BOUWBELEIDSPLAN OMGEVINGSRECHT

Transcriptie

1 BOUWBELEIDSPLAN OMGEVINGSRECHT BEEK

2 INHOUDSOPGAVE: Blz. 1. Algemene inleiding 3 2. Bouwbeleid Inleiding en aanleiding Basisuitgangspunten Uitgangspunten Risicomanagement 5 3. Werkproces Werkprogramma ROBW Toetsprotocollen bouwplannen Draaiboek Sloop Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) Kwaliteitshandboek constructieve veiligheid Beleid brandveiligheid Organisatie afdeling ROBW Wettelijke taken, werkzaamheden en producten Benodigde capaciteit bouwbeleid Instrumentarium Doorkijk tot Ontwikkelingen Het vervolg 14 Losse bijlagen: 1. Uitvoeringsprogramma / uitvoering Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek Draaiboek sloop Beek Draaiboek asbestcalamiteiten Beek Kwaliteitshandboek constructieve veiligheid Beek Checklist constructieve veiligheid Beek 6. Urenoverzicht 2009, 2011 en Landelijke toetsmatrix Bouwbesluit Beleid brandveiligheid Zuid Limburg (volgt later door brandweer) 9. Handreiking slopen vereniging BWT 10. Plan van aanpak asbestbrand VROM- inspectie 11. Draaiboek Bouwbeheer Veiligheidsregio Zuid Limburg 12. Overige checklisten 13. Draaiboek bouwbeheer Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

3 1. Algemene inleiding Voor u ligt het Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht van de gemeente Beek. Het beleid is gebaseerd op de kwaliteitscriteria voor handhaving uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). De handhaving van deze wet heeft als doel de kwaliteit van de (leef)omgeving te beschermen en waar mogelijk te verbeteren. Vrij vertaald betekent handhaving: het bevorderen of bewerkstelligen van de naleving van regels. De handhaving van dit bouwbeleidsplan is vastgelegd in het uitvoeringsprogramma, zie hiervoor bijlage 1. Om dit te bereiken zijn er allerlei middelen en instrumenten. Gedacht kan worden aan het houden van toezicht en waar nodig waarschuwen en sanctioneren. Maar je kunt ook denken aan verschillende vormen van interactie met burgers en bedrijven zoals het geven van voorlichting. Dit beleid beschrijft de keuzes die het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Beek maakt over de handhaving van regels voor de (leef)omgeving. Het geeft invulling aan de wenselijkheid en aan de taak om overeenkomstig de Wabo te handelen. Hierbij wordt tevens beschreven op welke verschillende manieren toezicht wordt gehouden en welke instrumenten er beschikbaar zijn voor de handhaving. Het handhavingsbeleid schept bovendien duidelijkheid naar burgers en bedrijven, omdat toezicht op en handhaving van regel- en wetgeving consequent en transparant wordt uitgevoerd. Door het beleid op een uniforme en toetsbare manier uit te voeren, wordt de handhaving effectiever en tegelijkertijd klantvriendelijker. Door overtredingen altijd en op dezelfde wijze te handhaven en bovendien uitleg te geven over het waarom van deze wettelijke voorschriften, groeit de geloofwaardigheid en het gezag. Op deze manier wordt de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid voor burgers en bedrijven in de gemeente gewaarborgd. Door de invoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht op 1 oktober 2010 zijn overheden aangezet om burgers en bedrijven meer centraal te stellen. Er wordt onder andere gestreefd naar één uniform en eenduidig overheidsoptreden in het toezicht en de handhaving van het omgevingsrecht. Ter bevordering van de kwaliteit van de uitvoering van de handhavingstaken zijn kwaliteitseisen gesteld aan de handhaving. Een van deze eisen is het opstellen van beleid waarin wordt aangegeven welke doelen het zichzelf stelt bij de handhaving en welke activiteiten het daartoe zal uitvoeren. In hoofdstuk 7 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) is bepaald dat het college van burgemeester en wethouders jaarlijks haar voornemen bekend moet maken over de wijze waarop en de mate waarin zij (het komende jaar) uitvoering zal geven aan de bestuursrechtelijke handhaving van de bouwregelgeving. Het thans voorliggend bouwbeleidsplan voorziet daarin. Het geeft een helder en duidelijk beeld van de werkwijze, de kwaliteit van de werkzaamheden, de prioriteitsstelling alsmede een inzicht in de capaciteiten van de organisatie en wel met name die van het taakveld Bouw- en woningtoezicht. Gezien de scheiding tussen controle/toezicht enerzijds en het toepassen van bestuursdwang anderzijds, liggen de taken controle en toezicht bij de afdeling ROBW en het toepassen van bestuursdwang bij de afdeling BeZa. Handhaving in totaliteit is een cumulatie van al deze taken samen. 2. Bouwbeleid Aanleiding Naar aanleiding van het VROM- breed onderzoek (okt. - nov. 2003) en de aanbevelingen van de VROM- inspectie Zuid, is landelijk besloten om te komen tot een professionalisering van de vergunningverlening en handhaving van (bouw)regelgeving. Vorenstaande leidde onder andere tot de aanbeveling tot het opstellen van integrale bouw- en handhavingsbeleidplannen, waarna in Beek het eerste uitvoeringsprogramma in het jaar 2005 werd vastgesteld (de nota prestatieafspraken 2005). De nota werd in het jaar 2008 opgevolgd door het Bouwbeleidsplan en is door wijzigingen in wet- en regelgeving in 2010 al opgevolgd door het Bouwbeleidsplan Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

