Inhoudsopgave. I. Inleiding Belangrijke adressen en telefoonnummers Verplichtingen, studievoorbereiding en toetsing 06 3.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudsopgave. I. Inleiding 03. 1. Belangrijke adressen en telefoonnummers 05 2. Verplichtingen, studievoorbereiding en toetsing 06 3."

Transcriptie

1 Inhoudsopgave Pag. I. Inleiding 03 II. Algemene informatie 1. Belangrijke adressen en telefoonnummers Verplichtingen, studievoorbereiding en toetsing Boekenlijst 07 III. Het onderwijs: doelstellingen, werkvormen, sessies 1. Onderwijsdoelstelling: consulten leren voeren Programmaoverzicht en onderwijsdoelen lijn consultvoering Lijn consultvoering in M1: de verbanden Onderwijssessies Oefenen met medestudenten tijdens de PV- en C-sessies Werkvormen Studiestof Feedbackformulieren bij consulten 20 IV. Week C1a: PV-sessie o Basisvaardigheden percussie en auscultatie 27 o Onderzoek hart en meten bloeddruk 39 o Onderzoek perifere arteriën, oedeem en meting CVD 53 o Onderzoek longen 63 o Onderzoek buik 75 o Klinisch chemische analyse 89 o Veneuze bloedafname en inbrengen perifeer infuus 93 Introductie o Casus introductie Behandelen/6Step (voorbereiden!) 111 o Algemene informatie behandelen in CgB en Cc-sessies 113 Cg-sessie o Anamnese hart/longproblemen (Cg-A) 135 o Behandelen hart/vaatproblemen (Cg-B) 139 V. Week C1b: PV-sessie o Rectaal toucher 147 o Injecteren 153 Cg-sessie o Anamnesetraining buikklachten (CgA) 171 o Behandelen longproblemen (CgB) 175 Opname-sessie o Opname consult met simulatiepatiënt 185 o Bespreking modelstatus 187 o Nabespreking consult met simulatiepatiënt 189 1

2 VI. Week C1c: Pag. COP-sessie: o (Her)formuleren competentie ontwikkelpunten (COP) 191 PV sessie: o Algemeen screenend onderzoek 193 Opname-sessie o Opname consult met simulatiepatiënt 201 o Nabespreking consult met simulatiepatiënt 203 VII. Week C1d: COP-sessie: o (Her)formuleren competentie ontwikkelpunten (COP) 205 Opname-sessie o Opname consult met simulatiepatiënt 207 o Nabespreking Behandelen/6Step 209 o Nabespreking consult met simulatiepatiënt 211 Plenaire sessie o Casus Behandelen/6Step (voorbereiden!) 212 VIII. Week C1e: COP-sessie: o (Her)formuleren competentie ontwikkelpunten (COP) 213 Spreekuurtoets o Voorbereiden spreekuurtoets 214 o Instructie spreekuurtoets 215 Readers o CVD meting o Bekwaamheid VII (stappenplan Moreel Beraad) o Klinische chemie o Medische microbiologie o Nucleaire geneeskunde o Pathologie 2

3 I. Inleiding U bent nu begonnen aan de tweede fase van uw opleiding tot arts: de masterfase. De eerste weken van M1 zult u starten met onderwijs in de lijn consultvoering. Consultvoering is de basis van elk contact tussen arts en patiënt en zal op verschillende momenten in M1 terug komen: de zogenaamde C-weken. De lijn consultvoering bestaat uit vijf weken onderwijs, steeds aan het begin van een KTC periode (C1a, C1b, C1c, C1d en C1e). De eerste twee weken zijn aaneensluitend; de andere weken volgen daarna om de 12 weken.in de eerste twee weken is er ook tijd ingepland om kennis te maken met een aantal andere aspecten waar u mee te maken krijgt als u gaat werken in de kliniek. Consultvoering De lijn consultvoering is bedoeld om vaardig te worden in het voeren van consultgesprekken. Het contact tussen dokter en patiënt om de hulpvraag te verhelderen, gericht lichamelijk onderzoek te verrichten en vervolgens een beleid uit te voeren. In (o.a.) het tweede jaar van de bachelor heeft u hiermee al kennis gemaakt. M.n. de onderdelen communicatie, probleem oplossen en behandelen zijn toen (ook in een mondeling) aan bod gekomen. Nu gaat u leren hoe een lichamelijk onderzoek te doen en u verder bekwamen in goede op de vraag gerichte anamnese af te nemen. U zult merken dat het veel inspanning kost om alle aspecten tegelijkertijd aan bod te laten komen: u moet contact houden met de patiënt, medische kennis integreren en ook nog de regie houden. Wat u in de C1-weken leert, zult u in de aansluitende weken KTC en kliniek kunnen verdiepen en verbreden, doordat u aanvullend onderwijs krijgt en er ook concreet in de klinische praktijk mee werkt. Onderwijs in sessies In alle C-weken vinden onderwijsbijeenkomsten plaats, sessies genoemd. Elders treft u hiervan een overzicht aan. Deze sessies vinden plaats in een vaste groepssamenstelling gedurende het hele jaar M1. U gaat na C1a en C1b uiteen naar de KTC-groepen in de vier juniorcoassistentschappen. Na 12 weken komt u elkaar weer tegen in C1c en weer 12 weken later in C1d etc. Deze groepssamenstelling is dezelfde vaste groepsindeling als die in de andere lijn in M1, de lijn professionele ontwikkeling. Lesstof Voor de methodiek en achtergronden van de consultvoering wordt als leerboek gebruikt: Medische Consultvoering; hoofdlijnen en achtergronden. Dit boek is geschreven door de docenten die dit onderwijsprogramma vorm hebben gegeven aan het begin van het curriculum G2010 en sluiten dus goed op elkaar aan. Consultvoering en toetsing Tijdens de C-weken krijgt u regelmatig feedback en zult u ook regelmatig d.m.v. zelfbeoordeling aan educatieve toetsing doen. Aan het einde van het M1 jaar volgt de selectieve toetsing : het examenconsult. Dit bestaat uit het doen van een volledig consult met een simulatiepatient, opgenomen op DVD, het uitwerken van de modelstatus en het schrijven van een reflectieverslag op dit consult en de ontwikkeling in de consultvoering. We hopen en verwachten dat u aan het einde van M1 zult zeggen dat u in staat bent een voldoende consult van matige complexiteit zelfstandig en betrouwbaar uit te voeren. Succes met de start van uw masteropleiding! Mw. drs. H.H.M. Hegge, examinator lijn consultvoering 3

4 Overzicht consultvoering in jaar M1 week C1a en C1b: consultgesprek, lichamelijk onderzoek en modelstatus juniorco-assistentschap KTC weken 2-5 juniorco-assistentschap klinische stage week C1c: consultgesprek en lichamelijk onderzoek juniorco-assistentschap KTC weken 2-5 juniorco-assistentschap klinische stage week C1d: consultgesprek en behandelen juniorco-assistentschap KTC weken 2-5 juniorco-assistentschap klinische stage week C1e: spreekuurtoets juniorco-assistentschap KTC weken 2-5 juniorco-assistentschap klinische stage Eindbeoordeling lijn consultvoering 4

5 II. Algemene informatie 1. Belangrijke adressen en telefoonnummers Vragen, afmeldingen e.d. kunt u mailen naar: ktc@med.umcg.nl Centraal telefoonnummer Klinisch trainingscentrum: Coördinator Consultvoering mw. drs H.H.M. Hegge internist ouderengeneeskunde / UMCG Hanzeplein GZ Groningen Tel h.h.m.hegge@int.umcg.nl Producent consultvoering mw. H. Wiersma Klinisch trainingscentrum Onderwijsinstituut, Faculteit medische wetenschappen UMCG, huispostcode FC 40 A. Deusinglaan 1, gebouw 3219, 3 e etage 9713 AV Groningen ktc@med.umcg.nl Assistent producent Mw. G.A.M. Brouwer-Marcus Klinisch trainingscentrum Onderwijsinstituut, Faculteit medische wetenschappen UMCG, huispostcode FC 40 A. Deusinglaan 1, gebouw 3219, 3 e etage 9713 AV Groningen ktc@med.umcg.nl Assistent producent Mw. J.G.S. Reijn Onderwijsinstituut, Faculteit medische wetenschappen UMCG, huispostcode FC 40 A. Deusinglaan 1, gebouw 3219, 3 e etage 9713 AV Groningen ktc@med.umcg.nl Voor studieadvies: Drs. H. Gierveld Drs. G.R. Terwisscha van Scheltinga Mw. drs. G. Weesjes Open spreekuur studieadviseurs: maandag t/m donderdag van 12:30 tot 13:30 uur, vrijdag van13:00 tot uur. studieadviseurs: studieadviseur@med.umcg.nl (vooral bedoeld voor korte vragen). Afspraken maken kan via de balie van het SSC of telefonisch

6 2. Verplichtingen, studievoorbereiding en toetsing Verplichtingen U hebt in M1 een aantal verplichtingen als student: Voor de lijn consultvoering gelden: - practicumverplichtingen: alle kleine groepsactiviteiten (de PV, Cg en Cc-sessies) - deelname aan grote groepsactiviteiten: alle plenaire sessies en introductiebijeenkomsten - opnames met simulatiepatiënten - deelname aan toetsing - bijhouden consultlogboek Daarnaast gelden voor het gehele jaar nog de verplichtingen in de juniorcoschappen en verplichtingen voor de lijnen professionele ontwikkeling en kennisprogressie. Studievoorbereiding Het onderwijs in dit jaar vergt een actieve inzet van de student. De sessies zijn alleen leerzaam als u zich terdege hebt voorbereid. Voorbereiding op de onderwijsbijeenkomsten is verplicht. Dit geldt voor het gehele studiejaar. Zie in de studenthandleiding bij de verschillende sessies onder studenttaken. Raadpleeg dagelijks Nestor voor aanvullende informatie. Toetsing De onderwijseenheid consultvoering is lijnonderwijs en vindt gedurende het hele jaar plaats. Het tentamen voor de lijn consultvoering bestaat uit vier onderdelen: - de spreekuurtoets - beoordeling vaardigheden - beoordeling consultlogboek - practicumverplichtingen De spreekuurtoets wordt getoetst in week C1e (zie voor nadere uitleg en instructie de studenthandleiding onder week C1e). Deelname aan de spreekuurtoets is alleen mogelijk wanneer drie volledige juniorcoschappen zijn doorlopen. De beoordeling van de vaardigheden uit de weken C1a en C1b vindt plaats in de eerste KTC periode. Het gaat om de volgende vaardigheden: -venapunctie-, -inbrengen perifeer infuus- en -injecteren- De beoordeling van het consultlogboek vindt plaats middels aftekening tijdens de eerste sessie in de weken C1c, C1d en C1e. Voorafgaand aan de spreekuurtoets dient het consultlogboek te worden ingeleverd voor een eindbeoordeling (zie voor de criteria het consultlogboek). Bij de practicumverplichtingen geldt zowel aanwezigheid- als voorbereidingsplicht. De Regels & Richtlijnen van de Examencommissie zijn te vinden in de nestorcursus Masteropleiding M1 geneeskunde onder de knop: toetsing. De gehele OER en de R&R staan in de studiegids Geneeskunde onder de volgende link: 6

