STATEN HOLLAND ZUID 1 2 FEB Lid Gedeputeerde Staten. Drs. G. Veldtiuijzen

Transcriptie

1 p ZUID HOLLAND Provinciale Staten van Zuid-Holland STATEN Lid Gedeputeerde Staten Drs. G. Veldtiuijzen Contact Postadres Provinciehuis Postbus LP Den Haag T Datum 1 2 FEB 2014 Ons l<enmerl< PZH DOS Uw kenmerl< Onderwerp Buijtenland van Rhoon. Bijlagen 3 Geachte heer, mevrouw, Bezoeitadres Zuid-Hollandpiein AW DenHaag Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen. De parkeerruimte voor auto's is beperkt. In de vergadering van de Commissie Groen en Water van 15 januari jongstleden heb ik toegezegd u zo spoedig mogelijk te infomieren over het vervolgproces inzake het project Buijtenland van Rhoon naar aanleiding van uw agendering in de commissie en kamervragen aan de minister van I en M, verantwoordelijk voor het Project Mainportontwikkeling Rotterdam, waarvan het project Buijtenland van Rhoon een onderdeel is. De Tweede Kamer heeft op 3 december jongstleden een motie aangenomen, waarin de minister wordt verzocht om binnen de vastgestelde kaders te zoeken naar een groter draagvlak voor de plannen. De minister heeft in een brief als antwoord op deze motie aangegeven daartoe bereid te zijn. Inmiddels heb ik u de brief van de minister van I en M (kenmerk lenm/bsk-2014/7656) in antwoord op de aangenomen motie in de Tweede Kamer (nummer ) toegestuurd. Afgelopen maandag 3 februari heb ik overleg gevoerd met de staatssecretaris van Economische Zaken, mevr. Dijksma, vanuit het rijk eerstverantwoordelijke bewindspersoon voor dit deelproject, over de uitvoering van de motie en antwoordbrief. Ik heb haar mijn voornemen meegedeeld om oud-minister Veerman, als onafhankelijk en gezaghebbend persoon, te laten onderzoeken of met een andere invulling van het plan tot een groter draagvlak kan worden gekomen. De heer Veerman heeft zich daartoe bereid verklaard en zal dit in opdracht van de provincie in de komende maanden uitvoeren. Het is de bedoeling dat hij vóór 1 juni aanstaande rapporteert over zijn bevindingen. De staatssecretaris heeft met instemming kennisgenomen van dit voornemen en wil graag de resultaten hiervan tezijnertijd met mij bespreken. Dit is bevestigd in bijgevoegde brief van de staatsecretaris. In uw commissie is ook een presentatie gegeven van het plan van de agrariërs voor het Buijtenland van Rhoon. Ik heb mij vorige week nader laten informeren over dat plan. Het definitieve plan is er nog

2 P'gjj'j^ HOLLAND Ons kenmerk PZH niet, maar ik heb naar de initiatiefnemers aangegeven dat ik ervan uitga dat dit plan serieus zal worden betrokken bij het onderzoek van de heer Veerman. Met vriendelijke groet. Reeds in uw bezit: - Brief minister van I en M (kenmerk: lenm/bsk-2014/7656) - Persbericht opdracht aan dhr. Veerman Bijlagen: - Brief staatssecretaris van Economische Zaken 2/2

