Werkgeheugen- en motivationele beperkingen bij kinderen met ADHD: Verschillen tussen subtypen met en zonder hyperactiveit/impulsiviteit

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Werkgeheugen- en motivationele beperkingen bij kinderen met ADHD: Verschillen tussen subtypen met en zonder hyperactiveit/impulsiviteit"

Transcriptie

1 Werkgeheugen- en motivationele beperkingen bij kinderen met ADHD: Verschillen tussen subtypen met en zonder hyperactiveit/impulsiviteit Masterthese: tweede versie Josje de Bont Klinische Ontwikkelingspsychologie Begeleider: Drs. Sebastiaan Dovis Tweede beoordelaar: Dr. Hilde Huizinga 13 augustus 2013

2 INHOUDSOPGAVE ABSTRACT 3 INLEIDING 4 METHODE 10 DEELNEMERS 10 ALGEMENE INCLUSIECRITERIA 10 INCLUSIECRITERIA ADHD-C GROEP 10 INCLUSIECRITERIA ADHD-A GROEP 11 INCLUSIECRITERIA CONTROLE GROEP 11 MATERIALEN 11 TELEFONISCHE INTAKEVRAGENLIJST 11 VRAGENLIJST VOOR GEDRAGSPROBLEMEN BIJ KINDEREN (VVGK) 11 NEDERLANDSE WECHSLER INTELLIGENCE SCALE FOR CHILDREN (WISC-III-NL) 12 DIAGNOSTIC INTERVIEW SCHEDULE FOR CHILDREN (DISC-IV) 12 WERKGEHEUGEN SCHAAKBORDTAAK: 13 KORTETERMIJNGEHEUGEN SCHAAKBORDTAAK 13 PROCEDURE 15 ALGEMEEN 15 ADHD-C EN ADHD-A GROEP 15 CONTROLE GROEP 16 BEKRACHTIGINGSCONDITIES 16 FEEDBACK-ONLY CONDITIE 18 DATA-ANALYSE 19 RESULTATEN 20 STEEKPROEFKARAKTERISTIEKEN 20 VERSCHILLEN IN KORTETERMIJNGEHEUGEN-, CENTRAL EXECUTIVE EN WERKGEHEUGENPRESTATIES TUSSEN DE GROEPEN 21 VERSCHILLEN IN KORTETERMIJNGEHEUGEN-, CENTRAL EXECUTIVE EN WERKGEHEUGENPRESTATIES BINNEN DE GROEPEN 24 NORMALISERING VAN KORTETERMIJNGEHEUGEN-, CENTRAL EXECUTIVE EN WERKGEHEUGENPRESTATIES 24 1

3 DISCUSSIE 26 LITERATUUR 31 BIJLAGEN 37 BIJLAGE 1. INTRODUCTIE- EN INSTRUCTIESCHERM TIJDENS DE FEEDBACK-ONLY CONDITIE 37 BIJLAGE 2. INTRODUCTIE- EN INSTRUCTIESCHERM EN AANVULLENDE TIJDENS DE TIEN EURO CONDITIE 38 2

4 Abstract Doel: Volgens de meest recente theorie zouden de cognitieve en gedragsproblemen van Attention Deficit/Hyperactiviy Disorder (ADHD) herleid kunnen worden tot tekorten in de executieve functies, met name het visuo-spatiële werkgeheugen. Het werkgeheugen bestaat uit een central executive en een kortetermijngeheugen. Hierdoor is het onduidelijk of de werkgeheugentekorten verklaard kunnen worden door tekorten in de central executive, het kortetermijngeheugen of beide. Een andere theorie stelt dat ook motivationele tekorten de afwijkende werkgeheugenprestaties van kinderen met ADHD kunnen verklaren. Echter, er zijn weinig onderzoeken waarin men rekening heeft gehouden met het verschil in werkgeheugenprestaties en de invloed van motivatie hierop bij kinderen met het gecombineerde ADHDtype (ADHD-C) en het overwegend onoplettende ADHD-type (ADHD-A). Methode: In het huidige onderzoek werd onderzocht wat de werkgeheugentekorten zijn bij kinderen met ADHD-C en ADHD-A en wat voor invloed motivatie heeft op deze tekorten. 86 Kinderen met ADHD-C, 27 kinderen met ADHD-A en 62 zich typisch ontwikkelende kinderen van 8 tot 12 jaar voerden een kortetermijngeheugenen een werkgeheugentaak uit onder twee verschillende bekrachtigingscondities; een Feedback-Only en een Tien Euro conditie. Resultaten: Tijdens de Feedback-Only conditie en de Tien Euro conditie waren de kortetermijngeheugen-, werkgeheugen- en central executive prestaties van kinderen met ADHD-C slechter dan die van zich typisch kinderen. Tijdens de Feedback-Only conditie waren de kortetermijngeheugen-, werkgeheugen- en central executive prestaties van kinderen met ADHD-A slechter dan die van zich typisch ontwikkelende kinderen. Tijdens de Tien Euro conditie waren alleen de werkgeheugen- en central executive prestaties van kinderen met ADHD-A slechter dan ie van zich typisch ontwikkelende kinderen. Onder geen van beide bekrachtigingsniveaus werden verschillen gevonden tussen kinderen met ADHD-C en kinderen met ADHD-A op kortetermijngeheugen-, werkgeheugen- en central executive prestaties. Conclusie: De resultaten suggereren dat kinderen met ADHD-C en ADHD-A een beperkt visuo-spatieel werkgeheugen hebben en dat de twee subtypen verschillen in de tekorten die zij in de verschillende werkgeheugencomponenten ervaren. Tevens suggereren de resultaten uit van het huidige onderzoek dat de werkgeheugenprestaties van kinderen met ADHD-C en kinderen met ADHD-A deels worden beïnvloed door motivationele beperkingen. 3

5 Inleiding Attention Deficit/Hyperactiviy Disorder (ADHD) is een van de meest voorkomende stoornissen in de kindertijd. Kinderen met ADHD zijn vaak onrustig en overbeweeglijk, impulsief en hebben chronische aandachts- en concentratieproblemen. Volgens de Multidisciplinaire richtlijn ADHD (2005) zou drie tot vijf procent van de kinderen, waaronder vooral jongens, onder de 16 jaar lijden aan ADHD. In de vierde editie van de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (DSM-IV-TR, 2002) worden drie subtypen van ADHD onderscheiden, namelijk: (1) het overwegend onoplettende type (ADHD-A), waarbij vooral sprake is van ernstig en aanhoudend aandachttekort; (2) het overwegend hyperactieve/impulsieve type (ADHD-H), waarbij vooral sprake is van ernstige en aanhoudende impulsiviteit, en; (3) het gecombineerde type (ADHD-C), waarbij sprake is van zowel ernstig en aanhoudend aandachttekort, als van ernstige en aanhoudende impulsiviteit. De validiteit van deze subtypering is in veel studies onderzocht (Bauermeister, Matos, Reina, Salas, Martínez; Graetz, Sawyer, Hazell, Arney, & Baghurst, 2001; Willcut, Chhanbildas, & Pennington, 2001; Woo & Rey, 2005). Milich, Ballentine, en Lynam (2001) stellen zelfs dat het overwegend onoplettende en het gecombineerde ADHD-type compleet verschillende stoornissen zijn. Er worden verschillende verklaringen geboden voor de gedragingen en het functioneren van kinderen met ADHD. Volgens de meest recente theorie kunnen de cognitieve en gedragsproblemen van kinderen met ADHD herleid worden tot een tekort in hun executief functioneren (Barkley, 2006). Onder executieve functies worden denkprocessen (functies) verstaan die een grote rol spelen bij het uitvoeren (de executie) van sociaal, onafhankelijk en doelgericht gedrag (Barkley, 2006; Prins & Braet, 2008). Uit metaanalyses waarin de executieve functies van kinderen met ADHD werden onderzocht (Martinussen, Hayden, Hogg-Johnson, & Tannock, 2005; Wilcutt, Doyle, Nigg, Faraone, & Pennington, 2005) is gebleken dat kinderen met ADHD voornamelijk tekorten vertonen op taken die het werkgeheugen meten. Volgens Baddeley (2003) is het werkgeheugen een gelimiteerd capaciteitensysteem om tijdens het opslaan en verwerken van informatie gedrag te kunnen sturen. Baddeley (2003) stelt dat het werkgeheugen bestaat uit drie afzonderlijke componenten die elkaar wederzijds beïnvloeden: twee onafhankelijke subsystemen welke verantwoordelijk zijn voor de tijdelijke opslag en het terughalen van fonologische informatie (verbaal kortetermijngeheugen) en visuo-spatiële informatie (visuo-spatieel kortetermijngeheugen), en een centraal uitvoerend en controlesysteem (central executive). De central executive zorgt voor toezicht en coördinatie van het fonologische en visuo-spatiële subsysteem. Het reageert op veranderende aandachtseisen en stelt daarmee iemand in staat om de focus en aandacht te switchen. Daarnaast voorziet het van een koppeling tussen het werkgeheugen en het langetermijngeheugen, waardoor representaties in het langetermijngeheugen kunnen worden opgeslagen en hieruit kunnen worden opgehaald. Het werkgeheugen is een mentale werkplek met beperkte capaciteit en wordt daarom ook wel omschreven als het vermogen om relevante informatie online te houden en te manipuleren/reorganiseren (Martinussen e.a., 2005). Daarnaast zorgt het werkgeheugen ervoor dat 4

