COMMISSIE WATERSYSTEMEN - KWALITEIT EN KWANTITEIT

Transcriptie

1 COMMISSIE WATERSYSTEMEN - KWALITEIT EN KWANTITEIT AAN DE VERENIGDE VERGADERING VAN DELFLAND Delft, 11 september 2012 Advies van de commissie Watersystemen - Kwaliteit en Kwantiteit, tevens conceptverslag van de vergadering op 11 september 2012 over de aan haar voorgelegde voorstellen van het college van dijkgraaf en hoogheemraden, ter behandeling in de Verenigde Vergadering op 27 september Aanwezig: mevr. I.J.A. ter Woorst dhr. A. van den Berg dhr. J.B. van den Berg mevr. E.E. Hijlckama Vlieg mevr. drs. M.J. Hilders dhr. J. de Hoog dhr. J. de Jong dhr. F.J.L. van Kasteren mevr. dr. ir. M.P.M. Ruijgh-van der Ploeg dhr. ir. B. van der Veer hoogheemraad, voorzitter hoogheemraad, vicevoorzitter categorie ongebouwd categorie ingezetenen, PvdA categorie ingezetenen, VVD categorie ingezetenen, CDA categorie bedrijfsgebouwd categorie ingezetenen, AWP Delfland categorie natuurterreinen secretaris voorts aanwezig: dhr. A.D. Bongaards mevr. ir. S. van Heusden dhr. ir. F.H.H. Hottinga dhr. G.A.M. Smit mevr. J. Burger dhr. dr. ir. M.P. Cuypers mevr. L.J.M. van Mulken mevr. J.C.M. Huijbregts programmamanager Voldoende water teamleider Waterhuishouding programmamanager Schoon water senior adviseur planning en control senior beleidsadviseur teamleider Watersysteemkwaliteit beleidsadviseur senior beleidsadviseur afwezig: dhr. dr. ir. A.J. Middendorp dhr. dr. ir. G.P.J. Dijkema dhr. drs. B. Canton dhr. drs. L.W. Nanninga 01 Opening, vaststelling agenda De voorzitter opent om uur de vergadering. De heer Middendorp is met kennisgeving afwezig en wordt vervangen door de heer Van Kasteren. De heer Nanninga is afwezig en zou vervangen worden door mevrouw Engels. Zij is echter ziek geworden. De heer Dijkema is ziek en wordt vervangen door mevrouw Hijlckama Vlieg. Tot slot is de heer Canton met kennisgeving afwezig. Op verzoek van de commissie worden alle hamerstukken en informatiestukken als bespreekstukken behandeld. De legger (04.19) wordt als eerste bespreekpunt behandeld zodat de ambtelijk medewerker de vergadering daarna kan verlaten.

2 2 02 Vaststelling van de notulen van de vergadering van de commissie op 12 juni 2012, inclusief actielijst Mevrouw Hilders stelt op pagina 13 voor om de tekst Mevrouw Hilders merkt op dat Delfland hier haar eigen uitvaart aan het voorbereiden is. te vervangen door: Mevrouw Hilders merkt op dat Delfland hier haar eigen veroordeling aan het voorbereiden is. Het verslag wordt met inachtneming van deze opmerking vastgesteld. Naar aanleiding van de notulen Niemand heeft opmerkingen naar aanleiding van de notulen. Naar aanleiding van de overzichtslijst met toezeggingen Juist (nu) aansluiten De voorzitter toont de voortgang van de actie. In de zomer was 92% van de aansluitingen inmiddels gerealiseerd of in procedure. Het gezamenlijk streven om 90% aan het einde van 2012 te hebben aangesloten, is dus al behaald. De waterkwaliteitsrapportage staat op de commissieagenda. De voorzitter hoopt bij de volgende rapportage een positief resultaat te presenteren. 2. Factsheets met faq s Schoon Water De factsheets zijn toegestuurd. Het punt is afgedaan. 3. Groenblauwe diensten Dit onderwerp is geagendeerd. 4. Vlotterkering Portefeuillehouder Van den Berg deelt mee dat de aanvraag binnen is en in behandeling wordt genomen. Het onderwerp komt terug in de commissie. 5. Kadernota Vismigratieknelpunten Dit punt is afgehandeld. 6. Kadernota onzekerheden risico s De voorzitter deelt mee dat de opmerking van de heer Dijkema over de terminologie is besproken en overgenomen. Het is echter nog niet geheel verwerkt in de Kadernota. In volgende nota s worden de termen risico s en onzekerheden eenduidig gehanteerd. Het college komt erop terug. 7. Kadernota Doelen mogelijke maatregelen Dit punt is afgehandeld. 8. Kadernota Juridisch risico Dit punt is afgehandeld. 9. Vispaaiplaatsen De voorzitter deelt mee dat de suggestie van de heer Middendorp is uitgezet in de organisatie. 03 Mededelingen De voorzitter deelt mee dat de bestrijdingsmiddelenatlas voor de zomer is uitgekomen met medewerking van Delfland. Indien er belangstelling voor is, dan kan dit gemeld worden. De voorzitter doet nog enkele vertrouwelijke mededelingen. Terugkoppeling gemeenschappelijke regelingen Er is geen terugkoppeling uit gemeenschappelijke regelingen.

