Commissie Bestuur, Organisatie en Bedrijfsvoering. Agendapunt: 04.B.01

Transcriptie

1 Verzamelformulier ten behoeve van de beantwoording van vragen gesteld in de commissiebijeenkomsten van 8 april 2014 ter informatie voor de VV vergadering van 24 april Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Pagina 42: Vermindering regeldruk: de laatste zin in deze alinea zal worden toegelicht. Regulering vindt plaats door het verlenen van vergunningen of de acceptatie van meldingen in het kader van algemene regels. In het kader van de deregulering is afgesproken dat voor de eenvoudige en veel voorkomende vergunningen algemene regels worden opgesteld. De afgesproken prestatie-indicator is: het percentage onder algemene regels afgehandelde zaken (meldingen) van het totaal aan gereguleerde zaken (vergunningen+ meldingen) De doelstelling is 25% meldingen in Dit percentage is al in 2013 behaald. Opgemerkt wordt dat het hier niet gaat om een kwantitatieve maar om een kwalitatieve prestatie-indicator. Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Pagina 48: Optimale inzet subsidiemogelijkheden: er zal een overzicht van worden gegeven van de subsidietrajecten. Zie bijlage 2. Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Innovatie: er zal een overzicht worden gegeven van de uitgaven uit het Innovatiefonds. Zie bijlagen 3 en 4. Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Cultuur historisch erfgoed: inzicht zal worden gegeven in de besteding van de die voor 2013 beschikbaar was gesteld. 1

2 In 2013 is overeenkomstig het Waterbeheerplan gewerkt aan een inventarisatie van de cultuurhistorische objecten waarvan Delfland eigenaar is. Voor de waardering hiervan is een methodiek ontwikkeld, die vervolgens op het grootste deel van de objecten is toegepast. In 2013 was hiervoor een budget geraamd van , uiteindelijk is hiervan besteed aan inhuur. Het resultaat wordt, inclusief het vast te stellen beleid, geagendeerd voor de bijeenkomst van de Verenigde Vergadering van 5 juni Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Toegerekende salarissen (opgenomen in alle programma s): inzicht zal worden gegeven in de wijze van versleuteling. De salariskosten worden op basis van urenverantwoording toegerekend aan de programma s. Op begrotingsbasis gebeurt dit voor de begrote salariskosten tegen een voorcalculatorisch uurtarief, op basis van de verwachte urenbesteding per programma. In de jaarrekening gebeurt dit voor de werkelijke salariskosten, op basis van de werkelijk bestede uren tegen het werkelijk uurtarief. Eventuele afwijkingen tussen de begrote en werkelijke toerekening worden veroorzaakt door: Een verschil tussen het aantal werkelijke bestede uren aan een programma en de geraamde uren in de begroting Een verschil tussen het werkelijke uurtarief en het voorcalculatorische tarief door een afwijkend aantal productieve uren Een afwijking tussen de werkelijke en de begrote salariskosten. Een voorbeeld hiervan is het niet invullen van vacatures waardoor sprake is van lagere salariskosten en dus ook een lagere toerekening. De analyse van de afwijkingen in de jaarrekening wordt als input gebruikt voor de raming van de uren in de conceptbegroting van het volgend jaar. Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Pagina 59: Leningenportefeuille: er zal een specificatie worden gemaakt ten aanzien van de leningenportefeuille. De totale financiering van 593 miljoen bestaat uit de opgenomen langlopende geldleningen (leningenportefeuille) van 521 miljoen en de kortlopende financiering. De post kan als volgt worden gespecificeerd. Bedragen in 1 miljoen Opgenomen langlopende geldleningen (tabel 7.10) 521 Rekening courant krediet 33 Opgenomen kasgeldleningen 40 Totale financiering 593 2

