Wetenschapsfeest - Scholendag

Transcriptie

1 Wetenschapsfeest - Vlaamse Overheid - departement Economie, Wetenschap en Innovatie Januari 7 Nobody s Unpredictable

2 Inhoud I. Inleiding II. Presentatie van de resultaten III. Conclusies & Aanbevelingen Bijlage 1

3 I. INLEIDING 2

4 Onderzoeksdoelstelling De Vlaamse overheid besteedt binnen het wetenschaps- en technologisch innovatiebeleid veel aandacht aan de popularisering van wetenschap, techniek en technologische innovatie. Jaarlijks stelt het departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse overheid onder het motto Wetenschap maakt knap dan ook een actieplan op waarbinnen talrijke initiatieven/activiteiten worden uitgewerkt voor diverse doelgroepen zoals de schoolgaande jeugd, leerkrachten, het grote publiek en ondernemers. Eén van de bekendste activiteiten is ongetwijfeld de Vlaamse Wetenschapsweek. De Vlaamse Wetenschapsweek 6 vond plaats van 19 tot en met 29 oktober en bestond ondermeer uit volgende delen : Wetenschap in de kijker (19 tot en met 27 oktober) Wetenschapsfeest - scholendag (27 oktober) Wetenschapsfeest - groot publiek (28-29 oktober) Het doel van deze studie is de impact en het effect van de Vlaamse Wetenschapsweek, en meer bepaald van bovenvermelde delen, te evalueren In dit rapport gaat de aandacht naar de evaluatie van Wetenschapsfeest - 3

5 Methodologie De scholendag maakt onderdeel uit van Het Wetenschapsfeest en richt zich specifiek tot het 5de en 6de leerjaar Lager Onderwijs (in de voormiddag) en de 1ste graad Secundair Onderwijs (namiddag). Het programma is hetzelfde als dat van de overige dagen van Het Wetenschapsfeest, maar de leerkracht kan via de website een parcours uitstippelen om te volgen met de leerlingen. Universum en steekproef De scholendag vond dit jaar plaats op vrijdag 27 oktober in Flanders Expo in Gent Het onderzoek richt zich tot deelnemende jongeren uit het lager onderwijs (5de en 6de leerjaar) en de eerste graad secundair onderwijs en de begeleidende leerkrachten (de bevindingen van de medewerkers van de instellingen die de activiteiten organiseren zijn onderwerp van een apart rapport) Het totaal aantal ondervraagde leerlingen bedraagt 191 (224 in 4) De maximale foutenmarge* bij deze steekproefgrootte bedraagt 7.% Het totaal aantal ondervraagde leerkrachten bedraagt 66 (49 in 4) De maximale foutenmarge bij deze steekproefgrootte bedraagt 12.% Er werd geen weging toegepast op de verkregen data *Zie bijlage voor interpretatie en berekening foutenmarge 4

6 Methodologie Vragenlijst De vragenlijst werd opgesteld in samenspraak met het departement Economie, Wetenschap en Innovatie van de Vlaamse overheid en ligt in het verlengde van vragenlijsten uit vorige metingen De gemiddelde duur van de vragenlijst bedroeg voor beide groepen ongeveer 15 minuten Concreet heeft de vragenlijst betrekking op volgende onderdelen: bron van bekendheid redenen deelname evaluatie activiteiten algemene appreciatie Wetenschapsfeest-scholendag attitudes 5

7 Methodologie Dataverzameling & Steekproefselectie Gegevens zelf werden verzameld aan de hand van een online enquête Leerlingen en leerkrachten werden via een brief per post (verstuurd naar het schooladres) uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen Op basis van het inschrijvingsbestand dat Ipsos van de Vlaamse Overheid heeft ontvangen werden in totaal 411 leerkrachten en 13 leerlingen uitgenodigd Elk uniek leraarcontact (95 in totaal) werd aangeschreven en ontving naast zijn eigen uitnodiging, een variërend aantal uitnodigingen (op basis van bestand) voor collega begeleiders en een variërend aantal uitnodigingen (min 6, max ) voor zijn leerlingen, dit laatste in functie van de verhouding begeleide leerlingen ten opzichte van het totaal aantal leerlingen De aangeschreven leraar werd vervolgens gevraagd de beschikbare uitnodigingen at random over de leerlingen en leerkrachten te verdelen. Elke uitnodiging bevatte een unieke en persoonlijke link naar de Ipsos server (in te typen in de internetbrowser) waarop de respondent de vragenlijst kon terugvinden. Elke link kon slechts één keer gebruikt worden, om te vermijden dat dezelfde respondent meerdere enquêtes kon invullen. De enquête stond online van 11 november tot en met 12 december 6

8 Variabelen Naast dit onderzoeksrapport waarin de belangrijkste resultaten worden samengevat ontvangt het departement Economie, Wetenschap en Innovatie ook alle onderzoekstabellen waarin voor de leerlingen volgende variabelen kunnen onderscheiden worden: Totaal Geslacht Jongen Meisje Totaal aantal leerlingen alle jongens alle meisjes Leeftijd 9-12 alle leerlingen tussen 9-12 jaar alle leerlingen tussen jaar 15+ alle leerlingen van 15 jaar en ouder Onderwijsnet Gemeenschap Provinciaal Stedelijk of gemeentelijk Vrij-katholiek Vrij-niet katholiek alle leerlingen uit het gemeenschapsonderwijs alle leerlingen uit het provinciaal onderwijsnet alle leerlingen uit het stedelijk of gemeentelijk onderwijsnet alle leerlingen uit het vrij-katholiek onderwijs alle leerlingen uit het vrij-niet katholiek onderwijs 7

9 Variabelen Totaal Studiejaar 5de jaar lager 6de jaar lager 1ste jaar secundair 2de jaar secundair Regio school Antwerpen Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Limburg Vlaams Brabant Totaal aantal leerlingen alle leerlingen uit het 5de jaar lager onderwijs alle leerlingen uit het 6de jaar lager onderwijs alle leerlingen uit het 1ste jaar secundair onderwijs alle leerlingen uit het 2de jaar secundair onderwijs alle leerlingen uit een school in de provincie Antwerpen alle leerlingen uit een school in de provincie Oost-Vlaanderen alle leerlingen uit een school in de provincie West-Vlaanderen alle leerlingen uit een school in de provincie Limburg alle leerlingen uit een school in de provincie Vlaams-Brabant 8

10 Variabelen Voor de leerkrachten kunnen volgende variabelen onderscheiden worden: Totaal totaal aantal leerkrachten Geslacht Man Vrouw alle mannelijke leerkrachten alle vrouwelijke leerkrachten Leeftijd alle leerkrachten tussen jaar alle leerkrachten tussen jaar alle leerkrachten tussen jaar alle leerkrachten tussen jaar 55+ alle leerkrachten van 55 jaar en ouder Onderwijsnet Gemeenschap Provinciaal Stedelijk of gemeentelijk Vrij-katholiek Vrij-niet katholiek alle leerkrachten uit het gemeenschapsonderwijs alle leerkrachten uit het provinciaal onderwijsnet alle leerkrachten uit het stedelijk of gemeentelijk onderwijsnet alle leerlingen uit het vrij-katholiek onderwijs alle leerlingen uit het vrij-niet katholiek onderwijs 9

