Braingame Brian; een executieve functie training voor kinderen met ADHD. Effect op inhibitie en cognitieve flexibiliteit & ADHD symptomen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Braingame Brian; een executieve functie training voor kinderen met ADHD. Effect op inhibitie en cognitieve flexibiliteit & ADHD symptomen"

Transcriptie

1 Braingame Brian; een executieve functie training voor kinderen met ADHD Effect op inhibitie en cognitieve flexibiliteit & ADHD symptomen Roza van der Heide Studentnummer: Afdeling ontwikkelingspsychologie Universiteit van Amsterdam Masterthese: Eindversie Begeleiding door: Drs. Sebastiaan Dovis

2 Inhoudsopgave Inleiding... 5 Methode Deelnemers Procedure Materialen Data analyse Resultaten Deelnemers Vergelijking groepen Discussie Referenties Bijlagen

3 Samenvatting Kinderen met Attention Deficit Hyperactivity Disorder (ADHD) lopen een verhoogd risico op disfunctioneren bij zowel schoolprestaties als in sociaal functioneren. Huidige behandelingsopties zoals medicatie en/of psychosociale interventies blijken nog niet optimaal, 30 procent van de kinderen ondervindt bijwerkingen van medicatie en daarnaast is er ook een groep kinderen waarbij medicatie helemaal geen effect heeft op de symptomen. Een nadeel van psychosociale interventies is dat het nieuwe aangeleerde gedrag lastig te generaliseren is naar andere situaties dan de klinische setting. Tevens maken de hoge intensiteit en kosten de interventie moeilijk toepasbaar in de praktijk. Complicaties in de huidige behandelingen maken het noodzakelijk verder te kijken naar andere therapievormen. Recente studies gaan er vanuit dat executieve functies ten grondslag liggen aan ADHD symptomatologie. Dit zijn belangrijke cognitieve processen die probleemoplossende vaardigheden aansturen om een toekomstig doel te bereiken. Drie executieve functies, werkgeheugen, inhibitie en in mindere mate cognitieve flexibiliteit, zijn bij kinderen met ADHD minder goed ontwikkeld. Onderzoek lijkt uit te wijzen dat de executieve functie werkgeheugen kan worden verbeterd na een training. Er is echter nog weinig onderzoek verricht naar het trainen van andere functies, zoals inhibitie en cognitieve flexibiliteit. In het huidige onderzoek werd de effectiviteit van een gecomputeriseerde executieve functietraining onderzocht op inhibitie en cognitieve flexibiliteit. Er stonden vier vragen centraal; ten eerste werd onderzocht of een executieve functietraining effect had op niet getrainde inhibitie- en cognitieve flexibiliteittaken. Ten tweede werd onderzocht of een vermindering van ADHD symptomen plaatsvond. Ten derde werd gekeken of een generalisatie naar werkgeheugentaken plaatsvond ondanks dat deze niet werd getraind. En tenslotte of de effecten na drie maanden standhielden. Om dit te kunnen onderzoeken werden vijftien kinderen tussen de acht en twaalf jaar oud, allen gediagnosticeerd met het gecombineerde subtype ADHD, door matching toegewezen aan een experimentele of niet-adaptieve conditie. Beide groepen doorliepen een 5-weekse training van 25 sessies, waar de experimentele conditie adaptieve taken moest vervullen en de andere conditie een niet-adaptieve training doorliep. Beide groepen kinderen vertoonden een significante verbetering op inhibitie- en cognitieve flexibiliteittaken direct na de training. Tevens bleek dat de ADHD symptomen op 3

4 korte en lange termijn in beide condities significant afnamen. Ook bleek er een generalisatie van het niet getrainde werkgeheugen plaats te vinden direct na de training, zoals werd gerapporteerd door ouders. Echter, tussen de experimentele en placebo conditie werden geen significante verschillen gevonden. Door het gering aantal proefpersonen kan nog niet gezegd worden of deze training van inhibitie en cognitieve flexibiliteit in de toekomst een alternatieve behandelmethode kan zijn voor kinderen met ADHD. Het onderzoek met de volledige steekproef zal moeten uitwijzen of de verbeteringen op de executieve functies daadwerkelijk bepaald worden door een placebo effect, zoals deze studie lijkt uit te wijzen, of dat de adaptieve gecomputeriseerde executieve functie training wel degelijk invloed heeft. 4

5 Inleiding Attention Deficit Hyper Activity Disorder, beter bekend als ADHD, is een veel voorkomende aandoening bij kinderen en wordt gekenmerkt door aandachtstekort, impulsiviteit en hyperactiviteit (Barkley, 2006, American Psychiatric Association, 1994). Geschat wordt dat wereldwijd gemiddeld 5 procent van de kinderen aan de diagnose voldoen (Polanczyk, de Lima, Horta, Biederman, & Rohde, 2007) en dat de stoornis vaker voorkomt bij jongens dan bij meisjes (Froehlich et al., 2007). Problemen in het gedrag ontstaan voornamelijk in de vroege jeugd, rond het zevende levensjaar. Van de kinderen met ADHD houdt 66 procent of meer symptomen in de adolescentie en de volwassenheid (Barkley, Fischer, Smallish, & Fletcher, 2006). Dit kan onder meer leiden tot hogere risico s op academische en beroepsmatige onderprestaties, inter-persoonlijke moeilijkheden, middelenafhankelijkheid en verkeersongelukken (Faraone, Biederman, & Mick, 2006). De huidige behandeling van ADHD vindt vaak plaats door psycho-educatie, gedragstherapeutische interventies en/of medicatie (MTA Cooperative group, 1999, Multidisciplinaire Richtlijn ADHD, 2005). Onderzoek heeft aangetoond dat medicatie of een combinatie met psychosociale interventies voor ouders en leerkrachten een effectieve behandeling is om de belangrijkste symptomen van ADHD te verminderen (Jensen et al., 1999, MTA cooperative group, 1999). Echter, vermindering van de klachten bij het gebruik van medicatie is tijdelijk en werkt niet genezend, na uitwerking van de medicijnen keren de klachten weer terug. Tevens ondervindt 30 procent van de kinderen bijwerkingen van medicatie zoals slapeloosheid, angsten en prikkelbaarheid. Een klein aantal gebruikers ondervindt zeldzame bijwerkingen zoals hartproblemen of psychotische reacties (Gould et al., 2009). Daarnaast is er ook een groep kinderen waarbij medicatie helemaal geen effect heeft op de symptomen (Hoagwood, Jensen, Feil, Vitiello, & Bhatara, 2000). Een nadeel van psychosociale interventies is dat het nieuwe aangeleerde gedrag lastig te generaliseren is naar andere situaties dan de klinische setting. Tevens maken de hoge intensiteit en kosten de interventie moeilijk toepasbaar in de praktijk (MTA cooperative group, 2008). De hoge prevalentie, de grote lijdensdruk bij kinderen en ouders en de bijkomende risico s van ADHD onderstrepen het belang van een effectieve behandeling. Complicaties in de huidige behandelingen maken het noodzakelijk verder te kijken naar andere therapievormen. Tekorten in executieve functies liggen ten grondslag aan het ontstaan van ADHD symptomatologie volgens recente theorieën (Barkley, 2006; Nigg, 2006). Executieve functies 5

6 zijn cognitieve processen die probleemoplossende vaardigheden aansturen om een toekomstig doel te bereiken (Willcutt, Doyle, Nigg, Faraone, & Pennington, 2005). Deze functies stellen mensen in staat emoties, gedachten en gedrag te reguleren. Executieve functies spelen een belangrijke rol in het dagelijkse leven zoals aandacht besteden in de klas, op je beurt wachten om iets te zeggen of te doen en het bijhouden van huiswerk (Prins, Dovis, Ponsioen, Ten Brink, & Van der Oord, 2010). Kinderen met ADHD vallen het meeste uit op taken die werkgeheugen, inhibitie en cognitieve flexibiliteit meten (Willcutt et al., 2005). Werkgeheugen wordt gedefinieerd als het vermogen om relevante informatie vast te houden in het geheugen tijdens een vertraging en vervolgens te reageren op basis van deze interne representatie (Klingberg et al., 2005, Nigg, 2006). Werkgeheugen is een belangrijke functie die onder andere nodig is om instructies te herinneren en om taken af te maken (Nigg, 2006). Inhibitie wordt beschreven als het onderdrukken, onderbreken of afbreken van een in werking gezette of voorbereide motorische respons in reactie op een verandering in de omstandigheden (Nigg, 2001). Kinderen met ADHD hebben moeite om het gedrag af te remmen en hierdoor bijvoorbeeld moeite met op de beurt wachten (Ten Brink, Ponsioen, Van der Oord & Prins, 2011). Cognitieve flexibiliteit stelt iemand in staat om enerzijds een inwerking zijnde respons te onderdrukken of te onderbreken en anderzijds het selecteren en activeren van een alternatieve relevantere respons (Chess, Raymond, Gardner-Morse, Stefani, & Green, 2011). Tekorten in cognitieve flexibiliteit bij kinderen met ADHD uiten zich doordat zij meer moeite hebben met het flexibel kunnen wisselen van de ene naar de andere gedragsrespons (Ten Brink et al., 2011). Het trainen van deze executieve functies zou de symptomen en gerelateerde problemen kunnen verminderen bij kinderen met ADHD. Eerdere studies hebben laten zien dat een executieve functie als het werkgeheugen te verbeteren is aan de hand van een training. Prestaties op werkgeheugen taken verbeterden na het volgen van een 5-weekse gecomputeriseerde werkgeheugen training. Tevens generaliseerde het effect naar ADHD symptomatologie, zoals werd gerapporteerd door ouders (Klingberg et al., 2005, Beck et al., 2010). Uit een studie van Holmes et al. (2010) kwam naar voren dat een werkgeheugen training een grotere verbetering op werkgeheugen taken liet zien dan een medicamenteuze behandeling bij kinderen met ADHD. Medicatie zorgde alleen voor een verbetering op taken van het visuo-spatiële werkgeheugen, terwijl een werkgeheugentraining bovenop medicatie een verbetering van zowel het visuo spatiële en verbale werkgeheugen als het korte termijn 6