6 iemand vaardigheden zoals redeneren, plannen, probleem oplossen en doelgericht gedrag kan uitvoeren. Wanneer iemand tekorten in het werkgeheugen ervaart, heeft diegene vaak moeite met het onthouden wat hij aan het doen was en wat hij moet doen om het huidige doel te bereiken (Barkley, 2006; Martinussen e.a., 2005; Raiker, Rapport, Kofler, & Sarver, 2012). Uit onderzoek van Martinussen e.a. (2005) kwam naar voren dat kinderen met ADHD vooral tekorten vertoonden op taken die het visuo-spatiële kortetermijngeheugen en het visuo-spatiële werkgeheugen meten. Echter, visuo-spatiële werkgeheugenprestaties zijn samengesteld uit zowel visuospatiële kortetermijngeheugen als central executive prestaties (Baddeley, 2003). Wanneer visuo-spatiële werkgeheugentaken worden uitgevoerd, worden zowel de central executive als het visuo-spatiële kortetermijngeheugen in werking gezet. Het is dan ook onduidelijk of het gevonden effect op visuospatiële werkgeheugenmetingen kan worden verklaard door tekorten in de central executive, in het visuospatiële kortetermijngeheugen of beide (Nigg, 2006). Rapport, Alderson, Kofler, Sarver, en Bolden (2008) hebben dit probleem ondervangen door de prestaties van kinderen met en zonder ADHD op een fonologische en visuo-spatiële werkgeheugentaak te onderzoeken. Via een latente variabele benadering werden taakprestaties onderscheiden volgens de drie volgende variabelen: een fonologisch geheugenspoor, een visuo-spatieel geheugenspoor en de central executive. Deze benadering was gebaseerd op de assumptie dat de gedeelde variantie tussen de fonologische en visuo-spatiële werkgeheugenprestaties een weerspiegeling is van de central executive prestaties (Baddeley, 2003). Uit het onderzoek van Rapport e.a. (2008) bleek dat er bij kinderen met ADHD sprake was van tekorten in alle drie de werkgeheugencomponenten, waaronder ook de central executive. Hetzelfde effect werd gevonden door Alderson, Rapport, Hudec, Sarver, en Kofler (2010). Een alternatieve theorie veronderstelt dat niet de executieve functietekorten, maar motivationele tekorten een kernprobleem vormen bij kinderen met ADHD (Haenlein & Caul, 1987; Luman, Oosterlaan, & Sergeant, 2005; Sergeant, Oosterlaan, & Van der Meere, 1999). Volgens deze theorie zouden kinderen met ADHD minder gestimuleerd worden door bekrachtiging dan zich typisch ontwikkelende kinderen, waardoor kinderen met ADHD mogelijk niet gemotiveerd genoeg zijn om op een normaal niveau te functioneren en presteren. Tekorten in het executief functioneren zouden een gevolg van zijn van deze motivationele beperkingen. Wanneer kinderen met ADHD voldoende bekrachtigd worden, zou dit de motivatie van kinderen met ADHD versterken, waardoor hun prestaties verbeteren of zelfs normaliseren (Haenlein & Caul, 1987). In eerdere werkgeheugenonderzoeken (Alderson e.a., 2010; Martinussen e.a., 2005; Rapport e.a., 2008; Wilcutt e.a., 2005) is niet gecontroleerd voor deze motivationele beperking bij kinderen met ADHD. Wellicht dat er hierdoor grotere werkgeheugenprestatieverschillen tussen kinderen met ADHD en zich typisch ontwikkelende kinderen werden gevonden dan er daadwerkelijk zijn wanneer beide groepen kinderen in gelijke mate gemotiveerd zijn. Om te controleren voor de invloed van motivationele beperkingen op werkgeheugenprestaties lieten Dovis, Van der Oord, Wiers, en Prins (2012) kinderen met ADHD en zich typisch ontwikkelende kinderen een visuo-spatiële werkgeheugentaak 5

7 uitvoeren binnen een standaard bekrachtingsconditie waarbij de kinderen alleen feedback kregen over hun prestaties (Feedback-Only) en een hoge bekrachtigingsconditie waarbij ze 10 euro konden verdienen. Niet alleen executieve functietekorten, maar ook motivationele beperkingen bleken te zorgen voor afwijkende visuo-spatiële werkgeheugenprestaties van kinderen met ADHD. In tegenstelling tot zich typisch ontwikkelende kinderen hebben kinderen met ADHD een sterke bekrachtiger nodig, willen zij optimaal gebruik kunnen maken van hun visuo-spatiële werkgeheugenvaardigheden. Echter hebben Dovis e.a. (2012) niet gekeken naar de aparte componenten van het werkgeheugen. Er is namelijk evidentie dat de invloed van motivationele beperkingen bij kinderen met ADHD kan verschillen per werkgeheugenonderdeel kortetermijngeheugen en central executive. Uit het onderzoek van Shiels, Hawk, Lysczek, Tannock, Pelham, Spencer, Gangloff, en Waschbusch (2008) bleek namelijk dat extra bekrachtiging de prestatie op een visuo-spatiële werkgeheugentaak verbeterde, maar dat extra bekrachtiging geen invloed had op een visuo-spatiële kortetermijngeheugentaak. Deze resultaten suggereren dat de motivationele beperkingen van kinderen met ADHD voornamelijk invloed hebben op de central executive-prestaties en niet op het visuo-spatieel kortetermijngeheugen. Shiels e.a. (2008) hebben geen controle groep van zich typisch ontwikkelende kinderen gebruikt, waardoor het niet duidelijk is of kinderen met ADHD hierin afwijken van zich typisch ontwikkelende kinderen. Dovis, Van Der Oord, Wiers, en Prins (2013) hebben het effect van bekrachtiging op een visuo-spatiële werkgeheugen- en een visuo-spatiële kortetermijngeheugentaak onderzocht bij kinderen met ADHD en zich typisch ontwikkelende kinderen binnen dezelfde bekrachtigingscondities als in het onderzoek van Dovis e.a. (2012). Uit het onderzoek bleek dat alleen de kortetermijngeheugenprestaties en niet de central executiveprestaties van kinderen met ADHD werden verbeterd door een sterke mate van bekrachtiging. Echter, in het onderzoek van Dovis e.a. (2013) werd geen rekening gehouden met het verschil in werkgeheugentekorten tussen twee veelvoorkomende subtypen van ADHD, namelijk het gecombineerde subtype (ADHD-C) en het overwegend onoplettende subtype (ADHD-A). Barkley (1997) heeft een model van ADHD opgesteld waarin hij stelt dat executieve functietekorten voornamelijk worden veroorzaakt door een tekort in responsinhibitie. Aangezien alleen kinderen met ADHD-C tekorten vertonen in inhibitie-controle, zouden ook alleen deze kinderen ernstige tekorten ervaren in het executief functioneren. Kinderen met ADHD-A hebben volgens Barkley vooral moeite met het sturen en vasthouden van aandacht. Dit is in overeenstemming met een onderzoek van Farmer (2002), waaruit bleek dat kinderen met ADHD-C slechter presteerden op de Wisconsin Card Sorting Test (WCST) dan kinderen met ADHD-A. De WCST meet het vermogen om tijdens een cognitieve taak van doel te veranderen, het monitoren van prestaties en de reactie op feedback op taakprestaties (Grodzinsky & Diamond, 1992). Prestaties op deze taak worden geassocieerd met neurale netwerken binnen de prefrontale cortex (Monchi, Petrides, Petre, Worsley, & Dagher, 2001). Op basis van de uitkomsten van het onderzoek van Farmer (2002) lijken vooral kinderen met het ADHD-C, en niet kinderen met ADHD-A tekorten te vertonen in de prefrontale cortex, welke tevens betrokken is bij executieve functies als werkgeheugen en responsinhibitie. Dezelfde resultaten werden gevonden door Shaw, Eckstrand, Sharp, Blumenthal, Lerch, & Greenstein (2007). In diverse andere studies (Barkley, 1997; Houghton, 6

8 Douglas, West, Whiting, Wall, Langsford, Powell, & Carroll, 1999; Lockwood, Marcotte, & Stern, 2001; Nigg, Blaskey, Huang-Pollock, & Rappley, 2002; O Driscoll, Dépatie, Holahan, Savion-Lemieux, Barr, Jolicoeur, & Douglas, 2005) is onderzoek gedaan naar de executieve functies van kinderen met ADHD-C en ADHD-A. Hieruit bleek dat alleen kinderen met ADHD-C en niet kinderen met ADHD-A, tekorten vertonen in responsinhibitie. In deze onderzoeken is echter niet gekeken of de twee ADHD-subtypen ook verschillen op werkgeheugenprestaties. Het onderzoek van Cockroft (2011) is een van de weinige onderzoeken waarin rekening is gehouden met het verschil in werkgeheugenprestaties tussen de verschillende ADHD-subtypen. Uit de resultaten bleek dat zowel kinderen met ADHD-C als kinderen met ADHD-A niet verschillen op verbale en visuo-spatiële werkgeheugenprestaties. Ook Martinussen en Tannock (2006) hebben onderzocht of kinderen met ADHD-C en ADHD-A verschillen op verbale en visuo-spatiële werkgeheugenprestaties. Uit de resultaten bleek dat, vergeleken met zich typisch ontwikkelende kinderen, kinderen met ADHD-C tekorten vertonen in het visuo-spatiële kortetermijngeheugen en in zowel de fonologische als visuo-spatiële central executive-functies. Kinderen met ADHD-A bleken, vergeleken met zich typisch ontwikkelende kinderen, alleen tekorten te vertonen in de visuo-spatiële central executive-functies. De uitkomsten van zowel het onderzoek van Cockroft (2011) als dat van Martinussen en Tannock (2006) staan echter haaks op wat Barkley, DuPaul en McMurray (1990) vonden. Uit hun onderzoek bleek dat kinderen met ADHD-A meer tekorten vertonen in het verbale werkgeheugen, terwijl kinderen met ADHD-C meer problemen ervaren met responsinhibitie en verminderde aandacht voor taken. Er lijken verschillen lijken te zijn tussen kinderen met ADHD-C en kinderen met ADHD-A op responsinhibitie (Barkley e.a., 1990; Barkley, 1997; Houghton e.a., 1999; Lockwood e.a., 2001; Nigg e.a., 2002; O Driscoll e.a., 2005) en hersenfuncties (Farmer, 2002). Het is echter nog onduidelijk of zij ook op werkgeheugen verschillen en op welk werkgeheugenonderdeel zij mogelijk verschillen. Bovendien is het nog onduidelijk of kinderen met ADHD-C en ADHD-A verschillen in hun gevoeligheid voor bekrachtiging. Volgens Diamond (2005) zouden de twee subtypen verschillen in hun motivatieniveaus. Alleen kinderen met ADHD-A zouden motivationele beperkingen laten zien. Kinderen met ADHD-C zouden volgens Diamond (2005) niet zozeer last hebben van motivationele beperkingen, maar vooral van gebrekkige concentratie. Huang-Pollock, Mikami, Pfiffner, en McBurnett (2007) hebben de invloed van motivatie op inhibitie onderzocht bij kinderen met ADHD-C, kinderen met ADHD-A en zich typisch ontwikkelende kinderen. De resultaten lieten zien dat er sprake was van subtype-specifieke effecten in reactie op motivatie. Zowel zich typisch ontwikkelende kinderen als kinderen met ADHD-C maakten meer correcte inhibitieresponsen in de tweede beloningsconditie dan in de eerste beloningsconditie. De verbetering was meer wanneer de lage beloningsconditie (2 punten per correcte respons) aan de hoge beloningsconditie (10 punten per correcte respons) voorafging. Echter, kinderen met ADHD-A maakten alleen meer correcte inhibitieresponsen in de tweede beloningsconditie wanneer de lage beloningsconditie voorafging aan de hoge beloningsconditie. Wanneer de hoge beloningsconditie eerst werd gepresenteerd, nam tijdens de lage beloningsconditie het aantal incorrecte inhibitieresponsen toe. Mogelijk hebben kinderen met ADHD-A na verloop van tijd extra beloning nodig, terwijl enige beloning voor kinderen 7