4 Dit beleidsplan dient nu wederom te worden gewijzigd a.g.v. wijzigingen in wet- en regelgeving. Zo zijn het Gebruiksbesluit en het Bouwbesluit geïntegreerd in het Bouwbesluit 2012, zijn de Eurocodes ingevoerd, dient het brandveiligheidsbeleid hierop te worden aangepast, is de bouwverordening gewijzigd, is de NEN 7120 EPG in werking getreden en is het uitvoeringsprogramma aangevuld met bv. controles van ophangconstructies bij overdekte zwembaden, controle ophangconstructies gevelsystemen, brandveiligheid brandoverslag & branddoorslag bij bestaande panden, inventarisatie bestaande asbestdaken, hercontrole wateraccumulatie & onderhoud hiervan, sneeuwophoping lichte dakconstructies, scheuren in bestaande constructies woningvoorraad, inventariseren asbest in leegstaande panden, etc. Deze punten vloeien voort uit constateringen door Bouw- en woningtoezicht, ontstane problemen tijdens calamiteiten, aanwijzingen & handreikingen van de voormalige VROM- inspectie, klachten van burgers en calamiteiten in andere gemeenten. Middels dit onderhavig beleidsplan zijn de door de gemeente Beek gemaakte keuzes en de gestelde prioriteiten voor eenieder inzichtelijk gemaakt en worden de werkwijzen en de kwaliteit van de werkzaamheden gebaseerd op de beschikbare capaciteit. Hierbij dient te worden opgemerkt dat er een duidelijke verschuiving van werkzaamheden zichtbaar is. Enerzijds verschuift het bouwtoezicht steeds meer van de preventieve fase (vergunningsfase) naar de repressieve fase (bouwfase). Dit betekent dat de werkzaamheden door wijzigingen in wet- en regelgeving, zoals de toenemende vergunningvrije mogelijkheden en het toenemende aantal meldingen, steeds meer verplaatsen van het beoordelen van vergunningsaanvragen naar het houden van controle en toezicht op locatie. Immers, bij bv. het vergunningsvrij bouwen vervalt het preventieve toezicht en ligt de plicht van bevoegd gezag geheel op het toezicht hiervan. Daarbij komt dat de problematiek rondom bv. asbest en de onwetendheid hieromtrent bij burgers en bedrijfsleven, meer controle en toezicht op locatie noodzakelijk maakt. Anderzijds komen er vanuit de wetgever steeds meer taken bij die zowel preventief alsmede repressief van aard zijn. Hierbij kan worden gedacht aan bv. de uitvoering van de Wet basisadministratie adressen en gebouwen (Wet- BAG). Uitvoering van deze wet speelt tijdens en direct na de vergunningsfase alsmede na de bouwfase. Daarbij komt dat ook sommige vergunning vrije bouwwerken zogenaamde BAG- objecten zijn, wat wederom weer controle en toezicht noodzakelijk maakt. Voorliggend beleidsplan vormt samen met het bestaande handhavingsbeleid van de gemeente Beek het benodigde beleid conform de eisen uit de Woningwet, Wabo, Awb en Bor. Gezien het tempo waarmee de wetgeving momenteel wijzigt en waarbij de nieuwe omgevingswet, die mogelijk in 2014 in werking zal treden, al in ontwikkeling is, is gekozen om het nu voorliggende beleid te laten gelden tot en met 31 december Het betreft dus een termijn van ongeveer 2 jaar. 2.2 Basisuitgangspunten Bij de behandeling van vergunningaanvragen dienen, in het licht van de verhouding tussen de overheidsverantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheid van eigenaar/gebruiker/bouwer/sloper, keuzes te worden gemaakt ten aanzien van diepgang van toetsing (zowel preventief alsmede repressief). Net als alle andere gemeenten kan de gemeente Beek niet alles tot in detail toetsen en behoort dat ook niet te doen, omdat het primaat bij de eigenaar/gebruiker/bouwer/sloper zelf ligt. Deze hebben de primaire verantwoordelijkheid om zich aan de regels te houden. De overheid kan zich daarom, mits gemotiveerd, beperken tot het toetsen van zaken die zij het risicovolst acht en dus prioriteit wenst te geven. Hierbij dient wel een bepaalde ondergrens te worden gewaarborgd en taakverwaarlozing te worden voorkomen. Als de gemeente Beek wel integraal aan alle regelgeving zou toetsen, dan zou dat alleen al vanuit het kostenoogpunt maatschappelijk onaanvaardbaar zijn. Gezien het streven tot kostendekkende c.q. kostenneutrale producten zou dit namelijk tot hogere leges voor vergunningverlening kunnen leiden. De verantwoordelijkheid voor de naleving van de regelgeving is in artikel 1a van de Woningwet expliciet bij de eigenaar/gebruiker/bouwer/sloper neergelegd. Dezen worden geacht bekend te zijn met de inhoud van de verkregen vergunning of de regels rondom de melding, alsook de daaraan gerelateerde wet- en regelgeving en hebben de primaire verantwoordelijkheid om zich aan die wet- en regelgeving te houden. De eigen verantwoordelijkheid van de eigenaar/gebruiker/bouwer/sloper vormt Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

