Draft THEORIEBOEK 1F 2F 3F

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Draft THEORIEBOEK 1F 2F 3F"

Transcriptie

1 Draft THEORIEBOEK 1F 2F 3F

2 Voorwoord van de uitgever Waarom dit theorieboek? Hoe reken je dat ook alweer uit? Een herkenbare vraag voor iedereen. Binnen of buiten de rekenles, er komt een moment dat je denkt hoe ging dat ook alweer met procenten, met de prijs exclusief BTW, met de staartdeling, met.. Dit boek bevat het antwoord. Niet het antwoord op de som, maar wel het antwoord op hoe het werkt. Wat je moet weten en hoe je stap voor stap tot een oplossing kunt komen. Inclusief de tips waar je op moet letten en aan moet denken, met duidelijke voorbeelden, bij allerlei onderwerpen die je tegen kunt komen in een rekentoets of rekenexamen, van de basisschool (1F) tot voortgezet onderwijs en MBO (2F en 3F). Voor wie is dit theorieboek? Als je zelf wil leren rekenen of juist anderen wilt helpen bij het leren rekenen, dan is dit boek voor jou. Je leert alleen rekenen als je zelf ontdekt hoe het werkt. Natuurlijk moet je daarbij oefenen met passende rekenproblemen zodat je vaardig wordt in het toepassen van de oplossingsstrategieën uit dit boek. Dat kan met rekenmethoden die veel opgaven bevatten, zowel digitaal als in werkboeken. Gebruik je Rekenblokken dan komt dat goed uit: we hebben er voor gezorgd dat de onderwerpen in dit boek naadloos aansluiten bij de lessen in de leerwerkboeken en digitale lessen van Rekenblokken. Wel zo handig. Hoe werkt het? Je kan dit boek in veel verschillende situaties gebruiken: bij zelfstudie, in de les, als student of juist als docent. 2

3 Voorbeeld zelfstudie Voorbeeld in de les Je bent je aan het voorbereiden op een rekentoets. Je komt een opgave tegen waarin iets met procenten moet gebeuren, maar je begrijpt niet zo goed wat Je werkt in Rekenblokken aan een les over oppervlakte en je loopt bij een bepaald scherm of opgave tegen een probleem aan dat je niet snapt. precies. 1 Zoek in dit theorieboek het onderwerp procenten op in de inhoudsopgave. Bedenk bij welk domein dit onderwerp zou kunnen horen: Getallen, Verhoudingen, Meten& Meetkunde of Verbanden 2 Kijk bij het onderwerp procenten eerst eens naar de verschillende situaties waarin procenten kunnen voorkomen en vergelijk dat met je opgave. Moet je bijvoorbeeld een som met procenten zonder rekenmachine uitrekenen? Of moet je een korting berekenen of juist het kortingspercentage zelf? Dit theorieboek is in domeinen ingedeeld. Je kunt heel handig het juiste domein opzoeken via de labels aan de zijkant van de pagina s. Blader naar het onderwerp van de les, in dit voorbeeld oppervlakte. Kijk bij dit onderwerp eerst eens naar de verschillende situaties waarin kan voorkomen en vergelijk dat met je opgave. 3 Heb je de situatie gevonden die er het meest op lijkt? Lees dan rustig het theoriestuk door, bekijk de voorbeelden en probeer of je op dezelfde manier je opgave kunt oplossen. Zet je berekeningen op papier! 4 Blijf kalm als het niet direct lukt! Kijk eens naar de tips, misschien herken je het en kun je je aanpak verbeteren zodat het wel lukt. 5 Belangrijk: als het nog niet lukt, vraag hulp en laat dan vooral zien hoe je het geprobeerd hebt op te lossen. Neem dit theorieboek mee als je de uitleg of het voorbeeld in dit theorieboek op een bepaald punt niet meer volgde zodat je aan kan wijzen waar je vastliep. Je zult zien dat je veel kan leren op deze manier en dat je de volgende keer bij zo n zelfde soort som veel beter kan terughalen hoe het ook alweer wél lukt. 3

4 Voorbeeld voor de docent Je geeft een rekenles op niveau 2F over breuken. Je vraagt je opeens af wat eigenlijk het verschil is tussen niveau 2F en 3F op dit punt. Het referentiekader uitpluizen is dan een goed advies. Je kunt ook in dit theorieboek bij het onderwerp breuken kijken naar de voorbeeldsommen op 1F, 2F en 3F die na ieder onderwerp zijn opgenomen. De uitwerking van de niveaus in rekenexamens tot 2020 wijzigt nog steeds. Raadpleeg daarvoor de meest recente examensyllabus. Succes met rekenen Je rekent dingen uit op je eigen manier. Er zijn vaak meerdere goede oplossingswijzen. Kies de manier die het beste bij jou past. Zorg dat je je berekeningen op papier zet. Uit onderzoek is bewezen dat dit helpt in het leerproces en het voorkomt fouten. Met behulp van deze gids kun je snel beoordelen of je aanpak optimaal is en hoe je een stap vooruit kunt maken. Meer informatie Voor meer informatie over dit theorieboek en Rekenblokken kunt u contact opnemen met onze klantenservice, tel of helpdesk.mbo@malmberg.nl. Zij zijn bereikbaar voor al uw vragen en ondersteunen u graag en vakkundig! Uw op- of aanmerkingen op dit theorieboek en/of Rekenblokken stellen we zeer op prijs. Peter Hoogendijk Uitgever Over de auteur Anneke van Gool is ontwerper van trainingen reken- en wiskundedidactiek. Ze heeft een jarenlange ervaring met rekendidactiek in zowel basisonderwijs als VO en MBO. Ze is de eindredacteur van Rekenblokken en conceptauteur van Pluspunt. Haar kennis en ervaring met de hele doorlopende leerlijn in rekendidactiek heeft ze gebundeld in dit theorieboek: Als je weet wat je doet, komt het meestal wel goed. 4

5 Inhoudsopgave Domein 1 Getallen 1 Opbouw, schrijfwijze en uitspraak 2 Getallen vergelijken 3 Afronden van getallen 4 Optellen en aftrekken 5 Vermenigvuldigen en delen 6 Machten en wortels Domein 2 Verhoudingen 1 Breuken 2 Rekenen met verhoudingen 3 Procenten 4 Schaal Domein 3 Meten en Meetkunde 1 Basiskennis meten 2 Rekenen met geld 3 Gewicht 4 Tijd 5 Lengte 6 Snelheid 7 Omtrek 8 Oppervlakte 9 Inhoud 10 Temperatuur 11 Basiskennis meetkunde 12 Oriënteren 13 Kijk op figuren Domein 4 Verbanden 1 Tabellen 2 Diagrammen 3 Grafieken 4 Gegevens samenvatten 5 Verbanden beschrijven 5

6

7 GETALLEN Overal om je heen zie je getallen: in de media, op prijskaartjes, klokken, verkeersborden, etiketten van eten en drinken, thermometers. Dit hoofdstuk gaat over de verschillende soorten getallen die er zijn en over de manieren waarop je met die getallen kunt rekenen. Vaak is het handig dat je dan even denkt aan een situatie waarin je de getallen zou kunnen gebruiken, betalen in een winkel bijvoorbeeld.

