Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet"

Transcriptie

1 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie Nationaal programma voor de surveillance van Infecties in de Belgische Ziekenhuizen Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet Jaarrapport 2000 IPH/EPI REPORTS Nr

2 Versporten A., Leens E., Suetens C. Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet, jaarrapport Afdeling Epidemiologie, december 2002 Depotnummer: D/2002/2505/56 Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet Jaarrapport 2000 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid J. Wytsmanstraat 14 B-1050 Brussel Tel: 02/ Fax: 02/

3 IPH/EPI REPORTS Nr INHOUDSTAFEL 1. INLEIDING MATERIAAL EN METHODE Deelname Case definities Analyse RESULTATEN Septicemie surveillance in het hele ziekenhuis Surveillance van nosocomiale infecties op Intensieve Zorgen Nosocomiale septicemieën op IZ Nosocomiale pneumonieën op IZ Micro-organismen Septicemieën Ventilatorgeassocieerde pneumonieën DISCUSSIE REFERENTIES...22 BIJLAGE 1: Feedback Kwaliteitsdecreet voor een individueel ziekenhuis 23 BIJLAGE 2: Verklaring van de feedback Kwaliteitsdecreet 31 BIJLAGE 3: Artikel in NOSO-INFO: 35 Hogere incidentie septicemieën met coagulase-negatieve stafylokokken na introductie kwaliteitsdecreet in Vlaanderen 2

4 1. Inleiding Op 25 februari 1997 heeft het Vlaams Parlement het decreet betreffende de integrale kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen gestemd (1). In dit kader wordt voor de algemene ziekenhuizen de verbetering van de preventie van ziekenhuisinfecties als één van de drie opgelegde thema s vastgelegd. De te registreren indicatoren voor het thema ziekenhuisinfecties zijn: postoperatieve wondinfecties nosocomiale primaire septicemieën ventilator-geassocieerde pneumonieën Vanaf 1/1/2000 diende voor elk van deze indicatoren om de drie jaar een steekproef genomen te worden. Gedurende minstens 6 maanden binnen het jaar waarin de betreffende indicator wordt gemeten, worden de gegevens geregistreerd. De protocols van het Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV) dat sinds 1992 de nationale surveillance van nosocomiale infecties coördineert, werden aangepast om te beantwoorden aan de vereisten van de nieuwe registratiemethode zoals beschreven in het Kwaliteitsdecreet (KD)(Tabel 1). Gezien de NSIH stuurgroep (vergadering dd. 17/3/2000) echter besliste de basisdefinities van het NSIH protocol grotendeels te behouden, werden de supplementair te verzamelen gegevens voor het KD aangeboden als een optie in de WIV-protocols. Tabel 1: Deelname aan WIV protocols in functie van het Kwaliteitsdecreet Indicatoren Kwaliteitsdecreet overeenstemmend WIV-protocol 1. Postoperatieve wondinfecties Protocol Postoperatieve Wondinfecties 2. Nosocomiale primaire septicemieën Protocol Septicemieën (+ kathetergeassocieerde septicemieën op + optie katheterdagen op Intensieve Zorgen Intensieve Zorgen) OF Protocol Septicemieën + WIV/SIZ surveillance van nosocomiale infecties op IZ * 3. Ventilatorgeassocieerde pneumonieën WIV/SIZ surveillance van nosocomiale infecties op IZ * *Protocol gebaseerd op het Europese HELICS (Hospitals in Europe Link for Infection Control through Surveillance) protocol (1995) en aangepast in samenwerking met de Belgische Vereniging voor Intensieve Geneeskunde en Urgentiegeneeskunde (SIZ). Een ziekenhuis dat gelijktijdig deelneemt aan het protocol Septicemieën en het protocol Intensieve Zorgen of de optie katheterdagen op Intensieve Zorgen, kan de indicatoren nosocomiale primaire septicemieën en de ventilatorgeassocieerde pneumonieën gelijktijdig registreren. Aldus is het ziekenhuis het volgende jaar ontslagen van de registratie of mag de registratie van de data voor de indicator postoperatieve wondinfecties gespreid worden over de twee volgende kalenderjaren. Dit rapport bevat een samenvatting van de indicatoren voor het Kwaliteitsdecreet voor het jaar Het geeft een overzicht van de resultaten van de surveillance Septicemieën (hospital wide) en de surveillance van nosocomiale infecties op Intensieve Zorgen, voor de Vlaamse ziekenhuizen die tot eind 3

5 2001 hun gegevens voor het jaar 2000 verstuurden. Het protocol Post-Operatieve Wondinfecties (PWI) werd pas in juli 2001 terug opgestart, na drie werkvergaderingen met de NSIH-expertengroep en de ontwikkeling van de PWI-module in de NSIHwin software. 4

6 2. Materiaal en methode 2.1 Deelname In het jaar 2000 namen 77 Vlaamse ziekenhuizen deel aan minstens één WIV surveillance protocol: surveillance van nosocomiale septicemieën hospital wide (SEP) en/of surveillance van nosocomiale infecties in Intensieve Zorgen (IZ). Merk op dat wanneer we over ziekenhuizen spreken, we ziekenhuissites bedoelen. Een ziekenhuis kan meerdere geografische ziekenhuis-sites omvatten. In sommige gevallen werd, t..g.v. een verregaande herstructurering van het ziekenhuis, de codering per site verlaten. De meeste deelnemende ziekenhuizen (81%) kozen voor de registratie van de indicator Nosocomiale primaire septicemieën in het gehele ziekenhuis via het SEP-surveillanceprotocol. Negenentwintig ziekenhuizen namen gelijktijdig deel aan de SEP- en IZ surveillance en zijn bijgevolg vrijgesteld van registratie in het jaar 2001 (Tabel 2). Twaalf ziekenhuizen registreerden enkel de indicator ventilatorgeassocieerde pneumonieën (Tabel 2): deelname IZ minus deelname SEP+IZ). Voor 71 van de 77 ziekenhuizen (92%) ontvingen we 2 of meer trimesters (SEP en/of IZ). De meeste Vlaamse ziekenhuizen namen deel aan één of beide surveillanceprotocols tijdens het tweede en/of derde trimester van Tabel 2: totaal aantal Vlaamse ziekenhuizen die deelnamen aan de surveillance septicemieën hospital-wide (SEP) en/of de surveillance op Intensieve Zorgen (IZ) en totaal aantal surveillancetrimesters, in 2000 Deelname Deelname SEP surveillance (hospital wide) n (%) Deelname IZ surveillance Deelname SEP + IZ surveillance Totaal (SEP en/of IZ) n (%) n (%) Aantal ziekenhuizen 65 (81%) 41 (51%) 29 (36%) 77 Aantal trimesters Vlaanderen vertegenwoordigt 63% van de huidige nationale database (Tabel 3). Merk op dat ziekenhuizen steeds nieuwe of gecorrigeerde gegevens kunnen opsturen voor het jaar Tabel 3: totaal aantal Belgische ziekenhuizen volgens regio die aan de SEP en/of IZ surveillance hebben deelgenomen in het jaar 2000 Deelname regio Aantal ZH sites n (%) Vlaanderen 77 (63%) Brussel 12 (10%) Wallonië 33 (27%) Totaal 122 Tabel 4 geeft het aantal patiënten per surveillanceprotocol, per trimester, voor het jaar 2000 voor Vlaanderen. Het totaal aantal patiënten in de huidige Vlaamse SEP-database bedraagt patiënten, waarbij de dubbel geregistreerde patiënten (SEP en ICU surveillance) slechts eenmaal werden geteld. 5

7 Tabel 4: Aantal patiënten per surveillanceprotocol per trimester voor het jaar 2000, Vlaanderen Trimesters Surveillance in IZ (IZ protocol) N Ptn Surveillance in het hele ZH (SEP protocol) N Ptn Trimester Trimester Trimester Trimester Totaal In 2000 stijgt het deelname-aantal ziekenhuizen voor het SEP-protocol in België met 27% ten opzichte van 1999 en overstijgt hiermee het aantal van We zien bijgevolg ook een parallelle nationale stijging van het aantal surveillancetimesters (Figuur. 1). In 2000 daalt het deelname-aantal ziekenhuizen voor het ICU-protocol in België met 9% ten opzichte van 1999 (Figuur 2). Ook het aantal ICU-surveillance trimesters daalt t.o.v. het jaar Mogelijk is dit te wijten aan het feit dat de meeste Vlaamse ziekenhuizen in 2000 voor het SEP-protocol kozen en door de gelijktijdige uitbreiding van de financiering van de surveillance op federaal niveau in 2000 ((2)). Opm.: Van het derde trimester 1996 t.e.m. het derde trimester 98 was er geen SEP-surveillance Figuur 1: Deelname aan de surveillance septicemieën hospital-wide (NSIH-SEP) België, N ziekenhuizen N trimesters N>=1 deelname (T4) Figuur 2: Deelname aan de surveillance van nosocomiale infecties op intensieve zorgen (NSIH-IZ) België, N ziekenhuizen N trimesters N >=1 deelname jaar 6

8 2.2 Case definities De huidige registratiemethode, gewijzigd in december 1999, werd geïmplementeerd per 1 januari Voor de definities van de nosocomiale infecties en de andere hieronder vermelde begrippen verwijzen we naar de Omzendbrief van 15 december 1999 i.v.m. de uitvoering van het Kwaliteitsdecreet van 1997 (1). De belangrijkste verschillen tussen het vroegere en huidige protocol zijn viervoudig: De vroegere lijst met huidcontaminanten wordt aangepast aan de gangbare CDC lijst, zijnde de Coagulase negatieve staphylococcen, Micrococcus spp., Propionibacterium acnes, Bacillus spp., Corynebacterium spp. Men spreekt van een tweede episode wanneer een andere kiem wordt gevonden één dag of meer nadat het eerste positieve staal werd afgenomen. Het klinisch oordeel beslist over de oorsprong van deze septicemie-episode. Het gaat hier dus om verschillende kiemen in 2 episodes. Verder gewijzigde gegevens betreffen: - de oorsprong van de septicemie: slechts één oorsprong per septicemie-episode - lokalisatie van een andere infectie (registratie andere infectiehaard registreren a.h.v. CDCcodes voor nosocomiale infecties, zonder dat evenwel aan alle criteria van deze CDC definities moet voldaan zijn) - nosocomiale septicemie (ook infecties gediagnosticeerd voor 48 uur na opname worden geregistreerd); een oordeel wordt gegeven over het nosocomiale karakter - klinisch verloop: het verband van het overlijden met een septicemie wordt aangeduid. Opties in het septicemie-nsih protocol: - 2 nieuwe criteria werden toegevoegd voor labo-geconfirmeerde septicemieën bij volwassenen (uit de CDC definitie van laboratory-confirmed bloodstream infection) in geval er geen isolatie is van een pathogene kiem. De criteria die de definitie verruimen zijn 1) één positieve hemocultuur voor een organisme behorende tot de normale huidflora bij een patiënt met een intravasculaire katheter, waarbij de arts een aangepaste antibioticatherapie instelt en 2) een positieve antigeen test op bloed. - In het kader van de indicator incidentie van kathetergeassocieerde septicemieën op intensieve zorgen dienen bijkomende gegevens verzameld te worden: 1) aanduiden of de patiënt langer dan 24 uur op IZ verbleef, 2) aanduiding van de aanwezigheid van een centrale katheter in de 48 uur voor de septicemie, 3) aanduiding van het aantal opnames, ligdagen en centrale katheterdagen voor patiënten die langer dan 24 uur op IZ verblijven. - Andere optionele gegevens zijn: 1) mogelijkheid tot aanduiden van de dienst van opname van de patiënt en 2) mogelijkheid tot registratie van ICD-9 codes die overeenstemmen met de primaire en/of secundaire infectie. 7