9 met ADHD-C al voldoende is. Dit komt overeen met de theorie van Diamond (2005) dat kinderen met ADHD-A een motivationele beperking hebben, waardoor zij onvoldoende gemotiveerd worden wanneer zij eerst een hoge beloning en daarna een lagere beloning voor dezelfde taak krijgen. Kinderen met ADHD-C zijn vooral snel afgeleid (Diamond, 2005) en hebben wellicht slechts een kleine beloning nodig die interessant genoeg is om hun prestaties te verbeteren. Uit de bovenstaande onderzoeken is gebleken dat kinderen met ADHD-C vooral tekorten vertonen in het werkgeheugen en dat zij gevoelig zijn voor bekrachtiging. Het is echter nog steeds onduidelijk in hoeverre kinderen met ADHD-C en ADHD-A aan elkaar gelijk zijn of van elkaar verschillen op zowel het gebied van werkgeheugentekorten, als op motivationele sensitiviteit. In het huidige onderzoek werd onderzocht of kinderen met ADHD-C en ADHD-A van elkaar en van zich typisch ontwikkelende kinderen verschillen op het gebied van visuo-spatiële werkgeheugentekorten, op welke werkgeheugencomponenten deze tekorten zich voordoen en wat het effect is van motivatie op werkgeheugenprestaties. We hebben daarbij de volgende hypothesen: (1) Kinderen met ADHD-C en ADHD-A hebben beperkt visuo-spatieel werkgeheugen vergeleken met zich typisch ontwikkelende kinderen (Martinussen & Tannock, 2006; Cockroft, 2011); (2) kinderen met ADHD-C ervaren meer beperkingen op zowel het visuo-spatieel kortetermijngeheugen, als op visuospatiële central executive-functies dan zich typisch ontwikkelende kinderen (Martinussen e.a, 2005; Rapport e.a., 2008; Alderson e.a., 2010); (3) kinderen met ADHD-A ervaren meer beperkingen op alleen visuospatiële central executive-functies vergeleken met zich typisch ontwikkelende kinderen (Martinussen & Tannock, 2006); en (4) zowel de kortetermijngeheugen- als de central executive-prestaties van kinderen met ADHD-C en alleen de central executive-prestaties van kinderen met ADHD-A zullen meer verbeteren door de invloed van motivatie dan die van zich typisch ontwikkelende kinderen (Huang-Pollock e.a., 2007; Shiels e.a., 2008). In het onderzoek werden de werkgeheugenprestaties van kinderen met ADHD-C, kinderen met ADHD-A en zich typisch ontwikkelende kinderen gemeten middels een visuo-spatiële kortetermijngeheugen- en een visuo-spatiële werkgeheugentaak. De taken werden onder twee verschillende condities afgenomen, namelijk een Feedback-Only conditie en een Tien Euro conditie. Tijdens de Feedback-Only conditie kregen kinderen na iedere trial positieve of negatieve feedback over hun prestaties. Tijdens de Tien Euro conditie kregen kinderen, naast positieve of negatieve feedback na iedere trial ook een financiële bekrachtiger in de vorm van 10 euro. Tijdens de taken werden oplichtende blokjes gepresenteerd. De kinderen moesten de volgorde van deze oplichtende blokjes onthouden en deze vervolgens in dezelfde volgorde natikken (tijdens de kortetermijngeheugentaak) of reorganiseren (tijdens de werkgeheugentaak). De gemiddelde sequentielengte werd als afhankelijke variabele gebruikt. Er werd verwacht dat: 1. Tijdens de Feedback-Only conditie kinderen met het ADHD-C en kinderen met ADHD-A een kortere gemiddelde sequentielengte zouden hebben op de visuo-spatiële werkgeheugentaak dan zich typisch ontwikkelende kinderen (Martinussen e.a., 2005; Rapport e.a., 2008; Alderson e.a., 2010). 8

10 2. Tijdens de Feedback-Only conditie alleen kinderen met ADHD-C een kortere gemiddelde sequentielengte zouden hebben op de visuo-spatiële kortetermijngeheugentaak dan zich typisch ontwikkelende kinderen (Martinussen & Tannock, 2006). 3. Tijdens zowel de Feedback-Only als Tien Euro conditie kinderen met ADHD-C grotere verschillen zouden laten zien op de werkgeheugen- en de kortetermijngeheugentaak dan zich typisch ontwikkelende kinderen, maar dat deze verschillen tijdens de Tien Euro conditie kleiner zouden worden. 4. Tijdens zowel de Feedback-Only als Tien Euro conditie kinderen met ADHD-A grotere verschillen zouden laten zien op alleen de werkgeheugentaak vergeleken met zich typisch ontwikkelende kinderen, maar dat deze verschillen tijdens de Tien Euro conditie kleiner zouden worden. 5. Vergeleken met de Feedback-Only conditie, zowel kinderen met ADHD-C als kinderen met ADHD-A in de Tien Euro conditie meer correcte responsen zouden geven op de visuo-spatiële werkgeheugentaak en niet op de visuo-spatiële kortetermijngeheugentaak, maar dat de prestaties van kinderen met ADHD-C en ADHD-A niet zouden normaliseren (Huang-Pollock e.a., 2007; Rapport e.a., 2008; Shiels e.a., 2008; Alderson e.a., 2010; Dovis e.a., 2012). 9

11 Methode Deelnemers In totaal hebben 175 kinderen van 8 tot 12 jaar oud geparticipeerd aan het onderzoek: 86 kinderen met een diagnose Gecombineerd ADHD-type (ADHD-C groep), 27 kinderen met een diagnose Overwegend Onoplettende ADHD-type (ADHD-A groep) en 62 zich typisch ontwikkelende kinderen (controle groep). Kinderen met ADHD-C en ADHD-A werden geworven door ouders van kinderen die aangemeld waren bij een instelling voor de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) een brief te sturen met daarin informatie over het onderzoek. Ouders konden hun kind(eren) zowel telefonisch als via aanmelden. Kinderen in de controle groep werden geworven via verschillende reguliere basisscholen. Leerkrachten kregen wervingsbrieven toegestuurd en gaven deze mee aan de kinderen om aan hun ouders te overhandigen. Ouders konden zich zowel telefonisch als via aanmelden. Algemene inclusiecriteria Kinderen moesten in alle drie de groepen voldoen aan de volgende criteria: (a) een minimale intelligentiequotiëntscore (IQ-score) van 80, gemeten op basis van de subtests Blokpatronen en Woordenschat van de Nederlandse Wechsler Intelligence Scale for Children III (WISC-III-NL; Kort, Compaan, Bleichrodt, Resing, Schitterkatte, Bosmans, & Vermeir, 2002), (b) het volgens de ouders afwezig zijn van een neurologische stoornis, een non-verbale leerstoornis, zintuiglijke beperkingen (kleurenblindheid) of motorische beperkingen, en ten slotte (c) geen medicatieve behandeling behalve met methylfenidaat. Kinderen mochten bovendien tenminste 24 uur voor de testafspraak geen medicatie innemen, zodat er geen sporen van de medicatie meer in het lichaam aanwezig waren (Greenhill, 1998). Inclusiecriteria ADHD-C groep Kinderen in de ADHD-C groep moesten voldoen aan de volgende criteria: (a) een DSM-IV-TR (American Psychiatric Association, 2000) diagnose van het Gecombineerde ADHD-type, voorafgaand aan het onderzoek vastgesteld door een kinderpsycholoog of -psychiater, (b) een score binnen het klinische probleemgebied (95 e tot 100 e percentiel) op de Gecombineerde ADHD-type schalen van de Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen (VvGK; Oosterlaan, Scheres, Antrop, Roeyers, & Sergeant, 2000) volgens zowel de ouders als leerkracht, (c) voldoen aan de criteria voor het Gecombineerde ADHD-type op de ADHD-sectie van de Nederlandse vertaling van de ouderversie van het Diagnostic Interview Schedule for Children for DSM-IV (PDISC-IV; Ferdinand & Van der Ende, 1998), (d) afwezigheid van een Antisociale Gedragsstoornis (CD), op basis van de CD-secties van de PDISC-IV, (e) afwezigheid van een eerdere DSM-IV-TR diagnose van een autisme spectrumstoornis (ASS) volgens een kinderpsycholoog of -psychiater. 10

12 Inclusiecriteria ADHD-A groep Kinderen in de ADHD-A groep moesten voldoen aan de volgende criteria: (a) een DSM-IV-TR (American Psychiatric Association, 2000) diagnose van het Overwegend Onoplettende type ADHD, voorafgaand aan het onderzoek vastgesteld door een kinderpsycholoog of -psychiater, (b) een score binnen het klinische probleemgebied (95 e tot 100 e percentiel) op de Overwegend Onoplettende ADHD-type schalen en een score binnen de normale range (<80 e percentiel) op de Gecombineerde ADHD-type schalen van de VvGK (Oosterlaan e.a., 2000) volgens zowel de ouders als leerkracht, (c) voldoen aan de criteria voor het Overwegend Onoplettende ADHD-type op de ADHD sectie van de Nederlandse vertaling van de ouderversie van de PDISC-IV (Ferdinand & Van der Ende, 1998), (d) afwezigheid van het Gecombineerde ADHD-type, op basis van de ADHD-sectie van de PDISC-IV, (e) afwezigheid van een CD, op basis van de CD-secties van de PDISC-IV, (f) afwezigheid van een eerdere DSM-IV-TR diagnose van een ASS volgens een kinderpsycholoog of -psychiater. Inclusiecriteria controle groep Kinderen in de controle groep moesten voldoen aan de volgende criteria: (a) een score binnen de normale range (<80 e percentiel) op de ADHD, Oppositionele Gedragsstoornis (ODD) en CD-schalen van de VvGK (Oosterlaan e.a., 2000) volgens zowel de ouders als leerkracht, en (b) afwezigheid van een eerdere DSM-IV-TR diagnose van een ASS of andere psychiatrische stoornis, zoals gerapporteerd door de ouders. Materialen Telefonische intakevragenlijst Via een telefonische intakevragenlijst werd belangrijke informatie verzameld over de aangemelde kinderen. Er werd bijvoorbeeld gevraagd naar enkele biografische gegevens van het kind en de ouders, het medicatiegebruik en de behandelgeschiedenis van het kind, de naam en adresgegevens van de school, en de naam van de leerkracht. Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen (VvGK) De VvGK (Oosterlaan, Bayens, Scheres, Antrop, Roeyers, & Stultz, 2008) is een Nederlandse vertaling van de Disruptive Behavior Disorder Rating Scale (DBDRS; Pelham, Gnagy, Greenslade, & Milich, 1992). Zowel de DBDRS als de VvGK meten in welke mate symptomen van gedragsstoornissen en ADHD bij een kind aanwezig zijn. De VvGK kan zowel door de leerkracht als door de ouders van een kind worden ingevuld en bestaat uit vier subschalen met in totaal 42 items. De eerste twee subschalen zijn Aandachtstekort (9 items) en Hyperactiviteit/Impulsiviteit (9 items). De derde en vierde subschalen betreffen Oppositioneel Opstandige Gedragsstoornis (ODD; 8 items) en Antisociale Gedragsstoornis (CD; 16 items). De items worden beantwoord en gescoord op een vierpuntsschaal van 0 (helemaal niet) tot 3 (heel veel). Een voordbeeld item: Heeft moeite de aandacht vol te houden bij taken of spel. 11