8 1.5 negatieve getallen Getallen die groter zijn dan 0 heten ook wel positieve getallen. Getallen die kleiner zijn dan 0 (je kunt ook zeggen: getallen onder de 0) noemen we negatieve getallen. Denk aan temperaturen als het vriest. Dan is de temperatuur onder nul, bijvoorbeeld -3 C (zeg: min drie graden Celsius). Aan het minteken kun je zien dat je te maken hebt met een negatief getal. Negatieve getallen hebben ook een plaats op de getallenlijn. Daarvoor maken we de getallenlijn links van de 0 een stukje langer: Je zegt: min vijfenveertig. tegengestelde getallen Twee getallen die op de getallenlijn even ver van 0 af liggen, maar het ene getal aan de linkerkant van 0 en het andere aan de rechterkant van 0, noemen we tegengestelde getallen. Bijvoorbeeld -5 en 5. Die liggen allebei even ver van 0 af. -5 is kleiner dan 0 en 5 is groter dan 0. negatieve getallen en geld Ook bij geld kun je met negatieve getallen te maken krijgen, maar op je rekeningoverzicht zie je dan niet meteen een minteken voor het bedrag staan. Bij het bedrag staat dan: tekort of debet. Dat is de hoeveelheid geld die je hebt uitgegeven maar eigenlijk niet hebt, Je hebt dan een negatief saldo. Je staat rood. Als je een positief saldo op je rekening hebt, dan zie je de hoeveelheid geld die je echt hebt. Bij het bedrag staat dan soms: credit. 8 1 De opbouw, schrijfwijze en uitspraak van getallen

9 2 Getallen vergelijken 2.1 hele getallen vergelijken Als je getallen op volgorde van grootte gaat zetten, moet je getallen vergelijken. Je kijkt bij de getallen eerst naar de cijfers die de hoogste waarde hebben. Dat zijn de cijfers die op de plaats met de hoogste waarde staan. Bij getallen van twee cijfers kijk je dus eerst naar de tientallen. Je kunt er een getallenlijn bij gebruiken. voorbeeld Zet op volgorde van klein naar groot: 87, 57, heeft maar 5 tientallen, dus 57 is de kleinste van de drie getallen. Als de tientallen gelijk zijn, zoals bij 83 en 87, dan kijk je naar de eenheden. getallen is kleiner dan 87 want 83 heeft 3 eenheden en 87 heeft er 7. De getallen op volgorde van klein naar groot: 57, 83, 87. ongelijkheidstekens Bij het vergelijken van getallen kun je ongelijkheidstekens gebruiken: 83 is kleiner dan 87. Dit kun je zo noteren: 83 < is groter dan 83. Dit kun je zo noteren: 87 > 83 < betekent: is kleiner dan > betekent: is groter dan Manieren om de tekens te onthouden: Van het teken voor is kleiner dan (<) kun je een K (van Klein) maken. Als je het ongelijkheidsteken ziet als een puntje van een pijl, dan wijst het puntje altijd het kleinste getal aan: 4 > 3 kun je zien als < 6 kun je zien als getallen vergelijken 9

10 2.2 kommagetallen vergelijken Als je kommagetallen op volgorde van grootte gaat zetten, kijk je eerst naar cijfers voor de komma. Je kunt er weer een getallenlijn bij gebruiken. voorbeeld 1. Welk getal is het grootst: 45,4 of 45,24? Het aantal cijfers achter de komma is verschillend, maar je gaat op dezelfde manier te werk als in de vorige voorbeelden. De cijfers voor de komma zijn hier gelijk, dus je kijkt naar het cijfer op de plaats van de tienden. Dan zie je dat 45,24 kleiner is dan 45,4. Met de getallenlijn: 45,24 45,4 45,0 45,1 45,2 45,3 45,4 45,5 45,6 45,7 45,8 45,9 46,0 Denk hier bijvoorbeeld aan afstanden: je ziet meteen dat 45,24 m minder is dan 45,4 m. Maar als je de getallen uitspreekt, zou je je kunnen vergissen. Je hoort namelijk 45 meter 24 en 45 meter Zet de getallen op volgorde van klein naar groot: 0,350 0,426 0,455 0,801 0,451 Vergelijk eerst de cijfers voor de komma. Als die allemaal gelijk zijn, dan vergelijk je de cijfers achter de komma. Kijk eerst naar het cijfer op de plaats van de tienden. Het getal 0,350 is het kleinste getal en 0,801 is het grootste getal. Als de cijfers op de plaats van de tienden gelijk zijn, dan vergelijk je de cijfers op de plaats van de honderdsten. Het getal 0,426 is kleiner dan 0,455 en 0,451 (maar groter dan 0,350 dus). Om de getallen 0,455 en 0,451 te vergelijken moet je naar het cijfer op de plaats van de duizendsten kijken. Dan zie je dat 0,451 kleiner is dan 0, getallen vergelijken

11 Met de getallenlijn: 0,350 0,801 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 0,426 0,451 0,455 getallen 0,40 0,41 0,42 0,43 0,44 0,45 0,46 0,47 0,48 0,49 0,50 0,451 0,455 0,450 0,451 0,452 0,453 0,454 0,455 0,456 0,457 0,458 0,459 0,460 De getallen op volgorde van klein naar groot: 0,350 0,426 0,451 0,455 0,801. 0,350 0,426 0,801 0,0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1,0 0,451 0,455 Moet je breuken en kommagetallen met elkaar vergelijken? Schrijf dan eerst alle breuken als kommagetallen. Informatie over rekenen met breuken vind je in hoofdstuk 2. Voorbeelden met kommagetallen: 3,45 < 3,56 3,56 > 3,45 45,24 < 45,4 2 getallen vergelijken 11

12 het midden tussen twee kommagetallen bepalen voorbeeld Welk getal ligt precies midden tussen 4,51 en 4,52? Zet weer in gedachten een extra 0 achter de beide getallen en noteer de getallen op de getallenlijn. Verdeel het stukje tussen de twee getallen in twee gelijke delen. 4,510 4,515 4, negatieve getallen vergelijken Als je negatieve getallen gaat vergelijken (welk getal is kleiner of groter?), kun je een getallenlijn gebruiken. Hoe verder naar links op de getallenlijn, hoe kleiner het getal. Het negatieve getal dat het verste van 0 af ligt, is dus het kleinste getal. Bijvoorbeeld -25 is kleiner dan -9. De getalllen worden steeds groter De getallen worden steeds kleiner. Bij het vergelijken van negatieve getallen kun je ook ongelijkheidstekens gebruiken: -25 is kleiner dan -9. Dit kun je zo noteren: -25 < -9-9 is groter dan -25. Dit kun je zo noteren: -9 > -25 Negatieve getallen vergelijken gaat makkelijker als je een verhaal bedenkt waarin de getallen echt iets betekenen. Denk bijvoorbeeld aan temperaturen onder nul. Als het -25 graden is, dan is het kouder dan bij -9 graden. De temperatuur is dus het laagste bij -25 graden, het kleinste getal is dan getallen vergelijken

13 Voorbeeldsom getallen les 12 Welk getal ligt precies in het midden? 5,5? 5,6 stap 1 wat moet je berekenen? Welk getal midden tussen 5,5 en 5,6 ligt. stap 2 welke berekeningen horen daarbij? Denk aan geld. Dus aan 5,50 en 5,60. Tussen 5,50 en 5,60 zit 10 cent ( 0,10). Tel hoeveel stukjes er tussen 5,5 en 5,6 zijn. Er zijn 2 stukjes. Reken uit hoe groot 1 stukje is. Denk aan geld: 1 stukje is 0,10 : 2 = 0,05. Dus 0,1 : 2 = 0,05 Tel hiermee door. 5,50-5,55-5,60. Dus 5,55 ligt midden tussen 5,5 en 5,6. getallen stap 3 wat is het antwoord? 5,55 ligt midden tussen 5,5 en 5,6. 2 getallen vergelijken 13

14

15 VERHOUDINGEN Als je wilt weten hoeveel een jas met 40% korting kost, of hoeveel kilometer een stukje van 3 centimeter op een kaart in werkelijkheid is, dan ben je aan het rekenen met verhoudingen. Daarover gaat dit hoofdstuk. Hoe gebruik je een verhoudingstabel, hoe reken je met breuken, procenten en schaal? Bij veel rekenopgaven moet je rekenen met verhoudingen.