7 3. Boekenlijst Masteropleiding jaar 1 Cursusjaar (cohort 2007) Fysische Diagnostiek (B, GNK, HK, L) Het lichamelijk onderzoek en zijn betekenis Bohn Stafleu Van Loghum ISBN /1 e druk Prijs 75,00 Bonjer, H.J. Chirurgie (HK) Bohn Stafleu Van Loghum. ISBN /1 e druk Prijs G.T. Ensing, B.A.S. Knobben, S.T.Houweling. Probleem georiënteerd denken in de orthopedie, een praktijkboek voor de opleiding en de kliniek. Paperback (B) de Tijdstroom. ISBN /1 e druk Prijs 47,00 M.J. Heineman. Probleemgeoriënteerd denken in de gynaecologie, obstetrie en voortplantingsgeneeskunde. (L) de Tijdstroom. ISBN /1 e druk Prijs 47,00 A.J. Kooter, H.M.A. Hofstee, A. Thijs. Leidraad interne geneeskunde. (GNK) Bohn Stafleu van Loghum. ISBN /1 e druk Prijs J.B.M. Kuks, J.W. Snoek, J.M. Fock. Praktische neurologie. Van symptoom naar diagnose. Paperback (B) Bohn Stafleu van Loghum. ISBN /1 e druk. Prijs 37,50 T.K. Kushner, D. C. Thomasma. Ward Ethics: dilemmas for medical students and doctors in training. (B, GNK, HK, L) Cambridge University Press. ISBN Prijs 37,50 A. Lemmens, M Ariës. Praktische Radiologie. Bohn Stafleu van Loghum. ISBN / 1 e druk Prijs 40,50 J.J. Roord, J.A.A.M. Diemen van-steenvoorde. Probleemgeoriënteerd denken in de kindergeneeskunde. (L) de Tijdstroom. ISBN /1 e druk. Prijs 47,00 C. Seeleman; J. Suurmond, K. Stronks. Arts van de wereld. Etnische diversiteit in de medische praktijk. (bekwaamheden) Bohn Stafleu van Loghum. ISBN / 1 e druk Prijs 41,75 7

8 E.P. Veening, R.O.B. Gans, J.B.M. Kuks. Medische Consultvoering; hoofdlijnen en achtergronden.. Bohn Stafleu van Loghum. ISBN Prijs ca 32,50 Studenthandleidingen 75,00 Vaardighedenboekjes Reeks: Vaardigheden in de geneeskunde G.G. Essed, Ch. Pfaff, Y.C.M. Roselaers, M. Kruithof. Verloskunde. Mediview ISBN Prijs 19,50 Middelen/overig Stethoscoop (GNK, L) Geadviseerd: dubbelslangsstethoscoop ivm betere geleiding. Littman Cardiology III SE Prijs 173 Spirit Triple Cardiology Prijs 77 Oogooglampje: witte penlight Prijs 3,50 Reflexhamer Berlin Prijs 8,50 Farmacotherapeutisch Kompas 2010; gratis verkrijgbaar bij Panacea. Deze middelen zijn verkrijgbaar via Panacea ( 8

9 III. Het onderwijs: doelstellingen, werkvormen, sessies 1. OnderwijsDoelstelling consulten leren voeren 1.1 M1 en consultvoering In jaar M1 staat de consultvoering centraal. Het onderwijsdoel is de studenten competent te laten worden in deze kerntaak van de arts: consulten voeren, patiënten met raad en daad behulpzaam zijn bij hun medische vragen en klachten. Dus naar hen luisteren en hen bevragen, diagnostisch nadenken en redeneren, nader onderzoek doen, conclusies trekken, behandelen en veel meer. 1.2 Leren en leren Als student moet u die consultvoering aanleren. Docenten zullen u daarbij helpen, maar voor iets als consultvoering, is de concrete praktijk, de eigen ervaring, de oefening door de student zelf, toch steeds de Grote Leermeester. De docenten kunnen vooral condities scheppen en ondersteuning geven, maar wij kunnen u niet competent maken. De feedback van (simulatie-)patiënten, van docenten en van mede-studenten is een tweede leermeester. 1.3 Consultcompetentie en bekwaamheden. Het consult is de plaats waar de bekwaamheden convergeren; zo staat het vanouds in de beleidsstukken voor dit onderwijs. Een competente consultvoering is afhankelijk van een gedifferentieerde, brede bekwaamheid-in-7-voud. De dokter moet kunnen communiceren (I), om het probleem op te kunnen lossen (II). Heeft wetenschappelijk (III) gefundeerde kennis nodig om inhoud te geven aan het op te lossen probleem. Moet de patiënt kunnen onderzoeken en (be-) handelen (IV en V). En kan dat alleen goed doen indien hij in staat is het probleem van deze patiënt te plaatsen in zijn eigen maatschappelijke context (VI).Ook zal de dokter in staat moeten zijn om goed terug te kunnen kijken naar zijn eigen functioneren om zich te kunnen verbeteren en (ethische) conflicten te kunnen hanteren (VII). 1.4 Consultcompetentie in context: complexiteit in soorten. Consultcompetentie is een kwalitatief oordeel: een arts is competent-of-niet en een incompetente arts is een slechte arts. Laten we vooralsnog voor die competentie drie niveaus onderscheiden: Onvoldoende, Voldoende of Goed. Dus: een arts (of een juco) is onvoldoende, voldoende of goed in haar of zijn consultvoering en daarmee in O-, V- of G-mate competent. Niemand is altijd of onder alle omstandigheden even competent. Consultcompetentie is altijd contextspecifiek: wat bij de ene patiënt werkt en u goed af gaat, dat lukt misschien niet bij die andere patiënt. Er zijn immers tal van patiëntproblemen en tal van patiënten en tal van consultsituaties. Uw competentieniveau zal dus verschillen met de mate van complexiteit van de consulten (zie ook hfst 15 competentie in de consultvoering ). We maken in deze lijn onderscheid tussen vijf soorten (of vormen, of dimensies van) complexiteit en deze vormen alle vijf (apart en zeker ook gecombineerd) een uitdaging aan de competentie van de student/a.s. arts. Deze 5 soorten zijn: a. Medisch-inhoudelijke complexiteit Het gaat dan om bijvoorbeeld de relatie tussen klacht en diagnose of behandeling. In het ene consult is andere of meer kennis vereist dan in het andere. De ene medische puzzel is ingewikkelder dan de andere. b. Contactuele complexiteit Het gaat dan om de relatie en de interactie tussen arts en patiënt en diens communicatiemogelijkheden: met sommige patiënten gaat dat om tal van redenen moeilijker dan met andere. Dat kan met een reeks van variabelen te maken hebben en dus ook met matching van arts en patiënt. 9

10 c. Situatieve complexiteit Dus de situatie waarin het consult zich af speelt; in ruimte (kamer, inrichting) en tijd (haast, drukte). Als alles netjes voorhanden is en er is tijd en rust genoeg is dat wezenlijk anders en minder complex dan als het onder tijdsdruk in een geïmproviseerde spreekruimte is met veel drukte op de gang. d. Impactcomplexiteit Hoe ernstig is het probleem ( leven of dood vs cosmetisch) e. Professionele complexiteit (ethische vraagstellingen o.a.). Het is gemakkelijker (en vergt dus minder van uw competentie) om een adequaat consult te voeren met een redelijk intelligente 40-er met een overzichtelijke klacht in een rustige spreekkamer, dan met een intellectueel beperkte bejaarde met een spraakgebrek en een reeks zorgen en vage klachten die euthanasie wenst in een uitlopend spreekuur met een wachtkamer met moeders met huilende kinderen. We onderscheiden dus deze 5 soorten complexiteit en we veronderstellen dat iedereen een intuïtief idee heeft van een mate van complexiteit of complexiteitsniveau. Laten we voor het gemak globaal 5 niveaus in die mate-van-complexiteit onderscheiden: 1 (simpel) tot en met 5 (uiterst ingewikkeld). En dat geldt dus voor alle 5 de soorten of complexiteitsdimensies: Bv: Medisch inhoudelijke complexiteit (Cxt-mi) van niveau 1 tot en met 5. Contactuele complexiteit (Cxt-c) van niveau 1 tot en met 5, etc. Ieder zal intuïtief in elk consult voor alle drie complexiteitsdimensies een niveau, een getalswaarde weten. Voor alle duidelijkheid: die complexiteit is hier dus gedefinieerd als een soort objectieve eigenschap van een consult; in die 5 niveaus in die 3 soorten. Als iemand zegt dat zij of hij een bepaalde situatie complex vindt, dan is het meestal de vraag of die persoon daarmee over die situatie spreekt of over de eigen competentie. We hebben vaak de neiging om een tekort in de eigen competentie te zien als een eigenschap van de situatie. In de hier gehanteerde onderscheiding is dat dus onjuist: een consult is complex op een niveau 1 tot 5 en hoe veel last de arts daarvan heeft is een indicatie voor haar/zijn competentie! Als een student van een consult vindt dat het nog te moeilijk was, dan zegt de student in de hier ingevoerde terminologie: het complexiteitsniveau was te hoog in verhouding tot mijn competentieniveau. De volgende vraag is dan: in welke soort(en) van complexiteit? Dat kan er één zijn (alleen Cxt-mi, bijvoorbeeld), maar dat kunnen er ook meer zijn. Studenten en docenten kunnen in de bepaling van die niveaus oefenen en onderling afstemmen in een aantal sessies in de C1-weken; zie de weekprogramma s en het Consultlogboek 1.5 Consultcompetentie als gefaseerd project van de student. In deze lijn staat de student centraal en dus de ontwikkeling van de competentie van de student zoals de student die zelf nastreeft. U mag er van uit gaan dat de staf er zorg voor zal dragen dat de complexiteit van de consulten in de stages binnen redelijke grenzen blijven. Maar dat laat zich niet altijd voorspellen. Echter: het moge duidelijk zijn dat de student in de eerste stage nog niet zo competent kan en hoeft te zijn als in de tweede; laat staan in de derde en de vierde! Uw ervaring groeit, u studeert, u leert, u maakt werk van uw competentie en uw competentie neemt dus toe. Ook in de consultsituaties met een toenemende complexiteit. Gedurende het jaar M1 moet de consultcompetentie op minstens een voldoende of V- niveau komen bij alle soorten complexiteit van een niveau 3. Dat nemen we als eindterm voor M1. In de jaren M2 en M3 moet die competentie dan verder toenemen. Het is te verwachten dat de ontwikkeling in dit jaar van uw opleiding gefaseerd zal verlopen. De individuele fasering is voor elke student een andere en die hoeft hiermee niet parallel te lopen. Het is normaal om als student te beginnen met een hoge mate van onzekerheid; het is ook normaal om die gaandeweg over de breedte kwijt te raken, maar nog te houden in specifieke situaties. Die ontwikkeling verloopt per student verschillend. Maar uw eigen ontwikkeling is in veel opzichten ook leerzaam en u wordt dan ook geacht die ontwikkeling in het consultlogboek te documenteren. 10