13 Normscores worden berekend aan de hand van ruwe subschaalscores. In 2001 is de VvGK beoordeeld door de Commissie Testaangelegenheden Nederland (COTAN; Nederlands Instituut voor Psychologen, 2009). De begripsvaliditeit van de VvGK blijkt volgens de COTAN documentatie goed. Daarnaast blijkt de VvGK voldoende betrouwbaar. In dit onderzoek werd er gebruik gemaakt van een digitale versie. Het invullen van de gehele vragenlijst duurt ongeveer 10 minuten. Nederlandse Wechsler Intelligence Scale for Children (WISC-III-NL) In dit onderzoek werd gebruik gemaakt van twee subtests van de WISC-III-NL (Kort e.a., 2002), namelijk Blokpatronen en Woordenschat. De WISC-III-NL is een gestandaardiseerde test waarmee aan de hand van tien subtests en drie aanvullende/optionele tests de algemene intelligentie bij kinderen van zes tot en met zestien jaar wordt gemeten. De dertien subtests zijn onderverdeeld in performale en verbale subtests. De subtest Blokpatronen is een performale test die tracht de visuo-motoriek, visuele analyse en synthese en patroonwaarneming in kaart te brengen door het kind via motorische handelingen uit losse onderdelen één kloppend geheel te laten maken (Kaldenbach, 2006). Het kind wordt gevraagd om met verschillende blokjes een figuur na te maken die hij op papier gepresenteerd krijgt. De figuren worden steeds complexer. Op basis van de normscore voor Blokpatronen werd een schatting gemaakt van de performale intelligentie. De subtest Woordkennis betreft een verbale test die de woordkennis van het kind meet. Het kind wordt gevraagd om van verschillende woorden de betekenis uit te leggen. De woorden die aan het kind worden gepresenteerd worden steeds moeilijker. Een voorbeeld item: Wat is water?. Op basis van de normscore voor Woordkennis werd een schatting gemaakt van de verbale intelligentie. De afnameduur van de twee subtests bedraagt ongeveer 25 minuten. Hoewel de totale intelligentie gebaseerd dient te worden op basis van de gehele WISC-III (Kort e.a., 2002), gaven voor het huidige onderzoek de normscores van beide subtests een indicatie van de totale intelligentie van het kind (Sattler & Dumont, 2004). Deze samengestelde score heeft een hoge betrouwbaarheid (r = 0.91) en correleert hoog met de totale intelligentie (r = 0.86; Sattler, 2001). Diagnostic Interview Schedule for Children (DISC-IV) In het huidige onderzoek werd gebruik gemaakt van een Nederlandse versie van de ouderversie van de DISC-IV (PDISC-IV; Ferdinand & Van der Ende, 1998). Het betreft een gestandaardiseerd klinischdiagnostisch interview waarmee een groot aantal gedragskenmerken in kaart worden gebracht die kenmerkend zijn voor verschillende kinder- en jeugdpsychiatrische stoornissen. Voor het huidige onderzoek werd Module E (Gedragsstoornissen) afgenomen, welke bestaat uit drie categorieën: Aandachtstekort/Hyperactiviteit, Oppositionele Stoornis en Gedragsstoornis. Aan de hand van deze Module werd er gekeken in hoeverre er bij een kind sprake was van symptomen van ADHD, ODD en CD. De PDISC-IV bestaat uit algemene vragen naar de meest essentiële aspecten van symptomen en uit vragen die, zodra er sprake blijkt van symptomen, ingaan op de frequentie, duur en intensiteit van gedragingen. 12

14 Werkgeheugen Schaakbordtaak: De Werkgeheugen Schaakbordtaak is een werkgeheugenprestatiemaat, ontwikkeld door Dovis e.a. (2012) en is gebaseerd op twee werkgeheugentaken; De Corsi Block Tapping Task (CBTT; Corsi, 1972) en de subtest Cijfers en Letters nazeggen van de Wechsler Adult Intelligence Scale (WAIS; Wechsler, 1991). De taak meet zowel het vermogen om visuo-spatiële informatie die relevant is voor de taak vast te houden, als het vermogen om deze informatie te manipuleren/reorganiseren. Voor een beschrijving van de taak, zie Figuur 1. Figuur 1. Trial van de Werkgeheugen Schaakbordtaak (Dovis e.a., 2012; 2013). (a) Om een trial te starten, dient de witte pijl rechtsonder in beeld te worden aangeklikt. (b) Vervolgens verschijnt er een zwart scherm met in het midden een wit kruis (focusscherm). (c) Na het focusscherm verschijnt een scherm met daarin een veld van 4x4 bestaande uit 16 blauwe en groene vlakken, welke in een schaakbordformatie zijn geordend. Tijdens dit scherm wordt er een stimulusreeks gepresenteerd: de blauwe en groene stimuli lichten een voor een op voor 900 milliseconden (ms), waarna steeds een interstimulus interval van 500 ms volgt. (d) Na de presentatie van deze stimulusreeks verschijnt er een scherm waarin de gepresenteerde sequentie gereproduceerd moet worden. Voor een juiste respons dient de getoonde sequentie gereorganiseerd te worden: eerst moeten alle groene stimuli in de goede volgorde worden gereproduceerd en vervolgens moeten alle blauwe stimuli in de goede volgorde worden gereproduceerd. (e) Na een respons volgt er feedback, waarna er (a) weer een zwart scherm verschijnt met rechtsonder in beeld een witte pijl waar de deelnemer op moet klikken om een nieuwe trial te starten. Kortetermijngeheugen Schaakbordtaak De Kortetermijngeheugen Schaakbordtaak is een kortetermijngeheugenprestatiemaat, ontwikkeld door Dovis e.a. (2013) en is een aangepaste versie van de Werkgeheugen Schaakbordtaak (Dovis e.a., 2012). In tegenstelling tot de Werkgeheugen Schaakbordtaak meet de Kortetermijngeheugen Schaakbordtaak enkel het vermogen om visuo-spatiële informatie die relevant is voor de taak vast te houden en niet om deze informatie te manipuleren/reorganiseren. Voor een beschrijving van de taak, zie Figuur 2. 13

15 Figuur 2. Trial van de Kortetermijngeheugen Schaakbordtaak (Dovis e.a., 2013). (a) Om een trial te starten, dient de witte pijl rechtsonder in beeld te worden aangeklikt. (b) Vervolgens verschijnt er een zwart scherm met in het midden een wit kruis (focusscherm). (c) Na het focusscherm verschijnt een scherm met daarin een rooster van 4x4 bestaande uit 16 blauwe en groene vlakken, welke in een schaakbordformatie zijn geordend. Tijdens dit scherm wordt er een stimulusreeks gepresenteerd: de blauwe en groene stimuli lichten een voor een op voor 900 milliseconden (ms), waarna steeds een interstimulus interval van 500 ms volgt. (d) Na de presentatie van deze stimulusreeks verschijnt er een scherm waarin de gepresenteerde sequentie gereproduceerd moet worden. Voor een juiste respons dient de getoonde sequentie in dezelfde volgorde gereproduceerd te worden als dat deze is gepresenteerd. (e) Na een respons volgt er feedback, waarna (a) er weer een zwart scherm verschijnt met rechtsonder in beeld een witte pijl waar de deelnemer op moet klikken om een nieuwe trial te starten. Overeenkomsten tussen de Werkgeheugen en Kortetermijngeheugen Schaakbordtaak Om de instructies makkelijker te kunnen onthouden, wordt bij beide taken tijdens het uitvoeren van de taak continu een korte instructie ( eerst groen in de goede volgorde, dan blauw in de goede volgorde ) links onder in het scherm getoond. Om tijdens iedere trial voor optimale aandacht van het kind te zorgen, wordt de taak op eigen tempo uitgevoerd; het kind moet op een pijl in het scherm klikken om een nieuwe trial te starten. Tijdens iedere oplichtende stimulus klinkt een korte toon. Om te voorkomen dat de proefpersoon gebruik gaat maken van strategieën, bijvoorbeeld door de muiscursor op een van de stimuli in de reeks te houden om het werkgeheugen te ontlasten, is de cursor niet zichtbaar tijdens de presentatie van de reeks. Verder is de moeilijkheidsgraad van de taak adaptief; de eerste sequentie bestaat altijd uit twee stimuli en na twee opeenvolgende correcte reproducties wordt de sequentie verlengd met één stimulus. Na twee opeenvolgende incorrecte reproducties wordt de sequentie verkort met één stimulus. De minimale sequentielengte bestaat uit twee oplichtende stimuli en er is geen maximale sequentielengte. Van iedere trial wordt zowel de sequentielengte als de juistheid van de reproductie door de computer geregistreerd. Voorafgaand aan de taken worden twee instructieschermen gepresenteerd. De instructies die op het computerscherm gepresenteerd worden, worden uitgebreid door de onderzoeker, zodat het kind de taak 14