16 1.8 Optellen en aftrekken met breuken Optellen en aftrekken met gelijknamige breuken Breuken met gelijke (dezelfde) noemers, zoals 5 8 en 2 8, noemen we gelijknamige breuken. Bij een optelsom met zulke breuken kun je gewoon de tellers van beide breuken bij elkaar nemen. Bij een aftreksom haal je de ene teller van de andere teller af. plus is = min is = Als antwoord van een optelsom of aftreksom kun je een breuk krijgen waarvan de teller groter is dan de noemer. Dan is de breuk groter dan 1. Je kunt dan de helen eruit halen. Soms kun je het antwoord ook nog vereenvoudigen. Voorbeelden 1. + = = 6 4 = want 6 4 = = = = = 8 5 = = 12 8 = = = 2 8 = BREUKEN

17 Bij het optellen en aftrekken met breuken kun je ook een getallenlijn gebruiken. Als twee breuken samen meer dan 1 zijn, kun je gemakkelijk eerst naar 1 springen en daarna verder. Voorbeelden = = = = Je haalt eerst de hele(n) eraf en daarna het breukdeel (in één of twee stappen) Optellen en aftrekken met ongelijknamige breuken Als breuken niet gelijke (dezelfde) noemers hebben, zoals 1 8 en 1 4, noemen we ze ongelijknamig. Om ermee te kunnen optellen of aftrekken, moet je zulke breuken eerst gelijknamig maken: zorgen dat ze dezelfde noemer krijgen. Dat kun je doen door ze anders te schrijven. Je zoekt dan het kleinste getal dat in de tafels van beide noemers voorkomt. VERHOUDINGEN Voorbeelden = = 9 20 Maak eerst de breuken gelijknamig. 20 is het kleinste getal dat in de tafel van 4 én in de tafel van 5 voorkomt. Schrijf dus beide breuken als een breuk met noemer 20. Tel dan de tellers bij elkaar op = = 1 12 Maak eerst de breuken gelijknamig. 12 is het kleinste getal dat in de tafel van 3 én in de tafel van 4 voorkomt. Schrijf dus beide breuken als een breuk met noemer 12. Trek dan de ene teller van de andere af. 1 BREUKEN 15

18 Voorbeeldsom VERHOUDINGEN LES 10 Tom heeft twee blikken verf. Het ene blik is half vol, het andere blik is voor driekwart vol. Hoeveel verf heeft Tom bij elkaar? De som die erbij hoort is = Stap 1 Wat moet je berekenen? Hoeveel een half ( 1 2 ) blik verf plus driekwart ( 3 4 ) blik verf samen is. Stap 2 Welke berekeningen horen daarbij? Zijn de noemers in de breuken gelijk? Nee. Maak dan eerst de breuken gelijknamig. 1 2 = blijft 3 4, want de noemer is al 4. De som wordt dan: = 5 4 Is de teller groter dan de noemer? Ja. Haal dan de helen eruit. 5 4 = = Stap 3 Wat is het antwoord? Tom heeft bij elkaar blik verf BREUKEN

19 1.9 Vermenigvuldigen met breuken Breuk vermenigvuldigen met een heel getal Voorbeelden betekent 1 2 deel van 20 en dat is 20 : 2 = 10, dus = betekent 1 4 deel van 20 en dat is 20 : 4 = 5, dus = betekent hetzelfde als 3 5 deel van = 72 Je rekent eerst uit hoeveel is: betekent 1 5 deel van 120 en dat is 120 : 5 = 24, dus = = 3 1 5, dus is deel van 120. VERHOUDINGEN Dus = 3 24 = 72. Je kunt het ook zo schrijven en uitrekenen: = 120 : 5 3 = 72. Een andere manier is om 120 als breuk te schrijven: Als je twee breuken met elkaar wilt vermenigvuldigen, kun je de tellers en de noemers met elkaar vermenigvuldigen: teller teller noemer noemer Hier wordt de berekening dan: = = = 72 1 BREUKEN 17

20

21 METEN EN MEETKUNDE De onderwerpen meten en meetkunde staan bij elkaar in één hoofdstuk. Ze hebben allebei te maken met de ruimte om ons heen. Bij meten gaat het vooral om het bepalen van de grootte van die ruimte. Wat is de lengte, de oppervlakte of de inhoud? Bij meetkunde kijken we meer naar de ruimte zelf. Hoe ziet die eruit? Welke vormen zijn er? Hoe kun je bepalen waar je bent?

22 9 Inhoud 9.1 Belangrijke inhoudsmaten Bij het meten van de inhoud kunnen we kiezen uit twee verschillende maatstelsels. Bij vloeistoffen gebruiken we meestal de liter (afkorting: l) als standaardmaat. Bij vaste stoffen gebruiken we als standaardmaat liever de kubieke meter (afkorting: m 3 ). Een kubus met zijden met een lengte van 1 m heeft een inhoud van 1 m 3. referentiematen Rekenen gaat makkelijker als je je iets kunt voorstellen bij de maten. 1 m 3 1 m Bijvoorbeeld een pak melk of vla heeft een inhoud van 1 liter = 1 kubieke decimeter. Een suikerklontje heeft een inhoud van ongeveer 1 kubieke centimeter = 1 milliliter. Een emmer heeft een inhoud van ongeveer 10 liter. 9.2 Samenhang tussen inhoudsmaten Als je liter als standaardmaat gebruikt, dan kun je dezelfde voorvoegsels gebruiken als je gewend bent. De deciliter is 1 (een tiende) liter en de 10 centiliter is 1 (een honderdste) liter liter is dus 10 deciliter maar ook 100 centiliter en ook milliliter. kl hl dal l dl cl ml kl hl dal l dl cl ml ,001 0,01 0, meten en meetkunde Wat betekenen de afkortingen? kl is kiloliter hl is hectoliter dal is decaliter l is liter dl is deciliter cl is centiliter ml is milliliter 9 inhoud 45

23 Gebruik je de kubieke meter als standaardmaat? In 1 kubieke meter (1 m 3 ) gaan blokjes van 1 kubieke decimeter (1 dm 3 ). Kijk maar in de kubus hiernaast. Er passen 10 kleine blokjes naast elkaar op een rij. Er kunnen 10 rijen achter elkaar liggen. In één zo n laagje gaan dus al 100 kleine blokjes. Er kunnen 10 lagen op elkaar gestapeld worden, in totaal heb je dan blokjes van 1 dm 3 nodig om een kubus van 1 m 3 te vullen. Dus 1 m 3 = dm Op dezelfde manier kunnen we laten zien dat 1 dm 3 = cm m 3 dm 3 cm 3 : : liter = 1 dm 3 1 liter is evenveel als 1 kubieke decimeter. Als je dat goed onthoudt, is het niet moeilijk maten uit het ene maatstelsel om te rekenen naar het andere. 1 kl = l = dm 3 = 1 m ml = 1 l = 1 dm 3 = cm 3 Dus 1 ml is hetzelfde als 1 cm 3. Dat is ongeveer de inhoud van een suikerklontje. 1 dm 3 1 l 0,5 l kl hl dal l dl cl ml m 3 dm 3 cm 3 : : inhoud

24 9.3 rekenen met inhoudsmaten Moet je inhouden die met verschillende maten zijn aangegeven met elkaar vergelijken, bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken? Dan is het handig om eerst alles om te rekenen naar dezelfde maat. 1,75 l ml = ml ml = 250 ml 9.4 inhoud berekenen inhoud van een balk inhoud balk = lengte breedte hoogte 40 cm 2 dm 3 dm 3 dm 20 cm 10 cm De inhoud van de doos is 3 dm 3 dm 2 dm = 18 dm 3. Wat is de inhoud van het aquarium in liter? Reken eerst de maten om naar decimeter, en bereken dan de inhoud in kubieke decimeter. Daarna kun je gemakkelijk omrekenen naar liter. 40 cm 10 cm 20 cm = 4 dm 1 dm 2 dm = 8 dm 3 = 8 liter Als je in een weerbericht hoort dat er 1 mm regen is gevallen, dan betekent dat dat er op een oppervlakte van 1 m 2 een laagje water van 1 mm hoog is terechtgekomen. Op 1 m 2 is dus 0,01 dm 100 dm 2 = 1 dm 3 = 1 liter regenwater gevallen (bedenk dat 1 m 2 = 100 dm 2 ). meten en meetkunde 9 inhoud 47

25 inhoud van een cilinder inhoud cilinder = oppervlakte hoogte (diepte) Dan gebruik je voor oppervlakte de formule voor het berekenen van de oppervlakte van een cirkel. De oppervlakte van het deksel (of de bodem) van deze vuilnisbak is 19,625 dm 2, want π r 2 is 3,14 2,5 2 = 19,625. De inhoud van de vuilnisbak is dan 19,625 dm 2 8 dm = 157 dm 3 = 157 liter. d = 5 dm 8 dm 48 9 inhoud

