WATERSCHAP PEEL EN MAASVALLEI BESLUITENLIJST VERGADERING COMMISSIE BESTUUR EN MIDDELEN d.d. 28 maart 2007 Aanwezig: - VOORZITTER: - - LEDEN:

Transcriptie

1 WATERSCHAP PEEL EN MAASVALLEI BESLUITENLIJST VERGADERING COMMISSIE BESTUUR EN MIDDELEN d.d. 28 maart Aanwezig: - VOORZITTER: - - LEDEN: G. Aldag G.J.M. Billekens,, H.E.G. Frenken, P.C.M. Freij, J.A.M. de Hoon, P.F.G. Janssen, J.A.M.M.J. Peeters, L.J.M. Rooskens, P.J.M. Vogels, P.W Willekens. - - SECRETARIS: - - ADVISEURS: Afwezig met kennisgeving: No. Omschrijving 1. Onderwerp: 2. Onderwerp: 3. Onderwerp: Besluit: toegevoegd Onderwerp: Besluit: J.W.H. van den Broek W. Evers, secretarisdirecteur; M. van Roy, coördinator financiën G. Anninga, stafmedewerker P&C L.J.G.M. Heldens, R.E.W.M. Dupont G.P. Roelofs, A.W.M. Kersten Opening. Ter kennisname aan agenda toevoegen de 4 e kwartaalrapportage van WBL. Dhr. Aldag opent als waarnemend voorzitter de vergadering. Afmelding is ontvangen van de heren Kersten, Dupont, Heldens en Roelofs. Spreekrecht publiek. Wordt geen gebruik van gemaakt. Vaststelling besluitenlijst commissievergadering 7 februari. Vaststellen. De commissie heeft de besluitenlijst, inclusief bijbehorende actielijst vastgesteld met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. Dhr. Frenken merkt op dat toegezegd is een notitie over de rekenkamerfunctie. Die notitie is er nog niet. Dhr. Evers meldt dat de notitie in de volgende commissievergadering komt, nu is prioriteit aan de voorjaarsnota gegeven. Ook de notitie over centrale inkoop komt de volgende vergadering aan de orde. 4 e MARAP 2006 Waterschapsbedrijf Limburg. Ter kennisname. De commissie heeft kennis genomen van de rapportage. De voorzitter stelt dat niemand van het WBL is uitgenodigd voor deze vergadering. De belangrijkste punten zijn in de vorige vergadering, bij bespreking van de 3 e MARAP aan de orde geweest. Het resultaat is wat hoger dan verwacht, dit hangt samen met het later in het jaar uitvoeren van investeringen. Het resultaat van 2006 schept verwachtingen voor de begroting Dhr. Frenken merkt op dat sprake is van een erg laag ziekteverzuim. Dat is goed. Ook merkt hij op dat er nog behoorlijk wat vorderingen uit voorgaande jaren staan. Deze kun je ook verkopen. Is daar over nagedacht. De voorzitter antwoordt dat dit niet aan de orde is geweest. Wel wordt een en ander opgeschoond door het oninbaar verklaren van vorderingen die niet meer geïnd kunnen worden. Dhr. De Hoon stelt dat mensen jaarlijks opnieuw om kwijtschelding moeten verzoeken. Bij gemeenten gaat dat automatisch, waarom niet bij WBL? Dhr. Evers antwoordt dat gemeenten dit in een aantal gevallen kunnen doen omdat ze beschikken over de noodzakelijke gegevens vanuit bijv. de sociale dienst. WBL heeft deze gegevens niet. Daar komt bij dat het van belang is dat gegevens worden geverifieerd. Hij zal het punt wel meenemen naar de unit heffingen om te bezien welke mogelijkheden bestaan om het kwijtscheldingsproces te vereenvoudigen. Dhr. Frenken vraagt of er ontwikkelingen zijn op het punt van 1