16 goed begrijpt. Voor volledige instructies per conditie, zie beschrijving van de bekrachtigingscondities onder Procedure. Procedure Algemeen Het onderzoek bestond uit een voorselectie middels een telefonische screeningssessie en een onderzoeksafspraak, genaamd de testafspraak. De testafspraken voor de kinderen uit de ADHD-C en ADHD-A groep vonden plaats op de GGZ instelling waar het kind stond ingeschreven. De kamers waarin de kinderen werden getest waren zo rustig mogelijk ingericht, zonder prikkels, en hadden geblindeerde ramen, zodat het kind tijdens de testafspraak niet snel afgeleid zou worden. De afspraken voor kinderen uit de controle groep vonden plaats in een rustige kamer op de school waar het kind stond ingeschreven. Het testen vond plaatst tussen negen uur s ochtends en vijf uur s middags. Een testafspraak duurde ongeveer een uur en vijfenveertig minuten, inclusief een pauze van vijf minuten. Er waren in totaal dertien onderzoeksassistenten. Alle onderzoeksassistenten waren Masterstudenten Psychologie aan de Universiteit van Amsterdam. ADHD-C en ADHD-A groep Vanuit GGZ-instellingen werden brieven verstuurd naar ouders van kinderen met een diagnose Gecombineerd ADHD-type en Overwegend Onoplettende ADHD-type, waarin informatie over het onderzoek beschreven stond. Ouders konden hun kind(eren) zowel telefonisch als via aanmelden voor het onderzoek. Nadat ouders hun kind(eren) hadden aangemeld, werd er door een onderzoeksassistent telefonisch contact opgenomen en werd verdere informatie gegeven over het onderzoekstraject. Daarnaast werd tijdens dit gesprek gevraagd naar biografische gegevens en gegevens over medicatiegebruik en behandelgeschiedenis. Wanneer een kind geen psychostimulantia gebruikte of wanneer ouders ermee instemden hun kind voor de testafspraak geen medicatie te geven, werd de ouders vervolgens verzocht om via internet een VvGK over het gedrag van hun kind van de afgelopen zes maanden in te vullen. Ouders van kinderen die psychostimulantia slikte werd gevraagd het gedrag van hun kind te beoordelen zonder de invloed van deze medicatie. Tevens werd de ouders gevraagd een digitale informed consent in te vullen en te ondertekenen, waarmee zij toestemming gaven om aan het onderzoek te participeren. Ook de leerkracht van het aangemelde kind werd met toestemming van de ouders gevraagd om op dezelfde manier als de ouders een VvGK over zijn of haar leerling in te vullen. Na afloop van de telefonische intake werden per de inloggegevens voor de VvGK naar zowel de ouders als de leerkracht verstuurd. Wanneer een aangemeld kind volgens zowel de ouders als leerkracht voldeed aan de inclusiecriteria van de VvGK, werd hij of zij uitgenodigd voor een testafspraak. Bij de testafspraak waren altijd twee onderzoeksassistenten aanwezig. Tijdens een kort intakegesprek werd door een van de onderzoeksassistenten een korte introductie van de testafspraak gegeven. Daarnaast werd er gecontroleerd of het kind die dag geen medicatie had ingenomen en werd er uitgevraagd hoeveel 15

17 geld het kind wekelijks te besteden had. Na het afnemen van deze vragen nam de andere onderzoeksassistent het kind mee naar een andere ruimte om daar de Schaakbordtaken (Dovis e.a., 2012; 2013) en de subtests Blokpatronen en Woordkennis van de WISC-III (Kort e.a., 2002) bij het kind af te nemen. De onderzoeksassistent die bij de ouder(s) achterbleef nam bij de ouder(s) de PDISC-IV (Ferdinand & Van der Ende, 1998) af. Alle deelnemende kinderen voerden beide Schaakbordtaken uit onder twee verschillende bekrachtigingscondities (zie Bekrachtigingscondities). Iedere kind voerde dus vier taken uit. Om te controleren voor de invloed van verwachtingen op de prestaties van de kinderen op de taken, kregen ouders en kinderen voorafgaand aan de afspraak geen informatie over de bekrachtigingscondities. Controle groep De aanmelding van kinderen uit de controle groep verliep bijna hetzelfde als die van kinderen uit de ADHD-C en ADHD-A groep. Vanuit de Universiteit van Amsterdam werden brieven verstuurd naar verschillende basisscholen in en rondom Amsterdam, waarin informatie over het onderzoek beschreven stond. Net als in het geval van ouders van kinderen met ADHD-C en ADHD-A konden ouders van zich typisch ontwikkelende kinderen hun kind(eren) zowel telefonisch als via aanmelden voor het onderzoek. Nadat ouders hun kind(eren) aangemeld hadden, werd er door een onderzoeksassistent telefonisch contact opgenomen en werd verdere informatie gegeven over het onderzoekstraject. Ook werd er gevraagd naar biografische gegevens, medicatiegebruik en of er ooit een psychologische diagnose bij het kind was gesteld. Vervolgens werd de ouders verzocht om via internet een informed consent te ondertekenen en een VvGK over het gedrag van hun kind van de afgelopen zes maanden in te vullen. Ook van kinderen uit de controle groep werd de leerkracht met toestemming van de ouders gevraagd om een VvGK over zijn of haar leerling in te vullen. Na afloop van de telefonische intake werden per e- mail de inloggegevens voor de VvGK naar zowel de ouder(s) als de leerkracht verstuurd. Wanneer een aangemelde kind volgens zowel de ouder(s) als leerkracht voldeed aan de exclusiecriteria van de VvGK, werd hij of uitgenodigd voor een testafspraak. De testafspraak bij kinderen uit de controle groep vond plaats op de school van de deelnemende kinderen en verliep hetzelfde als de testafspraak bij kinderen uit de ADHD-C en ADHD-A groep, met als uitzondering dat de ouders van de kinderen niet aanwezig waren en er bij hen dan ook geen PDISC-IV werd afgenomen. Bekrachtigingscondities Er werd in het huidige onderzoek gebruik gemaakt van twee bekrachtigingscondities, namelijk een Feedback-Only conditie en een Tien Euro conditie. In beide condities werden zowel de Kortetermijngeheugen Schaakbordtaak als de Werkgeheugen Schaakbordtaak uitgevoerd. De volgorde waarin de bekrachtigingscondities en schaakbordtaken werden gepresenteerd werd per groep (ADHD-C, ADHD-A en controle) gecounterbalanced via een between-subject compleet counterbalanced design. Op deze manier werd gecontroleerd voor de mogelijke invloed die de volgorde van de condities en taken op 16

18 de prestaties kan hebben (Mook, 2001). Iedere mogelijke combinatie van volgordes werd toegepast. Dit resulteerde in acht verschillende combinaties. 1 In beide bekrachtigingscondities werd eerst een korte introductie van de taak gegeven, zie Bijlage 1.1 en 2.1. De versie van de schaakbordtaak die als eerst gepresenteerd werd in beide bekrachtigingscondities begon met een oefenblok. Nadat het kind tijdens dit oefenblok twee keer achter elkaar een sequentie van drie blokjes behaalde, volgde op het computerscherm de instructie van de eerste taak, welke door de onderzoeksassistent werd voorgelezen, zie Bijlage 1.2 en 2.2. Na deze instructie werd het experimentele blok van de eerste schaakbordtaak gestart en ging de onderzoeksassistent uit het zicht van het kind zitten om deze te observeren. Nadat het kind de eerste taak had voltooid, kwam de onderzoeksassistent weer naast het kind zitten en volgde het introductiescherm en een oefenblok voor de tweede taak. Vervolgens verscheen de instructie van de tweede taak, welke wederom door de onderzoeksassistent werd voorgelezen. Hierna volgde het experimentele blok van de tweede schaakbordtaak en ging de onderzoeksassistent weer uit het zicht van het kind zitten om deze te observeren. Beide schaakbordtaken bestonden in beide bekrachtigingscondities uit 30 trials. Iedere taak duurde ongeveer 10 minuten. Nadat de tweede taak van de eerste bekrachtigingsconditie was voltooid volgde een korte pauze van ongeveer vijf minuten. Hierna volgde de tweede bekrachtigingsconditie waarin wederom zowel de Kortetermijngeheugen als de Werkgeheugen Schaakbordtaak werd afgenomen. In de Feedback-Only conditie kregen kinderen de instructie om zo goed mogelijk hun best te doen om de blokjes in de juiste volgorde na te tikken. Ook stond op het instructiescherm dat er een paars scherm zou verschijnen wanneer zij klaar waren met de taak, zie Bijlage 1.2. In de Tien Euro conditie werd de kinderen verteld dat ze 10 euro konden verdienen als ze de taak goed genoeg uit zouden voeren. Vervolgens werden 10 losse euro s een voor een boven het toetsenbord van de laptop gelegd. De euro s bleven daar gedurende de hele taak in het zicht van het kind liggen. Op het instructiescherm stond dat de 10 euro s alleen verdiend konden worden wanneer er voldoende juiste en niet teveel onjuiste sequenties werden nagetikt, zie Bijlage 2.2. Daarbij werd het kind verteld dat de computer willekeurig beslist hoeveel juiste en onjuiste responsen nodig zijn om de 10 euro s wel of niet te winnen. Verder stond er op het instructiescherm dat wanneer het kind voldoende sequenties juist had nagetikt, er een groen scherm zou verschijnen en hij dan klaar was met de taak en de 10 euro s mocht hebben. Echter, daaronder stond ook dat als het kind teveel sequenties onjuist natikte, er een rood scherm zou verschijnen en dat hij dan ook klaar was met de taak, maar de 10 euro s niet zou krijgen, zie Bijlage 2.2. Hoewel de onderzoeksassistent 1 De verschillende volgorde voor het toegepaste between-subject compleet counterbalanced design: 1. FO: KTG>WG > 10E: KTG>WG 2. 10E: KTG>WG > FO: KTG>WG 3. FO: WG>KTG > 10E: WG>KTG 4. 10E: WG>KTG > FO: WG>KTG 5. FO: KTG>WG > 10E: WG>KTG 6. 10E: KTG>WG > FO: WG>KTG 7. FO: WG>KTG > 10 E : KTG>WG 8. 10E: EG>KTG > FO: KTG>WG Noot. FO = Feedback Only conditie; 10E = Tien Euro conditie; KTG = kortetermijngheugen; WG = werkgeheugen 17