26 Voorbeeldsom Meten en Meetkunde Les 6 Eva gaat koken voor 6 personen. Ze heeft per persoon 300 ml melk nodig. In de koelkast staan 2 pakken melk van 1,5 liter. Is dat genoeg? Hoeveel is dat te veel of te weinig? Stap 1 Wat moet je berekenen? Het verschil tussen hoeveel melk er nodig is en hoeveel melk er is. Stap 2 Welke berekeningen horen daarbij? Reken uit hoeveel melk er nodig is. Er zijn 6 personen en er is 300 ml per persoon nodig ml = ml Reken om naar liter: ml = 1,8 l Reken uit hoeveel melk er is. 2 1,5 l = 3,0 l Bereken het verschil. 3,0 l 1,8 l = 1,2 l Er is dus 1,2 liter melk te veel. meten en meetkunde Stap 3 Wat is het antwoord? Er is melk genoeg. Er is 1,2 liter te veel. 9 inhoud 49

27

28 VERBANDEN Wordt het de komende dagen kouder? Hoe warm was het de afgelopen maand? Je ziet het snel als je een grafiek gebruikt. Informatie over prijzen, tijden, gewichten of andere grootheden wordt vaak gepresenteerd in tabellen, diagrammen of formules. Wat kost 3 uur parkeren in deze garage? In dit hoofdstuk laten we zien hoe je formules en tabellen kunt gebruiken om iets uit te rekenen.

29 1 Tabellen Een tabel is handig om veel gegevens op een overzichtelijke manier bij elkaar te zetten. Een rooster of een prijslijst is vaak een tabel. Je kunt er snel iets in opzoeken als je weet hoe je de tabel moet gebruiken. 1.1 een tabel aflezen Bij het aflezen van een tabel combineer je gegevens uit een rij en een kolom. In de bovenste rij staat wat de getallen in de kolom betekenen. In de eerste kolom staan getallen die bij lichaamsgewicht horen. Dit is een rij. Een rij is een serie gegevens naast elkaar (horizontaal), op één regel. lichaamsgewicht skilengte heren dames 49 kg en minder 140 cm 135 cm 50 tot en met 56 kg 145 cm 140 cm 57 tot en met 62 kg 150 cm 145 cm 63 tot en met 68 kg 155 cm 148 cm 69 tot en met 75 kg 160 cm 152 cm 76 tot en met 81 kg 165 cm 156 cm 82 kg en meer 170 cm 163 cm Dit is een kolom. Een kolom is een serie gegevens onder elkaar (verticaal). In de tweede en derde kolom zie je welke skilengte er nodig is. Vrouwen hebben een andere lengte nodig dan mannen. 4 1 Tabellen

30 voorbeelden 1. Nico weegt 80 kg. Welke skilengte moet hij hebben? lichaamsgewicht skilengte heren dames 49 kg en minder 140 cm 135 cm 50 tot en met 56 kg 145 cm 140 cm 57 tot en met 62 kg 150 cm 145 cm 63 tot en met 68 kg 155 cm 148 cm 69 tot en met 75 kg 160 cm 152 cm 76 tot en met 81 kg 165 cm 156 cm 82 kg en meer 170 cm 163 cm In de eerste kolom zoek je de rij die past bij het gewicht. 80 kg zit in de klasse (groep) van 76 kg tot en met 81 kg. Daarna kijk je bij de getallen die erachter staan welke skilengte nodig is. Je moet kijken in de tweede kolom (voor heren), en daar vind je 165 cm. 2. De tafelkaart is ook een tabel. Hoeveel is 9 5? verbanden Zoek 9 in de meest linkse kolom en kijk daarna in de rij erachter in de kolom waar 5 boven staat. Dan vind je het antwoord 45. Bedenk dat 9 5 = 5 9. Daarom kun je bij dit voorbeeld ook in de rij bij 5 kijken en dan in de kolom onder 9. 1 Tabellen 5

31 2 Diagrammen Diagrammen zijn plaatjes waarin je gegevens kunt aflezen. Hoeveelheden met elkaar vergelijken gaat met een diagram vaak makkelijker dan met een tabel. 2.1 Staafdiagram Bezoekers attracties in Blokstede aantal bezoekers mei juni Op de horizontale 0 Treinmuseum Slot Steyn attracties Heidetuin Glasmuseum as zie je de namen van de attracties. Op de verticale as zie je het aantal bezoekers. Dit is de hoogste staaf. Slot Steyn ontving het hoogste aantal bezoekers en dat was in juni. Het waren bezoekers. voorbeeld Hoeveel bezoekers waren er in mei in het Treinmuseum? Zoek de staven die bij deze attractie horen. Kies de juiste maand. Kijk naar de top van de staaf. Lees links op de verticale as welk getal daarbij hoort. Er zijn in de maand mei bezoekers in het Treinmuseum geweest diagrammen

32 liegen met een diagram In een diagram zie je snel of er sprake was van een belangrijke toename of afname van iets (diagram 1). Je kunt die toename of afname veel groter laten lijken dan die in werkelijkheid is. Dat doe je door een as of beide assen niet bij 0 te laten beginnen maar bij een ander getal. Op die manier kun je mensen misleiden. Meestal staat er dan aan het begin van de as wel een klein zigzaglijntje (diagram 3), maar in kranten en andere media wordt zo n lijntje wel eens weggelaten (diagram 2). De verschillen lijken zo veel groter dan ze in werkelijkheid zijn. Diagram 2 of 3 doet het immers veel beter dan diagram 1 bij de kop Dramatische afname in aantal aanmeldingen! Let dus altijd goed op de getallen bij de assen. aantal aanmeldingen diagram 1 dec jan feb mrt aantal 50 aanmeldingen diagram dec jan feb mrt aantal 50 aanmeldingen diagram 3 verbanden 40 0 dec jan feb mrt Dit zigzaglijntje heet een scheurlijntje of zaagtand. Je geeft ermee aan dat er een stuk van het diagram ontbreekt. 2 diagrammen 19

33 Voorbeeldsom verbanden Les 1 Elk jaar gaan veel mensen op wintersport. Daarvoor hebben ze speciale kleding en materialen nodig. In de grafiek zie je hoeveel er verkocht is van twee soorten wintersportartikelen: wintersportkleding ski s en snowboards. Van welk artikel is de verkoop het meest gegroeid tussen jaar 1 en jaar 2: wintersportkleding of ski s plus snowboards? Verkoop wintersportkleding en ski s plus snowboards aantal stuks wintersportkleding wintersportkleding ski s en snowboards aantal stuks ski s en snowboards 100 jaar 1 jaar 2 jaar 3 jaar Om de groei te kunnen bepalen, moet je de verkoopaantallen van verschillende jaren met elkaar vergelijken diagrammen

34 Stap 1 Wat moet je berekenen? Van welk artikel (wintersportkleding of ski s plus snowboards) tussen jaar 1 en 2 de verkoop het meest is gegroeid. Stap 2 Welke berekeningen horen daarbij? Eerst: Bekijk de grafiek goed en zoek uit wat het betekent. Let op de verticale assen. De ene grafiek is blauw (de staven). Daar hoort de blauwe as bij (links). De andere grafiek is rood (de lijn). Daar hoort de rode as bij (rechts). De linkeras hoort bij de hoeveelheid verkochte wintersportkleding. Let op de stapgrootte tussen twee streepjes. Die is hier 40. Kijk ook naar het getal waarmee de as begint bij de horizontale as. Dat is hier 100. De rechteras hoort bij de hoeveelheid verkochte ski s en snowboards. Let op de stapgrootte tussen twee streepjes. Die is hier 25. Kijk ook naar het getal waarmee de as begint bij de horizontale as. Dat is hier 100. De horizontale as onderaan geeft verkoopjaren aan: jaar 1 t/m jaar 4. Daarna: Bekijk de aantallen verkochte wintersportkleding. Gebruik de linkeras en de staven. Jaar stuks Jaar stuks De toename is = 80 Daarna: Bekijk de aantallen verkochte ski s en snowboards. Gebruik de rechteras en de punten op de lijn. Jaar stuks Jaar stuks De toename is = 25 Tot slot: Vergelijk de aantallen 80 en 25. De grootste toename zie je bij wintersportkleding (80 stuks). Stap 3 Wat is het antwoord? Tussen jaar 1 en 2 is de verkoop van wintersportkleding het meest gegroeid. verbanden 2 diagrammen 29