3 3 Terugkoppeling uit Uniecommissies De voorzitter deelt mee dat de notitie Samenwerken met de agrarische sector aan schoon water ter informatie aan de VV is gestuurd. Dit stuk is in de Uniecommissie aan de orde geweest en daar is afgesproken om het gebiedsgericht aan te pakken. Ze heeft het laten agenderen voor het volgende bestuurlijk overleg met LTO-Glaskracht om er in aansluiting tot het project Juist (nu) aansluiten invulling aan te geven. Vanuit de Unie is aangegeven dat de bal bij de sector moet liggen. De voorzitter deelt mee dat Bianca Maasdamme alle commissievergaderingen bijwoont om te zien hoe zaken in de commissie verlopen en waar verbeteringen kunnen worden doorgevoerd. 04 Bespreekstukken 01 2 e Bestuursrapportage 2012 van dit agendapunt zullen alleen de programma s Schoon water en Voldoende water worden behandeld (in aanwezigheid van de heer Hottinga en de heer Smit) Portefeuillehouder Ter Woorst draagt het voorzitterschap over aan portefeuillehouder Van den Berg voor de bespreking van het programma Schoon Water. Portefeuillehouder Ter Woorst licht de rapportage toe. De commissie heeft vaak gevraagd om versnelling. Er is nu veel gebeurd, wat niet alleen te zien is aan de bestuursrapportage maar ook aan andere voorstellen die vanavond zijn geagendeerd. Ze is tevreden met het resultaat tot dusver en stelt voor om nu met volle vaart vooruit te gaan. Schoon water Mevrouw Hilders heeft een opmerking over de risicoparagraaf. Ze heeft al eerder gevraagd om een overzicht van de risico s per programma. In de bestuursrapportage worden echter alleen de mutaties vermeld. Ze weet dat er nog een notitie komt over risico s en onzekerheden, maar haar wens is desondanks om bij dit soort documenten een beter overzicht te hebben van de risico s. Ze heeft hiernaar ook in Commissie BOB gevraagd. Over de waterkwaliteit merkt ze op dat er in 2012 drie vispassages worden opgeleverd. Twee daarvan zijn pilots en van één wordt gesteld dat deze snel moest worden uitgevoerd om in 2015 resultaat te boeken. Betekent dit dat het iets te pessimistisch is ingeschat? Mevrouw Hijlckama Vlieg stelt dat volgens het programma schoon water een aantal investeringen niet kan worden geactiveerd. Ze vraagt waarom dat zo is en waarom men daar nu pas achter komt. Verder constateert ze dat een groot aantal activiteiten versneld wordt uitgevoerd. Ze vindt dit positief maar vraagt wat het betekent voor het programma van de komende jaren. Worden dan minder activiteiten uitgevoerd? Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg geeft een compliment over het feit dat een aantal zaken versneld uitgevoerd worden. Ze is benieuwd wat de succesfactor is en of het mogelijk is om met deze kennis ook andere zaken in 2013 en 2014 versneld uit te voeren. Ook de heer De Jong prijst de snelheid waarmee de bestuursrapportages worden opgeleverd. Zojuist werd het verslag vastgesteld waarin de eerste rapportage werd behandeld, en nu wordt de tweede bestuursrapportage al besproken. Het is prettig dat de gang er goed in zit. Hij hoopt dat in de notulen weinig tekst aan de tweede Burap wordt besteed. De heer De Hoog noemt het een korte en krachtige bestuursrapportage. Hij stelt een aantal vragen over de bagger. Op pagina 9 wordt gesproken over een opbrengst van euro. Is dat hetzelfde bedrag dat wordt genoemd bij ontvangsten vanuit het Innovatiefonds of wordt er tweemaal een bedrag van euro ingeboekt? Daarnaast is de heer De Hoog benieuwd wat er wordt gedaan met de bagger. Er wordt momenteel veel geëxperimenteerd met de verwerking ervan. Op pagina 11 staat dat de noodzakelijke aanpassingen voor het gebouw van gemaal Schoute niet zijn voorzien. Hij vraagt hoe het kwam dat er vooraf onvoldoende kennis was over de kosten.

4 4 De heer J. van den Berg vindt het een terechte opmerking van de portefeuillehouder dat de bestuursrapportage een enorme stap vooruit laat zien. Eerder was gewaarschuwd dat het programma Schoon Water niet zo vlot verliep, maar nu is er toch veel vooruitgang. Hij is erg blij met de voortgang en complimenteert de portefeuillehouder en de organisatie. De heer Van Kasteren mist een overzicht van de risico s per programma. De som van de diverse ramingen wijkt niet veel af van de eerste bestuursrapportage en de begroting, maar toch zijn er flinke fluctuaties per budgetregel zichtbaar. De organisatie heeft geruime tijd ervaring met de SSK-methode en zou daarom een nadere toelichting op de fluctuaties moeten kunnen geven. Voor het programma Schoon Water is AWP verheugd met de toename van de investering van 2,8 naar 5,1 miljoen. De fractie juicht de daadkracht toe maar is verbaasd over de verdubbeling van de raming. In de tekst is een opsomming van projecten opgenomen. Hij vraagt waarom dit niet (gedeeltelijk) is voorzien bij het vaststellen van de begroting voor Portefeuillehouder Ter Woorst antwoordt dat zij een duidelijker risicoparagraaf voor deze Burap niet kan toezeggen maar dat de suggestie wordt doorgegeven aan het college. De secretaris voegt eraan toe dat de commissie in het najaar een integraal voorstel over risicomanagement krijgt. De heer Van Kasteren antwoordt dat hem dit bekend is, maar dat hij desondanks graag een overzicht van de risico s per programma zou ontvangen. Portefeuillehouder Ter Woorst legt de rekenmethodiek uit. SSK-ramingen laten altijd fluctuaties zien. Aan het begin van een proces zijn de ramingen heel breed met een grote onnauwkeurigheid. Hoe dichter men bij de realisatie komt, hoe kleiner de kans op fluctuaties. Toch blijft er altijd een kans op schommelingen bestaan. De portefeuillehouder denkt niet dat Delfland te optimistisch is geweest, zoals mevrouw Hilders suggereert. Delfland is nog maar kort geleden begonnen met het programma en moest een grote achterstand inlopen. De heer Smit legt uit waarom een aantal investeringen niet geactiveerd is en daarom in de exploitatie is opgenomen. Formele regels schrijven voor of een uitgave als investering wordt gezien of in de exploitatie wordt opgenomen. Het verandert niets in het totaal, maar het is een manier waarop de kosten in de boekhouding terechtkomen. Mevrouw Hijlckama Vlieg vraagt waarom de kosten niet meteen aan de exploitatiekant zijn gezet. De heer Smits legt uit dat de aard van de maatregelen nog niet bekend was op het moment dat de begroting 2012 werd opgesteld. De maatregelen zijn destijds wel als investering voorzien, maar het was nog niet duidelijk hoe ze zouden worden uitgevoerd en welke kosten ermee gemoeid zouden zijn. Het is een formele regel dat investeringen onder een bepaald bedrag direct in de exploitatie worden opgenomen. Portefeuillehouder Ter Woorst waarschuwt dat het behaalde resultaat niet geëxtrapoleerd kan worden. Het kan goed zijn dat dit laaghangend fruit was, dat nu geplukt is. Het kan echter ook tot enthousiasme leiden waardoor nog veel meer mogelijk is. Dat is moeilijk te voorspellen: een winstwaarschuwing is daarom op zijn plaats. Gevraagd werd naar de succesfactor. Dat zijn er meerdere zoals de nadrukkelijke wens van het bestuur, de resultaatverplichting vanuit de KRW en draagvlak bij de gemeenten. Het is het resultaat van alle inzet van de afgelopen twee jaar. De heer Smits antwoordt dat er één bedrag van euro wordt ingeboekt. De euro die als winst is aangegeven, komt overeen met de subsidie. De secretaris voegt eraan toe dat de laatste zin op pagina 9 geschrapt kan worden, omdat die tot verwarring leidt. Portefeuillehouder Ter Woorst zegt dat bij investeringsvoorstellen direct wordt aangegeven wat er met de bagger gebeurt. Over gemaal Schoute zegt ze dat er bij het opknappen en aan-

