JAARRAPPORT Benchmarking van de klinische kwaliteit op de diensten voor Intensieve Zorg
|
|
- Karel van de Velden
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ZIEKENHUISSTERFTE OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG ZIEKENHUISSTERFTE NA EEN VERBLIJF OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG BINNEN 48 UUR NA ONTSLAG VAN EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG PREVALENTIE VAN DECUBITUS DIE ZICH ONTWIKKELD HEEFT BIJ PATIËNTEN OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG VALINCIDENTEN VAN PATIËNTEN OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG ONGEPLANDE HEROPNAMES OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG BINNEN 48 UUR NA ONTSLAG VAN EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG ACCIDENTELE EXTUBATIE REÏNTUBATIEE BINNEN 24 UUR NA GEPLANDE EXTUBATIE REÏNTUBATIEE BINNEN 48 UUR NA GEPLANDE EXTUBATIE JAARRAPPORT 21 Benchmarking van de klinische kwaliteit op de diensten voor Intensieve Zorg VENTILATIE-GEASSOCIEERDE PNEUMONIEËN OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG CENTRAAL-VENEUZE KATHETER-GEASSOCIEERDE INFECTIES OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG INCIDENTIE VAN SEPTICEMIEËN OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG VENTILATIEDAGEN OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG DAGEN MET CENTRAAL-VENEUZE KATHETERS OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG DAGEN MET URINAIRE VERBLIJFKATHETERS OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG GEBRUIK VAN HANDALCOHOLL VOOR DE HANDHYGIËNE OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG ANTIBIOTICAGEBRUIK OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG Project onder leiding van prof. dr. Arthur Vleugels Coördinatoren: mevr. Leen De Paepe mevr. Geert Van de Water dhr. Marc Nickmilder
2
3 JAARRAPPORT 21 Benchmarking van de klinische kwaliteit op de diensten voor Intensieve Zorg Project onder leiding van prof. dr. Arthur Vleugels Coördinatoren: mevr. Leen De Paepe mevr. Geert Van de Water dhr. Marc Nickmilder
4 navigator Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap, KUL ISBN D/211/453/3 NUR 882
5 INHOUDSTAFEL I. Voorwoord 1 II. Doel van het initiatief voor benchmarking 1 III. Voorgeschiedenis van het initiatief voor benchmarking 2 IV. Groepsverdeling naar pathologiezwaarte 2 V. Indicatoren voor IZ-dienst 4 VI. Selectie van indicatoren in 21 6 VII. Resultaten Ziekenhuissterfte op een dienst voor intensieve zorg Ziekenhuissterfte na een verblijf op dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van dienst intensieve zorg Prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft bij patiënten op een dienst voor intensieve zorg Valincidenten van patiënten op een dienst voor intensieve zorg Ongeplande heropnames op een dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg Accidentele extubatie Reïntubatie 24 uur na geplande extubatie Reïntubatie 48 uur na geplande extubatie Ventilatie-geassocieerde pneumonieën op een dienst voor intensieve zorg Centraal-veneuze katheter-geassocieerde infecties op een dienst voor intensieve zorg Incidentie van septicemieën op een dienst voor intensieve zorg Ventilatiedagen op een dienst voor intensieve zorg Dagen met centraal-veneuze katheters op een dienst voor intensieve zorg Dagen met urinaire verblijfkatheters op een dienst voor intensieve zorg Gebruik van handalcohol voor de handhygiëne op een dienst voor intensieve zorg Antibioticagebruik op een dienst voor intensieve zorg VIII. Evaluatie van het initiatief voor benchmarking IX. Ervaringen vanuit deelnemende ziekenhuizen 48
6
7 navigator voor algemene ziekenhuizen 1 I. Voorwoord Voor u ligt het jaarrapport 21 met een overzicht van de resultaten van het project voor de benchmarking van de klinische kwaliteit op de diensten voor intensieve zorg dat sinds 1 uari 29 loopt in het kader van het netwerk navigator. Navigator is een systeem van klinische en organisatorische kwaliteitsindicatoren dat toelaat om op organisatie- en afdelingsniveau de kwaliteit van de zorgprocessen en hun resultaat op een systematische manier continu op te volgen. Navigator ondersteunt daarenboven de zorgorganisaties bij het sturen in een beleid van permanente kwaliteitsverbetering. Het systeem bestaat uit een uitgebreide indicatorset, een ondersteunende software, een interactieve website en een actief netwerk. Bij dit netwerk zijn in Belgische algemene ziekenhuizen aangesloten. Deze ziekenhuizen vaardigen coördinatoren en andere medewerkers - artsen, verpleegkundigen, directieleden - af naar de verschillende overlegorganen van het navigatornetwerk. De indicatorset bestaat voornamelijk uit proces- en resultaatsindicatoren onder de vorm van verhoudingsgetallen. Deze set is dynamisch en kan bijgevolg voortdurend bijgestuurd en uitgebreid worden. De indicatoren zelf zijn een maatstaf voor de klinische en organisatorische kwaliteit van zorg, maar doen geen uitspraak over goed of slecht. De evaluatie gebeurt in het ziekenhuis of op de betrokken dienst. De gegevens voor de meeste indicatoren worden continu geregistreerd op de betrokken diensten. Maandelijks worden de totalen gemaakt van teller- en noemergegevens. Deze worden doorgegeven aan de navigator-coördinator binnen het ziekenhuis. Hij of zij geeft de gegevens online in en verstuurt ze naar de databank. Elk kwartaal krijgen de deelnemende ziekenhuizen feedbackrapporten. Deze feedback geeft twee soorten informatie, namelijk de evolutie doorheen de tijd van het eigen ziekenhuis en een positionering van het eigen ziekenhuis tegenover de ziekenhuizen die voor dezelfde indicatoren gegevens hebben geregistreerd. Naast continue registratie wordt voor bepaalde indicatoren één keer per maand geregistreerd (puntprevalentie) of gedurende één week per maand. De software ondersteunt de gegevensinvoer en terugkoppeling. Tevens laat de software toe om de databank van navigator te exploreren aan de hand van grafieken, tabellen en statistische procescontrole. De website huist de software en fungeert enerzijds als informatiemedium onder de vorm van een bibliotheek, kalender en nieuwsberichten en anderzijds als interactief communicatiemedium onder de vorm van een discussieforum. II. Doel van het initiatief voor benchmarking Het initiatief voor benchmarking van de klinische kwaliteit op de IZ-diensten heeft verschillende doelen, namelijk: de kwaliteit van zorg op een IZ-dienst sturen en verbeteren; benchmarken tussen verschillende IZ-diensten; de indicatoren optimaliseren; het bespreekbaar maken van de kwaliteit op IZ; netwerken tussen de verschillende ziekenhuizen.
8 navigator voor algemene ziekenhuizen 2 III. Voorgeschiedenis van het initiatief voor benchmarking Naar aanleiding van de vraag van een geneesheer-intensivist uit een deelnemend ziekenhuis naar een ruimere benchmarking van de kwaliteit van zorg binnen de diensten voor intensieve zorg met behulp van indicatoren, werd bij de andere deelnemende ziekenhuizen naar interesse gepolst. Op deze oproep kwam een positieve respons van 26 artsen uit 22 ziekenhuizen. Op 23 april 28 vond een eerste overleg plaats met een kerngroep van 5 intensivisten om het benchmarkinitiatief vorm te geven. Op 23 juni 28 vond een plenair overleg met 13 intensivisten plaats om het project voor te stellen en af te stemmen. Hier werden de bestaande navigatorindicatoren besproken, aangepast en aangevuld met nieuwe indicatoren. Vervolgens werden alle geïnteresseerde artsen intensivisten, alle hoofdgeneesheren van de deelnemende ziekenhuizen en alle coördinatoren op de hoogte gebracht per . Hierbij werd gevraagd om de afgesproken indicatorset te evalueren. Tijdens het coördinatorenoverleg van 14 oktober 28 werd het benchmarkproject voorgesteld aan de coördinatoren van alle ziekenhuizen die aan navigator participeerden. Op hun vraag werd een excelformulier ontwikkeld waarin de nodige gegevens voor de indicatoren kunnen verzameld worden. Op 1 uari 29 ging de registratie voor het benchmarkproject van start. Op 9 maart 29 vond een overleg plaats om prangende vragen te beantwoorden en de opstart van het project te bespreken. De voornaamste besluiten die hier genomen werden, waren de volgende: Vanaf K3 29 (zijnde 1 juli) worden ventilatiedagen en ventilatie-geassocieerde pneumonie geregistreerd, i.p.v. intubatiedagen en intubatie-geassocieerde pneumonie. De pathologiezwaarte van de patiënten op IZ-diensten zal in kaart gebracht worden aan de hand van groepsvergelijkingen volgens de eigenschap APR-DRG severity class en SAPS-2- score. IV. Groepsverdeling naar pathologiezwaarte Om de IZ-diensten in te delen volgens pathologiezwaarte werden volgende vragen toegevoegd aan de vragenlijst over de eigenschappen van de instellingen: Hoeveel patiënten, opgenomen op IZ-dienst, kregen een APR-DRG score met ernstklasse mineur, matig, majeur en extreem gedurende de periode van 1 uari 28 tot en met 3 juni 28? Op deze vragen antwoordden 33 ziekenhuizen. Aan de hand van Ridit-analyse werden de IZ-diensten verdeeld volgens de pathologiezwaarte. De som van het aantal patiënten in de verschillende APR- DRG ernstklassen werd genomen als referentiegroep (ridit =,5): mineur: 33 patiënten matig: 646 patiënten majeur: 5696 patiënten extreem: 5451 patiënten
9 navigator voor algemene ziekenhuizen 3 Vervolgens werden alle IZ-diensten tegen de referentiegroep afgewogen. Op basis van de bekomen ridit-scores, werden de IZ-diensten in 3 groepen verdeeld: eerder lage pathologiezwaarte van patiënten opgenomen op IZ-dienst eerder gemiddelde pathologiezwaarte van patiënten opgenomen op IZ-dienst eerder hoge pathologiezwaarte van patiënten opgenomen op IZ-dienst Tabel 1 geeft de verdeling van de IZ-diensten weer. Figuur 1 geeft voor elk ziekenhuis de procentuele verdeling van de patiënten opgenomen op IZ-diensten over de 4 APR-DRG ernstklassen. Tabel 1: Verdeling van de IZ-diensten in groepen volgens pathologiezwaarte van de opgenomen patiënten, op basis van ridit-scores. ziekenhuis ridit-score groep ,331,371,375,388,396,414,426,433,444,446,45,454,454 eerder lage pathologiezwaarte ,484,484,486,487,489,52,56,59,518,522,536,539,542,552,555,61,616,619,624,639 eerder gemiddelde pathologiezwaarte eerder hoge pathologiezwaarte Deze verdeling is dynamisch. Jaarlijks wordt de referentiegroep opnieuw berekend en worden de IZdiensten in nieuwe groepen opgedeeld.