35 Auteur: Anneke van Gool Dit boek is bedoeld voor iedereen die zelf wil leren rekenen of anderen daarbij wil helpen. Alle onderwerpen uit het Referentiekader Rekenen worden behandeld. In dit theorieboek is per domein alles gemakkelijk terug te vinden. Oplossingsstrategieën worden stap voor stap uitgelegd met duidelijke voorbeelden. Het boek bevat uitgewerkte voorbeeldsommen uit alle domeinen op zowel niveau 1F, 2F als 3F: het biedt daarmee een belangrijke ondersteuning voor iedereen die wil oefenen voor rekentoetsen. Het theorieboek sluit naadloos aan op de methode Rekenblokken, maar is ook bij andere methoden te gebruiken. Deze handzame gids biedt een overzichtelijke samenvatting van de belangrijkste theorie en oplossingsstrategieën bij het rekenen.

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen

Nadere informatie

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen 1 REKENEN Boek 6a: Blok 1 - week 1 - buurgetallen - oefenen op de getallenlijn Geld - optellen van geldbedragen - aanvullen tot 10 105 : 5 = 2 x 69 = - van digitaal

Nadere informatie

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren

Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren Uren, Dagen, Maanden, Jaren,. Tijd: seconden, minuten, uren, dagen, weken, maanden, jaren 1 minuut 60 seconden 1 uur 60 minuten 1 half uur 30 minuten 1 kwartier 15 minuten 1 dag (etmaal) 24 uren 1 week

Nadere informatie

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 8a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - uitspreken en schrijven van getallen rond 1 miljoen - introductie miljard - helen uit een breuk halen 5/4 = -

Nadere informatie

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 3

Leerstofoverzicht groep 3 Leerstofoverzicht groep 3 Getallen en relaties Basisbewerkingen Verhoudingen Leerlijn Groep 3 uitspraak, schrijfwijze, kenmerken begrippen evenveel, minder/meer cijfer 1 t/m 10, groepjes aanvullen tot

Nadere informatie

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Groep 7(eerste helft) Getalbegrip - Telrij tot en met 1 000 000 - Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (800 000 en 0,8 miljoen) - De opbouw en positiewaarde

Nadere informatie

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep de o ra en a oor a 1. ik lees de opgave 2. ik kijk naar het plaatje 3. wat is de som die schrijf ik op kladpapier 4. ik kijk naar de

Nadere informatie

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Reken zeker: leerlijn kommagetallen Reken zeker: leerlijn kommagetallen De gebruikelijke didactische aanpak bij Reken Zeker is dat we eerst uitleg geven, vervolgens de leerlingen flink laten oefenen (automatiseren) en daarna het geleerde

Nadere informatie

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Reken zeker: leerlijn kommagetallen Reken zeker: leerlijn kommagetallen De gebruikelijke didactische aanpak bij Reken Zeker is dat we eerst uitleg geven, vervolgens de leerlingen flink laten oefenen (automatiseren) en daarna het geleerde

Nadere informatie

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2 Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..

Nadere informatie

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010 November 2010 Wat kunnen we allemaal meten? Wat kunnen we allemaal meten? 1. Lengte / breedte / hoogte / omtrek / oppervlakte / inhoud en volume 2. Tijd 3. Gewicht 4. Geld 5. Temperatuur Wij gaan ons

Nadere informatie

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12 Tytsjerksteradiel Rekenportfolio Naam: cm 2 1 5 7 + = 5 10 10 m 3 1 _ 12 X 5 1 + = 5 1 + Inhoudsopgave Voorwoord 3 Domein getallen 4 - Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen 5 - Breuken 6 - Rekenvolgorde

Nadere informatie

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5

Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 Tafelkaart: tafel 1, 2, 3, 4, 5 1 2 3 4 5 1x1= 1 1x2= 2 1x3= 3 1x4= 4 1x5= 5 2x1= 2 2x2= 4 2x3= 6 2x4= 8 2x5=10 3x1= 3 3x2= 6 3x3= 9 3x4=12 3x5=15 4x1= 4 4x2= 8 4x3=12 4x4=16 4x5=20 5x1= 5 5x2=10 5x3=15

Nadere informatie

SAMENVATTING BASIS & KADER

SAMENVATTING BASIS & KADER SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,

Nadere informatie

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen Uitwerkingen 2. Kennismaken met breuken 2.. Deel van geheel Opdracht B 8 deel. ( deel + 8 deel). Opdracht 2 C 5 deel Opdracht C Driehoek C past in driehoek A. Aangezien driehoek A deel is van de tekening,

Nadere informatie

TOELICHTING METRIEK STELSEL

TOELICHTING METRIEK STELSEL TOELICHTING METRIEK STELSEL 2 3 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 2 8-03-3 23: liter ml 00 4 5 6 642_rv_wb_metriek_stelsel_bw.indd 3 8-03-3 23: Rekenvlinder Metriek stelsel Toelichting Uitgeverij Zwijsen

Nadere informatie

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud 1 3 COLOFON DiKiBO presenteert Het het complete Metriek Stelsel reken-zakboek voor groep voor 6, 7 en groep 8 5 & 6 3 Auteur: Nicolette de

Nadere informatie

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen. Uitwerkingen hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. Deel van geheel Opdracht. a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde

Nadere informatie

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen Inhoud 1. Hoofdrekenen: natuurlijke getallen tot 100 000 Optellen (p. 4) Aftrekken (p. 4) Vermenigvuldigen (p. 5) Delen (p. 5) Deling met rest (p. 6) 2. Hoofdrekenen: kommagetallen

Nadere informatie

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld Groep 3 Getalbegrip hele getallen De leerlingen werken de eerste periode in het getallengebied tot 20 en 40. De tweede helft van het jaar ook tot 100. De leerlingen leren het verder- en terugtellen, tellen

Nadere informatie

KAPSTOK REKENEN inhoud

KAPSTOK REKENEN inhoud KAPSTOK REKENEN inhoud pagina Optellen 2 Optellen cijferen 3 Aftrekken 4 Aftrekken cijferen 5 Vermenigvuldigen 6 Vermenigvuldigen cijferen 7 Delen 8 Tafels 9 Deeltafels 10 Breuken 11 Meten 12 Tijd wijzers

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. inhoudstafel... 2

INHOUDSTAFEL. inhoudstafel... 2 INHOUDSTAFEL inhoudstafel... 2 getallenkennis waarde van cijfers in een getal... 6 grote getallen... 7 rekentaal... 8 rekentaal deel 2... 9 soorten getallen... 9 rekentaal deel 3... 10 de ongelijke verdeling...

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 6 AFRONDEN Inleiding Cijfers Verstandig afronden 48 BLZ

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 6 AFRONDEN Inleiding Cijfers Verstandig afronden 48 BLZ INHOUDSOPGAVE BLZ HOOFDSTUK 1 DOMEIN A: GETALLEN 15 1.1. Inleiding 15 1.2. Cijfers en getallen 15 1.3. Gebroken getallen 16 1.4. Negatieve getallen 17 1.5. Symbolen en vergelijken van getallen 19 HOOFDSTUK

Nadere informatie

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben.

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben. Leerroute 3 Jaargroep: 8 GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben. Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen kunnen hebben. (hoeveelheidsgetal,

Nadere informatie

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen 01 04. bewerking en. optellen en.