19 de kinderen ervan overtuigde dat hun prestatie op iedere trial hun kans op het winnen van de 10 euro s direct beïnvloedde en dat iedere (in)correcte reproductie zou kunnen leiden tot een groen of rood scherm, eindigde de taak altijd met een groen scherm. Alle kinderen kregen dan ook na het voltooien van beide taken de 10 euro s. In zowel de Feedback-Only als de Tien Euro conditie kregen kinderen direct na iedere trial auditieve en visuele feedback. Ook konden zij hun prestaties bijhouden aan de hand van een prestatiebalk welke gedurende de gehele taak onder in beeld te zien was, zie Figuur 3. De feedback die een kind ontving, was afhankelijk van het juist of onjuist reproduceren van de sequentie en de conditie waarin de trial werd afgenomen. De auditieve feedback was voor beide bekrachtigingscondities hetzelfde; in geval van een correcte trial klonk er een positief gitaargeluid en in geval van een incorrecte trial klonk er een negatief zoemergeluid. De visuele feedback verschilde per bekrachtigingsconditie. In de Feedback-Only conditie verscheen in geval van een correcte trial een groene krul op het scherm. In geval van een incorrecte trial verscheen er een rood kruis. In de Tien Euro conditie verscheen in geval van een correcte trial een groene krul met daarnaast een plaatje van 10 losse euro s en daaronder de tekst meer kans op de 10 euro s!. In het geval van een incorrecte trial verscheen er een rood kruis met een plaatje van de 10 euro s erachter en daaronder de tekst minder kans op de 10 euro s!, zie Figuur 3. De mate waarin de prestatiebalk zich na iedere (in)correcte trial aanpaste, was in beide bekrachtigingscondities hetzelfde. Correcte trial Incorrecte trial Feedback-Only conditie Tien Euro conditie Figuur 3. Feedbackschermen tijdens de Feedback-Only en Tien Euro conditie. 18

20 Data-analyse Omdat de eerste trials van de schaakbordtaken opbouwen naar een maximale prestatie, werden de eerste 12 trials van iedere taak in beide condities niet meegenomen in het berekenen van de gemiddelde sequentielengte. De reden voor het verwijderen van de eerste 12 trials, is dat de taak startte op een erg laag niveau (een sequentielengte van 2 stimuli). Omdat het niveau zich automatisch aanpaste aan de prestaties van een kind, hadden kinderen over het algemeen 12 trials nodig om tot hun maximale niveau te komen; een sequentie van 5 of 6 stimuli (Dovis e.a., 2012). Kortetermijngeheugen- en werkgeheugenprestaties van alle drie de groepen (ADHD-C, ADHD-A en controle) werden daarom in beide bekrachtigingscondities gemeten aan de hand van de gemiddelde sequentielengte van de laatste 18 trials van de twee schaakbordtaken. Allereerst werd er een Chi-kwadraat toets uitgevoerd voor de categorische variabele geslacht om te controleren voor een verschil in verdeling van jongens en meisjes over de drie verschillende groepen. Vervolgens werd er een multivariate variantieanalyse (MANOVA) uitgevoerd om te controleren voor groepsverschillen op leeftijd in jaren, IQ en wekelijks te besteden geld. Om te onderzoeken wat de kortetermijngeheugen- en werkgeheugenprestaties zijn van kinderen met ADHD-C, kinderen met ADHD-A en zich typisch ontwikkelende kinderen en wat de invloed van motivatie op deze geheugenprestaties is, werd er een 3 (groep) x 2 (geheugentaak) x 2 (bekrachtigingsconditie) herhaalde metingen analyse (Repeated Measures ANOVA) uitgevoerd met groep (ADHD-C, ADHD-A en controle) als tussengroepsfactor (between-subjects factor) en geheugentaak (werkgeheugen schaakbordtaak en kortetermijngeheugen schaakbordtaak) en bekrachtigingsconditie (Feedback-Only en Tien Euro) als binnengroepsfactoren (within-subjects factor). Ten slotte werden er gepaarde t-toetsen uitgevoerd om te kijken naar de verschillen in kortetermijngeheugen- en werkgeheugenprestaties tijdens de Feedback-Only en Tien Euro conditie binnen de drie groepen. Voor de gepaarde t-toetsen werden de central executive prestaties berekend door voor iedere deelnemer de gemiddelde werkgeheugenprestaties van de gemiddelde kortetermijngeheugenprestaties af te trekken. 2 In het geval van alle analyses werden Partial Eta Squared effectgroottes (ηp 2 ) gerapporteerd, waarbij geldt dat ηp 2 =.01 wordt beschouwd als een klein effect, ηp 2 = 0.06 als een gemiddeld effect en ηp 2 = 0.14 als groot effect (Kittler, Menard, & Phillips, 2007). 2 De operationalisatie van de central executive prestaties die in het huidige onderzoek werd berekend door het verschil tussen werkgeheugen- en kortetermijngeheugenprestaties te berekenen, is gebaseerd op de theorie van Engle, Tuholski, Laughlin, & Conway (1999). Volgens Engle e.a. (1999) bestaat het werkgeheugen uit de capaciteit van het kortetermijngeheugen- en central executive: Working memory capacity = short-term memory capacity + central executive + the error of measurement (p.313). Deze theorie komt overeen met andere invloedrijke werkgeheugenmodellen, zoals die van Baddeley (2003). 19

Welke elementen van het werkgeheugen zijn beperkt bij kinderen met ADHD? Verschillen tussen ADHD met- en zonder hyperactiviteit/impulsiviteit

Welke elementen van het werkgeheugen zijn beperkt bij kinderen met ADHD? Verschillen tussen ADHD met- en zonder hyperactiviteit/impulsiviteit UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Welke elementen van het werkgeheugen zijn beperkt bij kinderen met ADHD? Verschillen tussen ADHD met- en zonder hyperactiviteit/impulsiviteit

Nadere informatie

What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive

What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive Drs. Sebastiaan Dovis Promovendus Klinische Ontwikkelingspsychologie Theorieën

Nadere informatie

Wat is de Invloed van Motivatie op het Werkgeheugen bij Kinderen met Attention- Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD)? Astrid Nauta, BSc.

Wat is de Invloed van Motivatie op het Werkgeheugen bij Kinderen met Attention- Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD)? Astrid Nauta, BSc. Wat is de Invloed van Motivatie op het Werkgeheugen bij Kinderen met Attention- Deficit/Hyperactivity Disorder (ADHD)? Astrid Nauta, BSc. Datum: 28-03-2013 Collegekaartnummer: 5805783 Afstudeerrichting:

Nadere informatie

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Sylvie Verté INLEIDING Reeds geruime tijd worden pogingen ondernomen om te bepalen welke aspecten van diverse ontwikkelings-

Nadere informatie

Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S.

Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S. Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S. Dovis Cognitive Control and Motivation in Children with

Nadere informatie

ADHD, Bekrachtiging en Werkgeheugenprestatie:

ADHD, Bekrachtiging en Werkgeheugenprestatie: UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Masterthese Master Klinische Psychologie ADHD, Bekrachtiging en Werkgeheugenprestatie: De invloed van bekrachtiging op de

Nadere informatie

Braingame Brian; een executieve functie training voor kinderen met ADHD. Effect op inhibitie en cognitieve flexibiliteit & ADHD symptomen

Braingame Brian; een executieve functie training voor kinderen met ADHD. Effect op inhibitie en cognitieve flexibiliteit & ADHD symptomen Braingame Brian; een executieve functie training voor kinderen met ADHD Effect op inhibitie en cognitieve flexibiliteit & ADHD symptomen Roza van der Heide Studentnummer: 5829011 Afdeling ontwikkelingspsychologie

Nadere informatie

ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie

ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie De invloed van bekrachtiging op de prestatie over tijd op een werkgeheugentaak van kinderen met en kinderen zonder ADHD Anne Meyer 5699150 Masterthese Klinische

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD. Eline Vermeulen

Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD. Eline Vermeulen Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD Eline Vermeulen Masterthese Klinische (Ontwikkelings)Psychologie Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Begeleiding:

Nadere informatie

Motivatie tekorten bij kinderen met ADHD; de constructvaliditeit van de motivatie index van de Chessboardtask

Motivatie tekorten bij kinderen met ADHD; de constructvaliditeit van de motivatie index van de Chessboardtask Motivatie tekorten bij kinderen met ADHD; de constructvaliditeit van de motivatie index van de Chessboardtask Masterthese Klinische Neuropsychologie Student: Sanne Francken, BSc. Datum: 07-12-2016 Studentnummer:

Nadere informatie

Executieve Functies en Werkgeheugen. Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog

Executieve Functies en Werkgeheugen. Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog Executieve Functies en Werkgeheugen Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog U krijgt antwoord op: 1. Wat is het werkgeheugen? 2. Hoe belangrijk is het werkgeheugen? 3. En wat als het werkgeheugen faalt?

Nadere informatie

De Invloed van een Executieve Functietraining op Probleemgedragingen bij Kinderen met ADHD

De Invloed van een Executieve Functietraining op Probleemgedragingen bij Kinderen met ADHD Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Afdeling Psychologie De Invloed van een Executieve Functietraining op Probleemgedragingen bij Kinderen met ADHD door Marloes van der Arend Masterthese:

Nadere informatie

In het geval van Carl ziet u op pagina 4 bij de factoranalyses direct: *Laag bij P-IQ Motivatie niveau *Hoog bij P-IQ Non-verbaal redeneren

In het geval van Carl ziet u op pagina 4 bij de factoranalyses direct: *Laag bij P-IQ Motivatie niveau *Hoog bij P-IQ Non-verbaal redeneren Voorbeeld WAIS-III Analyse-rapport Fijn dat u de tijd neemt om echt inhoudelijk kennis te maken met het resultaat van een analyse uit ons kennissysteem. Een kennissysteem dat ik in de afgelopen 25 jaar

Nadere informatie

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1

IST Standaard. Intelligentie Structuur Test. meneer 1 IST Standaard Intelligentie Structuur Test ID 4589-1031 Datum 25.03.2015 IST Inleiding 2 / 12 INLEIDING De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor jongeren

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen:

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Kritische bespreking en klinische implicaties Lien Van Eylen VCKJPP 22 september 2011 Overzicht Neuropsychologische taken o Betrouwbaarheid

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

WPPSI-III-nl analyse Versie: 1.0.0

WPPSI-III-nl analyse Versie: 1.0.0 Persoonsgegevens Naam Geslacht Man Nationaliteit Nederlandse Voorkeurshand Rechtshandig School/Instituut Basisonderwijs Groep/Leerjaar 2 Onderzoeker Paul Vraagstelling (1) ADHD jjjj mm dd Onderzoeks datum

Nadere informatie

Problemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht

Problemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht 1 Problemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht Marina Schoemaker, Merel Timmer, Marleen van der Wees, Heleen Reinders Messelink, Chiel Volman, Jolien van den Houten Wat

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Links between executive functions and early literacy and numeracy.