5 dan ook het hoofduitgangspunt en legitimeert de gemeente Beek om invulling te geven aan de zorgplicht door zich te beperken tot het toetsen van die onderdelen van de vergunningenproces die zij belangrijk vindt. Daarbij is de initiatiefnemer verantwoordelijk voor het indienen van een correcte en volledige aanvraag. Aan de hand van de ingediende gegevens dient de overheid te bepalen of er voldoende aannemelijk is gemaakt dat het plan voldoet aan de van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Door hantering van dit aannemelijkheidcriterium kan de diepgang van de toetsing van vergunningaanvragen variëren en wordt het risico expliciet bij de primair verantwoordelijke neergelegd. Op die basis kan het gehele vergunningenproces worden doorlopen en zoals uit het handhavingbeleid zal blijken, ook de uitvoering van het bouwproces worden begeleid. Het bouwbeleid geeft tevens aan hoe de binnen de wet- en regelgeving aanwezige beleidsruimten worden gebruikt, rekening houdend met bestuurlijke prioriteiten, de hiervoor omschreven visie op de relatie tussen marktpartijen en overheid, risicobeheersing alsook beschikbare capaciteit. Er bestaat uiteraard een spanningsveld tussen beschikbare capaciteit en middelen aan de ene kant en het noodzakelijk adequate toetsingsniveau aan de andere kant. Dit spanningsveld noodzaakt tot het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten. Bovendien is de Wet Revitalisering Generiek Toezicht in werking getreden. Een belangrijk onderdeel uit deze wet, evenals artikel 7.2 tot en met artikel 7.7 uit het Bor, is het stellen van bestuurlijke prioriteiten, speerpunten en de kwaliteitseisen voor handhaving. De keuze voor bepaalde speerpunten zullen gebaseerd moeten worden op duidelijke criteria, zoals bijvoorbeeld mogelijke maatschappelijke risico s (veiligheid), specifieke omstandigheden, bestuurlijke keuzes, etc. 2.3 Uitgangspunten Ten aanzien van invulling en uitvoering van het bouw-/sloopbeleid als volgt: 1) het beleid dient te zijn gericht op de bewerkstelliging van een veilig, gezond en leefbaar woon- en werkklimaat binnen de gemeente Beek; 2) er dient efficiënt met de beschikbare capaciteit en middelen te worden omgegaan door een risicobenadering van taken, werkzaamheden en producten alsook een verbetering van de bedrijfsvoering; 3) er dient te worden geïnvesteerd in meer voorlichting en communicatie in het voortraject, om vooraf al het gewenste kwaliteitsniveau in de markt te kunnen realiseren en de primaire aansprakelijkheden neer te leggen waar deze thuishoren; 4) er dient door middel van monitoren alsook de vervaardiging van jaarverslagen en - programma s, proactief op ontwikkelingen te worden ingespeeld en waar nodig, het meerjarenbeleid te worden bijgesteld Risicomanagement Zoals in paragraaf 2.2 al aangegeven, is het gelegitimeerd om bij de toetsing van vergunning aanvragen nadere keuzes te maken en prioriteiten te stellen. E.e.a. vraagt echter wel om een zekere motivering en bestuurlijke vastlegging van keuzes en prioriteiten. De gemeente Beek heeft zich voor vergunningverlening daartoe geconformeerd aan de landelijk vastgestelde collectieve matrix prestatieafspraken. Hierdoor wordt risicobeheersing mogelijk gemaakt en kan een adequaat risicomanagement worden gevoerd. Risico s behoren beheersbaar en controleerbaar te zijn. Het vaststellen van de niveaus (de diepgang) waarop vergunning aanvragen dienen te worden getoetst, de aspecten waarop dient te worden getoetst en het vastleggen daarvan in protocollen maken die risico s beheersbaar. Door het werken met bestuurlijk vastgestelde toetsprotocollen zijn de interne risico s afgedekt. Daarnaast kunnen hierdoor eventuele aansprakelijkheidsstellingen worden begrensd. Het is nauwelijks of niet aan te geven wat een adequaat toetsingsniveau is. Feit is dat er ten aanzien van de toetsing van vergunningaanvragen gemotiveerd keuzes mogen worden gemaakt en prioriteiten kunnen worden gesteld, maar dat ervoor dient te worden gewaakt niet in de sfeer van "taakverwaarlozing" terecht te komen. Wanneer daar sprake van is, valt niet in algemene bewoordingen te zeggen. De praktijk is daarvoor te casuïstisch. Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

6 3. Werkproces 3.1 Werkprogramma ROBW Toetsprotocollen bouwplannen In de vorige paragraaf is aangegeven dat gewerkt wordt met toetsprotocollen. In deze paragraaf wordt de achterliggende systematiek van deze protocollen uitgelegd. Het doel van het werken met toetsprotocollen kan als volgt worden weergegeven: Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 De vergunningsaanvraag komt binnen. De intaker vult in het geautomatiseerd systeem de kenmerken van de vergunningaanvraag in. Het systeem sorteert alleen de toetsregels die toepasselijk zijn bij het beleidsmatig vastgestelde toetsniveau bij de betreffende aanvraag. * De uitkomst is een analoge en digitale checklist die wordt gebruikt als geheugensteun bij de toetsing. De checklist wordt door de behandelende ambtenaar ondertekend en gaat als een begeleidingsformulier in het dossier. Het bestuur kan achteraf nagaan wat er is getoetst en op welk niveau. * Geldt niet voor de toets op constructieve veiligheid. In januari 2010 is besloten CKB-online (Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen) aan te schaffen om deze aanpak te realiseren. CKB-online is echter in 2011 vervangen door het toezichtprotocol van BRIS- warenhuis. Met deze webapplicatie kan een aanvraag voor de activiteit bouwen volledig getoetst worden aan de eisen van het Bouwbesluit. Met deze methode wordt het toetsprotocol transparant gemaakt en kan achteraf aangetoond worden wat en met welke intensiteit getoetst is. De kern van het toetsprotocol van BRIS is een stelsel van uniforme, digitale checklisten voor de meest voorkomende aanvragen voor de activiteit bouwen. De checklisten zijn gekoppeld aan het collectief (landelijk) afgesproken toetsniveau. De vereniging Bouw- en woningtoezicht Nederland beheert de systematiek en de checklistgenerator van BRIS en zorgt ervoor dat de database met toetsregels periodiek wordt aangepast aan wijzigende wet- en regelgeving. Zo blijft het toetsprotocol van BRIS altijd actueel. Bovendien wordt het programma aanbevolen in het KOMO- procescertificaat BRL 5019 voor Bouwplantoetsing aan het Bouwbesluit. Aangaande de constructieve veiligheid wordt niet gewerkt met het bovenstaande systeem, maar wordt gewerkt met een eigen checklist. Dit omdat het toetsen op constructieve veiligheid te casuïstisch en te specialistisch is om het toetsniveau e.d. te automatiseren. Het is aan de gemeentelijk constructeur, gebaseerd op ervaring en kennis om hier zelf het toetsniveau en diepgang te bepalen. De ervaring en kennis van de gemeentelijk constructeur is vastgelegd in het kwaliteitshandboek constructieve veiligheid Beek Landelijk zijn er vier verschillende toetsingsniveaus afgesproken: 1. snel toetsen; 2. visueel toetsen; 3. representatief toetsen; 4. integraal toetsen. Niveau 1 snel toetsen Gecontroleerd wordt of de globale uitgangspunten op de stukken, die zijn aangeleverd om het desbetreffende aspect te kunnen toetsen, in voldoende mate en in samenhang zijn weergegeven. Voorbeeld toetsen op niveau 1: Bij een bouwplan zal worden gekeken of er een daglichtberekening aanwezig is, of het gebouw is opgedeeld in verblijfsgebieden en verblijfsruimtes, of er een trap is, etc. Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