11 Variabelen Totaal Onderwijsniveau Lager Secundair Studiejaar 5de jaar lager 6de jaar lager 1ste jaar secundair 2de jaar secundair Regio school Antwerpen Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Limburg Vlaams-Brabant totaal aantal leerkrachten alle leerkrachten die met lager onderwijs hebben deelgenomen alle leerkrachten die met secundair onderwijs hebben deelgenomen alle leerkrachten die met het 5de jaar lager onderwijs hebben deelgenomen alle leerkrachten die met het 6de jaar lager onderwijs hebben deelgenomen alle leerkrachten die met het 1ste jaar sec. onderwijs hebben deelgenomen alle leerkrachten die met het 2de jaar sec. onderwijs hebben deelgenomen alle leerkrachten die lesgeven in een school uit de provincie Antwerpen alle leerkrachten die lesgeven in een school uit de provincie Oost-Vlaanderen alle leerkrachten die lesgeven in een school uit de provincie West-Vlaanderen alle leerkrachten die lesgeven in een school uit de provincie Limburg alle leerkrachten die lesgeven in een school uit de provincie Vlaams-Brabant 1

12 Steekproefstructuur (%) GESLACHT Mannelijk Vrouwelijk LEERKRACHTEN 4 (N=49) 6 (N=66) LEERLINGEN 4 (N=224) 6 (N=191) LEEFTIJD

13 Steekproefstructuur (%) ONDERWIJSNET : Vrij Katholiek Gemeenschapsonderwijs Stedelijk of gemeentelijk Provinciaal Weet het niet /geen antwoord LEERKRACHTEN 4 (N=49) 6 (N=66) LEERLINGEN 4 (N=224) 6 (N=191) STUDIEJAAR : 5 de LO de LO ste SO de SO

14 Steekproefstructuur (%) LEERKRACHTEN LEERLINGEN 4 (N=49) 6 (N=66) 4 (N=224) 6 (N=191) PROVINCIE SCHOOL : Antwerpen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Andere

15 Presentatie van de resultaten De resultaten van het onderzoek worden op de volgende wijze gepresenteerd : de resultaten van de diverse vragen worden gegroepeerd op basis van eenzelfde thematiek; alle resultaten zijn % berekend op de totale basis of een specifieke doelgroep de resultaten vermeld in de groene (= positief resultaat) en rode (= negatief resultaat) blokjes geven significante verschillen (minstens.95) aan tussen subgroepen; Opm: de resultaten van 2/4 werden overgenomen uit vorige rapporten die door een ander instituut werden opgesteld. 14

16 II. PRESENTATIE VAN DE RESULTATEN 15

17 Evaluatie activiteiten 16

18 Bekendheid De school is de belangrijkste informatiebron, maar ook TV-spots dragen bij tot de bekendheid Vr1. Waar heeft u / heb je iets gehoord, gelezen of gezien over de Vlaamse Wetenschapsweek? * (geholpen) 1 Leerlingen (N=191) Leerkrachten (N=66) Wetenschapsmagazine (de 7de Vlaamse Wetenschapsweek: Niet te missen!) Artikelen in een magazine (bv Klasse) 16 9 Op het internet TV-spots (nationaal en regionaal) 17 9 Advertentie in een magazine (tijdschrift) Advertentie in een krant (nationaal en regionaal) 3 23 Radio-spots (nationaal en regionaal) 9 15 Advertentie op bussen 17 9 Pamfletten/flyers (in horecazaken, culturele centra, musea, theaters, bibliotheken ) 16 2 Via familie/vrienden Via de school / directie / de leerkrachten 4 Andere 7 *antwoorden gerangschikt volgens verschil tussen beide groepen 17

19 Evaluatie activiteiten - stands Van de activiteiten uit de vastgelegde lijst, trekken de Doe-Hoek Technopolis en autorijden op zonneenergie de meeste aandacht (zowel bij leerkrachten als leerlingen), daarnaast toch wel wat onderlinge verschillen. Vr2a. Kan u / je aangeven naar welke van volgende stands/activiteiten op de wetenschapsmarkt u / je bent gaan kijken of aan welke u/je heeft/hebt deelgenomen? * 1 Leerkrachten (N=66) Leerlingen (N=191) Doe-Hoek Technopolis Autorijden op zonne- energie Slangenvogelspinnen Interactieve zeepbellenworkshop Insecten snackbar Watt! Watt! De wereld van Energie Ei-kes Wetenschap Volksterrenwachten GPS- workshop** Textiel:stoftot nadenken De anamorfose van Borrom ini * Vooraf vastgelegde lijst van 11 stands/ activiteiten, categorie e andere voorzien ** De GPS-workshop enkel op inschrijving (max( 132 deelnemers) 18

20 Evaluatie activiteiten - stands Doe-hoek Technopolis en De wereld van energie meest uitgesproken positief*** beoordeeld, onder de leerkrachten Vr2a. Kan u aangeven naar welke van volgende stands/activiteiten op de wetenschapsmarkt u bent gaan kijken of aan welke u heeft deelgenomen? * Vr2b/2c. Welke vond u de beste / slechtste? LEERKRACHTEN (N = 66) Gezien/deelname Beste Slechtste Doe-hoek Technopolis 45% 23% 5% Autorijden op zonne-energie 42% 6% 6% Volksterrenwacht 38% 1% 3% Watt! Watt! De wereld van Energie 38% 8% - Ei-kes Wetenschap 36% 5% 3% Interactieve zeepbellenworkshop 32% 6% 5% Insecten Snackbar 29% 3% 5% Slangen-Vogelspinnen % - 6% Textiel: stof tot nadenken % 3% 2% De anamorfose van Borromini 18% 8% 5% GPS-workshop** 18% 2% 3% WHN/GA 8% 1% 44% * Vooraf vastgelegde lijst van 11 stands/activiteiten, categorie andere voorzien ** De GPS-workshop enkel op inschrijving ***Rekening houdend met de ratio deelname/beoordeling en het verschil tussen beste en slechtste (zie bijlage) 19

21 Evaluatie activiteiten - stands Autorijden op zonne-energie en Doe-hoek Technopolis genieten de meest uitgesproken*** bijval onder de leerlingen, vaker negatief in hun oordeel dan leerkrachten Vr2a. Kan je aangeven naar welke van volgende stands/activiteiten op de wetenschapsmarkt je bent gaan kijken of aan welke je hebt deelgenomen? * Vr2b/2c. Welke vond je de beste / slechtste? LEERLINGEN (N = 191) Gezien/deelname Beste Slechtste Doe-hoek Technopolis 42% 14% 8% Autorijden op zonne-energie 34% 18% 4% Slangen-Vogelspinnen 34% 9% 6% Interactieve zeepbellenworkshop 32% 9% 5% Insecten Snackbar 32% 7% 9% Watt! Watt! De wereld van Energie 24% 1% 3% Ei-kes Wetenschap 23% 5% 5% Volksterrenwacht 21% 2% 4% GPS-workshop** % 3% 3% Textiel: stof tot nadenken 18% 1% 4% De anamorfose van Borromini 11% - 2% WHN/GA 15% 4% 25% * Vooraf vastgelegde lijst van 11 stands/activiteiten, categorie andere voorzien ** De GPS-workshop enkel op inschrijving ***Rekening houdend met de ratio deelname/beoordeling en het verschil tussen beste en slechtste (zie bijlage)