7 geheugen liet zien (Holmes et al., 2010). Het trainen van het werkgeheugen zou dus een effect kunnen hebben op de symptomen van ADHD (Klingberg et al., 2005, Beck et al., 2010, Holmes et al., 2010) Naar de andere executieve functies, inhibitie en cognitieve flexibiliteit, die beperkt zijn bij kinderen met ADHD, is nog weinig onderzoek gedaan. Er zijn enkele aanwijzingen dat ook deze functies verbeteren aan de hand van een training. Eerder onderzoek suggereert dat inhibitie getraind kan worden, en dat verbetering van deze inhibitievaardigheden generaliseert naar niet-getrainde inhibitie taken (Dowsett, & Livesey, 2000). Echter, in deze studie was geen sprake van inhibitietraining, maar werd gebruik gemaakt van een discriminatieve training. Die training verschilt van een inhibitie training doordat kinderen geen stopsignaal kregen waarbij een in werking gezette respons onderdrukt moest worden. Kinderen moesten onderscheid maken tussen twee stimuli (rood en blauw licht) en in reactie daarop reageren of niet reageren. Uit de studie van Thorell, Lindqvist, Bergman, Bohlin en Klingberg (2009) kwam naar voren dat kleuters een verbetering op niet-getrainde werkgeheugentaken lieten zien na een werkgeheugentraining van 5 weken. Op niet-getrainde inhibitietaken werd geen effect gevonden na het volgen van een inhibitietraining (Thorell et al., 2009). In de studie werden kinderen zonder ADHD dagelijks 15 minuten getraind op werkgeheugen of inhibitie. De studie werd niet op een mogelijk placebo effect gecontroleerd. Een placebo effect kan optreden als er verbeteringen plaatsvinden doordat patiënten het idee hebben dat zij behandeld worden zonder dat er een behandeling wordt ondergaan (Mook, 2001). In de literatuur ontbreken studies gericht op inhibitietraining bij kinderen met ADHD. Cognitieve flexibiliteit is een derde functie die slechter functioneert bij kinderen met ADHD. Uit een studie van White en Shah (2006) kwam naar voren dat taken die cognitieve flexibiliteit meten verbeterden na het volgen van een cognitieve flexibiliteittraining bij volwassenen met ADHD (White & Shah., 2006). Uit een studie van Tamm et al. (2010) kwam naar voren dat kinderen met ADHD een verbetering lieten zien op taken die cognitieve flexibiliteit vereisen. Tevens generaliseerden de effecten naar vermindering van ADHD symptomen, zoals gerapporteerd door ouders en clinici. In deze studie werd geen gebruik gemaakt van een cognitieve flexibiliteittraining maar een aandachtstraining. Een beperking van de studie is het ontbreken van een controle conditie (Tamm et al., 2010). Uit een studie van Karbach en Kray (2009) kwam naar voren dat kinderen een verbetering lieten zien op niet-getrainde cognitieve flexibiliteittaken na het volgen van een cognitieve 7

8 flexibiliteittraining. Deze studie was niet adaptief, tevens hadden de proefpersonen geen ADHD (Karbach et al., 2009). Tot op heden is er één studie van Kray, Karbach, Haenig en Freitag (2012) die de effectiviteit van een cognitieve flexibiliteit training onderzochten bij kinderen met ADHD. Kinderen verbeterden meer op niet-getrainde cognitieve flexibiliteittaken na het volgen van een cognitieve flexibiliteittraining in vergelijking met een controle conditie. In de controle conditie kregen kinderen een single task training, waarbij alleen taak A of taak B aangeboden werd zonder dat deze elkaar afwisselden, terwijl de experimentele conditie een mixed task training kreeg, waarbij kinderen moesten schakelen tussen taak A en taak B. Een beperking van de studie is dat deze niet dubbelblind is uitgevoerd. Er werd gebruik gemaakt van een task-switching paradigm, waar alle kinderen beide condities doorliepen. Tevens was de training niet adaptief, mogelijk zijn de resultaten van andere executieve functies inhibitie en cognitieve flexibiliteit groter als taken adaptief worden aangeboden (Klingberg et al., 2005). Onderzoek naar een adaptieve cognitieve flexibiliteit training voor kinderen met ADHD ontbreekt. Motivatie is een belangrijk aandachtspunt bij de doorgaans lange duur van trainingen van executieve functies die vaak zelfstandig thuis worden uitgevoerd. Het toevoegen van spelelementen kan een goede manier zijn om motivatie te vergroten. Naast de executieve functie modellen zijn er theoretische verklaringen die ervan uitgaan dat ADHD geassocieerd wordt met motivationele afwijkingen. Kinderen met ADHD hebben meer bekrachtiging nodig voor het bereiken van de optimale prestatie dan kinderen zonder ADHD diagnose. Tevens is de volgehouden aandacht over tijd sterk afhankelijk van de bekrachtiging (Zie voor een overzicht Luman, Oosterlaan, & Sergeant, 2005). Het effect van verschillende intensiteiten en vormen van bekrachtigers op werkgeheugen taken werd recent onderzocht bij 30 kinderen met ADHD en 31 kinderen zonder ADHD (Dovis, Van der Oord, Wiers, & Prins, 2011). Een werkgeheugen taak werd aangeboden met vier verschillende bekrachtigers: feedback only, 1 euro, 10 euro of een computerspel. Uit de resultaten bleek dat de prestaties van de kinderen met ADHD significant meer verbeterden naarmate de bekrachtiging sterker werd, dit effect was niet zichtbaar bij de groep kinderen zonder ADHD. De prestaties van kinderen met ADHD verbeterden het meest bij zowel de 10-euro conditie als de gameconditie (Dovis et al., 2011). Uit een studie van Prins, Dovis, Ponsioen, Ten Brink en Van der Oord (2011) kwam naar voren dat het toevoegen van spelelementen aan een werkgeheugen computertaak de motivatie van de kinderen significant verbeterde. De 51 kinderen met ADHD doorliepen een 8

9 korte training van 3 sessies werkgeheugen training met een spelelement of een reguliere werkgeheugen training zonder deze toevoeging. De kinderen in de conditie met een spelelement vertoonden een grotere verbetering op niet-getrainde werkgeheugen taken en een grotere motivatie dan de proefpersonen die de reguliere werkgeheugen training hadden doorlopen (Prins et al., 2011). In de huidige studie is gekozen voor een toevoeging van uitgebreide spelelementen, wat mogelijk de motivatie tijdens de training zal vergroten. Hoewel er bewijs is dat werkgeheugentraining een positief effect kan hebben op kinderen met ADHD, zijn er geen studies gedaan die een adaptieve training van inhibitie en cognitieve flexibiliteit onderzochten bij kinderen met ADHD. Een adaptieve training zou de trainingseffecten kunnen verbeteren (Klingberg et al., 2005). Uit het onderzoek bleek dat kinderen in de adaptieve training met 18.6 procent vooruit gingen op visuo-spatiële werkgeheugentaken in vergelijking met 3.1 procent in de niet-adaptieve training. Op taken die het verbale werkgeheugen meten lieten kinderen met ADHD in de adaptieve training een verbetering van 12.7 procent zien in vergelijking met 1.1 procent in de niet-adaptieve training (Klingberg et al., 2005). In het huidige onderzoek werd de effectiviteit van een gecomputeriseerde executieve functie training onderzocht. Hierin stonden vier vragen centraal; ten eerste werd onderzocht of een executieve functie training effect had op niet getrainde inhibitie en cognitieve flexibiliteit taken. Ten tweede werd onderzocht of er een verbetering van ADHD symptomen plaatsvond. Ten derde werd gekeken of er een generalisatie naar prestatie op werkgeheugen taken plaatsvond en tenslotte of de effecten na drie maanden standhielden. Om dit te kunnen onderzoeken werden vijftien kinderen met het gecombineerde type ADHD tussen de acht en twaalf jaar oud toegewezen aan een experimentele of niet-adaptieve conditie. Beide groepen doorliepen een 5-weekse training van 25 sessies, waar de experimentele conditie adaptieve inhibitie- en cognitieve flexibiliteittaken moest vervullen en de andere conditie een niet-adaptieve training doorliep. Gebaseerd op onderzoeken (Thorell et al, 2009) werd verwacht dat de adaptieve training een groter effect liet zien op de niet-getrainde inhibitie en cognitieve flexibiliteit taken dan de niet-adaptieve training. Daarnaast was de verwachting dat de adaptieve training grotere vermindering van ADHD symptomen zou laten zien dan de niet-adaptieve training (Tamm et al., 2010). Gebaseerd op onderzoek van Klingberg et al. (2005), werd verwacht dat deze verschillen na drie maanden nog steeds zichtbaar zouden zijn. Tenslotte werd verwacht dat de 9