10 navigator voor algemene ziekenhuizen mineur matig majeur extreem Figuur 1: Procentuele verdeling van de opgenomen patiënten op IZ-dienst over de 4 APR-DRG ernstklassen mineur, matig, majeur en extreem voor de 33 ziekenhuizen voor 28.
11 navigator voor algemene ziekenhuizen 5 V. Indicatoren voor IZ-dienst In de bestaande set voor algemene ziekenhuizen bestonden reeds verschillende indicatoren die zich toespitsten op IZ-diensten. In overleg met de intensivisten werden enkele indicatoren aangepast en enkele indicatoren toegevoegd. Volgende indicatoren werden als relevant en nuttig beschouwd voor het project voor benchmarking van de klinische kwaliteit op de diensten voor IZ: Ziekenhuissterfte op een dienst voor intensieve zorg Ziekenhuissterfte na verblijf op dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg Prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft bij patiënten op een dienst voor intensieve zorg Valincidenten van patiënten op een dienst voor intensieve zorg Ongeplande heropname op een dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg Accidentele extubatie Reïntubatie 24 uur na geplande extubatie Reïntubatie 48 uur na geplande extubatie Ventilatie-geassocieerde pneumonieën op een dienst voor intensieve zorg Centraal-veneuze katheter-geassocieerde infecties op een dienst voor intensieve zorg Incidentie van septicemieën op een dienst voor intensieve zorg Ventilatiedagen op een dienst voor intensieve zorg Dagen met centraal-veneuze katheters op een dienst voor intensieve zorg Dagen met urinaire verblijfkatheters op een dienst voor intensieve zorg Gebruik van handalcohol voor handhygiëne op een dienst voor intensieve zorg Antibioticagebruik op een dienst voor intensieve zorg Voor de indicatoren van deeldomein 11.3 Infecties op een dienst voor intensieve zorg en 11.4 Gebruik van medische hulpmiddelen op een dienst voor intensieve zorg zijn er telkens subindicatoren beschikbaar in de navigator-indicatorset waardoor de gegevens kunnen opgedeeld worden naar medische, heelkundige, medisch/heelkundige en cardiale intensieve zorg. Deze indicatoren werden niet weerhouden voor het benchmarkproject, maar kunnen door de individuele ziekenhuizen wel opgevolgd worden.
12 navigator voor algemene ziekenhuizen 6 VI. Selectie van indicatoren in 21 Tabel 2: Selectie van de indicatoren voor IZ-dienst in 21 weergegeven in aantal ziekenhuizen Ziekenhuissterfte op een dienst voor intensieve zorg Ziekenhuissterfte na verblijf op dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg Prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft bij patiënten op een dienst voor intensieve zorg Valincidenten van patiënten op een dienst voor intensieve zorg Ongeplande heropname op een dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg K1 21 K2 21 K3 21 K Accidentele extubatie Reïntubatie 24 uur na geplande extubatie Reïntubatie 48 uur na geplande extubatie Ventilatie-geassocieerde pneumonieën op een dienst voor intensieve zorg Centraal-veneuze katheter-geassocieerde infecties op een dienst voor intensieve zorg Incidentie van septicemieën op een dienst voor intensieve zorg Ventilatiedagen op een dienst voor intensieve zorg Dagen met centraal-veneuze katheters op een dienst voor intensieve zorg Dagen met urinaire verblijfkatheters op een dienst voor intensieve zorg Gebruik van handalcohol op een dienst voor IZ Antibioticagebruik op een dienst voor IZ In de feedbackrapporten die elk kwartaal voor de ziekenhuizen worden gegenereerd, worden resultaten van de databank weergegeven wanneer minstens 4 ziekenhuizen gegevens hebben geregistreerd voor eenzelfde indicator. Voor indicator werd niet geregistreerd in kwartaal 1 van 21 (tabel 2), omdat deze indicator pas toegevoegd is aan de set op 1 april 21 en dit gebeurde op vraag van de deelnemende intensivisten.
13 navigator voor algemene ziekenhuizen 7 VII. Resultaten Hieronder wordt voor elke indicator een tabel weergegeven met beschrijvende statistiek, waarmee de spreiding van de gegevens in de databank duidelijk wordt. Volgende gegevens zijn opgenomen in de tabel: min: minimumwaarde van de dataset. q1: kwartiel 1 of het 25 ste percentiel: getalswaarde die de laagste 25% van de data onderscheidt van de hogere waarden. mediaan: of het 5 ste percentiel. Getalswaarde die het midden van de dataset aangeeft. q3: kwartiel 3 of 75 ste percentiel: getalswaarde die de hoogste 25% van de data onderscheidt van de lagere waarden. max: maximumwaarde van de dataset. ongewogen gemiddelde: som van alle ratio s van alle ziekenhuizen die voor deze indicator geregistreerd hebben, gedeeld door het aantal ratio s. Ieder ziekenhuis legt dus evenveel gewicht in de schaal. sd: standaarddeviatie: een maat voor de spreiding van de variabele. aantal: aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens heeft ingevoerd. Verder wordt voor elke indicator ook het ongewogen gemiddelde met kwartiel 1 en 3 weergegeven in een lijngrafiek. Indien de data beschikbaar zijn in de databank, wordt ook een vergelijking gemaakt met het totaal van het ziekenhuis en met andere diensten. Bij deze vergelijkingen dient rekening gehouden te worden met het feit dat de groep van ziekenhuizen die voor deze indicatoren geregistreerd heeft niet altijd dezelfde is qua samenstelling en grootte. Voor sommige indicatoren is het ook mogelijk om groepsvergelijkingen op basis van de pathologiezwaarte te geven, maar soms is het aantal ziekenhuizen dat registreert voor de indicatoren te klein, waardoor geen relevante groepsvergelijkingen gegenereerd kunnen worden.
14 navigator voor algemene ziekenhuizen Ziekenhuissterfte op een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal opgenomen patiënten dat overlijdt op een dienst voor intensieve zorg / Aantal opgenomen patiënten dat ontslagen wordt van een dienst van intensieve zorg, inclusief het aantal patiënten dat overlijdt) *1 Tijdens de laatste 2 kwartalen van 21 nam het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens registreert nog toe (tabel 3), zodanig dat 22 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator registreerden. Tabel 3: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Ziekenhuissterfte op een dienst voor intensieve zorg. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1 1,92 4,9 8,93 11,91 18,97 9,15 5,3 2 '1, 4,1 6,2 1,36 19,51 7,55 4,83 2 maa '1 2,63 4,93 6,7 8,5 2,54 7,52 4,34 2 apr '1 2,19 4,27 5,8 8,3 2,73 7,86 5,8 2 mei '1 2,8 5,1 7,52 15,35 25,93 1,2 7,5 2 jun '1, 3,37 5,88 11,7 18,6 7,47 5,27 2 jul '1, 5,39 6,51 11,67 25,81 8,94 6,27 22 aug '1 1,1 4,11 8,74 11,83 17,92 8,61 4,75 22 sep '1 1,56 4,74 7,69 11,46 15,25 8,3 4,3 22 okt '1, 4,16 7,36 13,31 25,71 9,4 6,46 22 nov '1, 4,26 7,24 12,13 19,44 8,2 5,4 22 dec '1 1,49 5,4 8,59 15,44 25, 1,75 6,52 22 Uit tabel 3 blijkt dat in 5 van de 12 maanden minstens één ziekenhuis geen overlijdens had op IZ. Het maximum aantal overlijdens is terug te vinden in de maand mei, namelijk 25,93%. Gemiddeld schommelt het overlijdenspercentage op IZ tussen 7,47 en 1,75%, hetgeen toch een lichte verhoging betekent ten opzichte van 29. In 29 is het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator registreert wel gestegen van 12 naar 2 ziekenhuizen. Op het einde van 21 gaat het over 22 ziekenhuizen. Deze stijging is waarneembaar in figuur 2. 5% van de deelnemende ziekenhuizen vertoont een sterfte op IZ tussen 3,37 en 15,44%. Dit ligt duidelijk hoger dan het ziekenhuissterftepercentage van het totale ziekenhuis dat tussen 2 en 3% schommelt (figuur 3). De gegevens van de totale ziekenhuissterfte zijn gebaseerd op cijfermateriaal van 35 ziekenhuizen.
