psi kiezen Het display kan naar keuze in bar of in psi zijn. Bij een display in psi brandt in display 31 de rechter decimale punt. OPMERKING: Bij een display in psi moet de waarde met 10 vermenigvuldigd worden. 1. Toetsen 22 en 23 ingedrukt houden en toets 27 ongeveer 2 seconden indrukken. Displays 30 en 31 knipperen. 2. Toets 22 of 23 indrukken totdat op display 31 PSi staat. 3. Toets 27 ongeveer 2 seconden ingedrukt houden, dan met toets 22 of 23 YES (psi) of no (bar) instellen. 4. bar of psi kiezen beëindigen: toetsen 22 en 23 ingedrukt houden en toets 27 ongeveer 2 seconden indrukken. bar Instelling af fabriek: PSI Instelbereik:

17 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Parameters drukregeling instellen Zie Besturing CS 20 voor BM 20 / BM 200, hoofdstuk Parameters instellen, Gebruik van het motordeel. Parameteroverzicht drukregeling PSP = Gewenste druk (handbedrijf) De functie Drukregeling kan met deze parameter gedeactiveerd worden (OFF). Alle anderen drukregelparameters worden dan niet meer aangegeven. Bij PSP = OFF is de toerentalregeling actief. PSP Instelling af fabriek: 0,1 bar Opmerking: komt overeen met het gewenste toerental in handbedrijf Instelbereik: OFF of 0,1 bar tot 70% van de eindwaarde van het drukmeetbereik Stappen: Tot 100 bar stappen van 0,1 Vanaf 100 bar: stappen van 1 bij toerentalbesturing. PSH = Druk bij stuurspanning Uhi Zie Grafische voorstelling van PSL, PSH en Uhi PSH Instelling af fabriek: 10% van de eindwaarde van het drukmeetbereik Instelbereik: 0,1 bar tot 70% van de eindwaarde van het drukmeetbereik Stappen: Tot 100 bar stappen van 0,1 Vanaf 100 bar: stappen van 1 Opmerking: komt overeen met rhi bij toerentalbesturing. Wordt geprobeerd de waarde van PSH kleiner dan PSL in te stellen, dan wordt de waarde van PSL automatisch verkleind. PSL = Druk bij 0% stuurspanning Zie Grafische voorstelling van PSL, PSH en Uhi PSL Instelling af fabriek: 1% van de eindwaarde van het drukmeetbereik Instelbereik: 0,1 bar tot 70% van de eindwaarde van het drukmeetbereik Stappen: Tot 100 bar stappen van 0,1 Vanaf 100 bar: stappen van 1 Opmerking: komt overeen met rlo bij toerentalbesturing. Wordt geprobeerd de waarde van PSL groter dan PSH in te stellen, dan wordt de waarde van PSH automatisch vergroot. Grafische voorstelling van PSL, PSH en Uhi PSL = 1 bar / PSH = 70 bar / Uhi = 100% PSL = 25 bar / PSH = 70 bar / Uhi = 100% PSL = 20 bar / PSH = 30 bar / Uhi = 100% PSL = 1 bar / PSH = 70 bar / Uhi = 60% Druk in bar Druk in bar Druk in bar Druk in bar Stuurspanning in % Stuurspanning in % Stuurspanning in % Stuurspanning in % Afb. 4 Druk tegen stuurspanning - voorbeelden voor een 100 bar-drukopnemer -

18 14 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM 200 PAH = Drukbewaking voor overdruk bij drukregeling PAL = Drukbewaking voor onderdruk bij drukregeling Over- en onderdrukwaarden zijn verschilwaarden. De drukbewaking dient ervoor, onder- resp. overdruk te melden en om bij overdruk eventueel de motor te stoppen. PAL = onderdruk: als de alarmgrens (gewenste waarde minus onderdrukwaarde) langer dan 10 seconden overschreden wordt, dan verschijnt op display 30 (afb. 1) PAL en het rode controlelampje Algemene storing brandt (foutnummer 242). Ligt de alarmgrens onder de 0 bar (bijv. gewenste waarde = 2 bar, PAL = 3 bar) dan kan er geen onderdrukalarm worden afgegeven (zie het voorbeeld). PAH = overdruk: als de alarmgrens (gewenste waarde plus overdrukwaarde) langer dan 20 seconden wordt overschreden, dan verschijnt op display 30 (afb. 1) PAH en het rode controlelampje Algemene storing brandt (foutnummer 241). Als de alarmgrens langer dan 60 seconden wordt overschreden, dan wordt bovendien de motor gestopt en dooft het groene controlelampje Bedrijfsklaar (foutnummer 240). Onder- en overdrukbewaking kunnen worden gedeactiveerd, door de parameter kleiner dan 2% in te stellen (Display OFF). De foutmeldingen PAL en PAH worden door uit- en inschakelen van de motor opgeheven. PAL Instelling af fabriek: OFF (uit) Opmerking: Speciale functie PAH Opmerking: PAH komt overeen met Phi en PAL komt overeen met Plo bij toerentalbesturing. Instelbereik: OFF of 2,0% tot 30% van de eindwaarde van het drukmeetbereik Voorbeeld: p [bar] 100% PAH PAL 3 bar Stappen: Tot 100 bar stappen van 0,1 Vanaf 100 bar: stappen van Systeemdruk [%] Opmerking: De parameters geven de maximaal toegestane afwijking van de gewenste waarde aan.