3 Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Kosten nazorg: er wordt een overzicht gemaakt van de kosten nazorg ten laste van de exploitatie. Is toegevoegd aan hoofdstuk 5.5, pagina 94. Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Kasstroomschema: kasstroomschema wordt opgenomen in het jaarverslag. Is toegevoegd aan hoofdstuk 7.3, pagina 10. Commissie Waterveiligheid. Agendapunt:04.B.01 Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Mevrouw Bom zegt toe dat in het verzamelformulier zal worden aangegeven wat de juiste getallen en uitleg moeten zijn bij paragraaf (pagina 30) en de tabel verderop ( in plaats van ). In de toelichting zijn de directe kosten verklaard. Daar gaat het per saldo om lagere kosten waarbij het voor primair gaat om , voor regionaal en voor overig In de eerste tabel in is het totaal opgenomen per programmalijn. In de tabel eronder is te zien dat in de rekening 2013 de toegerekende salarissen en de rente en afschrijving beide hoger uitkomen. Dat verklaart het verschil. Commissie Waterveiligheid. Agendapunt:04.B.01 Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Eventuele bijvangst van otters bij muskusrattenbestrijding. Zie bijlage 5. Commissie Waterveiligheid. Agendapunt: 06 Onderwerp: Rondvraag en sluiting Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Mevrouw Bom zegt toe dat in 3

4 het verzamelformulier zal worden aangegeven of het mogelijk is om de recent gerestaureerde Babbersmolen een functie in het waterbeheer te geven. Reeds in 2010 is, naar aanleiding van een bestuurlijk overleg waarbij hoogheemraden Ter Woorst en Wiegman aanwezig waren (vraag om medefinanciering voor restauratie molen), aangegeven dat er geen waterkwantiteits-, noch een waterkwaliteitsopgave is en Delfland daarmee geen belang heeft in het gebruik van de Babbersmolen. Voor de opening van de gerestaureerde molen (oktober 2013) is een vergunning, met voorwaarden, afgegeven om de molen drie dagen te laten functioneren. De molen heeft toen door gebrek aan wind niet gedraaid. De nu voorliggende vraag heeft een wat andere strekking: kan de Babbersmolen een functie in het waterbeheer krijgen? De capaciteit van de Babbersmolen is ongeveer 40m3/min. Het peilgebied dat door de Babbersmolen wordt bemalen is ongeveer 1 ha aan open water. Dit betekent dat de stroomsnelheden te groot worden en erosie kan optreden in de watergang naar de Babbersmolen toe. Naast het handhaven van het peil in het gebied waar het water wordt onttrokken heeft Delfland ook belang bij het handhaven van de peilen in de aangrenzende peilgebieden. Het water dat wordt uitgemalen door de Babbersmolen moet ook worden ontvangen in een ander peilgebied en daarnaast kan er vanuit het te bemalen peilgebied ook water worden doorgevoerd naar andere peilgebieden. In het geval van een grote onttrekking kan dat moeilijker of niet. Indien toch de wens bestaat om de Babbersmolen te laten malen kan worden bezien of het uitgemalen water via een aan te leggen kortsluiting, direct rond de molen, weer de polder ingeleid kan worden. In dat geval is overigens ook de aanleg van een ongeveer 6 meter brede stuw noodzakelijk. Conclusie: Het is niet mogelijk om de Babbersmolen een functie te geven in het waterbeheer. Alleen met (ingrijpende) maatregelen kan de Babbersmolen water rondpompen, eigenlijk rond de molen, maar niet op functionele wijze. 1 = kortsluitleiding ten behoeve van rondpompen 2 = aan te leggen stuw Commissie Waterveiligheid. Agendapunt: 06 4