10 groep die een adaptieve training heeft gekregen ook een verbetering op werkgeheugen taken liet zien waarbij deze generalisatie minder zou plaatsvinden bij de niet-adaptieve training (Kray et al., 2012). Methode Deelnemers In totaal hebben 62 kinderen met een diagnose ADHD zich aangemeld voor een deelname aan dit onderzoek. De deelnemers werden geworven via de Jeugdriagg in Haarlem en Amstelveen. Alle aangemelde kinderen moesten een selectieprocedure doorlopen. Om deel te mogen nemen aan het onderzoek moest er aan de volgende criteria worden voldaan: 1) Leeftijd van 8 tot en met 12 jaar oud, 2) Een klinische diagnose voor ADHD het gecombineerde type, gediagnosticeerd door een psycholoog of psychiater, volgens de normen van DSM-IV-TR (American Psychiatric Association, 2000), 3) Een score binnen het klinische bereik (95 e tot 100 e percentiel) op de ADHD schalen van de Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen (VvGK, zie onder), voor zowel de ouders als de leerkrachten. Deze vragenlijst is een vertaling van de Amerikaanse Disruptive Behaviors Disorders Rating Scale (DBDRS; Pelham, Jr., Gnagy, Greenslade, & Milich, 1992); Nederlandse vertaling; Oosterlaan, Scheres, Antrop, Roeyers, & Sergeant, 2000), 4) Voldoen aan de criteria van ADHD het gecombineerde type op basis van de Diagnostic Interview schedule for children for DSM-IV, ouder versie, afgenomen door een van de proefleiders (DISC-IV; Shaffer, Fisher, Lucas, Dulcan, & Schwab-Stone, 2000), 5) Afwezigheid van conduct disorder op basis van de DISC-IV (Shaffer et al., 2000), 6) Afwezigheid van een stoornis in het autisme spectrum op basis van een diagnose van een (kinder) psycholoog of psychiater, 7) Een geschatte IQ-score van boven de 80, gemeten aan de hand van de verkorte versie van de Nederlandse Wechsler Intelligence Scale for children (WISC-III; Kort et al., 2002). Twee WISC-III subtests, woordenschat en blokpatronen, worden gebruikt om de volledige IQ-score te schatten. 8) Afwezigheid van een neurologische aandoening, non-verbale leerstoornis (Nigg, 2006) of een sensorische of motorische tekortkoming, vermeld door de ouders, 10

11 9) Geen gebruik van medicatie, anders dan methylfenidaat (kinderen moeten in staat zijn om medicatie te stoppen 24 uur voor elke testafspraak, Greenhill, 1998). 10) Geen andere vorm van behandeling voor ouder en/of kind tijdens de duur van het onderzoek. 11) Proefpersonen werden geëxcludeerd wanneer behandeling met medicatie zo effectief bleek dat er weinig ruimte voor klinische verbetering zou zijn. Dit werd gedaan door twee scores op vragenlijsten (VvGK), een gebaseerd op het gedrag met medicatie en een zonder medicatie, met elkaar te vergelijken. Er werd gekeken naar de schalen aandacht en hyperactiviteit, als kinderen meer dan 10 punten verschilden, waarbij de klachten 10 punten lager zouden zijn met gebruik van medicatie, werden de kinderen geëxcludeerd. Vanwege het aantal beschikbare computers (21) konden niet alle kinderen die aan de inclusiecriteria voldeden (5) deelnemen aan het onderzoek. Deze kinderen werden op de wachtlijst geplaatst voor het volgende cohort. Twaalf van de 22 proefpersonen slikten medicatie, alle proefpersonen (22) werden gevraagd de medicatiedosis stabiel te houden gedurende de training en de follow-up metingen. Dit onderzoek is een onderdeel van een grotere studie waarin drie varianten van de Executieve Functietraining werden onderzocht. Allereerst een variant die zowel werkgeheugen, inhibitie als cognitieve flexibiliteit trainde, ten tweede een variant die zich richtte op het trainen van inhibitie en cognitieve flexibiliteit en als laatste een placebo groep waarbij geen van de cognitieve functies werd getraind. Wij onderzochten de twee laatste varianten. De resultaten van acht kinderen in de experimentele conditie en zeven kinderen in de placebo conditie zullen worden onderzocht. Dubbelblind Dit onderzoek is dubbelblind uitgevoerd, zowel de ouders, de wekelijkse trainingsbegeleider, als de proefleiders wisten niet in welke conditie de kinderen zaten. Alle contactmomenten, die van invloed hierop zijn (uitleg training, wekelijks contact tijdens training en de nametingen) zijn door de vier verschillende proefleiders gedaan. Procedure Dit onderzoek bestond uit vijf onderdelen; een screeningsessie, een voormeting, een trainingsperiode, een nameting direct na de training en als laatste onderdeel een nameting drie maanden na de training. 11

12 Het eerste gedeelte bestond uit de screening van de proefpersonen. Allereerst werden ouders van kinderen met AD(H)D namens de Jeugdriagg Noord-Holland en de onderzoekers aangeschreven. Als de ouders van de kinderen wilden deelnemen konden zij zich telefonisch of per aanmelden. Vervolgens vond er telefonisch een intakegesprek plaats waarbij ouders een introductie over het onderzoek kregen en werd er informatie achterhaald met betrekking tot de inclusiecriteria en demografische gegevens. Als zij voldeden aan de inclusie criteria vond er een online screening plaats waarbij de ouders en de leraren gevraagd werden een vragenlijst over het gedrag van het kind (VvGK) in te vullen. Als deze waren ingevuld en het kind voldeed aan de criteria van een ADHD gecombineerd type werden het kind en de ouders uitgenodigd voor de intake sessie. De intake sessie vond plaats in de instelling, waar zowel ouder als het kind een korte introductie kregen en werd er een intakevragenlijst afgenomen. Hier waren twee van de vier proefleiders bij aanwezig. Hier werd onder andere gevraagd of het kind die dag medicatie had ingenomen, als dit het geval was kon de afspraak niet vervolgd worden en werd er een nieuwe afspraak gemaakt. Hierna gingen proefleider en kind naar een andere kamer waar de verkorte WISC-III werd afgenomen. De ouders bleven in de kamer met de andere proefleider waar de DISC-IV werd afgenomen. Tijdens de afspraak kregen de ouders een informed consent waarop zij schriftelijk toestemming gaven om mee te doen aan het onderzoek, tevens werd hier vermeld dat dit onderzoek goedgekeurd is door de ethische commissie. Op basis van de verkregen data uit de screening werd een selectie gemaakt van kinderen die aan de gestelde onderzoekscriteria voldeden (zie inclusie criteria). Ouders werden hier telefonisch over ingelicht. De tweede afspraak vond opnieuw op de Jeugdriagg plaats; allereerst kregen de ouders en het kind een korte introductie over het verloop van de afspraak en werd er opnieuw naar het gebruik van medicatie van die dag gevraagd. Hierna ging de ouder naar de wachtkamer waar deze vijf vragenlijsten invulde. Het kind en de proefleider bleven in de kamer en voltooide in totaal zeven taken (zie paragraaf Materialen). Vervolgens werd er een afspraak gemaakt waarbij de computers opgehaald werden. Bij deze afspraak werd de training uitgelegd en werd een gedeelte van de eerste sessie samen geoefend. Hier leerden de kinderen hoe het hoofdkarakter van het spel zich kon voortbewegen en werden de executieve functietaken uitgelegd en geoefend. Daarnaast werd er een planning gemaakt wanneer en op welk tijdstip het kind de training zou uitvoeren voor de daaropvolgende 5 à 6 weken. Ouders werden ook gevraagd een contract te ondertekenen met betrekking tot aansprakelijkheid van 12

13 de computer. Na deze afspraak werd de training gestart. De kinderen moesten in totaal 25 sessies thuis voltooien die elk uit ongeveer 45 minuten bestond. In de tussentijd werd er wekelijks contact opgenomen door een van de onderzoeksassistenten om het verloop van de training te evalueren. Direct na de training vond er een nameting plaats, waarbij de ouders en het kind een korte introductie kregen over het verloop van de sessie en er enkele vragen werden gesteld, zoals het gebruik van medicatie. Daarna vond er dezelfde procedure plaats als bij de voormeting en doorliepen de kinderen zeven taken. Ook de ouders kregen dezelfde vragenlijsten als bij de voormeting, hierbij zijn nog enkele vragen toegevoegd wat betreft de training. Deze vragen hadden betrekking op hoe ouders de training hadden ervaren, welke training ouders verwachtten dat hun kinderen hadden doorlopen en of er verbetering werd gerapporteerd naar aanleiding van de training. Drie maanden na de training vond er een laatste follow-up meting plaats waarbij de kinderen en de ouders dezelfde procedure als bij de eerste nameting doorliepen. De kinderen dienden bij beide nametingen medicatie vrij te zijn. Figuur 1 Flowchart van de procedure Materialen Interventie; Braingame Brian In de grootschalige studie zijn er drie varianten van de executieve functietraining onderzocht. Een waarin werkgeheugen, inhibitie en cognitieve flexibiliteit werden getraind, een tweede variant waarin alleen inhibitie en cognitieve flexibiliteit werden getraind en een laatste variant waarin geen van de executieve functies werden getraind. In dit onderzoek zal er niet gekeken worden naar de variant waarin werkgeheugen werd getraind. Er zal alleen gekeken worden 13

14 naar de resultaten van de inhibitie en cognitieve flexibiliteittraining en de niet-adaptieve training. Braingame Brian (ontwikkeld door de Task Force ADHD & Computer; zie Prins, Ten Brink, Dovis, Ponsioen, Geurts, de Groot, de Vries & van der Oord, 2010) is een executieve functietraining ontwikkeld voor kinderen met ADHD. De training is gericht op de drie executieve functies die voornamelijk beperkt zijn bij kinderen met ADHD: werkgeheugen, inhibitie en cognitieve flexibiliteit. In de huidige studie zijn de werkgeheugentaken buiten beschouwing gelaten en is alleen gekeken naar de inhibitie en cognitieve flexibiliteit taken. Deze taken zijn verwerkt in het computerspel, waarbij kinderen zich konden identificeren met het hoofdkarakter Brian (zie figuur 1). Brian is een creatief jongetje die anderen graag helpt door uitvindingen te doen voor mensen die in de problemen zitten. De spelwereld begint bij het huis van Brian en breidt zich gedurende de training verder uit. De uitvindingen kunnen gerealiseerd worden door verschillende taken uit te voeren, deze taken traint de executieve functies. Alle trainingen (1. Adaptieve Inhibitie en Cognitieve Flexibiliteittraining, 2. Adaptieve Inhibitie, Cognitieve Flexibiliteit en Werkgeheugentraining 3. Niet adaptieve training) duren vijf tot zes weken waarbij kinderen thuis vier tot vijf dagen per week zelfstandig de training uitvoeren totdat alle sessies zijn voltooid. Naast de toevoeging van het spelelement worden de kinderen extra gemotiveerd met behulp van een beloningssysteem. Nadat iedere sessie is voltooid krijgen de kinderen een envelop met stickers van figuren uit het spel. Na iedere vijfde sessie krijgen de kinderen een extra beloning zoals een vaantje of een medaille. Figuur 2 Brian in de introductiesessie bij zijn huis en in een verdere sessie op een gemotoriseerde eenwieler 14