2 energiebesparing. De voorzitter antwoordt dat dit punt nadrukkelijk de aandacht heeft bij WBL en onderzocht wordt. Concrete resultaten zijn er nog niet. Tot slot deelt hij mee dat hij verwacht dat de jaarrekening 2006 hetzelfde beeld te zien zal geven dan de 4 e MARAP. 4. Onderwerp: Besluit: Voorjaarsnota. Ter advisering. De commissie brengt geen advies uit ter zake de kaders ten behoeve van de begroting 2008 en adviseert ter zake de inzet van de 8 miljoen van de Waterschapsbank deze te benutten voor het dempen van tarieven. De voorzitter geeft aan dat de commissie wordt gevraagd te adviseren over de in de voorjaarsnota opgenomen uitgangspunten waarmee het dagelijks bestuur en de ambtelijke organisatie een kader hebben waarbinnen de begroting 2008 kan worden voorbereid. Op blz. 3 is een tijdsplanning van de begrotingsbehandeling opgenomen. Dit om te bereiken dat de AB-leden ook bij de stemming nog aanwezig zijn. Bij de behandeling in 2006 bleek dat een aantal leden te weinig tijd had gereserveerd voor de begrotingsbehandeling en voortijdig de vergadering moest verlaten. Dhr. Willekens geeft complimenten voor het stuk, het leest makkelijk en toont openheid. De buitenwereld wordt naar binnen gehaald. Dit zal consequenties hebben voor hoe de organisatie dit intern moet oppakken. De afstand tussen het ambtelijk apparaat en bestuur v.v. moet verkleind worden. Hoe denkt het dagelijks bestuur hier invulling aan te geven? In het financieel deel is een aantal zaken genoemd dat grote invloed op de begroting heeft. Als voorbeeld noemt hij de onderuitputting van kapitaallasten. Hoe komt het dat niet alle plannen tot uitvoering komen? Verder wordt in de voorjaarsnota gewezen op de meevaller van de Waterschapsbank van 8 miljoen. Dit zal invloed op de belastingstijging hebben. Is dit bedrag al betrokken bij het genoemde stijgingspercentage van 3,5? Wat betekent nieuw beleid (Nieuw Limburgs Peil) voor oud beleid. Wat kan vervallen en welke financiële consequenties heeft dat? De einddatum voor de KRW is verschoven van 2015 naar Wat betekent dit voor ons investeringsbeleid? Nieuw Limburgs Peil is ambitieus en zal leiden tot hogere investeringen. Wat zijn de consequenties voor de heffingen? Er moet meer overzicht zijn in de aanleidingen voor de kostenverhogingen en de meevallers. Dhr. Freij vindt het een helder en compact stuk. Hij vraagt naar de achtergrond van de vraag van dhr. Willekens terzake de afstand ambtelijk apparaat en bestuur. De nota geeft een sterke stijging van de kapitaalslasten te zien. Kan dit niet meer evenredig plaatsvinden? In de nota worden de gemeentelijke waterplannen genoemd. Het waterschap zou op dat punt pro-actiever moeten optreden. Dhr. De Hoon complimenteert het dagelijks bestuur en de organisatie met de nota en sluit zich aan bij de vragen en opmerkingen van dhr. Willekens. Spreker had graag een nadere toelichting op het inflatiecijfer en vraagt hoe de 8 miljoen ingezet gaat worden. Verder vraagt hij hoe we de investeringen in de hand kunnen houden. Dhr. Frenken merkt op dat het IWBP met 2 jaar wordt verlengd. Vinden nog aanpassingen plaats en wanneer worden die met het AB besproken? Hij mist in het stuk de wensen die het AB bij de behandeling van de begroting heeft gemaakt. Uitgaan van een inflatiepercentage van 3,7 vindt hij niet reëel. De jaarrekening 2005 liet een overschot zien, er was dus te hoog begroot. Ook de rekening 2006 zal een overschot te zien geven, waarom wordt dan toch voorgesteld uit te gaan van een stijging met 3,5%? Spreker heeft begrepen dat de staatssecretaris een bedrag van 4,4 miljoen zou bijdragen aan het Maasdal\Zandmaas. Hoe zit dit? Het investeringsvolume stijgt van 5,5 naar 6,5 miljoen per jaar. Uit de tabel op blz. 30 volgt een 2