5 Onderwerp: Rondvraag en sluiting Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Mevrouw Bom zegt toe dat in het verzamelformulier zal worden aangegeven of het mogelijk is om bij te dragen aan de informatie via de gemeente voor de bewoners van de Delftse binnenstad. De bewoners vragen meer informatie van de gemeente over het rioleringssysteem. De bewoners van de Delftse binnenstad hebben in het bewonersoverleg (overleg tussen de gemeente en de bewoners van de Delftse Binnenstad, Delfland schuift hierbij aan) van 10 april 2014 uitgelegd waarover ze graag meer informatie zouden willen hebben. Het liefst wil men live mee kunnen kijken wanneer bijvoorbeeld de schuiven ter bescherming van de binnenstad van Delft omhoog staan, wanneer pompen aan gaan/zijn, of riooloverstorten functioneren en hoeveel er dan wordt overgestort, et cetera. Deze informatie vraagt om een hoog detail niveau en is op dit moment niet leverbaar zonder aanpassingen in de ICT van zowel de gemeente als Delfland. Overigens heeft de gemeente tijdens deze bijeenkomst wel de nieuw opgezette website, voor het onderdeel water laten zien. Hier zitten ook links naar de website van Delfland. Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: De brief over het beheer van NVO s wordt (nogmaals) aan de commissie toegezonden. Zie bijlage 1. Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Wie is verantwoordelijk voor de handhaving van de vervuiling van oppervlaktewater door PAKS afkomstig van coatings en schepen? De waterkwaliteitsbeheerder is bevoegd gezag als er sprake is van het in oppervlaktewater brengen. Als het gaat om het gebruik of voorhanden hebben van PAK s houdende coating, is de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) het bevoegd gezag. Het waterschap heeft wel toezichthoudende bevoegdheden en rapporteert overtredingen aan de NVWA die vervolgens een boeterapport opmaakt. Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Is de commissie door middel 5

6 van een brief geïnformeerd over kwaliteitsdoorspoelen? Zo niet dan kan de commissie via het antwoord op deze vraag (beknopt) geïnformeerd worden. Tussen half maart 2014 en eind september 2014 wordt een proef uitgevoerd waarbij de boezem van Delfland extra door wordt gespoeld omwille van de waterkwaliteit. Het doel van de maatregel is om reguliere hoge concentraties voedingsstoffen in het vroege voorjaar te verlagen, door het boezemwater te vervangen door voedselarmer water. In de periode na het vroege voorjaar voorkomt dit verversen mogelijk kroosvorming en overmatige algenbloei. Op zich is doorspoelen niet uniek, in periode van droogte wordt deze maatregel al periodiek ingezet (maar minder dan nu). Gedurende het experiment is het water in de boezem licht meer in beweging. Er is een beheerprotocol opgesteld, waarmee gestreefd wordt naar een zorgvuldige peilhandhaving van het oppervlaktewater (rondom streefpeil). Uitgangspunt is het inlaten van water uit het Brielse Meer. De ingelaten hoeveelheid water is sinds half maart voorzichtig verhoogd, op basis van een wekelijkse evaluatie van de waterstanden (met name in het Westland). De peilopzet blijkt controleerbaar, het aangepaste bemalingregime voldoet. Er is ten behoeve van de monitoring van de waterkwaliteit een extra meetsonde (EGV/Temp) geplaatst ter hoogte van het interne gemaal Westambacht, een gemaal met een spilfunctie in het verversingsplan. Op een tiental representatieve meetpunten in ons boezemstelsel is de meetfrequentie verhoogd. De eerste resultaten zijn binnen kort beschikbaar. Beknopte formulering van de problematiek en de vraagstelling: Waarom is het IK bij het project VPP Westboezem de Lier hoger dan het IP? Overschrijding van het krediet en in dit geval ook van het IP - is vanwege het optreden van extra kosten in verband met bodemverontreiniging. Het krediet is in september 2013 opgehoogd door aanspraak te maken op de post krediet onvoorzien waarvoor met de Verenigde Vergadering is afgesproken dat de Secretaris-Directeur hiervoor mandaat heeft. Bij het eerstvolgende P&C document waar reguliere begrotingswijzigingen plaatsvinden in dit geval is dat de BURAP zal de aanpassing van IP en krediet voorgelegd worden aan de VV. Bijlage: 1. Brief over beheer NVO s 2. Overzicht subsidies 3. Innovatiefonds begroot 4. Innovatiefonds begroot en Memo meetnet otters en bevers 6