9 2.3 Analyse Bij ontvangst van de gegevens werden de data op het WIV in eerste instantie gecheckt op fouten of ontbrekende gegevens. Hierbij worden volledig lege patiëntendossiers gewist, dubbele dossiers verwijderd en wordt eventueel contact opgenomen met de betreffende ziekenhuizen indien de gegevens niet bruikbaar of onvolledig zijn. Gebruikte software: Gedurende het jaar 2000 merkt men een graduele overschakeling van de vroegere software onder DOS (SINERGIZ voor de IZ surveillance en WHOCARE voor de septicemie registratie) naar de nieuwe software onder Windows (NSIHwin, een Access 2000 toepassing). Voor de IZ registratie werd nog meer de oude software gebruikt (37% van de surveillance-trimesters) dan voor septicemieën (15%) (zie onderstaande tabellen voor de trimesters die in de analyse werden opgenomen). SEP surveillance Trim 1 Trim 2 Trim 3 Trim 4 Totaal NSIHwin 1.1x NSIHwin Whocare Totaal IZ surveillance Trim 1 Trim 2 Trim 3 Trim 4 Totaal NSIHwin 1.1x NSIHwin Sinergiz Totaal Tijdens de analyse werden de ligdagen die niet werden ingevuld voor patiënten die langer dan 24 uur op IZ verbleven, gesubstitueerd door het totaal aantal ligdagen op IZ. In geval van het ontbreken van het aantal katheterdagen (kathetertotaal: 1 patiënt met 2 centrale katheters= 2 katheterdagen) op IZ werden deze gesubstitueerd door het aantal katheterdagen uitgedrukt als patiëntentotaal (1 patiënt met 2 centrale katheters= 1 katheterdag). Het aantal labogeconfirmeerde primaire septicemieën op IZ werd gedefinieerd als het aantal nosocomiale SEP-episodes (opgetreden na 48u op IZ) bij patiënten die >24u op IZ verbleven. Wanneer met de WHOCARE-software geregistreerd werd of indien de opnamedatum in de dienst waar de SEP werd vastgesteld, niet werd ingevuld, werden alleen het criterium >48u ziekenhuisopname gehanteerd. Voor de globale resultaten die betrekking hebben op Intensieve Zorgen werden gepoolde data gebruikt. Hiervoor werden by default de IZ-surveillance gegevens gebruikt voor het berekenen van de IZindicatoren. Enkel wanneer er geen deelname was aan het IZ-protocol, werden de IZ-gegevens uit de SEP registratie gebruikt. Tevens werd voor de ziekenhuizen die aan beide surveillances deelnamen een vergelijking gemaakt van de incidenties uit de twee protocols. Bij het berekenen van het infectiecijfer werd er in de analyse geen rekening gehouden met de klinische gegevens aangezien deze niet consistent werden ingevuld. De Vlaamse ziekenhuizen kregen in mei 2001 een samenvatting van de indicatoren van het Kwaliteitsdecreet met bijbehorende verklaring van de feedback (zie bijlage 1 en 2). De samenvatting bevat een individueel jaaroverzicht, de resultaten per trimester en vergelijkende grafieken, waarop het ziekenhuis zich t.o.v. de andere deelnemende ziekenhuizen kan situeren. Bijlage 1 geeft een voorbeeld van een geanonimiseerd ziekenhuis dat deelnam aan vier SEP-surveillance trimesters en eveneens gelijktijdig deelnam aan vier ICU-surveillance trimesters gedurende het jaar

10 3. Resultaten 3.1 Septicemie surveillance in het hele ziekenhuis In totaal werden er in de 172 SEP-surveillancetrimesters patiënten en ligdagen geregistreerd (SEP-surveillance hospital-wide) voor de deelnemende Vlaamse ziekenhuizen voor het jaar Dit aantal vertegenwoordigt ongeveer 43 % van de totaal verwachte ligdagen in gans Vlaanderen op jaarbasis (gebaseerd op de cijfers van de federale administratie van 1998) of 66% wanneer er rekening gehouden wordt met de gemiddelde deelname van 2.65 (172 trimesters / 65 ziekenhuizen) surveillancetrimesters per ziekenhuis. Tabel 5 bevat de resultaten van de SEP-surveillance (hospital-wide) voor het jaar De gemiddelde ligduur in een Vlaams ziekenhuis bedraagt 8,2 dagen (mediaan 8,0 dagen). De incidentie van labogeconfirmeerde primaire septicemieën in het gehele ziekenhuis voor de 65 deelnemende Vlaamse ziekenhuizen voor het jaar 2000 bedraagt gemiddeld 0,48 episodes per 1000 ligdagen, de mediaan was 0,39 episodes per 1000 ligdagen (percentiel 10: 0,18 ; percentiel 90: 0,87) (fig. 3). Deze cijfers zijn niet volledig vergelijkbaar met vroegere cijfers door een wijziging in de septicemie definitie zoals vermeld in het hoofdstuk materiaal en methode. Tabel 5: Gemiddelden en percentielen voor de distributie van nosocomiale primaire septicemieën in het hele ziekenhuis in Vlaanderen in het jaar 2000 Percentielen Vlaanderen Totaal Gemiddelde 10% 25% 50% 75% 90% Ligdagen Ligduur (dagen) 8,2 6,9 7,2 8,0 9,0 9,9 Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP ,48 0,18 0,29 0,39 0,63 0,87 1 Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP uitgedrukt per 1000 ligdagen De ziekenhuizen ontvingen een Kwaliteitsdecreet-feedback van het WIV waar de positie van hun infectiecijfer werd aangeduid t.o.v. het infectiecijfer van de andere Vlaamse ziekenhuizen op deze distributie (Figuur 3). Aangezien er in het Kwaliteitsdecreet geen rekening wordt gehouden met de verschillende patiëntencasemix per ziekenhuis, is voorzichtigheid geboden bij de interpretatie en vergelijking van het infectiecijfer. In ziekenhuizen die veel referentiepatiënten opnemen (bv. Universitaire ziekenhuizen), verwacht men een hoger infectiecijfer daar deze patiënten een hoger intrinsiek risico hebben om een infectie op te lopen dan in kleinere ziekenhuizen. 9

11 Figuur 3: Distributie van de primaire labogeconfirmeerde septicemieën per 1000 ligdagen in het hele ziekenhuis, Vlaanderen, Percentielen 10,25,50,75, Aantal ziekenhuizen incidentie primaire SEP/1000 ligdagen(hospital wide) 10

12 3.2 Surveillance van nosocomiale infecties op Intensieve Zorgen Nosocomiale septicemieën op IZ Tabel 6 geeft een overzicht van gemiddelden en percentielen van nosocomiale primaire en kathetergeassocieerde septicemieën op intensieve zorgen voor Vlaanderen in Er werden in totaal patiënten (die langer dan 24 uur op IZ verbleven) én IZ-ligdagen geregistreerd. De incidentie van labogeconfirmeerde primaire septicemieën op Intensieve Zorgen bij de deelnemende Vlaamse ziekenhuizen bedroeg gemiddeld 1,96 per 1000 IZ-ligdagen en lag 4,1 keer hoger dan het infectiecijfer in het gehele ziekenhuis (Tabel 5). De grootorde van dit verhoogde risico ligt in de lijn van de verwachting (3). Achttien ziekenhuizen stelden geen primaire septicemieën vast op intensieve zorgen (figuur 4). De gemiddelde steekproefgrootte in deze ziekenhuizen bedroeg 114 patiënten en lag lager dan in de andere ziekenhuizen met een gemiddelde steekproefgrootte van 441 patiënten. Hierbij dient opgemerkt dat het betrouwbaarheidsinterval (BI) rond een infectiecijfer breder wordt naarmate er minder patiënten zijn. Het BI rond het cijfer 0% bij een staalgrootte van 114 patiënten is bijvoorbeeld Tabel 6: Gemiddelden en percentielen voor de distributie van nosocomiale primaire en kathetergeassocieerde septicemieën en het kathetergebruik op Intensieve Zorgen, Vlaanderen, 2000 (gepoolde gegevens) Percentielen Vlaanderen N Gemiddelde 10% 25% 50% 75% 90% Ligdagen (>24u) Incidentie prim. SEP op IZ 302 1, ,40 1,57 3,05 5,05 Katheterdagen op IZ (kath.tot) Incidentie kath-geass. SEP op IZ , ,68 4,64 7,11 Kathetergebruik op IZ (kath.tot) Kathetergebruik op IZ (pat.tot) Incidentie primaire SEP per 1000 ligdagen 2 Incidentie kathetergeassocieerde SEP per 1000 katheterdagen 3 Kathetergebruik uitgedrukt in totaal aantal katheterdagen per 1000 ligdagen (mbv gegevens ICU protocol) 4 Kathetergebruik uitgedrukt in totaal aantal patiëntendagen per 1000 ligdagen (mbv gegevens ICU protocol) Het incidentiecijfer van kathetergeassocieerde septicemieën bedroeg gemiddeld 2.35 kathetergeassocieerde septicemieën per 1000 katheterdagen (figuur 5). Volgens de definitie is er verband met een centrale katheter als er in de 48 uur voor de infectie een centrale katheter aanwezig was of het verband met een centrale katheter werd als zeker beschouwd, d.w.z. dat hetzelfde micro-organisme werd vastgesteld in het bloed als op de kathetertipcultuur. Correctie van het infectiecijfer voor andere risicofactoren (ernst van de pathologie, type van opname, enz.) die mede de kans op een kathetergeassocieerde septicemie bepalen, is alleen mogelijk voor de ziekenhuizen die aan de ICU-registratie deelnamen. Voor een goede interpretatie van dit gecorrigeerde incidentiecijfer, dient men met het kathetergebruik rekening te houden (figuur 6). Het kathetergebruik wordt berekend door het aantal katheterdagen te delen door het aantal ligdagen maal Het aantal katheterdagen kan worden uitgedrukt als patiëntentotaal (1 patiënt met 2 centrale katheters = 1 katheterdag) (Duitsland, Frankrijk, Portugal, België, CDC en EUrichtlijn) of als kathetertotaal (1 patiënt met 2 centrale katheters = 2 katheterdagen) (Vlaanderen (KD), Spanje en Nederland). Dit maakt dat andermaal voorzichtigheid geboden is bij de vergelijking van deze gebruikscijfers. Het kathetergebruik in een Vlaamse IZ eenheid, uitgedrukt als kathetertotaal, bedroeg in het jaar 2000 gemiddeld 650 katheterdagen per 1000 IZ ligdagen. Dit is vergelijkbaar met Nederland (681 cvc dagen/1000 ligdagen) (4). 11