11 1.6 Consultcompetentie en complexiteit; de samenhang. In hoofdstuk 1 van Medische consultvoering staat beschreven dat de kwaliteit van het consult vooral afhankelijk is van het houden van een structuur in het consult en het houden/opbouwen van contact met de patiënt. We veronderstellen dat dit de eerste slachtoffers zijn als de complexiteit voor de student te hoog wordt. We zien dan dat de student geen structuur meer houdt in het consult, maar chaotisch (of juist rigide) wordt of we zien dat de student het contact met patiënt verliest en helemaal opgaat in eigen bedenkingen over wat aan de hand is. Dit lijkt indicatief voor competentie: verlies aan structuur en/of verlies aan contact in het consult is een indicatie van of symptoom voor onvoldoende competentie (in één of meer vormen van complexiteit) en behoud van structuur en contact een indicatie van een voldoende competentie. 1.7 Consultcompetentie als ambitie U zult merken dat u steeds meer aspecten van de consultvoering in de loop van het jaar niet meer slecht doet. Het gaat u dan wel redelijk af bij een lage of redelijke complexiteit. Maar realiseer u dat niet-slecht nog iets anders is dan goed! In jaar 1 van de bacheloropleiding schreef u over de Goede Dokter. Dat was en is iets anders dan de Niet-Slechte Dokter! We hopen dat u een hoger streefniveau hebt dan het alleen maar niet-slecht-meer te doen. Leg uw ambitieniveau dus niet te laag; een V bij een hoge complexiteit is prachtig maar een V bij een lage complexiteit is eigenlijk onder de maat. Dat geldt voor alle drie de onderwijsdoelen van de lijn Consultvoering zoals die in de spreekuurtoets in week C1e worden getoetst: voor de uitvoering van een consult, voor het schrijven van een modelstatus en voor de zelfreflectie op de eigen competentie. Dat kan alledrie meer-dan-voldoende worden. Zoals het een goede dokter betaamt. 11

12 2. Programmaoverzicht en onderwijsdoelen lijn consultvoering 2.1 Week C1a en C1b; onderwijsdoelen Aan het einde van de weken C1a en C1b moet u een aantal vaardigheden beheersen zodat u zich globaal kunt redden in de kliniek. Dit houdt in dat u een reeks vaardigheden beheerst, dat u zich een aantal nieuwe praktische vaardigheden eigen heeft gemaakt, dat u een patiënt kunt statussen bij opname en daarbij adequaat communiceert. U bent aan het einde van week C1b in staat om a. een modelconsult uit te voeren bij een patiënt met een eenvoudig medisch probleem, waarmee gemakkelijk te communiceren is en in een overzichtelijke consultsituatie (en dus een lage complexiteit op alle 3 de vormen) en b. op basis van dit consult een modelstatus te maken en c. een aantal medische onderzoeken en interventies uit te voeren. Deze worden in de aansluitende KTC-periode getoetst. In deze week wordt verder plenair aandacht besteed aan een aantal ondersteunende vakken: laboratoriumgeneeskunde, medische microbiologie. 2.2 Week C1c; onderwijsdoelen U bent aan het begin van week C1c in staat om, op grond van uw ervaring in uw eerste klinische stage, uw consultcompetentie kritisch te evalueren en te besluiten op welke aspecten u in deze week meer wilt leren; daarvoor benut u de docenten en de medestudenten en de simulatiepatiënt in de diverse sessies. Deze week staan ook het algemeen screenend onderzoek en de diverse aspecten van het lichamelijk onderzoek op de agenda. Ook komt de radiologie plenair aan bod. 2.3 Week C1d; onderwijsdoelen U bent aan het begin van week C1d in staat om, nu op grond van twee stages praktijkervaring, uw consultcompetentie wederom kritisch te evalueren en te besluiten op welke aspecten u in deze week meer wilt leren; daarvoor benut u wederom de docenten en de medestudenten en de simulatiepatiënt in de diverse sessies. In deze week krijgt het behandelen (als bekwaamheid en als fase in het consult) speciale aandacht; o.a. in een plenaire sessie. 2.4 Week C1e; onderwijsdoelen U bent in deze week in staat om de spreekuurtoets te halen en dus aan te tonen dat u op driekwart van het jaar al competent genoeg bent.. In deze week wordt plenair voorbereidende aandacht besteed aan de consulten in de stages Huisartsgeneeskunde en Sociale geneeskunde in M2. U bent aan het begin van week C1e in staat om uw consultcompetentie nogmaals kritisch te evalueren en te besluiten voor welke aspecten van uw competentie u in deze week nog aandacht wilt. 12

13 3. De lijn Consultvoering in het jaar M1: de verbanden Het onderwijs in deze lijn is verdeeld over een aantal weken door het jaar heen. Het onderwijs in deze week is bedoeld om de student competenter te laten worden en is dus een soort rode draad door het jaar. De inhoud van de weken hangt samen met de andere onderwijsactiviteiten in het jaar M1; de KTC-weken, de stages en de lijn professionele ontwikkeling. 3.1 Samenhang tussen de C1-weken en de KTC weken 2-5 en de kliniekweken Zoals in het voorgaande al werd aangegeven: de weken C1 zijn primair gericht op het aanleren van de consultvoering in al zijn aspecten (gespreksvaardigheden maar ook medisch-inhoudelijke), maar ook in de weken KTC 2-5 wordt aandacht aan de consultvoering besteed, terwijl u in de klinische stages het voeren van consulten in de praktijk (be-)oefent. U zult in de KTC-weken daarom vergelijkbare onderwijssessies tegen komen als in de weken C1. U wordt per juniorcoassistentschap ook getoetst, maar u hebt daarnaast in die weken alle gelegenheid om competenter te worden in de uitvoering van de consulten, inclusief het lichamelijk onderzoek, de verslaglegging etc. De resultaten van een deel van uw werk in de KTC-weken en de klinische stages krijgt ook een plaats in uw consultlogboek en telt mee voor de beoordeling van dat logboek; zie verder de instructies in het consultlogboek. 3.2 Samenhang tussen de C1-weken en de lijn professionele ontwikkeling In de lijn professionele ontwikkeling M1 (POM1) komen de ervaringen in de kliniek met de consulten en de bekwaamheden ook aan de orde, maar op een enerzijds veel specifiekere en anderzijds veel bredere manier dan in deze lijn consultvoering. Hier in de lijn consultvoering gaat het alleen om het consult en in de lijn professionele ontwikkeling gaat het om de volle breedte van het functioneren en leren als juniorcoassistent. Maar omdat u in dezelfde groep werkt, is uitwisseling mogelijk: ervaringen die in een coachgroepbijeenkomst besproken worden kunnen worden meegenomen naar een C1- week; ervaringen uit een C1-week kunnen in de coachgroepbijeenkomst aan bod komen. De zelfbeoordelingen die u in de C1-weken maakt zijn zeker te gebruiken als u voor de lijn POM1 halverwege M1 uw eerste routeplanner maakt. Dat geldt ook voor de zelfbeoordelingen van de laatste 2 juniorcoassistentschappen voor uw slot routeplanner voor de lijn POM1. Zie daarvoor de instructie voor het portfolio in de lijn professionele ontwikkeling. 13

14 4. Onderwijssessies in de KTC periode Kleinschalige onderwijssessies: PV-sessie: Cg-sessie: Cc-sessie: Z-sessie: Praktische Vaardigheidssessie voor het leren van afgebakende vormen van lichamelijk onderzoek of behandeling. Duur 2 uur, groepsgrootte studenten, docentafhankelijk Consultgesprekken; contactuele vaardigheidssessies, zonder PV-sessie momenten en dus zonder lichamelijk onderzoek (LO). De consultgesprekken verlopen volgens het modelconsult, met vraagverheldering/anamnese, opstellen DD en diagnostisch en behandelbeleid, beleid uitvoeren en afronding (DOBA). Tevens vindt verslaglegging plaats in de vorm van de Modelstatus en/of een verwijsbrief. Onderscheiden worden: Cg-A (Anamnese & DD t/m bespreken diagnostisch beleid) Duur 2 uur, groepsgrootte studenten, docentafhankelijk Cg-B (BehandelBeleid, bespreken, uitvoeren & consult afronden) Duur 2 uur, groepsgrootte studenten, docentafhankelijk Consult compleet; contactuele vaardigheidssessie met PV-sessie momenten. Een compleet consult als bij een Cg sessie; de anamnese wordt afgenomen, er wordt lichamelijk onderzoek gedaan en er wordt behandelbeleid besproken en overeengekomen. Duur 2-3 uur, groepsgrootte studenten, docentafhankelijk Zelfwerkzaamheid van studenten. Studenten bereiden gezamenlijk de andere sessies voor of werken opdrachten uit behorende bij de klinische vignetten ter voorbereiding op interactieve werkcolleges of een bekwaamheidsspecifieke uitwerking van een casus. Duur 1-2 uur, groepsgrootte studenten, docentonafhankelijk. COP-sessie: Compententie Ontwikkel Punt Sessie waarin op basis van een ingevuld COP-formulier consultervaringen worden geinventariseerd en besproken. Een COP-formulier bevat sterke en zwakke punten uit de consultvoering tijdens de juniorcoschappen. Duur 2 uur, groepsgrootte studenten, docentafhankelijk Opname-sessie: Consultgesprek met een simulatiepatiënt dat wordt opgenomen op DVD. Na de opname is er 2 uur gelegenheid het consult uit te werken in een modelstatus en de nabespreking voor te bereiden. Duur 3 uur, individueel, docentonafhankelijk Nabespreking opname-sessie Sessie waarin het consult met een simulatiepatiënt wordt nabesproken; zowel medisch-inhoudelijke als communicatieve aspecten komen aan de orde. Duur 3 uur, groepsgrootte studenten, docentafhankelijk Coachgroepbijeenkomst: Onderwijsvorm waarbij onder leiding van een coach wordt gewerkt aan de uitvoering van het onderwijsprogramma in de lijn professionele ontwikkeling. De coachgroepen vinden plaats 2x in de weken in het klinisch trainingscentrum en wekelijks gedurende de klinische stage. Duur 2 uur, groepsgrootte studenten, docentafhankelijk 14

15 Grootschalige onderwijssessies: Introductie: In groter groepsverband kunnen algemene Introducties plaatsvinden vanuit verschillende disciplines. Interactief werkcollege: Onderwijsvorm waarbij omgaan met kennis centraal staat en waarbij de nadruk ligt op de interactie tussen docent en studenten. Studenten bereiden zich voor door het uitwerken van de opdrachten behorende bij de klinische vignetten die tevoren zijn uitgereikt. In de opdrachten dient systematisch aandacht te zijn voor basisconcepten, beeldvormende technieken, pathologie en medische microbiologie. Bij de uitvoering kunnen verschillende disciplines betrokken zijn. Duur 2 uur, groepsgrootte max 50 studenten, docentafhankelijk. Klinische werkconferentie: Onderwijsvorm waarbij het oefenen van klinisch redeneren van in de algemene praktijk frequent voorkomende medische problemen centraal staat. Studenten uit de klinische stage presenteren patiënten vanuit de kliniek aan studenten in het klinisch trainingscentrum. In een klinische werkconferentie worden alle bekwaamheden opgenomen, de nadruk bij iedere werkconferentie ligt op bekwaamheid II probleem oplossen en bekwaamheid III omgaan met wetenschap. Bij de uitvoering kunnen verschillende disciplines betrokken zijn. De klinische werkconferentie vindt plaats in week 2,3,4 en 5 in het klinisch trainingscentrum. Duur 2 uur, groepsgrootte max 50 studenten, docentafhankelijk. OK-instructie: Tijdens deze instructie wordt uitleg gegeven en geoefend (o.a. wasinstructie) ter voorbereiding op de OK. Poliplus instructie: Tijdens deze instructie leert u te werken met het poliplus systeem binnen het UMCG. Thema-uur: Onderwijsvorm waarbij kennis centraal staat over onderwerpen passend bij de week. Bijvoorbeeld: Radiologiebespreking, Interpretatie labwaarden, Interpretatie lichamelijk onderzoek en hulponderzoek (ECG). In de lijn consultvoering kennen we onderstaande sessies: PV-sessie Cg-A sessie Cg-B sessie COP-sessie Opname met simulatiepatiënt Nabespreking opname met simulatiepatiënt Introductie (en/of plenaire sessie) Ok-instructie Poliplus instructie Thema-uur 15