22 Evaluatie activiteiten - demonstraties Meeste publiek voor de Space Bikes, dan Het bad van Archimedes voor leerkrachten, Waterwonderen voor leerlingen Vr3a. Kan u/je aangeven naar welke van volgende demonstraties/animaties u/je bent gaan kijken? Leerkracht en (N = 66) Leerlingen (N = 191) Space Swinger Space Bikes Demonstratie Waterwonderen Demonstratie Het bad van Archimedes 21

23 Evaluatie activiteiten - demonstraties Space bikes en Waterwonderen het meest uitgesproken* positief beoordeeld (leerlingen en leerkrachten) Vr3a. Kan u/je aangeven naar welke van volgende demonstraties/animaties u bent gaan kijken? Vr3b/3c. Welke vond je/u de beste/slechtste? LEERLINGEN (N = 191) Gezien/deelname Beste Slechtste Space Bikes 45% 3% 5% Demonstratie "Waterwonderen" 35% 16% 1% Demonstratie "Het bad van Archimedes" 27% 1% 11% Space Swinger 24% 9% 8% WHN/GA 23% 7% 35% LEERKRACHTEN (N = 66) Gezien/deelname Beste Slechtste Space Bikes 42% 25% 6% Demonstratie "Het bad van Archimedes" 38% 18% 8% Space Swinger 26% 7% 3% Demonstratie "Waterwonderen" 24% 11% 4% WHN/GA 27% 14% 43% *Rekening houdend met de ratio deelname/beoordeling en het verschil tussen beste en slechtste (zie bijlage) 22

24 Evaluatie activiteiten - Podiumprogramma Leerkrachten vaker naar podium dan leerlingen, er werd vooral gekeken naar de Wetenschapsshow Vr4. Bent u / Ben je ook naar het hoofdpodium geweest om een show/spektakel/quiz te bekijken? BASIS: allen Vr5. Welke van volgende evenementen heeft u / heb je gezien op het hoofdpodium? 1 PODIUM BEZOEK SHOW/QUIZ/SPEKTAKEL Leerkrachten (N = 66) Leerlingen (N = 191) 11 Wetenschapstheater "Walking Tall" Spectaculaire kettingreactie 33 Leerkrachten (N = 66) Leerlingen (N = 191) 22 Wetenschapsshow Technopolis 23

25 Evaluatie activiteiten - Podiumprogramma Wie het heeft gezien vond het goed tot zeer goed Vr6. Kan je nu voor deze evenementen aanduiden wat je ervan vond? BASIS: Evenement gezien LEERLINGEN Zeer goed Goed Niet zo goed Helemaal niet goed WHN/Geen mening Wetenschapstheater "Walking Tall" uit Zuid-Afrika (N = 19) * 58% 42% Spectaculaire Kettingreactie (N = 24)* 5% 38% 8% 4% Wetenschapsshow Technopolis (N = 43) 56% 37% 3% 2% 2% *Kleine basissen 24

26 Evaluatie activiteiten - Podiumprogramma Overwegend positief, maar minder uitgesproken (zeer kleine basissen!) dan bij leerlingen Vr6. Kan u nu voor deze evenementen aanduiden wat u ervan vond? BASIS: Evenement gezien LEERKRACHTEN Zeer goed Goed Niet zo goed Helemaal niet goed WHN/Geen mening Wetenschapstheater "Walking Tall" uit Zuid-Afrika (N = 7) * 14% 57% 29% Spectaculaire Kettingreactie (N = 16)* 31% 5% 19% Wetenschapsshow Technopolis (N = 22)* 41% 55% 5% *Kleine basissen 25

27 Evaluatie activiteiten - stand departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) Algemeen positieve beoordeling van de stand onder de bezoekers Vr7. Vr8. Bent u / Ben je naar de stand van de Vlaamse Overheid (Economie, wetenschap en Innovatie EWI) geweest? Kan u/je in het algemeen zeggen wat u/je vond van de activiteiten/demonstraties die aan deze stand of op het podium aan deze stand plaatsvonden? 1 BEZOEK EWI-STAND 1 EVALUATIE EWI-STAND Leerkrachten (N = 66) Leerlingen (N = 191) Zeer goed Goed Niet zo goed Helemaal niet goed Leerkrachten (N = 45) Leerlingen (N = 15) 6 2 WHN/Geen mening BASIS: bezoekers EWI-stand 26

28 Evaluatie activiteiten - stand departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) De zintuigenkamer en de 3D-gezichtsscan zijn de populairste activiteiten aan de EWI-stand Vr9. BASIS: allen* Kan u/je nu voor elk van volgende activiteiten aangeven welke u/je gezien hebt / aan welke u/je hebt deelgenomen? 1 Leerkrachten (N = 66) Leerlingen (N = 191) De zintuigenkamer De 3D-gezichtsscan Interactieve Taalkamer Moleculair koken 5 11 De stormdraak *om een goed beeld van de impact van de activiteiten werden de resultaten geëxtrapoleerd naar de totale steekproef 27

29 Evaluatie activiteiten - stand departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) Algemene positieve beoordeling weerspiegelt zich in de activiteiten Vr1. Kan je nu voor deze activiteit(en)/demonstratie(s) aanduiden wat je u ervan vond? LEERLINGEN BASIS: Activiteit / demonstratie gezien Zeer goed Goed Niet zo goed Helemaal niet goed WHN/Geen mening De 3D-gezichtsscan (N = 57) 74% 25% 1% Moleculair koken (N = 31) 35% 58% 3% 4% Interactieve Taalkamer (N = 39) 38% 54% 5% 3% De zintuigenkamer (N = ) 43% % 13% 2% De Stormdraak (N = 21) * 52% 33% 5% 1% *Kleine basis 28

30 Evaluatie activiteiten - stand departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) Ook hier positieve beoordeling van de activiteiten (zeer kleine basissen!) Vr1. Kan u nu voor deze activiteit(en)/demonstratie(s) aanduiden wat u ervan vond? LEERKRACHTEN BASIS: Activiteit / demonstratie gezien Zeer goed Goed Niet zo goed Helemaal niet goed WHN/Geen mening De 3D-gezichtsscan (N = 21)* 48% 43% 5% 5% Moleculair koken (N = 9)* 33% 44% 23% Interactieve Taalkamer (N = 18)* 28% 61% 6% 5% De zintuigenkamer (N = )* 25% 7% 5% De Stormdraak (N = 3) * 33% 67% *Kleine basissen 29

