Korte inhoud: Met de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), die medio 2010 in werking treedt, wordt de nieuwe omgevingsvergunning

Transcriptie

1 Onderwerp: Bouwbeleidsplan Beek Gemeente Beek " ' 10vra00081 Korte inhoud: Met de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), die medio 2010 in werking treedt, wordt de nieuwe omgevingsvergunning geïntroduceerd. De invoering van de omgevingsvergunning heeft nogal wat consequenties. Één daarvan is de aanpassing van het in februari 2008 vastgestelde bouwbeleidsplan Voor u ligt thans het nieuwe bouwbeleidsplan met daarin de noodzakelijke aanpassingen (o.a. de nieuwe werkprocessen, de vernieuwde automatisering en digitalisering) gericht op de invoering van de Wabo. Beslissing: «Instemmen met het bouwbeleidsplan zoals vervat in deze nota en de daarbij behorende bijlagen. De vaststelling van het bouwbeleidsplan bekendmaken in de Trompetter / Maas- en Geleenbode. De stukken ter kennisname voorleggen aan de commissie GGZ. De stukken toe sturen aan de VROM-Inspectie. Toelichting: 1. Inleiding. Met de Wabo (Wet algemene bepalingen omgevingsrecht), die medio 2010 in werking treedt, wordt de nieuwe omgevingsvergunning geïntroduceerd. Vergunningen voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu, flora & fauna en water worden geïntegreerd tot één vergunning. Voor burgers en bedrijfsleven betekent dit één loket voor aanvraag van en informatie over vergunningen. Er komt één aanvraag, één procedure en één bevoegd gezag. De invoering van de omgevingsvergunning heeft consequenties voor de interne processen van de gemeentelijke organisatie. Een daarvan is de noodzaak ook het in februari 2008 vastgestelde bouwbeleidsplan aan te passen. Voor u ligt thans het nieuwe bouwbeleidsplan met daarin de noodzakelijke aanpassingen, gericht op de invoering van de Wabo. 2. Probleemstelling De te beantwoorden primaire vraag is hoe het beleidsplan aan te passen, gericht op de nieuwe regelgeving. 3. Overwegingen. De gestelde doelstellingen in het bouwbeleidsplan zullen worden voortgezet. Deze waren: 1) het beleid dient te zijn gericht op de bewerkstelliging van een veilig, gezond en leefbaar woon- en werkklimaat binnen de gemeente Beek; 2) er dient efficiënt met de beschikbare capaciteit en middelen te worden omgegaan door een risicobenadering van taken, werkzaamheden en producten alsook een verbetering van de bedrijfsvoering; 3) er dient te worden geïnvesteerd in meer voorlichting en communicatie in het voortraject, om vooraf al het gewenste kwaliteitsniveau in de markt te kunnen realiseren en de primaire aansprakelijkheden neer te leggen waar ze thuishoren; 4) er dient door middel van monitoren alsook de vervaardiging van jaarverslagen en -programma's, proactief op ontwikkelingen te worden ingespeeld en waar nodig, het meerjarenbeleid te worden bijgesteld. In het nieuwe voorliggende bouwbeleidsplan zijn de werkprocessen herzien, evenals de ter beschikking staande middelen van automatisering en digitalisering en de toekomstige ontwikkelingen. Nieuw in het beleidsplan is het geïntegreerde "draaiboek sloop" en het "kwaliteitshandboek constructieve veiligheid". Belangrijkste wijzigingen a) Werkprocessen * Prestatieafspraken Bij de behandeling van vergunningaanvragen dienen, in het licht van de verhouding tussen de overheidsverantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheid van de marktpartijen, keuzes te worden gemaakt ten aanzien van de diepgang van toetsing (preventief als repressief). De wetgever heeft de technische voorschriften in het Bouwbesluit namelijk niet naar zwaarte gedifferentieerd en het is praktisch onmogelijk om alle geldende voorschriften even uitputtend te toetsen. Hiervoor ontbreken de financiële middelen en capaciteit. Bovendien vraagt niet elk bouwwerk dezelfde controle. Het is van belang tot een adequate wijze van toetsing te komen zodat de veiligheid kan worden gewaarborgd.