15 Trainingstaken Inhibitie en cognitieve flexibiliteit training. De eerste conditie bestond uit taken die inhibitie en cognitieve flexibiliteit beoogden te trainen, deze taken zijn adaptief. De taken hadden verschillende moeilijkheidsniveaus gedurende de training, waardoor het voor ieder kind mogelijk was om op eigen niveau vooruitgang te boeken. Deze adaptieve taken werden aangepast, waarbij het niveau gedurende de training afhankelijk van de prestaties van ieder blok, omhoog en omlaag kon gaan. Cognitieve flexibiliteit werd getraind door middel van een computertaak, waarbij het kind een reactie moest onderdrukken en tegelijkertijd een meer geschikte reactie moest activeren. Deze taak is gebaseerd op de switchtaak (King et al., 2007). Eerst moesten kinderen twee taaksets apart oefenen en vervolgens deze taaksets door elkaar uitvoeren. De reactietijd die het kost en het aantal fouten die worden gemaakt om te schakelen tussen twee verschillende taaksets wordt gebruikt als uitkomstmaat. Gedurende de training kreeg het kind feedback op deze reactietijd, en nam de moeilijkheidsgraad toe. De tweede functie, inhibitie, werd getraind middels een taak die gebaseerd is op de stop signal task (Logan, 1994). De stop signal reaction time (SSRT), genereert een objectieve meting van de inhibitie respons, en is de tijd die men nodig heeft om een reactie te onderdrukken nadat er een stopsignaal wordt aangeboden. De taak is gericht op verbetering van de SSRT waarbij het kind in 75% van de gevallen op een stimulus moet reageren. In de overige 25% verschijnt er direct nadat er een stimulus is getoond een stopsignaal, waarbij het kind de al in werking getreden reactie moest afremmen. Het tijdsinterval tussen de aangeboden stimulus en het stopsignaal nam tijdens de training geleidelijk af als het kind vorderde in de training, deze tijd meet de mogelijkheid tot inhiberen. De effectieve trainingstijd per executieve functie is 4,5 uur. Niet-adaptieve training De tweede conditie bestond uit niet-adaptieve taken, hierin werden inhibitie en cognitieve flexibiliteit niet getraind. De taken werden niet aangepast aan de individuele prestaties van het kind maar bleven stabiel gedurende de gehele training. Daarnaast verscheen bij de inhibitie taak geen stopsignaal en bij de cognitieve flexibiliteit taak werd er niet gewisseld tussen de aangeboden stimuli. Een eerste studie (Ten Brink, Ponsioen, Van der Oord & Prins, 2011; zie ook Van der Oord, Ponsioen, Geurts, Ten Brink & Prins, 2011) laat zien dat de training Braingame Brian effectief is en dat kinderen vooruit gaan op executieve functies zoals gerapporteerd door ouders en leerkracht, en minder ADHD klachten rapporteren. 15

16 Computers Voor de training waren 6 laptops en 15 desktops beschikbaar (Acer Aspire s 5742G) Deze zijn allen met een speciale resolutie (1366x768) ingesteld zodat het 3D computerspel, Braingame Brian, erop gespeeld kon worden. Selectiematen Telefonische enquête De eerste belangrijke gegevens werden telefonisch verzameld, zoals biografische gegevens (naam, geboortedatum, adres & schoolgegevens), medicatiegebruik en behandelgeschiedenis. Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen (VvGK) Deze gedragsvragenlijst, een vertaling van de Amerikaanse Disruptive Behaviors Disorders Rating Scale (DBDRS; Pelham, Gnagy, Greenslade, & Milich, 1992; Pillow, Pelham, Hoza, Molina, & Stultz, 1998; Nederlandse vertaling: VvGK, Oosterlaan, Bayens, Scheres, Antrop, Roeyers, & Sergeant, 2008) wordt gebruikt om te meten of en in welke mate symptomen van ADHD en agressieve gedragsstoornissen aanwezig zijn. Er werden twee verschillende versies gebruikt; een voor de ouder en een voor de leerkracht. De vragenlijst bestaat uit 4 subschalen, bestaande uit 42 items; aandachtstekort, hyperactiviteit en impulsiviteit, ODD (oppositional defiant disorder) en CD (conduct disorder). De items worden gescoord op een 4-punts likert schaal lopend van 0 (helemaal niet) tot 3 (heel veel), hieruit blijkt de mate waarin het beschreven gedrag van toepassing is op het kind. Aan de hand van normtabellen werd gekeken of een score binnen het klinische, subklinische of normale gebied ligt. De afnametijd van de vragenlijst is gemiddeld 10 minuten. Deze vragenlijst heeft volgens de Cotan een voldoende betrouwbaarheid en een goede begripsvaliditeit (Cotan, 2001). Intake vragenlijst 16

17 De intakevragenlijst is gebaseerd op de intakevragenlijst van Dovis et al. (2011). Er werd gevraagd naar medicatiegebruik, verwachte behandeltoekomst en de ervaring van het kind met computerspellen. Diagnostic Interview Schedule for Children (DISC-IV), parent and teacher version Dit is een semigestructureerd diagnostisch interview gebaseerd op de DSM-IV (Ferdinand & Van der Ende, 1998; Shaffer, Fisher, Lucas, Dulcan & Schwab-Stone, 2000). Door middel van dit interview kunnen meer dan 30 psychiatrische stoornissen worden vastgesteld. Voor dit onderzoek werden alleen de schalen ADHD, ODD & CD van de ouderversie afgenomen. De ouderversie is voor ouders van kinderen van 9 t/m 17 jaar. Er wordt onder andere gevraagd of zich bepaalde symptomen hebben voorgedaan tijdens drie perioden; het afgelopen jaar, de afgelopen 6 maanden en de afgelopen 4 weken. De meeste vragen kunnen met ja (score = 2) of nee (score = 0) beantwoord worden. De afnametijd is afhankelijk van het aantal aanwezige symptomen van het kind, in ons onderzoek duurde het gemiddeld 45 minuten. De voorlopers van DISC-IV ouder versie lieten een voldoende diagnostische betrouwbaarheid zien (Shaffer, Fisher, Lucas, Dulcan & Schwab-Stone, 2000). Wechsler Intelligence Scale for children (WISC-III); De WISC-III (Kort, Compaan, Bleichrodt, Resing, Schittekatte, Bosmans, Vermeir & Verhaeghe) wordt gebruikt om het algemene intelligentieniveau van kinderen tussen de 6 en 17 jaar oud te bepalen. Er zijn in totaal 13 subtests, waarmee zowel het performale als het verbale IQ gemeten wordt. Om de verbale, performale en totale IQ-score te schatten werd in dit onderzoek de verkorte WISC-III afgenomen die bestaat uit de subtests woordkennis en blokpatronen. De twee subtests geven samen een goede representatie van het gemiddelde IQ van een kind. De samengestelde score heeft een goede betrouwbaarheid en correleert hoog met het totale IQ (Sattler, 2001). Bij de subtest Woordkennis wordt gevraagd naar een betekenis van een woord, die het kind mondeling moet omschrijven. Hierbij wordt het antwoord op drie manieren gescoord; 0 wanneer het antwoord fout is, 1 als het woord redelijk goed omschreven is, en 2 als het woord goed omschreven is. Een voorbeeld item is: Wat is een boom?. Er zijn in totaal 35 items en de test wordt afgebroken als 4 opeenvolgende scores 0 zijn. 17

18 Bij de subtest Blokpatronen is het de bedoeling dat het kind met vijf of negen blokjes (rood, wit en half rood/wit) een patroon nalegt. Wanneer een afbeelding fout nagelegd is of wanneer een kind er te lang over doet, krijgt het een score van 0. Wanneer het kind een afbeelding goed heeft nagelegd, krijgt het een score van 4, 5, 6 of 7, afhankelijk van de tijd die het nodig heeft. De test bestaat uit 12 items en wordt afgebroken na twee opeenvolgende scores van 0. Om een schatting te maken van het verbale en performale IQ werd de normscore maal vijf genomen en werd het bijbehorende verbale en performale IQ opgezocht in een normtabel. Het totale IQ werd geschat op basis van de geschatte verbale en performale IQscores. Uitkomstmaten: Behaviour rating inventory of executive function questionnaire (BRIEF) De Nederlandse versie van de BRIEF (Gioia et al., 2000; Smidts & Huizinga, 2009) is een meetinstrument voor ouders om executieve functies van de kinderen te beoordelen. De test bestaat uit 75 vragen die beantwoord kunnen worden aan de hand van een driepunts likertschaal; waarin 0 staat voor nooit, 1 staat voor soms en 2 staat voor vaak. Er is een gemiddelde afnametijd van 20 minuten (Gioia, Espy & Isquith, 2003). De test bestaat uit 8 subschalen voor cognitief functioneren: inhibitie, cognitieve flexibiliteit, emotieregulatie, initiatief nemen, werkgeheugen, plannen en organiseren, ordelijkheid en netheid en gedragsevaluatie. Als uitkomstmaten werden gebruikt: inhibitie, cognitieve flexibiliteit en werkgeheugen. Een voorbeeld item van de subschaal inhibitie is: staat op verkeerde momenten op van zijn/haar stoel. Deze vragenlijst heeft volgens de Cotan een voldoende betrouwbaarheid en validiteit (Cotan, 2001). Stoptaak (Logan, 1997; Morein Zamir et al., 2008). Deze taak meet de mogelijkheid tot het inhiberen van een motorische respons. Bij deze computertaak moet de proefpersoon zo snel mogelijk reageren op een afbeelding van een pijl door op een target toets te drukken. Echter, als de pijl rood wordt moet de proefpersoon zijn respons inhiberen. In 25% van de gevallen wordt de pijl rood. De timing of vertraging tussen het go en stop signaal wordt per proefpersoon door de computer aangepast. In het begin verschijnt het stop signaal na 300 ms. Na een succesvolle stopreactie wordt de vertraging 50 18