16 5. Oefenen met medestudenten tijdens de PV- en de C-sessies Verantwoording Tijdens de PV- en de C-sessies oefenen studenten onder andere lichamelijk onderzoek en anamnese op elkaar en niet steeds op simulatiepatiënten of fantomen. Hiervoor zijn een aantal goede redenen: Door op studenten te oefenen, in plaats van alleen op schaarse simulatiepatiënten, kan elke student vaker oefenen. Oefenen op studenten is vaak realistischer dan op fantomen en daardoor een betere voorbereiding op de praktijk. Studenten leren professioneel omgaan met de intimiteit die het doen van lichamelijk onderzoek met zich meebrengt. Studenten kunnen de communicatieve vaardigheden oefenen die nodig zijn bij het geven van instructies en uitleg voorafgaand, tijdens en na het onderzoek Doordat studenten de rol van patiënt op zich nemen, leren ze ook beter hoe het is om medische onderzoeken te ondergaan. Dit kan de empathische omgang met patiënten bevorderen. Door elkaar te observeren en feedback te geven tijdens het oefenen, leren studenten op een hoger niveau te denken over de vaardigheden en dit helpt bij het onthouden van het geleerde. Doordat de studenten over het algemeen gezond zijn, bouwen zij tijdens het oefenen op elkaar ook een referentiekader op van de variatie in normale bevindingen. Onverwachte pathologische bevindingen Een van de mogelijke gevolgen van het oefenen op elkaar is dat er onverwachte pathologie gevonden wordt. Dit heeft objectief gezien zowel voor- als nadelen, maar zal in alle gevallen voor de betrokkene zelf en voor de andere studenten subjectief een ingrijpende ervaring zijn. Het is daarom van belang om hier aandacht aan te schenken. Het ontdekken van onverwachte pathologie kan zowel positieve als negatieve gevolgen hebben voor de betreffende student: Positief: Vroege ontdekking is bij behandelbare afwijkingen vaak gunstig voor de prognose. Ook bij onbehandelbare afwijkingen kan een vroege diagnose de student de gelegenheid geven om zijn levensstijl of beroepsperspectief aan te passen, bijvoorbeeld bij een specialisatiekeuze. Negatief: Pathologische bevindingen kunnen onrust veroorzaken en belastend zijn voor de student en zijn omgeving Wanneer een afwijking onbehandelbaar is of een onbekende prognose heeft kan dit voor de student en zijn omgeving emotioneel belastend zijn. Een gevonden afwijking kan financiële gevolgen hebben in de vorm van hogere verzekeringspremies (ziektekostenverzekering, arbeidsongeschiktheidsverzekering, afsluiten van hypotheek of andere vorm van financiering). Wat de gevolgen zijn voor de betreffende student is mede afhankelijk van de manier waarop er in de onderwijssituatie mee wordt omgegaan. Er zijn daarom regels die in dergelijke gevallen in deze onderwijssessies gevolgd dienen te worden: 16

17 Hoe te handelen bij mogelijke medische afwijkingen; de regels. a. voor de studenten 1. Een student moet, zelfs bij geringe twijfel over zijn bevindingen, de docent waarschuwen en dit aan de betreffende student meedelen. 2. Een student heeft het recht om patiëntrollen te weigeren; zeker bij lichamelijk onderzoek. Dit dient tevoren aan de docent te worden gemeld. 3. Een student, bij wie een (lichte) afwijking wordt gevonden, heeft het recht om zich niet verder voor de groep te laten onderzoeken. 4. Studenten hebben ten aanzien van geconstateerde afwijkingen in de sessies een absolute zwijgplicht. Bij constatering van overtreding hiervan hebben studenten de professionele plicht dit te melden bij een docent; deze zal daarvan dan melding doen aan de Examencommissie. b. als docent 1. De docent zal de regels voor aanvang van een lijn of blok met de studenten bespreken. 2. De docent zal, in geval van een melding, zelf het lichamelijk onderzoek voort zetten (mits de student daarmee in stemt) en de bevindingen met de betreffende student bespreken. 3. De docent zal, indien haar/hem blijkt dat een student de zwijgplicht ten aanzien van een medestudent heeft doorbroken, hiervan melding doen aan de Examencommissie. Toelichting Ad studenten 1, docenten 2 Het is belangrijk om de docent in alle twijfelgevallen te waarschuwen. Studenten weten uiteraard nog niet altijd normaal van abnormaal te onderscheiden, maar als ze vlak na elkaar twee medestudenten onderzoeken zal een verschil tussen deze twee bevindingen al aanleiding moeten zijn om alarm te slaan. Het negeren van een bevinding is riskant voor 'het slachtoffer', maar ook voor de onderzoekende student, die vroeg of laat toch zal terugdenken aan dit voorval. De docent zal het onderzoek dan kunnen voortzetten, maar doet dat natuurlijk niet voor de groep (tenzij de student daar geen probleem mee heeft). Ad student 2 Het kan zijn dat een student weet of vermoedt dat zhij een bepaalde afwijking heeft en daar niet op onderzocht wil worden. De student moet dan de ruimte hebben om (dat deel van) de training niet mee te doen. Het is uiteraard wel zo dat in principe iedereen beseft dat er een beroep op de solidariteit in de groep gedaan wordt om mee te doen met het onderling oefenen. De gêne, die daarbij een rol kan spelen, geldt tenslotte voor iedereen. Ad student 3 Als bij een student een afwijking wordt geconstateerd is de verleiding erg groot om iedereen die afwijking te laten onderzoeken. Dit is niet vanzelfsprekend. De betreffende student moet de vrijheid hebben om dat niet toe te staan zonder dat de groep daar laatdunkend over doet. Ad student 4, docent 3 De plichten ten aanzien van medestudenten zijn in deze situaties gelijk aan die van artsen ten aanzien van patiënten. Schending hiervan is een ernstige vorm van professioneel wangedrag en wordt dus gemeld aan de Examencommissie. 17

18 6. Werkvormen: het rollenspel Studenten zijn in de loop van de bacheloropleiding vertrouwd geraakt met het rollenspel als didactische werkvorm. Ook in M1 zal vaak van deze werkvorm gebruik gemaakt worden omdat de student vaardig moet worden in concrete situaties en die situaties kunnen in een rollenspel worden gesimuleerd, nagebootst. Deze werkvorm zal met name in de Cg- en de Cc-sessies worden benut. Naarmate men meer ervaring opdoet in M1 wordt ook duidelijker dat de simulaties meestal slechts gedeeltelijk overeenkomen met de werkelijkheid in de stages zelf. De patiënt is meestal anders en de situatie is zeer wezenlijk anders; de situatieve complexiteit is altijd anders dan in de kliniek. Bovendien wordt vaak met huisartsproblematiek geoefend. De rollenspelen in de weken C (en KTC) zijn met name bruikbaar voor: De bewustwording van de complexiteit van situaties en contacten het oefenen van zeer specifieke (sociale/gespreks-)vaardigheden of consultfasen; bewustwording van eigen motieven en die van anderen (attitudevorming); Rollenspelen in de groep In de groep zal de afstand tussen het spel en de realiteit snel groot blijken te zijn: uw medestudent is meestal heel anders dan die patiënt in de spreekkamer of op de afdeling. Hoe beter u in staat bent om uw gesprekstechnische leerwensen af te bakenen, hoe meer u van deze rollenspelen kunt (laten) leren; zie ook de weken C1c, C1d en C1e over de COPs.. Simulatiepatiënten Ook simulatiepatiënten worden in de weken C1 en de KTC-weken regelmatig ingezet. Zoals bekend zijn simulatiepatiënten meestal gezonde mensen, die erin getraind zijn om een patiënt te spelen met een specifieke klacht. Ze worden zowel ingezet bij de training van gespreksvaardigheden (CgA-sessies) als bij de trainingen waarbij daarnaast ook (delen van) lichamelijk onderzoek moeten worden uitgevoerd (Cc-sessies). Met simulatiepatiënten kan met name in de C-weken geoefend worden in subfasen/delen van het consult of specifieke complicaties; de patiënten zijn hierop voorbereid. 18

19 7. Studiestof a. Het boek: Medische Consultvoering; hoofdlijnen en achtergronden. De uitgave bevat de uitgangspunten voor de consultvoering in G2010. Het boek dient in z n geheel, inclusief bijlagen, als studiestof in M1. b. MedGeVat Het is waarschijnlijk raadzaam om nog eens de gespreksvaardigheden van MedGeVaT uit B1.1 na te lopen. Immers: in diverse fasen van het consult gaat het om de open en gesloten vragen, om het belang van gevoelsreflecties, om samenvatting of parafrase. De elementaire gespreksvaardigheden komen in de consulten allemaal aan de orde en staan uitvoerig beschreven in bijlage 1 van het boek Medische consultvoering. 19

20 8. Feedbackformulieren bij consulten Na een gesprek met een simulatiepatiënt ontvangt de student feedback van medestudenten, simulatiepatiënt en docent(en). In de weken C1b, C1c en C1d wordt daarbij gebruik gemaakt van een feedbackformulier voor Simulatiepatiënten en Studentobservatoren. Het formulier voor de studentobservatoren kan overigens ook worden gebruikt bij de Cg-A-sessies in Master jaar 1. Feedbackformulier Studentobservator Het formulier dat de studentobservator gebruikt is gebaseerd op het SEGUE-framework. SEGUE is een acroniem voor Set the stage, Elicit information, Give information, Understand the patient's perspective en End the encounter. SEGUE is een beoordelingssystematiek waarmee in het medisch onderwijs in de USA veel ervaring is opgedaan. In de Bachelor, met name in het CVO in 3.3, is SEGUE eerder gebruikt. Het is een systematiek voor het beoordelen van communicatieve vaardigheden. Elk item kan worden beoordeeld met een onvoldoende, een voldoende of een goed (en een n.v.t.). Het kan ook worden gebruikt als feedbackformulier. Bij een feedbackformulier is het ook van belang voorbeelden te geven waaruit blijkt dat een student iets goed of iets niet goed doet. Daarnaast wordt het op prijs gesteld aan te geven op welke wijze de studentarts het beter had kunnen doen (gedragsalternatieven). Hieronder een eenvoudig voorbeeld: De studentarts begroet de patiënt niet op gepaste wijze. Hij/zij noemt alleen zijn/haar naam. Ik denk dat het ook nodig is om te zeggen welke functie je hebt en wat je functie inhoudt. Het geven van feedback vraagt dus om meer dan alleen het beoordelen van het gesprek. Het feedbackformulier voor de studentobservator is zodanig dat het mogelijk is sterktes/zwaktes alsmede gedragsalternatieven aan te geven. Feedbackformulier Simulatiepatiënt Het feedbackformulier dat de simulatiepatiënt invult is in Groningen ontwikkeld. De simulatiepatiënt geeft geen medisch-inhoudelijke feedback. De medisch-inhoudelijke aanwijzingen die de simulatiepatiënt krijgt zijn bedoeld om de rol zo goed mogelijk te kunnen spelen en hebben geen enkel doel ten aanzien van de feedback. Qua feedback wordt er van de simulatiepatiënt verwacht aan te geven hoe het gesprek is ervaren. Op de achterzijde van het formulier staan voor de simulatiepatiënt enkele vragen waar hij/zij bij het geven van feedback aan zou kunnen denken. De simulatiepatiënt mag hier van afwijken; het is per slot van rekening zijn/haar eigen persoonlijke ervaring. De simulatiepatiënt heeft zich echter te houden aan de feedbackregels. Deze staan eveneens op de achterzijde van het formulier. De feedbackregels zijn gebaseerd op enkele basisprincipes bij het geven van feedback (veilig, toepasbaar en herkenbaar). Feedback van de simulatiepatiënt is van waarde omdat hiermee inzicht wordt gekregen in het patiëntperspectief. Let op dat hier wordt gesproken over een patiënt en niet de patiënt. Een andere patiënt zou bij hetzelfde gesprek een andere ervaring kunnen hebben. 20