3 volume van 7,2 miljoen. Hoe zit dit? De voorzitter merkt op dat daarin ook 0,7 miljoen bedrijfseigen investeringen zitten. Het volume van 6,5 heeft betrekking op de watersysteem- en waterkeringsinvesteringen. Mevr. Peeters geeft complimenten voor het stuk. Haar is niet duidelijk waarom uitgegaan moet worden van een inflatiepercentage van 3,7. Dhr. Billekens merkt op dat de KRW-inspanningen doorschuiven tot Wanneer zijn we klaar met investeren? Uit de nota blijkt niet welke kosten we moeten maken vanwege de klimaatveranderingen. Deze kosten zouden op de vervuilers verhaald moeten worden en niet voor rekening van het waterschap moeten komen. Dhr. Vogels merkt op dat de kostenstijging wordt verbonden aan externe factoren. Beter zou het zijn die te koppelen aan onze eigen ambitie. De loonkostenstijging bestaat uit CAO-loonstijging en periodieken. Dit laatste duidt op vergrijzing. Daar moet iets aan gebeuren. In de nota wordt het aantal fte van 160 genoemd. Hoe verhoudt zich dat tot de huidige situatie? In de nota komt erg zwak tot uitdrukking de motivering voor de prijsstijging. Op blz. 24 is aangegeven dat het beoogde effect van het thema watersysteem op orde: herstelde watersystemen, kennelijk is het leveren van een bijdrage aan een gezonde leefomgeving. Met die onderbouwing van de kostenstijging gaat spreker niet graag naar buiten. Dhr. Rooskens onderschrijft de eerder gegeven complimenten. Hij stelt voor voor wat betreft het inflatiecijfer aan te sluiten bij dat van de gezinsconsumptie. Hij vraagt voorts om het Algemeen Bestuur wat te kiezen te geven bij de vaststelling van de begroting. Er zouden alternatieven voorgelegd kunnen worden. Ten aanzien van de 8 miljoen stelt hij voor deze in te zetten voor het drukken van de tarieven. Voorts vraagt hij inzicht in de effecten van kwaliteitsverbetering en efficiencyverbetering in de bedrijfsvoering. Wat levert dat op aan fte s? De voorzitter geeft aan dat de afstand tussen ambtelijk apparaat en bestuur als een zorgpunt wordt gezien. Dhr. Evers merkt op dat we anders met de omgeving omgaan dan voorheen. Het bestuur wil invloed op de relatie met de omgeving hebben en moet in dat kader dicht bij het ambtelijk apparaat staan. De voorzitter stelt dat het van belang is dat er één bestuursgeluid richting organisatie gaat. Dhr. Evers onderschrijft dit en geeft aan dat het niet bestaan van eenduidigheid het werken door de organisatie belemmert. De voorzitter is van mening dat zowel bestuurders als ambtenaren dienen te handelen conform genomen bestuursbesluiten. Dhr. Freij is van mening dat het bestuur op afstand moet besturen en dat genomen besluiten conform uitgevoerd moeten worden. De directeur is de linking pin tussen bestuur en organisatie. Hij stelt vast dat er kennelijk frictie is tussen bestuur en ambtelijk apparaat. Dhr. Willekens geeft aan dat hij betrokken is geweest bij de grootschalige bijeenkomsten in het kader van het organisatieontwikkelingstraject. Hij heeft goed geluisterd en is geschrokken van de signalen van beleidsambtenaren over de afstand tot het bestuur. Bestuurders zouden meer hier aanwezig moeten zijn. De voorzitter geeft aan dat er geen portefeuillehouderschap bestaat, dat maakt het lastiger. Dhr. Evers merkt op dat al wel actie ondernomen is. Elk db-lid is bestuurlijk in een gebiedscommissie betrokken en wordt daarbij ambtelijk ondersteund. Dhr. Rooskens is van mening dat het goed is dat ambtenaren de weg naar het bestuur weten. Dhr. Freij vraagt of er een besturingsfilosofie is waarin staat hoe een en ander moet lopen. Dhr. Evers geeft aan dat daar aan gewerkt wordt. Dhr. Aldag meldt dat het persbericht van de Waterschapsbank inzake de 8 miljoen binnen kwam toen de voorjaarsnota nagenoeg in ontwerp gereed was. Het ligt in de lijn der verwachtingen dit bedrag in te zetten om de heffingen te drukken. Hij merkt op dat de groei van de begroting niet verdoezeld moet worden door op voorhand te egaliseren. Deze eenmalige 3

