BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst

Transcriptie

1 Pagina 1 van 17 BRIEF Executieve Functies Gedragsvragenlijst Executieve functies gedragsvragenlijst Met de BRIEF kunnen executieve functies op gedragsniveau in kaart worden gebracht bij kinderen tussen 5 en 18 jaar. De gedragsbeschrijvingen zijn onderverdeeld in acht schalen: Inhibitie, Cognitieve flexibiliteit, Emotieregulatie, Initiatief nemen, Werkgeheugen, Plannen en organiseren, Ordelijkheid en netheid en Gedragsevaluatie. Naast deze schalen kunnen drie algemene indices worden berekend: de Gedragsregulatie index, de Metacognitie index en een totaalscore. Ook levert de BRIEF scores op twee validiteitsschalen: Negativiteit en Inconsistentie. De BRIEF is binnen het diagnostisch proces te gebruiken als onderdeel van de informatieverzameling over het gedrag van een kind. Afwijkende schaalscores zijn indicatief voor pathologische symptomatologie en dienen aanleiding te zijn tot aanvullend onderzoek. Met nadruk wordt hier opgemerkt dat op basis van uitsluitend de BRIEF nooit een diagnose gesteld kan worden. Wel kan de vragenlijst als diagnostisch hulpmiddel worden gebruikt wanneer informatie uit de BRIEF wordt gecombineerd met bijvoorbeeld een medisch onderzoek, informatie over het intellectueel en sociaal functioneren en/of een uitgebreid gesprek met ouders en kind. Dit rapport is vertrouwelijk en uitsluitend bestemd voor gebruik door diagnostisch gekwalificeerde professionals, zoals psychologen, psychiaters en (ortho)pedagogen. Dit rapport is niet bedoeld voor de ouders of de leerkracht van het kind. Interpretatie van de schaalscores Om inzicht te krijgen in de mate waarin een kind problemen op het gebied van executief functioneren vertoont worden ruwe schaalscores omgezet naar Tcores. Voor alle schalen en indices van de BRIEF geldt dat Tcores die hoger zijn dan 65 duiden op potentiële klinische significantie. Een Tcore van 65 weerspiegelt anderhalve standaarddeviatie boven het gemiddelde. Dit is de aanbevolen grens voor interpretatie van een score als zijnde afwijkend. De clinicus kan aan de hand van de analyse van de individuele items op de schaal waarop een Tcore van 65 of hoger verder nagaan welke situaties verhoogde scores op de items opleveren en daar verder naar handelen. Een Tcore van 60 of hoger betekent dat de ruwe schaalscore van het kind meer dan één standaarddeviatie afwijkt van het gemiddelde. Een score tussen 60 en 65 kan beschouwd worden als subklinisch. Wanneer een score zich in dit gebied bevindt heeft dit dus geen klinische significantie. Het is echter wel een alarmbel voor de clinicus, en de subklinische score kan in het diagnostisch proces nader worden onderzocht. Een Tcore lager dan 60 betekent dat de ruwe schaalscore van het kind geen klinische relevantie weerspiegelt.