19 ms langer, waardoor het moeilijker wordt op het volgende stopsignaal correct te reageren. Na een foute stopreactie wordt de vertraging 50 ms korter, waardoor het volgende stopsignaal sneller verschijnt en de taak makkelijker wordt. De benodigde tijd om een respons te stoppen wordt voor elke persoon als uitkomstmaat gebruikt: de stop-signaal-reactietijd (SSRT). Hoe lager de SSRT-score hoe beter het vermogen tot inhiberen. Ook de reactietijd bij de go trials en het aantal fouten (het indrukken van de verkeerde knop of het niet inhiberen van een respons) is een uitkomstmaat. De betrouwbaarheid en begripsvaliditeit zijn volgens Cotan onvoldoende. Deze taak wordt toch gebruikt omdat er geen beter alternatief is (Cotan, 2001). STROOP (Stroop, 1935; Nederlandse bewerking: Hammes, 1978). Deze taak meet inhibitie en interferentiecontrole. De taak bestaat uit 3 kaarten; de eerste kaart bestaat uit 10 rijen met namen van de kleuren rood, groen, geel en blauw (zwart gedrukt). Deze moeten zo snel mogelijk voorgelezen worden. De tweede kaart bestaat uit 10 rijen met blokjes in deze kleuren, het is hierbij de bedoeling dat de kleuren zo snel mogelijk worden benoemd. De derde kaart bestaat weer uit 10 rijen met kleurnamen, echter verschilt de drukkleur van de naam van de kleuren. Hierbij moet het woord genegeerd worden en dient de kleur waarin het woord bedrukt staat benoemd te worden. De tijd die nodig is om de kleuren op te lezen of te benoemen worden vastgesteld en geldt als maat voor interferentiecontrole. Het verschil in tijd tussen kaart 2 en kaart 3 wordt genoteerd en geldt als uitkomstmaat. Hierbij geldt dat een lagere score meer interferentie controle betekent. Volgens de Cotan heeft deze test een goede betrouwbaarheid en voldoende begripsvaliditeit (Cotan, 2001). Trail Making Test (TMT), (Reitan, 1992) Deze test meet onder andere cognitieve flexibiliteit en bestaat uit drie delen. In deel A dienen op een pagina cijfers zo snel mogelijk met elkaar verbonden te worden. In deel B dienen op een pagina letters zo snel mogelijk met elkaar te worden verbonden. In het laatste deel dienen afwisselend cijfers en letters met elkaar verbonden te worden. Hierbij moeten de cijfers in oplopende en de letters in alfabetische volgorde met elkaar worden verbonden (1-A- 2-B etc.). Op basis van de scores van de twee laatste delen wordt ook een index berekend over deel B, gegeven deel A. De TMT heeft een hoge betrouwbaarheid en een hoge sensitiviteit om executief functioneren, zoals cognitieve flexibiliteit te meten (Wagner, Helmreich, Dahmen, Lieb & Tehmen, 2011). 19

20 Cijferreeksen De subtest cijferreeksen is een onderdeel van de WISC-III (Kort, Schittekatte, Bosmans, Compaan, Dekker, Vermeir & Verhaeghe, 2002) en deze taak meet het korte termijn geheugen en het werkgeheugen. De test bestaat uit twee delen, cijferreeksen voorwaarts en achterwaarts. Bij de Cijferreeksen voorwaarts werd de proefpersoon gevraagd enkele getallen, die de testleider één voor één voorlas, in dezelfde volgorde te herhalen. Het eerste gedeelte meet het korte termijn geheugen. Bij Cijferreeksen achterwaarts moest de proefpersoon de getallen in omgekeerde volgorde herhalen, hiermee wordt het werkgeheugen gemeten. Er werden elke keer twee cijferreeksen van dezelfde lengte afgenomen. Indien één of beide pogingen goed waren, werd de daaropvolgende cijferreeks langer. Indien beide pogingen fout waren, werd de subtest afgebroken. Voor elke cijferreeks, die juist was herhaald, kreeg men 1 punt. Vervolgens werd de ruwe score aan de hand van een normtabel uit de handleiding omgezet in een normscore. De betrouwbaarheid en de begripsvaliditeit van de WISC-III worden beide als voldoende beoordeeld (Cotan, 2005). Corsi Block Tapping Task (CBTT; Corsi, 1972) De Corsi Block Tapping Test meet de capaciteit van visuo spatiële korte termijn geheugen en werkgeheugen (Kessels, van Zandvoort & Postma, 2000). De taak bestaat uit 9 blokjes die op een bord zijn gemonteerd. De proefleider tikt een reeks blokjes aan en het kind moet deze in dezelfde volgorde natikken. Hierbij wordt de hoeveelheid blokjes verhoogd van 3 tot maximaal 8. De afnametijd van CBTT is gemiddeld 10 minuten. In de huidige studie is dezelfde scoring procedure gebruikt als in Prins et al. (2011). Overige Materialen (niet meegenomen in de data-analyse) Home Situation Questionaire (HSQ). Deze vragenlijst meet de impact van aandachtsproblemen thuis en in publieke situaties. Cijfers en letters nazeggen. Dit is een subtest van de WAIS-III (Wechsler Adult Intelligence Scale, 2000) en wordt gebruikt als extra maat voor het werkgeheugen. Hierbij moet het kind een aantal mondeling gepresenteerde ongeordende cijfer- en letterreeksen in een andere volgorde nazeggen. Eerst moeten de cijfers in oplopende volgorde en daarna de letters in alfabetische volgorde worden opgenoemd. Volgens de 20

21 Cotan heeft deze test een goede betrouwbaarheid en voldoende begripsvaliditeit (Cotan, 2002). Behavioral inhibition system/behavioral activation system (BIS/BAS). Deze vragenlijst meet de sensitiviteit van beloning en straf. PedsQ. Deze vragenlijst meet de tevredenheid met het leven RAVEN coloured progressive matrices. Deze taak meet complex redeneren. Volgens de Cotan is de betrouwbaarheid en begripsvaliditeit van deze test voldoende. Data analyse Linear mixed models for repeated measures (ANOVA) voor iedere test werd gebruikt om de effecten van de inhibitie- en cognitieve flexibiliteit training te onderzoeken, voor zowel één between subject variabele: conditie (experimenteel versus placebo) en één withinsubject variabele: tijd (voor- versus na- versus follow-upmeting) op drie verschillende meetmomenten. Hiervoor is een kleine steekproef gebruikt van in totaal 15 proefpersonen. Tevens werden de effectgroottes (partial η2) weergegeven, waarbij 0.01 gezien wordt als een klein effect, 0.06 als medium en 0.14 en hoger als een groot effect (Kittler, Menard & Phillips, 2007). Een overzicht van de resultaten van de verschillende taken en vragenlijsten wordt per cognitieve functie weergegeven in de tabellen 2 t/m 9. Resultaten Deelnemers Aan de hand van de telefonische intake waren er 59 kinderen die een vragenlijst toegestuurd kregen. Hiervan werden 16 kinderen op basis van de VvGK score geëxcludeerd. In totaal hebben 43 kinderen en de ouders deelgenomen aan de intakeafspraak. Op basis van de intakeafspraak voldeden er 21 kinderen niet aan de inclusiecriteria (zie materialen). Bij 15 deelnemers was er geen sprake van het gecombineerde type ADHD op basis van de DISC-IV, vier kinderen hadden een geschatte IQ-score van lager dan 80 en twee deelnemers hebben zich teruggetrokken. Uiteindelijk hebben 15 kinderen deelgenomen aan het onderzoek, waarvan 7 kinderen een niet-adaptieve training en 8 kinderen een adaptieve inhibitie- en cognitieve flexibiliteittraining hebben doorlopen en die relevant zijn voor het toetsen van onze hypothesen. Alle 15 kinderen hebben de training afgerond en alle metingen waren volledig, geen van de deelnemers is tijdens het onderzoek uitgevallen. De demografische gegevens worden weergegeven in Tabel 1. De follow-up metingen van de 21

22 leerkrachten zijn niet meegenomen in de analyses omdat er teveel vragenlijsten niet zijn geretourneerd. Figuur 3 Flowchart van de deelnemers Vergelijking groepen Er werd een one way-anova en chi-kwadraat toets uitgevoerd om de twee groepen met elkaar te vergelijken. Er werden geen significante verschillen gevonden tussen de experimentele en de placebo conditie wat betreft de demografische gegevens en de scores van de VvGK van ouders voorafgaand aan het onderzoek. Zie Tabel 1 voor een overzicht. 22

23 Tabel 1 Gemiddelden en Standaarddeviaties van Demografische gegevens en Kenmerken van de Experimentele en Placebo conditie vóór de Training (T1) Conditie Experimenteel Placebo Meting n=8 n=7 M SD M SD F/X² P Sekse (M :V) 5:3 6: Leeftijd IQ-totaal Medicatiegebruik (Ja : Nee) 7:0 5: Vvgk score ouders Aandacht Hyp/Imp ODD CD VvGK score leerkrachten Aandacht Hyp/Imp ODD CD Noot. M:V= Man:Vrouw; VvGK=Vragenlijst voor Gedragsproblemen bij Kinderen; Hyp/imp=hyperactiviteit en impulsiviteit ; ODD=oppositional defiant disorder; CD=conduct disorder 23

