'?",îfilhorrand. Gedeputeerde Staten. ln de PKB PMR is de doelstelling van het Buijtenland van Rhoon als volgt geformuleerd:

Transcriptie

1 Gedeputeerde Staten '?",îfilhorrand Aan Provinciale Staten van ZuiúHolland Contacl H.C. Jacobs mw. W.M.M. Alsemgeest T wmm.alsemgeest@pzh.nl Postadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T Datum Zie verzenddatum linksonder Ons kenmerk DOS Uw kenmerk Onderuerp Vervolgaanpak Buijtenland van Rhoon Biilaqen Geachte Statenleden, Zoals u bekend is, kan het oorspronkelijke plan van de Rijksoverheid om in het kader van de Planologische Kern Beslissing Project Mainportontwikkeling Rotterdam ekb PMR) een gebied van circa 600 ha ten zuiden van Rotterdam te transformeren naar een natuur- en recreatiegebied (het Buijtenland van Rhoon) al geruime tijd niet rekenen op voldoende draagvlak bij bedrijven en bewoners van het gebied. ln deze brief informeren wij u over de stand van zaken rondom het Buijtenland van Rhoon en de vervolgaanpak. Voorgeschiedenis; kaderc en afspraken ln de PKB PMR is de doelstelling van het Buijtenland van Rhoon als volgt geformuleerd: "in het gebied Midden-lJsselmonde wordt binnen de begrenzing een openbaar toegankelijk Bezoekadres Zuid-Hollandple n AW Den Haag Tram I en de busliinen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeenuimte voor auto's is beperkt. natuur- en recreatiegebied gerealiseed met een opperulak van circa 600 ha. Het gebied ten noorden van de Essendijk zal de hoofdfunctie openluchtrecreatie met natuurwaarden worden gegeven. Het gebied ten zuiden van de Essendijk gelegen zal de hoofdfunctie hoogwaardige natuur met recreatief medegebruik krijgen. Bij de transformatie van MiddenlJsselmonde zal ruimte blijven voor agrarische bedrijvigheid en zullen bestaande landschappelijke en cultuuthistorische elementen zoveel mogelijk behouden blijven'. Hoogwaardige natuur wil zeggen grootschalige natuur of bijzondere natuur volgens het h a ndboe k n atu u rdoeltype n. De doelstelling en uitvoering zijn door het Rijk, de gemeente Rotterdam, Stadsregio Rotterdam, provincie Zuid-Holland, vastgelegd in de Uitwerkingsovereenkomst voor PMR/750ha (UWO, sep 2005). Provinciale Staten hebben toen ingestemd met de afspraken in de UWO. ln het MER (12 november 2008) zijn de PKB doelen uitgewerkt in alternatieven en op basis daarvan is een bestemmingsplan opgesteld voor het Buijtenland van Rhoon. ln de MER is binnen de natuurbestemming indertijd gekozen voor natuurakkers en een zoet klei-oermoeras (Krekenland). PZH dd