31 Evaluatie activiteiten - stand departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) Campagne bereikt ongeveer 1 op 4 leerlingen en leerkrachten Vr11. Op de stand van de Vlaamse Overheid werd een campagne gevoerd die meisjes moet aanmoedigen om voor een wetenschappelijke of technische studierichting te kiezen. Deze campagne loopt onder de slogan Moet je een snor hebben om voor wetenschap of techniek te kiezen. Ik ga u/je nu de folder van deze campagne tonen alsook de zelfklevende wetenschap en techniek snorren die bij deze campagne horen. Kan u/je nu aangeven of u deze campagne heeft gezien en of je/ u deze folder al dan niet heeft gelezen of doorbladerd. 1 Herinnering Campagne Leerkrachten*: 59% Bereik Campagne Leerkrachten* : 26% BASIS: EWI Stand bezocht Herinnering Campagne Leerlingen*: 43% Bereik Campagne Leerlingen* : 23% Ja, ik heb deze campagne gezien, maar de folder niet gelezen of doorbladerd Ja, ik heb deze campagne gezien en de folder gelezen en doorbladerd 2 12 Neen, ik heb deze campagne niet gezien *Geëxtrapoleerd naar de totale steekproef Leerkrachten (N = ) Leerlingen (N = 93) 3

32 Evaluatie activiteiten - stand departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) Lezers vinden dat de campagne slaagt in haar opzet Vr12. De campagne wil meisjes vrouwelijke rolmodellen op het vlak van wetenschap en techniek aanreiken en aantonen dat je met wetenschap en techniek alle richtingen uitkan en dat meisjes net zo veel wetenschappelijk of technisch talent hebben als jongens. In welke mate denk(t) u/je dat deze campagne daarin slaagt? 1 Leerkrachten (N = 17*) Leerlingen (N = 44*) Jongen: 53% Meisje: 45% Man: % Vrouw: 25% Man: % Vrouw: 67% Jongen: 47% Meisje: 41% 29 Deze campagne slaagt daar zeer goed in Deze campagne slaagt daar goed in Man: % Meisje: 7% Vrouw: 8% Meisje: 3% Man: % Meisje: 3% Deze campagne slaagt daar niet zo goed in Deze campagne slaagt daar helemaal niet in WHN/GA BASIS: folder gelezen of doorbladerd *Geen significante verschillen naar geslacht, zeer kleine basissen 31

33 Appreciatie Wetenschapsfeest Initiatief ligt zeer duidelijk bij de leerkracht Vr14/Vr13. Wie heeft beslist om deel te nemen aan het Wetenschapsfeest? Leerkrachten (N=66) Leerlingen (N=191) Leerkracht in overleg met collega s 9 9 Leerkracht alleen Leerlingen uit een aantal activiteiten 5 Leerkracht in overleg met leerlingen 8 9 Geen van deze / weet het niet 32

34 Appreciatie Wetenschapsfeest Leerkracht begeleidde gemiddeld 23 leerlingen Vr13. Hoeveel leerlingen heeft u begeleid? BASIS: Leerkrachten (N = 66) 1 gem. leerlingen per leerkracht : Minder dan Weet het niet / Geen antwoord 33

35 Appreciatie Wetenschapsfeest Volgens de leerkrachten is ongeveer % van de leerlingen enthousiast, en de activiteit geeft mogelijk een ander idee van het behandelde onderwerp BASIS: Leerkrachten (N = 66) Vr21. Hoeveel leerlingen waren, bij benadering, achteraf enthousiast over de gevolgde activiteit? Vr22. Denkt u dat deze activiteit uw leerlingen een ander idee geeft over het behandelde wetenschappelijke onderwerp? 1 42 uitgedrukt in percentage 6: 82%* uitgedrukt in percentage 4: 76% Iedereen Meer dan de helft De helft 2 3 Minder dan de helft Niemand Zeker wel Misschien Zeker niet 2 * Op basis van gewogen gemiddelde Iedereen : gewicht = 1 Meer dan de helft : gewicht=75 De helft : gewicht = 5 Minder dan de helft : gewicht =25 Minder dan de helft : gewicht = 34

36 Appreciatie Wetenschapsfeest Activiteit geeft volgens de leerkrachten een duidelijk beeld van wetenschap en technologie Vr23. In welke mate denkt u dat het Wetenschapsfeest een duidelijk idee geeft aan uw leerlingen over wat wetenschap en technologie en, het onderzoek ter zake, nu precies inhouden? BASIS: Leerkrachten (N = 66) Zeer duidelijk Duidelijk Minder duidelijk Helemaal niet duidelijk Geen mening/weet het niet 35

37 Appreciatie Wetenschapsfeest Men wil leerlingen laten kennismaken met wetenschap in de praktijk (buiten de lessen), het hoeft niet saai en theoretisch te zijn Vr24. Wat was voor u de belangrijkste reden om deel te nemen aan Wetenschapsfeest? Leerlingen laten kennismaken met wetenschap in de praktijk 32% Interesse voor wetenschap opwekken bij leerlingen 24% Leerrijk/aanvulling op lessen 24% Experimenten niet mogelijk in klasverband 23% Interactiviteit heel belangrijk % Nieuwsgierigheid 12% Naar verdere studiekeuze toe 8% Vooroordelen tav wetenschap wegwerken 5% BASIS: Leerkrachten (N = 66) Vr25. Wat is volgens u het belangrijkste dat uw leerlingen daardoor hebben bijgeleerd? Verrijking theoretische achtergrond 32% Wetenschap is boeiend/leuk/interessant 29% Wetenschap is divers 26% Wetenschap is er voor iedereen 12% Wetenschap is deel van dagelijks leven 11% Wetenschap is niet moeilijk 6% Inzicht in mogelijkheden/evolutie wetenschap 8% Kritisch nadenken 5% 36

38 Appreciatie Wetenschapsfeest Voor de meerderheid van de leerkrachten is dit zeker geen éénmalige deelname Vr26. Bent u van plan om in de toekomst nog deel te nemen aan dit initiatief? BASIS: Leerkrachten (N = 66) MISSCHIEN NEEN JA 2 (N = 58) Vr28. Waarom?? interessant, boeiend 55% leerrijk in het algemeen 26% leerlingen enthousiast 26% praktijkervaring opdoen 16% gevarieerd aanbod 12% goede organisatie 9% 37

39 Appreciatie Wetenschapsfeest Unisono positief Vr15/Vr14. Wat vond u / je in het algemeen van het Wetenschapsfeest? (Opm: in vergelijking met 4 leerlingen heel wat positiever (66% in 4) Leerkrachten (N=66) Leerlingen (N=191) Zeer goed Goed Niet zo goed Helemaal niet goed 38

40 Appreciatie Wetenschapsfeest Wetenschapsfeest beantwoordde aan, of oversteeg de verwachting Vr16/Vr15. In welke mate beantwoordde het Wetenschapsfeest aan wat u/je had verwacht? 1 Leerkrachten (N=66) Leerlingen (N=191) Veel beter dan verw acht Beter dan verw acht Zoals verw acht Minder goed dan verw acht Veel minder goed 2 WHN/GA BASIS: allen 39

41 Appreciatie Wetenschapsfeest Overstijgt de verwachting want gevarieerd, leuk, spectaculair aanbod en interactief Vr16. Waarom vind je dit dan verwacht? (Veel) beter dan verwacht (N = 123) Zoals verwacht (N = 39) BASIS: Leerlingen (Veel) minder dan verwacht (N =26) Leuk/boeiend/spectaculair 59% Leuk/boeiend/spectaculair 54% Te druk / te lang wachten 19% Actief deelnemen 23% Vergelijkbaar Technopolis / jaar voordien 23% Te weinig actieve deelname 25% Gevarieerd 19% Gevarieerd 13% Te weinig activiteiten 8% Verwachtte iets saai 18% Te druk / te lang wachten 1% Leuker op folder 8% Leerrijk 13% Actief deelnemen 8% Te weinig tijd 8% Beter dan Technopolis / vorige editie 9% Leerrijk 8% Weinig origineel 8% Goede begeleiding / uitleg 6 % Veel experimenten 5% Minder leuk dan Technopolis 4%