4 uitkering zal geen invloed hebben op het uit te keren dividend. Dhr. Rooskens vraagt of de aandelen verkocht kunnen worden. Dhr. Van Roy antwoordt dat deze niet op de markt aangeboden kunnen worden. De wijze waarop met de 8 miljoen omgegaan wordt komt op korte termijn in het dagelijks bestuur aan de orde, meldt de voorzitter. Het voorstel zal in de begroting opgenomen worden. Ten aanzien van de onderuitputting in het investeringsprogramma merkt de voorzitter op dat dit niet structureel is en dat het doel is om uit te voeren wat wordt gepland. Dhr. Rooskens vraagt of externe factoren de oorzaak van de onderuitputting zijn of dat het strategie is. Dhr. Evers stelt dat die wordt veroorzaakt door externe factoren en dat het zeker geen strategie is. Dhr. Frenken mist in de voorjaarsnota de prioritering van projecten. Dhr. Evers antwoordt dat een en ander in het MIP is verwerkt, dat bij de begroting wordt aangeleverd. De voorzitter merkt op dat de valkuil van de KRW de rwzi s zijn. Dat is kostenbepalend. De normen zijn nog niet allemaal bekend en derhalve is een en ander nog niet in de WBL-begroting meegenomen. Dhr. Rooskens merkt op dat het oprekken van de KRW termijn tot 2027 meer mogelijk maakt wat betreft de zogenaamde gouden kansen. Mevr. Anninga merkt op dat het Nederlandse voorstel tot verlenging van de termijn nog wel door Brussel geaccordeerd moet worden. Dhr. Evers merkt op dat ons probleem is dat op korte termijn geen grote vrijval van investeringen komt, terwijl wel veel nieuwe investeringen gepleegd moeten worden. Daardoor is het niet mogelijk nieuw voor oud te doen. De voorgestelde kostentoename met 3,5% bestaat uit globaal 3 factoren: inflatie, investeringen en nieuw beleid. Mevr. Anninga stelt dat een gelijkmatig investeringsvolume wordt gebruikt om een gelijkmatige kostenontwikkeling te krijgen. De voorzitter merkt op dat we nooit klaar zullen zijn met investeren. Er komt altijd weer nieuw beleid. Op enig moment ontstaat wel een balans tussen nieuwe investeringen en vrijval van oude investeringen. De klimaatverandering zien we terug in de WB21-investeringen conform de huidige regelgeving. Als er nieuw beleid komt zullen ook nieuwe maatregelen getroffen moeten worden. De extra kosten kunnen niet altijd exact aan de vervuilers toegerekend worden. Qua heffing en kostentoerekening zijn we gebonden aan de Waterschapswet. Dhr. Evers vraagt de organisatie na te gaan welke toezegging de staatssecretaris heeft gedaan terzake het Maasdal en de berging. De voorzitter geeft aan dat het waterschap actief betrokken is bij de aanpak van overstorten. Sommige gemeenten werken goed mee, andere minder. De gevolgen van de integrale Waterwet worden niet in de begroting meegenomen. Overigens zal deze wet naar verwachting eerst in 2009 in werking treden. De voorzitter meldt dat het bestuur niet over wil gaan tot het aanbieden van alternatieve begrotingen aan het AB. Spreker merkt op dat er ook niet zoveel alternatieven zijn te maken; de speelruimte is erg beperkt voor de korte termijn. Sturingsmogelijkheden voor de langere termijn zijn ook slechts beperkt aanwezig. Ons beleidsvrijheid is als gevolg van eigen beleid, provinciaal beleid, landelijk en Europees beleid en regelgeving beperkt. In 2004 is hiervan met betrokkenheid van het Algemeen Bestuur door dhr. Kooistra een beeld gevormd. Mevr. Anninga vraagt aandacht voor het onderscheid tussen beleid, budget en dekking. Met name op het vlak van de dekking kan het AB keuzes maken. Dhr. Vogels geeft aan niet met de kostenstijging van 3,5% in te zullen stemmen. Dhr. Evers vraagt de ogen niet te sluiten voor kostenstijging door investeringen en inflatie. Als investeringen blijven doorgaan zullen elders kosten bespaard\bezuinigd moeten worden. Dhr. Rooskens vraagt het dagelijks bestuur om alternatieven aan het AB voor te leggen. Dhr. Willekens stelt dat het algemeen bestuur kaders moet stellen. 4