19 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Overzicht van de parameters (vervolg) Zie Parameters instellen. PrS = Veranderlijk drukmeetbereik Het veranderlijk drukmeetbereik dient om speciale drukopnemers aan de besturing aan te passen. PrS Instelling af fabriek: 100 bar Opmerking: Speciale functie; de parameter is enkel aanwezig als Instelbereik: 1 tot 680 bar draaischakelaar S 1 van de analoge module in positie 5 staat (zie Analoge module) Stappen: tot 100 bar stappen van 0,1 Vanaf 100 bar: stappen van 1

20 16 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM 200 Problemen en oplossingen PAS OP: Sta enkel gekwalificeerd personeel toe de volgende taken uit te voeren. Alle veiligheidsvoorschriften uit deze handleiding en uit alle andere relevante documentatie in acht nemen. 1. Inleiding Zie Frequentieomvormer type 8200 vector, hoofdstuk Problemen en Oplossingen en Besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200. De foutopsporingstabellen behandelen niet alle mogelijke fouten, maar enkel de kenmerkende fouten die kunnen optreden. Met de volgende fouten wordt in de tabellen geen rekening gehouden: Installatiefouten Bedieningsfouten Losse stekker- en/of schroefverbindingen (losse contacten). 2. Tabel met problemen en oplossingen OPMERKING: Als na het in- en uitschakelen van de frequentieomvormer de storing niet is verdwenen, het apparaat in principe door de klantenservice laten repareren resp. laten vervangen. Oorzaak van de fout Storing of defecte frequentieomvormer Storing of defecte besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200 Defecte drukopnemer Oplossing Zie Frequentieomvormer type 8200 vector, hoofdstuk Problemen en Oplossingen en het hoofdstuk Servicedisplay Error op de besturing CS 20 voor BM 20 / BM 200 in aansluiting op deze tabel. Zie Besturing CS 20 voor vatsmeltinstallaties BM 20 / BM 200 Zie handleiding van de drukopnemer, eventueel vervangen

21 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM Servicedisplay Error in besturing CS 20 voor BM 20 / BM 200 M min 1 bar psi De Error-displays (foutdisplays) kunnen in het servicedisplay van het motordeel getoond worden. Fouten, die niet in display 30 verschijnen (bijv. r_d), worden als foutnummer in display 31 van het motorpaneel 1 aangeduid. Zie handleiding CS 20 voor BM 20 / BM 200, hoofdstuk Servicedisplay Error. OPMERKING: Bij het opsporen van fouten die hier niet zijn beschreven, kan de Nordson-klantendienst helpen. Fout Oorzaak / Fouten zoeken Foutnummer 240 Overdrukalarm van de drukbewaking Overdruk alarm opheffen (motor uit- en inschakelen), aansluiten controleren: Waarde van parameter PAH is langer dan 60 - Veiligheidsventiel vuil en daardoor geblokkeerd? seconden overschreden (zie Gebruik van het motordeel, Parameteroverzicht). - Veiligheidsventiel ontregeld? Op display 30 verschijnt de foutmelding Phi. - Veiligheidsventiel defect? De motor wordt gestopt - Filter vuil? - Lijmtemperatuur te laag? - Waarde van de parameter Phi ligt onder of te dicht bij de instelling van het veiligheidsventiel? - Bij drukregeling d.m.v. stuurspanning: is de stuurspanning te snel veranderd (Noodstop van de productielijn)? 241 Overdrukalarm van de drukbewaking. Waarde van parameter PAH is langer dan Overdrukalarm opheffen (motor uit- en inschakelen), aansluitend het volgende controleren: 20 seconden overschreden (zie Gebruik van - Veiligheidsventiel vuil en daardoor geblokkeerd?? het motordeel, Parameteroverzicht). - Veiligheidsventiel ontregeld? Op display 30 verschijnt de foutmelding Phi. - Veiligheidsventiel defect? - Filter vuil? - Lijmtemperatuur te laag? - Waarde van de parameters Phi ligt onder of te dicht bij de instelling van het veiligheidsventiel? - Bij drukregeling d.m.v. stuurspanning: is de stuurspanning te snel veranderd (noodstop van de productielijn)? 242 Onderdrukalarm van de drukbewaking. Waarde van de parameter PAL is langer dan 20 seconden overschreden (zie Gebruik van het motordeel, Parameteroverzicht). Op display 30 verschijnt de foutmelding Plo. Onderdrukalarm opheffen (motor uit- en inschakelen), aansluitend het volgende controleren: - Veiligheidsventiel vuil en daardoor geblokkeerd?? - Veiligheidsventiel ontregeld? - Veiligheidsventiel defect? - Vat leeg? - Pompblok van de tandwiel- of de gerotorpomp versleten? - Pomp defect?

22 18 Drukregeling voor vatsmeltinstallaties van het type BM 20 / BM 200