2 Aangezien de voorschriften uit het Bouwbesluit landelijk niet geprioriteerd waren, heeft gemeente Beek in 2005 voor elke bouwwerkcategorie een risicoanalyse uitgevoerd waarbij ten aanzien van elk toetsthema (op basis van kennis en ervaring) de vraag beantwoord is hoe groot de kans is dat een aanvraag ten aanzien van dat schema tekortschiet en wat de effecten daarvan zouden kunnen zijn. Hiermee is inzichtelijk gemaakt welke thema's bij welke bouwaanvraag risicovol zijn of niet. Naar aanleiding van het bovenstaande heeft u in 2005 een nota prestatieafspraken vastgesteld. Op basis van deze nota werden bouwvergunning preventief en repressief getoetst. De nota maakte onderdeel uit van het bouwbeleidsplan Inmiddels is er landelijk echter een "collectieve matrix" afgesproken met toetsniveaus voor alle aspecten van het Bouwbesluit en de van toepassing zijnde (sub)gebruikersfuncties. De VROM-inspectie steunt deze matrix. De Beekse matrix prestatieafspraken is bijgevolg achterhaald. Op 14 januari jl. is dan ook besloten aan te sluiten aan de landelijke matrix (zie bijlage). Processchema's De aanvraag van een omgevingsvergunning hoeft maar één vergunningsprocedure te doorlopen. Dat kan een reguliere procedure zijn of een uitgebreide procedure. Voor de reguliere procedure komen projecten in aanmerking waarbij de toestemming een min of meer gebonden karakter heeft, omdat er geen of maar in geringe mate sprake is van beoordelingsvrijheid door het bevoegd gezag. De uitgebreide procedure zal gelden voor complexe projecten, waarbij sprake is van een (vergaande) beoordelingsvrijheid. Gezien deze wijziging van proceduregang, zijn de 25 bestaande processchema's gewijzigd en geïntegreerd in één schema. b) Automatisering en digitalisering In het streven van de overheid naar deregulering en de beperking van administratieve lasten voor burgers en bedrijven speelt de digitalisering van aanvragen om vergunningen een zeer belangrijke rol. In dat kader heeft de overheid ten behoeve van de Wabo het Omgevingsloket Online (OLO) ingericht. Dit is een digitaal landelijk loket waar aanvragen voor omgevingsvergunningen kunnen worden ingediend en behandeld. Om de automatisering en digitalisering van processen te optimaliseren is op 21 oktober 2009 besloten de Wabo-applicatie PowerForms van Genetics BV aan te schaffen en deze te stroomlijnen naar onze doelstellingen, organisatiestructuur en wensen. Met behulp van PowerForms kan de uitvoering van de doelstelling van het bouwbeleidsplan worden ondersteund en kunnen de gemaakte afspraken rondom toetsing worden vertaald in checklisten en kan worden gewaarborgd dat de juiste toetsingen op het juiste moment worden uitgevoerd. Daarnaast kan PowerForms gebruikt worden om de uitvoering van het bouwbeleidsplan te monitoren en te analyseren. Aan de hand van de resultaten kan de uitvoering waar nodig verder geoptimaliseerd worden. c) Draaiboeksloop Op het gebied van sloopregelgeving is er een diversiteit aan regels welke nageleefd moeten worden. Bij sloopwerkzaamheden geldt niet alleen de gemeentelijke bouwverordening, maar ook landelijke regelgeving (bijvoorbeeld het Asbestverwijderingsbesluit 2005, het Besluit Mobiel breken bouw- en sloopafval, regeling grenswaarden voor asbest, Productenbesluit Asbest etc). Aangezien het voor betrokkenen noodzakelijk is op uniforme wijze om te gaan met de diverse regelingen, is er een draaiboek sloop opgesteld. Het draaiboek is opgenomen in het nu voorliggende bouwbeleidsplan. Na vaststelling van het bouwbeleidsplan zal conform gewerkt worden. d) Kwaliteitshandboek constructieve veiligheid Om ook op het gebied van constructieve veiligheid de kwaliteit van diensten te verbeteren, de efficiëntie van het werk te optimaliseren en uniformiteit te creëren, is er een kwaliteitshandboek constructieve veiligheid voor Zuid Limburg vastgesteld, ontwikkeld in de pilot Wabo-samenwerking Zuid Limburg. Het kwaliteitshandboek is opgenomen in het nu voorliggende bouwbeleidsplan. Na vaststelling van het bouwbeleidsplan zal conform gewerkt worden. 4. Financiële gevolgen Aan dit voorstel zijn geen financiële consequenties verbonden.

3 BOUWBELEIDSPLAN BEEK

4 INHOUDSOPGAVE: Blz. 1. Algemene inleiding 3 2. Bouwbeleid Inleiding en aanleiding Basisuitgangspunten Doelstelling Risicomanagement 4 3. Werkproces Werkprogramma ROBW Toetsprotocollen bouwplannen Draaiboek Sloop Basisregistratie adressen en gebouwen (BAG) Kwaliteitshandboek constructieve veiligheid Beleid brandveiligheid Organisatie afdeling ROBW Wettelijke taken, werkzaamheden en producten Benodigde capaciteit bouwbeleid Instrumentarium Doorkijk tot Ontwikkelingen Personele ontwikkelingen Samenwerking 12 Losse bijlagen: 1. Handhavingsbeleid gemeente Beek 2. Risicoanalyse (matrix) 3. Landelijk toezichtprotocol repressief toezicht 4. Werkproces omgevingsvergunning regulier / uitgebreid 5. Draaiboek Sloop 6. Beleid brandveiligheid 7. Kwaliteitshandboek constructieve veiligheid 8. Checklisten preventief constructie & milieu 9 Overzicht tijdsbesteding Bouwbeleidsplan Beek

