Gebruikershandleiding LogiComm besturingssysteem

Transcriptie

1 Gebruikershandleiding LogiComm besturingssysteem P/N Dutch - menu Deze gebruikershandleiding beschrijft algemene taken voor het aanmaken van besturingspatronen, productverificatie en het instellen van de drukregeling. De volledige menustructuur vindt u verder in deze gids. Zie voor aanvullende informatie over specifieke taken de via het aanraakscherm toegankelijke helpbestanden. Systeemfunctietoetsen Programmeerbare statusbalk Lijmen UIT Geen job Ingang Productteller 0 stuks Lijnsnelheid 0 stuks Machinestop uitgezet Systeemfunctietoetsen Verificatie UIT Module Teller sensor defecten 0 stuks Module Teller sensor defecten 0 stuks Stroom uitgezet Werkstukafkeuring UIT Diagnoselog staan de systeemstoringen, waarschuwingen, gebeurtenissen en defecten vermeld LOGICOMM CONTROL SYSTEM Diagnoselog menu Tellers - Sep ::8 Hulp Systeem instellen Menunavigatie Pistool spoelen Selectie sensorkanaal Sensor Sensor Sensor Sensor Sensor Streepjescode Werkstukafkeuring Drukinstellingen Jobbestanden Job status Gun channel selection Selectie pistoolkanaal Pistool Pistool Pistool Pistool Selectie intelligente sensor Monitor Actieve sensors inleren Module Module Selectie besturingsmodule

2 Taken bij aanmaken van patronen De volgorde van de patroonaanmaaktaken zoals hieronder getoond is in groen aangegeven in het Blokschema menustructuur. Programmeer een patroon Kies een pistoolkanaal. 7 Zet Lijmen AAN. Lijmen AAN Activeer het pistoolkanaal. Module Voer het aantal lijmsporen voor het patroon in. Module Module 0 lijmspoor (-oren) Normaal Trigger A Selecteer een fotocel voor het pistoolkanaal. Kies het lijmspoortype en wijs de parameters toe. Stel het pistoolkanaal in: - Trigger - Compensatie - Pistoolbesturing Pas een patroon aan Kies een pistoolkanaal. Lijmen AAN Pas de lijmspoorparameters aan. Pistoolmenu Module Vertraging Duur mm 0.00 mm mm 0.00 mm lijmspoor (-oren) Normaal Gemeten productlengte Geprogrammeerd patroon Module Module

3 Taken bij productverificatie Installeer de sensors De volgorde van de productverificatietaken is in blauw aangegeven in het Blokschema menustructuur. Selecteer een sensorkanaal. 7 Zet Verificatie AAN. Activeer het sensorkanaal. Verificatie AAN Sensormenu - Inspecteren A Lijmspoortolerantie Stop Selecteer een fotocel voor het sensorkanaal. Trigger A Stel de inspectieparameters in voor een enkel lijmspoor of voor alle lijmsporen. Selecteer voor creëren van een sjabloon voor het sensorkanaal. Inleerpatroon Inspectieparameters Eigenschappen Stel de sensoreigenschappen in: - Triggerinstellingen - Sensorinstellingen Alle lijmsporen Voorbeeld sensorscherm Geeft het sensorscherm weer nadat de informatie betreffende het inleerpatroon is ingevoerd. Inactief Trigger A Door de gebruiker gedefinieerd meetgebied (groen) Gewenst lijmspoorvoorbeeld (groen) Productlengte:.00 mm Tolerantieband (oranje) Meetgebied (blauw) Werkelijk lijmspoor (zwart) Maskeringsgebied Productlengte: 7,87 Door de gebruiker ingevoerde toleranties Lijmspoortolerantie Stop Alle lijmsporen Cumulatieve lengte Duur Min Max Maximum ruimte Zone Max ste 0.00 Sensor maskeren Duur Lijmspoor Duur Werkelijk gemeten lijmspoorgegevens Door de gebruiker ingevoerde minimale en maximale meetwaarden en meetgebied De door de gebruiker ingevoerde minimale en maximale tussenruimte en meetgebied Door de gebruiker ingevoerde maskeringsvertraging en -duur voor negeren van producten met gaten of uitsparingen