7 Niveau 2 visueel toetsen Centrale vraag is of de uitgangspunten kloppen en of de uitkomsten aannemelijk lijken. Er wordt gecontroleerd of de uitgangspunten op de stukken aangeleverd om het betreffende aspect te kunnen toetsen in de juiste vorm zijn. Van ieder te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten plausibel zijn, zonder de berekening inhoudelijk te controleren. Voorbeeld toetsen op niveau 2: Bij een daglichtberekening zal wel worden gecontroleerd of er is gekeken naar het netto glasoppervlak en eventueel aanwezige belemmeringen en/of overstekken, maar wordt de berekening niet inhoudelijk gecontroleerd. Bij een ventilatieberekening zal er wel worden gecontroleerd of de capaciteit per m 2 vloeroppervlak juist is en of de aan en afvoervoorzieningen aanwezig zijn, maar wordt de berekening wederom niet inhoudelijk gecontroleerd. Niveau 3 representatief toetsen Bij het toetsen op niveau 3 gaat het om het controleren van de belangrijkste onderdelen. Gecontroleerd wordt of de uitgangspunten op de stukken aangeleverd om het betreffende aspect te kunnen toetsen in de juiste vorm zijn. Van ieder te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten plausibel zijn. De belangrijkste berekeningen worden gecontroleerd danwel nagerekend. De na te rekenen aspecten worden bepaald op basis van de resultaten van de visuele toets. Voorbeeld toetsen op niveau 3: Bij een daglichtberekening worden niet alle verblijfsgebieden/ruimtes gecontroleerd, maar enkele ruimtes waarvan de verwachting is dat deze ruimten kritiek zijn. Bij de controle van een riolering wordt bijvoorbeeld alleen de badkamer gecontroleerd. Bij de controle van de trappen worden slechts enkele trappen gecontroleerd. Ook wordt als representatief toetsen beschouwd het geheel toetsen van 1 type woning bij een complex van verschillende types woningen. Niveau 4 integrale toets Bij de integrale toets wordt gecontroleerd of de uitgangspunten op de stukken aangeleverd om het betreffende aspect te kunnen toetsen in de juiste vorm zijn. Van ieder te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en worden de uitkomsten gecontroleerd/nagerekend. Voorbeeld toetsen op niveau 4: Bij het toetsen van het bouwplan vindt er een controle plaats van op tekening vermelde afmetingen, controle of deze afmetingen overeen komen met de in de berekening vermelde gegevens, het narekenen van berekeningen, het natrekken van hoeveelheden, etc Draaiboek sloop Ook op het gebied van sloopregelgeving is er een diversiteit aan regels welke nageleefd moeten worden. Bij sloopwerkzaamheden geldt niet alleen het Bouwbesluit 2012, maar ook andere landelijke regelgeving (bijvoorbeeld het Asbestverwijderingsbesluit 2005, het Besluit Mobiel breken bouw- en sloopafval, regeling grenswaarden voor asbest, Productenbesluit Asbest, etc.). Aangezien het voor betrokkenen noodzakelijk is op uniforme wijze om te gaan met de diverse regelingen en het feit dat de procedure rondom sloop vanaf 1 april jl. is opgenomen als melding in het Bouwbesluit 2012, is er een draaiboek sloop opgesteld (bijlage 2), onderdeel uitmakend van dit bouwbeleidsplan. Het aspect asbestverwijdering speelt hierbij een belangrijke rol. Het draaiboek geeft inzicht in samenhang van procedures en vergunningverlening rond sloopwerken, met als doel: het verbeteren van de informatie rond slopen en vooral asbestverwijdering; het verbeteren van het controle/toezicht op asbestverwijdering; het vergroten van de veiligheid bij sloopwerkzaamheden; het bewuster omgaan met afvalstoffen; het zoveel mogelijk hergebruiken van afvalstoffen; het beschermen van nabij gelegen bouwwerken en terreinen; Het vaststellen van de nadere voorwaarden zoals het Bouwbesluit 2012 die noemt, beleidsmatig vast te stellen. Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