13 Het kathetergebruik uitgedrukt als patiëntentotaal bedroeg in Vlaanderen gemiddeld 580 cvc per 1000 IZ ligdagen. Dit is gevoelig lager dan in Duitsland (730 cvc dagen/1000 ligdagen) (5), maar vergelijkbaar met de VS (522 cvc dagen/1000 ligdagen) (6). Figuur 4: distributie van de primaire labogeconfirmeerde septicemieën per 1000 ligdagen op Intensieve Zorgen, Vlaamse ziekenhuizen, jaar Percentielen 10,25,50,75, Aantal ziekenhuizen incidentie primaire SEP op IZ/1000 ligdagen Figuur 5: distributie van de kathetergeassocieerde septicemieën per 1000 katheterdagen op Intensieve Zorgen, Vlaanderen, Percentielen 10,25,50,75, Aantal ziekenhuizen incidentie kath.ass.sep op IZ/1000 kath.dg. 12

14 Figuur 6: distributie van het kathetergebruik (aantal katheterdagen per 1000 ligdagen) op Intensieve Zorgen, Vlaanderen, Percentielen 10,25,50,75, Aantal ziekenhuizen # katheterdagen op IZ/1000 LD (kathetergebruik) Sommige ziekenhuizen surveilleerden gelijktijdig volgens het SEP protocol (hospital-wide) en het IZ protocol. Figuur 7 toont de correlatie tussen de incidentie van primaire septicemieën op IZ uit beide registraties. De belangrijke verschillen in de incidentiecijfers uit beide registraties kunnen op verschillende manieren worden verklaard Vooreerst zijn er verschillen in de protocollen (SEP ICU). In de ICU-surveillance worden de patiënten prospectief opgenomen (nieuwe opnames tussen begin en einde van de surveillanceperiode) en opgevolgd tot ontslag uit IZ (tot maximaal 30 dagen na het einde van de surveillanceperiode). Infecties kunnen dus ook voorkomen na het einde van een surveillanceperiode. In het SEP-protocol wordt de infectiedatum gebruikt als inclusiecriterium en worden de noemergegevens verzameld voor de ganse surveillanceperiode. Infecties kunnen dus ook voorkomen bij patiënten die reeds voor het begin van de surveillanceperiode werden opgenomen. Hoewel de kop -septicemieën in het SEP protocol en de staart -septicemieën in het ICU protocol mekaar gemiddeld compenseren, kunnen hierdoor toch belangrijke verschillen ontstaan igv een kleine steekproefgrootte. Dit verschil tussen beide protocollen wordt nog geaccentueerd wanneer de WHOCARE software gebruikt werd voor de SEP-surveillance. In WHOCARE is het namelijk niet mogelijk de opnamedatum op IZ te registreren. Bijgevolg konden infecties in de eerste 2 dagen niet worden uitgesloten (tenzij opnamedatum hospitaal = opnamedatum IZ), met een overschatting als gevolg. Een tweede mogelijke verklaring is dat het verschil kan worden verklaard door de onvolledige invoer van gegevens in één van beide surveillances. Tenslotte kunnen variaties worden opgemerkt door het feit dat verschillende surveillanceteams meewerken aan de SEP versus ICU registratie (gevoeligheid van registratie). 13

15 Figuur 7: correlatie tussen de incidentie van primaire septicemieën op IZ uit de SEP surveillance (hospital-wide) en uit de IZ-surveillance 10 Inc prim SEP (ICU surveillance) Inc prim SEP (SEP surveillance) 14

16 3.2.2 Nosocomiale pneumonieën op IZ Tabel 7 geeft een overzicht van de gemiddelden en percentielen voor de distributie van nosocomiale ventilatorgeassocieerde pneumonieën op IZ in Vlaanderen voor het jaar In totaal werden 34% van de patiënten geventileerd op IZ (5.282 beademde ptn / ptn die langer dan 24 uur op IZ verbleven). Het gemiddeld ventilatiegebruik in de Vlaamse ziekenhuizen bedroeg 280 ventilatiedagen per 1000 ligdagen. Er werd geen rekening gehouden met de niet-invasieve ventilatie (BIPAP, CIPAP). Vergeleken met het ventilatiegebruik in de USA (418 ventilatiedagen/1000 ligdagen) (6), Duitsland (446 ventilatiedagen/1000 ligdagen) (5) en Nederland (605 ventilatiedagen/1000 ligdagen) (4) is dit relatief laag. Nogmaals is voorzichtigheid geboden bij deze vergelijkingen omwille van verschillen in de gebruikte definities, inclusiecriteria en case-mix. Mede stijgt de deelname van het aantal ziekenhuizen aan de nosocomiale surveillance door de federale financiële stimulans en door de verplichting van het Vlaams Kwaliteitsdecreet. Hierdoor participeren heel wat intensieve zorgen eenheden welke patiënten opnemen met een beduidende lagere ernstige pathologie waardoor internationale vergelijkingen, zonder inachtname van de case-mix, zinloos worden. Tabel 7: Gemiddelde en percentielen voor de distributie van nosocomiale ventilatorgeassocieerde pneumonieën (VAP) op Intensieve Zorgen in Vlaanderen in het jaar 2000 Percentielen Vlaanderen N Gemiddelde 10% 25% 50% 75% 90% Ventilatiedagen (dagen) Ventilatorgeassocieerde pneumonieën 390 Beademde patiënten Ventilatietijd per patiënt (dagen/pat) 4, VAP-incidentie 1 19,07 3,30 7,69 17,78 28,09 38,55 Ventilatorgebruik VAP-incidentie uitgedrukt per 1000 ventilatiedagen 2 Ventilatorgebruik uitgedrukt in aantal ventilatiedagen per 1000 ligdagen Er werden in totaal 390 ventilator-geassocieerde pneumonieën (VAP s) geregistreerd, dit is bij 7,4 % van de beademde patiënten (patiënten die 24u op IZ verbleven en minstens 1 dag beademd werden). Figuur 8 geeft de distributie van ventilatorgeassocieerde pneumonieen op IZ. Het gecorrigeerde pneumoniecijfer bedroeg gemiddeld 19,07 VAP s per 1000 ventilatiedagen. Dit is een globaal cijfer zonder rekening te houden met het type IZ-eenheid. 15

17 Figuur 8: distributie van de incidentie van ventilatorgeassocieerde pneumonieën (aantal VAP /1000 ventilatiedagen) op Intensieve Zorgen 10 Percentielen 10,25,50,75, Aantal ziekenhuizen incidentie VAP op IZ/1000 ventilatiedagen. 16

18 3.3 Micro-organismen Septicemieën Tabel 8 geeft een overzicht van micro-organismen geïsoleerd bij primaire septicemieën in de Vlaamse ziekenhuizen voor het jaar De micro-organismen werden onderverdeeld per klasse, genus en species. Naast het totaal aantal micro-organismen worden ook de percentages gegeven. Coagulase-negative staphylococci (CNS) zijn de meest prevalente micro-organismen en vertegenwoordigen 31,8% van alle geregistreerde micro-organismen. Er werd een hogere incidentie van labogeconfirmeerde septicemieën met CNS genoteerd na de introductie van het kwaliteitsdecreet. Dit kan te wijten zijn aan een algemene stijging van de surveillance-intensiteit. Een bespreking van deze bevindingen zijn opgenomen in bijlage 3 (7). De daaropvolgende meest frequente micro-organismen geïsoleerd bij primaire septicemieën zijn Staphylococcus aureus (14,9%), Escherichia coli (8,2%), Enterobacter spp. (5,3%), en Candida spp. (5,5%). Streptokokken werden geïsoleerd in 109 septicemieën, waarvan 21 pneumokokken. Tabel 8 maakt een onderscheid tussen micro-organismen gevonden in het hele ziekenhuis (Intensieve Zorgen eenheid inbegrepen), én micro-organismen geïsoleerd bij primaire septicemieën enkel op de dienst Intensieve Zorgen. Men vindt op intensieve zorgen hogere percentages Pseudomonas spp., Coagulase-negative staphylococci, Enterococci spp., Enterobacter sp en Serratia spp. Merk op: de kolom hospital wide bevat ook de micro-organismen geïsoleerd op Intensieve Zorgen. Tabel 9 geeft een overzicht van micro-organismen geïsoleerd bij kathetergeassocieerde septicemieën op IZ in de Vlaamse ziekenhuizen voor het jaar De gegevens komen uit de gepoolde data (zie materiaal en methode). De meest frequent geïsoleerde micro-organismen voor kathetergeassocieerde septicemieën waren de Coagulase-negative staphylococci (37,3%), Staphylococcus aureus (9,6%), Candida spp. (8,2%), Enterococcus spp. (5,8%), en Pseudomonas spp. (5,1%). 17

19 Tabel 8: Micro-organismen geïsoleerd bij primaire septicemieën in de Vlaamse ziekenhuizen, jaar 2000 (hospital-wide) Hosp. Wide ( + IZ) Intensieve Zorgen Micro-organisme N % N % GRAM POSITIEVE KOKKEN, AEROBE Coagulase-negative staphylococci Staphylococcus aureus Enterococci spp Streptococcus spp Pneumococcus andere GRAM POSITIEVE KOKKEN, ANAEROBE GRAM-NEGATIVE KOKKEN GRAM-POSITIVE BACILLEN, ANAEROBE GRAM-POSITIVE BACILLEN, AEROBE Propionibacterium spp Clostridium spp Bacillus spp Corynebacterium spp GRAM-NEGATIVE BACILLI, ENTEROBACTERIACEAE Escherichia spp Enterobacter spp Klebsiella spp Serratia spp Proteus spp Morganella spp Salmonella spp Citrobacter spp Providencia spp andere GRAM-NEGATIVE BACILLI, ANAEROBE GRAM-NEGATIVE BACILLI, ANDERE FUNGI en gisten Pseudomonas spp Acinetobacter spp Xanthomonas spp Haemophilus spp andere Candida spp Aspergillus spp andere PROTOZOA ANDERE TOTAAL

20 Tabel 9: Micro-organismen geïsoleerd bij kathetergeassocieerde septicemieën op intensieve zorgen in de Vlaamse ziekenhuizen, jaar 2000 (gepoolde gegevens) Micro-organismen N % GRAM POSITIEVE KOKKEN, AEROBE Coagulase-negative staphylococci Staphylococcus aureus Enterococcus spp Streptococcus spp andere GRAM NEGATIEVE KOKKEN, ANAEROBE GRAM POSITIVE BACILLEN, ANAEROBE Propionibacterium spp GRAM POSITIVE BACILLEN, AEROBE Bacillus spp Corynebacterium spp GRAM NEGATIEVE BACILLEN, ANAEROBE GRAM NEGATIVE BACILLI, ENTEROBACTERIACEAE Escherichia spp Enterobacter spp Klebsiella spp Proteus spp Serratia spp Morganella spp Citrobacter spp Providencia spp GRAM NEGATIVE BACILLI, ANDERE Pseudomonas spp andere FUNGI en GISTEN Candida spp PROTOZOA ANDERE TOTAAL