15 navigator voor algemene ziekenhuizen kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde Sterfte op een dienst voor intensieve zorg jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 2: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Ziekenhuissterfte op een dienst voor intensieve zorg IZ-diensten totaal ziekenhuis Ziekenhuissterfte jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 3: Ongewogen gemiddelde van de ziekenhuissterfte op IZ-diensten (indicator ) en van de totale ziekenhuissterfte (indicator )
16 navigator voor algemene ziekenhuizen 1 Niet alle deelnemende ziekenhuizen hebben cijfers doorgegeven betreffende hun pathologiezwaarte (APR-DRG severity score). Enkel de groepen van ziekenhuizen met een lage en een gemiddelde pathologiezwaarte van patiënten opgenomen op IZ zijn groot genoeg om cijfermateriaal te tonen (respectievelijk 6 en 1 ziekenhuizen in het laatste kwartaal van 21). De ziekenhuizen met een gemiddelde pathologiezwaarte van patiënten op IZ hebben over het algemeen een iets hoger sterftepercentage op IZ dan de totale groep van IZ in 21, maar in 29 was dit niet op te merken (figuur 4). In 21 is de groep ziekenhuizen met een lage pathologiezwaarte ook groot genoeg (namelijk 6 ziekenhuizen) om benchmarkresultaten te tonen. Deze groep vertoont overwegend een lagere ziekenhuissterfte Ziekenhuissterfte volgens pathologiezwaarte totaal IZ-diensten lage pathologiezwaarte gemiddelde pathologiezwaarte jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 4: Ongewogen gemiddelde van de ziekenhuissterfte op alle IZ-diensten en van de IZ-diensten met een lage en een gemiddelde pathologiezwaarte
17 navigator voor algemene ziekenhuizen Ziekenhuissterfte na een verblijf op dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van dienst intensieve zorg Formule: (Aantal patiënten dat overlijdt binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg / Aantal patiënten dat ontslagen wordt van een dienst voor intensieve zorg) *1 Het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens registreert is wisselend (tabel 4). In 21 registreerden tussen 13 en 15 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator. Tabel 4: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Ziekenhuissterfte na een verblijf op dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van dienst intensieve zorg. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1,,, 1,46 5,76 1,4 1,9 15 '1,,, 1,82 2,44,66,95 15 maa '1,,, 2,4 5,91,86 1,7 15 apr '1,,,,76 8,27 1, 2,2 15 mei '1,,, 1,1 7,76,96 1,99 15 jun '1,,,,91 8,51 1,7 2,32 15 jul '1,,, 1,98 8,33 1,62 2,94 13 aug '1,,,,29 5,47,67 1,61 13 sep '1,,,,84 11,4 1,19 3,15 13 okt '1,,,87 2,38 4,1 1,18 1,3 14 nov '1,,,,27 6,35,72 1,82 14 dec'1,,,,67 6,3,72 1,72 14 Met uitzondering van 1 maand is in minstens 5% van de ziekenhuizen (mediaan) geen ziekenhuissterfte genoteerd binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg (tabel 4). Dit wil niet zeggen dat het hier telkens over dezelfde ziekenhuizen gaat. Gemiddeld schommelt de ziekenhuissterfte binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg tussen,66 en 1,62%. Figuur 5 toont kwartiel 1 en 3 en het ongewogen gemiddelde, waaruit blijkt dat de ziekenhuissterfte binnen 48 uur na ontslag van IZ-dienst toch binnen beperkte grenzen blijft. In figuur 6 wordt het ongewogen gemiddelde van indicatoren , en weergegeven, respectievelijk ziekenhuissterfte na een verblijf op dienst voor intensieve zorg binnen 24, 48 en 72 uur na ontslag van dienst voor intensieve zorg. Deze indicatoren zijn in principe cumulatief. Patiënten die binnen 24 uur na ontslag van IZ-dienst sterven worden dus in alle 3 de indicatoren meegeteld. Deze patiënten sterven immers ook binnen 48 en 72 uur na ontslag van IZ-dienst. In principe zou dus het ongewogen gemiddelde van indicator steeds bovenaan moeten liggen en het ongewogen gemiddelde van indicator steeds onderaan. Uit figuur 6 blijkt dat niet het geval te zijn. Dit kan verklaard worden door het feit dat de indicatoren niet door hetzelfde aantal ziekenhuizen worden geregistreerd. Indicator wordt door 14 ziekenhuizen geregistreerd, terwijl indicatoren en slechts door 8 ziekenhuizen worden geregistreerd. Verder blijkt dat er weinig verschil is in ziekenhuissterfte binnen 24, 48 en 72 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg.
18 navigator voor algemene ziekenhuizen ,5 3 Ziekenhuissterfte na een verblijf op IZ binnen 48 uur na ontslag van IZ kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde 2,5 2 1,5 1,5 jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 5: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Ziekenhuissterfte na een verblijf op dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van dienst voor intensieve zorg ,5 2 Ziekenhuissterfte na een verblijf op IZ binnen 24, 48 en 72 uur na ontslag van IZ 24 uur na ontslag 48 uur na ontslag 72 uur na ontslag 1,5 1,5 jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 6: Ongewogen gemiddelde van indicator Ziekenhuissterfte na een verblijf op dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van dienst voor intensieve zorg, vergeleken met ziekenhuissterfte binnen 24 uur en 72 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg (respectievelijk indicator en )
19 navigator voor algemene ziekenhuizen 13 2,5 2 Ziekenhuissterfte na een verblijf op IZ binnen 48 uur na ontslag van IZdienst volgens pathologiezwaarte totaal IZ-diensten gemiddelde pathologiezwaarte 1,5 1,5 jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 7: Ongewogen gemiddelde van de ziekenhuissterfte binnen 48 uur na ontslag van alle IZdiensten en van de IZ-diensten met een gemiddelde pathologiezwaarte voor In 21 is de groep ziekenhuizen met een gemiddelde pathologiezwaarte op IZ groot genoeg om benchmarkresultaten te tonen, namelijk 6 ziekenhuizen. In figuur 7 is duidelijk dat IZ-diensten met patiënten met een gemiddelde pathologiezwaarte eerder hoger scoren voor deze indicator in vergelijking met de totale groep van IZ-diensten.
20 navigator voor algemene ziekenhuizen Prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft tijdens de ziekenhuisopname bij patiënten op een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal patiënten dat één of meer decubitusletsels ontwikkelt tijdens de ziekenhuisopname en dat aanwezig is op een dienst voor intensieve zorg op de dag van de telling / Aantal patiënten dat aanwezig is op een dienst voor intensieve zorg op de dag van de telling) *1 Het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens registreert, is wisselend in 21 (tabel 5). In het laatste kwartaal van 21 registreerden 25 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator. Tabel 5: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft tijdens de ziekenhuisopname bij patiënten op een dienst voor intensieve zorg. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1,, 3,23 16,67 58,33 9,85 14,4 24 '1,, 7,11 17,14 5, 11,1 13,62 24 maa '1,, 5,56 13,81 38,46 8,39 1,15 24 apr '1,, 6,43 16,67 33,33 9,65 1,9 26 mei '1,, 6,9 17,42 33,33 1,17 1,68 26 jun '1,, 9,55 15,48 33,33 1,27 9,57 26 jul '1,, 3,57 15,21 4, 9,31 12,5 24 aug '1,,, 11,11 66,67 7,6 14,43 24 sep '1,,, 13,89 4, 9,22 13,4 24 okt '1,, 3,13 14,29 57,14 9,67 16,11 25 nov '1,, 11,11 14,64 5, 1,72 12,74 25 dec'1,, 11,81 2, 37,5 11,16 1,61 25 De registratie van deze indicator verloopt via een prevalentiemeting, dit wil zeggen 1 dag per maand worden tijdens de ochtendshift de aanwezige patiënten gecontroleerd op de aanwezigheid van decubitusletsels. Hierbij wordt nagegaan of deze letsels ontstaan zijn tijdens de ziekenhuisopname. De letsels hoeven daarom niet noodzakelijk ontwikkeld te zijn tijdens het verblijf op IZ-dienst. Uit tabel 5 blijkt dat doorheen het jaar minstens bij 25% van de ziekenhuizen geen decubitusletsels worden geregistreerd op IZ-dienst. De variatie binnen de ziekenhuizen is groot. De meeste ziekenhuizen scoren tussen en 2% met een uitschieter tot 67% (maximumwaarde). Figuur 8 toont dat het ongewogen gemiddelde schommelt rond 1% patiënten met decubitusletsels (7,6%-11,16%). De prevalentie van decubitus op IZ-dienst ligt hoger dan de prevalentie van decubitus in het totale ziekenhuis (indicator ) (Figuur 9). De cijfers van deze laatste indicator zijn gebaseerd op gegevens van 28 ziekenhuizen. Bij de vergelijking met de prevalentie van decubitus op de verschillende verpleegafdelingen binnen de ziekenhuizen, blijkt dat de meeste afdelingen scoren rond 3%, behalve de G-dienst die tussen 6 en 8% scoort (figuur 1). De cijfers van deze indicatoren zijn gebaseerd op gegevens vanuit 22 tot 25 ziekenhuizen.
21 navigator voor algemene ziekenhuizen Prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft tijdens de ziekenhuisopname bij patiënten op een IZ-dienst kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 8: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft bij patiënten op een dienst voor intensieve zorg Prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft tijdens de ziekenhuisopname IZ-diensten totaal ziekenhuis jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 9: Ongewogen gemiddelde van de prevalentie van decubitus op IZ-diensten (indicator ) en van de totale prevalentie van decubitus die zich ontwikkeld heeft tijdens de ziekenhuisopname (indicator )
22 navigator voor algemene ziekenhuizen Prevalentie van decubitus die zich ontiwkkeld heeft bij patiënten op bepaalde diensten IZ-diensten C-diensten D-diensten G-diensten jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 1: Ongewogen gemiddelde van de prevalentie van decubitus op IZ-diensten (indicator ), C-diensten (indicator ), D-diensten (indicator ), gemengde C/D-diensten (indicator ) en G-diensten (indicator ) Prevalentie van decubitus volgens pathologiezwaarte totaal IZ-diensten lage pathologiezwaarte gemiddelde pathologiezwaarte jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 11: Ongewogen gemiddelde van de prevalentie van decubitus op alle IZ-diensten, van de IZdiensten met een lage pathologiezwaarte en van de IZ-diensten met een gemiddelde pathologiezwaarte voor
23 navigator voor algemene ziekenhuizen 17 In figuur 11 worden de IZ-diensten met patiënten met een lage en een gemiddelde pathologiezwaarte met elkaar vergeleken. Deze resultaten zijn gebaseerd op gegevens vanuit respectievelijk 11 en 7 ziekenhuizen. Beide groepen scoren in dezelfde grootteorde voor wat de prevalentie van decubitus betreft.