5 5 passen van een oud gebouw altijd de kans is dat dit leidt tot onvoorziene kosten. Als je nieuw bouwt, is het eenvoudiger om direct goed te bouwen. Tweede termijn De heer Van Kasteren merkt op dat de AWP al eerder heeft gevraagd om extra budget voor schoon water. Daar was destijds geen ruimte voor. Nu zijn er in het programma zo veel meevallers zichtbaar dat de fractie zich afvraagt of dit geld ten goede komt aan andere programma s of kan dit alsnog worden gebruikt voor schoon water? In de begroting is veel bezuinigd op dit programma. Wellicht kan een deel van de bezuiniging worden teruggedraaid. Portefeuillehouder Ter Woorst geeft aan dat Delfland nog maar net is begonnen met het programma. Natuurvriendelijke oevers kunnen goedkoper worden aangelegd dan verwacht, maar dit lijkt een duidelijk geval van laaghangend fruit. Ze adviseert om het geld te laten staan voor de verdere uitvoering. Overigens zit de bottleneck niet zozeer in geld maar meer in menskracht en het zoeken en verzilveren van kansen. Ze stelt voor om eerst het programma verder uit te voeren en daarna pas te kijken wat er overblijft en hoe dit bestemd kan worden. De voorzitter concludeert dat de commissie een positief advies geeft over het voorstel en het wordt als hamerstuk aangeboden aan de VV. Portefeuillehouder Van den Berg draagt het voorzitterschap over aan portefeuillehouder Ter Woorst voor de bespreking van het programma Voldoende water. Voldoende water Portefeuillehouder Van den Berg licht het programma toe. Men ziet hier een iets andere ontwikkeling. De investeringsbedragen zijn wat lager. Dit komt onder andere doordat anderhalf jaar geleden de opdracht is gegeven om te kijken of gemalen op een andere manier gebouwd kunnen worden. Ook is er veel aanbestedingsvoordeel behaald. Dat werkt nogal door en betekent dat Delfland haar doelen volledig behaalt met minder geld. Eerste termijn De heer Van Kasteren merkt op dat het project gietwaterbassins wordt beëindigd. In Oranjepolder wordt volgende maand een bijeenkomst georganiseerd over het slimmer inzetten van gietwaterbassins. Hij vraagt waar dat staat in de bestuursrapportage. De heer J. van den Berg vindt het prima dat Delfland voor dit programma hetzelfde kan doen voor minder geld. De toegerekende salarissen waren in de eerste bestuursrapportage al zichtbaar geworden. Het is een hele afwaardering in het geld dat elk jaar nodig is om de organisatie te laten draaien. Hij vraagt of de oorzaak ligt in de afvloeiing als gevolg van de financiële crisis. Verder vraagt hij over de zoetwatervoorziening of de ontwikkelingen rondom Volkerak/Zoommeer de komende jaren goed op de rails blijven. De heer De Hoog vraagt naar de stand van zaken omtrent het Volkerak/Zoommeer. Er wordt steeds uitgegaan van de landbouwnorm van 200 mg zout per liter. Daar kan de tuinbouw echter niet mee uit de voeten. De voorzitter breekt de discussie af. De heer De Jong vraagt naar het kraantjesproject. Dit project geeft een besparing van euro. Voor het project wordt 1 euro per m3 water betaald. Dat betekent dat het gaat om een voorziening van m3 wateropvang. Hij begrijpt dat Delfland het project wil stopzetten om kosten te besparen, maar doe dat dan alleen in gebieden waar de wateropvang op orde is en schaf het niet af op plaatsen waar de investering al gedaan is en apparatuur geplaatst is. Als je het project op de rails zet en vervolgens afschaft, dan zou dat bij voorkeur gefaseerd over een aantal jaren gebeuren. Over zoet en zout water merkt hij op dat bij de ingekomen stukken de Zoet-zoutkrant zat van STOWA, naar aanleiding van een tweedaagse bijeenkomst op Texel. Hij vraagt of deze krant op papier toegezonden kan worden. Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg geeft aan het college mee dat de ruimte die ontstaat in het budget, nu blijkt dat er marktvoordelen behaald worden, overgeheveld kan worden naar de programma s waar flink in gesneden is, zoals Schoon Water.

6 6 Mevrouw Hijlckama Vlieg vraagt naar de dwarskade Oudeweg waar sprake is van een overschrijding van het investeringsplan en krediet. Ze vraagt of dat een grote verschuiving teweegbrengt en wanneer de commissie hierover nader geïnformeerd wordt. Mevrouw Hilders zou graag een toelichting willen over het stopzetten van het project gietwaterbassins. Ze is verheugd te horen dat de aanbestedingen gunstig verlopen. Er staat een stukje in over ONW. Zij is namens de VV aandeelhouder van deze organisatie. Dit heeft ze reeds aan de fractievoorzitter van de commissie BOB doorgegeven en ze heeft hem gezegd dat ze in dit kader niet goed geïnformeerd wordt over dit soort zaken. De teksten zijn onbegrijpelijk voor aandeelhouders. De heer Smit beantwoordt de vraag over de salarissen. De verschillen zijn niet het gevolg van de financiële crisis. Delfland heeft een andere systematiek gevolgd bij de begroting en de eerste bestuursrapportage waardoor er een verschuiving heeft plaatsgevonden tussen de programma s. Dit is in de eerste bestuursrapportage uitgebreid toegelicht. Volgens portefeuillehouder Van den Berg komt het onderwerp zoet water steeds terug. Delfland is continu betrokken bij overleggen waar ze invloed kan uitoefenen om zo goed mogelijk zoet water te behouden. Dat wordt bedoeld met het onderwerp zoet water in het programma. Hij zegt toe dat hij de Zoet-zoutkrant die is uitgegeven naar aanleiding van een bijeenkomst op Texel onder de commissieleden zal laten verspreiden. Over de bestemming van het financieel voordeel merkt hij op dat Delfland een flinke aderlating heeft gedaan door veel werkzaamheden van het programma door te schuiven. Er wordt daarom nadrukkelijk naar gekeken wat wordt gedaan met het financieel voordeel. In de Kadernota is afgesproken hoe het geld het komende jaar wordt besteed. Een inhaalslag kan dit jaar niet gemaakt worden, dat komt volgend jaar aan de orde. De portefeuillehouder verwacht geen grote verschuivingen door de overschrijding van het investeringsplan van de dwarskade Oudeweg. Er wordt op teruggekomen. De heer Bongaards legt uit dat voor de dynamische gietwaterbassins in de vorige bestuursrapportage al geld is aangevraagd. Deze gegevens zijn daar dus terug te vinden. Over het stopzetten van het project gietwaterbassins zegt hij dat de afgelopen jaren geen gebruik werd gemaakt van de bassins omdat de bui altijd viel als de bassins al vol stonden. In veel polders zijn allerlei maatregelen genomen zodat de urgentie minder is. Delfland probeert nu de bassins in te zetten als vasthoudmaatregel en de verantwoordelijkheid bij de tuinbouwer/eigenaar van het perceel neer te leggen. Daarom is ervoor gekozen om het project stop te zetten. Tweede termijn De heer De Jong is blij met de toelichting op de gietwaterbassins maar stelt voor om dit laatste kort te sluiten met de ondernemers om te kijken of ze op vrijwillige basis willen blijven meedoen. Portefeuillehouder Van den Berg zegt dat er al contact met ondernemers is over de dynamische gietwaterbassins en dat gevraagd wordt naar hun ervaringen over het project. De secretaris voegt eraan toe dat er ook individuele gesprekken zijn gevoerd waarbij is afgesproken dat de installaties bij sommige ondernemers blijven zitten. De heer De Hoog zou bij de goede zoetwatervoorziening graag de kwaliteitsnormen betrekken. Het bewateren van een weiland stelt andere eisen aan het water dan het bewateren van tuinbouwgrond. Portefeuillehouder Van den Berg zegt dat de inzet is dat de huidige norm voor de aanvoerkwaliteit van zoet water gehandhaafd blijft. De voorzitter concludeert dat de commissie positief adviseert over het voorstel en het wordt als hamerstuk aangeboden aan de VV.