21 SEGUE Framework Deze beoordelingssystematiek komt uit de USA waar SEGUE een acroniem is voor Set the stage, Elicit information, Give information, Understand the patient's perspective en End the encounter. I. Schept voorwaarden 1. Groet patiënt op gepaste wijze 2. Zorgt dat reden van contact duidelijk is 3. Maakt agenda consult (bijvoorbeeld: nog iets anders?, kwesties, volgorde) 4. Maakt persoonlijk contact tijdens consult (en gaat dus verder dan strikt medische kwesties) 5. Waarborgt de privacy van patiënt (door bijvoorbeeld de deur te sluiten) II. Verwerft informatie 6. Verheldert de visie van patiënt op het gezondheidsprobleem en/of het verloop 7. Vraagt fysieke en fysiologische factoren uit 8. Vraagt psychosociale en emotionele factoren uit ( vraagt bijvoorbeeld naar leefsituatie, familierelaties, stress) 9. Vraagt naar eerdere behandelingen (zelfzorg, laatste doktersbezoek, andere medische zorg) 10. Vraagt uit hoe gezondheidsproblemen het leven beïnvloeden (vraagt naar kwaliteit van leven) 11. Vraagt naar leefwijze, preventieve strategieën (bijvoorbeeld: gezondheidsrisico's) 12. Vermijdt sturende vragen 13. Geeft patiënt gelegenheid om te praten (bijvoorbeeld: geen interrupties) 14. Luistert en geeft patiënt onverdeelde aandacht (bijvoorbeeld: kijkt patiënt aan, verbale en non-verbale bevestigingen) 15. Controleert en verheldert informatie (bijvoorbeeld: samenvatting, doorvragen) III. Geeft informatie 16. Geeft uitleg voor onderzoekingen (lichamelijk onderzoek, testen) 17. Geeft patiënt uitleg over eigen lichaam en situatie (bijvoorbeeld: geeft uitleg bij onderzoeksresultaten, uitleg over anatomie, diagnose) 18. Moedigt patiënt aan om vragen te stellen, gaat na of patiënt het begrepen heeft 19. Past zich aan het niveau van patiënt aan (bijvoorbeeld vermijdt jargon, legt termen uit) IV. Toont begrip voor standpunt van patiënt 20. Erkent inspanningen, vooruitgang en opgaven van of voor patiënt 21. Erkent wachttijd 22. Toont zorg, begrip, aandacht 23. Handhaaft een respectvolle toon V. Beëindigt het contact 24. Vraagt of er nog iets is wat patiënt wil bespreken 25. Gaat de volgende stappen met patiënt na VI. Als in het consult behandelen aan de orde is 26. Bespreekt werkdiagnose(s) en evalueert de eventueel bestaande behandeling 27. Overlegt met patiënt in bepalen van doel en keuze van de behandeling 28. Bespreekt patiëntspecifieke factoren, hulpvraag en verwachtingen van patiënt en komt tot een duidelijk beargumenteerd behandelvoorstel 29. Geeft uitleg over te verwachten effecten en neveneffecten 30. Geeft instructies ten aanzien van de behandeling en bespreekt het beleid van eventueel bestaande behandeling overige diagnose(s) 31. Maakt duidelijke afspraken in de afronding van het gesprek 32. Gaat na of alles goed is overgekomen door patiënt relevante informatie te laten herhalen 21

22 22

23 Feedbackformulier STUDENTOBSERVATOR invullen m.b.v. SEGUE Framework, zie achterzijde van dit formulier Naam Arts: Naam Observator: Patiëntnummer casus: Studentnummer Arts: Studentnummer Observator: I. Schept voorwaarden II. Verwerft informatie III. Geeft informatie IV. Toont begrip voor standpunt van patiënt V. Beëindigt het contact VI. Als in het consult behandelen aan de orde is Handtekening studentobservator 23

24 SEGUE Framework Deze beoordelingssystematiek komt uit de USA waar SEGUE een acroniem is voor Set the stage, Elicit information, Give information, Understand the patient's perspective en End the encounter. I. Schept voorwaarden 1. Groet patiënt op gepaste wijze 2. Zorgt dat reden van contact duidelijk is 3. Maakt agenda consult (bijvoorbeeld: nog iets anders?, kwesties, volgorde) 4. Maakt persoonlijk contact tijdens consult (en gaat dus verder dan strikt medische kwesties) 5. Waarborgt de privacy van patiënt (door bijvoorbeeld de deur te sluiten) II. Verwerft informatie 6. Verheldert de visie van patiënt op het gezondheidsprobleem en/of het verloop 7. Vraagt fysieke en fysiologische factoren uit 8. Vraagt psychosociale en emotionele factoren uit ( vraagt bijvoorbeeld naar leefsituatie, familierelaties, stress) 9. Vraagt naar eerdere behandelingen (zelfzorg, laatste doktersbezoek, andere medische zorg) 10. Vraagt uit hoe gezondheidsproblemen het leven beïnvloeden (vraagt naar kwaliteit van leven) 11. Vraagt naar leefwijze, preventieve strategieën (bijvoorbeeld: gezondheidsrisico's) 12. Vermijdt sturende vragen 13. Geeft patiënt gelegenheid om te praten (bijvoorbeeld: geen interrupties) 14. Luistert en geeft patiënt onverdeelde aandacht (bijvoorbeeld: kijkt patiënt aan, verbale en non-verbale bevestigingen) 15. Controleert en verheldert informatie (bijvoorbeeld: samenvatting, doorvragen) III. Geeft informatie 16. Geeft uitleg voor onderzoekingen (lichamelijk onderzoek, testen) 17. Geeft patiënt uitleg over eigen lichaam en situatie (bijvoorbeeld: geeft uitleg bij onderzoeksresultaten, uitleg over anatomie, diagnose) 18. Moedigt patiënt aan om vragen te stellen, gaat na of patiënt het begrepen heeft 19. Past zich aan het niveau van patiënt aan (bijvoorbeeld vermijdt jargon, legt termen uit) IV. Toont begrip voor standpunt van patiënt 20. Erkent inspanningen, vooruitgang en opgaven van of voor patiënt 21. Erkent wachttijd 22. Toont zorg, begrip, aandacht 23. Handhaaft een respectvolle toon V. Beëindigt het contact 24. Vraagt of er nog iets is wat patiënt wil bespreken 25. Gaat de volgende stappen met patiënt na VI. Als in het consult behandelen aan de orde is 26. Bespreekt werkdiagnose(s) en evalueert de eventueel bestaande behandeling 27. Overlegt met patiënt in bepalen van doel en keuze van de behandeling 28. Bespreekt patiëntspecifieke factoren, hulpvraag en verwachtingen van patiënt en komt tot een duidelijk beargumenteerd behandelvoorstel 29. Geeft uitleg over te verwachten effecten en neveneffecten 30. Geeft instructies ten aanzien van de behandeling en bespreekt het beleid van eventueel bestaande behandeling overige diagnose(s) 31. Maakt duidelijke afspraken in de afronding van het gesprek 32. Gaat na of alles goed is overgekomen door patiënt relevante informatie te laten herhalen 24

25 FEEDBACKFORMULIER SIMULATIEPATIËNT Naam Student: Naam Simulatiepatiënt: Studentnummer: Casusnummer: 1. ERVARING STUDENT (waar was de student tevreden over? waar was de student minder tevreden over?) 2. ALGEMENE INDRUK (begrip voor zorgen? duidelijk verhaal? prettig non-verbaal gedrag?) 3. BEGIN VAN HET GESPREK (naam en functie bekend? verhaal in eigen woorden? duidelijke vragen?) 4. LICHAMELIJK ONDERZOEK (onderzoek uitgelegd van tevoren? veiligheid? hield de arts contact?) 5. EINDE GESPREK (weet u wat u heeft en wat er gaat gebeuren? houdt u zich aan afspraken? nog vragen?) 6. OVERIG Handtekening simulatiepatiënt 25