24 navigator voor algemene ziekenhuizen Valincidenten van patiënten op een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal valincidenten van patiënten op een dienst voor intensieve zorg / Aantal verpleegdagen op een dienst voor intensieve zorg) *1 Het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens registreert, is wisselend in (tabel 6). In 21 registreerden 21 tot 26 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator. Tabel 6: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Valincidenten van patiënten op een dienst voor intensieve zorg. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1,,,,6,76,9,2 21 '1,,,, 1,25,1,29 21 maa '1,,,,,49,6,13 21 apr '1,,,,,76,7,17 26 mei '1,,,,5 1,89,18,47 26 jun '1,,,,,47,5,13 26 jul '1,,,,,94,8,22 23 aug '1,,,,37 2,2,25,49 23 sep '1,,,,14,85,14,27 23 okt '1,,,, 2,53,18,53 24 nov '1,,,,39 1,94,28,49 24 dec'1,,,,12,99,15,3 24 Valincidenten komen niet vaak voor op een IZ-dienst. Elke maand zijn in minstens 5% van de IZdiensten geen valincidenten geregistreerd (tabel 6). In 6 op 12 maanden is dit in minstens 75% van de IZ-diensten het geval. In figuur 12 kan men in 21 toch een lichte stijging waarnemen van het aantal valincidenten op IZdiensten. Het totaal aantal valincidenten in het ziekenhuis ligt beduidend hoger dan het aantal valincidenten op IZ-diensten, hoewel op het einde van 21 de twee evolutielijnen elkaar ontmoeten. (figuur 13). De cijfers voor het totaal aantal ziekenhuizen zijn gebaseerd op gegevens vanuit 31 ziekenhuizen. Figuur 14 toont dat voornamelijk de cijfers van de G- en de Sp-diensten bepalend zijn voor het hoge aantal valincidenten op ziekenhuisniveau. De spoedgevallendienst, het chirurgisch dagziekenhuis, de materniteit en de kinderafdeling scoren lager dan de IZ-diensten. Het aantal ziekenhuizen dat voor de verschillende indicatoren gegevens registreert, varieert van 7 tot 31 ziekenhuizen. Figuur 15 toont dat de stijging van het aantal valincidenten zich zowel voordoet in de groep met lage als gemiddelde pathologiezwaarte. Verder is er geen afgelijnd verschil te merken tussen deze 2 groepen.
25 navigator voor algemene ziekenhuizen 19,4,35,3 kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde Valincidenten van patiënten op IZ-dienst,25,2,15,1,5 jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 12: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Valincidenten van patiënten op een dienst voor intensieve zorg ,35,3 IZ-diensten totaal ziekenhuis Totaal aantal valincidenten in het ziekenhuis,25,2,15,1,5 jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 13: Ongewogen gemiddelde van het aantal valincidenten op IZ-diensten (indicator ) en van het totaal aantal valincidenten in het ziekenhuis (indicator )
26 navigator voor algemene ziekenhuizen 2,7,6,5,4,3,2,1 Valincidenten van patiënten op bepaalde diensten maa apr mei jun jul aug sep okt nov dec '1 '1 maa '1 apr '1 mei '1 jun '1 jul '1 aug '1 sep '1 okt '1 nov '1 dec '1 IZ-diensten C-diensten D-diensten G-diensten M-diensten E-diensten Sp-diensten spoed chir dagzh Figuur 14: Ongewogen gemiddelde van het aantal valincidenten op IZ-diensten (indicator ), C- diensten (indicator ), D-diensten (indicator ), G-diensten (indicator ), M-diensten (indicator ), E-diensten (indicator ), Sp-diensten (indicator ), Spoedgevallendiensten (indicator ) en Chirurgisch dagziekenhuis (indicator ) ,35,3,25 totaal IZ-diensten lage pathologiezwaarte gemiddelde pathologiezwaarte Valincidenten volgens pathologiezwaarte,2,15,1,5 jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 15: Ongewogen gemiddelde van het aantal valincidenten op alle IZ-diensten, van de IZdiensten met een lage en een gemiddelde pathologiezwaarte voor
27 navigator voor algemene ziekenhuizen Ongeplande heropnames op een dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal ongeplande heropnames op een dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg / Aantal patiënten dat wordt ontslagen van een dienst voor intensieve zorg) *1 Het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens registreert in 21 is 8 (tabel 7). Tabel 7: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Ongeplande heropnames op een dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1, 1,6 1,88 2,61 5,26 2,5 1,59 8 '1,,,47 2,8 3,7 1,1 1,43 8 maa '1,,, 1,79 3,95,94 1,74 8 apr '1,,, 2,48 4,62 1,2 1,78 8 mei '1,, 1,51 2,24 11,76 2,41 3,9 8 jun '1,,,35 2,27 4,82 1,26 1,8 8 jul '1,,,,38 2,9,46 1,2 8 aug '1,,,, 2,63,33,93 8 sep '1,, 1,43 1,72 2,5 1,1,97 8 okt '1,,, 1,89 5,26 1,13 1,89 8 nov '1,,,,74 1,59,38,71 8 dec'1,,, 1,85 5,13 1,1 1,87 8 Hoewel in 29 de meeste ziekenhuizen maandelijks één of meerdere patiënten registreerden die ongepland heropgenomen worden op de IZ-dienst binnen 48 uur na ontslag van IZ-dienst, blijkt dat in 21 25% van de ziekenhuizen niet meer maandelijks zulke patiënten registreert (tabel 7 en figuur 16). Het gemiddelde schommelt tussen,33 en 2,41% met maxima tot 11,76%. In de 2 de helft van 21 is een daling te zien van deze indicator, met in augustus zelfs 75% (kwartiel 3) van de ziekenhuizen dat patiënten registreert. Figuur 17 toont dat het totaal aantal ongeplande heropnames op IZ-dienst schommelt rond 3,5%. Deze cijfers zijn gebaseerd op gegevens vanuit 9 ziekenhuizen en bevatten ook de ongeplande heropnames die zich later tijdens de opname voordoen. De kans dat deze heropnames gelinkt kunnen worden aan het vorige verblijf op of ontslag van een IZ-dienst is kleiner dan wanneer men enkel de ongeplande heropnames binnen 48 na ontslag vanuit een IZ-dienst bekijkt. Deze indicator kan bijgevolg beter gebruikt worden om het ontslagbeleid van de diensten voor intensieve zorg te evalueren. Uiteraard dient voor ogen gehouden te worden dat de reden voor heropname binnen 48 uur na ontslag van een IZ-dienst veelal niet had kunnen voorzien worden bij ontslag. Het kan ook om een nieuw probleem gaan of om een recidiverend probleem dat niet kon worden voorzien.
28 navigator voor algemene ziekenhuizen 22 3,5 3 Ongeplande heropnames op een IZ-dienst binnen 48 uur na ontslag van een IZ-dienst kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde 2,5 2 1,5 1,5 jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 16: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Ongeplande heropnames op een dienst voor intensieve zorg binnen 48 uur na ontslag van een dienst voor intensieve zorg ,5 Ongeplande heropnames op een IZ-dienst 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1,5 binnen 48 uur na ontslag totaal jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 17: Ongewogen gemiddelde van het aantal ongeplande heropnames op IZ-diensten binnen 48 uur na ontslag van IZ-dienst (indicator ) en van het totaal aantal ongeplande heropnames op IZ-diensten (indicator )
29 navigator voor algemene ziekenhuizen Accidentele extubatie Formule: (Aantal accidentele extubaties op een dienst voor intensieve zorg / Aantal intubatiedagen op een dienst voor intensieve zorg) *1 In 21 registeren 7 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator (tabel 8). Tabel 8: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Accidentele extubatie. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1,,,,,,, 7 '1,,,,49 3,85,62 1,43 7 maa '1,,,,,,, 7 apr '1,,, 2,5 3,13,8 1,38 7 mei '1,,,,,,, 7 jun '1,,, 2,33 3,17,84 1,33 7 jul '1,,,,,97,14,37 7 aug '1,,,, 1,83,26,69 7 sep '1,,, 1,54 3,39,79 1,28 7 okt '1,,,, 1,57,22,6 7 nov '1,,,82 1,89 1,92,78,85 7 dec'1,,,,,,, 7 Uit bovenstaande tabel blijkt dat accidentele extubaties weinig voorkomen. Over het algemeen scoort maandelijks slechts 25% van de ziekenhuizen één of meerdere accidentele extubaties (tabel 8). Tijdens 4 maanden scoort zelfs geen enkel ziekenhuis een accidentele extubatie. Gemiddeld scoren de IZ-diensten tussen en,84% accidentele extubaties (figuur 16).
30 navigator voor algemene ziekenhuizen 24 3,5 3 2,5 Accidentele extubatie kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde 2 1,5 1,5 jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 18: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Accidentele extubatie voor
31 navigator voor algemene ziekenhuizen Reïntubatie 24 uur na geplande extubatie Formule: (Aantal reïntubaties 24 uur na een geplande extubatie op een dienst voor intensieve zorg / Aantal intubatiedagen op een dienst voor intensieve zorg) *1 Het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens registreert in 21 is 8 (tabel 9). Tabel 9: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Reïntubatie 24 uur na geplande extubatie. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1,,,58 3,41 2, 3,5 6,92 8 '1,,49 1,19 4,1 19,23 3,85 6,44 8 maa '1,, 1,21 1,77 5,71 1,46 1,88 8 apr '1,,,96 2,58 3,13 1,27 1,4 8 mei '1, 1,37 1,95 2,99 3,2 1,98 1,1 8 jun '1,,71 2,48 3,98 4,65 2,37 1,82 8 jul '1,, 1,29 2,34 4,44 1,46 1,6 8 aug '1,, 1,2 2,32 2,94 1,2 1,25 8 sep '1,,,,96 1,59,44,64 8 okt '1,,,,28 1,59,27,57 8 nov '1,,,,49 2,53,44,91 8 dec'1,,,,94 1,2,39,55 8 Tijdens 9 van de 12 maanden worden door 25% van de IZ-diensten geen reïntubaties binnen 24 uur na geplande extubatie geregistreerd (tabel 9). Tijdens de laatste 4 maanden van 21 is dat zelfs bij 5% van de ziekenhuizen het geval. Het ongewogen gemiddelde schommelt tussen,27% en 3,85% (figuur 19). Bij de maximale waarden zijn uitschieters tot 2% op te merken, hetgeen in de meeste gevallen te wijten is aan het lage-volume -karakter van de indicator.