Links between executive functions and early literacy and numeracy. Samenvatting (Summary in Dutch) Jonge kinderen verschillen niet alleen in kennis, maar ook in de manier waarop ze leren. Sommige kinderen zijn bijvoorbeeld goed in staat afleiders zoals rumoer in de klas

Nadere informatie

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl

BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C. klok. www. bio. .nl BIOKLOK DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE LES MODULE C www. bio klok.nl EN DE BIOLOGISCHE KLOK IN DE PRAKTIJK Ready Set Go! galmt het door de stadions tijdens sportwedstrijden, zoals de Olympische Spelen. Olympische

Nadere informatie

ADHD. Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli

ADHD. Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli 00 ADHD Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli U bent met uw kind verwezen naar de ADHD poli. De ADHD poli is een samenwerkingsverband tussen

Nadere informatie

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG ADHD en ASS Bij normaal begaafde volwassen Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten

Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten Samenvatting presentatie congres EF bij adolescenten Utrecht, 19 juni 2012 Dr. Mariëtte Huizinga Universiteit van Amsterdam Executieve functies Weerstand

Nadere informatie

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond

Werkgeheugen bij kinderen met SLI. Indeling presentatie. 1. Inleiding. Brigitte Vugs, 19 maart 2009. 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond Werkgeheugen bij kinderen met SLI Brigitte Vugs, 19 maart 2009 Indeling presentatie 1. Inleiding 2. Theoretische achtergrond SLI, Geheugen, Werkgeheugen 3. Ontwikkeling werkgeheugen 4. Relatie werkgeheugen

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

AD(H)D bespreken. BEN/LO/ADHD/14/0003a April 2014

AD(H)D bespreken. BEN/LO/ADHD/14/0003a April 2014 AD(H)D bespreken N.B.: de inhoud van dit programma is slechts van adviserende aard en dient niet als vervanging voor professioneel en/of medisch advies. Als u verdere consultatie wenst, of wanneer u zich

Nadere informatie

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD

AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD AANDACHT VOOR EMOTIEREGULATIE BIJ KINDEREN EN JONGEREN MET ADHD Prof. dr. Roeljan Wiersema Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Onderzoeksgroep Ontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R

Bij herhaalde metingen ANOVA komt het effect van het experiment naar voren bij de variantie binnen participanten. Bij de gewone ANOVA is dit de SS R 14. Herhaalde metingen Introductie Bij herhaalde metingen worden er bij verschillende condities in een experiment dezelfde proefpersonen gebruikt of waarbij dezelfde proefpersonen op verschillende momenten

Nadere informatie

Het Effect van een Planningstraining op de Planningsvaardigheden en ADHD Symptomen van Adolescenten met ADHD

Het Effect van een Planningstraining op de Planningsvaardigheden en ADHD Symptomen van Adolescenten met ADHD Het Effect van een Planningstraining op de Planningsvaardigheden en ADHD Symptomen van Adolescenten met ADHD Nynke Grupstra Abstract Adolescenten met ADHD hebben problemen in het executief functioneren,

Nadere informatie

HTS Report IST-A. Intelligentie Structuur Test Assessmentversie. John Doe ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report IST-A. Intelligentie Structuur Test Assessmentversie. John Doe ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam IST-A Intelligentie Structuur Test Assessmentversie HTS Report ID 256-1 Datum 25.02.2015 Standaard IST-A Inleiding 2 / 12 INLEIDING De IST-A is de verkorte versie van de Intelligentie Structuur Test (IST);

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

03/07/15' ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Programma. Begripsbepaling: Agressie. Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD

03/07/15' ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Programma. Begripsbepaling: Agressie. Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD ADHD, ODD, CD? Wat moet ik weten en wat kan ik ermee? Woensdag 29 oktober P. Deschamps Begripsbepaling: ODD, CD en ADHD Begripsbepaling: Agressie Disruptive Behavior Disorders (DBD), Disruptieve Gedragsstoornissen

Nadere informatie

Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD. Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie

Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD. Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie Inhoud v Theoretische verklaringen ADHD v Plannen en organiseren bij ADHD v In het dagelijkse leven?

Nadere informatie

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM, FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN,

UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM, FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN, UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM, FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN, PROGRAMMAGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE Executief disfunctioneren bij kinderen met ADHD Een onderzoek naar de effectiviteit

Nadere informatie

Executieve Functies & Agressieve Gedragsproblemen Wat, bij Wie en Waarom?

Executieve Functies & Agressieve Gedragsproblemen Wat, bij Wie en Waarom? Executieve Functies & Agressieve Gedragsproblemen Wat, bij Wie en Waarom? Prof.dr. Bram Orobio de Castro Ontwikkelingspsychologie, Universiteit Utrecht Wie? - overzicht - Agressie & Disruptieve Gedragsstoornissen

Nadere informatie

De nieuwe wereld, de nieuwe WISC

De nieuwe wereld, de nieuwe WISC De nieuwe wereld, de nieuwe WISC De WISC-V is compleet herzien, vernieuwd en aangepast aan de wereld waarin wij nu leven. De WISC-V is de allernieuwste versie van s werelds meest gebruikte intelligentietest

Nadere informatie

EF en gedragsproblemen. Walter Matthys

EF en gedragsproblemen. Walter Matthys EF en gedragsproblemen Walter Matthys Verminderde EF bij gedragsproblemen afhankelijk van ADHD (symptomen)? Meta-analyse bij jonge kinderen met externaliserend gedrag (Schoemaker, Mulder, Dekovic & Matthys,

Nadere informatie

Het Effect van de Training Zelf Plannen bij Adolescenten met ADHD. Masterthese Eindversie Anna Kuiper

Het Effect van de Training Zelf Plannen bij Adolescenten met ADHD. Masterthese Eindversie Anna Kuiper Het Effect van de Training Zelf Plannen bij Adolescenten met ADHD Masterthese Eindversie Anna Kuiper Studentnummer: 0579408 Programmagroep: Klinische Ontwikkelingspsychologie Afstudeerrichting: Gezondheidszorgpsychologie

Nadere informatie

Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers

Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers Samenvatting presentatie Expertisebijeenkomst Executieve Functies Koers-VO; Capelle a/d IJssel; 3 december 2012

Nadere informatie

ACT Algemene Intelligentie

ACT Algemene Intelligentie Rapport Datum ACT Algemene Intelligentie Voor u ligt het rapport van de ACT Algemene Intelligentie. Door middel van subtests zijn uw cognitieve capaciteiten gemeten. Allereerst wordt uw totaalscore weergegeven.

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

De Effectiviteit van de Zelf Plannen Training bij Adolescenten met ADHD

De Effectiviteit van de Zelf Plannen Training bij Adolescenten met ADHD Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Afdeling Psychologie De Effectiviteit van de Zelf Plannen Training bij Adolescenten met ADHD Masterthese Renate Brouwer Studentnummer:

Nadere informatie

3/4/13. Executieve functies GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS

3/4/13. Executieve functies GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS SAMENVATTING PRESENTATIE SCHOOLPSYCHOLGENCONGRES; AMSTERDAM; 15 MAART 2013 Dr. Mariëtte Huizinga Vrije Universiteit

Nadere informatie

The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen

The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen The Only Way is Up - Risk Factors, Protective Factors and Compensation in Dyslexia. S. van Viersen SAMENVATTING (SUMMARY IN DUTCH) Dyslexie is een specifieke leerstoornis waarbij sprake is van ernstige

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY

NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING DUTCH SUMMARY Introductie De ziekte van Parkinson werd als eerste beschreven door James Parkinson in 1817. Inmiddels is er veel onderzoek gedaan naar de ziekte van Parkinson, maar

Nadere informatie

Planning van Adolescenten met ADHD: Sekseverschillen en het Effect van een Planningstraining

Planning van Adolescenten met ADHD: Sekseverschillen en het Effect van een Planningstraining Planning van Adolescenten met ADHD: Sekseverschillen en het Effect van een Planningstraining M. A. Stoop Universiteit van Amsterdam Abstract- In deze studie werd het effect van een planningstraining onderzocht.

Nadere informatie

Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld)

Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld) Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld) Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis Boodschap 1. Bij mensen met verschillende diagnoses zien we meer EF problemen

Nadere informatie

Intelligentieonderzoek bij Edu & ik

Intelligentieonderzoek bij Edu & ik Intelligentieonderzoek bij Edu & ik RAKIT-2 De Revisie Amsterdamse Kinder Intelligentie Test tweede versie (RAKIT-2) is een intelligentie test voor kinderen tussen vier en twaalf jaar oud. De RAKIT-2 bestaat

Nadere informatie

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Behandelmogelijkheden bij kinderen met ADHD in de basisschoolleeftijd

Nadere informatie

Wat stuitert daar door je klas?

Wat stuitert daar door je klas? Wat stuitert daar door je klas? Anton Horeweg leerkracht, gedragsspecialist (M SEN) Auteur diverse onderwijsboeken Twitter: @meesgroep8 meesgroep8@hotmail.com We bekijken Probleem gedrag als gevolg van:

Nadere informatie

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD.

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD. PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD. Informatiebrief voor ouders Beste ouder(s)/verzorger(s),

Nadere informatie

Executieve functies in je klas Een praktische workshop

Executieve functies in je klas Een praktische workshop Executieve functies in je klas Een praktische workshop Anton Horeweg Leerkracht, gedragsspecialist (M SEN) Auteur Gedragsproblemen in de klas in het basisonderwijs Gedragsproblemen in de klas in het voortgezet

Nadere informatie

Werkgeheugen - Onderzoek - Praktijk

Werkgeheugen - Onderzoek - Praktijk Het trainen van het werkgeheugen bij ontwikkelingsstoornissen: waarom zou je? Drs. B.J.L.Gerrits, psycholoog-psychotherapeut Presentatie Werkgeheugen wetenswaardigheden Onderzoek naar werkgeheugentrainingen

Nadere informatie

AANDACHT (VOOR) WETENSCHAP EN PRAKTIJK

AANDACHT (VOOR) WETENSCHAP EN PRAKTIJK AANDACHT (VOOR) WETENSCHAP EN PRAKTIJK NEUROPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK VAN AANDACHTSPROBLEMEN drs. Marleen van der Wees, KNP Libra revalidatie & Audiologie dr. Marsh Königs Emma Kinderziekenhuis, AMC INHOUD

Nadere informatie

HTS Report IST. Intelligentie Structuur Test. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam

HTS Report IST. Intelligentie Structuur Test. Jeroen de Vries ID Datum Standaard. Hogrefe Uitgevers BV, Amsterdam IST Intelligentie Structuur Test HTS Report ID 5105-7035 Datum 20.07.2017 Standaard INLEIDING IST 2/20 Inleiding De Intelligentie Structuur Test (IST) is een veelzijdig inzetbare intelligentietest voor

Nadere informatie

Dit geeft aan dat Kevin duidelijk meer problemen heeft met het verwerken en onthouden van auditieve informatie.

Dit geeft aan dat Kevin duidelijk meer problemen heeft met het verwerken en onthouden van auditieve informatie. Voorbeeld Analyse-rapport Hartelijk dank voor het downloaden van ons voorbeeld Analyse-rapport. Fijn dat u de tijd neemt om echt inhoudelijk kennis te maken met het resultaat van een analyse uit ons kennissysteem.