24 Inhibitie Linear mixed models for repeated measures (ANOVA) werd gebruikt om de effecten van inhibitie te onderzoeken, voor zowel één between subject variabele: conditie (experimenteel versus placebo) en één within-subject variabele: tijd (voor- versus na- versus followupmeting) op drie verschillende meetmomenten. De interactie effecten worden hieronder in Tabel 2 weergegeven. Tabel 2 Trainingseffect Inhibitietaken; voor, direct na en drie maanden na de Training Experimenteel Placebo n=8 n=7 Voormeting Nameting Followup meting Voormeting Nameting Follow-up meting M (SD) M (SD) M (SD) M (SD) M (SD) M (SD) P Meetinstrument Stoptaak (97.8) (40.4) (59.6) (92.7) (84.5) (53.3) STROOP 72.8 (31.6) 41.1 (25.4) 52.8 (23.9) 73.1 (40.9) 41.2 (13.1) 66.0 (28.5) BRIEF 72.8 (9.5) 67.9 (10.0) 73.5 (11.7) 68.7 (11.7) 56.9 (7.8) 58.6 (10.9) Noot. BRIEF= Behaviour rating inventory of executive function questionnaire Stoptaak Een 2x3 (conditie x tijd) repeated measures ANOVA met reactietijd op de stoptaak als afhankelijke variabele liet geen hoofdeffect zien voor tijd, F (2,26)=0.14, p=0.837, ηρ²=0.15, voor conditie, F (1,13)=153.3, p=0.156, ηρ²=0.01 en geen significant interactie-effect, F (2,26)=0.23, p=0.796, ηρ²= Er werd geen significant verschil gevonden tussen de meetmomenten en er was geen significant verschil tussen de gemiddelde scores van beide groepen. Tevens geeft Levene s homogeniteitstoets een significant resultaat van T2, F (1,13)=6.37, p= Echter zijn de groepen nagenoeg gelijk en vormt dit geen probleem. Grafiek 1 Gemiddelde Scores en standaard errors van de Stoptaak voor Verschillende Meetmomenten; voor (T1), direct na (T2) en 3 maanden na de Training (T3) voor de Experimentele en de Placeboconditie 24

25 STROOP Een 2x3 (conditie x tijd) repeated measures ANOVA met interferentiescore op de STROOP taak als afhankelijke variabele had een hoofdeffect voor tijd, F (2,26)=9.6, p=0.001, ηρ²=0.4, geen hoofdeffect voor conditie, F (1,13)=0.14, p=0.714, ηρ²=0.01 en geen significant interactie-effect, F (2,26)=0.53, p=0.593, ηρ²=0.04. Simple contrasten analyses laten zien dat de prestaties direct na de training waren verbeterd voor beide groepen. Er was geen significant verschil tussen de gemiddelde scores van beide groepen. 25

26 Grafiek 2 Gemiddelde Scores en standaard errors van de STROOP-taak voor Verschillende Meetmomenten; voor (T1), direct na (T2) en 3 maanden na de Training (T3) voor de Experimentele en de Placeboconditie BRIEF-vragenlijst (subschaal inhibitie) Een 2x3 (conditie x tijd) repeated measures ANOVA met scores op de subschaal inhibitie van de BRIEF vragenlijst als afhankelijke variabele had een hoofdeffect op tijd, F (2,26)=4.7, p=0.018, ηρ²=0.3, geen hoofdeffect op conditie, F (1,13)=4.40, p=0.056, ηρ²=0.03 en geen significant interactie-effect, F (2,26)=1.26, p=0.30, ηρ²=0.09. Simple contrasten analyses laten zien dat de prestaties direct na en drie maanden na de training waren verbeterd voor beide groepen. Er is bijna een significant verschil tussen de gemiddelde scores van beide groepen. Er was echter tegen de verwachting in een grotere vooruitgang in de placebo conditie dan in experimentele conditie. 26

27 Grafiek 3 Gemiddelde Scores en standaard errors van de BRIEF-vragenlijst (onderdeel Inhibitie) voor Verschillende Meetmomenten; voor (T1), direct na (T2) en 3 maanden na de Training (T3) voor de Experimentele en de Placeboconditie Cognitieve flexibiliteit Linear mixed models for repeated measures (ANOVA) werd gebruikt om de effecten van cognitieve flexibiliteit te onderzoeken, voor zowel één between subject variabele: conditie (experimenteel versus placebo) en één within-subject variabele: tijd (voor- versus na- versus follow-upmeting) op drie verschillende meetmomenten. De interactie effecten worden hieronder in Tabel 3 weergegeven. Tabel 3 Trainingseffect Cognitieve Flexibiliteit taken; voor, direct na en drie maanden na de Training Experimenteel Placebo n=8 n=7 Voormeting Nameting Followup meting Voormeting Nameting Follow-up meting M (SD) M (SD) M (SD) M (SD) M (SD) M (SD) P Meetinstrument TMT 7.4 (3.0) 6.3 (4.0) 7.4 (3.3) 9.9 (2.7) 6.3 (2.5) 9.0(2.8) BRIEF 59.6 (8.8) 55.3 (9.8) 52.0 (6.6) 62.9 (16.6) (7.8) 49.4 (8.6) Noot.TMT=Trail Making Test; BRIEF=Behaviour rating inventory of executive function questionnaire 27

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis

Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Executive functioning bij kinderen met een ontwikkelings- of gedragsstoornis Sylvie Verté INLEIDING Reeds geruime tijd worden pogingen ondernomen om te bepalen welke aspecten van diverse ontwikkelings-

Nadere informatie

kun je ze trainen? Executieve Functies: ARTIKELEN

kun je ze trainen? Executieve Functies: ARTIKELEN Executieve Functies: kun je ze trainen? Brigitte Vugs, Pleun Huijbregts en Juliane Cuperus Steeds vaker blijkt dat kinderen met een taalontwikkelingsstoornis problemen hebben op het gebied van executieve

Nadere informatie

De Invloed van een Executieve Functietraining op Probleemgedragingen bij Kinderen met ADHD

De Invloed van een Executieve Functietraining op Probleemgedragingen bij Kinderen met ADHD Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen Afdeling Psychologie De Invloed van een Executieve Functietraining op Probleemgedragingen bij Kinderen met ADHD door Marloes van der Arend Masterthese:

Nadere informatie

De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015

De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015 De effectiviteit van Braingame Brian: samenvatting van het evaluatie-onderzoek 2012 2015 1. Inleiding BB is een gecomputeriseerde cognitieve training voor kinderen met zelfregulatieproblemen (bv. kinderen

Nadere informatie

Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S.

Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S. Cognitive Control and Motivation in Children with ADHD: How Reinforcement Interacts with the Assessment and Training of Executive Functioning S. Dovis Cognitive Control and Motivation in Children with

Nadere informatie

Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers

Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers Gedrag in goede banen leiden: over de rol van executieve functies bij kinderen en pubers Samenvatting presentatie Expertisebijeenkomst Executieve Functies Koers-VO; Capelle a/d IJssel; 3 december 2012

Nadere informatie

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Pagina 1 van 17 BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Executieve functies gedragsvragenlijst Met de BRIEF kunnen executieve functies op gedragsniveau in kaart worden gebracht bij kinderen tussen

Nadere informatie

Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD. Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie

Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD. Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie Plannen en organiseren bij adolescenten met ADHD Prof.dr. Saskia van der Oord klinische psychologie Inhoud v Theoretische verklaringen ADHD v Plannen en organiseren bij ADHD v In het dagelijkse leven?

Nadere informatie

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen

Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt

Nadere informatie

Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten

Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten Diagnostiek van executieve functies bij adolescenten Samenvatting presentatie congres EF bij adolescenten Utrecht, 19 juni 2012 Dr. Mariëtte Huizinga Universiteit van Amsterdam Executieve functies Weerstand

Nadere informatie

Training van het Executief Functioneren van Kinderen met ADHD

Training van het Executief Functioneren van Kinderen met ADHD UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM Training van het Executief Functioneren van Kinderen met ADHD Invloed op de kwaliteit van leven. Tim van den Broek 5660955 ABSTRACT Doel: De huidige studie onderzocht het effect

Nadere informatie

Welke elementen van het werkgeheugen zijn beperkt bij kinderen met ADHD? Verschillen tussen ADHD met- en zonder hyperactiviteit/impulsiviteit

Welke elementen van het werkgeheugen zijn beperkt bij kinderen met ADHD? Verschillen tussen ADHD met- en zonder hyperactiviteit/impulsiviteit UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Welke elementen van het werkgeheugen zijn beperkt bij kinderen met ADHD? Verschillen tussen ADHD met- en zonder hyperactiviteit/impulsiviteit

Nadere informatie

WORM WORking Memory training een onderzoek naar de effecten van Werkgeheugentraining bij kinderen met ADHD 19 januari 2009 Martine van Dongen¹², Marieke Lansbergen¹, Sascha Roos², Kina Potze², Nadine Schalk²,

Nadere informatie

EXECUTIEVE FUNCTIES TRAINEN MET

EXECUTIEVE FUNCTIES TRAINEN MET BRAINGAME BRIAN Achtergrond, evaluatie en implementatie van een Executieve Functietraining met gameelementen voor kinderen met cognitieve controleproblemen Esther ten Brink, Albert Ponsioen, Saskia van

Nadere informatie

Problemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht

Problemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht 1 Problemen met executieve functies bij kinderen met DCD: een literatuuroverzicht Marina Schoemaker, Merel Timmer, Marleen van der Wees, Heleen Reinders Messelink, Chiel Volman, Jolien van den Houten Wat

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Otto Peterszoon ID icode TE9Q Datum

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Otto Peterszoon ID icode TE9Q Datum BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 255-199 icode TE9Q Datum 03.10.2015 Ouderversie Informant: Roelofsen moeder BRIEF Interpretatie 3 / 11 INTERPRETATIE De BRIEF

Nadere informatie

Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld)

Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld) Executieve functies in vogelvlucht (met autisme als voorbeeld) Hilde M. Geurts Universiteit van Amsterdam Dr. Leo Kannerhuis Boodschap 1. Bij mensen met verschillende diagnoses zien we meer EF problemen

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Leerkrachtversie Informant: Liesbeth Bakker Leerkracht BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is

Nadere informatie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Elizabeth Smit ID Datum Zelfrapportageversie BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 255-83 Datum 23.06.2015 Zelfrapportageversie 3 / 12 INTERPRETATIE De BRIEF-A is binnen het diagnostisch proces te gebruiken als onderdeel