32 navigator voor algemene ziekenhuizen ,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1,5 Reïntubatie binnen 24 uur na geplande extubatie kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 19: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Reïntubatie 24 uur na geplande extubatie voor
33 navigator voor algemene ziekenhuizen Reïntubatie 48 uur na geplande extubatie Formule: (Aantal reïntubaties 48 uur na een geplande extubatie op een dienst voor intensieve zorg / Aantal intubatiedagen op een dienst voor intensieve zorg) *1 In de eerste helft van 21 registreren 9 ziekenhuizen voor deze indicator. In de tweede helft van 21 zijn dit er nog 8 (tabel 1). Tabel 1: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Reïntubatie 48 uur na geplande extubatie. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1,,,,87 1,96,41,82 9 '1,,, 3,57 5, 1,51 2, 9 maa '1,,, 1,21 1,79,47,73 9 apr '1,,, 1,54 3,21,7 1,39 9 mei '1,,, 2,69 5,88 1,25 2,12 9 jun '1,,, 1,86 4,55,92 1,6 9 jul '1,,,,82 1,69,42,64 8 aug '1,,,,57 1,79,37,7 8 sep '1,,,,58 3,39,57 1,21 8 okt '1,,,, 1,14,14,4 8 nov '1,,,,42 1,89,34,69 8 dec'1,,,,,76,9,27 8 Voor deze indicator worden maandelijks door 5% van de IZ-diensten geen reïntubaties binnen 48 uur na geplande extubatie geregistreerd (tabel 1). Het ongewogen gemiddelde schommelt tussen,14% en 1,51%, met een extreme waarde van 4% in december 29 (figuur 2). In figuur 21 wordt het ongewogen gemiddelde van indicatoren en weergegeven, respectievelijk reïntubatie binnen 24 en 48 uur na geplande extubatie. Deze indicatoren zijn in principe cumulatief. Patiënten die binnen 24 uur gereïntubeerd worden, worden evengoed binnen 48 uur gereïntubeerd. In principe zou dus het ongewogen gemiddelde van indicator steeds hoger moeten liggen dan het ongewogen gemiddelde van indicator Uit figuur 21 blijkt dat dit niet het geval is. Dat kan enerzijds verklaard worden door het feit dat de indicatoren niet door dezelfde groep van ziekenhuizen worden geregistreerd. Anderzijds kan worden opgemerkt dat enkele ziekenhuizen de indicatoren niet als cumulatief beschouwen. Zij tellen de patiënten die gereïntubeerd worden binnen 24 uur na geplande extubatie niet mee met indicator Bij de interpretatie van de grafieken dient dit mee in rekening gehouden te worden.
34 navigator voor algemene ziekenhuizen 28 4,5 4 3,5 Reïntubatie binnen 48 uur na geplande extubatie kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde 3 2,5 2 1,5 1,5 jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 2: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Reïntubatie 48 uur na geplande extubatie voor ,5 4 3,5 3 2,5 2 1,5 1,5 Reïntubaties binnen 24 en 48 uur na geplande extubatie binnen 24 uur binnen 48 uur jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 21: Ongewogen gemiddelde van het aantal reïntubaties binnen 24 uur (indicator ) en binnen 48 uur (indicator ) na geplande extubatie voor
35 navigator voor algemene ziekenhuizen Ventilatie-geassocieerde pneumonieën op een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal ventilatie-geassocieerde pneumonieën op een dienst voor intensieve zorg / Aantal ventilatiedagen op een dienst voor intensieve zorg) *1 In 21 registreerden meestal 6 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator (tabel 11). Tabel 11: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Ventilatie-geassocieerde pneumonieën op een dienst voor intensieve zorg. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1,, 2,89 18,99 19,8 7,29 9,35 6 '1,,, 21,74 43,48 7,25 17,75 6 maa '1,,, 8,13 16,26 2,71 6,64 6 apr '1,,, 14,96 15,63 4,99 7,73 6 mei '1,,, 8,61 1,42 2,87 4,59 6 jun '1,, 11,73 3,2 35,4 13,98 14,87 6 jul '1,, 28,57 41,14 48,39 22,17 21,5 5 aug '1,, 16,13 51,85 66,67 23,97 28,3 5 sep '1,,,,,,, 5 okt '1,,, 35,56 37,4 11,85 18,39 6 nov '1,,, 2,96 37,97 6,99 15,26 6 dec'1,, 4,67 12,4 13,4 5,69 6,35 6 Behalve het laatste kwartaal van 21 wordt maandelijks minstens 5% van de ziekenhuizen geconfronteerd met ventilatie-geassocieerde pneumonie op de IZ-dienst (tabel 11). Het ongewogen gemiddelde schommelt tussen % en 23,97% (figuur 2). Opvallend is dat er meer ventilatiegeassocieerde pneumonieën worden geregistreerd tijdens de zomermaanden. In september 21 wordt dan weer in geen enkel ziekenhuis een ventilatie-geassocieerde pneumonie geregistreerd.
36 navigator voor algemene ziekenhuizen kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde Ventilatie-geassocieerde pneumonieën jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 2: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Ventilatiegeassocieerde pneumonieën op een dienst voor intensieve zorg voor
37 navigator voor algemene ziekenhuizen Centraal-veneuze katheter-geassocieerde infecties op een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal centraal-veneuze katheter-geassocieerde infecties op een dienst voor intensieve zorg / Aantal centraal-veneuze katheterdagen op een dienst voor intensieve zorg) *1 Het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens registreert in 21 is meestal 7 (tabel 12). Tabel 12: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Centraal-veneuze kathetergeassocieerde infecties op een dienst voor intensieve zorg. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1,,, 4,44 5,5 1,36 2,32 7 '1,,,, 4,88,7 1,84 7 maa '1,,, 4, 7,75 1,68 3,6 7 apr '1,,, 4,29 9,52 2,24 3,59 7 mei '1,,,, 4,83,69 1,83 7 jun '1,,, 2,3 3,85,88 1,56 7 jul '1,,, 4,76 5,52 1,59 2,5 6 aug '1,, 2,59 1,58 14,8 4,39 5,65 6 sep '1,,, 2,44 4,88,81 1,99 6 okt '1,,, 8,44 27,3 5,84 9,94 7 nov '1,,,, 2,19,31,83 7 dec'1,,,,,,, 7 In het algemeen kan gesteld worden dat maandelijks minder dan 5% van de ziekenhuizen die voor deze indicator gegevens geregistreerd hebben, te maken heeft met katheter-geassocieerde infecties op de IZ-dienst (tabel 12). Het ongewogen gemiddelde schommelt tussen % en 5,84% (figuur 21).
38 navigator voor algemene ziekenhuizen kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde Centraal-veneuze katheter-geassocieerde infecties jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 21: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Centraal-veneuze katheter-geassocieerde infecties op een dienst voor intensieve zorg voor
39 navigator voor algemene ziekenhuizen Incidentie van septicemieën op een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal septicemieën op een dienst voor intensieve zorg / Aantal verpleegdagen op een dienst voor intensieve zorg) *1 Het aantal ziekenhuizen dat voor deze indicator gegevens registreert in 21 is meestal 6 (tabel 13). Tabel 13: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Incidentie van septicemieën op een dienst voor intensieve zorg. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1,, 3,73 17,16 23,73 6,96 9,38 6 '1,, 1,81 16,57 24,81 6,13 9,72 6 maa '1,, 3,31 12,1 19,1 5,14 7,14 6 apr '1,, 2,15 18,28 18,71 6,81 9,4 6 mei '1, 1,8 4,71 13,6 21,43 6,7 7,52 6 jun '1,, 3,36 14,42 18,67 5,93 7,27 6 jul '1 5,1 5,3 5,62 18,9 26,14 1,48 8,99 5 aug '1,, 8,45 26,67 38,7 12,36 15,97 5 sep '1, 1,62 4,95 2,99 26,67 1,3 1,92 5 okt '1,, 9,8 17,41 24,51 9,7 9,1 6 nov '1, 3,28 8,26 17,8 17,2 9,54 6,65 6 dec'1,, 4,8 14,31 17,44 6,37 6,81 6 Maandelijks noteren minstens 5%, en sommige maanden zelfs 75%, van de ziekenhuizen één of meerdere patiënten met een septicemie op de IZ-dienst (tabel 13). Het ongewogen gemiddelde schommelt tussen 5,14 en 12,36% (figuur 22). De incidentie van septicemieën neemt lichtjes toe in de tweede helft van 21.