42 Appreciatie Wetenschapsfeest Vr16. Waarom vind je dit dan verwacht? BASIS: Leerlingen (Veel) beter dan verwacht (N = 123) Jongen (N=62) Meisje (N=61) Zoals verwacht (N = 39*) Jongen (N=17) Meisje (N=22) (Veel) minder dan verwacht (N = 26*) Jongen (N=12) Meisje (N=14) Leuk/boeiend/spectaculair 56% 62% Leuk/boeiend/spe ctaculair N=7 N=14 Te druk / te lang wachten N=2 N=3 Actief deelnemen 19% 26% Vergelijkbaar Technopolis/ jaar voordien N=4 N=5 Te weinig actieve deelname N=2 N=2 Gevarieerd 23% 15% Gevarieerd N=3 N=2 Te weinig activiteiten N= N=2 Verwachtte iets saai 15% 21% Te druk / te lang wachten N=2 N=2 Leuker op folder N=2 N= Leerrijk 6% % Actief deelnemen N=1 N=2 Te weinig tijd N=2 N= Beter dan Technopolis / vorige editie 11% 7% Leerrijk N=2 N=1 Weinig origineel N= N=2 Goede begeleiding / uitleg 11% % Veel experimenten N= N=2 Minder leuk dan Technopolis N= N=1 * Te kleine basissen om significante uitspraken te doen naar geslacht 41

43 Appreciatie Wetenschapsfeest Evaluatie is beter, omdat de leerlingen actief kunnen participeren aan leuk, gevarieerd aanbod, goede organisatie Vr17. Waarom vind u dit dan verwacht? BASIS: Leerkrachten (Veel) beter dan verwacht (N = 42) Zoals verwacht (N = 18) (Veel) minder dan verwacht (N =6) Actieve deelname 48% Vergelijkbaar Technopolis / vorige editie N=9 Te veel experimenteren N=2 Gevarieerd aanbod 45% Gevarieerd aanbod N=4 Te druk N=2 Leuk/boeiend/spectaculair 36% Enthousiaste leerlingen N=3 Te weinig tijd N=2 Goede organisatie 29% Leuk / boeiend / spectaculair N=2 Te weinig uitleg N=1 Enthousiaste leerlingen 24% Goede begeleiding / deskundige uitleg N=2 Openingstijden/ locatie N=1 Veel experimenten 21% Actieve deelname N=2 Onoverzichtelijk N=1 Leerrijk 12% Te weinig tijd N=2 42

44 Appreciatie Wetenschapsfeest Vr17. Waarom vind u dit dan verwacht? BASIS: Leerkrachten (Veel) beter dan verwacht (N = 42) Man (N=12*) Vrouw (N=3*) Zoals verwacht (N = 18*) Man (N=4*) Vrouw (N=14*) (Veel) minder dan verwacht (N = 6*) Man (N=2) Vrouw (N=4) Actieve deelname N=3 N=17 Vergelijkbaar Technopolis / vorige editie N= N=9 Te veel experimenteren N=1 N=1 Gevarieerd aanbod N=5 N=14 Gevarieerd aanbod N=1 N=3 Te druk N=1 N=1 Leuk/boeiend/spectaculair N=4 N=11 Enthousiaste leerlingen N=1 N=2 Te weinig tijd N=1 N=1 Goede organisatie N=4 N=8 Leuk / boeiend / spectaculair N=1 N=1 Te weinig uitleg N=1 N= Enthousiaste leerlingen N=1 N=9 Goede begeleiding / deskundige uitleg N= N=2 Openingstijden/ locatie N=1 N= Veel experimenten N=3 N=6 Actieve deelname N= N=2 Onoverzichtelijk N= N=1 Leerrijk N=2 N=3 Te weinig tijd N= N=2 * Te kleine basissen om significante uitspraken te doen naar geslacht 43

45 Appreciatie Wetenschapsfeest Begeleider kon boeiend en begrijpelijk vertellen Vr18 / Vr17. In welke mate gaat u / ga je akkoord met de volgende uitspraken? De begeleider van de activiteit kon boeiend vertellen De inhoud van de activiteit werd begrijpelijk gebracht Leerkrachten (n =66) Leerlingen (n=191) Leerkrachten (n =66) Leerlingen (n =191) Helemaal akkoord Akkoord Eerder niet akkoord Helemaal niet akkoord Weet niet 44

46 Appreciatie Wetenschapsfeest Zeker sprake van interactiviteit 1 Vr19. In welke mate konden de leerlingen zelf actief deelnemen aan de activiteiten die ze hebben bezocht? BASIS: Leerkrachten (N = 66) Vr. Op welke wijze konden de leerlingen actief deelnemen? 3 32 WHN Aan alle activiteiten Aan sommige activiteiten (n = 64) Zelf experimenteren Vragen stellen 33 Op de computer werken 16 Groepsw erk 2 Debat / discussie 45

47 Appreciatie Wetenschapsfeest Voornamelijk participatie via experimenten en vragen stellen 1 Vr18. In welke mate kon je zelf actief deelnemen aan de activiteiten die je zelf bezocht? 61 BASIS: Leerlingen (N=191) Vr19. Op welke wijze kon je actief deelnemen? Enkel uitleg Aan alle activiteiten Aan sommige activiteiten (n = 178) Zelf experimenteren Vragen stellen Groepsw erk Op de computer werken 1 Debat / discussie 46

48 Appreciatie Wetenschapsfeest Algemene tevredenheid omtrent de mogelijkheid tot participatie BASIS: Leerlingen die actief deelnemen (N = 178) Vr. In welke mate ben je tevreden over de mogelijkheden om zelf deel te nemen aan de activiteit? Zeer tevreden Tevreden Niet tevreden Helemaal niet tevreden 3 Weet niet / geen mening 47

49 Appreciatie Wetenschapsfeest Meerderheid van de leerlingen had reeds interesse en leerden iets bij. Bij ¾ van de niet-geïnteresseerde nadien toch interesse dankzij activiteit Vr21. Had je vooraf reeds interesse in de onderwerpen die op het Wetenschapsfeest behandeld werden? 1 Jongen: 84% Meisje: 76% BASIS: Leerlingen (N = 191) Vr22. Heb je door de activiteit iets bijgeleerd over het onderwerp? Jongen: 96% 95 1 Ja (n=152) Neen (n=39) Meisje: 95% Jongen: % Meisje: 75% 1 Vr23. Heeft het volgen van deze activiteit je interesse in het onderwerp gewekt? 77 Ja *Geen significante verschillen naar geslacht 5 Neen Ja 23 Neen 48