7 7 18 Voorkeurspakket wateroverlastbeperkende maatregelen Kralingerpolder (in aanwezigheid van mevrouw Huijbregts en de heer Bongaards) Portefeuillehouder Van den Berg licht het voorkeurspakket maatregelen toe. De Kralingerpolder is een van de urgente plekken in het Westland. Delfland is in Westland begonnen om een ander soort proces op te zetten waarbij wordt gezocht naar voordelen voor zowel de gemeente als het waterschap. Hiervoor wordt niet alles aan de voorkant al vastgezet, maar blijft er vrijheid om naar oplossingen te zoeken. De centrale vragen zijn: wie houdt het water vast en wie moet het bergen? Dit leidt tot een andere verdeling over de partijen. Door deze nieuwe manier van werken kan een gezamenlijke besparing behaald worden. De secretaris merkt op dat op pagina 7 bij punt 15 een opsomming van de bijlagen staat. Hierbij staat bijlage 1 Kralingerpolder. Dit moet zijn De Lier. Bijlage 5 vervalt. Eerste termijn De heer Van Kasteren merkt op dat wateroverlastbeperkende één woord is. Hij heeft een aantal aanvullende vragen. - Wordt rekening gehouden met de nieuwe onderhouds- en beheerskosten als gevolg van deze investeringen? - Wanneer wordt iets gezegd over de watersysteemanalyse? - wanneer kun je langetermijnmaatregelen verwachten die eruit voortvloeien? De heer J. van den Berg vindt dat het stuk niet veel nieuws bevat. In De Lier gebeurt nogal eens wat als het hard regent. Hij twijfelt eraan of de maatregelen tot een sterke verbetering leiden. Hij vraagt waar de pomp die is neergezet, het water heen pompt en of deze pomp naar een andere plek gaat pompen als het project is gerealiseerd. Er zijn twee kostenoverzichten opgenomen (A en B) voor zowel Delfland als de gemeente Westland. Hij vraagt wat de kosten worden voor Delfland. De heer De Hoog blikt terug op het begin van het traject in miljoen euro zou worden uitgegeven voor 4000 m3 wateropslag. Zo n project mag wel begrensd zijn met een gouden randje. Hij is blij dat op tijd is ingezien dat dit veel te duur en niet haalbaar was. Hij vindt het een vrij goed voorstel maar vraagt zich af of de extra overstort die wordt gemaakt, echt nodig is. Hij is niet zo n voorstander van overstort, omdat men veel kan storten waar omwonenden niet blij mee zijn. Wat is de noodzaak en wat zijn de gevolgen van overstort? De heer De Jong is verheugd met het stuk en staat versteld van de creativiteit die ontstaat als de gemeente en Delfland met elkaar optrekken en elkaar duidelijk maken waar ze voor staan. Het is belangrijk om elkaar niet de bal toe te spelen maar samen te werken. Op pagina 1 worden bij de probleemstelling de Julianalaan en Karel Doormanlaan genoemd. Hier is in de zomer van 2011 wateroverlast geweest waarbij het water net niet naar binnen liep. Bij de Karel Doormanlaan wordt nu nieuwbouw gepleegd. De funderingen zijn minimaal 30 cm hoger dan in de rest van gebied. Dat betekent dat het water naar een lager deel loopt. Hij vraagt wat de gevolgen voor de huidige woningbouw zijn en of er een extra waterberging wordt gegraven. Verder staat op pagina 10 een uitgewerkte schets van de waterpartij. Het lijkt heel wat, maar het is volgens hem een minimumhoeveelheid water die hier kan worden opgevangen. Hij vraagt naar de afmetingen. Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg mist bij de onderbouwing een aantal zaken. Hoeveel m3 waterberging is er nodig bij de Julianalaan en in welke mate moet de afvoer vergroot worden? Uit het plan blijkt niet of Delfland klaar is na het nemen van deze maatregelen en ook niet wat de effectiviteit is van de verschillende maatregelen. Er wordt gesproken over berging in de groenzone, om hoeveel m3 gaat dat? De kosten zijn ongeveer gelijk aan andere maatregelen die Delfland wil nemen om het voormalen effectiever te maken. Ze schrikt van de hoge investering die Delfland wil doen om het voormalen effectiever te maken. Waarom zou je dat willen doen? Door voormalen creëer je heel tijdelijke waterbergingsruimte, voor hoeveel kuub? Ze is blij dat wordt vastgehouden aan het hele programma, dat het niet alleen gaat over bergen en afvoeren, maar ze heeft vragen bij het handhaven van de mobiele pomp. Een bedrag van euro wordt genoemd, maar het kost enkele duizenden euro s per jaar. Het is niet dui-