40 navigator voor algemene ziekenhuizen Incidentie van septicemieën jul aug sep okt nov dec '1 '1 kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 22: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Incidentie van septicemieën op een dienst voor intensieve zorg voor
41 navigator voor algemene ziekenhuizen Ventilatiedagen op een dienst voor intensieve zorg Formule: (Aantal ventilatiedagen op een dienst voor intensieve zorg / Aantal verpleegdagen op een dienst voor intensieve zorg) *1 Gedurende heel 21 registreerden 12 ziekenhuizen gegevens voor deze indicator (tabel 14). Tabel 14: Maandelijkse statistische gegevens voor indicator Ventilatiedagen op een dienst voor intensieve zorg. maand min q1 mediaan q3 max ong gem sd aantal '1, 19,1 32,47 42,46 56,85 29,98 17,15 12 '1 7,5 17,64 3,8 44,27 62,5 31,67 17,26 12 maa '1 5,36 17,73 32,1 4,73 5, 29,37 14,49 12 apr '1 13,19 25,16 33,57 38,3 43,75 3,73 9,87 12 mei '1 13,75 19,35 34,98 43,28 59,34 32,86 14,12 12 jun '1, 18,72 39,2 44,1 69,29 33,53 19,48 12 jul '1 8,79 17,34 33,6 41,38 44,91 3,1 13,77 12 aug '1 11,84 17,53 35,5 44,17 5,75 31,5 14,17 12 sep '1 4,95 2,38 3,64 42,98 49,29 29,69 14,73 12 okt '1, 18,51 32,94 43,72 55,87 29,99 17,38 12 nov '1 4,85 2,94 28,24 45,35 52,21 3,86 15,37 12 dec'1 15,38 22,34 33,51 4,38 73,84 34,46 16,95 12 Om te vermijden dat de teller groter wordt dan de noemer, werd afgesproken dat een ventilatiedag enkel meetelt indien de verpleegdag ook op de IZ-dienst wordt aangerekend. Wanneer een patiënt wordt overgebracht naar een andere dienst, wordt de dag van transfer meestal niet meer aangerekend op IZ-dienst. Indien de patiënt s ochtends nog wel geventileerd wordt op de IZ-dienst, wordt die dag niet mee geteld als ventilatiedag. Het gemiddeld percentage ventilatiedagen schommelt tussen 29,69% en 34,46% (figuur 23), maar de variatie tussen de ziekenhuizen is groot (tabel 14). De waarden variëren van % tot 73,84% ventilatiedagen. Een verklaring voor de verhoging van het aantal ventilatie-geassocieerde pneumonieën in de zomermaanden (indicator ) is hier niet terug te vinden. Het aantal ventilatiedagen blijft eerder constant in de tijd. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat deze indicator door meer en andere ziekenhuizen wordt geregistreerd. In 21 registreerden voldoende ziekenhuizen voor deze indicator, zodat kon opgesplitst worden in groepen. Figuur 24 toont dat de IZ-diensten met een lage pathologiezwaarte (n=4) duidelijk minder ventilatiedagen registreren dan de IZ-diensten met een gemiddelde pathologiezwaarte (n=5). De groep van IZ-diensten met een hoge pathologiezwaarte was niet groot genoeg om benchmarkgegevens weer te geven.
42 navigator voor algemene ziekenhuizen kwartiel 1 kwartiel 3 ongewogen gemiddelde Ventilatiedagen jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 23: Kwartiel 1, ongewogen gemiddelde en kwartiel 3 van indicator Ventilatiedagen op een dienst voor intensieve zorg voor Ventilatiedagen volgens pathologiezwaarte totale IZ-diensten lage pathologiezwaarte gemiddelde pathologiezwaarte jul aug sep okt nov dec '1 '1 jul aug sep okt nov dec '1 '1 Figuur 24: Ongewogen gemiddelde van het aantal ventilatiedagen op alle IZ-diensten, van de IZdiensten met een lage en een gemiddelde pathologiezwaarte voor
JAARRAPPORT 2010 navigator algemene ziekenhuizen
TOTALE T ZIEKENHUISSTERFTE ZIEKENHUISSTERFTE VAN PATIËNTEN MET EEN STERFTERISICO KLASSE 1 ZIEKENHUISSTERFTE VAN PATIËNTEN MET EEN STERFTERISICO KLASSE 2 TOTALE PREVALENTIE VAN DECUBITUS TOTALE PREVALENTIE
Nadere informatieJAARRAPPORT 2012 navigator algemene ziekenhuizen
ZIEKENHUISSTERFTE STERFTE OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG ZIEKENHUISSTERFTE VAN PATIËNTEN MET EEN STERFTERISICO KLASSE 1, 2, 3 EN 4 PREVALENTIE VAN DECUBITUS PREVALENTIE VAN DECUBITUS DIE ZICH ONTWIKKELD
Nadere informatieJAARRAPPORT 2013 Navigator algemene ziekenhuizen
ZIEKENHUISSTERFTE STERFTE OP EEN DIENST VOOR INTENSIEVE ZORG ZIEKENHUISSTERFTE VAN PATIËNTEN MET EEN STERFTERISICO KLASSE 1, 2, 3 EN 4 PREVALENTIE VAN DECUBITUS PREVALENTIE VAN DECUBITUS DIE ZICH ONTWIKKELD
Nadere informatieSituering algemene en universitaire ziekenhuizen
Situering Sinds 1 januari 2005 moet ieder Vlaams ziekenhuis een periodieke evaluatie maken van de kwaliteit van de zorgen in het eigen ziekenhuis. Dit staat beschreven in het kwaliteitsdecreet van 17 oktober
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT
SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 AGRESSIVITEIT 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN ONDERVOEDING
SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 ONDERVOEDING 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...
Nadere informatieHandleiding benchmarkrapport MPG
Handleiding benchmarkrapport MPG Inhoudsopgave 1. Wat is een benchmarkrapport?... 2 2. Wanneer wordt het benchmarkrapport ter beschikking gesteld?... 2 3. Waar kan u het benchmarkrapport raadplegen?...
Nadere informatieDonderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20
Januari 2016 Vrijdag 1-jan 6:44 8:50 11:41 12:44 14:55 16:41 18:45 Zaterdag 2-jan 6:44 8:50 11:41 12:45 14:56 16:42 18:46 Zondag 3-jan 6:44 8:50 11:42 12:45 14:57 16:43 18:47 Maandag 4-jan 6:44 8:49 11:42
Nadere informatieClostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance. juli december 2008
Clostridium difficile-infecties in Belgische ziekenhuizen : resultaten van de nationale surveillance juli 2006 - december 2008 Dr. Marie-Laurence Lambert Afdeling Epidemiologie Contact : mllambert@iph.fgov.be
Nadere informatieArbeidsmarkt Onderwijs
Nieuwsbrief FEBRUARI 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Nieuwsbrief nieuwe stijl In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod De maandelijkse nieuwsbrief
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN IN DE PSYCHIATRIE
SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 VRIJHEIDSBEPERKENDE MAATREGELEN IN DE PSYCHIATRIE 1 I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN DE STRUCTUUR INDICATOREN
Nadere informatieAntibioticaprofylaxe bij het plaatsen van een totale heupprothese
INDICATORFICHE Antibioticaprofylaxe bij het plaatsen van een totale heupprothese % verblijven voor implantatie van een totale heupprothese waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen
Nadere informatie4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau
4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit
Nadere informatieWetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden
Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Kwaliteit van medische laboratoria Verwerking van gecensureerde waarden 1 ste versie Pr. Albert (februari 2002) 2 de versie Aangepast door WIV (toepassingsdatum:
Nadere informatieDe ontwikkeling van een heropnamemodel. Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD
De ontwikkeling van een heropnamemodel Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD Aanleiding Heropname kan een indicator zijn voor sub-optimale zorg
Nadere informatieGrondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012
Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2012 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens
Nadere informatieToelichting bij de rapporten van de klinische performantie-indicatoren Algemene en universitaire ziekenhuizen
VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID Toelichting bij de rapporten van de klinische performantie-indicatoren Algemene en universitaire ziekenhuizen
Nadere informatieArbeidsmarktbarometer Onderwijs
Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs Oktober 21 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Inhoudstafel INHOUD Inleiding 3 Hoofdstuk
Nadere informatieArbeidsmarkt Onderwijs
Nieuwsbrief MAART 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand van
Nadere informatieStatistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn
Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013 dr. Brenda Casteleyn dr. Brenda Casteleyn www.keu6.be Page 2 1. Theorie Met spreiding willen we in één getal uitdrukken hoe verspreid de gegevens zijn: in hoeveel
Nadere informatieVLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN
VLAAMS MINISTERIE VAN WELZIJN, VOLKSGEZONDHEID EN GEZIN Evaluatierapport in het kader van het kwaliteitsdecreet Evaluatie van de zelfevaluatie AZ Sint-Maarten Mechelen April, 2006 1 Inleiding Sinds 1997
Nadere informatieVitalink gebruiksstatistieken
RAPPORT Vitalink gebruiksstatistieken September 2017 Niki Van Den Eeckhaut - Thomas Van Langendonck 10-10-2017 VAZG 1 SAMENVATTING De opvallendste conclusie uit de statistieken van deze maand is het toenemend
Nadere informatieRaamwerk en aanpak Actualisatie MVG
Ministerie van Volksgezondheid, Sociale Zaken, Leefmilieu Bestuur Gezondheidszorgbeleid Dinsdag 17 september 2002 Raamwerk en aanpak Actualisatie MVG Prof. Dr. W. Sermeus Prof. Dr. L. Delesie K. Van den
Nadere informatieSURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN
WIV SURVEILLANCE VAN DE MULTIRESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /6.7. - Fax: /6.. - E-mail: bea.jansepi.ihe.be Inleiding Resultaten.
Nadere informatieSURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN
WIV SURVEILLANCE VAN DE METICILLINE-RESISTENTE STAPHYLOCOCCUS AUREUS (MRSA) IN DE BELGISCHE ZIEKENHUIZEN Contactpersoon: Mevr. Béatrice JANS Tel: /6.7. - Fax: /6.. - E-mail: bea.jansepi.ihe.be Surveillancerapport:
Nadere informatieINHOUDSTAFEL LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN
INHOUDSTAFEL 1. Deelname 2 2. Enterobacter aerogenes 3 3. Multiresistente Enterobacter aerogenes (MREA) 4 3.1. Definitie van MREA 4 3.2. Aantal MREA-stammen per ziekenhuis 4 3.3. Resistentiecijfer 4 3.4.