50 Appreciatie Wetenschapsfeest Bij 8 op 1 leerlingen verandert de perceptie van de wetenschappelijke onderwerpen in de positieve zin BASIS: Leerlingen (N = 191) Vr24. Heeft het volgen van deze activiteiten je een ander idee gegeven over de wetenschappelijke onderwerpen? Vr25. In welke zin is je idee over deze wetenschappelijke onderwerpen nu geëvolueerd? 1 87 Jongen: 88% Meisje: 87% 1 Jongen: 97% Meisje: 96% 97% NEEN JA (n= 167) 1 3 Zeer positief Eerder positief Eerder negatief Weet het niet / Geen mening *Geen significante verschillen naar geslacht 49

51 Appreciatie Wetenschapsfeest Iets minder dan ¾ heeft al nagedacht over verdere studiekeuze, bij ongeveer de helft van hen heeft de scholendag hierop een impact, bij meisjes meer dan bij jongens BASIS: Leerlingen (N = 191) Vr26 Heb je al nagedacht over je verdere studiekeuze, na het doorlopen van de graad waarin je nu in zit? Vr27. Welke van volgende beweringen is het best op jou van toepassing? Jongen: 73% Meisje: 71% (N= 137) 1 Jongen: 31% Meisje: 16% Jongen: 39% Meisje: 59% IMPACT 48% NEEN JA Reeds van plan technische / w etenschappelijke richting te volgen Overw oog het al; nu overtuigd Nooit overw ogen, nu mogelijkheid Nooit overw ogen, nog steeds niet Weet het niet 5

52 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Zowel bij leerkrachten als leerlingen grote interesse, bij leerlingen toegenomen sinds 4 Vr29. In welke mate bent u geïnteresseerd in wetenschap en technologie in het algemeen? Vr28. In welke mate ben je geïnteresseerd in wetenschap en technologie in het algemeen? Leerkrachten (n =66) Leerlingen (n=191) (Opm: in vergelijking met 4 (61%) neemt interesse bij leerlingen toe) 1 6 Man: 11% Vrouw: 4% 1 1 Jongen: 8% Meisje: 13% 56 Man: 39% Vrouw: 63% 61 Jongen: 62% Meisje: 61% 38 Man: 5% Vrouw: 33% 28 Jongen: 3% Meisje: 25% Zeer geïnteresseerd Geïnteresseerd Weinig geïnteresseerd Helemaal niet geïnteresseerd *Geen significante verschillen naar geslacht 51

53 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Bij ongeveer de helft van de leerkrachten neemt de interesse toe, bij de leerlingen is de interesseverschuiving meer uitgesproken (%) Vr3. U heeft samen met uw leerlingen een activiteit meebeleefd in verband met wetenschappelijk onderzoek. Heeft deze activiteit uw interesse voor wetenschap en technologie in het algemeen gewijzigd? Bent u nu in het algemeen? Vr29. Je hebt nu deelgenomen aan een activiteit in verband met wetenschappelijk onderzoek. Heeft deze activiteit je interesse voor wetenschap en technologie in het algemeen gewijzigd? Ben je nu in het algemeen? Leerkrachten (n =66) Leerlingen (n=191) 1 55 Man: 5% Vrouw: 56% 1 19 Jongen:15% Meisje: 22% 54 Jongen: 58% Meisje: 51% 38 7 Man: 33% Vrouw: % Man: 17% Vrouw: 4% 26 Jongen: 26% Meisje: 25% Veel meer geïnteresseerd Meer geïnteresseerd Niet meer/niet minder geïnteresseerd Minder geïnteresseerd *Geen significante verschillen naar geslacht 52

54 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Wetenschap is interessant en boeiend en maakt deel uit van het dagelijks leven Vr31. Welke van de volgende omschrijvingen komen bij u op als u aan wetenschap denkt? Vr3. Welke van de volgende omschrijvingen komen bij je op als je aan wetenschap denkt? 1 Man: 78% Vrouw: 81% Jongen:72% Meisje: 68% 7 Man: 78% Vrouw: 81% Jongen:52% Meisje: 44% Interessant Boeiend Moeilijk te begrijpen 48 Man: 22% Vrouw: 25% 24 Leerkrachten (N=66) Leerlingen (N=191) Jongen:17% Meisje: 21% 19 Man: % Vrouw: 4% Makkelijk te begrijpen Jongen:12% Meisje: 16% Man: 11% Vrouw: 2% Jongen:5% Meisje: 7% 6 Staat te ver van het dagelijks leven Man: % Vrouw: 2% 2 Saai Jongen: 7% Meisje: 5% 6 *Geen significante verschillen naar geslacht 53

55 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Globaal beeld is positief; wetenschapper is hoofdzakelijk een chemicus, fysicus, bioloog met een boeiende en hooggewaardeerde job Vr31. Welke van de volgende omschrijvingen komen bij je op als je aan een wetenschapper denkt? BASIS: Leerlingen (N = 191) Job hoog gewaardeerd Job laag gewaardeerd Oefent een boeiende job uit Oefent een eentonige job uit Vindt gemakkelijk werk Vindt moeilijk werk 4 Industrieel/burgerlijk ingenieur; (*) Chemicus, fysicus, bioloog; % 1% % 3% % 5% % 7% % 9% 1% (*) = taal, geschiedkundige, socioloog 54

56 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Wetenschapper is verder een boeiend persoon, goed spreker en sociaal ingesteld Vr31. Welke van de volgende omschrijvingen komen bij je op als je aan een wetenschapper denkt? BASIS: Leerlingen (N = 191) Boeiend persoon Saai persoon Goed spreker Geraakt niet uit zijn woorden Sociaal ingesteld Weinig vrienden Werkt in een labo van een bedrijf Werkt in een labo in een universiteit % 1% % 3% % 5% % 7% % 9% 1% 55

57 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie In het algemeen gelijkaardig profiel onder jongens en meisjes Meisjes wel minder overtuigd dat wetenschapper boeiende job uitoefent (significant) Vr31. Welke van de volgende omschrijvingen komen bij je op als je aan een wetenschapper denkt? BASIS: Leerlingen (N = 191) Job hoog gewaardeerd Jongen Meisje Job laag gewaardeerd Oefent een boeiende job uit Jongen Meisje 91 9 Oefent een eentonige job uit Vindt gemakkelijk werk Jongen Meisje 7 3 Vindt moeilijk werk Jongen Industrieel/burgerlijk ingenieur; Meisje 11 9 (*) Chemicus, fysicus, bioloog; % 1% % 3% % 5% % 7% % 9% 1% (*) = taal, geschiedkundige, socioloog 56

58 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Ook hier sterke eensgezindheid onder jongens en meisjes BASIS: Leerlingen (N = 191) Vr31. Welke van de volgende omschrijvingen komen bij je op als je aan een wetenschapper denkt? Boeiend persoon Jongen Saai persoon Meisje 9 1 Goed spreker Jongen Meisje Geraakt niet uit zijn woorden Sociaal ingesteld Jongen Weinig vrienden Meisje Werkt in een labo van een bedrijf Jongen Meisje Werkt in een labo in een universiteit % 1% % 3% % 5% % 7% % 9% 1% 57

59 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Leerlingen uit het secundair onderwijs zien een wetenschapper vaker als een chemicus, fysicus, socioloog, dan leerlingen uit het lager onderwijs Vr31. Welke van de volgende omschrijvingen komen bij je op als je aan een wetenschapper denkt? Lager onderwijs (n =89) Secundair onderwijs (n=12) Industrieel, burgerlijk ingenieur, Taalkundige, geschiedkundige, socioloog,.. Chemicus, fysicus, bioloog,.. 58