8 Bovendien is een draaiboek opgesteld voor asbestcalamiteiten welke als bijlage 3 bij dit bouwbeleidsplan is bijgevoegd Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Sinds 1 juli 2009 is de wet BAG van kracht. Op grond van deze wet moeten gegevens van vastgoedobjecten centraal (landelijk) worden geregistreerd. Alle overheden (Rijk, Provincie, gemeenten, belasting, etc.) zijn verplicht hieraan mee te werken en zijn verplicht om bij het uitvoeren van haar taken er gebruik van te maken. De registratie van gegevens van BAG- objecten vraagt ook de nodige aandacht en inzet van de afdeling Bouw- en woningtoezicht. Het grootste deel van de te registreren gegevens maakt deel uit van de registratie en behandeling van aanvragen om vergunning, evenals het toezicht en handhaving van verleende omgevingsvergunningen. De uitvoering van de BAG heeft gevolgen voor de werkzaamheden van Bouw- en woningtoezicht en is in het jaar 2011 geëvalueerd. De benodigde tijdsbesteding voor Bouw- en woningtoezicht betreft ca. 100 uur per jaar Kwaliteitshandboek constructieve veiligheid Om ook op het gebied van constructieve veiligheid de kwaliteit van diensten te verbeteren, de efficiëntie van het werk te optimaliseren en uniformiteit te creëren, is er een kwaliteitshandboek constructieve veiligheid voor Zuid Limburg vastgesteld, ontwikkeld in de pilot Wabo- samenwerking Zuid Limburg. Het kwaliteitshandboek (bijlage 4) maakt onderdeel uit van het thans voorliggende bouwbeleidsplan, waarbij tevens rekening is gehouden met de per 1 april 2012 ingevoerde Eurocodes. Berekeningen volgens de voormalige berekeningsmethode worden niet meer geaccepteerd wegens het niet meer aansturen door het Bouwbesluit, de NEN- voorschriften niet meer worden onderhouden door NNI en na een ruime overgangsperiode er voldoende tijd is geweest om aan de Eurocodes te wennen. Hoewel de rijksoverheid streeft naar deregulering is het gevolg van invoering van deze Europese norm een aanzienlijke toename van regelgeving. Aanvullend t.o.v. de oude regelgeving zijn bv. onder de Eurocodes regels geïntroduceerd aangaande de constructieve veiligheid bij aardbevingen. De Eurocodes gaan een behoorlijke toename van werkzaamheden betekenen. Hierop hebben we echter momenteel nog geen zicht en is derhalve ook niet verwerkt in de tabel benodigde capaciteit op blad 10 en 11 van dit beleidsplan. Aanvullend op het kwaliteitshandboek heeft de gemeente Beek een checklist statische constructies (zie bijlage 5), om constructiefouten zoveel mogelijk te voorkomen Beleid brandveiligheid Het streven van de overheid naar deregulering en de beperking van administratieve lasten voor burgers en bedrijven heeft geleid tot integratie van het Bouwbesluit 2003 en het Gebruiksbesluit. Genoemde besluiten zijn samengevoegd in het Bouwbesluit De gemeente Beek heeft de uitvoering van het gebruiksdeel van het Bouwbesluit 2012 opgedragen aan de regionale Brandweer Zuid Limburg. Om de kwaliteit van vergunningverlening en handhaving te verbeteren, te optimaliseren en te uniformeren wordt door alle Zuid- Limburgse gemeenten en de regionale brandweer Zuid Limburg gewerkt aan het opstellen van een nieuw beleidsplan brandveiligheid. Dit beleidsplan zal de komende maanden aan uw college worden aangeboden ter vaststelling. Dit nieuwe brandveiligheidsbeleid vormt na vaststelling een onderdeel van dit bouwbeleidsplan. 3.2 Organisatie afdeling Ruimtelijke Ordening Bouwen en Wonen De organisatie van ROBW is sterk productgericht en ingericht rondom de primaire kerntaken c.q. de reguliere taken. De situatie per 1 november 2012 is als volgt: Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

9 Afdelingshoofd ROBW Bouw- en woningtoezicht Ruimtelijke Ordening Economische zaken Grondgebiedzaken Technische medewerkers BWT 3,0 fte Administratief juridische medewerkers BWT 1,0 fte De in dit organogram opgenomen cijfers staan voor het totale aantal beschikbare fte s voor de uitvoering van het bouwbeleidsplan per 1 november In dit plan wordt bij één fte uitgegaan van 1450 productieve uren per jaar (uren voor verlof, ziekte, overleg, opleiding e.d. zijn hierin niet meegerekend). Hierbij dient te worden opgemerkt dat diverse medewerkers van Bouw- en woningtoezicht deels ook zijn belast met taken die buiten dit bouwbeleidsplan vallen. Met betrekking tot het specifieke taakveld milieu kan worden opgemerkt dat dit extern, bij de Intergemeentelijke Milieudienst Beek-Nuth-Stein (IMD-BNS) en na invoering van de RUD, bij de BRZO RUD Zuid-Limburg, is weggezet. Milieu is niet in het organogram opgenomen, evenals de Regionale Brandweer Zuid-Limburg, waarvan onder meer diensten worden ingewonnen met betrekking tot de verlening van vergunningen, meldingen, alsook het toezicht hierop. 3.3 Wettelijke taken, werkzaamheden en producten Na analyse van de praktijk kunnen de volgende taken, producten en werkzaamheden onder het bouwbeleid worden geschaard: Aansturing/coördinatie: 01 Aansturing / coördinatie Informatieverstrekking: 01. Informatieverstrekking balie (mits noodzakelijk) 02. Informatieverstrekking telefonisch 03. Conceptaanvragen / vooroverleg Vergunningen: 01. Principeverzoeken, wel of niet leidend tot een vergunningaanvraag 02. Aanvragen omgevingsvergunning regulier 03. Aanvragen omgevingsvergunning uitgebreid 04. Gebruiksmeldingen/sloopmelding Beleid/juridische ondersteuning 01 Juridische controle / kwaliteitszorg en maken / herzien beleid 02 Verordeningen en beleidszaken, waaronder de implementatie en consequenties van de omgevingsvergunning (Wabo) 03 Bezwaar en beroep (vergunning gerelateerd e.d.) Overig 01. CBS- informatie e.d. 02. Publicaties 03. Juridische correspondentie 04. Ondersteuning Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (welstandcommissie) 05. Advisering drank- en horeca 06. Advisering BIBOB Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