26 HOE VULT U HET FEEDBACKFORMULIER IN? Bij de eerste 2 onderdelen (ERVARING STUDENT, ALGEMENE INDRUK) vult u altijd iets in. U vult bij de overige onderdelen alleen iets in wanneer u over dat onderdeel iets belangwekkends hebt op te merken. Hieronder staan voor elk onderdeel enkele vragen vermeld die u (zich) kunt stellen. U wordt verzocht u te houden aan de feedbackregels 1. ERVARING STUDENT Voordat u uw feedback geeft vraagt u de student hoe het gesprek verliep. Waar was de student tevreden over? Waar was de student minder tevreden over? Vel hier geen oordeel over, maar schrijf het alleen op. 2. ALGEMENE INDRUK Hoe vond u het gesprek in het algemeen verlopen? Wat vond u goed verlopen? Wat verliep naar uw mening minder goed? Had u het idee dat de arts begrip had voor uw klachten/zorgen/vragen? Hoe kon u dat merken? Wat vond u van de houding van de arts (bijvoorbeeld: prettig, want naar u toe gericht). Wat vond u van andere non-verbale aspecten (bijvoorbeeld oogcontact, snel /(on)duidelijk praten)? Gebruikte de arts stopwoorden waaraan u zich stoorde? Was de arts volgens u duidelijk? Bijvoorbeeld: Werden zinnen afgemaakt? Werd medische terminologie vermeden/goed uitgelegd? 3. BEGIN VAN HET GESPREK Hoe kwam de arts aan het begin van het gesprek op u over? Was het u bijvoorbeeld duidelijk wie met u het gesprek voerde (naam en functie)? Heeft u uw verhaal in eigen woorden kunnen vertellen? Zo nee, hoe kwam dat? Waren de vragen die de arts stelde u duidelijk? 4 LICHAMELIJK ONDERZOEK Was het voordat het lichamelijk onderzoek werd gedaan duidelijk welk lichamelijk onderzoek de arts wilde uitvoeren? Zo nee, hoe kwam dat? Voelde u zich veilig bij het lichamelijk onderzoek? Wat stelde u gerust? Waardoor voelde u zich onprettig? Hield de arts ten tijde van het onderzoek met u contact? Zo ja, wat deed de arts hiervoor? Zo nee, wat had hij/zij dan nog kunnen doen naar uw mening? 5. EINDE GESPREK Weet u nu wat er met u aan de hand is? Zo nee wat is u nog onduidelijk. Is het u duidelijk wat er verder gaat gebeuren? Zo nee, wat is u nog onduidelijk? Zijn er redenen waarom u zich niet aan de gemaakte afspraken gaat houden (bijv. gebruik van medicijnen)? Zo nee, wat had de arts kunnen doen zodat u dit wel gaat doen? Zijn, tijdens de afronding van het gesprek, al uw vragen beantwoord? Zo ja, hoe kwam dat? Zo nee, hoe kwam dat? 6. OVERIG Opmerkingen die u niet onder punt 1 t/m 5 kwijt kon, vermeldt u hier. FEEDBACKREGELS Na het gesprek krijgt de student van verschillende kanten commentaar. Als niet duidelijk is wie welk commentaar geeft, kan dat tot grote verwarring leiden. En dat komt het onderwijs natuurlijk niet ten goede. Om dat te voorkomen vragen we u daarom dringend om u aan de volgende richtlijnen te houden: Geef in uw commentaar alleen aan hoe u het gesprek als patiënt hebt ervaren. Geef geen commentaar op de medische inhoud; dat is de taak van de docent. Geef ook geen commentaar op onderwijstechnische aspecten; ook dat is de taak van de docent. Probeer in uw commentaar verder met de volgende punten rekening te houden: Creëer veilige omstandigheden wanneer u kritiek geeft. Noem naast terechte kritiek altijd enkele positieve punten. Begin bij voorkeur met iets positiefs en eindig daar ook mee. Daardoor worden negatieve punten gemakkelijker geaccepteerd. Wees in uw commentaar zo concreet en specifiek mogelijk. Bijvoorbeeld: Je stelde soms veel vragen tegelijk en daardoor vergeet je snel één van de vragen. Herhaal waar nodig zo letterlijk mogelijk de lastige vragen van de student en leg uit waarom ze lastig waren. Vertel welk effect de vragen in het gesprek op u hadden. Zeg bij voorkeur niet: Pas op met heel persoonlijke vragen. Mensen vinden dat soms erg vervelend om, maar zeg: Ik vond je vragen soms wel erg persoonlijk, en dat was lastig voor me, want... Geef geen waardeoordelen over de persoon of de emoties van de student. Bedenk dat het voor sommigen moeilijk is om voor het front van je medestudenten te laten zien wat je wel en wat je nog niet kunt. Alweer: geef aan wat uw eigen reactie was op de vragen. 26

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: 500646500. Klas: 2B2

Toetsopdracht. Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra. Studentnummer: 500646500. Klas: 2B2 Toetsopdracht Communicatieve vaardigheden 2 de stage(cova 2S) Naam: Sanne Terpstra Studentnummer: 500646500 Klas: 2B2 Datum: 15 januari 2013 Reflectieverslag bijeenkomst 1,2 en 3 Zingevingsgesprekken Dit

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Medische consultvoering

Medische consultvoering Medische consultvoering Medische consultvoering Hoofdlijnen en achtergronden E.P. Veening R.O.B. Gans J.B.M. Kuks 2009 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij, Houten Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

(Docentenhandleiding) Rollenspel

(Docentenhandleiding) Rollenspel (Docentenhandleiding) Rollenspel Een rollenspel is als het ware een klein toneelstukje. In een rollenspel komen personages aan bod die bepaalde eigenschappen of een doel in het verhaal hebben. De bedoeling

Nadere informatie

TRAINING WERKBEGELEIDING

TRAINING WERKBEGELEIDING TRAINING WERKBEGELEIDING Door Martje Kuijlenburg Student no: 500618854 Jaar 3 Hogere Beroepsopleiding Verpleegkunde In opdracht van: de Hogeschool van Amsterdam Docent: Yvonne van Marle INHOUDSOPGAVE Inleiding...

Nadere informatie

Opleiding: HBO-V, Hogeschool van Amsterdam

Opleiding: HBO-V, Hogeschool van Amsterdam Naam student: Roos Wiggelendam Klas: 2A2 Studentnummer: 500634829 Docent: D. Kronenburg Opleiding: HBO-V, Hogeschool van Amsterdam Datum: 14/06/2013 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 3 Casus Blz. 4 Leerdoelen

Nadere informatie

Page 1 of 15 EVALUATION AND FEEDBACK FOR EFFECTIVE CLINICAL TEACHING Deze vragenlijst is bedoeld om klinisch opleiders en supervisoren feedback te geven op hun kwaliteiten als opleider/supervisor in de

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Dedicated Schakeljaar Vitale Functies

Dedicated Schakeljaar Vitale Functies Dedicated Schakeljaar Vitale Functies 1. Inleiding Het schakeljaar vormt de verbinding tussen de studie geneeskunde en de vervolgopleidingen. De student leert te functioneren op het niveau van een beginnende

Nadere informatie

Het voeren van een evaluatiegesprek

Het voeren van een evaluatiegesprek OPDRACHTFORMULIER Het voeren van een evaluatiegesprek Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met een medestudent of je docent.

Nadere informatie

Van Klacht naar Probleem

Van Klacht naar Probleem Thema Ma.1.B / Meeloopdag HAG Van Klacht naar Probleem a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a a

Nadere informatie

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken

Als huiswerk voor de tweede bijeenkomst moeten de cursisten oefening 03.2 & 03.3 maken Bijeenkomst 1 De trainer stelt zichzelf voor en geeft een korte toelichting over de inhoud en het doel van de training. Licht de afspraken en regels toe die gelden voor deelname. Neemt hier de tijd voor,

Nadere informatie

Van Klacht tot Patiënt

Van Klacht tot Patiënt Van Klacht tot Patiënt Master I-fase 1 Toelichting Achtergrondinformatie In de fase tot het doctoraal examen krijgt u een visie op de taak van de arts aangereikt, die wordt bepaald door de gedachte dat

Nadere informatie

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport Sanne Gielen Inleiding Starten met een nieuwe sport is voor iedereen spannend; Hoe zal de training eruit zien? Zal de coach aardig zijn? Heb ik een klik met mijn teamgenoten? Kán ik het eigenlijk wel?

Nadere informatie

OBSERVATIEFOCUS Oordeel observator

OBSERVATIEFOCUS Oordeel observator OBSERVATIEFOCUS Oordeel observator. Structuur gesprek 6. Specifieke modellen. Non-verbale. Informeren. Emoties hanteren. Verbale Geef een globaal oordeel over elke dimensie op een -puntenschaal waarbij

Nadere informatie

Page 9 of 15 EVALUATION AND FEEDBACK FOR EFFECTIVE CLINICAL TEACHING De EFFECT is bedoeld om input te geven voor een gesprek tussen A(N)IOS en hun klinisch opleiders en supervisoren over hun kwaliteiten

Nadere informatie

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs

Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs Bijlage 5 Interviewformulier studieadviseurs Studentnummer: Naam aanmelder: Stap 1. Welkom heten en uitleggen wat het onderzoek inhoudt (Tijd: 5 minuten) Landelijk en bij de FEM is er sprake van een hoge

Nadere informatie

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt

Nadere informatie

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind

MEE Nederland. Raad en daad voor iedereen met een beperking. Moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind MEE Nederland Raad en daad voor iedereen met een beperking Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Moeilijk lerend Uitleg over het leven van een moeilijk lerend kind Inhoudsopgave

Nadere informatie

Vragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden

Vragen gesteld in het evaluatieformulier + Antwoorden Verslag Studenten Evaluatie Videoproject Door Tonny Mulder, a.b.mulder@uva.nl, 26 sept 213 De studenten van de opleidingen Biologie, Biomedische Wetenschappen en Psychobiologie krijgen in het 1 ste jaar

Nadere informatie

52 responses in 260 results

52 responses in 260 results Van: Secretariaat Vrouw&Zorg Onderwerp: Evaluatie CTG Scholingsdag --3 Datum: 3 februari 4 9:5:45 GMT+: EVALUATIE CTG scholingsdag -3 No data to display. Huidige functie 5 responses

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire

Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire 1 1 1 1 1 1 0 1 0 0 Opdrachtformulier Het participeren in een voortgangsgesprek van een stagiaire Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen.

Nadere informatie

Eindverslag SLB module 12

Eindverslag SLB module 12 Eindverslag SLB module 12 Marthe Verwater HDT 3C 0901129 Inhoudsopgave: Eindreflectie.. Blz.3 Reflectieverslag les 1.. Blz.4 Reflectieverslag les 2.. Blz.6 Reflectieverslag les 3.. Blz.8 2 Eindreflectie

Nadere informatie

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent

BPV-praktijkboek. Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent BPV-praktijkboek Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent Crebocode 90440, dossier 2013-2014 Bedrijfsnaam :. Naam Student : Cohort :.. Wat is een BPV werkboek Dit BPV werkboek maakt onderdeel uit van de Opleiding

Nadere informatie

Inleiding 3. Les zingeving 3. Les rouw en verlies 3. Les euthanasie 4. Doorvragen en assertief 4. Casus 5. Reflectie op casus 5.

Inleiding 3. Les zingeving 3. Les rouw en verlies 3. Les euthanasie 4. Doorvragen en assertief 4. Casus 5. Reflectie op casus 5. Naam: Joyce Stuijt Leerlingennummer: 500635116 Klas: 2B2 Vak: Cova 2S Docent: I. te Hennepe Datum: 15 januari 2013 Inhoudsopgave Inleiding 3 Les zingeving 3 Les rouw en verlies 3 Les euthanasie 4 Doorvragen

Nadere informatie

Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn

Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn Eerste richtlijnen voor het omgaan met euthanasie vragen van cliënten en hun families die bij Geriant in behandeling zijn Praat erover: 1. Je hoeft niet alles te weten of te begrijpen over euthanasie bij

Nadere informatie

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk

Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk Sollicitatietraining: op weg naar stage & werk De jongeren die zich aanmelden bij Maljuna Frato hebben een grote afstand tot de arbeidsmarkt en hebben weinig of geen zicht op hun mogelijkheden, kwaliteiten

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

De training is in te zetten voor verschillende doelgroepen.

De training is in te zetten voor verschillende doelgroepen. De training is in te zetten voor verschillende doelgroepen. - Voor buschauffeurs en conducteurs, waar verbale, mentale en fysieke agressie stelselmatig voor komt. - Voor de controleurs in het openbaar

Nadere informatie

Onderwijsregeling IV Professioneel Gedrag bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ juli 2014 ingangsdatum 1 september 2014

Onderwijsregeling IV Professioneel Gedrag bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ juli 2014 ingangsdatum 1 september 2014 Onderwijsregeling IV Professioneel Gedrag bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ juli 2014 ingangsdatum 1 september 2014 Toepassing van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en de

Nadere informatie

Waarvoor dient dit attest? mytalent@work is in eerste instantie een (zelf)evaluatie-instrument dat feedback geeft over de vaardigheden van de jongere.