5 1. Algemene inleiding In de Woningwet (artikel 100c, lid 1) is bepaald, dat het college van burgemeester en wethouders jaarlijks haar voornemen bekend moet maken over de wijze waarop en de mate waarin zij (het komende jaar) uitvoering zal geven aan de bestuursrechtelijke handhaving van de bouwregelgeving. Tevens is in de Woningwet (artikel 100c, lid 2) bepaald dat het college van burgemeester en wethouders jaarlijks verslag dient te doen aan de gemeenteraad en het ministerie van VROM van de wijze waarop zij in het voorgaande jaar uitvoering heeft gegeven aan deze bestuursrechtelijke handhaving. Thans voorliggend bouwbeleidsplan voorziet daarin. Het geeft een helder en duidelijk beeld van de werkwijze, de kwaliteit van de werkzaamheden, de prioriteitsstelling alsmede een inzicht in de capaciteiten van de organisatie en wel met name die van de afdeling bouw- en woningtoezicht. 2. Bouwbeleid Inleiding en aanleiding Naar aanleiding van het VROM- breed onderzoek (okt. - nov. 2003) en de aanbevelingen van de VROM- inspectie Zuid, is landelijk besloten om te komen tot een professionalisering van de vergunningverlening en handhaving van (bouw)regelgeving. Vorenstaande leidde onder andere tot de aanbeveling tot het opstellen van integrale bouw- en handhavingsbeleidplannen. Middels onderhavig bouwbeleidsplan zijn de door de gemeente Beek gemaakte keuzes en de gestelde prioriteiten voor eenieder inzichtelijk gemaakt en worden de werkwijzen, de kwaliteit van de werkzaamheden en de capaciteit van het bouw- en woningtoezicht geoptimaliseerd. In artikel 100 van de Woningwet is, met het oog op het algemene belang, de zorgplicht van burgemeester en wethouders voor het bouw- en woningtoezicht op het grondgebied van haar gemeente vastgelegd. Deze wettelijke taak komt er op neer dat ervoor dient te worden gezorgd dat bouwwerken veilig, gezond, bruikbaar en energiezuinig worden gebouwd en dat ook blijven. Om aan deze zorgplicht te kunnen voldoen zijn aan het college instrumenten en bevoegdheden toegekend, waaronder het verlenen van vergunningen, het houden van controle / toezicht op locatie en handhaving. In Beek zijn de wettelijke taken op dit terrein ondergebracht bij bouw- en woningtoezicht, voor wat betreft preventieve toetsing en controle / toezicht qua repressieve toetsing. Het daadwerkelijke handhaven (toepassen bestuursdwang e.d.) zijn ondergebracht bij de afdeling Bestuurszaken. E.e.a. om vergunningverlening en handhaving zowel functioneel als bestuurlijk van elkaar te kunnen scheiden. Voorliggend bouwbeleidsplan vormt samen met het bestaande handhavingsbeleid van de gemeente Beek het benodigde beleid conform de eisen van de Woningwet. 2.2 Basisuitgangspunten Bij de behandeling van vergunningaanvragen dienen, in het licht van de verhouding tussen de overheidsverantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheid van marktpartijen, keuzes te worden gemaakt ten aanzien van diepgang van toetsing (zowel preventief alsmede repressief). Net als alle andere gemeenten kan de gemeente Beek niet alles toetsen en behoort dat ook niet te doen, omdat het primaat bij de bouwer zelf ligt. Marktpartijen hebben de primaire verantwoordelijkheid om zich aan de regels te houden. De overheid kan zich daarom, mits gemotiveerd, beperken tot het toetsen van zaken die zij het risicovolst acht en dus prioriteit wenst te geven. Hierbij dient wel een bepaald adequaat niveau te worden gewaarborgd en taakverwaarlozing te worden voorkomen. Als de gemeente Beek wel integraal aan alle regelgeving zou toetsen, dan zou dat alleen al vanuit kostenoogpunt maatschappelijk onaanvaardbaar zijn. Gezien het streven tot kostendekkende c.q. kostenneutrale producten zou dit namelijk tot exorbitant hoge leges voor vergunningverlening kunnen leiden. De verantwoordelijkheid voor de naleving van de regelgeving is in de per 1 april 2007 gewijzigde Woningwet expliciet bij de marktpartijen (burgers en bedrijven) neergelegd. Marktpartijen worden Bouwbeleidsplan Beek

6 geacht bekend te zijn met de inhoud van verkregen vergunning(en), alsook de daaraan gerelateerde wet- en regelgeving en hebben de primaire verantwoordelijkheid om zich aan die wet- en regelgeving te houden. De eigen verantwoordelijkheid van de marktpartijen vormt dan ook het hoofduitgangspunt en legitimeert de gemeente Beek om invulling te geven aan de zorgplicht door zich te beperken tot het toetsen van die onderdelen van het vergunningenproces die zij belangrijk vindt. Daarbij is de aanvrager van het verzoek om vergunning verantwoordelijk voor het indienen van een correcte aanvraag. Aan de hand van die aanvraag dient de overheid te toetsen of het aannemelijk is dat deze aanvraag aan de wettelijke eisen voldoet. Door hantering van dit aannemelijkheidscriterium kan de diepgang van de toetsing van vergunningaanvragen variëren en wordt het risico expliciet bij de aanvrager neergelegd. Op die basis kan het gehele vergunningenproces worden doorlopen en zoals uit het handhavingbeleid zal blijken, ook de uitvoering van het bouwproces worden begeleid. Het bouwbeleid geeft tevens aan hoe de binnen de wet- en regelgeving aanwezige beleidsruimten worden gebruikt, rekening houdend met bestuurlijke prioriteiten, de hiervoor omschreven visie op de relatie tussen marktpartijen en overheid, risicobeheersing alsook beschikbare capaciteit. Er bestaat uiteraard een spanningsveld tussen beschikbare capaciteit en middelen aan de ene kant en het noodzakelijk adequate toetsingsniveau aan de andere kant. Dit spanningsveld noodzaakt tot het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten. 2.3 Doelstelling Ten aanzien van invulling en uitvoering van het bouwvsloopbeleid als volgt: 1) het beleid dient te zijn gericht op de bewerkstelliging van een veilig, gezond en leefbaar woon- en werkklimaat binnen de gemeente Beek; 2) er dient efficiënt met de beschikbare capaciteit en middelen te worden omgegaan door een risicobenadering van taken, werkzaamheden en producten alsook een verbetering van de bedrijfsvoering; 3) er dient te worden geïnvesteerd in meer voorlichting en communicatie in het voortraject, om vooraf al het gewenste kwaliteitsniveau in de markt te kunnen realiseren en de primaire aansprakelijkheden neer te leggen waar ze thuishoren; 4) er dient door middel van monitoren alsook de vervaardiging van jaarverslagen en - programma's, proactief op ontwikkelingen te worden ingespeeld en waar nodig, het meerjarenbeleid te worden bijgesteld Risicomanagement Zoals in paragraaf 2.2 al aangegeven, is het gelegitimeerd om bij de toetsing van vergunningsaanvragen nadere keuzes te maken en prioriteiten te stellen. E.e.a. vraagt echter wel om een zekere motivering en bestuurlijke vastlegging van keuzes en prioriteiten. Gemeente Beek heeft zich daartoe geconformeerd aan de landelijk vastgestelde "collectieve matrix prestatieafspraken". Daarnaast is het noodzakelijk om de risico's in kaart te brengen die keuzes en prioriteiten met zich meebrengen. Hierdoor wordt risicobeheersing mogelijk gemaakt en kan een adequaat risicomanagement worden gevoerd. Om e.e.a. in kaart te kunnen brengen is een risicomatrix opgesteld door de vereniging BWT in samenwerking met de VROM- inspectie (zie bijlage 2). Om te kunnen bepalen welke keuzes welke risico's met zich meebrengen, dient een grondig inzicht in de praktijk te bestaan. De vereniging BWT en de VROM- inspectie hebben dit inzicht in voldoende mate. Op basis van lokale en landelijke kengetallen alsook ervaringscijfers zijn toetsprotocollen voor vergunningen ontwikkeld, welke gebaseerd zijn op de risicomatrix. De dynamiek in de bouwpraktijk kan ertoe leiden dat bepaalde risico's die door de gemaakte keuzes onderbelicht worden op enig moment toch een groter maatschappelijk gewicht gaan krijgen waardoor beleid dient te worden bijgesteld. Zo kunnen landelijk overheidsacties (bijvoorbeeld het onderzoek naar de platte daken en de veiligheidsproblemen qua gevelbekleding en (spouw)ankers van het ministerie van VROM) een herprioritering van de gemaakte keuzes noodzakelijk maken. Risico's behoren beheersbaar en controleerbaar te zijn. Het vaststellen van de niveaus (de diepgang) waarop vergunningsaanvragen dienen te worden getoetst, de aspecten waarop dient worden getoetst en het vastleggen daarvan in protocollen maken die risico's beheersbaar. Door het werken met bestuurlijk vastgestelde toetsprotocollen zijn de interne risico's afgedekt. Daarnaast kunnen hierdoor eventuele aansprakelijkheidsstellingen worden begrensd. Het is nauwelijks of niet aan te geven wat een adequaat toetsingsniveau is. Feit is dat er ten aanzien van de toetsing van vergunningaanvragen Bouwbeleidsplan Beek