Nadere informatie

Werkgeheugen in de praktijk: Ontwikkeling en stoornissen

Werkgeheugen in de praktijk: Ontwikkeling en stoornissen Werkgeheugen in de praktijk: Ontwikkeling en stoornissen Drs. Berrie Gerrits Ik ga op reis en ik neem mee Centraal executieve systeem Fonologische lus Episodische buffer Visueel- Ruimtelijk kladblok Model

Nadere informatie

EXECUTIEVE FUNCTIES. Congres DONDERDAG 5 JUNI 2014 JAARBEURS UTRECHT

EXECUTIEVE FUNCTIES. Congres DONDERDAG 5 JUNI 2014 JAARBEURS UTRECHT EXECUTIEVE FUNCTIES Kinderen en adolescenten met problemen met inhibitie, cognitieve controle, emotieregulatie, werkgeheugen, motivatie en zelfregulatie thuis en op school Congres DONDERDAG 5 JUNI 2014

Nadere informatie

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1 Moet voldoen aan de criteria A, B, C en D A. Aanhoudende tekorten in sociale communicatie en sociale interactie in meerdere

Nadere informatie

18-4-2013. Werkgeheugen en executieve functies. Opzet presentatie. 1. Executieve functies. 1. Executieve functies. 1. Werkgeheugen. 1.

18-4-2013. Werkgeheugen en executieve functies. Opzet presentatie. 1. Executieve functies. 1. Executieve functies. 1. Werkgeheugen. 1. Opzet presentatie Werkgeheugen en executieve functies Wat moeten we ermee in de klinische praktijk? 1. Werkgeheugen en executieve functies werkgeheugen en executieve functies 12 april 2013 Brigitte Vugs

Nadere informatie

AD(H)D bij Volwassenen

AD(H)D bij Volwassenen AD(H)D bij Volwassenen https://youtu.be/fgssoj-tbsa JASPER'S REAL LIFE DSM IV-TR naar DSM 5 1950 DSM I Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders 2013 DSM 5 X DSM IV-TR naar DSM 5 Belangrijke

Nadere informatie

Detector Ability Achtergronden bij het instrument

Detector Ability Achtergronden bij het instrument Detector Ability Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl

Nadere informatie

BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF-P. Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum BRIEF-P Vragenlijst executieve functies voor 2- tot 5-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader BRIEF-P Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF-P is een

Nadere informatie

De Invloed van Beloning op de Interferentie Controle van Adolescenten met ADHD

De Invloed van Beloning op de Interferentie Controle van Adolescenten met ADHD De Invloed van Beloning op de Interferentie Controle van Adolescenten met ADHD Masterthese Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Programmagroep Klinische Ontwikkelingspsychologie Jeske Andreoli

Nadere informatie

Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI. Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut.

Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI. Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Cogmed Werkgeheugen Training & Transfer & ROI Cogmed is opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut. Introductie en inhoud Onderliggende research Voorwaarden

Nadere informatie

Training van het Executief Functioneren van Kinderen met ADHD

Training van het Executief Functioneren van Kinderen met ADHD UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Training van het Executief Functioneren van Kinderen met ADHD Invloed op de kwaliteit van leven. Tim van den Broek 5660955 ABSTRACT Doel: De huidige studie onderzocht het effect

Nadere informatie

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst

recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst

Nadere informatie

WORM WORking Memory training een onderzoek naar de effecten van Werkgeheugentraining bij kinderen met ADHD 19 januari 2009 Martine van Dongen¹², Marieke Lansbergen¹, Sascha Roos², Kina Potze², Nadine Schalk²,

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Comorbiditeitsprofielen van Adolescenten met ADHD en ADD

Comorbiditeitsprofielen van Adolescenten met ADHD en ADD Universiteit van Amsterdam Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Comorbiditeitsprofielen van Adolescenten met ADHD en ADD en het Effect van de Training Zelf Oplossingen Bedenken M. Veerkamp

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE

BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE BEPERKING ONDERWIJSPARTICIPATIE GOOD PRACTICES De onderbouwing van de beperking van de onderwijsparticipatie blijkt uit het VO Aanmeldformulier Amsterdam 2009-2010, niet ouder dan een half jaar, plus diagnostische

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

BROCHURE ADAPTIEVE DIGITALE INTELLIGENTIETEST

BROCHURE ADAPTIEVE DIGITALE INTELLIGENTIETEST BROCHURE ADAPTIEVE DIGITALE INTELLIGENTIETEST Cotan goedgekeurd Plaatsingsadvies PO - VO Digitaal en adaptief Aangepast aan niveau Minder belastend Zelfsturend Rapportage direct beschikbaar A-VISION Laan

Nadere informatie

Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij. Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater

Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij. Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater Ieder kind is uniek, maar vooral dat van mij Kinderen en psychiatrie Dr. Pieter De Kimpe Kinder- en Jeugdpscychiater Kinderen en psychiatrie Ook binnen de geneeskunde vindt er nog heel wat stigmatisering

Nadere informatie

Academiejaar Eerste Examenperiode

Academiejaar Eerste Examenperiode Academiejaar 2007-2008 Eerste Examenperiode Effect van Beloning op het Inhibitieprobleem bij Kinderen met Aandachtstekortstoornis met Hyperactiviteit: een Toetsing van het Cognitief-energetisch Model Scriptie

Nadere informatie

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden

Meervoudige ANOVA Onderzoeksvraag Voorwaarden Er is onderzoek gedaan naar rouw na het overlijden van een huisdier (contactpersoon: Karolijne van der Houwen (Klinische Psychologie)). Mensen konden op internet een vragenlijst invullen. Daarin werd gevraagd

Nadere informatie

Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen

Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind. Prof. Dr. Stijn Vanheule Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Psychiatrisering en de terreur van het perfecte kind Psychiatriseren = Het moeilijke kind stelt de volwassene vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht

Nederlandse samenvatting. Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht Nederlandse samenvatting Verschillende vormen van het visuele korte termijn geheugen en de interactie met aandacht 222 Elke keer dat je naar iets of iemand op zoek bent, bijvoorbeeld wanneer je op een

Nadere informatie

White paper 1 WMS-IV-NL. Algemene introductie op de Wechsler Memory Scale. 2014, Pearson Assessment & information BV

White paper 1 WMS-IV-NL. Algemene introductie op de Wechsler Memory Scale. 2014, Pearson Assessment & information BV White paper WMS-IV-NL Algemene introductie op de Wechsler Memory Scale White paper 1 www.pearsonclinical.nl www.pearsonclinical.be 2014, Pearson Assessment & information BV White paper WMS-IV-NL Algemene

Nadere informatie

Informatie voor patiënten van Ziekenhuis Rijnstate/Zevenaar. Het ADHD-team

Informatie voor patiënten van Ziekenhuis Rijnstate/Zevenaar. Het ADHD-team Informatie voor patiënten van Ziekenhuis Rijnstate/Zevenaar Het ADHD-team Uw kind heeft AD(H)D of er bestaat het vermoeden dat uw kind deze aandachtsstoornis heeft. Op het ADHD-spreekuur van de polikliniek

Nadere informatie

Onze Online Assessment experts hebben de antwoorden op de meest gestelde vragen over Online Assessment.

Onze Online Assessment experts hebben de antwoorden op de meest gestelde vragen over Online Assessment. Alles wat de HR professional wil weten over Online Assessments Wilt u een kandidaat uitnodigen om deel te nemen aan een Online Assessment? Wilt u weten hoe een Online Assessment is samengesteld of welke

Nadere informatie

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Instrument BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Met de BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst kunnen executieve functies bij een kind in kaart gebracht worden. Executieve functies zijn cognitieve

Nadere informatie

Kajak Congres Psychiatrie en LVB

Kajak Congres Psychiatrie en LVB WERKEN AAN SAMENSPEL Kajak Congres Psychiatrie en LVB Sammy Roording, Klinisch neuropsycholoog Karakter, Zorglijn LVB Ede/Apeldoorn s.roording@karakter.com Muntgebouw Utrecht, 17 mei 2018 pagina 1 INVENTARISATIE

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Bestemd voor ouders / verzorgers

Bestemd voor ouders / verzorgers Bestemd voor ouders / verzorgers Aanmeldingsformulier voor Cogmed NB. Wij vragen u deze vragenlijst zo volledig mogelijk in te vullen om zo een volledig beeld te verkrijgen van de mogelijke werkgeheugenproblemen

Nadere informatie

Capaciteiten scan. Mw A. Demo. Naam. Datum assessment

Capaciteiten scan. Mw A. Demo. Naam. Datum assessment Capaciteiten scan Naam Datum assessment Mw A. Demo 4-4 - 2014 Gegevens kandidaat Naam E-mail Mw A. Demo ademo@abc.nl Geboortedatum 23-2 - 1986 Organisatie ABC BV Datum assessment 4-4 - 2014 Doel en reikwijdte

Nadere informatie

De invloed van inner speech op task-switching bij kinderen met ADHD kenmerken.

De invloed van inner speech op task-switching bij kinderen met ADHD kenmerken. Doctoraal Werkstuk: De invloed van inner speech op task-switching bij kinderen met ADHD kenmerken. Programmagroep Psychonomie Opsteller Zeilemaker, M Van Limburg Stirumstraat 24 BIS 3581 VC Utrecht 030-2144919

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Het creëren van een gemeenschappelijke visie m.b.t. executieve functies voor het jonge kind; handvatten voor morgen!

Het creëren van een gemeenschappelijke visie m.b.t. executieve functies voor het jonge kind; handvatten voor morgen! Opbouw workshop Korte geschiedenis Wat zijn executieve functies? Waarom zijn ze belangrijk? Hoe is het gesteld met mijn EF s? Vertalen naar de praktijk Rol van de IB-er (EF en stoornissen) Doel Hoe het

Nadere informatie

Informatie over het werkgeheugen

Informatie over het werkgeheugen Informatie over het werkgeheugen Wat is het Werkgeheugen? De mogelijkheid om informatie van verschillende aard vast te houden en deze informatie te gebruiken in een denkproces waarbij nieuwe en reeds aanwezige

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

samenvatting Opzet van het onderzoek

samenvatting Opzet van het onderzoek 167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.

Nadere informatie

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder )

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder ) ADHD ( Attention deficit hyperactivity disorder ) Behandelingsstrategieën Evelien Dirks Een ontwikkelingsstoornis Problemen met de concentratieperiode Problemen met de impulsbeheersing Problemen met de

Nadere informatie