Nadere informatie

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst

BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Instrument BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Met de BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst kunnen executieve functies bij een kind in kaart gebracht worden. Executieve functies zijn cognitieve

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst

Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Samenvatting 141 Vroeginterventie via het internet voor depressie en angst Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift. Internetbehandeling voor depressie en angst is bewezen effectief. Dit opent

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

3/4/13. Executieve functies GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS

3/4/13. Executieve functies GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS GEDRAG IN GOEDE BANEN LEIDEN: OVER DE ROL VAN EXECUTIEVE FUNCTIES BIJ KINDEREN EN PUBERS SAMENVATTING PRESENTATIE SCHOOLPSYCHOLGENCONGRES; AMSTERDAM; 15 MAART 2013 Dr. Mariëtte Huizinga Vrije Universiteit

Nadere informatie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Zelfrapportageversie

BRIEF. Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Zelfrapportageversie BRIEF Vragenlijst executieve functies voor 5- tot 18-jarigen HTS Report ID 5107-7039 Datum 18.07.2017 Zelfrapportageversie BRIEF Inleiding 2 / 10 INLEIDING De BRIEF is een vragenlijst waarmee executieve

Nadere informatie

Informatie voor ouders. Mindfulness voor kinderen met ADHD en mindful ouderschap

Informatie voor ouders. Mindfulness voor kinderen met ADHD en mindful ouderschap Informatie voor ouders Mindfulness voor kinderen met ADHD en mindful ouderschap Waarom deze informatie? Er wordt onderzoek gedaan naar een nieuwe behandeling (MYmind mindfulness training) voor kinderen

Nadere informatie

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum

BRIEF-A. Vragenlijst executieve functies voor volwassenen. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum BRIEF-A Vragenlijst executieve functies voor volwassenen HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Informantenversie Informant: Liesbeth Bakker Vrouw BRIEF-A Inleiding 2 / 11 INLEIDING De BRIEF-A is een

Nadere informatie

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme?

Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Neurofeedback: een geschikte behandeling voor autisme? Mirjam Kouijzer, MSc Radboud Universiteit Nijmegen Het programma Controversiële behandelingen Wat is biofeedback? Mijn onderzoek naar de effecten

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Executieve Functies en Werkgeheugen. Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog

Executieve Functies en Werkgeheugen. Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog Executieve Functies en Werkgeheugen Dr. Dorine Slaats Klinisch neuropsycholoog U krijgt antwoord op: 1. Wat is het werkgeheugen? 2. Hoe belangrijk is het werkgeheugen? 3. En wat als het werkgeheugen faalt?

Nadere informatie

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG

ADHD en ASS. Bij normaal begaafde volwassen. Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG ADHD en ASS Bij normaal begaafde volwassen Utrecht, 23-01-2014 Anne van Lammeren, psychiater UCP/UMCG Disclosure belangen spreker (potentiële) Belangenverstrengeling Geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante

Nadere informatie

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1

Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen. Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Dr. Barbara van den Hoofdakker, klinisch psycholoog - gedragstherapeut Accare Universitair Centrum Groningen Lezing GGNet 27 juni 2013 1 Behandelmogelijkheden bij kinderen met ADHD in de basisschoolleeftijd

Nadere informatie

Braingame Brian Een Executieve Functietraining met game elementen voor kinderen met ADHD

Braingame Brian Een Executieve Functietraining met game elementen voor kinderen met ADHD Braingame Brian Een Executieve Functietraining met game elementen voor kinderen met ADHD Pier J.M. Prins Ontwikkelingspsychologie, Universiteit van Amsterdam Congres Werkgeheugen Utrecht. 1 april 2014

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Het Effect van een Planningstraining op de Planningsvaardigheden en ADHD Symptomen van Adolescenten met ADHD

Het Effect van een Planningstraining op de Planningsvaardigheden en ADHD Symptomen van Adolescenten met ADHD Het Effect van een Planningstraining op de Planningsvaardigheden en ADHD Symptomen van Adolescenten met ADHD Nynke Grupstra Abstract Adolescenten met ADHD hebben problemen in het executief functioneren,

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Behandeling van Executieve Functies bij kinderen met TOS Bevindingen en implicaties van een pilot-studie

Behandeling van Executieve Functies bij kinderen met TOS Bevindingen en implicaties van een pilot-studie Behandeling van Executieve Functies bij kinderen met TOS Bevindingen en implicaties van een pilot-studie Pleun Huijbregts 13 november 2014 Opzet presentatie 1. Executieve functies (EF) 2. EF en TOS 3.

Nadere informatie

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD.

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD. PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD. Informatiebrief voor ouders Beste ouder(s)/verzorger(s),

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

18-4-2013. Werkgeheugen en executieve functies. Opzet presentatie. 1. Executieve functies. 1. Executieve functies. 1. Werkgeheugen. 1.

18-4-2013. Werkgeheugen en executieve functies. Opzet presentatie. 1. Executieve functies. 1. Executieve functies. 1. Werkgeheugen. 1. Opzet presentatie Werkgeheugen en executieve functies Wat moeten we ermee in de klinische praktijk? 1. Werkgeheugen en executieve functies werkgeheugen en executieve functies 12 april 2013 Brigitte Vugs

Nadere informatie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie

MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1. Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie MEMANTINE-ADDITIE AAN CLOZAPINE 1 Memantine-additie aan Clozapine bij Therapieresistente Schizofrenie (Memantine Add-On Therapy to Clozapine in Refractory Schizophrenia) David M.H. Buyle David M.H. Buyle

Nadere informatie

Omgaan met verschillen, passend onderwijzen!

Omgaan met verschillen, passend onderwijzen! Omgaan met verschillen, passend onderwijzen! Gedrag in de klas Labelen ASS en ADHD, waar denk je aan? Geef me de Vijf (Colette de Bruin) De methode heeft als uitgangspunt dat mensen met een autistische

Nadere informatie

Planning van Adolescenten met ADHD: Sekseverschillen en het Effect van een Planningstraining

Planning van Adolescenten met ADHD: Sekseverschillen en het Effect van een Planningstraining Planning van Adolescenten met ADHD: Sekseverschillen en het Effect van een Planningstraining M. A. Stoop Universiteit van Amsterdam Abstract- In deze studie werd het effect van een planningstraining onderzocht.

Nadere informatie

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder )

ADHD. Behandelingsstrategieën DSM IV. Diagnostiek. Vragenlijst voor gedragsproblemen bij kinderen (VvGK) ( Attention deficit hyperactivity disorder ) ADHD ( Attention deficit hyperactivity disorder ) Behandelingsstrategieën Evelien Dirks Een ontwikkelingsstoornis Problemen met de concentratieperiode Problemen met de impulsbeheersing Problemen met de

Nadere informatie

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD.

PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD. PAINT-T (Psychosociale ADHD Interventies-Teacher training): Een onderzoek naar een korte leerkrachttraining voor leerkrachten van kinderen met ADHD. Informatiebrief voor leerkrachten Beste leerkracht,

Nadere informatie

Masterthese. Is Executief Functioneren training even effectief bij kinderen met ADHD+ODD als bij. Klinische Ontwikkelingspsychologie

Masterthese. Is Executief Functioneren training even effectief bij kinderen met ADHD+ODD als bij. Klinische Ontwikkelingspsychologie Masterthese Is Executief Functioneren training even effectief bij kinderen met ADHD+ODD als bij kinderen met ADHD? Opsteller Naam : Rebecca Goedee Collegekaartnummer : 6038166 ProgrammaGroep : Klinische

Nadere informatie

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen Executive and social cognitive functioning of mentally

Nadere informatie

Een nieuwe interventie voor het stimuleren van zelfcontrolevaardigheden bij obese kinderen: executieve functietraining met spelelementen

Een nieuwe interventie voor het stimuleren van zelfcontrolevaardigheden bij obese kinderen: executieve functietraining met spelelementen Een nieuwe interventie voor het stimuleren van zelfcontrolevaardigheden bij obese kinderen: executieve functietraining met spelelementen Sandra Verbeken, Caroline Braet en Saskia van der Oord (2013) Executive

Nadere informatie

Kajak Congres Psychiatrie en LVB

Kajak Congres Psychiatrie en LVB WERKEN AAN SAMENSPEL Kajak Congres Psychiatrie en LVB Sammy Roording, Klinisch neuropsycholoog Karakter, Zorglijn LVB Ede/Apeldoorn s.roording@karakter.com Muntgebouw Utrecht, 17 mei 2018 pagina 1 INVENTARISATIE

Nadere informatie

What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive

What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive What Part of Working Memory is not Working in ADHD? The effect of Reinforcement on Short Term Memory and the Central Executive Drs. Sebastiaan Dovis Promovendus Klinische Ontwikkelingspsychologie Theorieën

Nadere informatie

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy

Samenvatting. BurcIn Ünlü Ince. Recruiting and treating depression in ethnic minorities: the effects of online and offline psychotherapy Samenvatting 194 Dit proefschrift start met een algemene inleiding in hoofdstuk 1 om een kader te scheppen voor de besproken artikelen. Migratie is een historisch fenomeen die vaak resulteert in verbeterde

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

AANDACHT (VOOR) WETENSCHAP EN PRAKTIJK

AANDACHT (VOOR) WETENSCHAP EN PRAKTIJK AANDACHT (VOOR) WETENSCHAP EN PRAKTIJK NEUROPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK VAN AANDACHTSPROBLEMEN drs. Marleen van der Wees, KNP Libra revalidatie & Audiologie dr. Marsh Königs Emma Kinderziekenhuis, AMC INHOUD

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Sociale angst. Faalangst. Project Pasta. Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten. Risicofactoren. Interventies. Sociale Angst bij Jongeren

Sociale angst. Faalangst. Project Pasta. Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten. Risicofactoren. Interventies. Sociale Angst bij Jongeren Sociale Angst & Faalangst bij Adolescenten Sociale angst Risicofactoren Interventies Angst voor het oordeel van anderen Voor gek staan Uitgelachen te worden In verlegenheid gebracht te worden In de belangstelling