7 gemotiveerd keuzes mogen worden gemaakt en prioriteiten kunnen worden gesteld, maar dat ervoor dient te worden gewaakt niet in de sfeer van "taakverwaarlozing" terecht te komen. Wanneer daar sprake van is, valt niet in algemene bewoordingen te zeggen. De praktijk is daarvoor te casuïstisch. 3. Werkproces 3.1 Werkprogramma ROBW Toetsprotocollen bouwplannen De toetsprotocollen voor de vergunningaanvragen zijn al enkele keren genoemd. In deze paragraaf wordt de achterliggende systematiek van deze protocollen uitgelegd. Het doel van het werken met toetsprotocollen kan als volgt worden weergegeven: Stapi Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 De vergunningsaanvraag komt binnen. De intaker vult in het geautomatiseerd systeem de kenmerken van de vergunningaanvraag in. Het systeem sorteert alleen de toetsregels die toepasselijk zijn bij het beleidsmatig vastgestelde toetsniveau bij de betreffende aanvraag. De uitkomst is een analoge en digitale checklist die wordt gebruikt als geheugensteun bij de toetsing. De checklist wordt door de behandelende ambtenaar ondertekend en gaat als een begeleidingsformulier in het dossier. Het bestuur of de VROM- Inspectie kan achteraf nagaan wat er is getoetst en op welk niveau. In januari 2010 is besloten CKB-online (Collectieve Kwaliteitsnormering Bouwvergunningen) aan te schaffen om bovenstaand ideaalbeeld te realiseren. Met deze webapplicatie kan een bouwplanaanvraag volledig getoetst worden aan de eisen van het Bouwbesluit. Met deze methode wordt het toetsprotocol transparant gemaakt en kan achteraf aangetoond worden wat en met welke intensiteit getoetst is. De kern van het Toetsprotocol CKB-online is een stelsel van uniforme, digitale checklisten voor de 32 meest voorkomende bouwplanaanvragen. De checklisten zijn gekoppeld aan het collectief (landelijk) afgesproken toetsniveau. De Vereniging BWT Nederland beheert de systematiek en de checklistgenerator van CKB-online en zorgt ervoor dat database met toetsregels periodiek wordt aangepast aan wijzigende wet- en regelgeving. Zo blijft Toetsprotocol CKB-online altijd actueel. Bovendien wordt het programma aanbevolen in het KOMO Procescertificaat BRL 5019 voor "Bouwplantoetsing aan het Bouwbesluit". Landelijk zijn er vier verschillende toetsingsniveaus afgesproken: 1. snel toetsen; 2. visueel toetsen; 3. representatief toetsen; 4. integraal toetsen. Niveau 1 - snel toetsen Gecontroleerd wordt of de globale uitgangspunten op de stukken, die zijn aangeleverd om het desbetreffende aspect te kunnen toetsen, in voldoende mate en in samenhang zijn weergegeven. Voorbeeld toetsen op niveau 1: Bij een bouwplan zal worden gekeken of er een daglichtberekening aanwezig is, of het gebouw is opgedeeld in verblijfsgebieden en verblijfsruimtes, of er een trap is etc. Bouwbeleidsplan Beek