2 Pagina 2 van 17 Schalen Inhibitie (Tcore: 50) De Tcore op de Inhibitieschaal valt in het normale gebied. De inhibitieschaal bevat items waarmee gemeten kan worden in welke mate een kind in staat is impulsen te onderdrukken en te stoppen met bepaald gedrag wanneer de situatie dat vereist. Weerstand bieden tegen impulsen, zoals wachten met antwoord geven totdat iemand zijn vraag heeft afgemaakt of geduldig blijven zitten bij een saai toneelstuk, is essentieel voor sociaal aangepast gedrag en wordt ook wel gezien als een kernproces binnen executieve functies. Cognitieve flexibiliteit (Tcore: 49) De Tcore op de schaal Cognitieve flexibiliteit valt in het normale gebied. Deze schaal meet in hoeverre een kind moeite heeft met verandering. Dit kan een verandering van situatie of activiteit zijn, maar ook een verandering van aanpak, denkwijze of onderwerp. Emotieregulatie (Tcore: 46) De Tcore op de Emotieregulatieschaal valt in het normale gebied. De gedragsbeschrijvingen binnen de schaal Emotieregulatie zijn ontwikkeld om te meten in hoeverre een kind in staat is om zijn/haar emoties in goede banen te leiden. De regulatieprocessen binnen executieve functies zijn niet alleen van belang voor de organisatie en aansturing van cognitieve activiteit, maar zijn ook essentieel voor sociaal aangepast gedrag. Initiatief nemen (Tcore: 46) De Tcore op de schaal Initiatief nemen valt in het normale gebied. De schaal Initiatief nemen bevat items die te maken hebben met het uit zichzelf beginnen met een activiteit of taak. Daarnaast meet deze schaal in hoeverre een kind in staat is om met nieuwe ideeën te komen, zelf antwoorden te bedenken of alternatieve oplossingen te verzinnen voor een probleem. Bij het vaststellen van problemen op de schaal Initiatief nemen is het belangrijk tegendraads gedrag of onverschilligheid als oorzaak uit te sluiten. Werkgeheugen (Tcore: 50) De Tcore op de Werkgeheugenschaal valt in het normale gebied. Binnen executieve functies is het werkgeheugen een belangrijke component voor het voltooien van een taak of activiteit. Het werkgeheugen is een vorm van geheugen waarbij informatie tijdelijk wordt opgeslagen of bewerkt voor cognitieve taken. Plannen en organiseren (Tcore: 47) De Tcore op de schaal Plannen en organiseren valt in het normale gebied. De planningscomponent van deze schaal meet in hoeverre een kind in staat is om vooruit te denken, doelen te stellen en te anticiperen op wat er gaat gebeuren. Om te kunnen plannen is het noodzakelijk om een einddoel te visualiseren en op basis daarvan de meest effectieve manier te bepalen om dat einddoel te realiseren. Vaak is het hierbij van belang om stapsgewijs te werk te gaan. De organisatiecomponent binnen de schaal Plannen en organiseren bevat items met behulp waarvan gemeten kan worden in welke mate een kind in staat is om informatie te structureren en hoofdlijnen te bepalen binnen leerstof of communicatie. In staat zijn om te organiseren betekent dus dat een kind duidelijkheid en orde kan scheppen in zowel gesproken als schriftelijke tekst. Ordelijkheid en netheid (Tcore: 41) De Tcore op de schaal Ordelijkheid en netheid valt in het normale gebied. Deze schaal meet hoe netjes een kind is wat betreft het doen van huiswerk, het opruimen van spullen en het ordenen in het algemeen. Gedragsevaluatie (Tcore: 49) De Tcore op de Gedragsevaluatieschaal valt in het normale gebied. De schaal Gedragsevaluatie bevat items die te maken hebben met het beoordelen van de uitkomst of het effect van bepaald gedrag. Met andere woorden, deze schaal meet of een kind in de gaten heeft wat zijn/haar gedrag teweegbrengt bij anderen en of een kind zijn/haar (huis)werk controleert op fouten. Algemene indexen en Totaalscore

3 Pagina 5 van 17 Ruwe scores Norm (Executieve Functies Gedragsvragenlijst) Inhibitie Cognitieve flexibiliteit Emotieregulatie Gedragsregulatie index Initiatief nemen Werkgeheugen Plannen en organiseren 8 41 Ordelijkheid en netheid Gedragsevaluatie Metacognitie index Totaalscore

4 Pagina 7 van 17 (Executieve Functies Gedragsvragenlijst) Totale duur []: 7:04 Omschrijving Ruwe scores Norm scores Inhibitie Cognitieve flexibiliteit Emotieregulatie Gedragsregulatie index Initiatief nemen Werkgeheugen Plannen en organiseren Ordelijkheid en netheid 8 41 Gedragsevaluatie Metacognitie index Totaalscore Negativiteit 1: Acceptabel Inconsistentie 7: Acceptabel

5 Pagina 10 van Ordelijkheid en netheid 41 Gedragsevaluatie 49 Metacognitie index