Nadere informatie

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys

The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys The development of ToM and the ToM storybooks: Els Blijd-Hoogewys Een reactie door Hilde M. Geurts Lezing Begeer, Keysar et al., 2010: Advanced ToM 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Autisme (n=34) Controle

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg

Screening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit

Nadere informatie

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD

De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen

HOOFDSTUK 2 Intermanuele transfereffecten in volwassenen Samenvatting 166 HOOFDSTUK 1 Introductie Na een armamputatie wordt vaak, om functionaliteit te behouden, een prothese voorgeschreven. Echter, 30% van de voorgeschreven protheses wordt niet gebruikt. 1-4

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Growing into a different brain

Growing into a different brain 221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten

Nadere informatie

EF en gedragsproblemen. Walter Matthys

EF en gedragsproblemen. Walter Matthys EF en gedragsproblemen Walter Matthys Verminderde EF bij gedragsproblemen afhankelijk van ADHD (symptomen)? Meta-analyse bij jonge kinderen met externaliserend gedrag (Schoemaker, Mulder, Dekovic & Matthys,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Beter bij de Les. Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink

Beter bij de Les. Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink Beter bij de Les Marthe van der Donk, Ariane Tjeenk-Kalff, Anne-Claire Hiemstra-Beernink Drie onderwerpen die aan bod komen 1. Wat zijn executieve functies? 2. Wat is een cognitieve training en wanneer

Nadere informatie

Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD. Eline Vermeulen

Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD. Eline Vermeulen Sociale Problemen bij Adolescenten met ADHD en ODD Eline Vermeulen Masterthese Klinische (Ontwikkelings)Psychologie Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Universiteit van Amsterdam Begeleiding:

Nadere informatie

Interventie Braingame Brian

Interventie Braingame Brian Interventie Braingame Brian Een executieve functietraining voor kinderen met ADHD en executieve functieproblemen Erkenning Erkend door Deelcommissie Jeugdzorg en psychosociale/pedagogische preventie Jeugdgezondheidszorg

Nadere informatie

Cognitive Training for Children with ADHD. Individual Differences in Training and Transfer Gains M.L.A. van der Donk

Cognitive Training for Children with ADHD. Individual Differences in Training and Transfer Gains M.L.A. van der Donk Cognitive Training for Children with ADHD. Individual Differences in Training and Transfer Gains M.L.A. van der Donk Nederlandse samenvatting De laatste jaren is het aanbod van niet farmacologische behandelingen

Nadere informatie

Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol?

Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol? Implementatie van een effectief CGt programma voor gedragsproblemen op school Spelen leerkrachten een rol? Juliette M.Liber, Gerly M. De Boo & Pier J.M. Prins VGCt 2011, Veldhoven Training is effectief,

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)

SaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH) Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en

Nadere informatie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie

Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Neurocognitief functioneren bij electroconvulsietherapie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het bestuderen van de aard en de mate van veranderingen op meerdere domeinen van het neurocognitief

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Dutch summary)

Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Educatieve computer spellen (edutainment spellen) zijn veelbelovende methoden om kinderen spelenderwijs specifieke vaardigheden aan te leren. Echter, niet alleen

Nadere informatie

ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie

ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie ADHD, bekrachtiging en werkgeheugenprestatie De invloed van bekrachtiging op de prestatie over tijd op een werkgeheugentaak van kinderen met en kinderen zonder ADHD Anne Meyer 5699150 Masterthese Klinische

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004)

Dia 1. Dia 2. Dia 3. Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen. Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Dia 1 Aspecten van cognitief functioneren in Autisme Spectrum Stoornissen Een reactie van Bibi Huskens Dia 2 Executieve functies en autisme (Hill, 2004) Problemen in: Planning Inhibitie Schakelvaardigheid

Nadere informatie

Detector Ability Achtergronden bij het instrument

Detector Ability Achtergronden bij het instrument Detector Ability Achtergronden bij het instrument P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Computerweg 1, 3542 DP Utrecht Postbus 1087, 3600 BB Maarssen tel. 0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 www.picompany.nl

Nadere informatie

ADHD, Bekrachtiging en Werkgeheugenprestatie:

ADHD, Bekrachtiging en Werkgeheugenprestatie: UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Masterthese Master Klinische Psychologie ADHD, Bekrachtiging en Werkgeheugenprestatie: De invloed van bekrachtiging op de

Nadere informatie

Motivatie tekorten bij kinderen met ADHD; de constructvaliditeit van de motivatie index van de Chessboardtask

Motivatie tekorten bij kinderen met ADHD; de constructvaliditeit van de motivatie index van de Chessboardtask Motivatie tekorten bij kinderen met ADHD; de constructvaliditeit van de motivatie index van de Chessboardtask Masterthese Klinische Neuropsychologie Student: Sanne Francken, BSc. Datum: 07-12-2016 Studentnummer:

Nadere informatie

MINDS: Mental Information processing

MINDS: Mental Information processing MINDS: Mental Information processing and Neuropsychological Diagnostic System Geautomatiseerde afname en scoring van psychologische tests en vragenlijsten Rapportage van uitkomsten in tekst en grafische

Nadere informatie

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE

MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE FACULTEIT DER MAATSCHAPPIJ- EN GEDRAGSWETENSCHAPPEN Graduate School of Childhood Development and Education MASTER ORTHOPEDAGOGIEK SCRIPTIE 2016-2017 De beïnvloeding van tijdoriëntatie, timemanagement en

Nadere informatie

Marijn Nijboer Orthopedagoog i.o.t. GZ-psycholoog Accare UCKJP

Marijn Nijboer Orthopedagoog i.o.t. GZ-psycholoog Accare UCKJP Marijn Nijboer Orthopedagoog i.o.t. GZ-psycholoog Accare UCKJP INHOUD Impulsief en agressief gedrag; normaal op jonge leeftijd? Alarmsignalen Verwijzen? Werkwijze team jonge kinderen zorglijn ADHD en gedragsstoornissen

Nadere informatie

AD(H)D bespreken. BEN/LO/ADHD/14/0003a April 2014

AD(H)D bespreken. BEN/LO/ADHD/14/0003a April 2014 AD(H)D bespreken N.B.: de inhoud van dit programma is slechts van adviserende aard en dient niet als vervanging voor professioneel en/of medisch advies. Als u verdere consultatie wenst, of wanneer u zich

Nadere informatie

Is zelfcontrole bij kinderen met ADHD te verbeteren?

Is zelfcontrole bij kinderen met ADHD te verbeteren? Is zelfcontrole bij kinderen met ADHD te verbeteren? Annabelle Wace Universiteit van Amsterdam Studieonderdeel: Bachelorthese Begeleider: S. Dovis Aantal woorden: 5808 Datum: 29-11-2010 Collegekaartnummer:

Nadere informatie

Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn

Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn Change Your Mindset! Petra Helmond & Fenneke Verberg Research & Development, Pluryn Doel Change Your Mindset! Korte online interventie om jongeren te leren dat ze de potentie hebben om te veranderen! Theoretische

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Op grond van klinische ervaring en wetenschappelijk onderzoek, is bekend dat het gezamenlijk voorkomen van een pervasieve ontwikkelingsstoornis en een verstandelijke beperking tot veel bijkomende

Nadere informatie

De Invloed van Beloning op de Interferentie Controle van Adolescenten met ADHD

De Invloed van Beloning op de Interferentie Controle van Adolescenten met ADHD De Invloed van Beloning op de Interferentie Controle van Adolescenten met ADHD Masterthese Faculteit der Maatschappij en Gedragswetenschappen Programmagroep Klinische Ontwikkelingspsychologie Jeske Andreoli

Nadere informatie

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen

Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Wanneer de vlag de lading niet meer dekt: over het gebruik van labels voor stoornissen Het moeilijke kind stelt ons vragen: Wie is de volwassene is die hem of haar zo moeilijk vindt? Met welke ver(w)achtingen

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt

Nadere informatie

ADHD. Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli

ADHD. Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli 00 ADHD Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit Hoe wordt de diagnose bij kinderen gesteld? ADHD poli U bent met uw kind verwezen naar de ADHD poli. De ADHD poli is een samenwerkingsverband tussen

Nadere informatie

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers

Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Dynamics, Models, and Mechanisms of the Cognitive Flexibility of Preschoolers B.M.C.W. van Bers Introductie Flexibiliteit is een belangrijke eigenschap in de huidige snel veranderende maatschappij. In

Nadere informatie

LEVEN MET PIJN Een gerandomiseerde studie naar een online ACT-behandeling bij chronische pijn

LEVEN MET PIJN Een gerandomiseerde studie naar een online ACT-behandeling bij chronische pijn LEVEN MET PIJN Een gerandomiseerde studie naar een online ACT-behandeling bij chronische pijn Martine Veehof, Hester Trompetter, Ernst Bohlmeijer & Karlein Schreurs 28 maart 2013 Inhoud Achtergrond Online

Nadere informatie

Executieve functies in je klas Een praktische workshop

Executieve functies in je klas Een praktische workshop Executieve functies in je klas Een praktische workshop Anton Horeweg Leerkracht, gedragsspecialist (M SEN) Auteur Gedragsproblemen in de klas in het basisonderwijs Gedragsproblemen in de klas in het voortgezet

Nadere informatie

Wanneer in deze folder wordt gesproken over ouders en kinderen worden daar uiteraard ook respectievelijk verzorgers en jongeren mee bedoeld.

Wanneer in deze folder wordt gesproken over ouders en kinderen worden daar uiteraard ook respectievelijk verzorgers en jongeren mee bedoeld. ADHD poli Roermond Deze folder is bedoeld voor ouders van kinderen en jongeren met ADHD. In de folder wordt uitleg gegeven over het stellen van de diagnose en behandeling bij ADHD. Wanneer in deze folder

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Samenvatting (Dutch summary) Deze studie onderzocht seksueel risicogedrag van homoseksuele mannen in vaste relaties, voornamelijk onder mannen die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studies onder Homoseksuele

Nadere informatie