8 Niveau 2 - visueel toetsen Centrale vraag is of de uitgangspunten kloppen en of de uitkomsten aannemelijk lijken. Er wordt gecontroleerd of de uitgangspunten op de stukken aangeleverd om het betreffende aspect te kunnen toetsen in de juiste vorm zijn. Van ieder te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten plausibel zijn, zonder de berekening inhoudelijk te controleren. Voorbeeld toetsen op niveau 2: Bij een daglichtberekening zal wel worden gecontroleerd of er is gekeken naar het netto glasoppervlak en eventueel aanwezige belemmeringen en/of overstekken, maar wordt de berekening niet inhoudelijk gecontroleerd. Bij een ventilatieberekening zal er wel worden gecontroleerd of de capaciteit per m 2 vloeroppervlak juist is en of de aan en afvoervoorzieningen aanwezig zijn, maar wordt de berekening wederom niet inhoudelijk gecontroleerd. Niveau 3 - representatief toetsen Bij het toetsen op niveau 3 gaat het om het controleren van de belangrijkste onderdelen, gecontroleerd wordt of de uitgangspunten op de stukken aangeleverd om het betreffende aspect te kunnen toetsen in de juiste vorm zijn. Van ieder te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en of de uitkomsten plausibel zijn. De belangrijkste berekeningen worden gecontroleerd danwei nagerekend. De na te rekenen aspecten worden bepaald op basis van de resultaten van de visuele toets. Voorbeeld toetsen op niveau 3: Bij een daglichtberekening worden niet alle verblijfsgebieden/ruimtes gecontroleerd, maar enkele ruimtes waarvan de verwachting is dat deze ruimten kritiek zijn. Bij de controle van een riolering wordt bijvoorbeeld alleen de badkamer gecontroleerd. Bij de controle van de trappen worden slechts enkele trappen gecontroleerd. Ook wordt als representatief toetsen beschouwd het geheel toetsen van 1 type woning bij een complex van verschillende types woningen. Niveau 4 - integrale toets Bij de integrale toets wordt gecontroleerd of de uitgangspunten op de stukken aangeleverd om het betreffende aspect te kunnen toetsen in de juiste vorm zijn. Van ieder te toetsen aspect wordt nagegaan of de uitgangspunten juist zijn en worden de uitkomsten gecontroleerd/nagerekend. Voorbeeld toetsen op niveau 4: Bij het toetsen van het bouwplan vindt er een controle plaats van op tekening vermelde afmetingen, controle of deze afmetingen overeen komen met de in de berekening vermelde gegevens, het narekenen van berekeningen, het natrekken van hoeveelheden etc Draaiboek sloop Ook op het gebied van sloopregelgeving is er een diversiteit aan regels welke nageleefd moeten worden. Bij sloopwerkzaamheden geldt niet alleen de gemeentelijke bouwverordening, maar ook landelijke regelgeving (bijvoorbeeld het Asbestverwijderingsbesluit 2005, het Besluit Mobiel breken bouw- en sloopafval, regeling grenswaarden voor asbest, Productenbesluit Asbest etc). Aangezien het voor betrokkenen noodzakelijk is op uniforme wijze om te gaan met de diverse regelingen, is er een draaiboek sloop opgesteld, onderdeel uitmakend van dit bouwbeleidsplan. In dit draaiboek wordt de landelijke en lokale regelgeving rond sloopwerken integraal onder de loep genomen. Het aspect 'asbestverwijdering' speelt hierbij een belangrijke rol. Het draaiboek geeft inzicht in samenhang van procedures en vergunningverlening rond sloopwerken, met als doel: het verbeteren van de informatie rond slopen en vooral asbestverwijdering; het verbeteren van het controle/toezicht op asbestverwijdering;» het vergroten van de veiligheid bij sloopwerkzaamheden; «het bewuster omgaan met afvalstoffen; het zoveel mogelijk hergebruiken van afvalstoffen; het beschermen van nabij gelegen bouwwerken e.d. Na de inwerkingtreding van de Wabo veranderen de processchema's en de procedures met betrekking tot de sloopregelgeving. Deze procedures en processchema's worden opgenomen in het Bouwbeleidsplan Beek

9 traject van automatisering en digitalisering van de Wabo. Het draaiboek als zodanig zal derhalve met de inwerkingtreding van de Wabo komen te vervallen Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) Sinds 1 juli 2009 is de wet BAG van kracht. Op grond van deze wet moeten gegevens van vastgoedobjecten centraal (landelijk) worden geregistreerd. Alle overheden (Rijk, Provincie, gemeenten, belasting etc.) zijn verplicht hieraan mee te werken en zijn verplicht om bij het uitvoeren van haar taken er gebruik van te maken. De registratie van gegevens van vastgoedobjecten vraagt ook de nodige aandacht en inzet van de afdeling bouw- en woningtoezicht. Het grootste deel van de te registreren gegevens maken deel uit van de registratie en behandeling van aanvragen om vergunning, alsmede het toezicht en handhaving van verleende vergunningen. Inhoudelijk verandert er dien aangaande weinig, echter nieuw is wel dat geregistreerde bestaande gegevens goed moeten worden gecontroleerd en/of afwijkingen moeten worden gemeld bij de beheerder van de BAG. In welke mate de uitvoering van de BAG gevolgen heeft voor de werkzaamheden van bouw- en woningtoezicht is nog niet bekend. De uitvoering van de BAG zal bij de tijdsbesteding 2011 geëvalueerd worden Kwaliteitshandboek constructieve veiligheid Om ook op het gebied van constructieve veiligheid de kwaliteit van diensten te verbeteren, de efficiëntie van het werk te optimaliseren en uniformiteit te creëren, is er een kwaliteitshandboek constructieve veiligheid voor Zuid Limburg vastgesteld, ontwikkelt in de pilot Wabo-samenwerking Zuid Limburg. Het kwaliteitshandboek maakt onderdeel uit van het ' thans voorliggende bouwbeleidsplan Aanvullend op het kwaliteitshandboek heeft gemeente Beek een checklist statische constructies (zie bijlage), om constructiefouten zoveel mogelijk te voorkomen Beleid brandveiligheid In het streven van de overheid naar deregulering en de beperking van administratieve lasten voor burgers en bedrijven heeft geleid tot het in 2008 invoeren van het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken cq. het Gebruiksbesluit. Met de invoering van het Gebruiksbesluit zijn de brandveiligheidseisen voor bouwwerken in alle gemeenten gelijkgesteld. De bedrijven moeten nu zelf aan de hand van algemene regels beoordelen of de brandveiligheid van het door haar/hem gebruikte bouwwerk(en) is gewaarborgd. De gemeente mag alleen het brandveilige gebruik achteraf controleren. Gemeente Beek heeft de uitvoering van het Gebruiksbesluit opgedragen aan de regionale Brandweer Zuid Limburg. De constructieve veiligheid en de brandveilige uitvoering van bouwwerken is vastgelegd in het Bouwbesluit. Deze zaken worden dan ook middels de bestuursrechtelijke handhaving van de bouwregelgeving (Woningwet) gewaarborgd en is een taak van bouw- en woningtoezicht. Om de kwaliteit van vergunningverlening en handhaving te verbeteren, te optimaliseren en te uniformeren is er een beleid brandveiligheid voor alle Zuid-Limburgse gemeenten opgesteld. Het beleid brandveiligheid maakt onderdeel uit van het thans voorliggende bouwbeleidsplan. De bijlagen behorende bij het beleid brandveiligheid zijn nog ontwikkeling. Genoemde bijlagen zullen nadien toegevoegd worden aan het bouwbeleidsplan. Het betreft in deze sec uitwerking en geen beleidsmatig vraagstuk meer aan. Bouwbeleidsplan Beek