5 5 Opm\afdoening De voorzitter stelt dat het hier gaat om het feit dat de begroting met 3,5% groeit, dat zegt nog niets over de heffing. Nu zou de toegestane stijging van de begroting vastgesteld moeten worden, los van de heffing. Dhr. Evers merkt t.a.v. de loonkostenstijging op dat geen sprake is van vergrijzing. We hebben een betrekkeljik jong ambtelijk apparaat, die recht op periodieken hebben totdat ze in het max van de schaal zitten. Bij OBT zijn 6 fte bezuinigd. Efficiënter werken kan tot consequenties leiden, daartegenover staat dat er ook nieuwe taken bij komen. Van belang is dat de ontwikkeling van personele lasten en fte s gevolgd kan worden. Die informatie kan in de relevante stukken opgenomen worden. Dhr. Rooskens stelt dat gekozen kan worden om of tariefgestuurd of beleidgestuurd te werken. Dhr. Willekens heeft moeite met beleidsbijstellingen. Er liggen grote uitdagingen. Er zijn mogelijkheden door de inzet van de 8 miljoen en\of het prioriteren van investeringen. Dhr. Evers geeft aan dat het investeringsvolume wordt verhoogd naar 6,5 miljoen omdat we enerzijds meer willen doen en anderzijds omdat we minder subsidie krijgen. Als we het volume neerwaarts bijstellen krijgen we problemen met de provincie over de ILG-bijdragen de komende 7 jaar. Mevr. Peeters zegt dat we het over ambitie moeten hebben, ze heeft dat ook bij vorige begrotingen aangegeven. Dhr. De Hoon geeft aan nu geen advies te willen geven. Er is geen fractieoverleg geweest en daar heeft hij in deze wel behoefte aan. Dhr. Frenken wijst op blz. 12 van de nota, waar staat dat de bestuurlijke betrokkenheid bij het Reconstructieproces wordt vergroot. De gebiedscommissies opereren volgens hem stroperig. Een en ander moet wel transparant zijn en blijven. Dhr. Evers stelt dat alle grote projecten voor vaststelling aan het AB worden aangeboden. De projecten in de gebiedscommissies zijn grote projecten. De voorzitter stelt vast dat de commissie geen advies over de uitgangspunten en kaders wil geven op dit moment. Ten aanzien van de inzet van de 8 miljoen adviseert de commissie deze in te zetten voor beperking van de tarieven. Rondvraag Dhr. Frenken vraagt naar de voortgang van de nieuwe loods. De voorzitter meldt dat het project binnen de begroting zal blijven, maar dat de oplevering wat later zal worden. Voor het hoogwaterseizoen is alles operationeel. Agendapunt Onderwerp Opmerking / voorstel Afdeling nr. 5 Betrokkenheid AB bij meningvorming Unie van Waterschappen nr. 8 BERAP 1 e triaal 2005 Betrokkenheid AB bij meningvorming binnen de Unie is van belang voor het gewenste draagvlak dat de Unie bij de AB s heeft. beleid terzake samenwerking en centrale inkoop db Stand van zaken afdoening continu punt van aandacht M\FaZa 2 e kwartaal nr. 3. Rondvraag Notitie Rekenkamerfunctie dir cie 30 mei toegev. 4 e MARAP WBL Procedure kwijtschelding opnemen met unit heffingen WBL nr.4 Voorjaarsnota navraag toezegging Staatssecretaris inzake berging Maasdal\Zandmaas dir dir cie 30 mei cie 30 mei 5

6 6