10 07. Advisering WMO 08. Advisering en ondersteuning bestuur / andere afdelingen 09. Participatie projecten; los van vergunningaanvragen 10. Advisering bestemmingsplannen 11. Calamiteiten GRIP 0 en 1 gemeentelijk en vanaf GRIP 2 regionaal 12. Applicatiebeheer en implementatie nieuwe software 13. Administratie algemeen (monitoren) 14. Werkzaamheden rondom de BAG Dit overzicht verschaft op hoofdlijnen een vrijwel dekkend, maar geen uitputtend beeld van de reguliere taken, werkzaamheden en producten van Bouw- en woningtoezicht. 3.4 Benodigde capaciteit bouwbeleid Op basis van landelijke kengetallen, eigen kengetallen en ervaringscijfers is voor elke taak, werkzaamheid of product de gemiddeld, noodzakelijke capaciteitsbehoefte in kaart gebracht. Omdat vergunningaanvragen zich daar, qua landelijk en lokaal beschikbare gegevens het beste voor lenen en bovendien het grootste beslag leggen op de capaciteit, zijn die diepgaand geanalyseerd door voor elke bouwwerkcategorie een protocol te ontwikkelen met betrekking tot aard en diepgang van de toetsing van de vergunningaanvragen. Door deze exercitie is inzicht ontstaan in de benodigde capaciteit voor de uitvoering van het vergunningenbeleid c.q. bovengenoemde taken. Producten per 1 november 2012 Totaal aantal Fte. uren Aansturing/coördinatie 01 Aansturing/coördinatie 0,2 fte hoofd en 40 uur constructeur 330 Subtotaal: 330 0,23 Informatieverstrekking 01. Inlichtingen derden aan bv. burger, bedrijven en instellingen Vooroverleg intern alsmede extern, bv. IMD, brandweer 702 Subtotaal: ,83 Vergunningen 01. Welstand Aanvragen omgevingsvergunning , Aanvragen omgevingsvergunning > ,00 tot , Aanvragen omgevingsvergunning vanaf , Toezicht sloop zonder asbest Aanvragen omgevingsvergunning monument Vergunning/toezicht brandveilig gebruik Administratieve werkzaamheden a.g.v. vergunningen Administratieve werkzaamheden a.g.v. Ruimtelijke 40 Ordening 10. Toezicht werken , Toezicht werken > ,00 tot , Toezicht werken vanaf , Oplevering nieuwbouw Controle illegale bouw Controle berekeningen (constructie, EPC e.d.) Overleg/advies brandweer/imd 80 Subtotaal: ,05 Beleid/juridische ondersteuning 01 Juridische controle en kwaliteitszorg Verordeningen/beleidszaken Bezwaar en beroep (vergunningen) 220 Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

11 Subtotaal: 755 0,52 Overig 01. CBS- informatie Dossiervorming en archief Voorbereiden overleggen e.d Technisch advies nieuwbouw, gem. monumenten, W&O Advisering drank- en horeca Advisering WMO Huisnummering, straat- en plaatsnamen Applicatiebeheer (PowerForms, OLO) Overige infovergaring/verstrekking Werkzaamheden a.g.v. de BAG 104 Subtotaal: ,10 Totaal: ,73 In bovenstaande tekst is al even bij de beschikbare capaciteit stilgestaan. Indien het daarbij gepresenteerde plaatje, sec voor het bouwbeleid, verder wordt uitgewerkt, ontstaat (per 1 november 2012) het volgende beeld: Functies per 1 november 2012, gebaseerd op 1450 werkbare uren per jaar fte Aansturing en coördinatie in fte Informatieverstrekking, vergunningen en toezicht in fte Beleid/juridische ondersteuning in fte Overig in fte Afdelingshoofd Juridisch beleidsmedewerker Bouwinspecteur Bouwinspecteur Constructeur Totaal Beschikbaar: Onderdeel per 1 november 2012, gebaseerd op 1450 werkbare uren per jaar Benodigd Beschikbaar Verschil Aansturing en coördinatie 0,23 0,23 0,00 Informatieverstrekking en Vergunningen 2,88 2,20-0,68 Beleid en juridische ondersteuning 0,52 0,65 +0,13 Overig 1,10 1, Totaal: 4,73 4,2-0,53 Uit bovenstaande tabellen kunnen we al concluderen dat er verschil zit tussen de benodigde en de beschikbare uren. Opgemerkt dient te worden dat de raming van uren gebaseerd is op het standaard werk, exclusief de uren noodzakelijk voor het uitvoeren van de speerpunten uit het uitvoeringsprogramma. De afgelopen jaren is Bouw- en woningtoezicht een aantal malen geconfronteerd met een langdurige uitval van capaciteit. Uiteraard zijn er tijdelijke personele maatregelen getroffen, maar dat neemt niet weg dat er per saldo minder uren beschikbaar zijn geweest waardoor prioritering en temporisering van werk noodzakelijk is geweest. Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