10 3.3 Organisatie afdeling Ruimtelijke Ordening Bouwen en Wonen De organisatie van ROBW is sterk productgericht en ingericht rondom de kerntaken c.q. de reguliere taken. De situatie per 1 juli 2010 (datum inwerkingtreding Wabo) is als volgt: Afdelingshoofd ROBW I Technische medewerker BWT 3,0 fte X Bouw- en woningtoezicht I I Ruimtelijke Ordening 1 Administratief - juridische medewerkers BWT 1,8 fte I Economische zaken I Grondgebtedzaken De in dit organogram opgenomen cijfers staan voor het totale aantal beschikbare fte's voor de uitvoering van het bouwbeleidsplan per 1 maart In dit plan wordt bij één fte uitgegaan van 1375 productieve uren per jaar (uren voor verlof, ziekte, overleg, opleiding e.d. zijn hierin niet meegerekend). Hierbij dient te worden opgemerkt dat diverse medewerkers van Bouw- en woningtoezicht deels zijn belast met taken die buiten dit bouwbeleidsplan vallen, zoals bijvoorbeeld het beheer van de begraafplaatsen. Met betrekking tot het specifieke taakveld milieu kan worden opgemerkt dat dit extern, bij de Intergemeentelijke Milieudienst Beek-Nuth-Stein (de IMD BNS), is weggezet. Milieu is niet in het organogram opgenomen; evenals de Regionale Brandweer Zuid Limburg, waarvan onder meer diensten worden ingewonnen met betrekking tot de verlening van bouw- en gebruiksvergunningen alsook het toezicht op gebruiksvergunningen. 3.3 Wettelijke taken, werkzaamheden en producten Na analyse van de praktijk kunnen de volgende taken, producten en werkzaamheden onder het bouwbeleid worden geschaard: Aansturing/coördinatie: 01 Aansturing / coördinatie Informatieverstrekking: 01. Informatieverstrekking balie (mits noodzakelijk) 02. Informatieverstrekking telefonisch 03. Principeverzoeken / vooroverleg Vergunningen: 01. Welstandsaanvraag of schetsplan; wel of niet leidend tot een vergunningaanvraag 02. Aanvragen omgevingsvergunning regulier 03. Aanvragen omgevingsvergunning uitgebreid 04. Gebruiksmeldingen Gebruiksbesluit Beleid/juridische ondersteuning 01 Juridische controle / kwaliteitszorg en maken / herzien beleid 02 Verordeningen en beleidszaken; waaronder de implementatie en consequenties van de omgevingsvergunning (Wabo) 03 Bezwaar en beroep (vergunning gerelateerd e.d.) Overig 01. CBS- informatie e.d. Bouwbeleidsplan Beek