Nadere informatieArbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs
Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi
Nadere informatieGrondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012
Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Januari 2012 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens
Nadere informatieComplementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC
Complementariteit tussen federaal platform ziekenhuishygiëne en VIP2: samen voor een betere (hand)hygiëne Dr Michiel Costers BAPCOC Resultaten ziekenhuisbrede indicator VIP 2 basisvereisten handhygiëne
Nadere informatieArbeidsmarktbarometer Onderwijs
Arbeidsmarktbarometer Onderwijs Basisonderwijs en secundair onderwijs December 29 VLAAMS MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VORMING AGENTSCHAP VOOR ONDERWIJSDIENSTEN (AgODi) Arbeidsmarktbarometer Onderwijs december
Nadere informatieSurveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen
Surveillance septicemieën in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2014 Surveillance gegevens 2000 2014 Minimale ziekenhuis gegevens 2000-2012 OD Volksgezondheid en Surveillance Dienst: Zorginfecties en antimicrobiële
Nadere informatieFeedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg. Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X
Feedback rapport Kwaliteitsindicatoren palliatieve zorg Fictief voorbeeld feedbackrapport TEAM X Auteurs: Kathleen Leemans, Joachim Cohen Contact: kleemans@vub.ac.be 02/477.47.64 De indicatorenset is ontwikkeld
Nadere informatieJaarverslag Ziekenhuis 195. Gemaakt op:
Jaarverslag 2015 Ziekenhuis 195 Gemaakt op: 2016-03-22 Inhoud Inleiding... 4 Minimale Data Set (MDS)... 5 Algemeen... 6 Aantal... 7 Her... 8 Herkomst... 9 Opnametype... 9 Leeftijd en Geslacht... 10 Reanimaties...
Nadere informatieINHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Deelname Resistentiecijfers Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5
Surveillance van MRSA in de Belgische ziekenhuizen: eerste semester INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.
Nadere informatieConjunctuurmonitor 2e kwartaal 2014
Conjunctuurmonitor 2e 214 Augustus 214 Directe Bedrijfsvoering, afdeling FB, team Onderzoek en Statistiek, Camiel Geryszewski Conjunctuurmonitor Zoetermeer 2 e 214 Toelichting: Voor u ligt de Conjunctuurmonitor
Nadere informatieAntibioticaprofylaxe bij hysterectomie. % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen
INDICATORFICHE Antibioticaprofylaxe bij hysterectomie % verblijven voor een hysterectomie waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen P4P indicatorenset 2018 Domein Effectiviteit
Nadere informatieArbeidsmarkt Onderwijs
Nieuwsbrief OKTOBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand
Nadere informatieSamenstelling Levensloop Platina Fonds in 2015
Samenstelling Levensloop Platina Fonds in 2015 januari 813,401 535,514 1,568 1,350,482.89 10,416.12 februari 835,453 519,550 4,203 1,359,207.13 9,964.25 maart 877,904 524,371 3,271 1,405,545.28 10,002.50
Nadere informatiePersbericht. Geregistreerde werkloosheid gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-164 19 juli 2000 9.30 uur Geregistreerde werkloosheid gedaald In het tweede kwartaal van dit jaar kwam het aantal geregistreerde werklozen uit op 173
Nadere informatieP4P indicatorenset Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q.
INDICATORFICHE Patiëntenervaringen P4P indicatorenset 2018 Basisfiche Domein Patiëntenervaringen/ Patiëntgerichtheid Datum April 2018 Versie 5 Status Gevalideerd door de werkgroep P4Q Het meten van patiëntenervaringen
Nadere informatie27 APRIL Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen
27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit betreffende de kwalitatieve toetsing van de verpleegkundige activiteit in de ziekenhuizen BS 04/06/2007 gdp 1 / 6 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Met het
Nadere informatieRapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006
Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006 In deze rapportage komen respectievelijk het Bureau Jeugdzorg (BJZ), het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en de geïndiceerde jeugdzorgaanbieders aan
Nadere informatie1. Algemeen klimatologisch overzicht, juli
Klimatologisch maandoverzicht juli 219 1. Algemeen klimatologisch overzicht, juli 219..... 1 2. Klimatologisch overzicht voor Ukkel, juli 219.... 4 Overzicht van de maandwaarden sinds 1981......... 4 Recordwaarden
Nadere informatieINHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2
INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL... 1 LIJST VAN TABELLEN EN FIGUREN... 2 LUIK 1: ENTEROBACTER AEROGENES... 3 1- DEELNAME... 3 2- ENTEROBACTER AEROGENES (E. A.)... 4 3- MULTIRESISTENTE ENTEROBACTER AEROGENES (MREA)...
Nadere informatieGoede scores voor het OLV Ziekenhuis
Toelichting bij de resultaten van het OLV Ziekenhuis voor de kwaliteitsindicatoren van het Vlaams Ziekenhuisnetwerk Goede scores voor het OLV Ziekenhuis Het project Sinds enkele jaren is er meer aandacht
Nadere informatieFrequentiematen voor ziekte: Hoe vaak komt de ziekte voor
Frequentiematen voor ziekte: Hoe vaak komt de ziekte voor 4 juni 2012 Het voorkomen van ziekte kan op drie manieren worden weergegeven: - Prevalentie - Cumulatieve incidentie - Incidentiedichtheid In de
Nadere informatieBENCHMARK HUURINCASSO 2015/2016 BOEKJAAR 2015/2016 VERSIE 1.0 DATUM
BENCHMARK HUURINCASSO 2015/2016 WONINGCORPORATIE WONINGBOUWVERENIGING ANNA PAULOWNA BOEKJAAR 2015/2016 VERSIE 1.0 DATUM 05-12-2016 INHOUD ONDERWERP SHEET INTRODUCTIE 3 LEESWIJZER 4 CONCLUSIES 5 RECORD-MODEL
Nadere informatie1. Algemeen klimatologisch overzicht, mei
Klimatologisch maandoverzicht mei 219 1. Algemeen klimatologisch overzicht, mei 219..... 1 2. Klimatologisch overzicht voor Ukkel, mei 219.... 4 Overzicht van de maandwaarden sinds 1981......... 4 Recordwaarden
Nadere informatieINHOUDSTAFEL. Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA 5
Surveillance van MRSA in Belgische ziekenhuizen: eerste semester 1 INHOUDSTAFEL Inhoudstafel - Lijst van tabellen en figuren 1 1. Deelname. Resistentiecijfers. Incidentie van nosocomiaal verworven MRSA.
Nadere informatieVanaf werden 30 T-bedden buiten gebruik gesteld en ter beschikking gesteld voor het Noolim-project (mobiele teams).
Beddenbezetting en andere patiëntgerelateerde cijfers Psychiatrisch ziekenhuis Erkende bedden Dienst 2014 2015 2016 370 A 60 60 60 380 a-dag 13 13 13 390 a-nacht 1 1 1 410 T 79 79 79 410 Tg 80 80 80 420
Nadere informatieHoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?
Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding
Nadere informatieVerdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin
Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1
Nadere informatieAmsterdam In de peilfilters zijn de grondwaterstanden waargenomen. Dit is met
Aan Contactpersoon Jeroen Ponten Onderwerp Partikulier polderriool in het woonblok 1e Helmersstraat, G. brandtstraat, Overtoom, 2e C. Huygensstraat Doorkiesnummer 020 608 36 36 Fax afdeling 020 608 39
Nadere informatieSpoed Interventie Systeem (VSS/ SBARR)
Spoed Interventie Systeem (VSS/ SBARR) Presentatie Nationale Patiëntveiligheid Award 2010 Door: Jacob Brandsma, Yvonne ter Horst, Mariëlle Masselink & Juda Vecht Programma - Koester een calamiteit - Spoed
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN DECUBITUS
SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 DECUBITUS 1 I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 4 STRUCTUURINDICATOREN... 4 PROCESINDICATOREN... 4 RESULTAATINDICATOREN... 5 DEFINITIE
Nadere informatieDoel. Eén gemeente Zoveel mogelijk burgers Kennen na 6 maanden het belang van een medicatieschema Hebben (bij polymedicatie) een medicatieschema
Doel Eén gemeente Zoveel mogelijk burgers Kennen na 6 maanden het belang van een medicatieschema Hebben (bij polymedicatie) een medicatieschema.. En ook Vitalink opvolgen Wie heeft een medicatieschema
Nadere informatiePraktijk van de registratie van ziekenhuisinfecties
Praktijk van de registratie van ziekenhuisinfecties Hilde Sacré 23/10/03 1 Registratie van ziekenhuisinfecties Wat? Opstellen van een protocol Verzamelen van gegevens Verwerken van de data Uitvoeren van
Nadere informatieVerpleegkundige gegevens MZG Analyse en meta-analyse van (test)gegevens uit een verpleegkundige registratie in verschillende Vlaamse ziekenhuizen
Verpleegkundige gegevens MZG Analyse en meta-analyse van (test)gegevens uit een verpleegkundige registratie in verschillende Vlaamse ziekenhuizen Sinds 1 maart 2008 loopt in alle Belgische ziekenhuizen
Nadere informatieAcute Opname Afdelingen, de pioniersfase voorbij. - Beelden van AOA s - Jan van der Eijk 25 maart 2010
Acute Opname Afdelingen, de pioniersfase voorbij - Beelden van AOA s - Jan van der Eijk 25 maart 2010 Onderdelen Hoe in aanraking gekomen met de AOA? Beelden van de AOA Eigenschappen van de AOA in vraag
Nadere informatieWerkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen
De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische
Nadere informatieSTAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)
STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER) Juni 2004 INLEIDING Voor u ligt een stappenplan dat gebaseerd is op de CBO-richtlijn
Nadere informatiePassanten in de Leidse binnenstad 2013
Maart 214 Passanten in de Leidse binnenstad 213 Net als vorig jaar heeft City Traffic ook in 213 weer passanten geteld in de Leidse binnenstad. Deze tellingen leveren waardevolle informatie op om het binnenstadsbeleid
Nadere informatiePersbericht. Geregistreerde werkloosheid verder gedaald. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-065 16 maart 2000 9.30 uur Geregistreerde werkloosheid verder gedaald De werkloosheid is verder gedaald. Het aantal geregistreerde werklozen kwam in