12 In de bovenstaande cijfers zijn de gevolgen van de Wabo al verwerkt. Als gevolg van de Wabo en voornamelijk door het vergunningvrije uit het Besluit omgevingsrecht (Bor), is er een aanzienlijke teruggang van aanvragen te zien. Hier bovenop komt een vermindering van aanvragen als gevolg van de economische crisis. De gevolgen van de economische crisis zijn in bovenstaande tabellen gecompenseerd middels een correctie op de aanvragen van 10%. Dit percentage volgt uit een onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Overcapaciteit als gevolg van de crisis is tot heden gebruikt voor het inlopen van achterstanden, het mee ontwikkelen van de BRZO RUD ZL en het uitvoeren van sommige speerpunten. Uitvoering van de speerpunten dienen te worden gezocht in een verder afnemende economie. Immers een verdere toename van het vergunningvrije heeft nauwelijks gevolgen voor het vrijvallen van uren, omdat de uren bij deze bouwwerken alleen een verplaatsing van preventief naar repressief toezicht zal betekenen. Vergelijking aantal aanvragen in de jaren 2009 en Jaren Aantal vergunningprocedures Verschil in aantal procedures Voor deze berekening is bewust de keuze gemaakt om de jaren 2009 en 2011 met elkaar te vergelijken, immers het jaar 2010 was een overgangsjaar tussen voorgaande regelgeving en invoering van de Wabo. Het jaar 2010 geeft daarom geen goede afspiegeling van het daadwerkelijke aantal aanvragen. Bovendien waren de gevolgen van de economische crisis van 2008 nog onvoldoende zichtbaar in de cijfers van 2009 als het gaat om aantallen van aanvragen. Uit de cijfers blijkt dat het aantal aanvragen tussen de jaren 2009 en 2011 zijn teruggelopen met ongeveer 40%. E.e.a. is voornamelijk te verklaren door toename van het vergunningvrije als gevolg van de Wabo. Gezien de regelgeving en de feitelijke cijfers kan worden geconcludeerd dat als gevolg van de verruiming van het vergunningvrije voornamelijk een afname van de voorheen lichte bouwvergunningen heeft bewerkstelligd. De afname van het aantal voorheen reguliere bouwvergunningen zijn bijna geheel toe te schijven aan de economische crisis, welke in de bovenstaande cijfers zijn gecompenseerd. Hier bovenop komt het feit dat op 1 april jl. de vergunningplicht voor de activiteit slopen is gewijzigd naar een sloopmelding, wat vrijwel geen gevolgen heeft voor de hiervoor benodigde tijd, doch wel voor het aantal vergunningprocedures en de legesinkomsten. Het verschil van 60 vergunningprocedures (met name licht vergunningsprocedures) per jaar vanaf het jaar 2011 vertegenwoordigd op basis van de bestaande kengetallen 420 uur per jaar, ofwel 0,30 fte. De beschikbare capaciteit in het jaar 2009 was 5,4 fte, terwijl de beschikbare capaciteit in 2011 was afgenomen tot 5,2 fte. Bovendien heeft BWT vanaf het jaar 2010 aanvullende werkzaamheden gekregen, zijnde applicatiebeheer van de Wabo-, OLO- en risicoprofielapplicatie (280 uur per jaar), toekennen huisnummers en straatnamen, deel uitvoering BAG- administratie inclusief invoeren mutaties in de CGA- applicatie (ruim 100 uur per jaar), buitencontroles voor de WOZ (124 uur per jaar) evenals is in het jaar 2011 voor circa 500 bedrijfsgebouwen het gebruiksoppervlakte volgens de NEN 2580 bepaald. Ook de invoering van de Wabo heeft gevolgen gehad voor de tijdsbesteding. Het integraal afhandelen van vergunningaanvragen en handhaving, het verkorten van de maximale beslistermijn van een vergunningprocedure van 12 weken naar 8 weken en het feit dat aanvragers alleen nog maar gegevens moeten aanleveren die de overheid redelijkerwijs niet in bezit heeft of kan hebben, wat weer meer tijd kost qua archiefonderzoek en overleg, neemt zijn tijd in beslag. Ook de mogelijkheid om digitaal in te dienen kost momenteel extra tijd en geld (denk hierbij aan het intern en/of extern afdrukken van tekeningen, etc.). Voor de aanvrager heeft de Wabo voordelen gehad in proceduretijd en besparing van kosten & energie voor het indienen van een aanvraag. De overheid heeft dit voordeel van de aanvrager echter Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