21 3.3.2 Ventilatorgeassocieerde pneumonieën Tabel 10 geeft een overzicht van de micro-organismen geïsoleerd bij ventilatorgeassocieerde pneumonieën op Intensieve Zorgen eenheden in de Vlaamse ziekenhuizen voor het jaar De meest frequent geïsoleerde micro-organismen in VAP s waren de Pseudomonas spp. (13,0%), Candida spp. (11,5%), Staphylococcus aureus (10,8%), Escherichia spp. (9,7%) en Enterobacter spp. (9,5%). De hoge frequentie van Candida spp. is opvallend aangezien deze kiem slechts in <1% van de pneumonieën als echte pathogeen wordt beschouwd ((8)). Dit cijfer ligt hoger dan in de ons omringende landen of met het gemiddelde voor België (8.4%). Dit kan wijzen op een minder selectieve rapportage van kiemen in het kader van het kwaliteitsdecreet (bv. door een niet (para)medisch geschoolde kwaliteitscoördinator), of op een hoger antibiotica gebruik. Tabel 10: Micro-organismen geïsoleerd bij ventilatorgeassocieerde pneumonieën (VAP s) op intensieve zorgen in de Vlaamse ziekenhuizen, jaar 2000 (ICU surveillance protocol) Micro-organisme N % GRAM POSITIEVE KOKKEN, AEROBE Staphylococcus aureus Coagulase-negative staphylococci Streptococcus pneumoniae Enterococci spp Streptococcus spp andere GRAM-NEGATIVE KOKKEN AEROOB GRAM-NEGATIVE BACILLI, ENTEROBACTERIACEAE Escherichia spp Enterobacter spp Klebsiella spp Serratia spp Proteus spp Citrobacter spp Morganella spp Providencia spp andere GRAM-NEGATIVE BACILLI, ANDERE Pseudomonas spp Haemophilus spp Acinetobacter spp Xanthomonas spp andere FUNGI en gisten Candida spp Aspergillus spp VIRUSSEN ANDERE TOTAAL

22 4. Discussie In het jaar 2000 noteerden we een hoge deelname van ziekenhuizen aan de surveillance van nosocomiale infecties. De Vlaamse ziekenhuizen vertegenwoordigen 63% van het totaal aantal Belgische ziekenhuizen die deelgenomen hebben aan de SEP en/of ICU surveillance in het jaar De meeste Vlaamse ziekenhuizen namen deel aan 2 of meer trimesters (SEP en/of ICU). Negenentwintig Vlaamse ziekenhuizen (36%) namen aan beide protocols tegelijk deel. De huidige registratiemethode, gewijzigd in december 1999, werd geïmplementeerd per 1 januari 2000 naar aanleiding van de Omzendbrief van 15 december 1999 i.v.m. de uitvoering van het Kwaliteitsdecreet van 1997 (1). De Vlaamse ziekenhuizen kregen in mei 2001 een samenvatting van de indicatoren van het Vlaams Kwaliteitsdecreet met bijbehorende verklaring van de feedback. De huidige infectiecijfers kunnen niet vergeleken worden met vroegere infectiecijfers ten gevolg van wijzigingen in de definities. De uitgebreidere NSIH feedback voor intensieve zorgen geeft bijgevolg 2 infectiecijfers, volgens de oude en de nieuwe definitie, om vergelijkingen met het verleden mogelijk te maken (bijlage 1). Voorzichtigheid is geboden bij het vergelijken van ziekenhuizen onderling omwille van grote verschillen in case-mix en registratiemethodes. Een verschillende gevoeligheid van registreren kan het gevolg zijn van o.a.: verschillen in laboratorium-technieken, verschillen in procedures van afname van hemoculturen functie van de persoon die de registratie uitvoert en/of superviseert verschillen in methodes van case-finding (laboratorium gebonden of klinisch) Interindividuele verschillen in gevoeligheid van registratie werden aangetoond door een vergelijking van de incidentie van primaire septicemieën op intensieve zorgen uit gelijktijdige deelname aan het SEP en het ICU protocol. Vergelijkingen met het buitenland zijn moeilijk bij gebrek aan unanimiteit i.v.m. de gehanteerde definities en duidelijke verschillen in case-mix op intensieve zorgen. Voorzichtigheid is bijvoorbeeld geboden bij de vergelijking van gebruikscijfers van centrale katheters op intensieve zorgen. Hierbij kan het aantal katheterdagen worden uitgedrukt als patiëntentotaal of als kathetertotaal. In de NSIHfeedback wordt dit onderscheid wel gemaakt. Verder werd een overzicht gegeven van de micro-organismen geïsoleerd bij nosocomiale primaire septicemieën hospitalwide, kathetergeassocieerde septicemieën op intensieve zorgen, en bij ventilatorgeassocieerde pneumonieën op intensieve zorgen in de Vlaamse ziekenhuizen. Dit rapport geeft enkel een samenvatting van de indicatoren nosocomiale primaire septicemieën en ventilatorgeassocieerde pneumonieën zoals gevraagd door het Vlaams Kwaliteitsdecreet. Een uitgebreider NSIH rapport voor intensieve zorgen is reeds beschikbaar. Het omvat nationale resultaten waarbij dieper wordt ingegaan op andere risicofactoren die mede het infectiecijfer bepalen. 21

23 5. Referenties (1) Vlaamse regering kabinet van Vlaams minister van Welzijn GeGK. Omzendbrief betreffende de uitvoering van het decreet van 25 februari 1997 betreffende de integrale kwaliteitszorg in de verzorgingsvoorzieningen, in algemene en universitaire ziekenhuizen: nadere regels inzake de aanvaarde indicatoren bij het thema "ziekenhuisinfecties" en richtlijnen voor de registratie en rapportage (2) Ministerie van sociale zaken vel. Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 2 augustus 1986 houdende bepaling van de voorwaarden en regelen voor de vaststelling van de verpleegdagprijs, van het budget en de onderscheidene bestanddelen ervan, alsmede van de regelen voor de vergelijking van de kosten en voor de vaststelling van het quotum van verpleegdagen voor de ziekenhuizen en ziekenhuisdiensten (3) Ronveaux O, Jans B, Suetens C, Carsauw H. Epidemiology of Nosocomial Bloodstream Infections in Belgium, Eur J Clin Microbiol Infect Dis 1998; 17: (4) RIVM. PREZIES: PREventie van ZIEkenhuisinfecties door Surveillance. Component infecties op de Intensieve Care, (5) KISS. KISS Referenzdaten zur Epidemiologie nosokomialer Infektionen Nationales Referenzzentrum für Surveillance von nosokomialen Infectionen. (6) NNIS. CDC Semiannual report of the aggregated data from the National Nosocomial Infection Surveillance (NNIS) System (7) Suetens C, Leens E, Versporten A, Jans B. Hogere incidentie septicemieën met coagulase-negatieve stafylokokken na introductie kwaliteitsdecreet in Vlaanderen. Noso-Info 2002; 1(1): (8) Glupczynski Y, Sibille Y. Nosocomial pneumonia: diagnosis, epidemiology and treatment. Acta Clin Belg 1999; 54(4):

24 BIJLAGE 1: Feedback Kwaliteitsdecreet voor een individueel ziekenhuis 23

25 Nationale Surveillance van Infecties in de Hospitalen (NSIH) Ziekenhuis xxxx Periode van 01/01/2000 tot 31/12/2000 SAMENVATTING KWALITEITSDECREET I. Jaaroverzicht Registratiejaar: 2000 ontvangen in analyse Aantal surveillance-trimesters 4 4 Aantal SEP-surveillance trimesters 4 4 SEP-trim. met ligdagen ziekenhuis 4 4 SEP-trim. met ligdagen IZ >24u 0 3 SEP-trim. met katheterdagen IZ >24u 0 0 SEP-trim. met tot. IZ-ligdagen = IZ-ligdagen >24u 0 3 SEP-trim. met katheterdagen patiënt-totaal=kat-totaal 0 0 Aantal ICU-surveillance trimesters 4 4 Trimesters met volledige SEP noemergegevens 4 Tabel 1. Nosocomiale primaire septicemieën SEP* ICU** a. Volledig ziekenhuis Aantal hospitalisatiedagen (IZAG SEP 2) Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP's 25 (IZAG SEP 3) Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP's 0,29 prim. SEP/1000 ligdagen b. Intensieve Zorgen Aantal hospitalisatiedagen IZ (>24u) (IZAG SEP 4) Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP's op IZ 4 6 (IZAG SEP 5) Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP's in IZ 2,14 2,39 prim. SEP/1000 IZ-ligdagen Aantal katheterdagen op IZ (kat-totaal). 913 (IZAG SEP 6) Aantal kathetergeassocieerde SEP's op IZ. 4 (IZAG SEP 7) Incidentie kathetergeassocieerde SEP's op IZ. 4,38 kath-ass SEP/1000 kath-dagen Kathetergebruik op IZ. 363 katheterdagen/1000 ligdagen Tabel 2. Ventilatorgeassocieerde pneumonieën (VAP) ICU** Aantal ventilatiedagen 735 d (IZAG VAP 2) Aantal ventilatorgeassocieerde pneumonieën 6 (IZAG VAP 3) Aantal beademde patiënten 122 (IZAG VAP 4) Kwartiel 1 ventilatietijd (P25) 2 d (IZAG VAP 5) Mediane ventilatietijd (P50) 4 d (IZAG VAP 6) Kwartiel 3 ventilatietijd (P75) 8 d (IZAG VAP 7) VAP-incidentie 8,2 VAP/1000 ventilatiedagen Ventilatorgebruik 292 vent.dagen/1000 ligdagen *Gegevens van surveillance nosocomiale septicemieën (hospital-wide) **Gegevens van surveillance nosocomiale infecties op intensieve zorgen 24

26 Nationale Surveillance van Infecties in de Hospitalen (NSIH) Ziekenhuis xxxx Periode van 01/01/2000 tot 31/12/2000 II. Analyse per trimester Trimester (1) : 2000 T1 SEP ICU Gebruikte software Whocare Sinergiz Maand begin 01/ /2000 Maand einde 03/ /2000 Tabel 1. Nosocomiale primaire septicemieën SEP* ICU** a. Volledig ziekenhuis Aantal hospitalisatiedagen (IZAG SEP 2) Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP's 3 (IZAG SEP 3) Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP's 0,13 prim. SEP/1000 ligdagen b. Intensieve Zorgen Aantal hospitalisatiedagen IZ (>24u) (IZAG SEP 4) Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP's op IZ 0 0 (IZAG SEP 5) Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP's in IZ 0,00 0,00 prim. SEP/1000 IZ-ligdagen Aantal katheterdagen op IZ (kat-totaal). 224 (IZAG SEP 6) Aantal kathetergeassocieerde SEP's op IZ 0 0 (IZAG SEP 7) Incidentie kathetergeassocieerde SEP's op IZ. 0,00 kath-ass SEP/1000 kath-dagen Kathetergebruik op IZ. 338 katheterdagen/1000 ligdagen Tabel 2. Ventilatorgeassocieerde pneumonieën (VAP) ICU** Aantal ventilatiedagen 169 d (IZAG VAP 2) Aantal ventilatorgeassocieerde pneumonieën 0 (IZAG VAP 3) Aantal beademde patiënten 35 (IZAG VAP 4) Kwartiel 1 ventilatietijd (P25) 2 d (IZAG VAP 5) Mediane ventilatietijd (P50) 3 d (IZAG VAP 6) Kwartiel 3 ventilatietijd (P75) 6 d (IZAG VAP 7) VAP-incidentie 0,0 VAP/1000 ventilatiedagen Ventilatorgebruik 255 vent.dagen/1000 ligdagen *Gegevens van surveillance nosocomiale septicemieën (hospital-wide) **Gegevens van surveillance nosocomiale infecties op intensieve zorgen 25