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen 01 04. bewerking en. optellen en. Scoreblad bewis naam cursist: datum: naam afnemer: inhoud vraag opmerkingen OK werkpunt niet goed tellen eieren tellen in dozen van 10 getallen verder aanvullen in kralenketting getalbegrip getallen ertussen

Nadere informatie

2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies

2016 W. Danhof / P. Bandstra  Bandstra Speciaal Rekenadvies Blad 1: Optellen Optellen Antwoord Tijd Overschr. IT1 Fase 1a M3 A. D. M. H. Voorbeeld: 3 + 5 = Check evt. getalbegrip tot 10 8 + 1 O Gebruik makend van omkering 3 + 5 >> 5 + 3 = 8 2 + 5 O Doortellend

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO

SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO pagina 2 van 14 Inhoud 1 Nieuwe Syllabus rekenen, met ingang van 1 oktober 2015 5 2 Nieuw en anders: Verschillen oude rekentoetswijzers vo/ rekensyllabi

Nadere informatie

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON 3 DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 6 groep 5 & 6 (een uittreksel van DiKiBO

Nadere informatie

Opleiding docent rekenen MBO. 23 november 2018 vierde bijeenkomst Groep Nova 5

Opleiding docent rekenen MBO. 23 november 2018 vierde bijeenkomst Groep Nova 5 Opleiding docent rekenen MBO 23 november 2018 vierde bijeenkomst Groep Nova 5 Inhoud 1. Introductie 2. Meten 3. Tijd 4. Lunch 5. Verbanden 6. Onderzoek 7. Huiswerk en afsluiting Meten 5 referentiematen

Nadere informatie

Niveau 2F Lesinhouden Rekenen

Niveau 2F Lesinhouden Rekenen Niveau 2F Lesinhouden Rekenen LES 1 Begintest LES 2 Getallen Handig optellen en aftrekken Handig vermenigvuldigen en delen Schattend rekenen Negatieve getallen optellen en aftrekken Decimale getallen vermenigvuldigen

Nadere informatie

Startrekenen 2F vo. Leerwerkboek rekenen deel B SARI WOLTERS IRENE LUGTEN CYRIEL KLUITERS MARLOES KRAMER PASCAL DE WIT

Startrekenen 2F vo. Leerwerkboek rekenen deel B SARI WOLTERS IRENE LUGTEN CYRIEL KLUITERS MARLOES KRAMER PASCAL DE WIT Startrekenen 2F vo Leerwerkboek rekenen deel B SARI WOLTERS IRENE LUGTEN CYRIEL KLUITERS MARLOES KRAMER PASCAL DE WIT ROB LAGENDIJK KRISTEL SCHAAP JASPER VAN ABSWOUDE JELTE FOLKERTSMA RIEKE WYNIA Inhoudsopgave

Nadere informatie

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden. Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die

Nadere informatie

Toetswijzer examen Cool 2.1

Toetswijzer examen Cool 2.1 Toetswijzer examen Cool 2.1 Cool 2.1 1 Getallenkennis: Grote natuurlijke getallen 86 a Ik kan grote getallen vlot lezen en schrijven. 90 b Ik kan getallen afronden. 91 c Ik ken de getalwaarde van een getal.

Nadere informatie

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] 4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 x 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5 x -3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 x 3 = -15 Afspraak: In plaats

Nadere informatie

handelingswijzer rekenen

handelingswijzer rekenen handelingswijzer rekenen Naslagwerk Voor leerlingen en ouders HANDELINGSWIJZER REKENEN INHOUD HANDELINGSWIJZER REKENEN... 1 1 INHOUD... 1 HOOFDBEWERKINGEN... 2 OPTELLEN... 3 AFTREKKEN... 3 VERMENIGVULDIGEN...

Nadere informatie

Inhoud kaartenbak groep 8

Inhoud kaartenbak groep 8 Inhoud kaartenbak groep 8 1 Getalbegrip 1.1 Ligging van getallen tussen duizendvouden 1.2 Plaatsen van getallen op de getallenlijn 1.3 Telrij t/m 100 000 1.4 Telrij t/m 100 000 1.5 Getallen splitsen en

Nadere informatie

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18

Nadere informatie

Toets gecijferdheid augustus 2005

Toets gecijferdheid augustus 2005 Toets gecijferdheid augustus 2005 Naam: Klas: score: Datum: Algemene aanwijzingen: - Noteer alle berekeningen en oplossingen in dit boekje - Blijf niet te lang zoeken naar een oplossing - Denk aan de tijd

Nadere informatie

Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 26 februari 2014 vincent jonker & monica wijers

Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 26 februari 2014 vincent jonker & monica wijers Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 26 februari 2014 vincent jonker & monica wijers Krant Programma 1. Terugblik en huiswerk 2. Kommagetallen 3. Meten 4. Huiswerk Deel 1 HUISWERK Huiswerk Neem een

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni 2005 5,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden

Nadere informatie

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent.

BLAD 16: HAM EN KAAS. b. Bij de maatbeker horen verschillende inhoudsmaten. Hiernaast staan ze op een rij. Schrijf op de stippeltjes wat het betekent. BLAD 16: HAM EN KAAS 1. Hoeveel is het goedkoper? a. Twee aanbiedingen bij de supermarkt. Hoeveel cent is het goedkoper? 6 witte bolletjes:... 10 scharreleieren:... b. Reken van deze aanbiedingen ook uit

Nadere informatie

spiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep LEERHULP.NL

spiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep LEERHULP.NL spiekboek rekenen spiekboek rekenen plus beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 6 groep 5 & 6 3 Auteur:

Nadere informatie

11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd

11 Meten en maten. Er zijn nog meer maten. Die gebruik je minder vaak. uit het hoofd De dollar heeft een andere waarde dan de euro. De verhouding van de waarde van de ene munt ten opzichte van de andere heet de wisselkoers. Als je een munt koopt, betaal je de aankoopkoers. De aankoopkoers

Nadere informatie

Reken je wijs. De kunst van het leren rekenen. Benito Kaarsbaan. aantal x 1000. tijd in jaren 15000 4,5

Reken je wijs. De kunst van het leren rekenen. Benito Kaarsbaan. aantal x 1000. tijd in jaren 15000 4,5 Reken je wijs De kunst van het leren rekenen Niveau 1F 2F 3F aantal x 1000 18000 20 15000 12000 4,5 9000 6000 3000 0 0 1960 1970 1980 1990 2000 tijd in jaren inen: 5 = 24 k Benito Kaarsbaan ij k ex e m

Nadere informatie

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3

Aanbod rekenstof augustus t/m februari. Groep 3 Aanbod rekenstof augustus t/m februari Groep 3 Blok 1 Oriëntatie: tellen van hoeveelheden tot 10, introductie van de getallenlijn tot en met 10, tellen en terugtellen t/m 20, koppelen van getallen aan

Nadere informatie

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 4 KOMMAGETALLEN BASIS

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 4 KOMMAGETALLEN BASIS Instructie voor Docenten Hoofdstuk 4 KOMMAGETALLEN BASIS Instructie voor docenten H4 KOMMAGETALLEN BASIS DOELEN VAN DE LES: Leerlingen weten dat getallen in de plaatswaardekaart een bepaalde waarde hebben,

Nadere informatie

STATISTIEK. Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen

STATISTIEK. Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen STATISTIEK Een korte samenvatting over: Termen Tabellen Diagrammen Modus De waarneming die het meeste voorkomt. voorbeeld 1: De waarnemingen zijn 2, 3, 4, 5, 5, 5, 6, 6, 7 en 8. De waarneming 5 komt het

Nadere informatie

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4

Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Hieronder ziet u per 2 blokken wat er getoetst wordt in groep 4 Blok 1A en 2A Telrij, uitspraak en notatie Getallenlijn en getalvolgorde Opbouw getallen tot 100 Sprongen van 1, 2 en 5 tussen 10 en 20 t/m

Nadere informatie

De laatste loodjes...