3 Ministerie van Infrastructuur en Milieu > Retouradres Postbus EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG Ministerie van Infrastructuur en Milieu Plesmanweg JG Den Haag Postbus EX Den Haag T F llll Ons kenmerk IenM/BSK-2014/7656 Bijlage(n) Datum 30 januari 2014 Betreft Project Mainportontwikkeling Rotterdam: Motie Buijtenland van Rhoon Geachte voorzitter, Per brief met kenmerk 2013Z25011/2013D51389 verzoekt de commissie van Infrastructuur en Milieu mij haar te informeren over de wijze waarop ik de motie- Heerema ( ) overde natuurontwikkeling in het gebied Buijtenland van Rhoon ter hand zal nemen. Ik ga, mede namens de staatssecretaris van Economische Zaken die verantwoordelijk is voor de uitvoering van dit deel van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR), graag in op uw verzoek en zal u mijn interpretatie van de motie en de stappen die ik zal ondernemen ter uitvoering van de motie schetsen. In de toelichting geef ik u ter verduidelijking inzicht in de kaders die van belang zijn voor de uitvoering. Motie Heerema ( ) De Motie Heerema verzoekt de regering om binnen de doelstellingen van de PKB PMR en in samenwerking met de provincie Zuid-Holland ruimte te zoeken om de doelstellingen op een andere manier in te vullen en daarbij rekening te houden met de bestaande wensen en voorstellen van de bewoners van het gebied Buijtenland van Rhoon. Met name voor de voorgenomen vernatting bestaat volgens de indieners van de motie geen draagvlak. Uitvoering motie Ik ga bezien in hoeverre we de verschillende wensen en voorstellen van de bewoners in het gebied nog beter in balans kunnen brengen met de voorgenomen transitie van het gebied. Hierbij wil ik wel de achtergrond van het project goed in ogenschouw houden. Dit project vloeit immers voort uit de dubbeldoelstelling van PMR: de ontwikkeling van de economie door aanleg van Maasvlakte II en de verbetering van de leefbaarheid van de Rotterdamse regio. De Rotterdamse regio heeft een natuur- en recreatietekort en zal op termijn meer economische druk ervaren van Maasvlakte II. Daarom is in de PKB PMR voorzien in een bijdrage aan de leefbaarheid o.a. door middel van de ontwikkeling van het Buijtenland van Rhoon. De plannen voor het Buijtenland van Rhoon zijn na een lang en zorgvuldig proces tot stand gekomen. Daarbij is op meerdere momenten nadrukkelijk rekening gehouden met de belangen en wensen van de bewoners in het gebied en de recreatiebehoefte van de bewoners in de Rotterdamse regio. Pagina 1 van 4

4 In lijn met de motie neem ik de uitvoering daarvan ter hand binnen de PKB PMR en het inmiddels, na beroep- en bezwaarprocedures, onherroepelijk geworden bestemmingsplan en uitwerkingsplan. Ministerie van infrastructuur en Miiieu De ontwikkeling van 600 ha openbaar toegankelijk natuur- en recreatiegebied ligt vast in de PKB-PMR en is in 2011 opgenomen in het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (Barro). De PKB PMR biedt geen ruimte voor voortzetting van de huidige agrarische bedrijfsvoering, aangezien deze niet verenigbaar is met de keuze in dit gebied voor de hoofdfuncties openluchtrecreatie en hoogwaardige natuur. Wel zijn er mogelijkheden voor agrariërs in het toekomstig beheer van het gebied of door omvorming van hun bedrijf zodanig dat dit bijdraagt aan deze hoofdfuncties. Daarnaast worden agrariërs die dit wensen, geholpen bij de voortzetting van hun bedrijf door de aanbieding van ruilgronden op een andere locatie. Inmiddels zijn met de grondeigenaren en de pachters hierover gesprekken gaande. De staatssecretaris van Economische Zaken zal gedeputeerde Veldhuijzen van de provincie Zuid-Holland (de verantwoordelijke partijen voor dit deelproject van PMR) vragen om de wensen en voorstellen van de bewoners in beeld te brengen en om op basis van die voorstellen met de partijen een alternatieve invulling (van de transitie) uit te werken. Ook zullen zij zelf inventariseren welke ruimte er is om binnen de vastgestelde juridische kaders meer tegemoet te komen aan de wensen uit het gebied. De staatssecretaris wil het resultaat zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 1 juni 2014 met de provincie bespreken waarbij de inzet is dat serieus naar voorstellen zal worden gekeken die kunnen rekenen op meer draagvlak bij bewoners en maatschappelijke organisaties, die binnen de PKB PMR en de daaronder liggende plannen passen en binnen het beschikbare budget en de huidige tijdsplanning kunnen worden gerealiseerd. Over de uitkomsten daarvan zal de staatssecretaris van Economische Zaken uw Kamer nader informeren. Hoogachtend, DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, mw. drs. M.H. Schultz van Haegen Pagina 2 van 4