60 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Leerlingen en leerkrachten hebben ongeveer hetzelfde verwachtingspatroon, maar het is meer uitgesproken onder de leerkrachten Vr32. Wat verwacht u/je van wetenschap en technologie voor uw/je dagelijks leven? Schoner milieu Betere gezondheid Oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken Leerlingen (n=191) Leerkrachten (n=66) Hoger kennispeil Meer vrije tijd Meer werkgelegenheid 36 59

61 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Geen significante verschillen tussen jongens en meisjes Vr32. Wat verwacht u/je van wetenschap en technologie voor uw/je dagelijks leven? BASIS: Leerlingen (N = 191) 1 Jongen (n=92) Meisje (n=99) Schoner milieu Betere gezondheid Oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken Hoger kennispeil Meer vrije tijd Meer werkgelegenheid 37 35

62 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Ook hier geen significante verschillen Vr32. Wat verwacht u/je van wetenschap en technologie voor uw/je dagelijks leven? BASIS: Leerkrachten (N = 66) Man (n=18) Vrouw (n=48) 5 Schoner milieu Betere gezondheid Oplossingen voor m aatschappelijke vraagstukken Hoger kennispeil Meer vrije tijd Meer werkgelegenheid

63 Attitudes i.v.m. wetenschap en technologie Algemene positieve houding ten aanzien van de investeringen Vr33. De Vlaamse overheid investeert elk jaar in Wetenschap en Technologie. Wat is uw/je houding hiertegenover? Leerlingen (n=191) Leerkrachten (n=66) 1 % HELEMAAL AKKOORD + EERDER AKKOORD Jongen: 98% Man: 95% Man: 94% Man: 97% Meisje: 94% Vrouw: 1% Jongen: 95% Vrouw: 1% Vrouw: 87% Meisje: 9% Man: 83% Vrouw: 1% 96 Jongen: 8% Vrouw: 15% 12 Man: 11% Vrouw: % 5 Wetenschap & Technologie is belangrijk voor de maatschappij en haar evolutie. Wetenschap & Technologie is zeer saai, weinig boeiend Het is zeer nuttig dat de Vlaamse overheid investeert in wetenschappelijk en technologisch onderzoek. Het is goed dat de Vlaamse overheid via het project Wetenschapsfeest informeert over het wetenschappelijk en technologisch onderzoek in Vlaanderen *Geen significante verschillen naar geslacht 62

64 Website Meerderheid van de leerkrachten bezocht de website, bij de leerlingen is dit minder dan de helft maar hun aantal is toegenomen in vergelijking tot 4 Vr34. Heeft u / Heb je de website geraadpleegd om meer informatie over het Wetenschapsfeest of de Vlaamse Wetenschapsweek in het algemeen op te zoeken? 1 79 Leerkrachten (n=66) Leerlingen (n= 191) 8 op de 1 ondervonden geen moeite bij het consulteren van de website (Opm: in vergelijking met 4 meer leerlingen die website hebben bezocht (24% in 4), aantal inschrijvingen via internet blijft gelijk (4% in 4)) Ja, bezocht Ja, ingeschreven via internet* Neen *leerlingen konden niet inschrijven via internet 63

65 Website Zowel bij leerlingen als leerkrachten positieve evaluatie van de website, leerlingen wel meer uitgesproken positief Vr36. Wat vond u/je van de website? BASIS: Hebben de website bezocht -Gebruiksvriendelijkheid Leerlingen (n=9) Leerkrachten (n=55) Zoekmogelijkheden Leerlingen (n=9) Leerkrachten (n=55) Aanbod informatie Leerlingen (n=9) Leerkrachten (n=55) % % % % % % 1% (NOOT: Verschil met 1% = weet niet) Helemaal niet goed Niet goed Goed Heel goed 64

66 Website Fundamenteel ontbreekt er niks; Vr37. Welke informatie ontbrak volgens u/jou nog op de website? (n=55) LEERKRACHTEN: Voor 77% (44% niets + 33% WN/GA ) ontbrak er geen informatie op de website; slechts 1 antwoordcategorie is het vernoemen waard: meer uitleg / betere detailomschrijving activiteiten, workshops (9%) (n=9) LEERLINGEN: Voor 66% (44% niets + 22% WN/GA ) ontbrak er geen informatie op de website; ook hier slechts 1 antwoordcategorie het vernoemen waard: meer uitleg / betere detailomschrijving activiteiten, workshops (21%) 65

67 III. CONCLUSIES & AANBEVELINGEN 66

68 Conclusies De Vlaamse Wetenschapsweek verwerft haar bekendheid in de eerste plaats via de school, en verder voornamelijk via Tv en radiospots. Leerkrachten zien of lezen daarnaast ook iets over de Vlaamse Wetenschapsweek in het Wetenschapsmagazine (3%) en andere (gespecialiseerde) magazines zoals bv Klasse (33%). Leerkrachten doen daarnaast ook vaker een beroep op de website van de Vlaamse Wetenschapsweek dan leerlingen (79% vs 47%), hoewel het aantal leerlingen dat de website raadpleegt wel is toegenomen in vergelijking tot 4. Het aantal inschrijvingen door de leerkrachten via de website blijft daarentegen status quo. De website in het algemeen krijgt goede punten en is op informatief vlak vrij volledig. Zowel bij leerkrachten als leerlingen trekken uit de opgegeven lijst de Doe-hoek Technopolis en het Autorijden op zonne-energie de meeste aandacht. Beide stands/activiteiten worden door de leerlingen ook het meest uitgesproken positief beoordeeld. Bij de leerkrachten gaat deze eer, naast de Doe-hoek Technopolis, naar Watt! Watt! De Wereld van Energie. Misschien dat leerkrachten, zich toch vaker dan leerlingen, voelen aangesproken door de meer wetenschappelijke onderwerpen. Blijkt ondermeer ook uit de grotere impact van de stand van de volkssterrenwachten en Eikes Wetenschap bij de leerkrachten in vergelijking tot de leerlingen. 67

69 Conclusies Met betrekking tot de demonstraties/animaties die plaatsvonden op de scholendag ging de aandacht vooral naar Space Bikes (leerlingen en leerkrachten), Het bad van Archimedes (leerkrachten) en de demonstratie Waterwonderen (leerlingen). De Space Bikes en Waterwonderen werden het meest uitgesproken positief beoordeeld door zowel leerkrachten als leerlingen. Het hoofdpodium trok in het algemeen meer de aandacht van de leerkrachten dan de leerlingen. Op het podium zelf, had de Wetenschapsshow Technopolis de meeste toeschouwers. De evaluatie van de diverse evenementen op het podium, was algemeen positief. Van de leerlingen bracht iets meer dan de helft (55%) een bezoek aan de EWI stand. Onder de leerkrachten loopt dit bezoek op tot 68%. De bezoekers van de stand lieten zich overwegend positief (leerlingen 98%, leerkrachten 87%) uit over de diverse activiteiten die er werden aangeboden. De campagne Moet je een snor hebben om voor wetenschap te kiezen bereikt ongeveer ¼ van de leerkrachten (26%) en leerlingen (23%) die aan de scholendag deelnamen. De evaluatie van de campagne door de lezers is algemeen positief in de zin dat ze slaagt in haar opzet om meisjes te sensibiliseren voor een technische of wetenschappelijke studierichting. 68