De laatste loodjes... De laatste loodjes... Hieronder vindt je een uittreksel van alles dat we met rekenen hebben geoefend. En nog een paar herhaalsommetjes. Om als laatste nog even door te lezen om te zien of je alles nog

Nadere informatie

Vervolgcursus Proeftuin Rekenen Tweede bijeenkomst 3 februari 2016 vincent jonker & monica wijers

Vervolgcursus Proeftuin Rekenen Tweede bijeenkomst 3 februari 2016 vincent jonker & monica wijers Vervolgcursus Proeftuin Rekenen Tweede bijeenkomst 3 februari 2016 vincent jonker & monica wijers 1 league is. miles 1 mile is.. furlongs 1 furlong is. chains 1 foot is.. inches 1 yard is inches 1 league

Nadere informatie

1.Tijdsduur. maanden:

1.Tijdsduur. maanden: 1.Tijdsduur 1 etmaal = 24 uur 1 uur = 60 minuten 1 minuut = 60 seconden 1 uur = 3600 seconden 1 jaar = 12 maanden 1 jaar = 52 weken 1 jaar = 365 (of 366 in schrikkeljaar) dagen 1 jaar = 4 kwartalen 1 kwartaal

Nadere informatie

Het weetjesschrift. Weetjesschrift Galamaschool

Het weetjesschrift. Weetjesschrift Galamaschool Het weetjesschrift Dit is het weetjesschrift. In dit schrift vind je heel veel weetjes over taal, rekenen en andere onderwerpen. Sommige weetjes zal je misschien al wel kennen en anderen leer je nog! Uiteindelijk

Nadere informatie

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] 3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5-3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 3 = -15 Voorbeeld 4: -5 3 9 2

Nadere informatie

spiekboek De beste basis voor het rekenen

spiekboek De beste basis voor het rekenen spiekboek rekenen plus spiekboek De beste basis voor het rekenen groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 5 groep 5 & 6 3 Auteur: DiKiBO behandelt

Nadere informatie

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:... TOETS REKENEN / WISKUNDE Naam:... School:... Datum:... Groep:... 1A. Hoofdrekenen: optellen en aftrekken Reken de sommen op je eigen manier uit. Gebruik het kladblaadje als je een tussenstap wilt noteren.

Nadere informatie

Domeinbeschrijving rekenen

Domeinbeschrijving rekenen Domeinbeschrijving rekenen Discussiestuk ten dienste van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen en Taal auteur: Jan van de Craats 11 december 2007 Inleiding Dit document bevat een beschrijving van

Nadere informatie

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1. Derde domein: gebroken getallen 1 Kennismaking met breuken 1.1 De breuk als deel van een geheel Opdracht 2 blaadje 1 blaadje 2 blaadje 3 blaadje 4 Een blaadje in twee delen vouwen geeft de helft van een

Nadere informatie

2A LEERLIJN. leerjaar 1. tellen. optellen en aftrekken GROEPEREN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN. plaats en waarde. handig rekenen 1 ORDENEN EN UITSPREKEN

2A LEERLIJN. leerjaar 1. tellen. optellen en aftrekken GROEPEREN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN. plaats en waarde. handig rekenen 1 ORDENEN EN UITSPREKEN 2A LEERLIJN leerjaar 1. 1. tellen 1.1 Tellen in groepjes 1.2 Vooruittellen en terugtellen 7. optellen en aftrekken 7.1 Optellen 7.2 Aftrekken 2. GROEPEREN 2.1 Groeperen en inwisselen 2.2 Springen met grotere

Nadere informatie

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken 148. 2 Plaats bepalen 60. 5 Negatieve getallen 198. 3 Rekenen 100

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken 148. 2 Plaats bepalen 60. 5 Negatieve getallen 198. 3 Rekenen 100 1 BK deel 1 Voorkennis 1 Aan de slag met wiskunde 6 1 Ruimtefiguren 8 1.1 Wiskundige ruimte guren 10 1.2 Vlakken, ribben en hoekpunten 14 1.3 Kubus en vierkant 17 1.4 Balk en rechthoek 24 1.5 Cilinder

Nadere informatie

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen REKENMODULE INHOUD Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Inhoud Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels,

Nadere informatie

1.3 Rekenen met pijlen

1.3 Rekenen met pijlen 14 Getallen 1.3 Rekenen met pijlen 1.3.1 Het optellen van pijlen Jeweetnuwatdegetallenlijnisendat0nochpositiefnochnegatiefis. Wezullen nu een soort rekenen met pijlen gaan invoeren. We spreken af dat bij

Nadere informatie

REKENZWAK VMBO-MBO. Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo

REKENZWAK VMBO-MBO. Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo REKENZWAK VMBO-MBO Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo Oorzaken rekenproblemen En wat kun je eraan doen? Oorzaak

Nadere informatie

Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag. Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut

Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag. Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut deel 0 EVEN DE KRANT 1. Huiswerk Programma 16 februari doen

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk19 KOMMAGETALLEN - BASIS

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk19 KOMMAGETALLEN - BASIS Instructie voor Docenten Hoofdstuk9 KOMMAGETALLEN - BASIS Instructie voor docenten H9: KOMMAGETALLEN DE BASIS DOELEN VAN DE LES: Leerlingen weten dat getallen in de plaatswaarde kaart een bepaalde waarde

Nadere informatie

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN OPTELLEN/AFTREKKEN Zet de getallen onder elkaar in je schrift eerst zelf proberen uit te rekenen bij aftrekken: denk om lenen bij optellen: denk om doorschuiven geen vergissingen? bij lang nadenken: rekenmachine

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen D_eze _werkbundel _is _van < > 1 Inhoudsopgave Wat moet je wanneer kennen? eindtoets paastoets kersttoets herfsttoets Getallenkennis 1. Soorten getallen (p.4 5) 2. Duizendtal, honderdtal,

Nadere informatie

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 2

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 2 Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 2 LES 1 LES 2 LES 3 LES 4 LES 5 (hele getallen tot 1000) (meter, decimeter, centimeter, millimeter, kilometer, decameter, hectometer) (begrip kilo)

Nadere informatie

Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3

Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3 Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3 LES 1 LES 2 LES 3 LES 4 LES 5 (tot 1000 en boven 1000 getallen herkennen, benoemen en noteren) (tot 1000) (1/10) (1/2 en 1/5) (10 cm = 0,10 m,

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen D_eze _werkbundel _is _van < > 1 Inhoudsopgave Wat moet ik wanneer kennen? eindtoets paastoets kersttoets herfsttoets Getallenkennis 1. Soorten getallen (p.4 6) 2. Getallen afronden

Nadere informatie

Blok 1 GB les 2 K1: cijfers 2 en 3 overtrekken en zelf schrijven

Blok 1 GB les 2 K1: cijfers 2 en 3 overtrekken en zelf schrijven Blok GB les 2 K: cijfers 2 en 3 overtrekken en zelf schrijven Cijfers 2 en 3 overtrekken en zelf schrijven 2 3 Start Van richting veranderen Stop Start Van richting veranderen Stop Overtrek de cijfers.

Nadere informatie

Reken zeker: leerlijn breuken

Reken zeker: leerlijn breuken Reken zeker: leerlijn breuken B = breuk H = hele HB = hele plus breuk (1 1/4) Blauwe tekst is theorie uit het leerlingenboek. De breuknotatie in Reken zeker is - anders dan in deze handout - met horizontale

Nadere informatie

Hoe is SmartRekenen opgebouwd?

Hoe is SmartRekenen opgebouwd? Hoe is SmartRekenen opgebouwd? Onderstaand figuur toont de opbouw van SmartRekenen: SmartRekenen 1F Instaptoets IT 2A 2F Referentieniveau Deel 1 Deel 3F Deel 2 Hoofdstuk 1 Paragraaf Eindtoets 2 Theorie

Nadere informatie

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1. Derde domein: gebroken getallen 1 Kennismaking met breuken 1.1 De breuk als deel van een geheel blaadje 1 blaadje 2 blaadje 3 blaadje 4 Een blaadje in twee delen vouwen geeft de helft van een heel blaadje.