11 Publicaties Archivering Ondersteuning Commissie Ruimtelijke Kwaliteit (welstandcommissie) Advisering drank- en horeca Advisering BIBOB Advisering WMO Advisering en ondersteuning bestuur / andere afdelingen Participatie projecten; los van vergunningaanvragen Advisering bestemmingsplannen Calamiteiten Applicatiebeheer en implementatie nieuwe software Administratie algemeen (monitoren) Dit overzicht verschaft op hoofdlijnen een vrijwel dekkend, maar geen uitputtend beeld van de reguliere taken, werkzaamheden en producten van Bouw- en woningtoezicht met betrekking tot het vergunningenbeleid. 3.4 Benodigde capaciteit bouwbeleid Op basis van landelijke kengetallen, eigen kengetallen en ervaringscijfers is voor elke taak, werkzaamheid of product de gemiddeld, noodzakelijke capaciteitsbehoefte in kaart gebracht. Omdat vergunningaanvragen zich daar, qua landelijk en lokaal beschikbare gegevens het beste voor lenen en bovendien het grootste beslag leggen op de capaciteit zijn die diepgaand geanalyseerd, door voor elke bouwwerkcategorie een protocol te ontwikkelen met betrekking tot aard en diepgang van de toetsing van de vergunningaanvragen. Door deze exercitie is inzicht ontstaan in de benodigde capaciteit voor de uitvoering van het vergunningenbeleid c.q. bovengenoemde taken, werkzaamheden en producten gebaseerd op het afdelingsplan ROBW (welke wederom weer is gebaseerd op het urenoverzicht uit bijlage 9). Product Aansturing/coördinatie 01 Aansturing/coördinatie Subtotaal: Informatieverstrekking 01. Inlichtingen derden 02. Vooroverleg Subtotaal: Verg unningen Welstand Aanvragen omgevingsvergunning ^ ,00 Aanvragen omgevingsvergunning > ,00 tot ,00 Aanvragen omgevingsvergunning vanaf ,00 Aanvragen omgevingsvergunning sloop Aanvragen omgevingsvergunning monument Aanvragen omgevingsvergunning Gebruiksbesluit Administratieve werkzaamheden agv vergunningen Administratieve werkzaamheden agv Ruimtelijke Ordening Toezicht werken ,00 Toezicht werken > ,00 tot ,00 Toezicht werken vanaf ,00 Oplevering nieuwbouw Controle illegale bouw Controle berekeningen (constructie, EPC e.d.) Overleg/advies brandweer Subtotaal: Totaal aantal uren 412,50 412,50 158,00 140,00 298,00 130,00 376,00 350,00 240,00 100,00 30,00 100,00 900,00 120,00 188,00 280,00 150,00 114,00 69,00 470,00 192, ,00 Fte. 0,3 0,2 2,8 Bouwbeleidsplan Beek

12 Beleid/juridische ondersteuning 01 Juridische controle en kwaliteitszorg 02 Verordeningen/beleidszaken/BAG/WABO 03 Bezwaar en beroep (vergunningen) Subtotaal: Overig 01. CBS- informatie 02. Klachten 03. Archivering 04. Technisch advies nieuwbouw, gem. monumenten, W&O 05. Advisering drank- en horeca 06. Advisering WMO 07 Huisnummering, straat- en plaatsnamen 09. Applicatiebeheer (PowerForms, OLO) 10. Overige infovergaring/verstrekking 11. Werkzaamheden a.g.v. de BAG Subtotaal: Totaal: 141,50 808,00 222, ,5 45,00 396,00 195,00 150,00 20,00 397,50 61,00 740,00 40,00 124, , ,5 0,85 1,5 5,65 In bovenstaande tekst is al even bij de beschikbare capaciteit stilgestaan. Indien het daarbij gepresenteerde plaatje, sec voor het bouwbeleid, verder wordt uitgewerkt, ontstaat (per 1 maart 2010) het volgende beeld: Functie Afdelingshoofd (LB) Juridisch beleidsmedewerker (PA) Administratief medewerker (JH) Bouwinspecteur 1 [RK] Bouwinspecteur 2 [MM] Bouwinspecteur 3 [WvdW] fte Aansturing en coördinatie in fte Informatieverstrekking en Vergunningen in fte Beleid/juridische ondersteuning in fte Overig in fte , Totaal Beschikbaar: N.B. Indien in deze kolom ergens geen 1,0 fte is genoemd betreft het een parttime medewerker en/of een medewerker dan wel extern die deels met buiten het bouwbeleidsplan vallende taken en werkzaamheden is belast (zoals het beheer begraafplaats e.d.). Onderdeel Aansturing en coördinatie Informatieverstrekking en Vergunningen Benodigd 0,3 3,0 Beschikbaar 0,3 2,4 Verschil 0 0,6 Beleid en juridische ondersteuning Overig Totaal: 0,85 1,5 5,65 0,9 1,4 5,00-0,05 0,1 0,65 Uit bovenstaande tabellen kunnen we reeds concluderen dat er nog een verschil is tussen de benodigde en de beschikbare uren. Wetende dat in na implementatie van de Wabo en de BAG. de uren welke nu aeïnvesteerd worden in de ontwikkelina en het applicatiebeheer er van weer vrij komen/minder worden, e.e.a. het bovenstaande verschil weer zal verminderen. Bouwbeleidsplan Beek