8 8 delijk waar het getal vandaan komt en ook niet waarom de pomp gehandhaafd moet worden. Ten slotte citeert ze pagina 5, punt 4: de gemeente geeft de voorkeur aan de voorgestelde financiële verdeling want die doet recht aan het proces en zal leiden tot een snelle uitvoering. Aanpassing zou kunnen leiden tot extra onderhandelingen met het risico dat de gemeente alsnog niet kan instemmen met de verdeling. Hoe is de verdeling tot stand gekomen en waarom is dit de juiste verdeling? Waarom is Delfland niet bereid om over de verdeling te discussiëren? Mevrouw Hijlckama Vlieg stelt dezelfde vraag. Het lijkt of Delfland door de gemeente in een klempositie wordt gezet. Verder vindt ze het buitengewoon bemoedigend dat een goede samenwerking is ontstaan. Dit zou meer moeten gebeuren want het geeft een win-winsituatie. Ze heeft een aantal vragen over het stuk. Er ontstaat verwarring door de twee opsommingen op pagina 4 en 5 over de kosten. Ze stelt voor om deze opsommingen voor de VV samen te voegen. Welk deel is voor Delfland en welk voor andere partijen? Over de samenwerking zegt ze dat een goede coördinatie nodig is als je dingen samen oppakt. Het is niet duidelijk wie dit doet en wanneer. Ook moet nog goed worden gekeken naar de voorfinanciering. Het lijkt erop dat Delfland alles voorfinanciert. Als laatste punt merkt ze op dat het vreemd is dat nu kortetermijnmaatregelen worden getroffen terwijl maatregelen voor de lange termijn nog niet geïnventariseerd zijn. Logischer zou zijn om eerst langetermijnmaatregelen te beschrijven en vervolgens te bepalen wat op korte termijn moet worden uitgevoerd. Is het zeker dat er nu geen kortetermijnmaatregelen worden uitgevoerd die op basis van de langtermijnvisie niet noodzakelijk zijn? Mevrouw Hilders is het eens met de vragen van de heer De Jong en mevrouw Ruijgh-van der Ploeg. De passage waarin staat dat aanpassing kan leiden tot extra onderhandeling lijkt haar typisch het gevolg van de manier waarop Delfland omgaat met risicobeheersing. Ze vraagt naar het bedrag van euro voor de pomp. Er wordt gesteld dat gemeente Westland bijdraagt aan de maatregelen, maar in het besluit is dit nergens terug te vinden. Portefeuillehouder Van den Berg legt uit dat het in ieder geval om geen spijtmaatregelen gaat. Het betreft de urgente plekken waar vaak wateroverlast is. De maatregelen zijn belangrijk voor nu maar ook op langere termijn. De heer Van Kasteren noemde de beheerkosten om wateroverlast te beperken. Deze zijn in het stuk meegenomen voor zowel de gemeente als voor Delfland. Gevraagd werd waar de pomp het water laat. Dit wordt in hetzelfde peilvak gepompt maar op een iets andere plek. Over het bedrag van 8 miljoen euro, zegt de portefeuillehouder dat er nu niet wordt geïnvesteerd in dure maatregelen. Daardoor haal je de financiële voordelen naar voren. Het leidt tot een functioneel en goed systeem dat zo effectief mogelijk is. De portefeuillehouder zegt toe om te bekijken hoe de kostenverdeling duidelijker geformuleerd kan worden. Nu is een A- en B-variant opgenomen, om te laten zien welk proces is doorlopen. Hij vraagt wat mevrouw Hijlckama Vlieg verwarrend vindt. Mevrouw Hijlckama Vlieg legt uit dat de conclusie in het ene hoofdstuk een andere verdeling laat zien dan de andere. Als je op één variant uitkomt, waarom worden ze dan beide weergegeven? De lezer is nu geneigd om beide bedragen bij elkaar op te tellen. Portefeuillehouder Van den Berg merkt nog op dat deels al een stuw is gemaakt. Dit is ook in de kosten verwerkt. De heer Bongaards zegt dat Delfland verwacht in 2013 te starten met de studie voor de watersysteemanalyse voor dit gebied. Over de pomp zegt hij dat nu een tijdelijke trekkerpomp wordt geplaatst maar dat de gemeente van plan is om een vaste pomp te maken. De kosten hiervan, euro, zijn voor rekening van de gemeente. De nieuwbouwontwikkeling is getoetst op negatieve effecten op de waterberging. Deze effecten zijn er niet, maar er wordt ook geen extra waterberging gegraven. Diverse commissieleden vragen naar het aantal m3 dat kan worden opgevangen. De nieuwe methodiek gaat uit van het verlagen van de kans op overlast. Hierbij wordt niet met m3 gerekend. Bij de conclusies is aangegeven wat Delfland met het maatregelenpakket bereikt: bij een bui zoals die eens in de tien jaar voorkomt, kan wateroverlast op straat ontstaan, maar niet in de woningen. De voorfinanciering wordt nog verder uitgewerkt en voor de coördinatie wordt per maatregel afgesproken of de gemeente of Delfland trekker wordt.

9 9 Tweede termijn Mevrouw Hilders wil toch graag het aantal m3 weten zodat het maatregelenpakket tastbaarder wordt. Bovendien zijn niet alle vragen beantwoord, bijvoorbeeld over de effectiviteit en de reden om zoveel te investeren in het voormalen. Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg begrijpt dat men geen coördinatie nodig vindt voor gezamenlijke projecten met de gemeente. Verder stelt ze dat bij het waterplan Delft veel lessen zijn geleerd op dit gebied. Hoe worden deze verwerkt in dit plan en hoe wordt dat vastgelegd? Een aantal vragen is nog blijven staan: hoeveel waterberging is er nodig, hoeveel waterberging wordt met deze maatregelen gerealiseerd en waarom wordt zo zwaar geïnvesteerd in voormalen? Of wordt met voormalen bedoeld dat de stuw wordt geautomatiseerd zodat het waterpeil snel verlaagd kan worden? De heer De Jong is content met het antwoord van de programmamanager, maar hij zei dat de nieuwbouw geen negatief effect had op de waterberging. Tegen lage kosten had wellicht een positief effect bereikt kunnen worden. De heer De Hoog mist nog het antwoord op de riooloverstort. De heer J. van den Berg vraagt naar de verdeling van de kosten in de A- en B-variant. De heer Van Kasteren stelt voor om de tekst te herzien zodat hij voor één uitleg vatbaar is, voor hij naar de VV gaat. Vooral de A- en B-variant leiden tot verwarring. Portefeuillehouder Van den Berg zegt nogmaals toe dat de tekst wordt verbeterd. Over riooloverstort zegt hij dat het riool een verbinding krijgt met een andere rioolstreng en daar een grote buffer krijgt. Het gaat daardoor veel beter met de overstort. Mevrouw Huijbregts zegt over de effectiviteit van voormalen dat het een complex gebied is. Er worden twee belangrijke beheersmaatregelen voorgesteld waarvan voormalen er één is. Het voormalen heeft tot doel het waterpeil snel plaatselijk te verlagen voordat de bui komt en is al ingezet. Om de effectiviteit te meten wordt worden gekeken hoe je de overlast kunt verkleinen, gerekend met buien. De maatregelen zorgen ervoor dat het systeem bui 8 kan verwerken. Bij grotere buien kan er wel water op straat blijven staan, maar niet in de huizen stromen. Bij de systeemanalyse wordt integraal gekeken waar het meeste water ontstaat en hoe het kan worden afgevoerd. Mevrouw Hijlckama Vlieg stelt voor dat wordt aangeduid met welke buien wordt gerekend. Waar is het gebied op voorbereid en waarop niet? Mevrouw Huijbregts antwoordt dat het overstorten per saldo gaat afnemen. Pas aan het einde van het jaar gaat de gemeente het systeem doorrekenen en wordt het echt onderbouwd. De heer De Hoog informeert of ook wordt geregistreerd wanneer het alarm gaat. Mevrouw Huijbregts gaat hiervan uit maar zal het navragen. De secretaris antwoordt dat Delfland voor de samenwerking met Westland veel heeft geleerd van het waterplan Delft. Op bestuurlijk, management en projectniveau wordt gestuurd. De samenwerking wordt op al deze niveaus besproken en er worden afspraken gemaakt. Jaarlijks wordt de uitvoering geëvalueerd. Mevrouw Hijlckama Vlieg vindt dit een belangrijk punt en stelt voor deze mededeling toe te voegen aan het voorstel. De secretaris zegt dat de commissie hier al eerder over is geïnformeerd. Naar aanleiding van de zorgen over het aantal m3 merkt hij op dat de commissie in november wordt geïnformeerd over de herziening van het waterbeheerbeleid. Dan kan besproken worden hoe wordt omgegaan met water en met buien, met name om te laten zien wat effectgericht, gebiedsgericht en marktgericht werken betekent in gebiedsprocessen.