5 Toelichting op de kaders van belang bij uitvoering motie PKB PMR (2006) Het Project Mainportontwikkeling Rotterdam (PMR) is een zorgvuldig opgebouwd project dat bestaat uit 3 deelprojecten en werkt met een dubbeldoelstelling: enerzijds de ontwikkeling van de economie in de vorm van Maasvlakte II en anderzijds de verbetering van de leefbaarheid van de regio Rotterdam in den brede met allerhande ruimte- en leefbaarheidsprojecten in het Bestaand Rotterdams Gebied en de ontwikkeling van 750 ha natuur- en recreatiegebied rondom Rotterdam. Dit laatste project betreft de ontwikkeling van de Vlinderstrik (100 ha) en Schiezone (50 ha) ten noorden van Rotterdam en het Buijtenland van Rhoon (600 ha) ten zuiden van Rotterdam. In de tussenevaluatie die door Berenschot is uitgevoerd en aan u is gezonden, tezamen met de 12e Voortgangsrapportage, is juist die dubbeldoelstelling aangewezen als een van de succesfactoren van het project. Ministerie van Infrastructuur en Milieu De Rotterdamse regio heeft een natuur- en recreatietekort en zal op termijn meer economische druk ervaren van Maasvlakte II. Daarom is in de PKB PMR voorzien in een bijdrage aan de leefbaarheid o.a. door middel van de ontwikkeling van het Buijtenland van Rhoon. De mogelijkheden om de bevolking van het stedelijk gebied recreatiemogelijkheden en natuur te bieden worden daarmee substantieel vergroot. Het natuur- en recreatiegebied levert tevens een bijdrage aan de gewenste versterking van bestaande ecologische structuren in de Rotterdamse regio en biedt daarnaast een 'groene long' in een omgeving waar vele woningen zijn gebouwd. De 'Groene verbinding' voor fietsers en wandelaars, ook onderdeel van PMR en in augustus 2013 ingehangen over de rijksweg A15 en de Betuwelijn, houdt het gebied vanuit Rotterdam goed bereikbaar. De ontwikkeling van 750 ha openbaar toegankelijk natuur- en recreatiegebied is op rijksniveau vastgelegd in de PKB-PMR en in 2011 opgenomen in het Besluit Algemene Regels Ruimtelijke Ordening (Barro). De PKB-PMR biedt geen ruimte voor voortzetting van agrarische bedrijvigheid op de huidige leest, aangezien deze niet verenigbaar is met de keuze voor transformatie van het gebied. Bestemmingsplan, uitwerkinasplan en reactieve aanwijzing In de zomer van 2012 is, na de beroeps- en bezwaarprocedures, door de Raad van State uitspraak gedaan en zijn het bestemmingsplan, het uitwerkingsplan van de gemeente Albrandswaard en de reactieve aanwijzing van de Provincie Zuid- Holland onherroepelijk geworden. Aan dit bestemmingsplan hebben verschillende onderzoeken en een Milieueffectrapportage met meerdere alternatieven ten grondslag gelegen. In dat kader is de afweging gemaakt om het middelste deel van het plangebied te bestemmen voor zogenaamde akkernatuur (natuurdoeltype 3.5) en het zuidelijk deel te bestemmen tot krekenland (natuurdoeltype 2.8). De bezwaren tegen vernatting van een deel van het gebied zijn niet nieuw. In het Heijkooptraject, waarin met alle betrokken partijen is gesproken, is al onderzocht of de doelstellingen ook met minder vernatting konden worden gerealiseerd. De uitkomst van dit traject heeft geresulteerd in meer duidelijkheid over de kaders waarbinnen agrarische bedrijvigheid mogelijk is. Daarbij is ook in beeld gebracht dat agrariërs wel degelijk een rol kunnen hebben in het toekomstige beheer van het gebied en de wijze waarop dit in overleg tussen agrariër en provincie zou kunnen worden uitgewerkt. Pagina 3 van 4

6 Inmiddels heeft de Provincie gesprekken gevoerd met grondeigenaren. Deze gesprekken hebben geleid tot vijf intentieovereenkomsten met agrariërs die voor zichzelf een rol zien in het te ontwikkelen gebied. Zij worden, indien gewenst, door de Provincie ondersteund bij de ontwikkeling van een businesscase voor de omvorming van het bestaande agrarisch bedrijf tot een bedrijf dat een bijdrage levert aan de hoofdfunctie natuur of recreatie, zoals is opgenomen In de PKB PMR. Andere agrariërs wordt de mogelijkheid geboden hun bedrijf buiten het gebied voor te zetten. Ministerie van infrastructuur en Milieu Afspraken met maatschappeliike organisaties De afspraken uit de PKB PMR en dus ook voor de ontwikkeling van een openbaar natuur- en recreatiegebied zijn tevens vastgelegd in het Convenant Visie en Vertrouwen. Dit Convenant is ondertekend door de PMR-partners en maatschappelijke organisaties en wordt gemonitord door de Tafel van Borging onder voorzitterschap van mevrouw Sybilla Dekker. Uitwerkingsovereenkomst en rolverdeling Ter uitvoering van de PKB PMR zijn in de Uitwerkingsovereenkomst 750ha afspraken vastgelegd over verantwoordelijkheidsverdeling, uitvoering, financiën en informatievoorziening. Deze overeenkomst is door diverse rijkspartijen, de provincie Zuid-Holland, gemeente Rotterdam en de gemeente Albrandswaard ondertekend. In het PMR zijn de verantwoordelijkheden belegd bij die partijen die daar het beste invulling aan kunnen geven. De verantwoordelijkheid van de uitvoering van het Buijtenland van Rhoon ligt bij de Provincie Zuid-Holland met als verantwoordelijke rijkspartij het ministerie van Economische Zaken. Deze partijen zullen de uitvoering van de motie ter hand nemen. Ik zal als coördinerend minister mijn verantwoordelijkheid invulling geven. Pagina 4 van 4