Nadere informatieSurveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:
Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2009 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2010 065 Depotnummer: D/2010/2505/70
Nadere informatieSurveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen:
Surveillance van Meticilline- Resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in Belgische chronische ziekenhuizen: Jaar 2008 B. Jans, Prof. M. Struelens & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2009 48 Depotnummer: D/2009/2505/
Nadere informatieSurveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België:
Surveillance van meticilline- resistente Staphylococcus aureus (MRSA) in chronische ziekenhuizen in België: Jaar 2010 B. Jans, Dr. O. Denis & BICS IPH/EPI REPORTS Nr. 2011 039 Depotnummer: D/2011/2505/67
Nadere informatieAntibioticaprofylaxe bij implantatie van een (permanente) pacemaker
INDICATORFICHE Antibioticaprofylaxe bij implantatie van een (permanente) pacemaker % verblijven voor een implantatie van een (permanente) pacemaker waarbij antibioticaprofylaxe gebeurde volgens de antibioticarichtlijnen
Nadere informatie1. Algemeen klimatologisch overzicht, april
Klimatologisch maandoverzicht april 219 1. Algemeen klimatologisch overzicht, april 219.... 1 2. Klimatologisch overzicht voor Ukkel, april 219... 3 Overzicht van de maandwaarden sinds 1981......... 3
Nadere informatiePersbericht. Dalende tendens werkloosheid houdt aan. Centraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB00-110 18 mei 2000 9.30 uur Dalende tendens werkloosheid houdt aan Volgens de nieuwste cijfers van het CBS kwam het aantal geregistreerde werklozen in de
Nadere informatieArbeidsmarkt Onderwijs
Nieuwsbrief SEPTEMBER 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand
Nadere informatieArbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs
Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi
Nadere informatieInhoud presentatie. Dashboard Dienstverlening in het kort. Dashboard Managementinformatie. Doel Onderdelen Aanleveren data Resultaten
#NVVBcongres #WS42 Inhoud presentatie Dashboard Dienstverlening in het kort Dashboard Managementinformatie Doel Onderdelen Aanleveren data Resultaten www.gemeente.nl DASHBOARD MANAGEMENTINFORMATIE Dashboard
Nadere informatieStudie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier
Studie over de implementatie en het gebruik van de Safe Surgery Checklist in het operatiekwartier Individuele feedback Ziekenhuis : AZ Monica Erkenningsnummer : 682 Contactpersoon : Greet.Peeters@azmonica.be
Nadere informatieVlaams Indicatoren Project VIP²: Vlaamse Patiënten Peiling
Vlaams Indicatoren Project VIP²: Vlaamse Patiënten Peiling Op initiatief van de Vlaamse Vereniging van Hoofdartsen, Icuro, Zorgnet Vlaanderen en de Vlaamse overheid, is het Vlaamse VIP 2 -indicatorenproject
Nadere informatie1. Algemeen klimatologisch overzicht, juni
Klimatologisch maandoverzicht juni 219 1. Algemeen klimatologisch overzicht, juni 219..... 1 2. Klimatologisch overzicht voor Ukkel, juni 219.... 4 Overzicht van de maandwaarden sinds 1981......... 4 Recordwaarden
Nadere informatieAanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006
1 FOD Volksgezondheid, Veiligheid Voedselketen en Leefmilieu DG1 Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Dienst Datamanagement Aanvullende tabellen op de algemene federale feedback MVG 2006 Annelies Ghesquiere,
Nadere informatieZomer Bob Campagne 2017 PZ GRENS (KALMTHOUT)
1. Huidige campagne Campagne 2017 Uw zone heeft 8.470 testen uitgevoerd, waarvan 1,26 % een positief resultaat hadden Dag Nacht sub-totaal Dag Nacht sub-totaal # totaal uitgevoerde testen 5.590 341 5.931
Nadere informatieI. Analyse van de resultaten van fase 1
Analyse van de resultaten voor de toepassing van de referentiebedragen: Berekening 2013 Gegevens 2010 Methode 2009 Deze vijfde toepassing van de referentiebedragen had betrekking op 118 voor een totaal
Nadere informatieGrondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2013
Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2013 De grondwaterstandindicator geeft een beeld van de huidige stijghoogte van het grondwater ten opzichte van het verleden. De analyse van de stijghoogtegegevens
Nadere informatieSurveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen
Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Surveillance Bloedstroominfecties in Belgische ziekenhuizen Jaarrapport 2017 Gegevens tot en met 2016 AUTEURS Els Duysburgh,
Nadere informatieVastgoedbericht juni 2008
Vastgoedbericht juni 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex en het aantal verkochte
Nadere informatieOverzicht prestaties Hartchirurgie
Rapport Universitair Medisch Centrum Cardio-thoracale Chirurgie Hartlongcentrum Huispost 677 Postbus 9101 6500 HB Nijmegen UMC St Radboud Centraal, route 677 Geert Grooteplein zuid 10 T (024) 361 47 44
Nadere informatieQI Ongeplande heropnames Ziekenhuisbreed
QI Ongeplande heropnames Ziekenhuisbreed Logo Quality Indicators Project TABEL 1 INFORMATIE Naam QI Ongeplande heropnames Domein Ziekenhuisbreed Identificatie A3 Auteur Joeri Guillaume Datum 10/10/2013
Nadere informatie1. Algemeen klimatologisch overzicht, maart
Klimatologisch maandoverzicht maart 219 1. Algemeen klimatologisch overzicht, maart 219... 1 2. Klimatologisch overzicht voor Ukkel, maart 219.. 4 Overzicht van de maandwaarden sinds 1981......... 4 Recordwaarden
Nadere informatie1. Algemeen klimatologisch overzicht, februari
Klimatologisch maandoverzicht februari 219 1. Algemeen klimatologisch overzicht, februari 219.. 1 2. Klimatologisch overzicht voor Ukkel, februari 219. 3 Overzicht van de maandwaarden sinds 1981.........
Nadere informatie4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes. In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau.
4.2. Evaluatie van de respons op de postenquêtes 4.2.1. Algemeen In dit deel gaan we in op de respons op instellingsniveau en op respondentenniveau. Instellingsniveau (vragenlijst coördinator) provincie,
Nadere informatiePatiënt empowerment. Is de patiënt er klaar voor?
HOOFDARTIKEL Patiënt empowerment. Is de patiënt er klaar voor? F. Van Laer(1), D. Verhelst (2), H. Jansens (1), E. Goovaerts (1) (1) Team ziekenhuishygiëne, UZA (2) Student verpleegkundige-ziekenhuishygiënist,
Nadere informatieVastgoedbericht april 2009
20 mei 20 Vastgoedbericht april 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex, het aantal
Nadere informatieKlimaatstatistieken van de Belgische gemeenten De Panne (nis 38008)
Klimaatstatistieken van de Belgische gemeenten De Panne (nis 388) 1. Luchttemperatuur en neerslag............ 2 2. Wind op 1 meter.................... 4 3. Zonnestraling en zonneschijnduur.......... 5
Nadere informatieKlimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Poperinge (nis 33021)
Klimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Poperinge (nis 3321) 1. Luchttemperatuur en neerslag............ 2 2. Wind op 1 meter.................... 4 3. Zonnestraling en zonneschijnduur..........
Nadere informatieProcesevaluatie Regionale Traumaregistratie
Procesevaluatie Regionale Traumaregistratie Danique Hesselink 21-08-2014 1 PROCESEVALUATIE REGIONALE TRAUMAREGISTRATIE INLEIDING Traumaregistratie is verplicht voor ieder ziekenhuis in Nederland. Traumapatiënten
Nadere informatieUITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 1
HOOFDSTUK 1 Opgave 1 a. Over welk bedrag beschikt Touwen op 31 december 2030? Eerst een getallenlijn maken. Contante waarde 175.000 Eindwaarde? 2018 2019 2020 2021 2022 2023 2024 2025 2026 2027 2028 2029
Nadere informatieKlimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Antwerpen (nis 11002)
Klimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Antwerpen (nis 112) 1. Luchttemperatuur en neerslag............ 2 2. Wind op 1 meter.................... 4 3. Zonnestraling en zonneschijnduur.......... 5
Nadere informatieWeerkundig jaarverslag 2018
Weerkundig jaarverslag 2018 1 2018 BEKNOPT JAAROVERZICHT NEERSLAG ZON TEMPERATUUR December 17 Zeer NAT Zeer somber Vrij zacht Januari Vrij NAT Zeer somber Zeer zacht Februari DROOG Zeer ZONNIG KOUD Maart
Nadere informatieArbeidsmarkt Onderwijs
Nieuwsbrief AUGUSTUS 2010 Arbeidsmarkt Onderwijs Inleiding In dit nummer 1 Inleiding 1 Vlaanderen - Vraag 3 Vlaanderen - Aanbod 5 Brussel - Vraag 6 Brussel - Aanbod Elke maand schetsen we u aan de hand
Nadere informatieKlimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Kalmthout (nis 11022)
Klimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Kalmthout (nis 1122) 1. Luchttemperatuur en neerslag............ 2 2. Wind op 1 meter.................... 4 3. Zonnestraling en zonneschijnduur..........
Nadere informatieKlimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Retie (nis 13036)
Klimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Retie (nis 1336) 1. Luchttemperatuur en neerslag............ 2 2. Wind op 1 meter.................... 4 3. Zonnestraling en zonneschijnduur.......... 5 4.
Nadere informatieKlimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Leuven (nis 24062)
Klimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Leuven (nis 2462) 1. Luchttemperatuur en neerslag............ 2 2. Wind op 1 meter.................... 4 3. Zonnestraling en zonneschijnduur.......... 5 4.
Nadere informatieKlimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Kortrijk (nis 34022)
Klimaatstatistieken van de Belgische gemeenten Kortrijk (nis 3422) 1. Luchttemperatuur en neerslag............ 2 2. Wind op 1 meter.................... 4 3. Zonnestraling en zonneschijnduur.......... 5
Nadere informatieVastgoedbericht december 2009
Vastgoedbericht december 20 Het Kadaster brengt maandelijks een vastgoedbericht uit. Hierin worden statistieken gepresenteerd met de ontwikkelingen van de afgelopen maand: de prijsindex, het aantal verkochte
Nadere informatie