10 10 Mevrouw Hijlckama Vlieg wil een aantal aspecten waaronder de voorfinanciering terugkoppelen naar haar fractie. De voorzitter concludeert dat de commissie positief adviseert en dat het voorstel als bespreekstuk met inachtneming van alle opmerkingen kan worden aangeboden aan de VV. 19 Partiële wijziging Legger Wateren 2011 (in aanwezigheid van S. van Heusden en N. van Mulken) Portefeuillehouder Van den Berg licht toe dat vorig jaar veel tijd en energie in de legger is gestoken waarna hij naar tevredenheid is vastgesteld. Toen is besloten om de legger jaarlijks te herzien. De opzet van de legger is dan ook niet veranderd, het betreft slechts een actualisatie. Er is een zorgvuldige inspraakprocedure doorlopen, evenals bij de vaststelling van de legger vorig jaar. Dit proces wordt jaarlijks herhaald. De terinzagelegging is niet alleen digitaal gebeurd, maar ook via brieven aan alle betrokken instanties en omwonenden. Bij een leggerwijziging doet men dat specifieker dan alleen in de lokale kranten. In de lokale kranten heeft het niet gestaan zoals bij andere projectplannen gebeurt. Delfland heeft goed contact gehad met de mensen die een zienswijze hebben ingediend. De formele beantwoording van de zienswijzen is beschreven in het voorstel. De veertien zienswijzen vertoonden veel overlap en hebben geleid tot twee aanpassingen. De ene is een wijziging en de andere is het terugdraaien van een functie die veranderd was. De wijze waarop Delfland met de afkoopsom voor onderhoud van groenstroken is omgegaan, is hetzelfde als vorig jaar bij het vaststellen van de legger. Eerste termijn De heer Van Kasteren heeft geen opmerkingen over het voorstel zelf. Zijn fractie kan ermee instemmen. Hij heeft wel een verzoek naar aanleiding van de legger. Via zijn achterban hebben hem klachten bereikt over de gemeente Westland die onderhoudswerkzaamheden die voortvloeiden uit de schouw aan een nieuwe partij zou hebben gegund. De kwaliteit van deze werkzaamheden zou lager zijn dan voorheen. Hij vraagt hoe dit zit en hoe Delfland dat handhaaft als het gebied in eigendom is van de gemeente Westland. De heer J. van den Berg merkt op dat het goed is dat de procedure serieus is gevoerd. Mensen die een beetje gelijk hadden, zijn niet met een kluitje het riet in gestuurd. Hij heeft een vraag over het onderhoud aan de oevers. Op pagina 2 staat dat natuurvriendelijke oevers bij vaststelling van de legger de verantwoordelijkheid worden van de aangelanden. Dat is toch niet de bedoeling? De heer De Hoog heeft na het lezen van de zienswijzen en de beantwoording geconcludeerd dat Delfland gedegen heeft gekeken naar de bezwaren. Hij kan zich vinden in de beantwoording. De heer De Jong is verbaasd dat elf zienswijzen zijn afgewezen. Hij vraagt of deze mensen zich neerleggen bij de afwijzing of kunnen zij nog een tweede zienswijze indienen of in beroep gaan. Een drietal zienswijzen is ingediend naar aanleiding van de wijziging van het peilbesluit Staelduinse Bos. Dit is twee jaar geleden in de commissie besproken maar in dat traject is geen hoorzitting georganiseerd en hebben burgers niet ingesproken. Het lijkt erop dat betrokkenen zich nu bewust zijn van de gevolgen van deze wijziging en men levert alsnog een zienswijze in. Toen heeft de commissie gevraagd of betrokkenen goed geïnformeerd waren. Nu lijkt het erop dat dit toen niet goed is gegaan. De zienswijzen zijn alle drie afgewezen. Hij vraagt of voor deze mensen nog een beroepsprocedure open staat. Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg stemt in met de voorgestelde wijziging van de legger. In de legger is aangegeven waar natuurvriendelijke oevers liggen en wie onderhoudsplichtig is. Deze herziening is gebruikt om een aantal nieuwe oevers op te nemen. Ze vraagt of nu alle natuurvriendelijke oevers zijn opgenomen, ook die in Midden-Delfland. In het stuk over de Slinksloot staat namelijk dat natuurvriendelijke oevers opgenomen worden in de legger, maar volgens haar zitten deze er al in.

11 11 Mevrouw Hijlckama Vlieg noemt het een degelijk stuk, dat veel duidelijkheid schept over de zaken waar Delfland bestuurlijk op aangesproken kan worden. Ze vraagt hoe bewerkelijk het is om de legger jaarlijks te actualiseren en of dat in verhouding is tot de meerwaarde die het oplevert. Aansluitend daaraan vraagt ze of er een beroepsmogelijkheid is en hoe wordt gewogen of mensen daadwerkelijk schade ondervinden. Het is een inventariserend document dat overzicht poogt te bereiken. Ze vraagt daarom in hoeverre er onderwerpen in de legger zijn opgenomen waarop al inspraak is geweest. Mevrouw Hilders merkt op dat de concrete aanleiding voor mutaties niet wordt genoemd in de legger. Ze zijn ook zo opgesteld dat het moeilijk is om te beoordelen wat de gevolgen zijn omdat de tekst er niet bij zit. Hierover heeft ze vragen gesteld aan de organisatie en ze heeft als antwoord de definitieve tekst van de legger ontvangen. Dit verhelderde veel. Overigens moet de VV niet alleen de partiële wijziging vaststellen maar ook de Nota van Beantwoording. De voorzitter zegt dat dit ook in het voorstel staat. Mevrouw Hilders dacht dat dit niet was opgenomen in het besluit. Ze vraagt een toelichting op het begrip reconstructie dat in de legger wordt gebruikt. Er wordt gesteld dat de afstand tot de watergang verandert als watergangen van primair naar secundair gaan. In de legger staat dat de bestaande onderhoudsstrook blijft gelden als er niets verandert aan het water. Het gaat niet om reconstructie van het aangrenzende bedrijf. Verderop staat dat de onderhoudsstrook verandert als de beleidsmaatregel dempen en graven van toepassing is. Dit is vaak het geval bij een ingrijpende verandering zoals reconstructie. Ze vraagt welke beleidsregel dan van toepassing is. Het beleid dateert al van Ze vraagt of het beleid nog geheel in orde is of is het toe aan een heroverweging. Er zijn ambtshalve wijzigingen opgenomen. Ze vraagt of deze in de inspraakprocedure zijn meegenomen, want zo niet dan voorziet zij een probleem en het is een flinke lijst. Veel zienswijzen zijn overgenomen omdat ze wezen op slordigheden in de legger, zoals een gemaal dat niet in het overzicht was opgenomen omdat het niet meer werkte. Diverse mensen hebben geprotesteerd en hebben gelijk gekregen door onzorgvuldigheid van Delfland. Tot slot vindt ze dat Delfland zich voor de reactie van het Recreatieschap moet schamen. Het vormt de aanleiding om de volgende partiële wijziging direct in gang te zetten. Portefeuillehouder Van den Berg zegt toe dat de vraag van de heer Van Kasteren over de kwaliteit van het onderhoud door de gemeente Westland zal worden uitgezocht. De heer Van den Berg vroeg naar het oeveronderhoud. In de legger staat exact omschreven wat er moet gebeuren. De legger geeft precies aan hoe het staat met het onderhoud maar het is niet de bedoeling dat aangrenzende bedrijven de oever gaan onderhouden. De heer J. van den Berg bedoelde deze vraag in samenhang met natuurvriendelijke oevers. Mevrouw Van Heusden antwoordt dat daarvoor juist een uitzondering wordt gemaakt. Portefeuillehouder Van den Berg zegt dat het jaarlijks actualiseren van de legger weliswaar bewerkelijk is, maar dat het stuk van groot belang is voor de organisatie. De inspanning wordt door besparing op andere werkzaamheden terugverdiend. Mevrouw Hijlckama Vlieg doelde meer op de inspraakprocedure: is het noodzakelijk om de legger jaarlijks ter inzage te leggen? Portefeuillehouder Van den Berg antwoordt dat dit de vaste procedure is om een officieel stuk vast te stellen. De natuurvriendelijke oevers in Midden-Delfland waren al in de vorige legger opgenomen maar nu is een aantal nieuwe locaties opgenomen en dat zal in de toekomst vaker gebeuren. Tot slot zegt hij dat voor mensen wier zienswijze is afgewezen nog beroep mogelijk is. Mevrouw Van Mulken merkt op dat er veel mutaties zijn doorgevoerd. Ook na de terinzagelegging is nog een aantal ambtshalve wijzigingen doorgevoerd. Deze wijzigingen hebben echter geen effect op onderhoudsplichtigen en derden. Het is wel mogelijk om daar nog bezwaar tegen in te dienen. Het bestuur kan ervoor kiezen om ze nu uit de legger te halen en voor de volgende actualisatie te bewaren zodat ze in de inspraakprocedure meegaan. Over de term