13 op moeten vangen om de kwaliteit van het product op een gelijk niveau te houden. Deze aanvullende werkzaamheden zijn verwerkt in de tabel benodigde capaciteit per 1 november In het jaar 2012 zal de beschikbare capaciteit wederom teruglopen naar 4,2 fte. De cijfers uit de tabellen benodigde capaciteit per product (blad 10 en 11) en beschikbare capaciteit (blad 11) houden rekening met deze nieuwe situatie per 1 november 2012, waarbij het afdelingshoofd voor 0,2 fte als meewerkend voorman is opgenomen. 3.5 Instrumentarium In het streven van de overheid naar deregulering en de beperking van administratieve lasten voor burgers en bedrijven speelt de digitalisering van aanvragen om vergunningen een zeer belangrijke rol. In dat kader heeft de overheid ten behoeve van de Wabo het Omgevingsloket Online (OLO) ingericht. Dit is een digitaal landelijk loket waar aanvragen voor omgevingsvergunningen en meldingen kunnen worden ingediend en behandeld. Om de automatisering en digitalisering van processen te optimaliseren is eind 2009 besloten de Wabo- applicatie PowerForms van Genetics BV aan te schaffen en deze te stroomlijnen naar onze doelstellingen, organisatiestructuur en wensen. De toetsingen van aanvragen aan het Bouwbesluit worden ondersteund door gebruik te maken van de toepassing BRIS. Met behulp van PowerForms kan de uitvoering van de doelstelling van het bouwbeleidsplan worden ondersteund en kunnen de gemaakte afspraken rondom toetsing worden vertaald in checklisten en kan worden gewaarborgd dat de juiste toetsingen op het juiste moment worden uitgevoerd. Daarnaast kan PowerForms gebruikt worden om de uitvoering van het bouwbeleidsplan te monitoren en te analyseren. Aan de hand van de resultaten kan de uitvoering waar nodig verder geoptimaliseerd worden. Verder biedt de applicatie de mogelijkheid tot controle op de geleverde dienst. 4. Doorkijk naar Ontwikkelingen Er zijn landelijk voortdurend ontwikkelingen gaande die gevolgen zouden kunnen hebben voor het capaciteitsbeslag van ROBW. Dat zijn de komst van de gecertificeerde bouwplantoets, de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD), de invoering van de Omgevingswet en het vastleggen van kwaliteitscriteria voor alle Wabo-taken. Regionale Uitvoeringsdiensten Rijk, IPO en VNG hebben in 2010 overeenstemming bereikt over de uitvoering van de Wabo en de handhaving en toezicht van de voormalige VROM- taken (de packagedeal). Samenvattend staat in dit principeakkoord dat de RUD s de voorbereiding van het milieudeel van de omgevingsvergunning voor de gemeentelijke IPPC- en BRZO- bedrijven op zich gaan nemen. Daarnaast krijgen de RUD s het milieutoezicht op bovenlokale of complexe activiteiten. Afgesproken is om naast vergunningplichtige activiteiten ook een aantal meldingplichtige activiteiten van complexe aard aan het basistakenpakket toe te voegen. Het gaat om branches waarvan onomstotelijk vast staat dat deze complex zijn en / of een hoog risicoprofiel hebben. De provincies hebben de regie gekregen over de in te richten RUD s en deze dienen uiterlijk 1 januari 2013 ingericht en actief te zijn. Bovendien dragen de provincies al haar voormalige VROM- taken over aan deze RUD s. Gebaseerd op dit feit zijn de gemeenten Beek, Sittard-Geleen, Schinnen en Stein, aangevuld met Maastricht in eerste instantie een onderzoek gestart naar een efficiënte en effectieve vorm van samenwerking als het gaat om de uitvoering van Wabo-taken. Daartoe is een onderzoeksopdracht uitgezet bij het bureau PwC. De overige gemeenten en provincie Limburg hebben zich vervolgens bij dit onderzoek aangesloten met als eindproduct een Gemeenschappelijke regeling (GR) met bijbehorend bedrijfsplan. Deze GR is inmiddels in procedure genomen om per 1 januari 2013 te kunnen starten met de BRZO RUD- Zuid Limburg. Kwaliteitscriteria Tijdens een landelijke consultatieronde in februari 2009 hebben gemeenten aangegeven behoefte te hebben aan een set integrale kwaliteitscriteria om de kwaliteit van de uitvoering van de voormalige VROM- regelgeving te versterken. Op veel van deze voormalige VROM- terreinen zijn de afgelopen Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek

14 jaren richtlijnen en maatlatten ontwikkeld die door alle partijen die zich met de uitvoering bezig houden zijn erkend. Doel van het traject om kwaliteitscriteria te ontwikkelen is om deze richtlijnen, kwaliteitseisen en maatlatten te bundelen. De criteria gaan over het minimale kwaliteitsniveau voor een goede taakuitvoering. Het betreft kwaliteitscriteria voor de kritieke massa, waarin met name het kennis- en ervaringsniveau van de medewerker (de ambtenaar) per specialisme wordt vastgelegd. Bovendien zijn er continuïteitscriteria vastgelegd. Inmiddels is door MPE- advies een onderzoek uitgevoerd bij verschillende Zuid Limburgse gemeenten aangaande de mate waaraan deze gemeenten voldoen aan de gestelde criteria. E.e.a. zal de komende jaren zijn beslag krijgen. Gecertificeerde bouwplantoets De bouwbesluittoets is traditioneel onderdeel van de gemeentelijke bouwvergunningtoets. Het ministerie werkt aan een certificeringregeling waarmee de bouwbesluittoets ook door private partijen kan worden uitgevoerd. Dit doet het ministerie samen met marktpartijen, gemeenten en brancheorganisaties. Het gaat daarbij uitdrukkelijk niet om een verplichting bouwplannen onder certificaat te toetsen aan het Bouwbesluit, maar om de keuze voor de aanvrager zijn bouwplan door een certificaathouder of door de gemeente te laten toetsen. Voor gemeenten verschuift het accent dientengevolge naar het repressieve toezicht. Het introduceren van de gecertificeerde bouwplantoets heeft gevolgen voor de legesinkomsten, omdat bij het indienen van een aanvraag onder certificaat geen leges geheven mogen worden. Deze gevolgen kunnen momenteel niet in kaart worden gebracht. De invoering van de gecertificeerde bouwplantoets staat op de agenda voor De Omgevingswet De rijksoverheid werkt momenteel aan nieuwe wetgeving ter vervanging van de Wabo. Het betreft de Omgevingswet die mogelijk al in het 2013 in procedure zal worden genomen. Hoe deze wet er uit gaat zien en welke gevolgen e.e.a. heeft is momenteel nog niet duidelijk. 4.2 Het vervolg De werking van dit Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht blijft gehandhaafd tot het nieuwe beleidsplan is vastgesteld, ook al ligt deze datum na 31 december Het voorliggende bouwbeleidsplan zal worden gepubliceerd op de Beekse Internetsite, het weekblad, evenals BeekPlaza. Bovendien worden hand-outs uitgereikt aan brandweer, IMD-BNS en Beekse medewerkers, alsmede aan de in oprichting zijnde RUD Zuid-Limburg. Bouwbeleidsplan Omgevingsrecht Beek