13 3.5 Instrumentarium In het streven van de overheid naar deregulering en de beperking van administratieve lasten voor burgers en bedrijven speelt de digitalisering van aanvragen om vergunningen een zeer belangrijke rol. In dat kader heeft de overheid ten behoeve van de Wabo het Omgevingsloket Online (OLO) ingericht. Dit is een digitaal landelijk loket waar aanvragen voor omgevingsvergunningen kunnen worden ingediend en behandeld. Om de automatisering en digitalisering van processen te optimaliseren is op 21 oktober 2009 besloten de Wabo-applicatie PowerForms van Genetics BV aan te schaffen en deze te stroomlijnen naar onze doelstellingen, organisatiestructuur en wensen. De toetsing van aanvragen aan het Bouwbesluit wordt ondersteund door gebruik te maken van de toepassing CKB-online die is gekoppeld aan PowerForms. Met behulp van PowerForms kan de uitvoering van de doelstelling van het bouwbeleidsplan worden ondersteund en kunnen de gemaakte afspraken rondom toetsing worden vertaald in checklisten en kan worden gewaarborgd dat de juiste toetsingen op het juiste moment worden uitgevoerd. Daarnaast kan PowerForms gebruikt worden om de uitvoering van het bouwbeleidsplan te monitoren en te analyseren. Aan de hand van de resultaten kan de uitvoering waar nodig verder geoptimaliseerd worden. 4. Doorkijk tot Ontwikkelingen Er zijn landelijk voortdurend ontwikkelingen gaande die gevolgen zouden kunnen hebben voor het capaciteitsbeslag van ROBW. We noemen de komst van de gecertificeerde bouwplantoets, de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD) en het vastleggen van kwaliteitscriteria voor alle Wabo-taken. Regionale Uitvoeringsdiensten Rijk, IPO en VNG hebben op 10 juni jl. overeenstemming bereikt over de uitvoering van de Wabo en de handhaving en toezicht van de VROM-taken (de packagedeal). Samenvattend staat in dit principeakkoord dat de RUD's de voorbereiding van het milieudeel van de omgevingsvergunning voor de "gemeentelijke IPPC- en BRZO-bedrijven" op zich gaan nemen. Daarnaast krijgen de RUD's het milieutoezicht op bovenlokale of complexe activiteiten. Afgesproken is om naast vergunningplichtige activiteiten ook een aantal meldingplichtige activiteiten van complexe aard aan het basistakenpakket toe te voegen. Het gaat om branches waarvan onomstotelijk vast staat dat deze complex zijn en / of een hoog risicoprofiel hebben. De provincies krijgen de regie over de in te richten RUD's en deze zijn uiterlijk 1 januari 2012 ingericht en actief. Bovendien dragen de provincies al haar VROM-taken over aan deze RUD's. Door de invoering van de Wabo (waarschijnlijk per 1 juli 2010) wordt de provincie bij een aantal bedrijven reeds bevoegd gezag voor de te verlenen omgevingsvergunningen. Voor de gemeente Beek betreft het echter (vooralsnog) een verwaarloosbaar percentage van de hoeveelheid jaarlijkse vergunningsaanvragen op het gebeid van bouwen, slopen, aanleggen en kappen. Kwaliteitscriteria Tijdens een landelijke consultatieronde in februari 2009 hebben gemeenten aangegeven behoefte te hebben aan een set integrale kwaliteitscriteria om de kwaliteit van de uitvoering van de VROM regelgeving te versterken. Op veel VROM terreinen zijn de afgelopen jaren richtlijnen en maatlatten ontwikkeld die door alle partijen die zich met de uitvoering bezig houden zijn erkend. Doel van het traject om kwaliteitscriteria te ontwikkelen is om deze richtlijnen, kwaliteitseisen en maatlatten te bundelen. De criteria gaan over het minimale kwaliteitsniveau voor een goede taakuitvoering. Het betreft kwaliteitscriteria voor de kritieke massa, waarin met name het kennis- en ervaringsniveau van de medewerker (de ambtenaar) per specialisme wordt vastgelegd. Bovendien zijn er continuïteitscriteria vastgelegd. De provincie Limburg zal een onderzoek starten bij alle Zuid Limburgse gemeenten aangaande de mate waaraan deze gemeenten voldoen aan de gestelde criteria. Bouwbeleidsplan Beek

14 Gecertificeerde bouwplantoets De Bouwbesluittoets is traditioneel onderdeel van de gemeentelijke bouwvergunningtoets. VROM werkt aan een certificeringsregeling waarmee de Bouwbesluittoets ook door private partijen kan worden uitgevoerd. Dit doet VROM samen met marktpartijen, gemeenten en brancheorganisaties. Het gaat daarbij uitdrukkelijk niet om een verplichting bouwplannen onder certificaat te toetsen aan het Bouwbesluit, maar om de keuze voor de bouwaanvrager zijn bouwplan door een certificaathouder of door de gemeente te laten toetsen. Voor gemeentes verschuift het accent dientengevolge naar het repressieve toezicht. Foto's Voor toezicht en handhaving leveren foto's van toen en nu in het kader van bewijsvoering een onmisbare bijdrage. Ook hiervoor worden doorlopend nieuwe technieken ontwikkeld die een efficiëntere handhaving mogelijk maken. Denk bijvoorbeeld aan satellietfotografie. Het voordeel daarvan is dat na een interval in de tijd diverse momentopnamen van dezelfde objecten met elkaar vergeleken kunnen worden waardoor toezicht vanachter het bureau mogelijk wordt en "buiten" gerichter, dus efficiënter, toezicht kan worden gehouden. E.e.a. vraagt om investeringen in hardware en software. 4.2 Personele ontwikkelingen Uit het capaciteitsoverzicht kan worden geconcludeerd dat de benodigde capaciteit en de beschikbare capaciteit (personeelsbezetting) als voldoende kan worden gezien, gebaseerd op de collectieve matrix en op huidige kennis en inzichten. Uiteraard is het niet helder wat de toekomst gaat brengen. Als blijkt uit monitoring c.q. toekomstige ontwikkelingen dat een wijziging noodzakelijk is, zal e.e.a. in het voorliggende beleidsplan opnieuw moeten worden overwogen. 4.3 Samenwerking Uiteraard is de totstandkoming van het Bouwbeleidsplan afgestemd met de Provincie, regiogemeenten etc. De voordelen daarvan zijn evident. Ten aanzien van de verdere uitwerking van het handhavingsbeleid vindt nog steeds regelmatig regionaal ambtelijk overleg plaats om kennis en ervaringen uit te wisselen. In de toekomst zal blijken dat gemeente Beek zelfstanding niet kan voldoen aan de kwaliteitscriteria zoals gesteld in paragraaf 4.1. Wanneer een gemeente niet kan voldoen aan de minimale eisen aangaande de kritieke massa, zal een keuze gemaakt moeten worden uit verschillende opties, te weten: Wabo-taken overdragen aan de RUD Zuid Limburg; Aanvullende capaciteit inhuren bij externe bureaus; Aantal gemeentelijke fte's uitbreiden; Samenwerken met meerdere gemeenten, bijvoorbeeld op niveau Westelijke Mijnstreek. Het aansluiten bij een Regionale Uitvoeringsdienst of een samenwerkingsverband op Westelijke Mijnstreek niveau kan mogelijk efficiënter en daadkrachtiger werken en is wellicht minder kwetsbaar. Bouwbeleidsplan Beek