2 Ons kenmerk e'i'jr'jhorr.ano Deze projectdoelen zijn in het bestemmings en uitwerkingsplan verankerd. Het in het MER opgenomen voorkeursalternatief is door GS vastgesteld in het Schetsontwerp (anuari 2012) Recente ontwi kkeli n ge n Naar aanleiding van signalen uit het gebied zijn aan het einde van 2013 in de Tweede Kamer vragen gesteld aan de primair verantwoordelijke minister voor PKB PMR (de minister van lnfrastructuur en Milieu), waarvan dit plan een onderdeel is. Dit heefr uiteindelijk geresulteerd in een aangenomen motie en een antwoordbrief van de minister van I en M hierop met de strekking nogmaals te zullen ondezoeken hoe binnen de vastgestelde kaders gekomen kan worden tot een plan met een "groter draagvlak bij bewoners en maatschappelijke organisatied'. De provincie voert in opdracht van de Rijksoverheid het project Buijtenland van Rhoon uit. Daarom heeft de minister van I en M in haar antwoordbrief aangegeven dat de staatssecretaris van Economische Zaken (vanuit de Rijksoverheid eerstverantwoordelike bewindspersoon voor dit deelproject) de gedeputeerde Veldhuijzen (thans opgevolgd door dhr. Weber) te vragen dit draagvlakproces te organiseren. Oud-minister Veerman heefr in opdracht van de provincie en met instemming van de staatssecretaris van EZ in de eerste helft van 2014 onderzocht of een plan met meer draagvlak voor het Buijtenland van Rhoon mogelijk is. De heer Veerman heeft dit onderzoek op 1 juni 2014 afgerond in een advies en op 5 juni 2O'14 aangeboden aan de Saatsecretaris van EZ en publiek gemaakt in een persconferentie en presentatie in het gebied. Wij hebben dit advies op 3 juni 2014 besproken en hebben ingestemd met de aanbevelingen en dit advies voor bespreking aan u doorgestuurd. Uw commissie (Groen en Water) heeft op 11 juni 2014 hel advies besproken. Ook u kon in grote lijnen instemmen met de aanbevelingen. De hoofdlijnen van het advies Veerman zijn ook opgenomen in het programma ruimte, als uitwerking van de VRM. Ook het Natuurbeheerplan 2014 en de Uitvoeringsstrategie EHS laten deze koerswijziging toe. De kern van het advies is tweeledig. lnhoudelijk wordt voorgesteld de grootschalige natte natuurontwikkeling ( het Zoet klei-oermoeras) in te wisselen voor hoogwaardige (droge) akkernatuur. Dit type hoogwaardige natuur beter te combineren met aangepaste agrarische activiteiten. Procesmatig wordt voorgesteld niet meer te werken met een topdown uitvoeringsproject op basis van een blauwdruk, maar via een bottonrup organische gebiedsontwikkeling op basis van een gedeeld toekomstperspectief (m.b.v. een gebiedscoöperatie). Hij heeft bij zijn advies ook het alternatieve plan van een aantal agrariërs en de Vereniging Nederlands Cultuurlandschap, bekend als het "Boerenplan", betrokken. Het rapport is inmiddels in een groot aantal gremia besproken en beoordeeld Een overzicht: 2 juni 2014: Bestuurlijk Overleg Buijtenland van Rhoon: positief ontvangen met behandelafspraken in gemeenten. 3 juni 2014: GS Zuid-Holland: met instemming doorgeleid naar PS ZuiúHolland. B&W Albrandswaard: positief ontvangen en doorgeleid met Raadsinformatiebrief naar Gemeenteraad Albrandswaard 2t5?zH dd

3 Ons kenmerk P' 'jffhorrano 5 juni 2014: bestuurlijk overleg gedeputeerde Veldhuijzen - staatssecretaris Dijksma: positief ontvangen en doorgeleid naar Tweede Kamer; staatssecretaris geeft definitief oordeel in brief ná Tafel van Borging. 5 juni 2014: persconferentie 5 juni 2014: presentatie voor bewoners en bedrijven in Rhoon; licht positief met kritische geluiden 10 juni2014: Begeleidingscommissie Buijtenland van Rhoon (een raadscommissie van Albrandswaard) : positief ontvangen. 11 juni2o14: Statencommissie Groen en Water: positief ontvangen met uitwerkingsvragen en toezeggingen juni2o14:tafel van Borging PMR; positief ontvangen met aandachtspunten; is verwerkt in een schrifrelijk advies aan de staatsecretaris, gedeputeerde en minister. 23 september 2O14: brief van staatsecretaris aan gedeputeerde met ddinitief oordeel: instemmend met 1 0 aandachtspunten. 23 september 2014: overhandiging petitie Natuur Rhoon aan kamerleden (behoud natte natuur) 2 oktober 2014: bespreking in het AO Natuurbeleid 28 oktober 2014: indiening burgerinitiatief 'STOP project Buy{enland nu!" bij de Tweede Kamer na behalen van meer dan handtekeningen op de petitie met dezelfde naam en strekking. 11 december 2014: advies Veerman ondersteunende motie Heerema/Jacobi met ruime meerderheid aangenomen in VAO Natuurbeleid. Gedurende de zomer van 2014 heeft nog een ambtelijk (gemeente en provincie) rondje langs de genodigden van de bijeenkomst op 5 juni 2014 plaatsgevonden, voor zover zij daartoe de behoefte hadden uitgesproken. Het ovenrvegende beeld dat daaruit naar voren komt, b dat iedereen vindt dat er nu eindelijk iets moet gebeuren, dat de meesten de voorstellen van Veerman onderschrijven. Een 7-tal ondernemers uit het gebied heefi te kennen gegeven in gesprek te willen gaan over wat er nu moet gebeuren, maar vooralsnog de behandeling van het advies Veerman en /of het burgerinitiatief in de Tweede Kamer te willen añ achten. Omdat de medewerking van alle partijen in het gebied van essentieel belang is voor de kansrijkheid van het advies van de heer Veerman, heefi de toenmalige gedeputeerde besloten met de volgende stap te wachten totdat de Tweede Kamer een definitief oordeel heeft geveld over het advies Veerman én het burgerinitiatief Het burgerinitiatief is op 19 maart door de Commissie voor de Vezoekschriften en de Burgerinitiatieven behandeld met als resultaat dat aan de Tweede Kamer wordt voorgesteld dit burgerinitiatief niet ontvankelijk te verklaren. Op 28 mei 2015 is het Algemeen Overleg Natuurbeleid de brief van staatssecretaris behandeld waarin een vergelijkhg van oorspronkelijke plan, boerenplan en advies Veerman is gemaakt. Bevestiging is hier dat advies Veerman uitvoerbaar is. Op 18 juni is er een gesprek geweest tussen kamerleden en de initiatiefnemers via een bijzondere procedure. Daarop is het burgerinitiatief in juli 2015 formeel niet ontvankelijk verklaard. 3/5 P ZH dd