12 12 reconstructie zegt ze dat de onderhoudsstroken moeten worden aangepast als er iets aan het water wijzigt. Als een bedrijf reconstrueert maar de watergang blijft hetzelfde, is er niets aan de hand. Mevrouw Hilders stelt voor om hiervoor een andere term te kiezen omdat reconstructie een andere connotatie heeft. Portefeuillehouder Van den Berg zal de suggestie meenemen. Hij is het niet eens met de opmerking dat de legger slordigheden bevatte. Over het ontbreken van het gemaal zegt hij dat Delfland tijdens het proces tot ontdekking kwam dat bij een niet-werkend gemaal toch een primaire watergang nodig is. Een dergelijke wijziging wordt dan bij de volgende actualisatie meegenomen. Mevrouw Van Heusden zegt in antwoord op de vraag over een herziening van het beleid dat voor volgend jaar de beleidsaanpassing is geagendeerd. Mevrouw Van Mulken antwoordt dat het peilbesluit en de legger los van elkaar staan. Er zitten in de legger geen onderwerpen waarop al inspraak is geweest. De heer De Jong legt uit dat bij de aanpassing van het peilbesluit, circa twee jaar geleden, boezemland in polder werd gewijzigd. Dat is toen niet correct naar alle betrokkenen gecommuniceerd. Nu komt men erachter wat de gevolgen van het peilbesluit zijn en maken ze bezwaar tegen de legger. Dit bezwaar is inmiddels niet gegrond verklaard. Mevrouw Van Mulken zal op deze kwestie terugkomen nadat ze met de juridisch medewerker moet overleggen. De voorzitter deelt mee dat voor de plannen met het Recreatieschap wordt gewacht op initiatieven van het Recreatieschap. Tweede termijn Mevrouw Hijlckama Vlieg geeft aan dat haar vraag nog niet is beantwoord. Ze wil weten in hoeverre de legger elementen bevat die al eerder ter inspraak geweest zijn. Volgens mevrouw Hilders staat op het voorblad vermeld dat de Nota van Beantwoording moet worden vastgesteld, maar in het besluit is dit niet opgenomen. Verder zijn de natuurvriendelijke oevers goed in de legger opgenomen, waarbij zelfs de delen onder water en boven water zijn gespecificeerd. Op een aantal plekken staat dat het water schoon moet worden overgedragen. Hiermee wordt bedoeld dat het onderhoud nog een keer wordt uitgevoerd. Ze vreest dat deze term tot misverstanden leidt over de kwaliteit van het water. Het zou beter zijn om te schrijven dat het onderhoud nog keer wordt uitgevoerd. Portefeuillehouder Van den Berg antwoordt nogmaals dat het peilbesluit losstaat van de legger. Er zijn geen dubbelingen met andere besluiten. De portefeuillehouder zegt toe dat hij de tekst over schoon water zal laten herformuleren. Mevrouw Hilders vraagt wat moet worden gedaan met de ambtshalve wijzigingen die niet ter inspraak hebben gelegen. Zij wil hierover met haar fractie overleggen. De secretaris benadrukt dat deze wijzigingen geen gevolgen hebben voor derden. Daarom was het niet noodzakelijk om ze ter inspraak te leggen. Mevrouw Hilders verzoekt om dit duidelijker in de oplegger op te nemen. De voorzitter concludeert dat de commissie positief adviseert. Het voorstel zal met inachtneming van de gemaakte opmerkingen als hamerstuk worden aangeboden aan de VV.