7 Opdracht aan de heer Veerman om te komen tot een groter draagvlak voor de transformatie van het Buijtenland van Rhoon Waarom: Het plan van de rijksoverheid om in het kader van het Project Mainportontwikkeling Rotterdam een gebied van circa 600 ha ten zuiden van Rotterdam te transfonneren naar een natuur- en recreatiegebied (het Buijtenland van Rhoon) kan momenteel niet rekenen op voldoende draagvlak bij bedrijven en bewoners van het gebied (zie bijgaande factsheet). Dit leidt tot risico's voor de realisatie van dit plan. Naar aanleiding hiervan zijn aan het einde van het vorig jaar in de Tweede kamer vragen gesteld aan de primair verantwoordelijke minister voor de PKB PMR (de minister van I en M), waarvan dit plan een onderdeel is. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een aangenomen motie en een antwoordbrief van de minister van I en M hierop met de strekking nogmaals te zullen onderzoeken hoe binnen de vastgestelde kaders gekomen kan worden tot een plan met een "groter draagvlak bij bewoners en maatschappelijke organisaties" (zie bijgaande motie en antwoordbrief). De opdracht aan de heer Veerman heeft tot doel te komen tot dat plan met een groter draagvlak. Het is daarbij van belang niet alleen te focussen op "bewoners en maatschappelijke organisaties", maar het draagvlak breed te onderzoeken. Tenslotte mag een draagvlakvergroting bij de ene partij niet leiden tot een draagvlakvermindering bij de andere partij. Wat: Een advies aan de uitvoeringsverantwoordelijke overheid (provincie Zuid-Holland) over de vraag op welke wijze tot een plan met een groter draagvlak gekomen kan worden, in de vorm van een verifieerbare eindrapportage.daarbij zijn de doelstellingen van de PKB PMR uitgangspunt en wordt de flexibiliteit ter vergroting van het draagvlak gezocht in de uitwerking daarvan (UWO, BB, UP BB). In het advies wordt ingegaan op: Mogelijke oplossingen (een aangepast plan, een ander proces). (Mate en aard van het) draagvlak voor deze oplossingen (welke belanghebbende partijen zitten er hoe in). Uitvoerbaarheid m.b.t. inhoud. Instrumentarium en middelen. Het benodigde proces ter realisatie van deze oplossingen. De relatie met de vastgestelde kaders: Inhoudelijk: vasthouden aan de hoofdfuncties openluchtrecreatie en hoogwaardige natuur, flexibiliteit zoeken in concrete invulling daarvan of begrenzingen. Financieel: binnen het beschikbare budget Tijdsplanning: zo mogelijk realisatiejaar 2021 handhaven. Een voorstel voor vervolgstappen. Hoe: Het advies komt tot stand door middel van één of meerdere gespreksrondes, eventueel in groepsverband, met alle belanghebbenden bij de transfomiatie van dit gebied. Een niet limitatieve lijst van deze belanghebbenden is bijgevoegd. In deze gespreksrondes wordt de oplossingsruimte verkend voor het grotere draagvlak en de contouren van gezamenlijk alternatief. Wanneer: Het advies wordt vóór 1 juni 2014 opgeleverd, zodat nog vóór het zomerreces door betreffende overheden daarover bestuurlijk/politieke beslissingen kunnen worden genomen. Dit betekent, ervan uitgaande dat op 10 februari 2014 kan worden gestart (de maandag volgend op de datum van 7 februari van het Bestuurlijk Overleg Buijtenland van Rhoon), een doorlooptijd van circa 3 V2 maand.