4 Taken bij productverificatie, vervolg. De volgorde van de productverificatietaken is in blauw aangegeven in het Blokschema menustructuur. Instelling van lijmvolumesensor (GD-00) Selecteer de intelligente sensor. Zet Verificatie AAN. Activeer het sensorkanaal. Verificatie AAN GD00 menu - Input Mismatch Identiek Trigger A Selecteer een trigger voor gebruik met de intelligente sensor. Laag volume Encoder: Hoog volume +.0% +.0% Selecteer om een goed patroon te verkrijgen. Gebruik deze informatie om een geldig patroonsjabloon te bepalen. Inleren Eigenschappen Selecteer om de standaardeigenschappen van de intelligente sensor opnieuw instellen. Lijmspoortolerantie Stop Lijmhiaat Duur Max Voorbeeld sensorscherm GD-00 Geeft het sensorscherm weer nadat de informatie betreffende het inleren is ingevoerd. Trigger A Encoder: Mismatch Identiek Laag volume Hoog volume Door de gebruiker gedefinieerd meetgebied (groen) Productlengte:.00 mm Gewenst lijmspoorvoorbeeld (groen) Werkelijk lijmspoor (zwart) +.0% -.0% Productlengte: 77 Lijmspoor Duur Indicator voor lijmvolume Werkelijk gemeten lijmspoorgegevens Door de gebruiker ingevoerde toleranties Lijmspoortolerantie Stop Maximum ruimte Duur Max De door de gebruiker ingevoerde minimale en maximale tussenruimte en meetgebied

5 Taken bij productverificatie, vervolg. De volgorde van de productverificatietaken is in blauw aangegeven in het Blokschema menustructuur. Instelling van streepjescodescanner (BC00) Selecteer de streepjescodelezer. 7 Zet Verificatie AAN. Activeer het sensorkanaal. Verificatie AAN BC00 menu - Input Niet identiek 0 Niet gelezen 0 Huidige code Match Match 0 Identieke code Trigger B Selecteer een trigger voor gebruik met de sensor. Selecteer om een goede code van de volgende streepjescode te verkrijgen. Deze code wordt gebruikt als referentie voor de producten in de productielijn. Inleercode Inspectieparameters Eigenschappen Stel de inspectieparameters in. Volgend product wordt ingeleerd Product 0 Stel de eigenschappen in: - Triggerinstellingen - Sensorinstellingen Voorbeeld scherm BC00 Geeft het sensorscherm weer nadat de informatie betreffende de inleercode is ingevoerd. Sensor detecteert een code die niet overeenkomt met de ingeleerde code 0 Niet identiek Identiek 9 Trigger B Sensor detecteert een code die overeenkomt met de ingeleerde code Sensor ontvangt een triggersignaal maar kan geen code detecteren Niet gelezen Laatste productcode Huidige code Identieke code Ingeleerde matchcode

6 Taken bij productverificatie, vervolg Instelling uitwerperinstellingen Controleer of de sensoren zijn ingesteld alvorens de uitwerperinstellingen en de werkstukafkeuring in te stellen. De uitwerper- en werkstukafkeuringstaken zijn in het Blokschema menustructuur in paars aangegeven. Select Ejector Settings Selecteer uitwerperinstellingen. on Setup - Page of. Installatie - Menu van Verificatie AAN Zet de voor-uitwerptrigger op AAN of UIT. Werkstukafkeuring AAN Zet werkstukafkeuring AAN. Selecteer het type uitwerper dat wordt gebruikt. Uitwerperinstellingen Uitwerperlogica: Pistoolbesturing - Algemeen - Temperatuur: C Trigger vóór-uitwerper: voor uitwerpbevestiging of logic interface: Logic interface Substraatlengte OK Selecteer OK. Stel de werkstukafkeuring in Selecteer Werkstukafkeuring. Werkstukafkeuring Verificatie AAN Stel de werkstukafkeuring in: - Wijs de waarden toe voor vertraging/tijdsduur - Triggerpolariteit toewijzen: Werkstukafkeuring AAN Donker schakelen of Licht schakelen Selecteer een fotocel. Werkstukafkeuring Trigger vóór-uitwerper Trigger A Encoder Snelh.inst 00.0 m/min Sensortrigger tot trigger-vóór-uitwerper Trigger A Trigger A Vertraging: mm Open-compensatie: Duur: 0.00 mm Dicht-compensatie: Voor-uitwerpertrigger fotocel tot uitwerper offset: Trigger A Compensatie Stel compensatie aan en compensatie uit voor de uitwerper in. Trigger A Afstanden inleren Selecteer voor inleren van de afstand tussen de uitwerper en de trigger. Trigger B Trigger B Trigger B Trigger B