Waarvoor dient dit attest? mytalent@work is in eerste instantie een (zelf)evaluatie-instrument dat feedback geeft over de vaardigheden van de jongere. Waarvoor dient dit attest? mytalent@work is in eerste instantie een (zelf)evaluatie-instrument dat feedback geeft over de vaardigheden van de jongere. Als jongere (al dan niet aan het werk) kan je mytalent@work

Nadere informatie

vaardigheden - 21st century skills

vaardigheden - 21st century skills vaardigheden - 21st century skills 21st century skills waarom? De Hoeksteen bereidt leerlingen voor op betekenisvolle deelname aan de wereld van vandaag en de toekomst. Deze wereld vraagt kinderen met

Nadere informatie

Cursus werkbegeleiding

Cursus werkbegeleiding Cursus werkbegeleiding Naam: Joyce Stuijt Studentnr: 500635116 Klas: 3IKZ1 Opleiding: 3 e jaar HBO-V Studiedeelnummer: 3512TRWBOP Studieonderdeel: Cursus werkbegeleiding Aantal woorden: 1800 Docent: Y.

Nadere informatie

Blok 1 - Introductie

Blok 1 - Introductie Reflectie jaar 1 Algemeen Aan het begin van het eerste jaar kwamen een hoop nieuwe dingen op mij af. Na een jaar reizen had ik veel zin om aan de studie Voeding en Diëtetiek te beginnen en was erg benieuwd

Nadere informatie

Dit document bevat 5 delen:

Dit document bevat 5 delen: Faculteit Geneeskunde en Farmacie Vakgroep Huisartsgeneeskunde Department of Family Medicine Gebouw K, 1 e verdieping Laarbeeklaan 103 1090 Brussels (Belgium) Tel: Fax: Mail: Web: +32-2-477 43 11 +32-2-477

Nadere informatie

Studenten handleiding Competentie Ontwikkel Moment

Studenten handleiding Competentie Ontwikkel Moment Studenten handleiding Competentie Ontwikkel Moment MBO en HBO studenten 3 de en 4 de jaars, HBO studenten verkorte opleiding en cursisten vervolgopleidingen Jeroen Bosch Ziekenhuis 1 Juni 2014, Jeroen

Nadere informatie

Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan. Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO)

Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan. Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO) Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO) Inloggen op Canvas Uw opleiding Theorie - aantal lesdagen en onderwerpen vindt u in de studiegids Praktijk

Nadere informatie

Leren van je eigen mores Spreken over waarden en normen met verpleegkundigen

Leren van je eigen mores Spreken over waarden en normen met verpleegkundigen Nurse Academy lustrumcongres 2014 Leren van je eigen mores Spreken over waarden en normen met verpleegkundigen Amersfoort, 17 november 2014 Jos de Munnink, gespreksleider moreel beraad GGNet Contact: j.demunnink@ggnet.nl

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Beoordeling en feedback door supervisoren van de communicatieve competentie van aios

Beoordeling en feedback door supervisoren van de communicatieve competentie van aios Beoordeling en feedback door supervisoren van de communicatieve competentie van aios Jan Wouda Harry van de Wiel Wenckebach Instituut Universitair Medisch Centrum Groningen Waarom nodig? communicatie is

Nadere informatie

COVA 2. - Voorlichtingsgesprek Colonscopie - Student.nr: 500634892. Vak: COVA 2

COVA 2. - Voorlichtingsgesprek Colonscopie - Student.nr: 500634892. Vak: COVA 2 COVA 2 - Voorlichtingsgesprek Colonscopie - Naam: Esmée Keur Student.nr: 500634892 Klas: LV12-2B2 Vak: COVA 2 Docent: L. te Hennepe Leerjaar: 2012 2013 Inhoudsopgave Inleiding Blz.3 Leerdoelen Blz.4 Sterkte/zwakte

Nadere informatie

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken.

Weekschema maken. Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Weekschema maken Je gaat praten over de dingen die jij in één week doet. Deze activiteiten ga je in een schema op de computer uitwerken. Leer en oefen: Neem samen me de docent/assistent het fotoboek de

Nadere informatie

Competenties De Fontein

Competenties De Fontein Competenties De Fontein We werken met de volgende 4 competenties: 1. Verantwoordelijkheid 2. Samenwerken 3. Organisatie en planning, zelfstandigheid 4. Motivatie - In klas 1 wordt gewerkt aan de volgende

Nadere informatie

In de praktijk wat kan, op school wat moet

In de praktijk wat kan, op school wat moet Els Grijmans Docent verpleegkunde HVA Lynette Menting, Claudia Bronner Klinisch Verpleegkundig Opleider OLVG In de praktijk wat kan, op school wat moet Nieuw HBOV duaal curriculum HVA AMC OLVG Programma

Nadere informatie

1 Telefonisch triëren

1 Telefonisch triëren 1 Telefonisch triëren 1.1 Inleiding Telefonisch triëren is een nieuw begrip binnen de gezondheidszorg. Het woord triëren komt uit het Frans en betekent sorteren. In het Nederlandse leger en bij rampen

Nadere informatie

http://toelatingsexamen.110mb.com

http://toelatingsexamen.110mb.com Arts-patiëntgesprek Dit onderdeel bestaat uit meerkeuzevragen met 4 antwoordmogelijkheden, waarvan je er meestal al meteen 2 kan elimineren omdat ze te extreem zijn. Je moet eigenlijk op je gevoel afgaan

Nadere informatie

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS

RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS RAPPORTAGE WACHTKAMERINTERVIEWS Huisartsenpraktijk Dalfsen ARGO BV 2014 Rapportage wachtkamerinterview Inleiding Onder de cliënten van huisartsenpraktijk Dalfsen zijn de afgelopen 2 jaren tevredenheidsonderzoeken

Nadere informatie

PVB 3.4 Aansturen van sportkader

PVB 3.4 Aansturen van sportkader PVB 3.4 Aansturen van sportkader Deelkwalificatie van volleybaltrainer 3 Inleiding Om het door de Nevobo en NOC*NS erkende diploma volleybaltrainer 3 te behalen, moet je 2 kerntaken op niveau 3 beheersen.

Nadere informatie

Patiënteninformatieblad voor deelname monitoren Zorgprogramma Kanker Versie 1.0 juli 2012

Patiënteninformatieblad voor deelname monitoren Zorgprogramma Kanker Versie 1.0 juli 2012 Patiënteninformatieblad voor deelname monitoren Zorgprogramma Kanker Versie 1.0 juli 2012 Onderzoek naar de antroposofische zorg die verleend wordt aan patiënten met kanker en het effect van de zorg. Geachte

Nadere informatie

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden

Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden 1 1 1 1 1 0 1 0 1 0 1 0 Opdrachtformulier Een stagiaire instrueren en begeleiden bij het uitvoeren van leeractiviteiten en werkzaamheden Naam student: Datum: 1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid

Nadere informatie

KORTE PRAKTIJK BEOORDELING STAGE. Augustus Samen willen groeien

KORTE PRAKTIJK BEOORDELING STAGE. Augustus Samen willen groeien KORTE PRAKTIJK BEOORDELING STAGE Augustus 2013 Samen willen groeien LEVEL 2 Level 1: Level 2: Level 3: Level 4: Level 5: de student heeft kennis en vaardigheden, maar nog niet voldoende om de activiteit

Nadere informatie

Toetsregeling Beroepsvaardigheden en thema s B1.2

Toetsregeling Beroepsvaardigheden en thema s B1.2 Toetsregeling Beroepsvaardigheden en thema s B1.2 Bacheloropleiding Geneeskunde Radboudumc Deze regeling is van kracht vanaf 9 november 2015. 1) Begripsbepaling Het tentamen Beroepsvaardigheden en Thema

Nadere informatie

Praktijkopdracht Klinisch Redeneren

Praktijkopdracht Klinisch Redeneren Praktijkopdracht Klinisch Redeneren Inleiding Via deze praktijkopdracht werk je aan je verpleegkundige vakdeskundigheid. De opdracht helpt je om achtergrondkennis te verwerven van de patiënten binnen het

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289 Keuzedeel mbo Triage gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0289 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2016 2 van

Nadere informatie

Wat vraag ik aan mijn arts?

Wat vraag ik aan mijn arts? Wat vraag ik aan mijn arts? Tips voor in de spreekkamer gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Tijdens het consult 3 Uw voorbereiding 3 Informatie die u kunt geven aan uw arts 4 Vragen over het onderzoek 5

Nadere informatie

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs

Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs universitair onderwijscentrum groningen hoger onderwijs Beschrijving Basiskwalificatie onderwijs 2008-2009 september 2008 Basiskwalificatie onderwijs 2 Wat is de basiskwalificatie onderwijs (BKO)? De basiskwalificatie

Nadere informatie

READER STUDENTENCOACH

READER STUDENTENCOACH READER STUDENTENCOACH VO Reader studentencoch VO 1 Inleiding Voor jullie ligt de reader die hoort bij het project studentencoach (het coachen van jongerejaars studenten door ouderejaars). In deze reader

Nadere informatie

Instituut voor Gezondheidszorg

Instituut voor Gezondheidszorg Instituut voor Gezondheidszorg Praktijkbeoordelingsformulier Opleiding Verpleegkunde Hogeschool Rotterdam Studiejaar 1 Naam Student: Studentnummer: Praktijkbeoordelingsformulier opleiding Verpleegkunde

Nadere informatie

Gespreksvaardigheden Naam: Nathalie Kombolitis Klas: VD-1H2 Docent: Osiriscode: VD-A240-07 Inleverdatum: 20-01-2011

Gespreksvaardigheden Naam: Nathalie Kombolitis Klas: VD-1H2 Docent: Osiriscode: VD-A240-07 Inleverdatum: 20-01-2011 Gespreksvaardigheden Naam: Nathalie Kombolitis Klas: VD-1H2 Docent: Osiriscode: VD-A240-07 Inleverdatum: 20-01-2011 Reflectieverslag eindpresentatie Handelen Gespreksvaardigheden Ik wilde door de geleerde

Nadere informatie

Omgaan met pestgedrag voor leerlingen

Omgaan met pestgedrag voor leerlingen Omgaan met pestgedrag voor leerlingen Algemeen: Uw ROC wil door middel van eenduidige trainingen pesten structureel aanpakken. Trainingen en cursussen als maatwerk. Doelstelling: Het doel van de training

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Leenen

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Leenen Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: Leenen Datum aanmaak rapport:26-11-2015 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 31-10-2013 tot 9-11-2013

Nadere informatie

2014 2015 Handvatten stagebegeleiders voor stage in eerste jaar Nieuwe Curriculum Pagina 1

2014 2015 Handvatten stagebegeleiders voor stage in eerste jaar Nieuwe Curriculum Pagina 1 Beste verloskundige(n), Als voorbereiding op de eerste stage van onze eerstejaars studenten, die gestart zijn in het nieuwe curriculum, zetten we de belangrijkste wetenswaardigheden even voor u op een

Nadere informatie

Hanteer de volgende criteria en voorwaarden:

Hanteer de volgende criteria en voorwaarden: DOORLOPENDE STAGE 2016-2017 SEMESTER 1 Vervangende opdrachten als je (nog) geen zwangere hebt gevonden. Module 1 Verloskunde in vogelvlucht Werkcollege Doorlopende stage Al snel in het begin van module