27 Nationale Surveillance van Infecties in de Hospitalen (NSIH) Ziekenhuis xxxx Periode van 01/01/2000 tot 31/12/2000 Trimester (2) : 2000 T2 SEP ICU Gebruikte software NSIHwin 1.1x NSIHwin 1.1x Maand begin 04/ /2000 Maand einde 06/ /2000 Tabel 1. Nosocomiale primaire septicemieën SEP* ICU** a. Volledig ziekenhuis Aantal hospitalisatiedagen (IZAG SEP 2) Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP's 11 (IZAG SEP 3) Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP's 0,53 prim. SEP/1000 ligdagen b. Intensieve Zorgen Aantal hospitalisatiedagen IZ (>24u) (IZAG SEP 4) Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP's op IZ 2 3 (IZAG SEP 5) Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP's in IZ 3,14 4,48 prim. SEP/1000 IZ-ligdagen Aantal katheterdagen op IZ (kat-totaal). 246 (IZAG SEP 6) Aantal kathetergeassocieerde SEP's op IZ 2 2 (IZAG SEP 7) Incidentie kathetergeassocieerde SEP's op IZ. 8,13 kath-ass SEP/1000 kath-dagen Kathetergebruik op IZ. 368 katheterdagen/1000 ligdagen Tabel 2. Ventilatorgeassocieerde pneumonieën (VAP) ICU** Aantal ventilatiedagen 177 d (IZAG VAP 2) Aantal ventilatorgeassocieerde pneumonieën 2 (IZAG VAP 3) Aantal beademde patiënten 29 (IZAG VAP 4) Kwartiel 1 ventilatietijd (P25) 2 d (IZAG VAP 5) Mediane ventilatietijd (P50) 4 d (IZAG VAP 6) Kwartiel 3 ventilatietijd (P75) 8 d (IZAG VAP 7) VAP-incidentie 11,3 VAP/1000 ventilatiedagen Ventilatorgebruik 265 vent.dagen/1000 ligdagen *Gegevens van surveillance nosocomiale septicemieën (hospital-wide) **Gegevens van surveillance nosocomiale infecties op intensieve zorgen 26

28 Nationale Surveillance van Infecties in de Hospitalen (NSIH) Ziekenhuis xxxx Periode van 01/01/2000 tot 31/12/2000 Trimester (3) : 2000 T3 SEP ICU Gebruikte software NSIHwin 1.1x NSIHwin 1.1x Maand begin 07/ /2000 Maand einde 09/ /2000 Tabel 1. Nosocomiale primaire septicemieën SEP* ICU** a. Volledig ziekenhuis Aantal hospitalisatiedagen (IZAG SEP 2) Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP's 5 (IZAG SEP 3) Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP's 0,25 prim. SEP/1000 ligdagen b. Intensieve Zorgen Aantal hospitalisatiedagen IZ (>24u). 604 (IZAG SEP 4) Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP's op IZ 0 0 (IZAG SEP 5) Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP's in IZ. 0,00 prim. SEP/1000 IZ-ligdagen Aantal katheterdagen op IZ (kat-totaal). 184 (IZAG SEP 6) Aantal kathetergeassocieerde SEP's op IZ 0 0 (IZAG SEP 7) Incidentie kathetergeassocieerde SEP's op IZ. 0,00 kath-ass SEP/1000 kath-dagen Kathetergebruik op IZ. 305 katheterdagen/1000 ligdagen Tabel 2. Ventilatorgeassocieerde pneumonieën (VAP) ICU** Aantal ventilatiedagen 173 d (IZAG VAP 2) Aantal ventilatorgeassocieerde pneumonieën 1 (IZAG VAP 3) Aantal beademde patiënten 27 (IZAG VAP 4) Kwartiel 1 ventilatietijd (P25) 2 d (IZAG VAP 5) Mediane ventilatietijd (P50) 5 d (IZAG VAP 6) Kwartiel 3 ventilatietijd (P75) 9 d (IZAG VAP 7) VAP-incidentie 5,8 VAP/1000 ventilatiedagen Ventilatorgebruik 286 vent.dagen/1000 ligdagen *Gegevens van surveillance nosocomiale septicemieën (hospital-wide) **Gegevens van surveillance nosocomiale infecties op intensieve zorgen 27

29 Nationale Surveillance van Infecties in de Hospitalen (NSIH) Ziekenhuis xxxx Periode van 01/01/2000 tot 31/12/2000 Trimester (4) : 2000 T4 SEP ICU Gebruikte software NSIHwin 1.1x NSIHwin 1.1x Maand begin 10/ /2000 Maand einde 12/ /2000 Tabel 1. Nosocomiale primaire septicemieën SEP* ICU** a. Volledig ziekenhuis Aantal hospitalisatiedagen (IZAG SEP 2) Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP's 6 (IZAG SEP 3) Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP's 0,28 prim. SEP/1000 ligdagen b. Intensieve Zorgen Aantal hospitalisatiedagen IZ (>24u) (IZAG SEP 4) Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP's op IZ 2 3 (IZAG SEP 5) Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP's in IZ 3,27 5,20 prim. SEP/1000 IZ-ligdagen Aantal katheterdagen op IZ (kat-totaal). 259 (IZAG SEP 6) Aantal kathetergeassocieerde SEP's op IZ 2 2 (IZAG SEP 7) Incidentie kathetergeassocieerde SEP's op IZ. 7,72 kath-ass SEP/1000 kath-dagen Kathetergebruik op IZ. 449 katheterdagen/1000 ligdagen Tabel 2. Ventilatorgeassocieerde pneumonieën (VAP) ICU** Aantal ventilatiedagen 216 d (IZAG VAP 2) Aantal ventilatorgeassocieerde pneumonieën 3 (IZAG VAP 3) Aantal beademde patiënten 31 (IZAG VAP 4) Kwartiel 1 ventilatietijd (P25) 3 d (IZAG VAP 5) Mediane ventilatietijd (P50) 5 d (IZAG VAP 6) Kwartiel 3 ventilatietijd (P75) 12 d (IZAG VAP 7) VAP-incidentie 13,9 VAP/1000 ventilatiedagen Ventilatorgebruik 374 vent.dagen/1000 ligdagen *Gegevens van surveillance nosocomiale septicemieën (hospital-wide) **Gegevens van surveillance nosocomiale infecties op intensieve zorgen 28

30 Incidentie primaire septicemieën in het ZH, jaar 2000, ZH xxxx Uw ziekenhuis : 0.28 (95% CI ) 30 Percentiles 25,50, aantal zieken 20 huizen Prim. SEP/1000 ligdagen Incidentie primaire septicemieën op IZ, jaar 2000, ZH xxxx Uw ziekenhuis : 2.39 (95% CI ) Percentiles 25,50, aantal zieken huizen Prim. SEP IZ/1000 IZ-ligdagen 29

31 Incidentie katheter-geass. SEP's op IZ, jaar 2000, ZH xxxx Uw ziekenhuis : 4.38 (95% CI ) Percentiles 25,50, aantal zieken huizen Kt-ass SEP/1000 kt-dagen Incidentie ventilator-geas. pneumonieën op IZ, jaar 2000, ZH xxxx Uw ziekenhuis : 8.16 (95% CI ) Percentiles 25,50, aantal zieken10 huizen VAP/1000 vent-dagen 30

32 BIJLAGE 2: Verklaring van de feedback Kwaliteitsdecreet 31

33 Verklaring van de feedback Kwaliteitsdecreet De Samenvatting kwaliteitsdecreet van de surveillance van nosocomiale infecties bevat een jaaroverzicht, de resultaten per trimester en vergelijkende grafieken, voor wat betreft de Kwaliteitsdecreet-indicatoren. Deze cijfers moeten door de ziekenhuizen zelf aan de Vlaamse Gemeenschap overgemaakt worden. Hiervoor kan u het globale jaarcijfer of een door u berekend totaal van 2 trimesters naar keuze gebruiken. I. JAAROVERZICHT Tabel Registratiejaar: Deze tabel bevat enerzijds het totaal van de SEP en ICU-surveillancetrimesters waarvoor we gegevens van het ziekenhuis ontvingen en anderzijds het aantal trimesters dat in de analyse van het jaaroverzicht van het Kwaliteitsdecreet (KD) werd opgenomen (al of niet na substitutie van de noemergegevens). Aantal surveillance-trimesters: Aantal SEP en ICU-surveillancetrimesters. Aantal SEP-surveillance trimesters: Aantal trimesters waarvoor nosocomiale septicemieën (hospitalwide) geregistreerd werden. Wanneer alle noemergegevens ontbreken in het SEPprotocol en er geen gelijktijdige ICU-deelname is, worden één of meerdere trimester(s) niet opgenomen. o SEP-trimester(s) met ligdagen ziekenhuis: Aantal trimesters waarvoor ligdagen voor het ganse ziekenhuis werden ingevuld. o SEP-trimester(s) met ligdagen IZ >24u: Aantal trimesters waarvoor ligdagen werden ingevuld voor patiënten die langer dan 24u op Intensieve Zorgen verbleven. Indien deze ontbreken worden ze gesubstitueerd in de analyse. o SEP-trimesters met katheterdagen IZ >24u: Aantal trimesters waarvoor katheterdagen werden ingevuld voor patiënten die langer dan 24u op Intensieve Zorgen verbleven. Indien deze ontbreken worden ze gesubstitueerd in de analyse. o Trimesters met totaal IZ-ligdagen = IZ-ligdagen >24u: Aantal trimesters waarvoor het totaal aantal ligdagen op IZ gelijk is aan het ontbrekend aantal ligdagen voor patiënten die langer dan 24u op IZ verbleven (bij ontvangst van de gegevens of na substitutie in de analyse). o Trimesters met totaal katheterdagen patiënt-totaal = kat-totaal: Aantal trimesters waarvoor het aantal katheterdagen gelijk is aan het ontbrekend aantal katheterdagen op IZ (bij ontvangst van de gegevens of na substitutie in de analyse). Aantal ICU-surveillance trimesters: Aantal trimesters deelname aan het ICU-protocol. Een trimester wordt niet in de analyse opgenomen als het aantal patiëntendagen <10. Trimesters met volledige SEP-noemergegevens: Aantal trimesters met volledige noemergegevens (voor de indicator nosocomiale SEP) uit de SEP- en/of uit de ICU surveillance voor dezelfde trimester(s). 32