7 Installatietaken drukregeling De drukregelingstaken zijn in het Blokschema menustructuur in oranje aangegeven. Druk op Kies druk Drukinstellingen Stel de minimumuitschakellimiet voor lijndruk in. Instell. uitgangscurve Minimum 0% 00% Stel de drukregelingsdruk voor elke lijnsnelheid in. Lijnsnelheid 0.0 m/min 00.0 m/min Druk 0 % 90 % 80% 0% 0% 0% Opmerking: De relatie van de afgeregel de drukwaarde met de lijnsnelheid wordt getoond in de grafiek. Maximum 00% 0% 0.0 autospot Snelheid m/min -punts 0% 0% Drukregeling B Drukregeling B Selecteer de uitgangsdruk. Stel de maximumuitschakellimiet voor lijndruk in. Stel autospotdrukinstelling voor drukinstelling in. 7 Selecteer - of -puntscurve. Diagnoselog Diagnoselog Druk op Diagnoselog. Diagnoselog Gebeurtenis - Detectie uitwerperregeling aangezet 0-Oct 0:: Gebeurtenis - Voeding Aan 0-Oct 0:: Gebeurtenis - Voeding Uit 0-Oct 0::0 Gebeurtenis - Voeding Aan 0-Oct 0:: Gebeurtenis - Voeding Uit 0-Oct 0:: Gebeurtenis - Voeding Uit 0-Oct 0::0 Gebeurtenis - Voeding Aan 0-Oct 0::0 Alarm - Pistool B - Geen besturing aan pistool toegewezen, geen bekrachtiging. 0-Oct 0::08 Alarm - Pistool B - Geen besturing aan pistool toegewezen, geen bekrachtiging. 0-Oct 0::08 Alarm - Pistool B - Geen besturing aan pistool toegewezen, geen bekrachtiging. 0-Oct 0::08 Alarm - Pistool B - Geen besturing aan pistool toegewezen, geen bekrachtiging. 0-Oct 0::08 Gebeurtenis - Detectie uitwerperregeling uitgezet 0-Oct 0:: Gebeurtenis - Detectie uitwerperregeling uitgezet 0-Oct 0::0 Waarschuwing - Inleren intelligente sensor mislukt - achtergrond. 8-Sep 0::7 Waarschuwing - Inleren intelligente sensor mislukt - achtergrond. 8-Sep 0:: Waarschuwing - Inleren intelligente sensor mislukt - time-out. 8-Sep 0::0 Waarschuwing - Inleren intelligente sensor mislukt - time-out. 8-Sep 0:: Gebeurtenis - Voeding Aan 8-Oct 0:: Gebeurtenis - Voeding Uit 8-Oct 0:0:7 Waarschuwing - Inleren intelligente sensor mislukt - time-out. 8-Sep 0:: Filter UIT Filter sluit uit: Pagina omhoog Pagina omlaag Raak Filter AAN aan. Selecteer een specifieke melding-categorie: - Producten - Sensors - Pistolen - Gebeurtenissen - Waarschuwingen - Storingen 7

8 Blokschema menustructuur menu Diagnoselog Statusbalk Systeem instellen Pistool spoelen Drukinstellingen Jobbestanden Job status Monitor Installatie - Menu van Installatie - Menu van Installatie - Menu van Installatie - Menu van Installatiehulp beheer Instelling door-/ schoonspoelen Uitwerperinstellingen Softwareversies Taal Installatiehulp patroonbesturing Lijmen start/ stopsnelheid Verificatie start/stop snelheid Uitwerperlogica Tijd datum Installatiehulp verificatie Instell. Compensatie Instelling productpartijen Trigger vóór-uitwerper Wachtwoord Naamstijl Encodereigenschappen Systeeminformatie opslaan en herstellen Tipafdichting Lijmen Autostart machinebesturing Selectie intelligente sensor Parameters pistoolbesturing Machineinformatie Schermbeveiliging Modulenamen Sensornamen In/Uit regeling Offset afstand pistool-trigger Tellertoewijzing Uitwerpbevestiging/ Logic interface Toewijzing statusbalkknop Namen drukregeling Instelling driverkaart Optistrokeinstelling Sensor-fotocel offset Geavanceerde instellingen Pistoolnamen Instelling interface Pistoolkoppeling Auto-alarm wissen aflevertafel Eenheden Fotocelselectie Toewijzing encoder Instelling machinestop Inleerinstellingen vrije uitgang Kalibratie van aanraakscherm

9 Lijmen AAN/UIT Verificatie AAN/UIT Programmeerbare statusbalk (zes toetsen) Werkstukafkeuring AAN/UIT Actieve sensors inleren Besturingsmodule Pistool Sensors Werkstukafkeuring Tellers Minimumsnelheid. Minimumpercentage Lijnsnelheid en druk Aantal lijmsporen Triggersignaal Triggersignaal Maximum snelheid. Maximumpercentage Lijmspoortype Eigenschappen Sensorinstellingen Afstanden vanaf laatste trigger instellen Triggersignaal /Inactief Triggerinstellingen Compensatie Instell. Compensatie autospot /Inactief Afstanden inleren Inspectieparameters -punts/-punts Selecteer uitgang Patrooninstellingen Inleerpatroon Triggerinstellingen Instell. Compensatie Instelling lijmspoortolerantie Sensor max. tussenruimte parameters Zones cumulatieve lijmspoorlengte Parameters sensormaskering Uitwerperinstellingen Selecteer uitwerperlogica Trigger vóór-uitwerper Aan/Uit Geavanceerde parameters pistoolbesturing Uitwerpbevestiging Selectie pistoolbesturing Stopsnelheid

10 Uitgegeven / Oorspronkelijk copyrightdatum 0. Nordson en het Nordson-logo zijn gedeponeerde handelsmerken van Nordson Corporation.