Nadere informatie

A. Informatie en instructie geven (waar wordt op gereflecteerd, hoe reflecteer je, hoe stimuleer je reflectie)

A. Informatie en instructie geven (waar wordt op gereflecteerd, hoe reflecteer je, hoe stimuleer je reflectie) 1 Handout Video-coaching laat inzien, onderzoek Feedback Op Reflectie (FOR) in MBO Workshop door Agaath Dekker-Groen, Onderwijkunde, Universiteit Utrecht a.m.dekker@uu.nl, agaath.dekker@gmail.com Promotie-onderzoek,

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Verwacht niveau in de co-schappen

Verwacht niveau in de co-schappen Verwacht niveau in de co-schappen Het gehele co-schap is verdeeld in vier fasen. Enerzijds verschillende deze fasen inhoudelijk van elkaar omdat ze bij verschillende afdelingen en specialismen plaatsvinden,

Nadere informatie

Specifieke leerdoel(en) verpleegkundige: Gespreksopening: -begroet de zorgvrager -benoemt het doel v/h gesprek. Benoemt goed het doel van het gesprek

Specifieke leerdoel(en) verpleegkundige: Gespreksopening: -begroet de zorgvrager -benoemt het doel v/h gesprek. Benoemt goed het doel van het gesprek Feedbackformulier anamnesegesprek gestructureerd/ met behulp van een vragenlijst Naam verpleegkundige : Lisa de Wit Naam observator : Chermaine papa Casus: Specifieke leerdoel(en) verpleegkundige: Structuur

Nadere informatie

Collectief aanbod Jeugd Houten

Collectief aanbod Jeugd Houten Collectief aanbod Jeugd Houten Groepsmaatschappelijk werk Santé Partners in Houten 2018-2019 1 Inhoud Blz. Training Sterk staan 9-12.... 3 Zomertraining Plezier op School (aankomende brugklassers). 4 Assertiviteitstraining

Nadere informatie

ADHD en lessen sociale competentie

ADHD en lessen sociale competentie ADHD en lessen sociale competentie Geeft u lessen sociale competentie én heeft u een of meer kinderen met ADHD in de klas, dan kunt u hier lezen waar deze leerlingen tegen aan kunnen lopen en hoe u hier

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Veringa

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Veringa Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Veringa Datum aanmaak rapport:28-09-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 1-4-2017 tot 1-7-2017

Nadere informatie

Op De Schuthoek weten we hoe het hoort, daar doet niemand iets wat een ander stoort.

Op De Schuthoek weten we hoe het hoort, daar doet niemand iets wat een ander stoort. Pestprotocol Pestprotocol o.b.s. De Schuthoek Ieder kind heeft liefde en begrip nodig voor de volledige en harmonische ontplooiing van zijn persoonlijkheid. Beginsel 6 van de Universele Verklaring van

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Knijnenburg

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Knijnenburg Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: Knijnenburg Datum aanmaak rapport:28-09-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 1-4-2017 tot 1-7-2017

Nadere informatie

Cursus en Thema 2015. voor mantelzorgers en vrijwilligers

Cursus en Thema 2015. voor mantelzorgers en vrijwilligers Cursus en Thema 2015 voor mantelzorgers en vrijwilligers VRIJWILLIGERS Basiscursus (voor nieuwe vrijwilligers) Aantal bijeenkomsten: 4 In vier bijeenkomsten maken nieuwe vrijwilligers kennis met diverse

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG Datum aanmaak rapport:11-11-2015 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 1-3-2014 tot 1-3-2014

Nadere informatie

RICHTLIJNEN EVALUATIE STAGES 3 e master Diergeneeskunde. Geachte stagegever,

RICHTLIJNEN EVALUATIE STAGES 3 e master Diergeneeskunde. Geachte stagegever, RICHTLIJNEN EVALUATIE STAGES 3 e master Diergeneeskunde Geachte stagegever, Om de studenten een eerlijke score te kunnen geven voor hun afstudeerstage of keuzevak stage, vragen wij u om het evaluatieformulier

Nadere informatie

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+

Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ Onderwijsregeling VI Keuzeonderwijs Bacheloropleiding Geneeskunde Curius+ juli 2014 ingangsdatum 1 september 2014 Algemeen Het verplichte keuzeonderwijs beslaat 10 ec in studiejaar 2 (keuzevakken) en 10

Nadere informatie

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking

Opbrengstgericht omgaan met verschillen. Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking Opbrengstgericht omgaan met verschillen Bijeenkomst 4 Onderwijsbehoeften en differentiatievormen: differentiatie bij verwerking Programma Doelen en programma toelichten Terugblik op huiswerkopdracht Een

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3

BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Faculteit Geesteswetenschappen BEOORDELINGSFORMULIER STAGES BACHELOR NIVEAU 3 Onderstaand formulier betreft de beoordeling van het stageverslag en het onderzoeksverslag. Deze wordt door de begeleidende

Nadere informatie

Toetsregeling Professionaliteit

Toetsregeling Professionaliteit Toetsregeling Professionaliteit Bacheloropleidingen Geneeskunde en Biomedische Wetenschappen Radboudumc Propedeuse Deze regeling is van kracht vanaf 31 augustus 2015. 1) Begripsbepaling Professionaliteit

Nadere informatie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie

Toetsvormen. Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie Toetsvormen Onderwijsmiddag 14 februari 2012 Ferdi Engels & Gerrit Heil toetsadviescommissie 1 Waarom wordt er getoetst? Om te beoordelen in hoeverre de student in staat is te handelen zoals op academisch

Nadere informatie

Observatieformulieren bij oefeningen

Observatieformulieren bij oefeningen Observatieformulieren bij oefeningen Observatieformulier 1 Gespreksvaardigheden: open vragen * Het stellen van open vragen Opmerkingen / voorbeelden De vragen zijn: begrijpelijk niet te kort niet te lang

Nadere informatie

Begeleiding van kind en ouders op de SEH. Leerdoelen. ontwikkeling. 20% van de patienten die een SEH bezoeken is jonger dan 16 jaar.

Begeleiding van kind en ouders op de SEH. Leerdoelen. ontwikkeling. 20% van de patienten die een SEH bezoeken is jonger dan 16 jaar. Begeleiding van kind en ouders op de SEH Module 3 vervolgopleiding SEH-vpk Monique Vermaas Verpleegkundige SEH UMCN st Radboud Leerdoelen Aan het eind van de les heeft de cursist kennis en inzicht in de

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

1/19/2015 Samenwerken. Project 2. Esat Karaer HOGESCHOOL ROTTERDAM

1/19/2015 Samenwerken. Project 2. Esat Karaer HOGESCHOOL ROTTERDAM 1/19/2015 Samenwerken Project 2 Esat Karaer HOGESCHOOL ROTTERDAM Inhoudsopgave Individueel procesverslag... 3 Reflectieverslag Thema Leiderschap en leiderschapsstijlen... 6 Observatieformulier... 7 Test

Nadere informatie

Basisscholing Palliatieve Zorg voor artsen 2 november 2006 Nationaal Congres Palliatieve Zorg Sasja Mulder Onderwijs in palliatieve zorg in de medische specialisten opleiding 2001 2003 COPZ project ontwikkeling

Nadere informatie

Welkom op de dagbehandeling Interne geneeskunde. www.nwz.nl

Welkom op de dagbehandeling Interne geneeskunde. www.nwz.nl Welkom op de dagbehandeling Interne geneeskunde www.nwz.nl Inhoud Wat kunt u verwachten op de dagbehandeling interne geneeskunde? 3 Uw afspraak 4 Uw voorbereiding 4 Dag van het onderzoek of de behandeling

Nadere informatie

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Werkproces VZ-IG 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op De verzorgende-ig verzamelt gegevens om de

Nadere informatie

Inhoud. Opbouw master CRU + EPA s. Blok LINK. Wat zijn EPA s? EPA raamwerk Supervisieniveau s

Inhoud. Opbouw master CRU + EPA s. Blok LINK. Wat zijn EPA s? EPA raamwerk Supervisieniveau s Marijke van Dijk Groningen, 12 december 2017 Inhoud Opbouw master CRU + Blok LINK EPA s Wat zijn EPA s? EPA raamwerk Supervisieniveau s Overzicht LINKs Ma 1 Ba 3 Blok Blok LINK groen Huisarts Interne Chirurgie

Nadere informatie

LANGE KLINISCHE BEOORDELING

LANGE KLINISCHE BEOORDELING HANDLEIDING LANGE KLINISCHE BEOORDELING Inleiding Tijdens de stages/leerwerkperiodes organiseer je twee Lange Klinische Beoordelingen: een halverwege de stage/leerwerkperiode en een aan het einde van de

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

Beroepssituaties. A. Beroepssituaties eerstelijns praktijk. Beroepssituatie 1: Telefonisch consult (prenataal, nataal, postnataal)

Beroepssituaties. A. Beroepssituaties eerstelijns praktijk. Beroepssituatie 1: Telefonisch consult (prenataal, nataal, postnataal) Beroepssituaties Situaties die in de beroepspraktijk voorkomen zijn in het curriculum omschreven als beroepssituaties, die duidelijk voor de verloskundige praktijk herkenbaar zijn. Deze beroepssituaties

Nadere informatie

Appendix 2. Attitude - Vragenlijst (A-versie)

Appendix 2. Attitude - Vragenlijst (A-versie) Appendix 2. Attitude - Vragenlijst (A-versie) Inleiding Met deze vragenlijst proberen wij na te gaan, hoe je tegen je toekomstige beroep en beroepsuitoefening aankijkt. Ook zijn wij geïnteresseerd in je

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Naam:. Woonplaats: Telefoon: Naam organisatie: Plaats: E-mail:. Functie:. Telefoonnummer:...

Naam:. Woonplaats: Telefoon: Naam organisatie: Plaats: E-mail:. Functie:. Telefoonnummer:... ALGEMEEN DIT STAGEBOEK IS VAN Naam: Adres: Woonplaats: Telefoon: Klas:.. MIJN STAGE DOE IK BIJ Naam organisatie: Adres: Plaats: Telefoon: E-mail:......... MIJN STAGEBEGELEIDER IS Naam:. Functie:. Telefoonnummer:...

Nadere informatie

L8 Coachend leidinggeven binnen Huisartsenposten

L8 Coachend leidinggeven binnen Huisartsenposten L8 Coachend leidinggeven binnen Huisartsenposten Inleiding Steeds meer Huisartsenposten kiezen voor een nieuwe functie Coördinerend Assistente. Deze coördinerend assistente ressorteert hiërarchisch gezien

Nadere informatie

Toelichting bij het formulier

Toelichting bij het formulier Voor het leren van de VS i.o. is het essentieel dat hij/zij frequent feedback ontvangt op zijn/haar functioneren, ook als er geen sprake is van een formeel beoordelingsmoment. Toelichting bij het formulier

Nadere informatie

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: J.E. Peerdeman-van Putten (2228-7)

Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: J.E. Peerdeman-van Putten (2228-7) Analyserapport van de patiënten vragenlijsten over de huisarts: J.E. Peerdeman-van Putten (2228-7) Datum aanmaak rapport:28-09-2017 1 Laatste ronde patiënten vragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld

Nadere informatie

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel 1. Uitgangspunten gedrag Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel Schooljaar 2013 Inhoud 2. Preventief handelen om te komen tot gewenst gedrag 3. Interventies om te komen tot gewenst gedrag 4. Stappenplan

Nadere informatie