34 Tabel 1: Nosocomiale primaire septicemieën De jaarcijfers worden enkel berekend voor de indicatoren waarvoor de respectievelijke noemergegevens aanwezig zijn. D.w.z. dat de verschillende cijfers kunnen betrekking hebben op een verschillend aantal surveillancetrimesters (bv. 2 trimesters ligdagen en 1 trimester katheterdagen zijn ingevuld). a. Volledige ziekenhuis (uit SEP surveillance) Aantal hospitalisatie dagen: Totaal aantal hospitalisatiedagen voor de trimesters die in de analyse van het jaaroverzicht werden opgenomen. Aantal labo-geconfirmeerde primaire SEP s: Aantal primaire SEP-episodes (d.i. kathetergeassocieerd of van onbekende oorsprong) na 48u ziekenhuisverblijf waarbij: een pathogeen werd geïsoleerd alleen huidcontaminant(en) werd(en) geïsoleerd - in 2 hemoculturen - in 1 hemocultuur en centrale katheter 48u vóór SEP en Antibioticatherapie gestart is aangeduid Nota: Aangezien de klinische gegevens niet consistent werden ingevuld, werd er geen rekening mee gehouden. Wij raden aan enkel de klinisch significante SEP in te voeren (eventueel nieuwe export en feedback na correctie). Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP s: Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP uitgedrukt per 1000 ligdagen. b. Intensieve Zorgen (uit SEP en/of ICU-surveillance) Aantal hospitalisatiedagen IZ (>24u): Bij afwezigheid van IZ-lidagen (>24u) (bv. WHOCARE), worden ze vervangen door het totaal aantal hospitalisatiedagen op IZ (<24u inbegrepen). In dit geval zijn de noemergegevens uit de SEP-surveillance niet vergelijkbaar met de cijfers uit de ICU-surveillance. Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP s op IZ: zie ook Aantal labogeconfirmeerde primaire SEP. Aantal nosocomiale SEP-episodes (opgetreden na 48u op IZ) bij patiënten die >24u op IZ verbleven. Bij WHOCARE of indien de opnamedatum in de dienst waar de SEP werd vastgesteld, niet werd ingevuld, worden ook de vroege (>48u) SEP geteld. Aantal katheterdagen op IZ (katheter totaal): Bij afwezigheid van katheterdagen (kathetertotaal)uit de SEP-surveillance, worden ze vervangen door de katheterdagen uitgedrukt als patiëntentotaal (3 katheters bij 1 patiënt =1 katheterdag). In dit geval zijn de kathetergegevens uit de SEP-surveillance niet vergelijkbaar met de cijfers uit de ICUsurveillance. Incidentie labogeconfirmeerde primaire SEP s in IZ: Aantal primaire SEP bij patiënten opgenomen op IZ uitgedrukt per 1000 IZ ligdagen. Aantal kathetergeassocieerde SEP s op IZ: WHOCARE: verband met katheter= Y of P tenzij in de optie kathetergegevens een andere katheter is aangeduid (zonder gelijktijdige centrale katheter). NSIHwin SEP: relationship to catheter = central (of centrale katheter 48u vóór SEP is aangeduid) bij patiënten waarbij is aangeduid dat ze langer dan 24u op IZ verbleven (of wanneer het verschil tussen de infectiedatum en de opnamedatum 1 dag); NSIHwin ICU: relationship to central catheter = probable of definite, of of indien in de 2 dagen voor de infectiedatum is een centrale katheter aangeduid in de day-by-day gegevens Incidentie kathetergeassocieerde SEP s op IZ: Aantal kathetergeassocieerde SEP bij patiënten opgenomen op IZ, uitgedrukt per 1000 katheterdagen. Kathetergebruik op IZ: Aantal katheterdagen per 1000 ligdagen op IZ. 33

Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet. Jaarrapport 2001

Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse ziekenhuizen in het kader van het Kwaliteitsdecreet. Jaarrapport 2001 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie Nationaal programma voor de surveillance van Infecties in de Belgische Ziekenhuizen Surveillance van nosocomiale infecties in de Vlaamse

Nadere informatie

Inhoudstafel van de feedback Septicemie surveillance (hospitalwide)

Inhoudstafel van de feedback Septicemie surveillance (hospitalwide) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie Inhoudstafel van de feedback Septicemie surveillance (hospitalwide) sxxxx 1 _200X 2.xls : Tabellen (individueel jaaroverzicht) sxxxx 1

Nadere informatie

Surveillance van nosocomiale septicemieën in Belgische ziekenhuizen

Surveillance van nosocomiale septicemieën in Belgische ziekenhuizen Surveillance of nosocomial bloodstream infections in belgian hospitals: results from the national surveillance network, 1992-2001 C. Suetens, B. Jans, A. Versporten, E. Leens, H. Carsauw, I. Morales Scientific

Nadere informatie

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen

Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2014 Surveillance gegevens 2000 2014 Minimale ziekenhuis gegevens 2000-2012 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst: Zorginfecties en antimicrobiële

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2010 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2011 039 Depotnummer: D/2011/2505/67

Nadere informatie

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:

Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Jaar 2008 B. Jans, Prof. M. Struelens & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2009 48 Depotnummer: D/2009/2505/

Nadere informatie

RESULTATEN VAN DE NATIONALE SURVEILLANCE VAN NOSOCOMIALE INFECTIES OP INTENSIEVE ZORGEN,

RESULTATEN VAN DE NATIONALE SURVEILLANCE VAN NOSOCOMIALE INFECTIES OP INTENSIEVE ZORGEN, RESULTATEN VAN DE NATIONALE SURVEILLANCE VAN NOSOCOMIALE INFECTIES OP INTENSIEVE ZORGEN, 1997-2002 C. Suetens, E. Leens, I. Morales, A. Versporten, B. Jans, H. Carsauw, L. Sourdeau Wetenschappelijk Instituut

Nadere informatie

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2016 Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2016 Gegevens tot en met 2015 AUTEURS Els Duysburgh,

Nadere informatie

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:

Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 065 Depotnummer: D/2010/2505/70

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2

INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...

Nadere informatie

Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties

Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties Methodologische vragen en eerste resultaten Carl Suetens, Hedwig Carsauw WIV, 2 e NSIH dag, 11/02/03 Deelname NSIH-PWI surveillance 02/2003: data ontvangen

Nadere informatie

Surveillance des infections nosocomiales aux soins intensifs

Surveillance des infections nosocomiales aux soins intensifs Surveillance des infections nosocomiales aux soins intensifs Rappel des nouveautés et premiers results dans le cadre de HELICS C.Suetens, ISP Troisième journée NSIH, 02-03-2004 Nouvautés dans le protocol

Nadere informatie

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie NSIH. Protocol Surveillance van Nosocomiale Septicemieën (Hospitalwide)

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie NSIH. Protocol Surveillance van Nosocomiale Septicemieën (Hospitalwide) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie NSIH Protocol Surveillance van Nosocomiale Septicemieën (Hospitalwide) Maart 2000 Nationaal programma voor de Surveillance van de Infecties

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN. Tweede surveillancerapport : tweede semester 1994

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN. Tweede surveillancerapport : tweede semester 1994 IHE SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Tweede surveillancerapport : tweede semester 1994 Inleiding Resultaten 1. Deelname Niettegenstaande een

Nadere informatie

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen

Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Gegevens tot en met 2016 AUTEURS Els Duysburgh,

Nadere informatie

Surveillanceprogramma van septicemieën in ziekenhuizen in België. Gegevens

Surveillanceprogramma van septicemieën in ziekenhuizen in België. Gegevens Surveillanceprogramma van septicemieën in ziekenhuizen in België Gegevens 2000-2011 Dr Naïma Hammami Dr Marie-Laurence Lambert Operational division: Public Health and Surveillance Contact: naima.hammami@wiv-isp.be

Nadere informatie

Inhoudstafel van de feedback van nosocomiale infecties op intensieve zorgen eenheden (ICU-surveillance)

Inhoudstafel van de feedback van nosocomiale infecties op intensieve zorgen eenheden (ICU-surveillance) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie Inhoudstafel van de feedback van nosocomiale infecties op intensieve zorgen eenheden (ICU-surveillance) ixxxx 1 _200X 2.xls : Tabellen

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2009 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2009 Dr Marie-Laurence Lambert Afdeling : Public Health and Surveillance Contact

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCE VAN MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /.57.3 - Fax: /.5.1 - E-mail: bea.jans@iph.fgov.be Eerste surveillancerapport:

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN

INHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN INHOUDSTAFEL 1. Deelname 2 2. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.2. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4.

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in de Belgische ziekenhuizen: eerste semester INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

SEMESTRIEEL REGISTRATIEFORMULIER

SEMESTRIEEL REGISTRATIEFORMULIER SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN ACUTE ZIEKENHUIZEN IN BELGIË SEMESTRIEEL REGISTRATIEFORMULIER Periode van:.. tot:.. Ziekenhuis: NSIH-code: Indien u geen gebruik

Nadere informatie

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008

Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008 Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2008 Dr. Marie-Laurence Lambert Afdeling Epidemiologie Contact : mllambert@iph.fgov.be

Nadere informatie

Praktijk van de registratie van ziekenhuisinfecties

Praktijk van de registratie van ziekenhuisinfecties Praktijk van de registratie van ziekenhuisinfecties Hilde Sacré 23/10/03 1 Registratie van ziekenhuisinfecties Wat? Opstellen van een protocol Verzamelen van gegevens Verwerken van de data Uitvoeren van

Nadere informatie

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen:

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Enterobacter aerogenes en cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Acinetobacter baumannii en Pseudomonas aeruginosa eerste semester

Nadere informatie

Validatiestudie van de nationale surveillance van nosocomiale infecties op IZ

Validatiestudie van de nationale surveillance van nosocomiale infecties op IZ Validatiestudie van de nationale surveillance van nosocomiale infecties op IZ Ann Versporten, Ingrid Morales, Carl Suetens National Surveillance of Infections in Hospitals 1 Algemene doelstelling Valideren

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /6.7. - Fax: /6.. - E-mail: bea.jansepi.ihe.be Inleiding Resultaten.

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5

INHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5 Surveillance van MRSA in Belgische ziekenhuizen: eerste semester 1 INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.