13 13 20 Proeftuin Oranjepolder Mevrouw Hilders constateert dat het nog niet zeker is of gemeente Westland een financiële bijdrage levert terwijl Delfland veel geld uitgeeft. Het lijkt haar logischer dat Delfland een bijdrage van gemeente Westland als voorwaarde stelt. Mevrouw Hijlckama Vlieg vraagt of in dit gebied ook al 92% van de rioolaansluitingen is gerealiseerd. Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg begrijpt uit het stuk dat doorboring van de Maasdijk nu wel wordt toegestaan, terwijl dit heel lang werd tegengehouden. De werkzaamheden kunnen nu zelfs in het stormseizoen worden uitgevoerd. Ze vraagt wat er is veranderd. De heer De Jong zegt dat hij al lang op zoek is naar mogelijkheden voor de Oranjepolder. Hij was in eerste instantie niet blij met het afbreken van 30 ha glas ten behoeve van de waterberging, vooral door het kostenplaatje dat eraan hing en het feit dat lange tijd verschillende partijen volledig hun gang konden gaan. Het feit dat het gebied nu proeftuin wordt, en het voortschrijdend inzicht dat dit heeft opgeleverd, heeft veel ogen geopend. Wat in al zichtbaar was, maar niet mogelijk werd geacht, lijken nu de meest effectieve maatregelen. De mensen in het gebied zijn ook goed aan de slag gegaan: van de kavels die eerst blank stonden, is inmiddels driekwart opgehoogd en van nieuwbouw voorzien. Dat betekent wel dat veel berging verloren is gegaan. Maatregelen hiervoor zitten in dit voorstel. Hij heeft geen moeite met het aanleggen van een duiker bij de tunnel die door de Maasdijk is gegraven. Er hangt een kostenplaatje aan de maatregelen maar hij denkt dat het niet heel veel duurder uitvalt dan andere oplossingen. Hij hoopt dat ingestemd wordt met het voorstel. De heer De Hoop vindt dat er een goed gebiedsproces heeft plaatsgevonden. Hij is benieuwd hoe de bijeenkomst op 27 augustus is verlopen. Hij merkt op dat in het voorstel nog het oude btw-tarief wordt gebruikt. De heer J. van den Berg heeft een aantal vragen. Hij vraagt wat de diameter en het peilverschil van de aflaat zijn. Is het verval groot genoeg? Hij zou graag willen dat een duidelijke situatieschets wordt gemaakt die helder is en groot genoeg om te kunnen beoordelen. De heer Van Kasteren zegt dat zijn fractie akkoord gaat met de aanleg van de aflaatconstructie. Hij heeft een aantal opmerkingen en vragen. Kort geleden was het niet gemakkelijk om naar de Maasdijk te wijzen om te doorboren. Is het beleid nu gewijzigd waardoor het nu wel mag? Op pagina 3 staat dat het aflaten van polderwater geen negatief effect mag hebben op boezemwater. Het is niet duidelijk waarom de toevoer van emissies tijdens pieksituaties te verwaarlozen zijn. Bij piek komt juist veel water uit de polder. AWP vindt dat het vuile polderwater niet viezer mag zijn dan het ontvangende water. De fractie vindt dat de gemeente Westland kan worden aangesproken om bij overschrijding bij te betalen aan de kosten om het water te zuiveren. Verder is er onduidelijkheid over de financiële bijdrage van de gemeente: draagt ze bij en zo ja, hoeveel? Portefeuillehouder Van den Berg informeert de commissie over de voorlichtingsavond op 27 augustus voor bewoners van het dorp waar de stuw en de aflaat zit, en voor tuinbouwgebied erachter. Delfland heeft een folder gemaakt, die aan de commissieleden wordt uitgedeeld. Hierin staat wat het effect zal zijn als alle maatregelen zijn genomen. Naar aanleiding van de vragen over de financiële bijdrage van de gemeente Westland zegt hij dat men bij Kralingerpolder heeft gezien dat elke partij haar eigen deel van de financiering bijdraagt. Westland heeft een groot bedrag in de riolering geïnvesteerd, wat flink bijdraagt aan dit project. Het polderwater dat terugloopt in de overstort is flink afgenomen. Daarom is de bijdrage van de gemeente aan het watersysteem op vrijwillige basis. Het gaat overigens niet om grote bedragen. Delfland betaalt haar eigen deel, de gemeente draagt naar verwachting euro bij aan het aflaatsysteem. Een tweede punt is de waterkwaliteit. Er zijn afspraken gemaakt dat de waterkwaliteit moet verbeteren ten opzichte van de huidige situatie in Oranjepolder. Als alles is aangesloten op de riolering, mag je een kwaliteitsverbetering verwachten. Het btw-tarief zal aangepast worden.

14 14 De diameter van de aflaat is voldoende, het peilverschil is 51 cm in de winter en 61 cm in de zomer. Dat is voldoende om af te laten. De afmeting van de duikers door de Maasdijk, zijn in dubbele uitvoering. De heer Bongaards legt uit dat het beleid ten aanzien van de Maasdijk niet is gewijzigd maar dat Delfland anders met het beleid omgaat. Als alle veiligheidsmaatregelen in acht worden genomen, is het mogelijk om te doorboren. Volgens de secretaris voerde Delfland de vorige keer nog niet het beleid waarbij effectgericht gekeken werd naar het gebied. Toen was het meer nee tenzij. Nu is deze tenzij geformuleerd. Als aan de voorwaarden wordt voldaan, wordt de vergunning verleend. De status van de Maasdijk is niet gewijzigd. Tweede termijn Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg vraagt om meer informatie over de buien waarmee Delfland werkt zodat ze meer gevoel kan krijgen bij de maatregelen. Mevrouw Hijlckama Vlieg stelt dat bij de aflaat als risico wordt genoemd dat niet alle bedrijven op de riolering zijn aangesloten. Hoe zit dat en wat is de juridische positie van Delfland als bedrijven niet zijn aangesloten? De voorzitter antwoordt dat 92% een tussenstand was. De wet schrijft voor dat iedereen op de riolering is aangesloten en iedereen moet voldoen aan de wet. Het is dus afdwingbaar. Men mag niet ongezuiverd lozen. Waar nodig zal Delfland hierop handhaven. Er wordt ook met tuinders gecommuniceerd dat goed lozen een randvoorwaarde is. De voorzitter concludeert dat de commissie positief adviseert over het voorstel dat als hamerstuk aan de VV wordt aangeboden. 04 Hamerstukken 15 Aanvraag investeringsplan en ontwerpkrediet voor de aanleg van natuurvriendelijke oever langs het Oranjekanaal, aan de zijde van de Pettendijk (gemeente Westland) Portefeuillehouder Ter Woorst draagt het voorzitterschap over aan portefeuillehouder Van den Berg. Portefeuillehouder Ter Woorst betoogt dat in het verleden een aantal aandachtspunten is meegegeven voor de aanvraag van het investeringsplan: het verschil tussen droge en natte oevers en de gevolgen van het bedrag voor het totaalbudget. Nu ligt het voorstel voor natuurvriendelijke oevers langs het Oranjekanaal voor. Het bedrag per m2 is hoog, als alle oevers zo duur zouden zijn, komt Delfland niet uit met het totaalbudget. Tot nu toe is men echter onder de gemiddelde m2-prijs gebleven. De hoge kosten worden onder andere veroorzaakt door het kleine aantal meters. Toch is de portefeuillehouder blij dat deze oever kan worden aangepakt. De commissie heeft eerder ook gevraagd naar het onderhoud. Deze oever is zes meter breed, maar kan toch vanaf de kant worden onderhouden. De beheerkosten zijn daardoor regulier. Eerste termijn Mevrouw Hilders noemt de kosten extreem hoog. Op een aantal onderdelen kan nog bespaard worden. Ze stelt voor om het investeringsbedrag op euro vast te stellen. Mevrouw Ruijgh-van der Ploeg constateert dat de oever wordt aangelegd in een vrij smalle watergang waar al een brede natuurvriendelijke oever over de hele lengte bestaat. Ze zet grote vraagtekens bij de stelling dat dit een uitgelezen kans is om een natuurvriendelijke en robuuste oever te realiseren. Welk effect wordt verwacht, is dat effect meetbaar en is het in verhouding tot de investering die gedaan moet worden? Ze is er geen voorstander van om te investeren op plekken waar men het effect niet kan meten. De heer De Jong vindt het goed dat nog een stukje oever gevonden kon worden. Tussen de regels door leest hij echter dat er nogal wat oude betonresten in de huidige oever zitten. Door de grondruil tussen de gemeente Rotterdam en provincie Zuid-Holland en het feit dat Delfland