Nadere informatie

Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 4 februari 2015 vincent jonker & monica wijers

Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 4 februari 2015 vincent jonker & monica wijers Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 4 februari 2015 vincent jonker & monica wijers Krant Programma 1. Terugblik en huiswerk 2. Kommagetallen 3. Meten 4. Huiswerk Deel 1 HUISWERK Huiswerk Neem een

Nadere informatie

Begin situatie Wiskunde/Rekenen. VMBO BB leerling

Begin situatie Wiskunde/Rekenen. VMBO BB leerling VMBO BB leerling Verbanden en Hoge -bewerkingen onder 100 -tafels t/m 10 (x:) -bewerkingen met eenvoudige grote en -makkelijk rekenen -vergelijken/ordenen op getallenlijn -makkelijke breuken omzetten -deel

Nadere informatie

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 = 45 15 x 3 = 45 2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen (http://www.youtube.com/watch?v=cceqwwj6vrs) 15 x 3 is een product. 15 en 3 zijn de factoren van het product. 15 : 3 = 5 15 : 3 is een

Nadere informatie

spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep

spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep 3 COLOFON DiKiBO presenteert het spiekboek complete reken-zakboek rekenen voor groep voor 7 groep 5 & 6 (een uittreksel van DiKiBO

Nadere informatie

Spiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden

Spiekboekje. Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden Spiekboekje Knowledgebridge Onderwijs Hein v.d. Velden 1 rekenen tot 20 verliefde getallen verliefde getallen zijn samen 10 1+9= 2+8= 3+7= 10 4+6= 5+5= 0+10= 2 getallenlijn 20 + plus 7 + 6= 7 + 3 = 10

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 8 OPPERVLAKTE EN INHOUDSMATEN

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 8 OPPERVLAKTE EN INHOUDSMATEN Instructie voor Docenten Hoofdstuk 8 OPPERVLAKTE EN INHOUDSMATEN Instructie voor docenten H8 OPPERVLAKTE EN INHOUDSMATEN DOELEN VAN DIT HOOFDSTUK: Leerlingen kunnen omtrek berekenen en weten wat omtrek

Nadere informatie

11 Meten en maten VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten

11 Meten en maten VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten Bestelnr. Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Meten en maten K-Publisher B.V. Prins Hendrikstraat NL- CS Bodegraven Telefoon +(0)- 0 Telefax +(0)- info@k-publisher.nl www.k-publisher.nl De dollar

Nadere informatie

2 REKENEN MET BREUKEN 3. 2.3 Optellen van breuken 6. 2.5 Aftrekken van breuken 9. 2.7 Vermenigvuldigen van breuken 11. 2.9 Delen van breuken 13

2 REKENEN MET BREUKEN 3. 2.3 Optellen van breuken 6. 2.5 Aftrekken van breuken 9. 2.7 Vermenigvuldigen van breuken 11. 2.9 Delen van breuken 13 REKENEN MET BREUKEN. De breuk. Opgaven. Optellen van breuken 6. Opgaven 8. Aftrekken van breuken 9.6 Opgaven 9.7 Vermenigvuldigen van breuken.8 Opgaven.9 Delen van breuken.0 Opgaven. Een deel van een deel.

Nadere informatie

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Natuur-scheikunde Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen Temperatuur in C en K Metriek stelsel voorvoegsels lengtematen, oppervlaktematen, inhoudsmaten en massa Eenheden van tijd 2 Havo- VWO H. Aelmans SG

Nadere informatie

Optellen van twee getallen onder de 10

Optellen van twee getallen onder de 10 Splitsen tot 0 uit het hoofd 2 Optellen 2 7 6 2 5 3 4 Splitsen tot 20 3 2 8 7 2 6 3 5 4 4 4 3 2 2 9 8 2 7 3 6 4 5 5 4 2 3 0 9 2 8 3 7 4 6 5 5 6 5 2 4 3 3 Bij een aantal iets erbij doen heet optellen. Je

Nadere informatie

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs Stadsdeel zuidoost H1 Getallen een 1 tien 10 honderd 100 duizend 1 000 tienduizend 10 000 honderdduizend 100 000 een miljoen 1 000 000 tien miljoen 10 000 000 honderd miljoen 100 000 000 een miljard 1

Nadere informatie

REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL

REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL rekentoets vmbo BB/KB/TL-GL vakinformatie staatsexamen 2020 REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 22 maart 2019 pagina 1 van 7 rekentoets vmbo BB/KB/TL-GL vakinformatie staatsexamen

Nadere informatie

DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN

DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN Groep 5 6 & 2 DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN TIP PAS OP 2 HOE? hoi, ik ben DiKiBO samen met mijn vrienden help ik jou bij het leren 3 COLOFON DiKiBO presenteert het complete reken-zakboek voor groep 5 & 6

Nadere informatie

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige

Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk. inzicht in het complete metriek stelsel. Op een eenduidige Meten is weten Bloemlezing uit 36 bladzijden voor een eerste indruk Leer- Meten en is oefenboek weten Bloemlezing metriek uit stelsel 36 bladzijden voor ISBN: een 978-90-821249-1-0 eerste indruk Auteur

Nadere informatie

2.2 Ongelijknamige breuken en vereenvoudigde breuken 22. 2.3.1 Gemengde getallen optellen en aftrekken 26. 2.5 Van breuken naar decimale getallen 28

2.2 Ongelijknamige breuken en vereenvoudigde breuken 22. 2.3.1 Gemengde getallen optellen en aftrekken 26. 2.5 Van breuken naar decimale getallen 28 Breuken Samenvatting Als je hele getallen deelt, kunnen er breuken ontstaan. Een breuk is een deel van iets. Je hebt iets in gelijke delen verdeeld. Wanneer je een kwart van een pizza hebt, dan heb je

Nadere informatie

Deel A. Breuken vergelijken

Deel A. Breuken vergelijken Deel A Breuken vergelijken - - 0 Breuken en brokken (). Kleur van elke figuur deel. Doe het zo nauwkeurig mogelijk.. Kleur van elke figuur deel. Doe het telkens anders.. Kleur steeds het deel dat is aangegeven.

Nadere informatie

Deel 1. het complete zakboek voor groep 7 & 8 deel 1 hele getallen, kommagetallen en breuken

Deel 1. het complete zakboek voor groep 7 & 8 deel 1 hele getallen, kommagetallen en breuken Deel 1 78 & het complete zakboek voor groep 7 & 8 deel 1 hele getallen, kommagetallen en breuken 2 DIT IS HET DiKiBO-BOEK VAN TIP PAS OP 2 HOE? hoi, ik ben DiKiBO samen met mijn vrienden help ik jou bij

Nadere informatie

Overstapprogramma 6-7

Overstapprogramma 6-7 Overstapprogramma - Cijferend optellen 9 Verdeel het getal. Het getal 8 kun je verdelen in: duizendtallen honderdtallen tientallen eenheden D H T E 8 D H T E 8 = 8 9 9 9 = = = = Zet de getallen goed onder

Nadere informatie

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 3

Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3. Groep 8, blok 1, week 2 Passende Perspectieven, leerroute 3 Groep 8, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3 LES 1 LES 2 LES 3 LES 4 LES 5 (meter, decimeter, centimeter, millimeter, kilometer, decameter, hectometer) (begrip kilo) opdracht 4 (hele getallen

Nadere informatie

De waarde van een plaats in een getal.

De waarde van een plaats in een getal. Komma getallen. Toen je net op school leerde rekenen, wist je niet beter dan dat getallen heel waren. Dus een taart was een taart, een appel een appel en een peer een peer. Langzaam maar zeker werd dit

Nadere informatie

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter. 70 blok 5 les 23 C 1 Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 60 981 540 C 2 Welke maten horen erbij? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Nadere informatie

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken.

Uitwerking toets rekenvaardigheid. Opgave 1 a. 7125,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken. Uitwerking toets rekenvaardigheid Opgave a. 725,98 + 698,99 = Tip: Bij kommagetallen is het eenvoudiger om aan geld te denken. 725,98 + 698,99 = 725,98 + 700,0= 7824,97 Denk eraan ik doe er teveel bij

Nadere informatie

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5 STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5 Nederlands Hoofdstuk 1 en 2. Lezen Taalverzorging en woordenschat Grammatica en spelling Schrijfopdracht (artikel) Groene boekje (lessen 19 t/m 27) Geldt voor alle niveaus. Engels

Nadere informatie