Nadere informatie

SAMENVATTEND RAPPORT 2000 2003

SAMENVATTEND RAPPORT 2000 2003 Nationale Surveillance van Infecties in de Hospitalen Nationale surveillance van Nosocomiale infecties in de Belgische ziekenhuizen NSIH SAMENVATTEND RAPPORT 2000 2003 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid

Nadere informatie

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen:

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Enterobacter aerogenes en cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Acinetobacter baumannii en Pseudomonas aeruginosa tweede semester

Nadere informatie

Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden

Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden Verklarende uitleg bij de nationale en individuele terugrapportering Scientific Institute of Public Health Operational Direction

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN ACUTE ZIEKENHUIZEN IN BELGIË SURVEILLANCEFORMULIER

SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN ACUTE ZIEKENHUIZEN IN BELGIË SURVEILLANCEFORMULIER SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN ACUTE ZIEKENHUIZEN IN BELGIË SURVEILLANCEFORMULIER Periode van: tot : Naam van het ziekenhuis: NSIH-code: Gegevens jaarlijks te leveren

Nadere informatie

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorg Jaarrapport 2011

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorg Jaarrapport 2011 Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorg Jaarrapport 2011 Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Volksgezondheid en Surveillance Juliette Wytsmanstraat 14

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 01/01/ /10/2012 Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriën in België: 0/0/202 3/0/202 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), Volksgezondheid en surveillance, Brussel,

Nadere informatie

SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN WIV SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /6.7. - Fax: /6.. - E-mail: bea.jansepi.ihe.be Surveillancerapport:

Nadere informatie

Referentiecijfers 2001 t/m 2011: Postoperatieve wondinfecties na hartchirurgie. PREZIES versie: december 2014 Documentversie: 7.0

Referentiecijfers 2001 t/m 2011: Postoperatieve wondinfecties na hartchirurgie. PREZIES versie: december 2014 Documentversie: 7.0 Referentiecijfers 2001 t/m 2011: Postoperatieve wondinfecties na hartchirurgie. PREZIES versie: december 2014 Documentversie: 7.0 Inhoudsopgave. 1. Keypoints.... 3 2. Inleiding.... 4 3. Resultaten....

Nadere informatie

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen:

Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Surveillance van multiresistente kiemen in Belgische ziekenhuizen: Enterobacter aerogenes en cloacae, Escherichia coli, Klebsiella pneumoniae, Acinetobacter baumannii en Pseudomonas aeruginosa Eerste semester

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

Nieuws SEP protocol-nsih symposium 11/01/2013 1

Nieuws SEP protocol-nsih symposium 11/01/2013 1 SURVEILLANCE - SEPTICEMIE IN HET ZIEKENHUIS NIEUW PROTOCOL SYMPOSIUM NSIH 11 Janvier 2013 Marie-Laurence Lambert et Naima Hammami Marie-Laurence Lambert et Naima Hammani (WIV-ISP) Contact: nhammami@wiv-isp.be

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De laatste jaren wordt in steeds meer zorginstellingen aandacht besteed aan infectiepreventie en patiëntveiligheid. Een van de redenen is de toenemende antibiotica resistentie van bacteriën

Nadere informatie

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting

Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België. Rapport 2016 Samenvatting Epidemiologie van Clostridium difficile infecties in België Rapport 2016 Samenvatting AUTEURS C. VALENCIA, M.-L. LAMBERT Voor het Nationale Referentielaboratorium: M. DELMÉE, J. VAN BROECK Epidemiologie

Nadere informatie

Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva

Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva Evaluatie van surveillance hemoculturen bij hematologische patiënten onder immunosuppressiva An Joosten 30/03/2010 30/03/2010 1 Surveillance hemoculturen Inleiding Bloedstroom infecties (BSI) Predisponerende

Nadere informatie

Surveillance van. Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen:

Surveillance van. Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen: Tweede semester 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 062 ISSN nummer: 2032-6599

Nadere informatie

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2013

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2013 $$ DIENST ZORGINFECTIES Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 213 Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport

Nadere informatie

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2014

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2014 Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2014 Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Volksgezondheid en Surveillance Juliette Wytsmanstraat

Nadere informatie

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2014

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2014 $$ DIENST ZORGINFECTIES Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 214 Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport

Nadere informatie

Jaarverslag ziekenhuishygiëne 20 (activiteiten 20 planning 20 ).

Jaarverslag ziekenhuishygiëne 20 (activiteiten 20 planning 20 ). Jaarverslag ziekenhuishygiëne 20 (activiteiten 20 planning 20 ). Dit document is een sbloon van ziekenhuis arverslag over ziekenhuishygiëne dat uniforme rapportage mogelijk maakt. Het is gebaseerd op -bestaande

Nadere informatie

BIJLAGE 2: DEFINITIES ZIEKENHUISINFECTIES Lijnsepsis PREZIES versie: 2014. Documentversie: 1.0

BIJLAGE 2: DEFINITIES ZIEKENHUISINFECTIES Lijnsepsis PREZIES versie: 2014. Documentversie: 1.0 BIJLAGE 2: DEFINITIES ZIEKENHUISINFECTIES Lijnsepsis PREZIES versie: 2014 Documentversie: 1.0 Samenvatting van wijzigingen De volgende wijzigingen zijn doorgevoerd ten opzichte van de definitieset 2012/2013

Nadere informatie

Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen:

Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 211 B. Jans, Prof. Y. Glupczynski, Dr. O. Denis IPH/EPI REPORTS Nr. 212 25 Depotnummer: D/212/255/51 Wetenschappelijk

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België:

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België: Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) en aanbevelingen in België: Jaar 2012 B. Jans en Y. Glupczynski etenschappelijk Instituut Volksgezondheid (IV), OD Volksgezondheid

Nadere informatie

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCE VAN METICILLINE RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN BELGISCHE ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN 1 MINIMAAL VEREISTE GEGEVENS VERZAMELING Bij koninklijk

Nadere informatie

Registratie van ziekenhuisinfecties op IZ. Dr. W. Swinnen

Registratie van ziekenhuisinfecties op IZ. Dr. W. Swinnen Registratie van ziekenhuisinfecties p IZ Dr. W. Swinnen 441 bedden Intensieve Zrgen: 13 bedden medic-chirurgisch geslten type 2 FTE intensivisten NISH in ICU waarm deelnemen? kwaliteitsdecreet meten =

Nadere informatie

Surveillance van. Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen:

Surveillance van. Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen: Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische acute ziekenhuizen: B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 11 18 ISSN nummer: 32-699 Wetenschappelijk Instituut

Nadere informatie

Hospithera. Your reference partner in medical supplies.

Hospithera. Your reference partner in medical supplies. Hospithera. Your reference partner in medical supplies. KCE Report Nosocomial (Hospital acquired) infections in Belgium KCE Report KCE Report: deel 1 Nationale prevalentiestudie rond nosocomiale infecties

Nadere informatie

Persconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005

Persconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005 Persconferentie MRSA in de rusthuizen, WIV, vrijdag 27/5/2005 Wat is MRSA? Methicilline-resistente Staphylococcus aureus (MRSA) is een belangrijke ziekteverwekkende kiem in de geneeskunde en tevens een

Nadere informatie

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2012

Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2012 Nationale surveillance van infecties verworven op eenheden voor intensieve zorgen Jaarrapport 2012 Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Volksgezondheid en Surveillance Juliette Wytsmanstraat

Nadere informatie

Handleiding Handhygiënemodule

Handleiding Handhygiënemodule Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Afdeling Epidemiologie NSIHwin V4.07 Voor de registratie van nosocomiale infecties in de Belgische ziekenhuizen Handleiding Handhygiënemodule Augustus 2006 1

Nadere informatie

Directe identificatie en gevoeligheidsbepaling van micro-organismen uit positieve hemoculturen met behulp van MALDI-TOF MS en het BD Phoenix Systeem

Directe identificatie en gevoeligheidsbepaling van micro-organismen uit positieve hemoculturen met behulp van MALDI-TOF MS en het BD Phoenix Systeem Directe identificatie en gevoeligheidsbepaling van micro-organismen uit positieve hemoculturen met behulp van MALDI-TOF MS en het BD Phoenix Systeem An Joosten Directe identificatie en gevoeligheidsbepaling

Nadere informatie

Trombocyten en Bloed overdraagbare infecties door Bacteriën. Stand van zaken 2016

Trombocyten en Bloed overdraagbare infecties door Bacteriën. Stand van zaken 2016 Trombocyten en Bloed overdraagbare infecties door Bacteriën Stand van zaken 2016 Trombocyten: Bacterie / Virus /Parasieten Aantal virusdeeltjes (of parasieten) wijzigt niet meer na afname. Test de donor

Nadere informatie

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2015

DIENST ZORGINFECTIES. Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 2015 $$ DIENST ZORGINFECTIES Surveillance van antibioticaresistente bacteriën in Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport 215 Surveillance van antibioticaresistente bacteriën In Belgische ziekenhuizen: Jaarrapport

Nadere informatie

Surveillance van Infecties verworven op Intensieve Zorgeenheden (NSIH-ICU)

Surveillance van Infecties verworven op Intensieve Zorgeenheden (NSIH-ICU) ë Surveillance van Infecties verworven op Intensieve Zorgeenheden (NSIH-ICU) NATIONALE RESULTATEN 2001-2008 Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en Surveillance

Nadere informatie

Lijst van kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuishygiëne in acute ziekenhuizen

Lijst van kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuishygiëne in acute ziekenhuizen Lijst van kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuishygiëne in acute ziekenhuizen Lastenboek: definities, instructies voor het invullen en bewijselementen Elk ziekenhuis dient voor elke indicator alle bewijselementen

Nadere informatie

Handleiding benchmarkrapport MPG

Handleiding benchmarkrapport MPG Handleiding benchmarkrapport MPG Inhoudsopgave 1. Wat is een benchmarkrapport?... 2 2. Wanneer wordt het benchmarkrapport ter beschikking gesteld?... 2 3. Waar kan u het benchmarkrapport raadplegen?...

Nadere informatie

PREVENTIE VAN VAP. De gebundelde aanpak. Sonia Labeau. VLAAMSE VERENIGING INTENSIEVE ZORGEN VERPLEEGKUNDIGEN (vzw)

PREVENTIE VAN VAP. De gebundelde aanpak. Sonia Labeau. VLAAMSE VERENIGING INTENSIEVE ZORGEN VERPLEEGKUNDIGEN (vzw) PREVENTIE VAN VAP De gebundelde aanpak Sonia Labeau VLAAMSE VERENIGING INTENSIEVE ZORGEN VERPLEEGKUNDIGEN (vzw) Ziekenhuizen zijn geen veilige oorden Gezondheidszorggerelateerde infecties treden op in

Nadere informatie

Page 1 of 7. Optioneel kan van iedere geregistreerde complicatie de datum en eventueel het tijdstip waarop de complicatie optrad worden opgegeven.

Page 1 of 7. Optioneel kan van iedere geregistreerde complicatie de datum en eventueel het tijdstip waarop de complicatie optrad worden opgegeven. Complicatie Registratie Wizard Page 1 of 7 De complicatie-registratie wizard wordt gebruikt voor het invoeren (of het wijzigen) van een complicatie. Het invoeren van een complicatie bestaat uit een aantal

Nadere informatie

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT

SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 AGRESSIVITEIT 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...