8 Het verdient aanbeveling tussentijds overleg te voeren met de opdrachtgever over de voortgang van de opdracht, zulks om wenselijk geachte aanpassingen van beide zijden mogelijk te maken. Dat geldt -in overleg met de opdrachtgever- ook voor het Bestuurlijk Overleg Buijtenland van Rhoon en de Tafel van Borging PMR. Voor wie: Het advies wordt opgesteld in opdracht van de provincie Zuid-Holland, optredend mede namens andere verantwoordelijke overheden (rijk, gemeente) en voor alle primair of secundair verantwoordelijke overheden (provincie Zuid-Holland, ministerie van I en M, ministerie van EZ, gemeente Albrandswaard). Met wie: Het is van belang dat het advies zo onafhankelijk mogelijk tot stand komt. Daarom wordt de opdracht alleen door de heer Veerman met eigen assistentie uitgevoerd. Tussentijds overleg met de opdrachtgever heeft tot doel een vlotte doorloop te garanderen. De opdrachtgever zal de opdrachtnemer verder ondersteunen, daar waar dat mogelijk en wenselijk is en voorzien van de benodigde informatie. Hoeveel kost het: Ervan uitgaande dat voor de uitvoering van de opdracht 200 uren van de hoofduitvoerder en nog eens 200 uren van een assistent benodigd is, met een tarief van 200,-, respectievelijk 50,-, en een bedrag van voor overige kosten, is met de uitvoering van de opdracht een bedrag van gemoeid. Hoe wordt gecommuniceerd: Tijdens de uitvoering van de opdracht wordt over de Inhoud hiervan niet gecommuniceerd met derden, niet behorend bij de groep van belanghebbenden. Over het in gang gezette proces kan en is het zelfs wenselijk breed en zorgvuldig te communiceren. Communicatie met derden, in het bijzonder communicatie met media, over de resultaten vindt pas plaats nadat het advies door de opdrachtgever is aanvaard en vrijgegeven voor externe communicatie. Welke risico's: De heer Veerman heeft een nevenfunctie als voorzitter van de Raad van Toezicht van Fagoed, wiens directeur vanuit een andere functie en organisatie (Arcadis) in opdracht van de provincie gronden venwerft in het gebied. Hoewel er geen risico is op belangenverstrengeling, zou dit wel zo opgevat kunnen worden. De heer Veerman garandeert dit verifieerbaar uit te sluiten. De doorlooptijd van de opdracht is vrij kort. Het risico is aanwezig dat de gestelde deadline niet wordt gehaald. Het tussentijds overleg heeft tot doel dit mogelijk risico zo vroeg mogelijk te signaleren en op te lossen.

9 K-i. lii. Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus EK Den Haag Provincie Zuid-Holland T.a.v. de heer drs. G. Veldhuijzen, Gedeputeerde Postbus LP DEN HAAG Datum Betreft 10 FEB 2014 Het Buijtenland van RhoOn Geachte heer Veldhuijzen, Met deze brief bevestig ik de afspraken uit bhè overieg van 3 februari jl. over de uitvoering van de motie Heerema cs. inzake h'et Buijtenland van Rhoon. I. Met de brief van 30 januari jl. aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 33450, nr 20)) heeft de minister van Infrastructuur en Milieu mede namens mij aangegeven op welke wijze het kabinet Invulling geefl aan de motie Heerema c.s. Directoraat-generaal Natuur & Regio Directie Regio en Ruimtelijke Economie Bezoekadres Bezuidenhoutseweg AC Den Haag Postadres Postbus EK Den Haag Factuuradres Postbus BD Den Haag Overheldsidentificatienr I T (algemeen) Behandeld door ing l.n.d. Karssemeijer ].n.d.karssemel]er@minez.nl T Ons kenmerk DGNR-RRE/ In ons overlég van 3 februari jl. heb ik u gevra'agd om de wensen en voorstellen yan de bewoners in beeld te brengen en öm op basis van die voorstellen met de partijen eèn altematieve invulling yan de transitie van de polder Buijtenland van Rhoon uit te werken. Doel van dit traject is het vergroten van het diiaagvlak bij de bewoners In het gebied voor de voorgenomen transitie. Dit mag echter niet ten koste gaan van het draagvlak bij andere belanghebbenden. Ik hecht daarom sterk aan de directe betrokkenheid van de Tafel van Borging in dit proces. Alternatieve plannen dienen te passen binnen het beschikbare budget en de huidige tijdsplanning. U hebt aangegeven dat u voor de concrete uitwerking van dit traject een beroep wilt doen op voormalig minister Veerman. Ik ondersteun uw keuze voor de heer Veerman van harte. Ik verzoek u mij over de voortgang van de werkzaamheden en over de communicatie goed op de hoogte te houden. Ik wil de uitkomsten van dit traject graag uiterlijk 1 juni a.s. met u bespreken. Hoogachtend Sharon A.M. DIjksrha Staatssecrëtarls van Economische Zaken Pagina 1 van 1