4 Ons kenmerk e'i'jr'fihorrervo Veruolgaanpak Samenvattend kan geconcludeerd worden dat: 1. De voorgestelde nieuwe koers kan op hoofdlijnen rekenen op steun, hoewel er verschillen van inzicht zijn. 2. Dit geldt voor de inhoudelijke koersverlegging (van grootschalige natte natuur naar droge hoogwaardige akkernatuur), als voor de aanpak (van een topdown en blauwdruk uitvoeringsproject naar een bottom-up organische gebiedsontwikkeling op basis van een gedeeld toekomstperspectiefl. 3. De vragen hebben vooral betrekking op hoe een gebiedscoöperatie kan werken, hoe je doelen borgt, vooral op langere termijn, of de natuurwaarden voldoende zijn, of er voldoende draagvlak en markt voor aangepaste landbouw is, hoever je moet/kan gaan met beheervergoedingen, welke en hoe beleidskaders moeten worden aangepast. Nu de Tweede Kamer definitief geoordeeld heefr over het advies van de heer Veerman én het burgerinitiatief, kan de volgende stap gezet worden: het verder uitwerken van de aanbevelingen van de heer Veerman in een operationele aanpak, waarbij ook antwoord moet komen op de vragen die in het voorgaande traject zijn gesteld. Wij willen deze verdere uitwerking in handen geven van 3 deskundigen, bestaande uit de heer Verdaas (oud-kamerlid, oud-gedeputeerde), de heer De Groot (oud- Westelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (WLTO) bestuurder) en de heer De Graeff (oud-algemeen directeur Natuurmonumenten), te noemen "de kwartiermakers coöperatie gebiedsontwikkeling Buijtenland van Rhoon". Deze kwartiermakers worden vezocht: 1. ln overleg met de betrokken partijen de instelling door de provincie van een gebiedscoöperatie, als bedoeld in het rapport van de heer Veerman, voor te bereiden. 2. Daartoe l) een concept-opdracht aan de coöperatie te formuleren, inclusief de te bereiken doefen en de kaders waarbinnen de coöperatie moet opereren, 2) een voorstel te doen voor de inrichting van de coöperatie en 3) een communicatiestrategie voor te bereiden. 3. Aanvullend op het voorgaande te adviseren over 1) de mogelijke aanpassing van het vigerende bestemmingsplan en andere beleidskaders, 2) de vraag hoe om te gaan met de inmiddels verworyen gronden en 3) de vraag hoe om te gaan met de aangrenzende gebieèn. 4t5 PZH dd. 07 -O

5 @ e'i'jr'fihorralro Ons kenmerk Wij verwachten dat deze verkenning en uitwerking een doorlooptijd van ongeveer een T, jaar zal hebben, waarna nadere besluitvorming en de start van de beoogde gebiedscoöperatie aan het begin U zal tussentijds worden geinformeerd over de voortgang. Hoogachtend Gedeputeerde Staten van ZuiúHolland, secretaris a.i., voorzitter drs. J.H. de Baas drs. J. Smit 5/5 PZH dd

6