70 Conclusies Het initiatief om deel te nemen aan het Wetenschapsfeest ligt overduidelijk bij de leerkrachten al dan niet in overleg met collega s. 86% van de leerkrachten vermeldt zichzelf als initiatiefnemer en ook door de meerderheid van de leerlingen (81%) wordt de leerkracht in die rol gezien. Het Wetenschapsfeest wordt in het algemeen positief tot zeer positief ervaren door zowel leerkrachten als leerlingen (94% en 97%). Het aantal leerkrachten en leerlingen dat ontgoocheld is omdat het Wetenschapsfeest niet beantwoordde aan de verwachtingen is daarenboven beperkt. Met de betrekking tot activiteiten vindt de overgrote meerderheid van de leerlingen (92%) dat de inhoud ervan begrijpelijk werd gebracht en dat de begeleider boeiend kon vertellen. Ook de mogelijkheid om zelf deel te nemen aan de activiteiten kon op veel bijval rekenen. De grote meerderheid van de leerlingen (97%) die actief deelnamen, laten zich hierover positief uit. Leerkrachten nemen vooral deel aan het Wetenschapsfeest om hun leerlingen te laten kennismaken met wetenschap in de praktijk en tegelijkertijd hun interesse voor wetenschap te vergroten. De meerderheid van de leerkrachten (86%) is er immers van overtuigd dat het Wetenschapsfeest een duidelijk idee geeft van wat wetenschap en technologie nu precies inhouden. De theoretisch kennis van op school wordt verrijkt met voorbeelden uit de praktijk die aantonen dat wetenschap leuk en interessant is. 84% van de leerkrachten verklaart dan ook opnieuw te zullen deelnemen 69

71 Conclusies Zo goed als alle leerlingen (95%) die vooraf reeds interesse hadden in de onderwerpen die aan bod kwamen op het Wetenschapsfeest (%) heeft iets bijgeleerd over het behandelde onderwerp. Hadden de leerlingen geen interesse dan slaagt de gevolgde activiteit er in de meeste gevallen toch in een zekere interesse op te wekken (bij 77%). Bij 8/1 leerlingen verandert de perceptie van het wetenschappelijk onderwerp in de positieve zin en neemt de interesse voor wetenschap en technologie in het algemeen toe (45% bij leerkrachten). Bij ongeveer de helft (48%) van de leerlingen die reeds hebben nagedacht over een verdere studiekeuze, is er sprake van een zekere impact van de scholendag op deze keuze. Wetenschap wordt zowel door leerlingen en leerkrachten in de eerste plaats gezien als interessant en boeiend. Ook het profiel dat door de leerlingen van de wetenschapper wordt geschetst is eerder positief en zeker niet clichématig, behalve dan misschien wat betreft de opleiding van de wetenschapper (chemicus, fysicus, ) 7

72 Aanbevelingen Globale evaluatie van de scholendag oogt positief: Geen ontgoocheling, verwachtingen zeker ingelost; Interesse wordt aangewakkerd Grote intentie opnieuw deel te nemen Interactiviteit wordt positief beoordeeld Positieve beoordeling EWI-stand De website zit goed Enz.. Los daarvan toch enkele overwegingen of denkpistes De locatie van het evenement bepaalt ook sterk de regio van waaruit de deelnemers komen; kan er via georganiseerd/gesubsidieerd vervoer niet gezorgd worden dat ook in verdere regio s gerekruteerd wordt; 71

73 Aanbevelingen Nuttig is ook een analyse te maken van de aspecten die een thema/activiteit/ goed doen scoren; zijn er gemeenschappelijke parameters te identificeren? Diversiteit en interactiviteit sleutel tot het succes van de scholendag. Zeker behouden en waar nodig uitbreiden Hoe evalueert het departement EWI, haar eigen stand in functie van de resultaten? Waren er voldoende deelnemers aan de activiteiten? Hoe waren de reacties? Waarom de campagne rond meisjes en wetenschap niet uitbreiden? 72

74 BIJLAGE 73

75 Bijlage Foutenmarge De foutenmarge geeft aan hoe een bepaalde proportie in de steekproef zich bij een gekozen betrouwbaarheidsniveau (doorgaans 95%) vertaalt naar de totale populatie. Met andere woorden, hoe zou deze proportie er uit zien, mochten we de volledige populatie ondervragen in plaats van ons te beperken tot de steekproef. De foutenmarge wordt aan de hand van volgende formule berekend: σ x p.(1-p) σ:standaardafwijking = 1.96 (95% betrouwbaarheid) p: frequentie of percentage van de steekproef dat een bepaald antwoord geeft n: steekproefgrootte Stel dat binnen een steekproef van 3 respondenten, % Ja antwoordt op een vraag. We leggen het betrouwbaarheidsniveau op 95%. In dit geval is n = 3, σ = 1.96, p =, q= (1-). Invulling van bovenstaande formule geeft een foutenmarge weer van 5.5%. Dit betekent dat in 95% van de gevallen de proportie binnen het universum 5.5% onder of boven de gevonden steekproefverhouding ligt, of concreet tussen 54.5% (-5.5) en 65.5% (+5.5). n 74

76 Bijlage Onderstaande tabel illustreert de statistische fout (bij een betrouwbaarheidsniveau van 95%) voor steekproeven van verschillende omvang: n Waargenomen frequentie (%) 1 or 99 2 or 98 3 or 97 4 or 96 5 or 95 1 or 9 15 or 85 or 25 or 75 3 or 7 35 or 65 or 45 or

77 Bijlage Evaluatie activiteiten/demonstraties Bij de evaluatie van de activiteiten en de demonstraties wordt de meest positief beoordeelde activiteit/demonstratie bepaald aan de hand van de ratio deelname/beoordeling en het verschil tussen de score beste en de score slechtste. Activiteiten of animaties met de grootste impact krijgen doorgaans binnen de totale steekproef ook de beste scores, als gevolg van het feit dat ze net zulk een grote impact hebben Bovenstaande bewerking van de ratio deelname/beoordeling en het verschil tussen beste en slechtste maakt een meer objectieve vergelijking tussen activiteiten/demonstraties met een grote en kleine impact mogelijk Stel voor volgende activiteiten/demonstraties worden volgende scores behaald (op totale basis) Activiteit Gezien/deelname Beste Slechtste A B C D E

78 Bijlage We berekenen nu eerst de ratio deelname/beoordeling Activiteit Gezien/deelname Beste Slechtste Ratio Beste Ratio Slechtste A /42 6/42 B /38 8/38 C /26 3/26 D /24 4/24 E /27 1/27 We vermenigvuldigen de verkregen ratio met 1 en nemen vervolgens het verschil tussen beste en slechtste, daar waar het verschil het grootst is, is de beoordeling het meest uitgesproken positief Activiteit Gezien/deelname Ratio Beste Ratio Slechtste Verschil A B C D E

79 Bijlage In onderstaand voorbeeld worden de activiteiten/demonstraties A en D, het meest uitgesproken positief beoordeeld Activiteit Gezien/deelname Beste Slechtste Verschil ratio A B C D E