Nadere informatie

I. Analyse van de resultaten van fase 1

I. Analyse van de resultaten van fase 1 Bijlage CGV 2016/396 Analyse van de resultaten voor de toepassing van de referentiebedragen: Berekening 2016 Gegevens 2013 Deze achtste toepassing van de referentiebedragen had betrekking op 113 voor een

Nadere informatie

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCE VAN METICILLINE RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN BELGISCHE ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN 1 DEELNAME EN MINIMAAL VEREISTE GEGEVENS Bij koninklijk

Nadere informatie

Noemermodule en Gemeenschappelijk Gebruikte Referentielijsten en Variabelen

Noemermodule en Gemeenschappelijk Gebruikte Referentielijsten en Variabelen NSIH Surveillances Noemermodule en Gemeenschappelijk Gebruikte Referentielijsten en Variabelen PROTOCOL VERSIE 1.0 MEI 2017 Juliette Wytsmanstraat 14 1050 Brussel België www.wiv-isp.be Noemer_protocol_v1.0_NL

Nadere informatie

Ervaringen met prevalentiestudies van urineweginfecties. OLV Aalst - Asse - Ninove Team ziekenhuishygiëne Dr. P. Jordens

Ervaringen met prevalentiestudies van urineweginfecties. OLV Aalst - Asse - Ninove Team ziekenhuishygiëne Dr. P. Jordens Ervaringen met prevalentiestudies van urineweginfecties OLV Aalst - Asse - Ninove Team ziekenhuishygiëne Dr. P. Jordens Prevalentiestudies UWI in het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis 1 prevalentiestudie : mei

Nadere informatie

2 DECEMBER Koninklijk besluit tot. uitvoering van de wet van 19 juli betreffende de gebundelde financiering

2 DECEMBER Koninklijk besluit tot. uitvoering van de wet van 19 juli betreffende de gebundelde financiering 2 DECEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 19 juli 2018 betreffende de gebundelde financiering van de laagvariabele ziekenhuiszorg BS 18/12/2018 1 Artikel 1. 1. Het globaal prospectief

Nadere informatie

Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden

Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden Nationale Surveillance van Nosocomiale Infecties op Intensieve Zorgeenheden Verklarende uitleg bij de individuele en nationale terugrapportering Scientific Institute of Public Health Operational Direction

Nadere informatie

Kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuishygiëne in acute ziekenhuizen

Kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuishygiëne in acute ziekenhuizen Kwaliteitsindicatoren voor de ziekenhuishygiëne in acute ziekenhuizen Lastenboek: definities, instructies voor het invullen en bewijselementen Verzameling 2016 (gegevens 2015) Elk ziekenhuis dient voor

Nadere informatie

Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens.

Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens. Rapportering voor het jaar 2018 Referentiecentrum voor Clostridium botulinum en Clostridium perfringens. Coördinator Referentiecentrum Oonagh Paerewijck Tom Van Nieuwenhuysen Sciensano 14, J. Wytsmanstraat

Nadere informatie

Hybase Lab Grip op statistiek

Hybase Lab Grip op statistiek Hybase Lab Grip op statistiek Hybase Lab Grip op statistiek microbiologische statistieken en kwaliteitsbewaking Inhoudsopgave 1 Statistieken en Analyses... 3 2 Meervoud-isolaten (Copy Strains)... 4 3 Analyse

Nadere informatie

Noemermodule en Gemeenschappelijk Gebruikte Referentielijsten en Variabelen

Noemermodule en Gemeenschappelijk Gebruikte Referentielijsten en Variabelen NSIH Surveillances Noemermodule en Gemeenschappelijk Gebruikte Referentielijsten en Variabelen PROTOCOL VERSIE 2.0 DECEMBER 2017 Auteur: Els Duysburgh, MD, MPH, PhD Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid

Nadere informatie

Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties

Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties Nationale Resultaten 2001-2003 H. Carsauw C. De Laet C. Suetens IPH/EPI REPORTS Nr. D/2005/2505/28 Oktober 2005 Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties,

Nadere informatie

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België:

Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België: Epidemiologie van carbapenemase producerende enterobacteriaceae (CPE) in België: 1 januari 2012 tot 0 april 201 B. Jans en Y. Glupczynski Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid (WIV), OD Volksgezondheid

Nadere informatie

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven

THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven THEMA I.3. Daghospitalisatieverblijven Selectiecriteria Alle ziekenhuisverblijven weerhouden in deze selectie voldoen aan de algemene criteria die betrekking hebben op woonplaats, leeftijd en geslacht

Nadere informatie

18 november Plateforme fédérale d hygiène hospitalière. Federaal Platform Ziekenhuishygiëne. Baudouin BYL Annette Schuermans Anne Simon

18 november Plateforme fédérale d hygiène hospitalière. Federaal Platform Ziekenhuishygiëne. Baudouin BYL Annette Schuermans Anne Simon 18 november 2015 Plateforme fédérale d hygiène hospitalière Federaal Platform Ziekenhuishygiëne Baudouin BYL Annette Schuermans Anne Simon Doelstellingen Communicatiekanaal en interface tussen de verschillende

Nadere informatie

Urineweginfecties: definitie en diagnostiek

Urineweginfecties: definitie en diagnostiek Urineweginfecties: definitie en diagnostiek Isabel Leroux-Roels Klinisch bioloog, coördinator Team Infectiepreventie Informatieavond Urineweginfecties in het ziekenhuis Dinsdag 7 maart 2017 Overzicht Ziektelast

Nadere informatie

JAARRAPPORT Benchmarking van de klinische kwaliteit op de diensten voor Intensieve Zorg

JAARRAPPORT Benchmarking van de klinische kwaliteit op de diensten voor Intensieve Zorg ZIEKENHUISSTERFTE OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG ZIEKENHUISSTERFTE NA EEN VERBLIJF OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG BINNEN 48 UUR NA ONTSLAG VAN EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG PREVALENTIE VAN DECUBITUS

Nadere informatie

S U R V E I L L A N C E B L O E D S T R O O M I N F E C T I E S I N B E L G I S C H E Z I E K E N H U I Z E N

S U R V E I L L A N C E B L O E D S T R O O M I N F E C T I E S I N B E L G I S C H E Z I E K E N H U I Z E N ZORGINFECTIES EN ANTIBIOTIC ARESISTENT IE S U R V E I L L A N C E B L O E D S T R O O M I N F E C T I E S I N B E L G I S C H E Z I E K E N H U I Z E N PROTOCOL 2019 April 2019 1 W IE WE Z I J N SCIENSANO

Nadere informatie

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering?

De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? De interventiebundels POWI en Lijnsepsis: toe aan verandering? Jan Wille, coördinator infectiepreventie Titia Hopmans, senior adviseur PREZIES RIVM, Centrum voor Infectieziektebestrijding 1 Patiëntveiligheid

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/14/217 BERAADSLAGING NR. 14/116 VAN 16 DECEMBER 2014 BETREFFENDE DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS

Nadere informatie

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen

Situering algemene en universitaire ziekenhuizen Situering Sinds 1 januari 2005 moet ieder Vlaams ziekenhuis een periodieke evaluatie maken van de kwaliteit van de zorgen in het eigen ziekenhuis. Dit staat beschreven in het kwaliteitsdecreet van 17 oktober

Nadere informatie

National Surveillance voor Clostridium difficile (NSIH-CDIF) en bloedstroominfecties (NSIH- SEP) via healthdata

National Surveillance voor Clostridium difficile (NSIH-CDIF) en bloedstroominfecties (NSIH- SEP) via healthdata National Surveillance voor Clostridium difficile (NSIH-CDIF) en bloedstroominfecties (NSIH- SEP) via healthdata Info sessie inclusief demo van de software voor gegevens verzameling Ludo Willekens Els Duysburgh

Nadere informatie

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN

PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN / Archief cijfers PERSONEEL IN VLAAMSE ZIEKENHUIZEN Vlaams Gewest 2013 / 5.01.2016 5.01.2016 Personeel in Vlaamse Ziekenhuizen 1/20 GEPUBLICEERD OP: http://www.zorg-en-gezondheid.be/cijfers op januari

Nadere informatie

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes

Overzicht Aanlevering. Onbekende Codes 10:51 dinsdag, juli 21, 2015 1 Overzicht Aanlevering Laboratorium code ISIS005 Maand - Jaar Februari-2015 Aanlever ID 7594 Datum ingelezen 27/05/2015 Aantal patiënten 1208 Aantal isolaten 2056 Aantal isolaten

Nadere informatie

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN

SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCE VAN METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN BELGISCHE ACUTE ZIEKENHUIZEN SURVEILLANCEPROTOCOL VAN MRSA IN ACUTE ZIEKENHUIZEN 1 - MINIMAAL VEREISTE GEGEVENS VERZAMELING Bij koninklijk

Nadere informatie

Influenza patiënten op de IC

Influenza patiënten op de IC Influenza patiënten op de IC MDO praatje 12-01-2018 Rebecca Koch Astrid Hoedemaekers Influenza infectie Influenza A (H1N1 / H3N2); Influenza B IAV = virulent, pandemieën (vooral H1N1) Hoge graad van IC

Nadere informatie

Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC

Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC Resultaten ziekenhuisbrede indicator VIP 2 basisvereisten handhygiëne

Nadere informatie

Ribotype BR027 zet de langzame daling van zijn incidentie voort terwijl andere ribotypes zoals BR014, BR020, BR002 en BR078 in grote mate toenemen.

Ribotype BR027 zet de langzame daling van zijn incidentie voort terwijl andere ribotypes zoals BR014, BR020, BR002 en BR078 in grote mate toenemen. Surveillance van diarree geassocieerd met Clostridium difficile in de Belgische ziekenhuizen: resultaten van de nationale surveillance in 2012. Rapport van het referentiecentrum. M. Delmée, V. Avesani,

Nadere informatie

NSIHWEB 2.0 MODULE. GEBRUIKERSHANDLEIDING- Versie 2013 Noemers en Septicemieën (SEP)

NSIHWEB 2.0 MODULE. GEBRUIKERSHANDLEIDING- Versie 2013 Noemers en Septicemieën (SEP) NSIHWEB 2.0 MODULE GEBRUIKERSHANDLEIDING- Versie 2013 Noemers en Septicemieën (SEP) Inhoudstabel 1. Verbinding met de site... 4 1.1. Login scherm... 4 c Taalkeuze, overschakelen andere gebruiker en afmelden...

Nadere informatie

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 29393 GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP [C

Nadere informatie

Nationale Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties Protocol NSIH-PWI Bijlage 2: Registratie Instructies (v14/4/2017)

Nationale Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties Protocol NSIH-PWI Bijlage 2: Registratie Instructies (v14/4/2017) Nationale Surveillance van Postoperatieve Wondinfecties Protocol NSIH-PWI Bijlage 2: Registratie Instructies (v14/4/2017) Deze instructies geven meer informatie bij gebruik van de Data definitie, of het

Nadere informatie

Hersenperfusiescintigrafie

Hersenperfusiescintigrafie Nationale diagnostische referentieniveaus in de nucleaire geneeskunde Tweede iteratie (2017-2019) Zevende periode (01/10/2018 31/12/2018) Hersenperfusiescintigrafie 28/05/2019 Contact: Thibault VANAUDENHOVE

Nadere informatie

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2017 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

De relevantie van de Selective Antimicrobial Modulation (SAM)-culturen voor de rectumwissers

De relevantie van de Selective Antimicrobial Modulation (SAM)-culturen voor de rectumwissers De relevantie van de Selective Antimicrobial Modulation (SAM)-culturen voor de rectumwissers Pascale Wallemacq Dr. Assistent in de Klinische Biologie Clinical/ Diagnostic Scenario Neutropene patiënten

Nadere informatie

BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg

BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg BRMO 8 september 2014 BRMO - Verpleeg/verzorging/kleinschalig wonen - Openbare gezondheidszorg Ron de Groot Deskundige Infectiepreventie Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie